U
magazine
..
Europe we love you Europe we hate you Europe we tried to translate you Periodiek van de Professionele Bachelor Journalistiek van het departement Campus Dansaert Erasmushogeschool Brussel, Jaargang 14, nr 1, april 2010
Robbie Delaere Joost Goethals André Lapeere Dirk Mampaey Peter Mast Patrick Pelgrims Redactie Jesse Broeckx Yann Bursens Sven De Boeck Benoit De Freine Dries De Kimpe Dries Derauw Jens De Smet Julie Desmet Steffi De Vos Joke Droeshout Kelly Druez Chaïma Haskal Dieter Hautman Dorothée Henno Maarten Moeys Michaël Mommens Jessica Peetermans Stijn Smets Dorien Stevens Nils Stevens Ellen Van Campenhout Eva Van Geel Laura Van Roey Liesbeth Verhulst Koen Verjans Nicolas Walschaert Project Jo Buelens Gie Meeuwis Stefan Moens Ron van Dooren Aldo Verschuere
Inhoud
Colofon
Hoofdredactie Dimitri Cologne Karen De Bruyn Mien De Winter Pieter Gerretzen Fien vanden Hoof
3
Inleiding Thema 1 - Verdrag van Lissabon
4
To leave or not to leave
8
Wat het verdrag verdragen kan Thema 2 - Interne markt
10
Volgt België Griekenland?
14
Onlinegokken: België vs Europa Thema 3 - Justitie en Binnenlandse Zaken
17
Alle Europeanen potentiële terroristen?
19
Ja! & Nee!
20
Een bodyscanner ziet niet alles Thema 4 - Onderwijs, Cultuur en Media
22
Europa: onbekend, onbemind en onbegrepen
25
Werken in het hart van de EU
26
Geen blockbusters voor Europa Thema 5 - Buitenlandpolitiek en veiligheid
28
Eenheid in defensie?
32
“Hoogtijd voor een Europees reddingsteam”
34
“Amerikanen keken neer op de Europese hulpverleners”
35
Europa lust Broodje Aap
Erasmix is een multimediaal project van de Professionele Bachelor Journalistiek van de Erasmushogeschool Brussel. De redactie en productie was in handen van de derdejaarsstudenten. De in deze publicatie eventueel overgenomen illustraties hebben een citerend karakter. De tekstredactie werd afgesloten op 5 april 2010.
In samenwerking met Fontys Hogeschool Tilburg, Professionele Bachelor Journalistiek Erasmix magazine
2
Paaltje
Compostwormen en journalisten: één front
Dit ERASMIX Magazine is een mijlpaaltje, en wel om diverse redenen.
Het is tijd voor revolutie. Het is tijd dat de verworpenen der aarde in opstand komen. Neem die aarde maar letterlijk: compostwormen hebben een laag bij de gronds bestaan. Zo vindt het gemiddelde insect tenminste. Maar de bijdrage in heel de ontwikkeling van het evenwicht in de natuur is niet te onderschatten. Ze nemen afval onder hun hoede, vermalen het en zorgen dat bacteriën het kunnen omvormen tot bruikbare compost. Daarin kunnen nieuwe planten groeien. Mooi, zal je zeggen, maar geen insect, laat staan kat die daarbij stil staat. Dat moet gedaan zijn. Vandaar deze solidariteitsoproep aan alle journalisten om te schrijven over hun lotgenoten. Want dat zijn het: de compostworm is de journalist van de natuur.
