Praktisch werkboek knotten

Page 1

© Tine Verheyden wel

Bau sV an

t

sar

as M

Fr

an

©

©

Praktisch werkboek Knoteiken



Wat vooraf ging… “Knoteiken? Bedoel je niet knotwilgen?” was de eerste reactie die het Regionaal Landschap Lage Kempen kreeg toen we een project rond knoteiken wilden opstarten. Ook voor ons was de knoteik eerder onbekend. Maar we wisten uit eigen terreinkennis dat er nog een aantal knoteiken stonden in Lummen en de buurgemeenten Halen en Beringen. Bij de buren van Regionaal Landschap NoordHageland was men al enkele jaren bezig rond dit uniek kleine landschapselement. Reden genoeg om ook in de Lage Kempen de knoteiken te onderzoeken. Gelukkig konden we beroep doen op drie studenten om samen met ons de eiken te inventariseren. Sinds eind 2005 hebben Sophie Beckers van de Provinciale Hogeschool Limburg, Yennik Veestraeten van de Katholieke Hogeschool Kempen en Paul den Burger van Has Den Bosch meer dan 650 knoteiken gevonden, opgemeten en onderzocht. En dat zijn er wel héél veel! We begonnen ons daardoor vragen te stellen. Niet alleen “Waarom staan ze hier?” en “Waarvoor dienden ze?”, maar ook “Hoe werden ze beheerd?”, “Kunnen we ze nu nog knotten?”, “Hoe doen we dat?” en “Wie kan ons hierbij helpen?”. Hulp kwam er van de provincie Limburg. Via het beleid op Grote Landschappelijke Eenheden van gedeputeerde Frank Smeets kreeg het RLLK de mogelijkheid om twee jaar lang te werken aan de streekontwikkeling van de Zwarte Beek. Het was voor ons toen al duidelijk dat knoteiken een belangrijk onderdeel vormen van de streekidentiteit van de Zwarte Beek en meer aandacht verdienen. Het cultuurhistorisch aspect van de knoteiken wordt in een pdpo-project ‘Eik onder de -mensen- onder de eik’ met hulp van Europa, de Vlaamse overheid, de provincie Limburg en de gemeente Lummen verder onderzocht. Dankzij het GLE-beleid kregen we de kans om een handleiding uit te werken voor het beheer van deze knoteiken. Yennik Veestraeten maakte met zijn eindwerk een eerste voorstel. Paul den Burger toetste dit af met een aantal boomdeskundigen op een studiedag. En Michaël Cassaert van de Katholieke Hogeschool Kempen hielp al deze info te bundelen tot één geheel. Het resultaat ligt hier voor u. Met de slogan “Samen maken we het landschap mooier” hoopt het RLLK dat deze knoteiken terug in ere worden hersteld, zodat onze kleinkinderen ook nog van dit waardevolle landschappelijk erfgoed kunnen genieten. Bart Paesen Projectcoördinator GLE De Zwarte Beek Regionaal Landschap Lage Kempen vzw Grote Baan 176, 3550 Houthalen, 011/78 52 59, info@RLLK.be

Met speciale dank aan: Sophie Beckers, Yennik Veestraeten en Paul den Burger, voor hun inzet door weer en wind. Michaël Cassaert, Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Agro- en Biotechniek (Tel: 014/56 23 10) voor de wetenschappelijke ondersteuning Regionaal Landschap Noord Hageland,voor de uitwisseling van gegevens en informatie.

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Europa investeert in zijn platteland


In l e i d i n g Vraag aan iemand hoe een knotwilg eruitziet en je krijgt een perfecte beschrijving. Wanneer je dezelfde persoon vraagt wat dan wel een ‘knoteik’ is, blijft het echter meestal stil. Nochtans is een knoteik precies hetzelfde als een knotwilg, maar dan bij een eik. Een knoteik is geen aparte boomsoort, maar een snoeivorm. Bij knoteiken worden takken afgezaagd op zo’n 1 à 2 meter hoogte. Zo ontstaat er een ‘knot’, een soort van bult, waaruit telkens nieuwe takken groeien. Deze handleiding helpt je met jouw knotbomen. Stap voor stap bekijken we of de knotboom nog te redden is en hoe je dat het best aanpakt. We spitsen ons toe op knoteiken, maar de handleiding kan ook gebruikt worden voor andere knotbomen. Vandaag worden er niet veel eiken meer geknot. Vroeger was dit echter een zeer populaire snoeivorm in de Kempen, met name in de streek van Lummen, Halen en Beringen. Bij inventarisatie werden er in deze streek al meer dan 650 knoteiken geteld en dit is slechts een restant van wat er vroeger stond! Het hout dat men verkreeg door het knotten werd gebruikt voor van alles en nog wat: als rijshout in de groentetuin, als brandhout, om bezemstelen te maken… Knoteiken in ere houden is niet enkel goed voor het behoud van de streekidentiteit, de bomen zijn ook erg waardevol voor heel wat diersoorten, die in de holtes komen schuilen of nestelen zoals steenuilen, vleermuizen, eikvarens, grote insecten als het vliegend hert… Ooit was de knoteik een symbool van welvaart en was hij alom bekend en bemind. Vandaag is hij vergeten en vaak zelfs verwaarloosd… Hoog tijd dus om deze bijzondere boom uit eigen streek terug de aandacht te geven die hij verdient! Heel wat verwaarloosde knoteiken kunnen immers nog steeds geknot worden en zo in hun oude glorie worden hersteld. In 2008 werden, in het kader van het pdpo-project ‘Eik onder de -mensen- onder de eik’, de laatste getuigen van het knotten van eiken bezocht. Ze werden door Joël Burny bevraagd over hun ervaringen met knoteiken en houtkanten. In de loop van 2009 zullen hun verhalen gebundeld worden en op de website www.duizendjarigeeik.be te lezen zijn. In deze handleiding vind je alvast enkele quotes van de ondervraagde getuigen…

