Dubbelspel Evelien van Dort
Inhoud 1. Op tennisles
6
2. Alles is okĂŠ
11
3. Binkie de held
14
4. Niet sportief
19
5. Kimo is ziek
25
6. Gloeiend heet
29
7. Een halve pizza
32
8. Een mooi gedicht
35
9. Een mooi boeket
39
10. Laat me met rust!
42
11. Sjoelen met Bart
46
12. Smurrie en water
51
13. Dubbelen
54
14. Juf ziet ze vliegen
58
15. Geen bal geraakt
61
16. Oververhit
64
17. Twee cola voor Melinda
69
18. Tre bambini pizza
73
19. Amicie
76
1. Op tennisles ‘Kom je nog! De tennisles begint zo!’ Melinda rinkelt met haar fietsbel. Haar roze rokje kleurt goed bij haar haarband. Floris draagt een trainingsbroek met gympen. In het voorjaar zijn ze op tennis gegaan. De tennisbaan is vlakbij. Op woensdagmiddag hebben ze les. Floris doet de rugzak om zijn schouders. En hij pakt zijn fiets. ‘Heb ik alles?’ vraagt hij. Melinda kijkt hem lachend aan. ‘Je racket?’ vraagt ze. ‘Zonder racket sla je geen bal goed.’ ‘Met racket ook niet,’ zegt Floris. ‘Dat is niet waar,’ zegt Melinda. ‘Je hebt tennistalent.’ ‘Wie zegt dat?’ ‘Trainer Bart.’ ‘Dat verzin je,’ zegt Floris. Melinda schudt haar hoofd met donkere krullen. ‘Vorige week won je het partijtje.’ Floris trekt zijn schouders op. ‘Ik sla vaak mis,’ zegt hij. ‘Raak, raak, raak!’ roept Melinda. 6
‘Je moet juist denken aan het raken van de bal. Dan sla je nooit meer mis.’ ‘Lekker positief,’ zegt Floris. Melinda weet altijd iets leuks te zeggen. Even later staan Floris en Melinda op de baan. Voor de les mogen ze vast oefenen. Ze staan ieder aan een kant van het net. Op de tennisbaan staan witte lijnen. Floris staat achter de eerste witte lijn. Hij laat de bal stuiteren en slaat. Melinda tikt de bal terug. Soms komt de bal in het net. Eva en Claar hebben ook les. Ze staan aan de kant te kletsen. ‘Hallo kinderen,’ zegt trainer Bart. Hij loopt de baan op. ‘Hebben jullie je al opgegeven voor vrijdag? Je speelt een partij van een half uur.’ ‘Zo goed ben ik niet,’ zegt Floris. ‘Van een partijtje leer je juist veel,’ zegt Bart. ‘Wij doen ook mee,’ zeggen Eva en Claar. ‘We geven ons straks op,’ beslist Melinda. ‘Oké,’ zegt Floris. Trainer Bart kijkt tevreden. ‘Vandaag gaan we de backhand oefenen,’ zegt hij ‘Dat is toch als de bal links komt?’ vraagt Melinda. 7
‘Ja,’ antwoordt trainer Bart. Hij doet het voor. De trainer heeft zijn racket rechts vast. Hij draait zijn hand iets naar voren. Terwijl hij met zijn linkerhand het racket naar achteren trekt. Bart slaat de bal weg. Het ziet er makkelijk uit, vindt Floris. Trainer Bart zet de ballenmachine aan. De machine spuugt de ballen met een boogje over het net. Een voor een slaan de kinderen een paar ballen. Floris is aan de beurt. ‘Doorslaan,’ roept Bart. ‘Knieën buigen.’ Floris slaat een paar keer raak en ook een keer mis. Zo makkelijk is het niet… ‘Goed zo,’ zegt Bart. ‘De volgende!’ Het tennisveld ligt vol met gele ballen. ‘We gaan even rapen,’ zegt Bart. Iedereen verzamelt ballen. De tennisballen gaan terug in de machine. Melinda legt de ballen op haar racket. Ze loopt heel langzaam. Telkens legt ze er nog een bal bij. ‘Record,’ zegt ze. ‘Ik heb er vijftien.’ Trainer Bart loopt naar Floris toe. ‘Hoe gaat het met je moeder?’ vraagt hij. 8
9
‘Ze is toch geopereerd.’ ‘Het gaat goed,’ antwoordt Floris. ‘Ze wil weer gaan sporten.’ ‘Tennis?’ ‘Nee, joggen,’ zegt Floris. ‘Wat leuk, ik train voor de marathon.’ Melinda komt erbij staan. ‘Marathon, waar ligt dat?’ vraagt ze. ‘Het is geen plek,’ legt Bart uit. ‘De marathon is tweeënveertig kilometer rennen.’ ‘Dat is superver!’ zegt Floris. ‘Mijn moeder loopt een rondje door het park.’ ‘Wens haar succes,’ zegt Bart vriendelijk.
10
2. Alles is oké Na de les gaan Eva en Claar een ijsje eten. ‘Ik ga naar huis,’ zegt Melinda. ‘Kimo, onze oudste pony, heeft last van de warmte. Ik ga haar verzorgen.’ De ouders van Melinda hebben een tehuis voor oude paarden. Melinda noemt ze adoptiepaarden. ‘Ga je mee Kimo verzorgen?’ vraagt Melinda. Floris is gewend om na tennis direct naar huis te gaan. Hij woont samen met zijn moeder. Zijn vader heeft hij nooit gezien. Floris kent hem helemaal niet. Sinds mama geopereerd is, wil hij altijd snel naar huis. Soms fietst hij op zijn allerhardst om vlug thuis te zijn. Net of hij nog ergens bang voor is. ‘Ik moet het konijnenhok nog verschonen,’ zegt hij. Melinda fietst met hem mee. Ze naderen het huis van Floris. Floris’ moeder loopt naar ze toe. ‘Hoi Melinda, hoi Floris! Hoe ging tennis? Komen jullie even wat drinken? Ik heb het al klaar staan.’ ‘Heel even dan,’ zegt Melinda. ‘Ik ga zo naar de paarden.’ Ze zet haar fiets op de standaard.
11
Ervaringen delen
Aardig doen
Samen spelen en werken
Een taak uitvoeren
Lezen is leuk en soms ook spannend. En je kunt veel dingen ontdekken. Bijvoorbeeld wat kinderen doen in moeilijke situaties. Wat kiezen ze, en hoe loopt dat af? Je kunt met de hoofdpersonen meeleven en denken: wat zou ik nu zelf doen?
Jezelf presenteren
Een keuze maken
Opkomen voor jezelf
Omgaan met ruzie
Floris en Melinda zitten op tennis. Ze hebben les van Bart, een hele leuke tennisleraar. Dat vindt de moeder van Floris ook. Bart en zij worden verliefd op elkaar. Dat is wel even wennen voor Floris! Bart heeft ook een zoon, Olaf. Olaf tennist weleens met hem. Maar Floris vindt hem helemaal niet aardig. Wat nu?
AVI 6/M5/E5 Met illustraties van Hilde Vervloet Bestelnummer 5135 ISBN 978-90-5788-426-9
9 789057 884269