Een eerste is voor de hand liggend: het is de maideneditie van een crossmediaal project (zie ook www.erasmix.be) van de Professionele Bachelor Journalistiek van de Brusselse Erasmushogeschool. In die zin ook de opvolger van Het Communiqué, maar liefst 14 jaar en 57 edities lang het journalistieke speeltje van vele honderden JT-studenten. Velen van hen zijn nu zelf journalist, redacteur, mediamaker, maar de leerschool van Het Communiqué als eerste echte nieuwsdrager,met de afgekeurde kopij, de nukkige computers, de onverbiddelijke deadlines, het vloeken en zuchten, het onvermijdelijke avond- en weekendwerk en de gelukkig evengoed bijbehorende afsluitende drinkgelagen … het zit in het collectief geheugen van ex-JT’ers als VRT-coryfee Heidi Lenaerts, HUMO-journalist Sven Spoormakers, Belga Chef Sport (en enige Belgische journalist op de Vancouver Olympic Wintergames) Hans Vandendriessche, Het Laatste Nieuws-journalisten Stefan Vanderstraeten, Sonja Verschueren, Joost Freys en Stijn van Hove, VICE-Magazine hoofdredactrice Jill Mathieu, VRT-nieuwslezer en presentator Xavier Taveirne, De Standaard-wetstraatjournalist Peter Delobel, Mediakritiek.be-hoofdredacteur Karel Platteau, Het Nieuwsblad-eindredacteur Guy Stevens en zovele, zovele anderen. Wees gerust, beste vrienden, jullie Communiqué is niet dood. Het kreeg een andere naam en vorm, maar de ambitie om met beperkte middelen maar een verschroeiende ambitie en een bruisende stroom jong talent aan de journalistieke boom te blijven schudden is intact gebleven. En de scherpe pen is eerst multi- en dan crossmediaal geworden, vandaar de –mix. Maar jullie Communiqué leeft. LEEFT. Mijlpaaltje ook omdat men bij mijn weten nog nooit-neverjamais in het Vlaamse medialandschap een magazine lanceerde en tegelijk al met de naam ging knoeien. Een beetje zoals GOEDELE als HANNE of LAETITIA op de markt brengen. Want inderdaad, dit eerste ERASMIX Magazine is eigenlijk een, euh, EURASMIX Magazine. En dat heeft dan weer alles te maken met de inhoud. Maar dat doet collega-compostworm Jo Buelens hiernaast uit de Europese doeken. Veertien jaar geleden schreef ik in het redactioneel van het allereerste Communiqué: “Het schot is vertrokken. Wie zal het stoppen. Jean-Marie, natuurlijk.” Blijkt dat het niet te stoppen was. Zeer fier op deze boreling. Het scoren gaat gewoon door. Europees voetbal wenkt. Patrick Pelgrims Opleidingshoofd Prof. Bachelor Journalistiek April 2010, Erasmushogeschool Brussel
December ‘97, de eerste redactie van ‘Het Communiqué’ met vooraan in het midden hoofdredactrice Heidi Lenaerts.
De snuggere lezer ziet onmiddellijk het verband. Lees dus gewoon verder om te bevestigen wat je al wist. In de ogen van de gemiddelde burger is politiek afval, rottigheid waar je het liefst ver van weg blijft. De journalist pikt het op en vermaalt het in zijn kleine kamertje tot het bruikbaar wordt voor de lezer. Die begrijpt daardoor hoe alles werkt en hij doet nieuwe ideeën op... Mooi toch? Als je datzelfde ziet gebeuren met een begrip als ‘Europa’ (zowat het moeilijkst composteerbare van alle politieke onderwerpen) dan zou je aan Janneke en klein Pierke willen uitschreeuwen: het is gelukt! Eurasmix mon amour. De studente die zegt: “Ik wist niet dat die Eurocraten zo bereikbaar waren”, zou je zo willen zoenen. Maar er zijn grenzen … ook aan Europa en het zoenen. Ik kus mijn wormpjes nu het nog mag en wens je veel leesplezier. Jo Buelens Compostmeester en lector politieke actualiteit Compost worms are the journalists of mother nature. To the man in the street politics is garbage, ugliness you want to stay away from. Journalists pick it up and in their little rooms chew it over and over until it turns into something useful to the reader. Thanks to them, the readers come to understand how all things work and get some new ideas. Isn’t that great! When you see this happen to a concept such as ‘Europe’ (which must one of the toughest political topics to compost), you feel like shouting: Erasmix, mon amour, my darling! We’ve made it! You feel like hugging the student who says “I never realised Eurocrats were so easy to reach”. Even though there are limits to Europe, and to hugging, I do hug my little worms, as long as it can be done and wish you much reading pleasure.