“In de streek van Lummen worden knoteiken ‘sunken’ of ‘sinken’ genoemd” Jozef (83)

Wist je dat: • We in Lummen, Halen en Beringen al 650 knoteiken telden • 62% van de bomen een omtrek heeft van meer dan 1,5m • De oudste bomen een omtrek hebben van meer dan 4m • De gemiddelde knothoogte van de bomen 2m is • 80% van deze bomen nog in behoorlijke staat zijn • 68% van de bomen al 40 jaar niet meer is geknot • De knoestige koppen van knotbomen een geschikte woonplaats vormen voor steenuiltjes, allerlei soorten vleermuizen en insecten • Eikentakken werden samengebonden tot mutsaarden van zo’n 40 cm breed en 120 cm lang. • er 4 tot 5 mutsaarden nodig waren voor het bakken van één lading brood in de oven • er zo’n 300 mutsaarden per jaar nodig waren voor de broodvoorziening van een doorsnee familie

In het werkboek zal je regelmatig gekleurde bollen tegenkomen. Deze bollen vertellen je nuttige gebruikstips (donkerrood), leuke natuurweetjes (oranje) of gaan terug in de geschiedenis van de knoteik (groen). Dit werkboek spitst zich toe op knoteiken, maar kan ook gebruikt worden voor andere knotbomen, zoals wilg, zwarte els, es, haagbeuk…


In h o u d s t a f el J/!Jt!kf!cppn! ffo!lopufjl@!q/!7

J/

JJ/ JJJ/

OFFO!!!KB

Joufsfttf!wpps!ffo! ojfvxf!bboqmbou@! q/!25

JJ/!Iffgu!kf!cppn! ffo!lopucfvsu!opejh@!q/!8 OFFO!!!KB

JJJ/!Lbo!kf!cppn!ffo! lopucfvsu!pwfsmfwfo@!q/!9

Xbooffs!iffgu!njko!cppn! x m!ffo!lopucfvsu!opejh@! q/!24

JW/

OFFO!!!KB

Xbu!lbo!kf!oph!epfo@! q/!!:

JW/!Lbo!jl!{fmg!njko! cppn!lopuufo@!q/!21 OFFO!!!KB

Xbbs!wjoe!jl!tqfdjbmjtufo@ q/!!21

W/

WJ/

Sfhvmjfs!poefsipve-!q/!24

WJJ/

Qmboufo!wbo!ojfvxf!lopufjlfo-!q/!25

WJJJ/

Xbu!epf!jl!nfu!ifu!topfjipvu@!q/!27

JY/

Wfjmjh!xfslfo;!ffo!bctpmvuf!nvtu"!q/!28

Y/

Xfuhfwjoh!q/!2:

“Afgezaagd eikenhout kan je uitstekend gebruiken als brandhout in de open haard!”

W/!Ipf!lopu!jl! ffo!cppn@!q/!22


I. I s j e b o o m e e n k n o t e i k ? De meeste mensen zijn wel vertrouwd met knotwilgen, maar knoteiken zijn veel minder bekend. Het principe bij de knoteiken is nochtans hetzelfde als bij andere knotbomen. Een knot ontstaat door een boom op een bepaalde hoogte regelmatig van zijn takken te ontdoen. Met deze zoekkaart ontdek je of jouw boom een knoteik is door Ja of Neen te antwoorden op de vragen. Niet zeker of jouw boom een eik is? Een eik herken je het makkelijkst aan zijn bladeren, die zijn gelobd met afgeronde randen en natuurlijk de eikels die aan de takken hangen. Je kan dit werkboek trouwens ook gebruiken voor andere knotbomen.

Geen knoteik: kroonvertakking

Knoteik: verdikking op de stam Iffgu!kf!cppn!ffo!lopu!pg!wfsejlljoh!pq!ef!tubn@!

KB!!!!!!!!!OFFO Wfsusfllfo!fs!wfstdijmmfoef!ubllfo! vju!ef!wfsejlljoh0lopu@!

Knoteik: duidelijke knot

Hffo!lopucppn

3

KB!!!!!!!!!OFFO Kf!cppn!jt!ffo!lopucppn/ Hb!obbs!ippgetuvl!JJ!pn!uf!{jfo! pg!ijk!ffo!lopucfvsu!opejh!iffgu/!

