WEEKOVERZICHT
Week 44 â– 28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Ik voel me‌
Jozef is trots. Zijn vader is bezorgd: Wat zijn dat toch voor dromen? De broers zijn jaloers en boos. De gevoelens in het verhaal zijn ongeveer net zo veelkleurig als de jas van Jozef! Download de thematekening op www.kindopmaandag.nl
Verhalen uit Genesis
Groep 1/2
Groep 3/4
MAA
De groep is jaloers Morten Mepper is op Mies: haar trots op zijn herfsttekening hangt spierballen. bij de grote deur.
DIN
Jozefs mooie jas en zijn vreemde dromen maken zijn broers jaloers en boos.
WOE
Groep 5/6
Groep 7/8
Tante Lies komt op visite en huilt, eerst van schrik, dan van plezier.
Selina gaat naar de set van SpangaS.
Jozef is trots op zijn jas en dromen. De broers zijn jaloers.
Jozef is de lieveling van vader Jakob.
Broers die ruzie hebben in de Bijbel. Waar ben je trots op?
Droom het verhaal verder en maak de jas van Jozef.
Oefenen met jaloers en trots zijn.
De broers zijn Jozef zat en willen hem weg hebben.
Welke gevoelens herken je?
DON
Jozefs jaloerse broers gooien Jozef in de put en verkopen hem als knecht.
Jozef is in de put gegooid en als slaaf verkocht.
Jozef wordt als slaaf Potifar en Jozef verkocht aan Potifar. bevragen elkaar. Praten over een gedicht over onze diepste angst.
VRI
Kleur de jas van Jozef.
Maak een muts waarmee je kunt laten zien hoe je je voelt.
Maak een stripverhaal over verschillende emoties.
Week 44
Jozef: een leven van bergen en dalen.
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
KIND OP MAANDAG
9
GROEP 1/2
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Ik voel me…
Zijn bijzondere dromen en de kleurige jas geven Jozef een speciaal gevoel. Dat wekt bij zijn broers gevoelens op van boosheid en jaloezie. Ze gooien hem in de put en verkopen hem als slaaf.
Doelstelling: De kinderen maken kennis met het verhaal van Jozef en verkennen het ingewikkelde gevoel dat jaloezie heet.
Verhalen uit Genesis
Gebed
MAA 28 - 10 l weekopening
God, wat vindt U daar nou van? Dat ene meisje in de klas – ze heeft altijd de nieuwste kleren, de mooiste broek, de hipste jas – en daarom kijkt iedereen naar haar en bijna nooit naar mij… Die ene jongen in het team – hij kan zo goed voetballen, scoort vaak, dribbelt handig – en daarom trekt de trainer hem voor en zit ik vaak aan de kant… Bah, ik kan het niet hebben, ik ben jaloers en ook boos! God, snapt U wat ik bedoel?
Dat vervelende jaloerse gevoel
Zingen Jozef droomt Tring! De wekker – Jozef droomt, het kan niet gekker. In zijn droom ziet hij zichzelf als de grootste van de elf.
Martha Kroes
G
oedemorgen allemaal!’ groet juf de kinderen in de kring. ‘Wat hebben jullie gedaan dit weekend? Eline begin jij? Daarna mag Jayden.’ Als laatste is Mies aan de beurt. Ze zit al te wippen op haar krukje. ‘Juf! Heb je het gezien? Mijn tekening hangt in de gang bij de grote deur!’ ‘Ja, Mies, ik zag het. Leuk, hè? Omdat we nu met het thema “Herfst” werken, heeft meester Lex nieuwe tekeningen opgehangen.Van elke groep hangt er nu een herfsttekening.Van onze groep hangt die van jou erbij.’ Eigenwijs kijkt Mies de kring rond. Trots zegt ze: ‘Mijn tekening was héél mooi, hè juf? Meester Lex vond hem vast het állermooiste!’ De kinderen in de kring beginnen heen en weer te schuiven. ‘Nietes! Dat is echt niet zo!’ roept Eline pinnig. ‘Nou, mijn tekening was ook best mooi,’ zegt Jayden teleurgesteld. Juf tilt haar handen op en gebaart: ‘Ho ho, niet door elkaar praten. Even rustig.’ Als iedereen weer stil is, vraagt juf: ‘Vinden jullie het jammer dat jullie tekening daar niet hangt? En zijn jullie nu een beetje jaloers, dat de tekening van Mies daar wél hangt?’ Eline knikt heftig. Jayden kijkt verlegen naar de grond. ‘Luister. Jullie hebben allemaal een mooie tekening gemaakt. Maar er kan maar eentje bij de grote deur hangen. Deze keer is dat de tekening van Mies. Hij is ook echt mooi, toch? Al die blaadjes in zoveel verschillende herfstkleuren. Bij het volgende thema hangt meester Lex een andere tekening op. Misschien wel een van jou, Jayden. Of van jou, Eline. Weet je wat we doen? We gaan jullie herfsttekeningen hier in de klas ophangen, allemaal.’ Al gauw is bij iedereen dat vervelende jaloerse gevoel weg.
‘Wat een etter, onze brave boterletter. Gooi die Jozef in een put, kom we zetten hem voor schut!’ Au! Help. Spetter. Jozef valt, maar niet te pletter. Want al is het donker diep, daar is God die dromen schiep. Uit: Samenleesverhalen: Ontdek Jozef/ Joesoef, Ineke Clijnk (Kwintessens), couplet 1 t/m 3 Tekst: Erik Idema, muziek: Gerard van Amstel (zie www.kindopmaandag.nl)
10
KIND OP MAANDAG
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Groep 1/2
Download de thematekening op www.kindopmaandag.nl
WOE 30 - 10
DIN 29 - 10 l vertellen Na een lange reis is Jakob terug in Kanaän, waar hij een plek vindt om te wonen met zijn grote familie en al zijn dieren.Voor Jakob is Jozef speciaal. Zijn broers worden jaloers op hem. Helemaal als hij vreemde dromen krijgt… Verteltip: Maak bij beide dromen diepe buigingen: elf keer (elf broers) en laat de kinderen meetellen.