EN
Dans la nature c’est le ver de compost qui fait figure de journaliste. Aux yeux du commun du mortel la politique c’est du détritus, de la pourriture que l’on évite à tout prix. Le journaliste par contre la cherche et le travaille dans sa petite chambre jusqu’à ce que cela devienne utilisable voire comestible pour le lecteur. Celui-ci comprend ainsi comment tout fonctionne et s’enrichit de nouvelles idées … Pratique, n’est-ce pas? Lorsque l’on voit que la même procédure s’applique à une notion comme “l’Europe” (de tous les sujets politiques c’est le sujet le moins compostable) on voudrait crier à Monsieur et Madame Tout-le-Monde: “Ça y est! On a réussi!” Eurasmix mon amour. L’étudiante qui me disait: “Je ne savais pas que les eurocrates soient si abordables”, j’aurai voulu l’embrasser … Mais il y a des limites … aussi à l’Europe et aux embrassements. J’embrasse mes petits vers de compost maintenant que c’est encore permis et je vous souhaite une excellente lecture.
FR
eRASMIX Lees, luister, bekijk en beleef op:
eRASMIX.be Erasmix magazine
3
Thema 1 - Verdrag van Lissabon
To l€ave or not to l€ave
“We hebben een clubje opgericht voor mensen met een lelijk gezicht, je hoort erbij.” Dit onschuldige rijmpje zongen we vaak in onze kindertijd. Wat als dat clubje het grootste van Europa is, de Europese Unie? En wat als iemand niet meer bij het clubje wil horen? In het Verdrag van Lissabon is een clausule opgenomen waardoor een land uit de Unie kan stappen. Het Verenigd Koninkrijk en de EU zijn al jaren koele minnaars. Dankzij die clausule hebben Britse tegenstanders van de Unie een manier om hun dreigementen hard te maken. En wat als het clubje zelf beslist dat je er niet meer bij hoort? Grootmachten als Duitsland en de UK bekijken de economische toestand van Griekenland met argusogen. Is er nog wel plaats voor de Grieken in de EU? Jesse Broekx, Dries De Kimpe, Jessica Peetermans, Koen Verjans Wist u dat Groenland in 1985 uit de Europese Economische Gemeenschap (EEG) stapte? Daarmee is Groenland voorlopig het enige land dat de Unie de rug toekeerde. Dat ging vrij gemakkelijk. De burgers stemden in een referendum over de uittreding. Volgens de eurokritische website Free Europe vonden de inwoners toen dat de zeeën rond Groenland werden leeggevist door de Europese vissers. Er bestond in die tijd geen procedure die bepaalde wat er moest gebeuren als een land uit de Unie weg wilde. “Groenland was een overzeese provincie van Denemarken op het ogenblik dat het land lid werd van de EEG. Toen Groenland enkele jaren later onafhankelijk werd, kozen ze ervoor om uit de EEG te stappen”, vertelt Tim Corthaut, assistent Europees Recht aan de Katholieke Universiteit Leuven. Meer dan 25 jaar na Groenland is er nog steeds geen enkel ander land dat het gewaagd heeft of de noodzaak gevoeld heeft om de Europese Unie te verlaten. Erasmix magazine
4
Integendeel, steeds meer landen hebben zich bij de EU aangesloten. Maar met artikel 50 in het nieuwe Verdrag van Lissabon is het mogelijk om via een officiële procedure de Europese Unie vaarwel te zeggen. Hoe dat precies in zijn werk gaat, vertelt Tony Joris, professor Europees Recht aan de Vrije Universiteit Brussel: “Het eerste punt van het artikel is vrij duidelijk. De lidstaat neemt eenzijdig het initiatief om eruit te stappen. De andere leden hebben daar niets in te zeggen. Het land in kwestie moet wel de andere lidstaten op de hoogte brengen.“ “Dan volgt een overleg met de Europese Raad over hoe de relatie er in de toekomst zal uitzien. Die gesprekken kunnen twee jaar duren. Maar eigenlijk is de hele procedure speculatie, want ze is nog nooit toegepast.” Als we het hebben over landen die uit de EU kunnen stappen, komt spontaan Griekenland naar boven. Het land staat aan de rand van de financiële afgrond en de relaties met andere EU-lidstaten zijn op korte
Marta Andreasen “De media schrijven misschien niet genoeg over Europa, maar wel vaak in het voordeel van de EU”
tijd verzuurd. Kunnen andere EU-leden bijvoorbeeld Griekenland uit de Europese Unie gooien? Corthaut ziet dat niet meteen gebeuren. “De EU kan zelf geen lidstaten uitsluiten en ik denk niet dat de politieke druk zo groot wordt dat het lidmaatschap van Griekenland ter discussie komt te staan.”