Geen knoteik: schorslijnen lopen door naar takken

Hffo!lopucppn

Knoteik: verspreide takken

“In oude sunken waren ‘kotter’. Ze waren helemaal hol van boven tot beneden” Cyriel (86)

Knoteik: schorslijnen stoppen aan knot

Geen knoteik

Nog enkele typische kenmerken van een knoteik:

Wonden

Holten

Humus

In deze streek is de typische knothoogte 1,5 tot 2 m.

Knoestig uiterlijk

Schorslijnen stoppen aan knot


II . H e e f t j e b o o m e e n k n o t b e u r t n odig? Je hebt vastgesteld dat de eik een knoteik is. De volgende vraag die je je moet stellen is: Heeft de boom een knotbeurt nodig? Volgend schema helpt je om te bepalen of je boom een knotbeurt nodig heeft:

Ifccfo!ef!ubllfo!pq!ef!lopu!ffo! pnusfl!wbo!nffs!ebo!46!dn+@ KB!!!!!!!!!OFFO

Cppn!iffgu ffo!lopucfvsu!opejh

Lbo!ef!cppn!pnwbmmfo bmt!kf!ojfu!lopu@ KB!!!!!!!!!OFFO

Cppn!iffgu ffo!lopucfvsu!opejh

Deze boom zal omvallen als hij niet dringend wordt geknot.

[jko!ef!ubllfo tmfdiu!bbohfifdiu@ KB!!!!!!!!!OFFO

Cppn!iffgu ffo!lopucfvsu!opejh

Wfsesjohfo!ef! ubllfo!fmlbbs@ KB!!!!!!!!!OFFO

Cppn!iffgu ffo!lopucfvsu!opejh

[pshfo!ef!ubllfo wpps!pwfsmbtu@ KB!!!!!!!!!OFFO

Cppn!iffgu ffo!lopucfvsu!opejh

Oph!hffo! lopucfvsu!opejh

De takken verdringen elkaar

*>35 cm = je krijgt je twee handen niet om de tak

“In oude sunken zat grond, die gebruikt werd in bloempotten” Louis (81)

“Knoteiken zijn ideale verblijfsplaatsen voor rosse vleermuizen.”


II I . K a n j e b o o m e e n k n o t b e u r t o verleven? Je hebt ondertussen vastgesteld dat je knoteik toe is aan een knotbeurt. Dan moet je je eerst een belangrijke vraag stellen: Kan de boom een knotbeurt overleven? Om dit te achterhalen is het van belang te kijken naar de conditie en de takomtrek van de boom. De takomtrek is belangrijk: hoe dikker de takken, hoe groter de wonden van de boom zullen zijn na het knotten. Bomen kunnen zich moeilijker herstellen van grote wonden. Je meet de takomtrek van een knoteik met een meetlint, zo dicht mogelijk tegen de knot. De conditie bepaalt hoe goed een boom zich kan herstellen van schade, zoals dat bij het knotten gebeurt. Met onderstaande vragenlijst kan je bepalen of jouw boom in goede conditie is.

Bepaling van de conditie: Vraag

Antwoord

1. Is je boom in de zomer kaal of heeft hij weinig bladeren? Ja/Neen

2. Beoordeel de lengte van je nieuwe scheuten. Neemt de lengte af of blijft ze constant?

Ja/Neen

3. Heeft je boom een slecht vertakkingspatroon (ongelijkmatig)?

Ja/Neen

4. Hebben de bladeren in de zomer een afwijkende kleur, vorm of grootte?

Ja/Neen

Gezonde bomen, vol in blad.

Stukje tak dat het laatste jaar is bijgegroeid

Een ongezond eikenblad

5. Bevat je boom veel dood hout? Ja/Neen Zijn meer als 30 à 40% van je takken dood?

Boom met veel dood hout.

6. Heeft de boom op veel plaatsen last van loskomende schors op de stam en/of takken?

Loskomende schors

“In de stam van knoteiken zit uiterst vruchtbare potgrond.”

“Mutsaarden (takkenbundels) werden gebruikt als brandhout in de oven, maar ook om het vuur van de Leuvense stoof aan te steken” Modest (82)

Ja/Neen

aantal keer ‘Ja’ ingevuld:


Bekijk nu in onderstaande tabel de takomtrek én de conditie van je boom om te bepalen of de boom een knotbeurt kan overleven.