De dromen van Jozef Genesis 37:1-11
E
en oude man zit in de schaduw van een boom. Jakob heet hij. Blij denkt Jakob aan zijn kinderen. Dertien heeft hij er! Zijn dochter is al groot. En de tien oudste jongens ook. Ze werken hard. Elke dag gaan ze met de kuddes schapen en geiten op zoek naar vers gras en water. De jongste is nog thuis, hij is nog een kind. En dan heeft hij nog Jozef… Jozef is nu zeventien jaar. Jakob weet nog als de dag van gisteren dat hij geboren werd. Hij had nooit gedacht dat hij nog een zoon met Rachel zou krijgen. Met zijn andere vrouw Lea had hij al elf kinderen. Maar zijn lieve Rachel kreeg al die tijd geen kind. En toen… toen Jakob al oud was, kregen hij en Rachel toch nog een zoon: Jozef! Als Jakob Jozef ziet, moet hij denken aan zijn lieve vrouw Rachel, die er niet meer is. Jozef lijkt sprekend op haar. Jakob houdt heel veel van Jozef. Speciaal voor hem heeft Jakob een jas laten maken. Een prachtig glanzende jas met schitterende kleuren: fris blauw, warm rood en helder groen. In het veld zitten Jozefs broers bij elkaar. Ze zien Jozef al van ver aankomen en grinniken. ‘Kijk, wie we daar hebben met zijn dure jas! Ons lieve broertje, dat verwende joch.’ Vrolijk komt Jozef aanlopen: ‘Hallo jongens, hoe gaat het? Ik kom wat eten brengen.’ ‘Leg daar maar neer,’ reageren de broers kortaf. Jozef begint enthousiast te vertellen: ‘Weten jullie wat ik vannacht gedroomd heb? We waren met elkaar op het land, tarwe oogsten. Toen we de lange tarwehalmen bij elkaar knoopten tot schoven, ging mijn schoof ineens rechtop staan. En jullie schoven gingen in een kring daaromheen staan en bogen voor mijn schoof. Bijzondere droom, hè?’ ‘Behoorlijk, ja!’ antwoorden de broers boos. ‘Denk je dat wij ooit voor jou zullen buigen? En dat jij de baas over ons wordt? Ga toch weg!’ Stil loopt Jozef terug naar huis. Op een avond, als Jozef en zijn broers samen met hun vader eten, vertelt Jozef: ‘Luister, wat ik vannacht droomde. De zon, de maan en elf sterren bogen zich voor mij. Ik…’ Voor Jozef verder kan vertellen, gebiedt zijn vader: ‘Ja, stop nu maar. Wat is dat toch met die dromen van jou! Moeten wij allemaal, je vader, je moeder en je broers voor jou buigen?’ De broers stuiven van tafel. Ze hebben het helemaal gehad met die vervelende broer van hen! Ze kunnen hem wel wat doen! Jozef loopt stil naar zijn tent. Jakob blijft zitten met diepe rimpels in zijn voorhoofd. Als dat maar goed gaat…
Groep 1/2
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Doorvertellen Herhaal de twee dromen van Jozef. Tip: Laat de kinderen steeds tellen en buigingen maken (één in het midden, elf die buigen). Verzin daarna varianten. Zeg: ‘Ik droomde over…’ Een kind vult iets in (bijvoorbeeld ‘zandtaartjes’ of ‘dolfijnen’), waarna de groep samen de droom verder invult.
Praten Waarom waren de broers van Jozef jaloers op hem? Wat is jaloers zijn? Voelt dat fijn of juist niet? Ben jij weleens jaloers op iemand? En iemand op jou? Waarom, waarop? Wat helpt als je jaloers bent? (Gewoon zeggen; denken aan wat je wél hebt/kunt; vragen om een knuffel of zoen.)
Lezen Thomas wil niet jaloers zijn, Marie-Louise en Mark Sekrève (Hillen) – Schaap Thomas is jaloers op Romeo die veel mooier en stoerder is.
Maken Maak in groepjes een kleurige jas. Knip een groot vel papier of behang uit in de vorm van een jas. Knip kleine stukjes uit lappen stof van verschillende kleuren en patronen. Plak de lapjes op het vel en hang de jassen op.
KIND OP MAANDAG
11
Download de thematekening op www.kindopmaandag.nl
Verhalen uit Genesis
DON 31 - 10
l
@Titel
VRIJ 01 - 11
vertellen
Verteltip: Gebruik een kleurige jas als rode draad. Leg hem opgevouwen in de kring.Trek hem aan, loop er zwierig mee, trek hem ruw uit, besmeer hem, en overhandig hem. Laat hem daarna als oud vuil in de kring liggen.
Jozef in de put en als slaaf verkocht
Zingen ‘Het gifkikkertje’, Zitten of opstaan deel 2 (SGO), lied 20 – liedje over jaloezie.
Genesis 37:12-36
A
l een paar dagen zijn Jozefs broers met de kuddes schapen en geiten op zoek naar fris, groen gras.Vader Jakob zit bij zijn tent. ‘Jozef,’ roept hij. ‘Hier is een tas met eten en drinken voor je broers. Wil jij kijken hoe het met ze gaat?’ Jozef trekt zijn kleurige jas aan, pakt de tas, geeft zijn vader een kus en vertrekt. Na lang lopen tuurt Jozef in de verte: een grote zandvlakte, hier en daar wat struiken en gras, én schapen en geiten. Daar zullen zijn broers zijn! De broers van Jozef stoten elkaar aan: ‘Kijk eens: daar komt meneer de superdromer in zijn dure jas! Wacht… als we hem nu eens doden en in die put daar gooien… Niemand die het ziet.’ Alle broers vinden het een goed plan, behalve de oudste, Ruben. ‘Nee, nee, we moeten hem niet doodmaken, daar komt ellende van. We gooien hem in de put. Dan zijn we ook van hem af, want er komt toch niemand langs.’ ‘Goed plan, Ruben!’ Mooi, denkt Ruben, dan haal ik hem later uit de put en laat hem stiekem naar huis gaan…
Daar is Jozef al. ‘Hallo, hoe gaat het met jullie?’ vraagt hij vrolijk. ‘Met ons goed, broertje,’ antwoorden ze en grijpen hem vast. ‘Wat doen jullie?’ roept Jozef bang. Met een ruk trekken ze Jozefs jas uit en gooien hem in de droge put. ‘Help, help!’ klinkt het uit de diepte. Jozef blijft maar roepen. Ruben vindt het verschrikkelijk om te horen, maar hij kan niets doen. Zijn broers mogen niets merken van zijn plan.Vanavond zal hij Jozef redden. ‘Ik ga even naar de dieren, hoor,’ zegt Ruben. ‘Prima,’ antwoorden de broers, ‘wij gaan eten.’ Hardop lachend lopen ze naar de weg. Daar horen ze het lome gestamp van kamelen. Een lange karavaan van kooplui komt eraan. Op de kamelen hangen tassen vol dure spullen om te verkopen in Egypte. Een van de broers heeft een idee: ‘We halen Jozef uit de put en verkopen hem aan die handelaren!’ Dat doen ze. Daar gaat Jozef… Als het donker is, gaat Ruben naar de put. Hij schrikt en rent naar zijn broers: ‘Jozef is weg!’ ‘Rustig maar,’ sussen de broers. Ze slachten een bokje uit de kudde en smeren het bloed op Jozefs jas. Een knecht brengt het naar hun vader. Als Jakob de jas ziet, schreeuwt hij het uit: ‘Nee! De jas van Jozef! Een leeuw of beer heeft hem gepakt! Jozef is dood!’ Jakob huilt, hij heeft zoveel verdriet… En Jozef? De kooplui verkopen hem in Egypte aan Potifar. Potifar werkt voor de farao als baas van de bewakers. Bij die belangrijke Potifar wordt Jozef knecht.