Theodoros Skylakakis “Dankzij de
AUF WIEDERSEHEN GRIEKENLAND?
Het Griekse begrotingstekort bedraagt op dit moment 13,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is ver boven de Europese norm die stelt dat een lid zijn begrotingstekort moet beperken tot 3 procent van het bbp (België kreeg bij zijn toetreding een uitzondering in verband met de staatsschuld). Ook enkele andere Europese lidstaten overtreden die norm. Zo heeft Spanje een tekort van 10,3 procent en Portugal een van 9,3 procent. Europa vraagt zich af of het misschien verder moet zonder de Grieken. Vooral Duitsland - nochtans zelf gewezen begrotingszondaar -, Frankrijk en het VK hebben het moeilijk met de miserabele economische toestand van het land. Zij vrezen dat de waarde van de euro nog zal dalen en dat Griekenland de rest van Europa zal meesleuren in zijn val. Misschien moet Griekenland dan maar niet meer de euro gebruiken? Of moeten de andere lidstaten Griekenland ondersteunen? THEODOROS SKYLAKAKIS, Grieks europarlementslid van de Europese Volkspartij (Christen-Democraten) en plaatsvervanger in de Commissie financiële, economische en sociale crisis: “De relatie met de andere landen heeft de voorbije maanden geleden onder alle dingen die gebeurd zijn. We zullen eerst al onze problemen moeten oplossen voordat we die relaties weer kunnen herstellen. De situatie is moeilijk. Jarenlang werden de schulden opgestapeld, vooral tijdens de crisis. En nu moeten de mensen daarvoor betalen. Eigenlijk is het simpel. We hebben een schuld zo groot als die van België enkele jaren geleden opgeteld met die van Ierland.” IOANNIS TSKOUKALAS, een partijgenoot van Skylakakis: “Het is niet plezant om als regering aan de belastingbetaler te vragen om voor een ander land te betalen. Maar aan de andere kant moeten die landen beseffen dat ze met ons samenwerken. Duitsland en Frankrijk exporteren zeer veel naar Griekenland. Bijna vijf procent van ons bbp gaat naar wapens en die komen van zowel Duitsland als Frankrijk. Voor de Europese burger is de situatie niet alleen moeilijk om te begrijpen, maar het creëert ook het beeld dat Grieken een feestje bouwen met het geld van de anderen. Dat is niet waar. De Grieken zijn onderbetaald. De meeste Grieken hebben zelfs twee jobs om de situatie de baas te kunnen. Het is vooral het slecht functioneren van de Griekse staat dat voor problemen zorgt. We kunnen gerust onze regering uitwisselen met die van andere Europese landen. Dat zou voor ons voordeliger zijn.” SKYLAKAKIS: “Er is geen enkele manier waarop ze ons uit de eurozone kunnen gooien dankzij allerlei verdragen die we getekend hebben. Ook kan een land dat lijdt onder de inflatie niet geholpen worden. Dat staat duidelijk in de verdragen. Naar mijn mening creëren we net meer problemen voor de euro door er zo veel over te praten. Er zijn nog landen die dezelfde problemen hebben als Griekenland. Kijk maar naar Spanje, Portugal en Italië.” Volgens Corthaut is het wel denkbaar dat de druk op Griekenland toeneemt om de eurozone te verlaten. “In het Verdrag van Lissabon
verdragen die we getekend hebben, is er geen enkele mogelijkheid om Griekenland uit de eurozone te gooien”
Artikel 50 in mensentaal 1. Een lidstaat kan overeenkomstig zijn grondwettelijke bepalingen besluiten zich uit de Unie terug te trekken. 2. De lidstaat die besluit zich terug te trekken, geeft kennis van zijn voornemen aan de Europese Raad. In het licht van de richtsnoeren van de Europese Raad sluit de Unie na onderhandelingen met deze staat een akkoord over de voorwaarden voor zijn terugtrekking, waarbij rekening wordt gehouden met het kader van de toekomstige betrekkingen van die staat met de Unie. Over dat akkoord wordt onderhandeld overeenkomstig artikel 188 N, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het akkoord wordt namens de Unie gesloten door de Raad, die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, na goedkeuring door het Europees Parlement. Wat betekent dit nu concreet? Paragraaf 1 wil zeggen dat een lidstaat zelf kan beslissen om uit de Europese Unie te stappen zonder dat hij daarvoor toestemming nodig heeft van andere lidstaten. Volgens paragraaf 2 moet het uittredende land die beslissing dan meedelen aan de Europese Raad (alle staatshoofden en regeringsleiders van de landen van de EU, red.). Wat daarna gebeurt, is onduidelijk, want daarvoor is niets concreets opgesteld. “De Europese Raad stelt dan richtlijnen op die hij dan gebruikt om afspraken te maken met de uittredende lidstaat. Die gaan vooral over de toekomstige relatie tussen de EU en het ex-lid”, zegt Tony Joris. Tim Corthaut besluit dat het artikel vooral symbolisch is. “Het Europese Hof van Justitie suggereerde al dat het niet mogelijk is om uit de EU te stappen gezien het hoge niveau van integratie. Het is dus ondenkbaar dat een land de Unie zal verlaten. Met dat in het achterhoofd kon het dus geen kwaad om een mogelijkheid te voorzien om uit de EU te stappen.”