Conditie: aantal Ja’s 0

Takomtrek < 30cm Goed: De kans op overleven is groot

1-3

30cm - 60cm Goed: De kans op overleven is groot

60cm - 100cm Matig: De boom heeft een kans om te overleven

> 100cm Matig: De boom heeft een kans om te overleven

Goed: De kans

Matig: De boom heeft een kans om te overleven

Matig: De boom heeft een kans om te overleven

Slecht: de overlevingskans is niet zo groot, het zal de boom veel moeite kosten om zich hiervan te herstellen

Slecht: de overlevings- kans is niet zo groot, het zal de boom veel moeite kosten om zich hiervan te herstellen

Slecht: de overlevings- kans is niet zo groot, het zal de boom veel moeite kosten om zich hiervan te herstellen

Slecht: de overlevingskans is niet zo groot, het zal de boom veel moeite kosten om zich hiervan te herstellen

op overleven is groot

>4

Matig: De boom heeft een kans om te overleven

Wat kan je nog doen ? Als je boom een knotbeurt niet kan overleven, kan je hem enkel nog lichtjes dunnen door oud takhout weg te halen of te snoeien. Laat de boom echter zeker staan! Hij heeft nog heel wat te bieden aan tal van dieren! Wil je toch zélf een echte knoteik? Plant dan een nieuwe (zie hoofdstuk VII, p. 14).

“Mutsaarden moeten goed droog zijn vooraleer in de oven te kunnen worden gebruikt. Anders zou er zich te veel rook vormen” Maria (80)

Voorbeeld van te kort afgezaagde knoteiken, waarop men ook geen saptrekkers heeft laten staan


IV . K a n i k z e l f m i j n b o o m k n o t t e n ? In dit hoofdstuk bekijken we of je de boom zelf kan knotten of dat je het beter kunt laten doen door gespecialiseerde mensen. Om dit te bepalen kijken we naar 3 factoren: A. Stabiliteit: Is de boom nog stevig en stabiel genoeg om er veilig in te kunnen werken? B. Omgeving: Kan er schade aan de omgeving veroorzaakt worden tijdens het knotten (gebouwen in de buurt…). C. Takdikte: Heeft de boom dikke takken? Erg dikke takken zijn gevaarlijk om te verwijderen, wanneer je niet veel ervaring hebt. A. Bepalen van de stabiliteit Is de boom nog stevig en stabiel genoeg om er veilig in te kunnen werken? Of bestaat de kans dat hij omvalt? Bekijk je boom en beantwoord de vragen. Vraag 1. Staat de boom scheef? 2. Beweegt de boom als je er tegen duwt? 3. Groeien de takken voornamelijk in één horizontale richting? 4. Zijn de takken te zwaar/groot voor de stam?

Ja/Neen Ja/Neen Ja/Neen

Aantal keer ‘Ja’ geantwoord 0-1 2-5

Ja/Neen

Stabiliteit Stabiel Instabiel

B. Beoordelen van de omgeving Bekijk nu de omgeving van de boom. Let goed op eventuele schade die de boom zou kunnen veroorzaken als hij zou omvallen of wanneer er takken zouden vallen. Ga na of de boom dicht bij waardevolle voorwerpen staat. Als je boom geen schade kan veroorzaken, is het knotten niet risicovol, anders wel.

• De gemiddelde knothoogte van de bomen 2m is

C. Takdikte “Veel spechten gebruiken knoteiken om holen in te maken.”

Meet enkele takken van de boom. Dat doe je met een lintmeter en je meet zo dicht mogelijk bij de knot. Zoek in de overzichtstabel de kolom met de takomtrek van jouw boom.

D. Overzichtstabel stabiliteit-omgeving Stabiliteit

niet risivovol

niet risivovol

risicovol

60 - 100

>100

< 30

30 - 60

60 - 100

>100

< 30

30 - 60

60 - 100

>100

5

Instabiel

30 - 60

4

risicovol

< 30

3

>100

2

60 - 100

1

30 - 60

Stabiel

1

2

3

5

2

3

4

5

2

3

3

5

2

3

4

5

Wie kan het uitvoeren?

< 30

Omgeving Takomtrek

Ervaring met kettingzaag

Knotcursus gevolgd

Professional

Bijvoorbeeld...

Neen Ja Ja Ja Ja

Neen Neen Ja Neen Ja

Neen Neen Neen Ja Ja

Iedereen Iemand met ervaring met kettingzaag die liefst ooit een cursus heeft gevolgd. Iemand met ervaring met een kettingzaag, en die een knotcursus heeft gevolgd. Professioneel boomverzorger Professioneel boomverzorger die ervaring heeft met knoteiken

Op onze website (www.RLLK.be) vind je gegevens van aannemers, boomverzorgers… waarmee het RLLK ervaring heeft. 10


V. H o e k n o t i k e e n b o o m ? A. Knotten algemeen Met het knotten van bomen wordt bedoeld: op hoogte van 2-2,5 m van een boom om de 5 tot 10 jaar alle takken op een knot afzetten. Hierop kunnen weer nieuwe takken groeien. De omtrek van de af te zetten takken is niet meer dan 100 cm. Dikkere takken worden het liefst verwijderd door professionele boomverzorgers met ervaring in het knotten. B. Het beste tijdstip om te knotten Knotten doe je in de winterperiode, wanneer de sapstroom stilgevallen is. Dit is van na de bladval (november) tot begin maart, wanneer de sapstroom terug op gang komt. Knot nooit bij temperaturen van minder dan -5°C. Ook in het voorjaar kan je best niet knotten: dan is de sapstroom van de boom pas op gang gekomen. De beste maanden om te knotten zijn december en januari.