12
KIND OP MAANDAG
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Doen Verlostikkertje. Eén kind is Jozef en zit vast in de put. Tien kinderen zijn de tien broers van Jozef. Alle andere kinderen zijn Rubens en zijn de tikkers. De Rubens willen Jozef vrij tikken, maar de tien broers houden de Rubens tegen (door voor hen te gaan staan). Welke Ruben lukt het om Jozef uit de put te tikken?
Afsluiting Max en Mies tekenen bij Mies thuis. Ze tekenen een portret van elkaar. Max denkt dat Mies het veel beter kan, gezien haar herfsttekening op school bij de grote deur… Eigenlijk is hij best jaloers. Mies doet er een schepje bovenop: de tekening was ook steengoed, vooral de kleuren. Als ze elkaars portretten zien, schrikt Mies. Die van Max lijkt heel echt, eigenlijk veel beter dan die van haar.
Werkblad Jozef draagt een mooie, kleurige jas. Kleur elk vakje in een andere kleur.
Groep 1/2
Groep 1/2
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
KIND OP MAANDAG
13
GROEP 3/4
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Ik voel me…
Jozef is trots op zijn jas en op de dromen die hij heeft. Maar de broers zijn boos en jaloers op Jozef. Ze gooien hem in de put en verkopen hem als knecht.
Doelstelling: De kinderen ontdekken verschillende gevoelens die in het verhaal een rol spelen. Verhalen uit Genesis
Gebed
MAA 28 - 10 l weekopening
Goede God,
Morten Mepper en zijn spieren
Ik dank U voor deze nieuwe dag. Een dag waarvan we niet weten wat hij ons gaat brengen. Misschien wordt het een dag vol plezier, een dag met veel gelach. Maar misschien gebeuren er ook dingen vandaag waar we boos of verdrietig van worden. Hoe het ook zal zijn: we weten dat U erbij bent. Wilt U onze tranen drogen en onze boosheid laten verdwijnen? Wilt U onze lach als een zon laten stralen op anderen?
Zingen Jozef droomt
Jolanda van der Marel-Krikke
M
orten Mepper staat voor de spiegel en bekijkt zichzelf van alle kanten. Hij pakt zijn veel te strakke T-shirt uit de kast en trekt het over zijn hoofd. Met een beetje olie smeert hij zijn spierballen in. Dan pakt hij de riem van Woef. ‘Kom,’ zegt hij, ‘we gaan een ommetje maken.’ Als Morten de deur opendoet, komt de gure wind hem tegemoet. Woef piept een beetje. Hij heeft helemaal geen zin om met dit koude weer naar buiten te gaan. ‘Kom op, joh,’ zegt Morten. ‘Je bent toch een stoere hond?’ En daar gaan ze. Woef in zijn warme vacht en Morten in zijn strakke T-shirt. Als hij bijna bij het huis van Manuela Schoonheid is, gaat hij langzamer lopen. Hij spant zijn spieren stevig aan en kijkt op zijn allerstoerst. Ja, daar beweegt het gordijn. Manuela zit net op haar stoel als ze Morten aan ziet komen.Voorzichtig kijkt ze langs het gordijn. Wat is hij toch sterk en gespierd! Maar ziet ze dat nou goed? Is Morten Mepper zijn spierballen aan het aaien? Gauw doet ze het gordijn weer dicht. ‘Wat is het toch een knappe, maar bijzondere man,’ zegt ze hardop. En ze geeft haar gelakte nagels een voor een een kusje. Vragen Komkommerplein Waar is Morten Mepper trots op? Hoe laat hij dat zien? En wat vindt Manuela daarvan? Ben jij ook ergens trots op?
Tring! De wekker – Jozef droomt, het kan niet gekker. In zijn droom ziet hij zichzelf als de grootste van de elf. ‘Wat een etter, onze brave boterletter. Gooi die Jozef in een put, kom we zetten hem voor schut!’ Au! Help. Spetter. Jozef valt, maar niet te pletter. Want al is het donker diep, daar is God die dromen schiep. Uit: Samenleesverhalen: Ontdek Jozef/ Joesoef, Ineke Clijnk (Kwintessens), couplet 1 t/m 3 Tekst: Erik Idema, muziek: Gerard van Amstel (zie www.kindopmaandag.nl)
14 14
KIND OP MAANDAG
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Groep 3/4
Download de thematekening op www.kindopmaandag.nl
WOE 30 - 10
DIN 29 - 10 l vertellen Jozef is het lievelingetje van Jakob en dat blijkt sterk in dit verhaal. Jakob verwent Jozef en de broers van Jozef zijn jaloers. Dan blijkt Jozef ook nog eens dromen te hebben over zijn broers die voor hem moeten buigen. Verteltip: Zet het gedrag van Jozef wat extra aan door bijvoorbeeld wat uit de hoogte te lopen en te praten wanneer Jozef zijn jas laat zien en vertelt van zijn dromen.
Doorvertellen
Genesis 37:1-11
Vertel het verhaal nog eens met de Kijkbijbel erbij. Gebruik de gevoelsmuts van het werkblad en laat de kinderen tussendoor aangeven welke emotie in het vak kan worden geschoven.
J
Lees een gedichtje over jaloers zijn (zie www.kindopmaandag.nl).
