Guit naar de wintermarkt Liesbeth van ‘t Hof Katja Schellekens
‘Schiet op!’ bromt Fomp. Met zijn zweep knalt hij op de rimpelbillen van Jibbe, de oude ezel. ‘Vort, vort! Als je zo doorsloft zijn we met sint-juttemis nog niet op de wintermarkt.’ Guit kijkt opzij. Haar oom heeft zo’n donkere, sombere blik in zijn ogen. Zo kent ze hem helemaal niet.
Het is koud op de wagen. Daarom blaast Guit warme lucht in het holletje tussen haar handen. Zo is het net alsof ze de warmte van de oven thuis voelt. De oven waarin Fomp glinsterende sterren blaast van glas.
Als Guit haar ogen dichtdoet, ziet ze de wintermarkt. Mats en Marc met de bolle hoeden. En Lucia en Johanna in hun lange rokken. Ze spelen tikkertje bij het kampvuur. Iedereen luistert stil naar hemelse herdersmuziek. En de kooplui in hun marktkramen? Die roepen: ‘Prachtige winterdingen te koop! Twee halen, één betalen! Voor een onvergetelijk winterfeest!’
Guit glimlacht. Zou die vriendelijke, oude herder met zijn tamboerijn ook weer komen? Vorig jaar mocht Guit zelfs even op zijn tamboerijn spelen. Misschien weet oom het. ‘Fomp, moet je horen…’ Maar Fomp staart naar de slingerende staart van Jibbe en zegt niets terug.
De wintermarkt is nog heel ver. En het wordt kouder en kouder. Het hout begint op te raken. Maar zonder hout kunnen de ovens niet branden. Die gebruiken Fomp en Guit om te koken, de wagen te verwarmen en voor het glasblazen. De weg gaat over hoge bergen en door de ruige woestijn.
‘Jibbe wordt oud,’ klaagt Fomp. ‘Moet je zien hoe hij loopt. Straks valt hij nog om. En hij is zo doof als een kwartel. Als ik links zeg, gaat hij rechtsaf. Als ik vort zeg, houdt hij halt. Zo komen we er nooit.’ Weer haalt Fomp uit met de zweep: zwoei-zwapzwiep. Nog harder dan eerst. ‘Deksels beest. Door jou, door jou…’
Oom Fomp en zijn nichtje Guit zijn onderweg naar de jaarlijkse wintermarkt. Daar gaan ze de glazen spullen van Fomp verkopen. Maar de reis verloopt niet voorspoedig: ezel Jibbe loopt niet door en Fomp struikelt, waardoor er glasvogels kapotgaan. Guit merkt dat Fomp zich zorgen maakt of ze wel op tijd op de markt zullen zijn. Daardoor hoort hij niet wat ze hem wil zeggen en vragen. Soms voelt ze zich heel alleen. Op een avond ontdekt Guit een hond met een gewonde poot. Mag hij van Fomp mee in de wagen? Guit durft het niet te vragen. Helemaal spannend wordt het ’s nachts als Guit wakker wordt van vreemde geluiden. Is het een wild dier of een dief? Gelukkig vinden ze, ondanks deze avonturen, toch nog een plekje op de wintermarkt. En kunnen Fomp en ook alle anderen luisteren naar het mooie bericht van de oude herder. Een kerstprentenboek over niet en wel gehoord worden. Met tegenslag, hoop en goed nieuws voor alle mensen die het willen horen.
ISBN 978-90-5788-416-0 Bestelnummer 4987
9 789057 884160
www.kwintessens.nl