December

November

Oktober

September

Augustus

juli

Juni

Mei

April

Maart

Januari

Februari

Knotperiode

“Eikenhout geeft het meeste warmte bij het stoken. Meer dan berken- en elzenmutsaarden� Leonie (85)

Temperatuur

-15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35 40

C. Omgeving boom Voor je gaat knotten zorg je ervoor dat de takken die je afzaagt niets kunnen beschadigen bij het vallen. Ruim alles op wat niet onder of vlakbij de boom hoeft te staan. D. Evenwicht Voor je takken weghaalt, moet je even stilstaan bij het evenwicht van de boom. Als je alle takken aan de linkerzijde van de boom zou weghalen, kan hij immers scheef trekken onder het gewicht van de overblijvende takken. Haal dus stelselmatig takken weg aan elke kant van de knot (zie tekeningen hieronder).

4

5

6

:

3

2 9

3

8 7

4

:

5

2

6

5

7

2

8 6

4 3

zijzicht

9

Voorbeeld van de volgorde voor het verwijderen van takken, opdat de boom zijn evenwicht behoudt. 11

bovenzicht


E. Saptrekkers Bij een volledige knotbeurt bestaat de kans dat de boom niet meer genoeg kracht heeft om de sapstroom terug op gang te brengen, waardoor hij kan sterven. Daarom is het aangeraden om één of meerdere dunnere takken te laten staan als saptrekkers. Deze tak haal je dan bij een volgende knotbeurt gewoon weg. Veel voorkomende situaties: * Je hebt allerlei takken van verschillende diktes of allemaal dunne takken Verwijder alle takken op één of meerdere dunnere takken na. Hou rekening met het evenwicht, haal dus niet alle takken aan één kant weg. Wanneer een jaar later de scheuten zijn uitgelopen, kan je de saptrekkers alsnog afzetten.

*Je hebt alleen maar dikke takken. Zet één of meerdere takken af tot net boven een jonge scheut (deze wordt de saptrekker). De rest van de takken verwijder je (zie V.F.2: Dikke takken verwijderen). Wanneer het jaar erop de scheuten zijn uitgelopen, zet je overgebleven stompen van de dikke takken met zijn saptrekkers af. De nieuwe scheuten laten staan!

Opgelet: Een knotboom met takken met een omtrek groter dan 60 cm krijgt het moeilijk als al het loof wordt afgekapt. Dit kan je verzachten door: • verschillende saptrekkers te laten staan (zie E. Saptrekkers). • In stappen te werken. Over een periode van 4 jaar zet je elk jaar een kwart van de takken af. Let wel op het evenwicht van de boom! F. Takken verwijderen 1. Dunne takken verwijderen (omtrek <40 cm) Een dunne tak zaag of kap je in één beweging af van boven naar beneden tot aan de gewenste lengte. Opgelet: Laat steeds een stompje staan van minstens de diameter van de tak. “Afgezaagd eikenhout kan je gebruiken als bezemsteel, leuk voor de kids!”

2. Dikke takken verwijderen (omtrek >40 cm) Maak aan de onderkant van de tak op een afstand van ongeveer 30 à 40 centimeter van de takbasis een insnede met een diepte van ongeveer 1/3 tot 1/4 van de dikte van de tak. Zo voorkom je dat de tak tijdens het vallen gaat inscheuren en zo een deel van de bast mee scheurt. (1) Zaag de tak door aan de bovenkant van de tak, iets hoger dan de eerste snede (2). De overgebleven stomp zaag je in één beweging van boven naar beneden af tot aan de gewenste lengte. (3) Opgelet: Laat steeds een stompje staan van minstens de diameter van de tak. 12

3

4

2


VI . R e g u l i e r o n d e r h o u d A. Hoe vaak knotten Afhankelijk van de functie van het snoeihout kan je de knoteik om de 4 à 12 jaar knotten: • Gezondheid: Om je boom goed gezond te houden knot je best om de 5 jaar. • Dunne takken: Wanneer je dunnere takken wilt voor bijvoorbeeld gereedschapsstelen, knot je om de 3 à 4 jaar. • Dikke takken: Als je dikkere takken wilt voor bijvoorbeeld brandhout knot je ongeveer om de 10 jaar. • Ecologische functie: Als de bedoeling van het knotten eerder ecologisch is, knot je om de 6 à 8 jaar. Knot dan ook niet te dicht bij de knoest, zo krijg je ecologisch interessant dood hout. • Bovenstaande knotperiodes gelden voor knoteiken. Andere knotbomen, zoals wilgen, mag je vaker knotten, ongeveer elke 4 tot 6 jaar. Regelmatig knotten is erg belangrijk. Te vaak knotten put een boom sterk uit en kan zijn levensverwachting inkorten. Maar als je te lang wacht of je knot de boom gedurende een langere periode helemaal niet meer, bestaat de kans dat de takken op de knot zo zwaar worden dat de boom gaat scheefzakken of scheuren. B. Dunnen Je kunt het tweede jaar na het knotten de nieuw gegroeide ‘pruik’ stikken of dunnen. Wordt er niet gedund, dan telt een pruik een veel groter aantal, maar langzamer groeiende takken en wordt er een dikke knot gevormd. Een deel van de takken sterft af door gebrek aan licht en zal als dood hout op de knot blijven staan. Dood hout op een knotboom is uitstekend voor insecten, die weer als voedsel dienen voor andere dieren. De boom krijgt dus meer natuurwaarde. Als je wél dunt groeien de overblijvende takken sneller. Dunnen doe je het best door: • De 5 tot 9 dikste (of meest rechte) takken te laten staan. Ze groeien dankzij het dunnen sneller uit naar de gewenste dikte. • Neem hierbij niet al de takken aan één kant weg maar zorg ervoor dat de boom zijn evenwicht behoudt.