De broers zijn jaloers ozef is groot geworden. Hij woont met zijn vader Jakob en zijn elf broers in Kanaän. Jozef loopt heel trots. Hij heeft een topdag! Hij heeft heerlijk geslapen en geweldig gedroomd. En toen hij wakker werd, heeft hij een prachtige jas met allemaal kleuren en belletjes van zijn vader gekregen. Zomaar! Dit moet hij zijn broers vertellen! Ah, daar in de verte ziet Jozef Ruben staan. ’Ruben, Ruben, moet je mij eens zien!’ Zo deftig als hij kan, loopt Jozef naar Ruben toe. ‘Hoe kom je daar nou aan?’ vraagt Ruben nors. ‘Van papa gekregen, omdat hij mij zo lief vindt!’ Als Jozef verder loopt, kijkt Ruben hem na. ‘Pff, wat een mooie jas. Die had ik ook wel gewild!’
Even verderop komt Jozef Simeon tegen. Simeon heeft straf van Jakob gekregen omdat hij gisteren te laat thuis was. Nu moet hij het schapenhok schoonmaken. ‘Ik hoop niet dat je het erg vind, maar ik heb tegen papa gezegd dat je zo laat thuis was. Ik help papa zo goed,’ zegt Jozef en hij loopt weer verder. Boos kijkt Simeon hem na. ‘Pff, wat een klinkspaan! Daar ziet Jozef Levi bij de schapen in het veld. ‘Weet je Levi,’ zegt Jozef. ’Ik heb zo bijzonder gedroomd. Ik droomde dat we met ons allen een veld vol koren waren. Toen ging mijn koren plotseling recht overeind staan. En jullie koren boog zich voor die van mij neer!’ Blij rent Jozef naar huis.Verbaasd kijkt Levi hem na. Wij buigen voor Jozef? Pff! Mijn broer heeft vast een steekje los zitten. Die avond lopen de broers naar huis. ‘Wat moeten we nou met Jozef?’ zeggen ze tegen elkaar. ‘Hij is een verklikker, een praatjesmaker en een verhalenverzinner!’ Als ze thuiskomen, horen ze Jozef met hun vader praten. ‘Papa, ik heb net tijdens mijn middagdutje weer zo bijzonder gedroomd! Ik zag de zon, de maan en elf sterren. En die bogen ook allemaal voor mij!’ De broers ballen hun vuisten. Ook Jakob wordt boos: ‘Jozef, zulke dingen wil ik niet meer horen. Wij zijn je familie en wij hoeven niet voor jou te buigen, hoor! Ga maar even wakker worden in je tent!’ Verdrietig loopt Jozef met zijn mooie jas de tent in. Simeon, Levi en Ruben wrijven in hun handen. ‘Ha, zijn verdiende loon!’ Maar Jakob denkt nog lang na over de dromen van Jozef. Wat zouden ze kunnen betekenen?
Groep 3/4
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Verhaaltip
Praten In het verhaal komt sterk naar voren dat de broers jaloers zijn. Herkennen de kinderen dit? Wanneer zijn zij jaloers? Is er op hen weleens iemand jaloers? Waarop kun je jaloers zijn? Vraag de kinderen of volwassenen ook nog jaloers kunnen zijn.
Doen Laat een kind dat iets nieuws of moois bij zich heeft op een stoel midden in de kring zitten en wat ‘uit de hoogte’ vertellen over het mooie of nieuwe. Eerst mag de klas jaloers kijken. Daarna mag dit kind het nogmaals vertellen, maar dan op een trotse manier. De klas kijkt niet meer jaloers, maar blij. Zo ervaren de kinderen dat je best trots en ook blij voor een ander mag zijn.
KIND OP MAANDAG
15 15
Download de thematekening op www.kindopmaandag.nl
Verhalen uit Genesis
@Titel
DON 31 - 10 l vertellen
VRI 01 - 11
De broers hebben het gehad met Jozef en zijn praatjes. Als Jozef ze op komt zoeken in het veld, zien ze hun kans schoon. Ze gooien Jozef in de put en verkopen hem aan een karavaan die op weg is naar Egypte. Verteltip: Gebruik een tamboerijn met belletjes of een belletje in het verhaal. Laat de belletjes rinkelen als Jozef aan komt lopen en als zijn jas wordt afgetrokken.
Jozef in de put
Doen Eén kind speelt Jozef, anderen spelen de broers en weer wat anderen spelen de koopmannen. Vertel het verhaal en laat het daarna uitspelen.
Genesis 37:12-36
D
e broers van Jozef zitten bij de schapen. ‘Wat moeten we toch met die Jozef?’ zeggen ze tegen elkaar. ‘Hij blijft maar praten over die dromen van hem. En zoals hij rondloopt in die mooie jas!’ De broers zijn het zat dat Jozef het lievelingetje van hun vader Jakob is. Zij moeten al het werk doen en Jozef mag gewoon thuisblijven bij hun jongste broertje Benjamin. Zo oneerlijk! Opeens horen ze gerinkel in de verte. Het klinkt als die mooie belletjes die Jozef aan zijn nieuwe jas heeft. Ze turen in de verte. Ja hoor, daar komt Jozef aan! ‘Dit is onze kans,’ zegt Levi. ‘Nu kunnen we Jozef een lesje leren. Of nog beter: Laten we hem doodmaken!’ De andere broers knikken, maar Ruben niet. ‘We hoeven hem toch niet dood te maken? Hier is een lege put, laten we hem daar in gooien!’ Daar komt Jozef al aangerend. Snel pakken de broers hem beet. Ze trekken zijn mantel uit en scheuren hem kapot. De belletjes vallen rinkelend op de grond. ‘Zo praatjesmaker, wij hebben wel een mooi plekje voor jou om te dromen!’ Ze gooien Jozef in de put. Tevreden kloppen de broers hun handen af. Behalve Ruben.