Erasmix magazine
5
ce ee
Gr
staat dat lidstaten, die deel uitmaken van de eurozone, bepaalde verplichtingen opnemen en ervoor gestraft worden als ze die niet naleven. Maar er is eigenlijk niets voorzien waarbij een land uit de Unie kan worden gegooid. Wel kunnen er sancties getroffen worden. Boetes dus. Maar daardoor zouden de financiële problemen van Griekenland enkel nog groter worden. De enige mogelijke oplossing die ik zie is dat Griekenland toch tijdelijk uit de eurozone zou stappen, maar niemand weet hoe dat zou moeten verlopen.” Volgens Corthaut zouden de macro-economische gevolgen niet te overzien zijn, omdat niemand weet hoe de internationale financiële markt zal reageren op de positie van de euro. SKYLAKAKIS: “Het Europese experiment is tot nu toe een succes geweest. Het heeft alle lidstaten voordelen gegeven. In essentie is het een win-winsituatie. Als Griekenland vandaag uit de eurozone zou stappen dan zou dat zo’n negatieve impact hebben dat de eurozone het misschien niet zou overleven. Dat is niet zomaar mijn mening, ook het Duitse schuld agentschap heeft dat gezegd.”
WAT MET DE BRITTEN?
Dat in het VK de druk om de EU te verlaten toeneemt, blijkt uit een recente enquête van de BBC. Toen er gevraagd werd of de inwoners vonden dat hun land de Unie moest verlaten, maar de handelsbetrekkingen wel behouden, antwoordde 55 procent van de deelnemers positief. De Brit Alex Warleigh-Lack, professor Politiek en Internationale relaties aan de Brunel University in Londen, denkt ook dat de bevolking liever wil dat het VK zich afscheidt van de EU. WARLEIGH-LACK: “Vooral binnen de centrum- en extreemrechtse partijen zijn er veel mensen die vinden dat het VK de EU moet verlaten. Als er een reErasmix magazine
6
ferendum komt, zouden de meesten kiezen om uit de EU te stappen. Het is wel mogelijk dat wanneer de ‘ja-campagne’ zo sterk is, ze genoeg mensen kan overtuigen. Maar ik denk dat zoiets heel moeilijk te verwezenlijken is. De meeste Britten weten heel weinig over de Unie en bijna alle kranten zijn anti-EU. Dat geeft eurosceptici een groot voordeel. De enige manier om ervoor te zorgen dat het volk realiseert hoeveel ze aan de EU hebben, is door te vertrekken.” De United Kingdom Independence Party (UKIP) is een van de partijen die vecht voor een onafhankelijk VK. De rechts-liberale eurosceptische partij heeft in het Hogerhuis slechts twee zetels, maar is wel de Britse nummer twee in Europa met dertien zetels. Voormalig partijvoorzitter Nigel Farage is een opvallend personage in het Europese Parlement. Hij valt vooral op met zijn controversiële optredens en vergeleek onlangs Herman Van Rompuy nog met een natte dweil en een beginnende bankbediende. Brits europarlementslid voor UKIP Marta Andreasen ziet een toekomst zonder de EU rooskleurig in. ANDREASEN: “Volgens mij kan het VK wel verder zonder de EU, maar de EU niet zonder het VK. We zijn een economisch en industrieel sterk land. Als onze bijdragen aan de Europese begroting wegvallen, zal de Unie in de problemen komen. Ze zal op zoek moeten naar een andere bron van inkomsten en gezien de huidige economische crisis zou dit zeer moeilijk zijn. Ik zie ook geen negatieve gevolgen voor ons, want de EU heeft meer interesse om met het VK verder handel te drijven dan wij met hen. De EU zou in een moeilijke situatie terechtkomen zonder het VK en wij kunnen meer handelen met de VS en landen uit andere continenten. Nu wordt het belastingsgeld van de Britten niet gebruikt voor de juiste doelen. Er