“In januari kon wie dat nodig had, een ‘koop’ hakhout kopen bij een kasteelheer” Theophiel (86)

13


VI I . P l a n t e n v a n n i e u w e k n o t e i k e n Als je een eik wilt aanplanten om er een knoteik van te maken ga je hetzelfde te werk als bij het planten van een normale boom. Je plant immers een normale eik waarvan je later een knoteik gaat maken. Hou volgende regels in acht: • Er mogen geen hoogstammige bomen geplant worden, op minder dan 2 meter van de grens van je perceel • Een levende haag en laagstammige bomen moeten op 50cm van de afscheiding staan. A. Het plantgoed Als je een eik wilt planten vertrek je van beworteld plantgoed. Dus: • Jonge boompjes die je koopt in een kwekerij in je buurt (of bij een vereniging die een bomenverkoop organiseert) • Boompjes die het resultaat zijn van spontane groei in je tuin of omgeving. Opgelet: Laat je plantgoed nooit zomaar met blote wortels liggen! Je kunt beter de dag zelf planten. Anders moet je de wortels tegen uitdroging beschermen door: • Ze tijdelijk af te dekken met zand of doeken en regelmatig begieten • Ze in te kuilen: schuin in een greppel steken en terug afdekken met aarde B. Tijdstip van het planten Je kan planten in het najaar vanaf november (na het vallen van de bladeren) tot eind februari. Dan ligt immers de sapstroom stil en zijn de bomen in “rust”. Hierdoor stoor je de natuur niet in haar natuurlijk proces en kan de boom zich “zetten” in haar nieuwe omgeving voor de sapstroom weer op gang komt. Toch wordt aangeraden om te planten in de maanden november en december.

December

November

Oktober

September

Augustus

juli

Juni

Mei

April

Maart

Februari

Januari

Plantperiode

“Het kleinste uiltje van Vlaanderen, de steenuil, knapt wel eens een uiltje in de knoteik.”

Planttemperatuur

-15 -10 -5 0 5

10 15 20 25 30 35 40

Opgelet: Plant nooit bij vriesweer, droogte of sterke wind.

C. De grond In de meeste tuinen is de voedingswaarde van de grond redelijk tot goed (zwartbruine grond is goed, gele Kempische zandgrond is meestal voedselarm). Als je twijfelt, meng dan potgrond onder de aarde in het plantgoed.

© KIK-IRPA Brussel

“Meikevers houden van eikenhout. Er waren jaren dat het eikenhout helemaal kaal gevreten was door meikevers” Albert (84) 14


D. Het planten Een jonge boom die pas geplant is, heeft extra steun en bescherming nodig. Hiervoor gebruiken we steunpalen; 2 palen per boom bieden de meeste zekerheid. Plaats de palen vóór je de boom plant. Zo ga je tewerk: 1. Neem twee steunpalen van 2,5 meter en 7 centimeter in doorsnee. 2. De steunpalen moeten 1,8 m boven de grond steken, dus maak een gat van ongeveer 70 cm diep 3. Graaf een vierkant plantgat met een diepte van ca. 80 cm. Het moet ruim zijn, minimaal 20 cm extra ten opzichte van de breedte van de wortelkluit, zodat de wortels niet geknikt of gedraaid in het plantgat worden geplaatst. 4. Vul de bodem van het plantgat op met ongeveer 20 centimeter losse grond. 5. Plaats de boom rechtop in het plantgat. 6. Zorg ervoor dat het boompje 2 tot 3 cm dieper staat dan hij voordien stond. Dit is meestal duidelijk zichtbaar op de stam: aan het gedeelte onder de grond zit nog grond en het gedeelte boven de grond is meestal groenig aangeslagen. Plant nooit te diep, want dan gaat de boom dood! 7. Vul het plantgat op tot halverwege de hoogte van de wortelkluit. 8. Druk de aangevulde grond lichtjes aan met de voet en licht de boom dan iets op. Vervolgens druk je de grond opnieuw aan. 9. Vul het plantgat tot net boven de maaiveldgrens en druk de grond weer lichtjes aan. De wortels zelf moeten volledig bedekt zijn met de grond. 10. Bind de boom vast aan de palen met boomband in achtvorm. Zorg hierbij dat de boombanden niet te strak zitten en dat het plantgoed niet tegen de palen kan schuren.