Als Ruben tussen de schapen loopt, maakt hij een plan. ‘Als mijn broers straks weg zijn, ga ik naar de put om Jozef te bevrijden,’ zegt hij hardop tegen de dieren. ‘Ook al is hij soms vervelend, hij is toch mijn broer.’ In het donker loopt Ruben terug naar de put. Daar ziet hij zijn broers nog vrolijk om het vuur zitten. Ze drinken, ze eten en ze tellen geld. ‘Wat doen jullie nog hier?’ vraagt Ruben verbaasd. ‘Er kwam net een hele karavaan met koopmannen voorbij,’ zegt Levi. ‘Zij waren op weg naar Egypte en wilden Jozef wel kopen. Nu wordt Jozef een slaaf en hebben wij wat geld verdiend!’ ‘Jozef verkocht?! Wat moeten we vader vertellen?’ roept Ruben. Daar heeft Levi al over nagedacht. ‘We doen wat bloed van een schaapje op de jas van Jozef en zeggen dat een wild dier hem heeft opgegeten.’ En dat doen ze. Wat is Jakob verdrietig! Hij denkt dat Jozef dood is. Hij weet niet dat Jozef nog leeft. Hij weet niet dat Jozef met de karavaan mee is gegaan naar Egypte. En dat hij daar de knecht is geworden van een meneer die Potifar heet. Jakob moest eens weten…
16 16
KIND OP MAANDAG
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Werkblad Een muts waarmee je kunt laten zien hoe je je voelt. Op het werkblad staan zes plaatjes: boos, bang, blij, verdrietig, jaloers en trots. Kleur de plaatjes in en plak ze op een strook papier. Met een andere strook maken ze een muts met een open vak aan de voorkant, de eerste strook wordt in de tweede geschoven. Door te schuiven laat je het goede plaatje tevoorschijn komen.
Afsluiting Mies laat Max haar cadeau zien. Max doet heel blij voor Mies, maar als Mies even weg is, laat hij zien hoe hij zich echt voelt. Hij is jaloers! Zal hij het cadeau stukmaken? Of verstoppen? Geef de kinderen de ruimte om te reageren en samen een oplossing te verzinnen. Als Mies weer terugkomt in de klas zegt Max eerlijk hoe hij zich voelt. ‘Maar dan gaan we er toch samen mee spelen!’ zegt Mies. En dat doen ze!
Groep 3/4
Groep 3/4
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
KIND OP MAANDAG
17 17
GROEP 5/6
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Ik voel me…
Jozef is trots. Zijn vader is bezorgd: Wat zijn dat toch voor dromen? De broers zijn jaloers en boos. De gevoelens in het verhaal zijn ongeveer net zo veelkleurig als de jas van Jozef!
Doelstelling: De kinderen wisselen ervaringen uit van verschillende gevoelens/emoties. Verhalen uit Genesis
Gebed
MAA 28 - 10 • weekopening
Lieve God,
Tante lacht, tante huilt
Soms voel ik me gelukkig, soms voel ik me blij. En dan opeens voel ik me bang of zit ik heel diep in de put. Maar hoe ik me ook voel, lieve God, U kijkt altijd naar mij om. Bij U mag ik zijn wie ik ben en voel ik me altijd fijn! Amen
Mieke van Wieringen
S
igrid, tante Lies komt zo op visite,’ zegt mama terwijl ze naar de deur loopt. Sigrid zucht. Laat ze daar nu net helemaal geen zin in hebben. Tante Lies is altijd zo… zo veel! Niet alleen is ze dik en rond en draagt ze veel laagjes kleding over elkaar, maar ze praat ook altijd zo veel. Daar begint het al. Terwijl tante Lies met uitgestrekte armen naar haar toe loopt, zegt ze: ‘Sigrid, meid, wat zie je er weer geweldig uit! Kom eens hier en geef je tante een lekkere pakkerd!’ Sigrid verdwijnt in de omhelzing van tante. Tante houdt haar zo stevig beet, dat ze het een beetje benauwd krijgt. Gelukkig laat ze haar weer snel los. ‘Zo, hè hè, nu even lekker zitten,’ zegt tante en ze loopt op de bank af. Opeens geeft ze een gil en springt met twee benen tegelijk op de bank. Ze wijst naar beneden. ‘Help! Een muis! Pak hem! Oh, alsjeblieft, help me!’ Tante wiebelt op haar hoge hakken op de bank heen en weer. Ze kijkt heel angstig naar de muis op de grond en verbaasd ziet Sigrid dat er zelfs een traan over haar wang rolt. Als Sigrid naar de bank toe loopt, gilt tante: ‘Sigrid, kijk uit. Het is een zwarte, die zijn het gevaarlijkst!’ Sigrid bukt en raapt de muis op. Op haar platte hand laat ze hem aan tante zien. ‘Kijk, dit is het speeltje van onze poes, Snor.’ Verbaasd kijkt tante naar de speelgoedmuis. Dan laat ze zich op de bank zakken. Ze gooit haar hoofd in haar nek en schatert. ‘Ha ha ha, een speelgoedmuis! Wat een goeie grap!’ Ze slaat zich op de knieën van het lachen. ‘En ik trap er nog in ook!’ Sigrid ziet dat er weer tranen over tantes wang lopen. Om over te praten Waarom heeft Sigrid geen zin in het bezoek van tante Lies? Hoe voelt tante Lies zich als ze binnenkomt? Wat gebeurt er als tante Lies de muis ziet? Tante Lies heeft heel wat verschillende emoties in dit verhaal. Maak er met elkaar een lijstje van. Tip weeksluiting Stel dat Jozef een brief naar huis schrijft als hij bij Potifar is. De brief begint met ‘Lieve vader’. De leerkracht vraagt steeds kinderen om één zin te bedenken, daarna de volgende, enzovoort. Het kan ook in groepjes.
18 18
KIND OP MAANDAG
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Groep 5/6
Voor digitaal schoolbord zie www.kindopmaandag.nl
DIN 29 - 10 • vertellen
Na de vertelling
Jakob gaat met zijn twaalf zonen in het land Kanaän wonen. Hij houdt van al zijn kinderen, maar Jozef is zijn lievelingszoon.