Tony Joris “Sceptische lidstaten weten heel goed wat de voordelen van de EU zijn”
Warleigh-Lack “Als de EU ons er uitgooit, garandeer ik dat we binnen de kortste keren weer aan de deur staan”
is geen controle of het geld wel terecht komt bij de juiste mensen. Ook geeft de EU bedrijven subsidies om fabrieken te bouwen in Polen, waar de arbeidskosten veel lager zijn. Onze industrie lijdt daar onder. Door de toetreding van de Oostbloklanden verbetert die situatie niet. Dat zal pas gebeuren als we de EU verlaten. Vroeg of laat zal het VK uit de EU stappen. Het zal misschien wat tijd kosten, maar de huidige crisis zal ertoe leiden dat ook andere lidstaten hun lidmaatschap ter discussie gaan stellen. Wat er gebeurt in Griekenland zal over een paar maanden ook gebeuren in andere Europese landen. En dan is de vraag wie voor deze landen borg wil staan.” In tegenstelling tot Andreasen ziet Warleigh-Lack zowel gevolgen voor het VK als voor de EU. WARLEIGH-LACK: “Andere lidstaten zullen zich onzekerder voelen, aangezien het VK vaak de leider is van de vrije markt. De interne markt en het landbouwbeleid zullen verkleinen, waardoor veel landen zullen gaan twijfelen aan de Unie. Aangezien Frankrijk en het VK de enige landen zijn met een sterke legermacht zal het ook moeilijker worden om een Europees veiligheidsbeleid te voeren. Het VK zou zowel economisch als op prestigevlak lijden. De meeste handel voeren ze met andere EU-lidstaten en als het VK buiten de Unie ligt, dan zouden we er economisch op achteruit gaan. Ook op politiek gebied zouden we achteruit gaan, omdat we niet meer kunnen onderhandelen over de interne markt, zelfs al blijven we lid van de Europese Economische Ruimte. Uiteindelijk zal het VK de Europese wetgeving toch moeten uitvoeren, zoals Noorwegen en Zwitserland. De interesse van de VS in Duitsland zal meer opvallen en het zal duidelijk worden dat we eigenlijk niet zoveel voorstellen in de wereld. We zouden ook een heel kleine rol spelen in de wereldpolitiek, omdat onze stem minder zal meetellen in de Wereldhandelsorganisatie en de G8. Als de EU ons er uitgooit, garandeer ik je dat we binnen de kortste keren weer aan de deur staan.” De Britten mogen dan wel eurosceptisch zijn, Tony Joris acht de kans niet reëel dat het VK ooit uit de Unie stapt. Volgens hem is het land een van de beste leerlingen van de EU. JORIS: “Het Britse Parlement heeft het Verdrag van Lissabon ook goedgekeurd. Ik denk niet dat de regering de Unie wil verlaten. Sceptische lidstaten weten heel goed wat de voordelen van hun lidmaatschap zijn. Maar niets is zeker, de clausule is er. Al denk ik niet dat het zo’n vaart zal lopen.” Hoewel veel Britten het graag zouden willen, ziet het er niet naar uit dat de regering er aan denkt om artikel 50 toe te passen. De eurosceptische partijen winnen dan wel aan populariteit, maar zowel de socialisten als de conservatieven lijken te beseffen hoe belangrijk de EU voor hen is.
EN NU?
