Een monster op de markt Evelien Pullens
Inhoud 1. De winkel
6
2. Jam op de Penny
10
3. Een konijn met lange haren
16
4. Vreemde letters
23
5. De kale kapper
30
6. Paniek bij de bloemen
37
7. Echte speurders
42
8. Mayo op de muur
47
9. Een boete voor Storm
50
10. Zeep en vis
55
11. Het lappen-monster
59
12. Red de dieren
64
1. De winkel Rik duwt tegen de voet van mama. Hij probeert haar laars aan te doen. Mama zit op de grond. Ze steekt haar been omhoog. ‘Au, au!’ roept ze. ‘Het gaat niet!’ Ze gooit de laars door de kamer. ‘Die laars trek ik niet aan. Ik ga wel op mijn sokken.’ Rik kijkt naar de voeten van zijn moeder. De ene is dik met een wit verband. De ander heeft een rode sok. Ze is van de trap gevallen. Rik wil mama helpen. ‘Ik ga wel naar de winkel,’ zegt hij. ‘Kun je de spullen dragen?’ vraagt mama. Rik laat zijn spierballen zien. Mama lacht. Ze hinkelt naar de keuken. Ze komt terug met een plastic zak om haar voet. Het plastic wappert om haar heen. ‘Neem deze tas maar mee.’ Mama ploft op de bank. ‘Hier is geld.’ Er fladdert een tientje door de lucht. Rik maakt een sprong. Hij kan het geld net vangen. ‘Niet te lang in de dierenzaak blijven,’ zegt mama. ‘Maar ze hebben daar kleine hondjes,’ zegt Rik. 6
‘Woef, waf, waf.’ Mama doet een hondje na. Rik pakt zijn jas van de kapstok. Hij doet maar één knoop dicht. Dat is genoeg. Zo koud is het niet. ‘Dank je wel jongen. Fijn dat je naar de winkel gaat,’ roept mama. De winkels zijn vlakbij. Twee straten door. Dan bij het stoplicht de grote weg over. In de winkel pakt Rik een mandje met wieltjes. Hij kijkt op zijn lijstje. ‘Klem, doorb, maj, pas, sleppa, peos.’ Wat staat daar? ‘Lees je Chinees?’ Moniek van de kassa lacht. Rik kent haar wel. Hij laat zijn briefje zien. Moniek fronst haar voorhoofd. Ze keert het lijstje om. Dan kunnen ze het opeens wel lezen. ‘Soep, appels, sap, jam, brood, melk.’ Moniek knipoogt. Rik trekt zijn mandje langs de rekken. Hij pakt sap en melk en appels. En hij neemt ook koekjes met noten. ‘Er is een nieuwe Donald Duck,’ roept Moniek. Rik gaat kijken. 7
Hij houdt van strips. Er staat een meisje bij de bladen. Zij leest de Penny. Rik kan niet bij de Donald Duck. Hij strekt zijn arm uit. Het meisje kijkt op. ‘Wil je de Donald Duck?’ Rik bloost. Het meisje geeft het blad aan Rik. Rik doet het in zijn mandje. Hij pakt soep en brood en jam. Bij de kassa legt hij alle spullen op de rolband. Het mandje zet hij op de stapel. ‘Heb je de maj, de klem en sleppa?’ lacht Moniek. De spullen gaan langs de kassa. ‘Piep, piep, piep.’ Rik doet ze in de plastic tas. Achter hem staat het meisje met de Penny. Ze heeft een kort jasje aan en zwart haar. ‘Dat is dan elf euro,’ zegt Moniek. Rik pakt zijn geld. Hij heeft tien euro gekregen van mama. Niet genoeg. ‘Oh…i…i…ik…’ Rik laat zijn geld zien. ‘Er moet iets terug,’ zegt Moniek. Rik geeft haar de Donald Duck. ‘Prima.’ 8
Moniek legt de Donald Duck achter de kassa. ‘Dag Rik. Tot ziens. Wil je twee dropjes?’ Moniek heeft een grote zak drop. ‘Neem ook maar twee dropjes, Rima,’ zegt ze. Dat doet het meisje met de Penny. Met volle mond loopt Rik de winkel uit.
9
2. Jam op de Penny Rik voelt een poes bij zijn been. Hij aait de zachte vacht. Deze poes is vaak bij de winkels. Ze snuffelt aan de karretjes op de stoep. Rik kijkt naar de winkeldeur. Er hangt een poster naast de deur. ‘Red de dieren!’ staat erop. Het meisje met de Penny komt ook naar buiten. Ze kijkt niet om zich heen. Ze leest de Penny. ‘Woef, woef, woef,’ hoort Rik achter zich. ‘Storm! Hier blijven!’ roept een vrouw. Rik draait zich om. ‘Woef, woef, woef.’ Een zwarte hond rent op de poes af. Die hond loopt bijna tegen Rik op. Rik springt opzij. Hij stoot tegen iemand aan. Boem. Zijn plastic tas valt uit zijn hand. De Penny van het meisje fladdert naar de grond. ‘Storm! Luister!’ roept de vrouw. De vrouw rent achter haar hond aan. Het meisje kijkt naar Rik. ‘Je tas!’ De spullen liggen op de grond. Rik ziet iets roods uit de tas druipen. 10
11
Ervaringen delen
Aardig doen
Samen spelen en werken
Lezen is leuk en soms ook spannend. En je kunt veel dingen ontdekken. Bijvoorbeeld wat kinderen doen in moeilijke situaties. Wat kiezen ze, en hoe loopt dat af? Je kunt met de hoofdpersonen meeleven en denken: wat zou ik nu zelf doen?
Een taak uitvoeren
Jezelf presenteren
Een keuze maken
Opkomen voor jezelf
Omgaan met ruzie
Rik komt graag in de dierenzaak. Nieuwsgierig loopt Rima met hem mee. Er is iets vreemds aan de hand. De haren van de konijnen zijn te lang. De jonge hondjes zijn wel heel hard gegroeid. En Leon de kameleon is‌ ontsnapt. Rima en Rik gaan naar hem op zoek. Ze komen bij de kapsalon, bloemenkraam en frietboer. Op de markt speurt ook een agent. Wat is hij van plan met de kameleon? Dan vinden Rik en Rima sporen. Zijn ze nog op tijd? Avi E4 Met illustraties van Helen van Vliet Bestelnummer 5145 ISBN 978-90-5788-452-8
9 789057 884528