De dromen van Jozef Genesis 37:1-11
E
n toen, vader, lette Levi niet goed op en pakte de wolf dat schaap.’ Jozef kijkt zijn vader met grote ogen aan. ‘Oh, en weet u wat Dan zei tegen dat meisje uit het dorp? Die ene, die vlak naast de waterput woont?’ ‘Nou, wat zei Dan?’ Verschrikt kijkt Jozef om. Zijn broers komen het huis binnen. Dan loopt op hem af en kijkt hem boos aan. ‘Ik vertel alleen maar…’ begint Jozef. ‘Jij moet niet altijd over ons klikken!’ roept Juda. Dan richt hij zich tot hun vader. ‘Waarom mag hij altijd eerder naar huis? Hij kan toch, net als wij, bij de schapen blijven tot we ze weer naar de stal brengen?’ ‘Ja!’ zegt Levi. ‘U trekt Jozef voor!’ Vader Jakob spreidt zijn handen. ‘Rustig jongen, ik trek niemand voor. Maar Jozef is de jongste, die kan nog niet van die lange dagen maken als jullie.’ ‘Benjamin is de jongste,’ protesteert Simeon, ‘en u trekt hem wel voor. U heeft hem ook al zo`n mooie mantel gegeven.’ Vader Jakob knikt. ‘Benjamin is nog te jong om met jullie mee te gaan en die mantel zag ik toevallig bij een koopman en Jozef paste hem.’ Jozef voelt de jaloerse blikken van zijn broers. Hij trekt de mantel met de prachtige kleuren nog iets dichter om zich heen. ‘Kom,’ zegt vader Jakob, ‘jullie hebben vast honger. Het eten is klaar.’ Als Jozef de volgende ochtend bij zijn broers op het veld aankomt, begint hij meteen te vertellen. ‘Weten jullie wat ik vannacht heb gedroomd?’ Hij kijkt zijn broers stralend aan. ‘Het was zo`n mooie droom! We waren op het land schoven aan het binden en toen ging mijn schoof opeens rechtop staan. En jullie schoven gingen om mij heen staan en bogen voor mij!’ ‘Nou ja,’ mompelt Dan, ‘wij buigen voor jou?’ ‘Wil je soms de baas over ons zijn?’ vraagt Juda. ‘Volgens mij denkt hij dat hij koning over ons is!’ roept Levi. De andere broers mompelen met hem mee. Een paar dagen later zit Jozef met zijn vader en broers voor hun huis in de avondzon. ‘Weten jullie nog dat ik laatst zo`n mooie droom heb gehad?’ vraagt Jozef. ‘Ach, hou op!’ roept Juda. ‘Je begint toch niet weer over die korenschoven, hè?’ Jozef schudt zijn hoofd. ‘Nee, ik heb een nieuwe droom gehad. Deze was nog mooier!’ Jozefs ogen schitteren. Hij buigt zich naar zijn broers toe. ‘Ik droomde dat ik een hele mooie, stralende ster was. De zon, de maan en elf sterren bogen voor mij. Allemaal voor mij! Het was zo mooi!’ ‘Het moet niet gekker worden met jou!’ Levi schiet overeind. ‘Nu moeten zelfs de zon, de maan en de sterren voor je buigen. Wie denk je eigenlijk wel niet dat je bent?’ De andere broers zijn het met Levi eens. Ze praten en roepen door elkaar.Verbaasd kijkt Jozef naar hen. Wat heeft hij nu verkeerd gezegd? Dan staat vader Jakob op en kijkt Jozef streng aan. ‘Volgens mij kun je beter je mond houden over die dromen, Jozef. Je gaat nu te ver.’
Groep 5/6
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Vragen Welke dromen heeft Jozef? Waarom vinden de broers het niet leuk dat Jozef over zijn dromen vertelt? Waarom heeft Jozef zo’n mooie mantel gekregen van zijn vader? Waarom trekt vader Jakob Jozef voor? Denk je dat Jozef dit zelf door heeft?
Praten Jozef is de lieveling van zijn vader. Hij trekt hem voor en geeft hem een extra mooie mantel. Ben jij wel eens de lieveling van iemand geweest? Is het fijn voor iemand om de lieveling te zijn?
Doen Kijk met elkaar naar de stamboom op bladzijde 6 of projecteer hem op het digibord (zie www. kindopmaandag.nl). Wie is de opa van Jozef? Wie de overgrootvader?
Maken Maak een veelkleurig jas van lapjes stof of gekleurd papier. Schrijf op elk lapje een emotie. Verdiepingswerkvormen groep 7 en 8 zie bladzijde 23 en 24
KIND OP MAANDAG
19 19
GROEP 5/6
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Ik voel me…
Verhalen uit Genesis
Na de vertelling Vragen Waarom hebben de broers zo`n hekel aan Jozef? Wat willen ze met Jozef doen? Wat vindt Ruben hiervan? Waarom voelt Ruben zich verantwoordelijk? Hoe zou Jozef zich gevoeld hebben toen de broers hem in de put gooiden? Waarom verkopen de broers Jozef aan de karavaan? Hoe zouden ze zich daarna gevoeld hebben?
Praten Jozef voelt zich het lievelingetje van zijn vader, zijn broers voelen zich jaloers, Ruben voelt zich verantwoordelijk. Hoeveel verschillende gevoelens zouden er eigenlijk zijn? Schrijf met elkaar zoveel mogelijk gevoelens op en praat hierover.
Zingen ‘De dromen’, Alles wordt nieuw deel 1 (Callenbach/NZV), lied 6. Verdiepingswerkvormen groep 7 en 8 zie bladzijde 23 en 24
20 20
KIND OP MAANDAG
WOE 30 - 10 • vertellen De broers krijgen een steeds grotere hekel aan Jozef door zijn verhalen over zijn dromen en doordat hij het lievelingetje van hun vader is. Ze zijn hem zat en willen hem kwijt.