Opmerking: Als je meerdere bomen in een rij wilt planten, zorg je ervoor dat deze op een onderlinge afstand van minimaal 4 meter

“De meeste sinken zijn doorgegroeid zodra men geen takhout meer nodig had voor de oven…” Leonie (85)

E. Het knotten na aanplanting Groeiseizoen

Werkzaamheden

1 2 3 + 4 5 + 6 7 + 8

Je doet best niets Verwijder op 2-2,5 m hoogte de verticale hoofdtak of stam. Verwijder ook alle zijtakken, met uitzondering van deze op 20 à 30 cm van de top. Verwijder de uitlopers op de stam top op 20 à 30 cm van de top. Knot je boom voor de eerste keer. Dunne takken verwijderen (omtrek <40 cm) Dun de opgeschoten takken en laat er maximaal 8 à 12 staan. Pas op voor evenwicht.

15


VI I I . W a t d oe i k m e t h e t s n o e i h o u t? Na het knotten komt er een grote hoeveelheid hout vrij. Dit kan je nuttig gebruiken. Hieronder vind je een aantal mogelijkheden. A. Brandhout De meest voor de hand liggende manier van verwerken is het dikkere hout in stukken zagen en het te gebruiken als brandhout in de haard of kachel. B. Paaltjes Rechte, niet te dikke takken kun je gebruiken als paaltjes in een omheining. C. Houtsnippers Door je snoeiafval te hakselen krijg je houtsnippers. Deze kan je gebruiken als: • Bodembedekker tussen de beplanting als verfraaiing of om onkruid tegen te gaan (bv op een pad). • Het is ook bruikbaar om het materiaal van je composthoop te diversifiëren. D. Afscheiding Wil je een afscheiding die natuurlijker oogt dan kippengaas of prikkeldraad, dan kan je een takkenwal of vlechtscherm bouwen. Takkenwal Stevige palen uit het snoeihout (1,5-2 meter) worden om de meter 50 centimeter de grond ingeslagen. Op minimaal 0,4 meter afstand van de eerste rij wordt een tweede rij palen neergezet. Daartussen kunnen de overige takken los of in takkenbossen worden gelegd.

Vlechtscherm Als je veel lange en regelmatig gevormde takken hebt, kun je deze vlechten tot een vlechtscherm die als afsluiting dient. Je slaat een paar stevige palen van het snoeihout zo’n 50 centimeter in de grond op een onderlinge afstand van zo’n 30 à 40 centimeter. Hiertussen bevestig je de dun- nere takken zoals je kan zien op de afbeelding hiernaast.

E. Rijshout voor erwten Een stuk functioneler is dan weer het gebruik als rijshout waarlangs erwten, bonen of eenjarige klimplanten zich omhoog kunnen slingeren.

F. Takkenhopen Een takkenhoop is een hoop van takken die vooral in de winter beschutting kan bieden aan o.a. vogels, kleine zoogdieren en insecten. Voor een takkenhoop wordt een rustig plekje op het erf gezocht. De takken worden op een stapel gelegd van ± 1,5 m hoogte. Leg onderop wat dikkere takken en werk de hoop af met dunnere takken. De stapel zal na verloop van tijd door vertering lager worden. Laat deze takkenhoop met rust. G. Containerpark Kan je het snoeihout echt niet zelf verwerken, dan kan het nog altijd naar het containerpark, maar dan meestal wel tegen betaling.

16

“Takkenhopen zijn uitstekende schuilplaatsen voor egels en insecten. Zo help je ze de winter door!”


IX . V e i l i g w e r k e n : e e n a b s o l u t e m ust! Bij het uitvoeren van de werkzaamheden geldt één belangrijke regel: Veiligheid!!

fluitje

Gebruik de juiste kledij en aangepast materiaal, zo voorkom je al heel wat ongelukken. A. Kledij

Helm met gehoorbescherming en scherm

GSM

Veiligheidsjas

Veiligheidsbroek EHBO-koffer

Veiligheidsschoenen

“In de haag vond men hout dat diende tot het vervaardigen van stelen voor gereedschap” Maria (80)

Meer info vind je ook op de website: www.RLLK.be

B. Materiaal

Hieronder zijn de meest gangbare soorten gereedschappen weergegeven om takken te verwijderen en op een hoogte te werken. 1. Verwijderen van takken Snoeischaar: de snoeischaar wordt gebruikt voor het wegsnoeien van dun hout, maximaal duimdikte. Snoeischaar Handzaag: voor het afzetten van kleine takken op diverse hoogtes. Het geeft gave wonden. Het is een redelijk veilige methode, maar wel arbeidsintensief.

Snoeizaag

Slaggereedschap (bijl): voor het afzetten van kleine takken. Het geeft minder gave wonden. Slaggereedschap kan alleen op geringe hoogte veilig toegepast worden tenzij men hier een goede vaardigheid in heeft.

Handzaag

Bijl

Motorstokzaag: hiermee kan men staand van op de grond hoge takken zagen. Het is goed bruikbaar voor takken die schuin staan. Rechtopstaande takken zijn met de motorstokzaag lastig af te zagen.