Jozef in de put en als slaaf verkocht Genesis 37:12-36
K
ijk eens wie we daar hebben,’ Levi stoot Ruben aan en wijst in de verte. Ruben knikt. Ook hij herkent Jozef aan de prachtige kleuren van zijn mantel. De mantel waarin hij wel een prins lijkt. ‘Ik ben benieuwd wat hij nu weer heeft gedroomd,’ mompelt Dan. ‘Ja!’ roept Juda. ‘Hoe machtig en belangrijk zou hij nu weer geweest zijn? In z`n dromen dan.’ ‘Pas maar op dat je er niets van zegt,’ bromt Simeon. ‘Hij is nog altijd vaders lievelingetje.’ ‘Ja jongens,’ zegt Levi, ‘opletten wat je doet en zegt. Hij klikt alles door.’ ‘Ach, hij bedoelt het toch niet…’ probeert Ruben. Maar Levi valt hem in de rede. ‘Hij gaat inderdaad te ver.’ Hij slaat zijn armen over elkaar. ‘We moeten hem een lesje leren!’ ‘Hoe had je dat dan gedacht?’ Juda komt naast Levi staan. Levi wijst over zijn schouder. ‘Ik heb een lege waterput gezien. Als we hem daar eens ingooien?’ ‘Ja!’ roepen de andere broers. ‘Dan zeggen we tegen vader dat hij is aangevallen door een roofdier!’ Weer zijn de broers het met Levi eens. Alleen Ruben roept: ‘Maar… jullie willen hem toch niet vermoorden?’ Opeens is het stil. Ruben kijkt de kring rond. Niet één van de broers kijkt hem aan. ‘Jullie mogen hem in de put gooien, maar denk erom…’ Ruben zwaait met zijn vuist, ‘…jullie laten hem in leven!’ Een tijdje blijft het stil. Dan fluistert Simeon: ‘Daar is ’ie.’ Als afgesproken storten de broers zich op Jozef en trekken hem zijn mantel uit. ‘Help!’ schreeuwt Jozef. ‘Nee! Niet doen!’ Hoe hij ook tegenstribbelt, hij kan niet tegen zijn sterke broers op. Al snel gooien ze hem in de put en leggen het deksel er bovenop. ‘Zo, eindelijk rust,’ lacht Levi, ‘laten we gaan eten.’ Lachend gaan de broers bij elkaar zitten. ‘Ik heb niet zo`n trek,’ zegt Ruben en loopt een eindje het veld in. Hij voelt zich, als oudste, verantwoordelijk voor Jozef. Het zit hem niet lekker wat ze met hem gedaan hebben. Na een tijdje gaat hij terug naar zijn broers. Hij hoopt maar dat ze een beetje afgekoeld zijn. Jozef is toch hun broer? Ze willen hem toch niet echt kwaad doen? ‘Kom jongens,’ zegt hij als hij weer bij de anderen is aangekomen, ‘help me even om de steen van de put te halen. Jozef mag er nu toch wel weer uit?’ Het wordt stil. Heel stil. De broers kijken hem verschrikt aan. ‘Wat is er?’ vraagt Ruben. Juda staat op. ‘Jozef zit niet meer in de put.’ Ruben schrikt. ‘Hè?’ ‘We hebben hem verkocht aan een karavaan die voorbij kwam,’ zegt Juda. ‘Hij is nu onderweg naar Egypte. Als slaaf.’ Ruben gooit zijn stok op de grond. ‘Zijn jullie nou helemaal gek geworden?’ Hij kijkt zijn broers woedend aan. ‘Nu zien we hem nooit meer terug! Hoe vertellen we dat aan vader?’ De broers kijken naar de grond en blijven lang stil. ‘Misschien kunnen we zeggen dat hij is gedood door een wild dier,’ zegt Juda zachtjes. Dan knikt. ‘We hebben zijn mantel nog. Dan smeren we daar wat bloed op van een bokje.’ Aan het eind van de dag lopen de broers terug naar huis. De mantel van Jozef dragen ze tussen hen in. Ze zwijgen. Alleen Ruben zegt: ‘Hier komt vader nooit meer overheen.’
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Groep 5/6
Voor digitaal schoolbord zie www.kindopmaandag.nl
DON 31 - 10 • vertellen
Na de vertelling
Jozef komt bij Potifar
Vragen
Genesis 39:1-6
E
n deze? Wat kost deze?’ Een man loopt rondjes om Jozef heen. Hij onderhandelt met de leider van de karavaan over een goede prijs.
Daar staat Jozef nu op de markt van een vreemde stad, in een vreemd land. Zijn handen zijn vastgebonden en zo meteen zal hij als slaaf verkocht worden. Waar zal hij dan terecht komen? Oh, wat mist hij zijn vader! Hij mist zelfs zijn broers. Ook al hebben ze hem dit allemaal aangedaan. Natuurlijk is hij daar boos over, maar hij voelt ook dat hij van hen houdt. Ze hebben het vast niet zo kwaad bedoeld. En ach, misschien had hij ook niet zo vaak over zijn dromen moeten vertellen tegen hen. Zijn broers zijn zo anders dan hij. Hij zag wel aan de manier waarop ze naar hem keken dat ze er niet veel van snapten. En misschien waren ze wel jaloers geweest op zijn mooie mantel. Zij droegen eenvoudige herderskleren, hij dacht dat kleding hen niet zoveel interesseerde. Maar misschien hadden zij ook wel zo`n prachtige jas willen krijgen van hun vader en had hij er toch iets te veel mee lopen pronken. ‘Ja, jij, kom maar mee!’ Jozef schrikt op uit zijn gedachten. Een man wijst naar hem met zijn stok. ‘Meekomen,’ zegt hij nog een keer. Jozef loopt achter de man aan over het drukke marktplein. Aan de rand van het plein staat een wagen met daarachter bepakte ezels en kamelen. Op de wagen zit een man. Hij heeft mooie kleren aan en ziet er belangrijk uit. Hij kijkt Jozef aan. ‘Deze hier komt uit Kanaän,’ zegt de bediende die hem zojuist heeft gekocht. De man in de wagen knikt. ‘Ik ben Potifar, de bevelhebber van de lijfwachten van de farao. Je komt voor mij werken.’ Jozef buigt zijn hoofd. Nu weet hij waar hij naartoe gaat. Bij deze man zal hij voortaan wonen en werken. Heel ver bij zijn vader en broers vandaan. Na een lange reis komen ze bij het huis van Potifar aan. Jozef kijkt zijn ogen uit. Het huis is groot en ziet er prachtig uit. Het lijkt wel een paleis! Hij is blij dat het reizen nu achter de rug is en doet zijn werk in het huis van Potifar zo goed mogelijk. Een tijd gaat voorbij… Op een dag roept Potifar hem bij zich. Jozef schrikt. Zou hij iets niet goed gedaan hebben? Hij buigt diep voor Potifar en wacht tot zijn meester begint te praten. ‘Jozef, je bent nu al een tijdje hier en ik moet zeggen dat je je werk goed doet.’ Opgelucht haalt Jozef adem. ‘Zo goed zelfs,’ gaat Potifar verder, ‘dat je steeds meer taken van mij hebt overgenomen. Ik merk,’ Potifar lacht, ‘dat ik me eigenlijk alleen nog maar hoef te bemoeien met wat ik te eten krijg. De rest regel jij allemaal.’ Jozef lacht voorzichtig met hem mee. ‘Dus, Jozef, wat ik zeggen wil,’ Potifar kijkt hem indringend aan, ‘is dat jij niet alleen een hele goede bediende bent, maar ook een betrouwbare. Hierbij benoem ik jou tot mijn persoonlijke bediende. Ik vertrouw jou alles toe wat ik bezit, maar denk erom, beschaam dat vertrouwen niet!’
Groep 5/6
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Waar is Jozef naartoe gebracht? Door wie wordt hij gekocht? Waar gaat hij wonen? Doet hij zijn werk goed bij Potifar?
Praten Jozef wordt als slaaf naar Egypte gebracht. Hoe zou hij zich daarbij voelen? Hoe gaat Jozef om met het onrecht dat hem is aangedaan? Is hij alleen boos op zijn broers of kijkt hij ook naar zijn eigen gedrag? Hoe zou jij je voelen als je onrecht wordt aangedaan? Wat doe jij dan?
Tekenen Teken het huis van Potifar. Hoe denk je dat dit eruit ziet?
Zingen ‘Ik eet en ik eet’, tekst: Erik Idema, muziek: Gerard van Amstel (zie www.kindopmaandag.nl).
Werkblad Een stripverhaaltje over een figuurtje dat heel verschillende emoties laat zien. Bedenk een verhaallijn waarin de verschillende emoties passen. Verdiepingswerkvormen groep 7 en 8 zie bladzijde 23 en 24
KIND OP MAANDAG
21 21
Ik voel me... Bedenk een verhaallijn waarin de verschillende emoties passen.
@Titel
22 22
KIND OP MAANDAG
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Groep 5/6
GROEP 7/8
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Ik voel me…
In de verhalen over Jozef komen veel verschillende gevoelens voor. Jozef is trots, hij voelt zich goed: In zijn dromen is hij groter dan zijn broers. Maar zijn vader is bezorgd. Zijn broers zijn jaloers en boos.
Doelstelling: De kinderen wisselen ervaringen uit van verschillende gevoelens/emoties. Verhalen uit Genesis
Jacobien Engel
Bijbelstudie
Kijk op de website voor de stelling van deze week!
Jozef en zijn broers hebben ruzie. Jozef vertelt over zijn dromen. In de Bijbel staan meer verhalen waarin broers ruzie maken. Welke verhalen kennen jullie? Waarover gaat de ruzie in deze verhalen? Komt er een goede oplossing? Voorbeelden: Kaïn en Abel (Genesis 4), Jakob en Esau (Genesis 27), De verloren zoon (Lucas 12).
Schrijfopdracht Trots zijn op jezelf. Jozef krijgt ruzie met zijn broers omdat hij doet alsof hij belangrijker is dan zij. Je mag best trots zijn op jezelf, maar soms is het niet handig om dit steeds hardop te zeggen. Opdracht: Maak voor jezelf een lijstje met eigenschappen waar jij trots op bent. Deze lijst is alleen voor jou. Je mag (als je dit wilt) straks in de groep hierover iets vertellen of de lijst laten lezen aan je juf of meester. Als je het helemaal voor jezelf wilt houden, mag dit natuurlijk ook.
Gesprek Mandela gebruikte de tekst van een gedicht van Marianne Williamson toen hij president van Zuid Afrika werd. Lees met elkaar dit gedicht (zie www.kindopmaandag.nl). Praat samen over de tekst.
Uitspelen Als Jozef in Egypte aankomt, wordt hij verkocht als slaaf aan Potifar.Verdeel de groep in tweeën. De ene groep leeft zich in, in de rol van Jozef en de andere speelt Potifar. Wat zou Potifar willen weten van Jozef, wat zou jozef vertellen? Hoe zou Jozef zich opstellen? Speel het gesprek tussen Jozef en Potifar uit.
Groep 7/8
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
KIND OP MAANDAG
23 23
GROEP 7/8
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Ik voel me… Download de thematekening op www.kindopmaandag.nl
@Titel uit Genesis Verhalen
Werkblad Het leven van Jozef kent pieken en dalen. De komende weken gaan we dat bijhouden in een grafiek. Teken met een blauwe lijn hoe het met Jozef gaat en met een rode lijn hoe het met jezelf gaat.
Themaverhaal Yes, te gek Selina leest haar mail nog één keer door, dan klikt ze op verzenden. Alles staat erin, nu maar afwachten. Die avond, als ze samen naar de nieuwste aflevering kijken, flapt ze het eruit. ‘Maikel, ik ga mijn spreekbeurt doen over SpangaS. Ik heb ze een mail gestuurd.’ Maikel kijkt zijn zus verrast aan. ‘Goed plan zeg, vertel je dan ook over Tinco?’ Lachend duikt hij weg voor de arm van Selina. Hij weet heel goed dat zij Tinco cool vindt, maar Selina wil daar niet over praten. Een week later krijgt Selina antwoord van de redactie. ‘Leuk dat je altijd met je broertje kijkt. Op de site kun je natuurlijk veel vinden voor je spreekbeurt, maar je mag ook volgende week vrijdag langskomen. Je kunt dan zien hoe het gaat bij de opnames. In de bijlage vind je twee kaartjes, voor jou en je broertje.’ Selina print één kaartje uit. Haar kleine broertje meenemen? Nee, dat gaat ze echt niet doen. Als Selina een week later alleen bij de studio staat, vindt ze het toch wel spannend. Na de eerste opnames is er een korte pauze. Ineens ziet ze Tinco naar haar toe komen. ‘Jij bent vast Selina, het meisje van de spreekbeurt,’ zegt Tinco en hij steekt zijn hand uit.Verlegen en met gloeiende wangen schudt ze zijn hand. ‘Ik dacht dat jullie met zijn tweeën zouden komen. Je broertje, is hij er niet?’ Selina slikt. ‘Nee, die weet niet dat ik hier ben,’ zegt ze zacht. Tinco fronst zijn wenkbrauwen. ‘Wat flauw zeg, jullie kijken toch ook altijd samen? Hij had het vast ook leuk gevonden.’ Selina weet niet wat ze moet zeggen. Dan roept een man vanuit de verte: ‘Tinco, je moet komen.’ Tinco pakt iets uit zijn jaszak. ‘Hier heb je een foto met mijn handtekening, en ook een voor je broertje. Ik moet gaan. Doei.’ Als Tinco wegloopt, voelt Selina zich helemaal niet meer zo blij als vanmorgen. Om over te praten: Waarom plaagt Maikel Selina? Wat vind je van Selina’s beslissing om alleen te gaan? Wat is de reactie van Tinco? Wat vind je hiervan? Hoe zou jij reageren als je Maikel was?
Groepsopdracht Maak met je groepje een woordweb rondom het woord GEVOELENS. Welke gevoelens kun je samen bedenken? Laat ruimte tussen de woorden zodat je er nog dingen bij kunt schrijven. Probeer daarna bij de woorden die je hebt opgeschreven, personen en situaties te zoeken uit de verhalen van deze week. Hoe voelden Jozef, de broers, Jakob, en de mensen van de karavaan zich op de verschillende momenten? Wanneer had jij deze gevoelens? Schrijf dat er ook bij of vertel erover aan elkaar.
24 24
KIND OP MAANDAG
Week 44
28 - 10 t/m 03 - 11 2013
Groep 7/8