Kapmes

Kettingzaag: voor afzetten van dikkere takken. Specifieke veiligheidsmaatregelen zijn noodzakelijk (zie kledij).

Kettingzaag

Takkenschaar: deze schaar wordt voornamelijk gebruikt voor het opruimen van snoeihout. Takkenschaar 17


2. Werken op hoogte De meeste knotten komen voor op een hoogte. Wanneer de takken hoger zijn dan schouderhoogte is het moeilijk om handig te werken vanaf de grond. Hieronder worden een paar manieren weergegeven om op hoogte te werken. Als je niet over het nodige materiaal beschikt ga je best langs bij een speciaalzaak in je buurt. Geen ladder gebruiken! Een veilige, stabiele werkpositie kan voor het knotten van bomen met alleen maar een ladder moeilijk verkregen worden. Bij het zagen kan een tak de ladder wegslaan. Dit betekent dat in de praktijk nooit met motorzaag, maar ook in veel situaties niet met een handzaag op een ladder gewerkt mag worden. Het kan wel gebruikt worden om een hoogteverschil te overbruggen. Wel: Verhoogd plateau Dit is een stevig op de grond staande en eenvoudig te verplaatsen verhoging die dicht bij de boom geplaatst kan worden. Hiermee krijg je een veilige werkpositie voor het werken met de motor- of handzaag. Als de terreinomstandigheden ongeschikt zijn of als de werkpositie onvoldoende stabiel wordt, kan men kiezen voor een positioneringsysteem.

Positioneringsysteem: Wanneer je op de knot zelf gaat zitten, zorg je dat je jezelf vastmaakt aan de boom zodat er niet kunt uitvallen. Kies hier een stevige tak waar je je aan kunt vastmaken. Als je al de takken verwijderd hebt, verwijder je deze tak als laatste.

“Toen het hout van de sunken en in de hagen nog regelmatig gekapt werd, bond men er mutters van. Een mutter is ca 120 cm lang en wordt in het midden gebonden door middel van een wis of ijzerdraad� Modest (82)

18


X. W e t g e v i n g Normale onderhoudswerken aan knotbomen zijn niet vergunningsplichtig, er is wel een zorgplicht. Het artikel 14 uit het Natuurdecreet voorziet in deze zorgplicht: “Iedereen die handelingen verricht of hiertoe de opdracht verleent, en die weet of redelijkerwijze kan vermoeden dat de natuurelementen in de onmiddellijke omgeving daardoor kunnen worden vernietigd of ernstig geschaad, is verplicht om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijze van hem kunnen worden gevergd om de vernietiging of de schade te voorkomen, te beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen.” Deze handleiding helpt je te bepalen welke kans de boom heeft de knotwerkzaamheden te overleven. Bij twijfel of wanneer je met dikkere takken te maken hebt, kan je best raad vragen aan de milieuambtenaar van je gemeente of de lokale boswachter. Hiervoor kan je terecht bij het Agentschap voor Natuur en Bos, tel 011/74 25 00. De normale onderhoudswerkzaamheden voor knotbomen zijn beschreven in de code van goede natuurpraktijk: • men zet de staken periodiek af onder een schuine hoek tot aan de stam (de knoest); de schuine hoek is van belang om het regenwater van het snijvlak af te voeren; • de omlooptijd voor het afzetten van de staken bedraagt 4 tot 6 jaar (knotwilgen); de normale omlooptijd van eiken is langer 6-15 jaar. • men verricht de onderhoudswerken in de periode van 1 november tot 1 maart; • men verwijdert doorgaans het knothout en dan voor 15 maart; • men kan een deel van het knothout ter plaatse op een stapel laten liggen als schuilplaats voor kleine dieren; • indien men het knothout ter plaatse verbrandt, blijft de vuurhaard op een afstand die geen schade toebrengt aan de boom; • men vervangt dode knotbomen in een rij en men kiest daarvoor doorgaans de soorten die al in de rij aanwezig zijn; de beste plantperiode is het najaar; • men bemest de knotbomen niet; • men behandelt de knotbomen niet met bestrijdingsmiddelen; • men brandt de knotbomen niet.

“Een sink is niet te klieven, zo hard is dat. De stam van een sink is ijzersterk!” Jozef (83)

19


“Wist je dat de Duizendjarige Eik in Lummen ook een knoteik is?.�

Bezoek ook de website van de duizendjarige eik: www.duizendjarigeeik.be

Colofo n Dit is een uitgave van het Regionaal Landschap Lage Kempen vzw Grote Baan 176 3530 Houthalen-Helchteren Tek: 011/78 52 59 - Fax: 011/83 21 02 info@RLLK.be www.RLLK.be Verantwoordelijke uitgever: Frank Smeets, Grote Baan 176, 3530 Houthalen-Helchteren Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. Fotografie: Tine Verheyden, RLLK, Yennik Veestraeten, Paul den Burger, Sophie Beckers, Frans Van Bauwel, J. Massart Vormgeving: Seegers en Gombeer Druk: Drukkerij Leen

20


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.