Welke lidstaat het eerst in de voetsporen van Groenland treedt valt nog af te wachten. Als het ooit gebeurt, zal het zeker geen gemakkelijke onderneming zijn. Dat weet ook Corthaut: “Die uitstapclausule is er vooral om symbolische redenen. Vroeger was er discussie of een land uit de Unie kon stappen. Nu is dat op juridisch vlak wel mogelijk maar eigenlijk is het ondenkbaar dat een land de Unie zou verlaten. Dat zou echt wel de meest extreme beslissing zijn.”
The Treaty of Lisbon is the weakened version of the European constitution, which was never ratified. The treaty was a necessity to ensure the future of the EU, since enormous expansion of the European Union made it difficult for the Union to function efficiently. The treaty contains a special exit clause in case a country would decide to leave the EU. That this clause could come in very handy for the United Kingdom. It is no secret that many British do not like the EU. But of course, there are supporters as well as opponents.Professor Warleigh-Lack (pro EU) claims that if the UK ever left the Union, they would want to reenter within a couple of years. Martha Andreasen from the British antiEurope UKIP Party rejects that. But she cannot think of a British politician who could persuade the whole country to leave the EU. A country can the leave the EU on a voluntary base. But can the EU also decide to kick a country out? Let us say Greece, for instance? Some member countries have claimed that the Greece economy has a negative effect on the Euro. And as a result of that, the whole European system is at risk. Some voices even whisper that Greece should not use the euro anymore, or at least for a certain period. Greek MP for the EU Skylakakis acknowledges the problem, but believes Greece is not the only country with financial problems. Tim Corthaut from the University of Leuven thinks it is not possible to ask a country not to use the euro anymore. Another Greek MP, … Tsoukalas, concludes: “We are all European citizens, so we should all act like it.”
EN
Le Traité de Lisbonne est une version réduite de la Constitution Européenne qui n’a jamais vu le jour. Le Traité s’imposait suite aux élargissements successifs de l’Union. La rédaction du Traité ne s’est pas fait à la légère. Le Traité prévoit, pour tenir compte de certaines susceptibilités brittaniques, une clause de «opt-out». L’article 50 permet à un pays de quitter l’Union. Au Royaume-Uni les avis sur l’UE sont partagés. Le Professeur WarleighLack, un partisan de l’UE, prétend que si le Royaume-Uni devait quitter l’Union, quelques années suffiraient pour qu’il demande une réintégration. Marta Andreasen de l’UKIP, la partie des eurosceptiques, conteste ce point de vue. Elle ne peut toutefois citer aucun politicien qui pourrait conduire le Royaume-Uni à sortir de l’Union. Dans la mesure où il y a une clause de «opt-out», peut-on considérer qu’il y ait également une clause d’exclusion? Actuellement, celle-ci pourrait s’appliquer à la Grèce. Certains états membres prétendent que la situation économique grave de ce pays met en péril la zone euro et l’Union Européenne dans son entièreté. D’aucuns disent que les Grecs ne devraient plus être autorisés à utiliser l’euro. Selon le député européen grec Skylakakis, les problèmes sont réels mais pas insurmontables. Tim Corthaut, de l’Université de Louvain, estime qu’il est impossible d’exclure un pays de la zone euro. Et l’eurodéputé grec Tsoukalas de résumer: «Nous sommes tous des Européens, nous devons donc nous comporter comme des Européens»
FR
Erasmix magazine
7
Wat het Verdrag Na vele jaren struikelen over de Europese Grondwet trad het Verdrag van Lissabon eind 2009 in werking. Mooie voornemens, maar wat brengt de praktijk? Julie Desmet Wat was uw eerste reactie op het Verdrag?
Wat is de beste nieuwe maatregel?
Johan Slotboom volgt voor de Europese Raad de berichtgeving in de Europese media
Ik heb alleen de veranderingen ten opzichte van de Europese Grondwet gelezen. Dat viel goed mee, echt veel was dat niet. Het Verdrag van Lissabon is best ingewikkeld, maar het toont wel vooruitgang.
Dat zijn er meerdere: de benoeming van een permanente voorzitter van de Europese Raad, een duidelijke procedure hoe je uit de EU kan stappen en het idee dat de nationale parlementen een grotere rol moeten spelen. Het is jammer dat ze dat zelf nog niet goed beseffen. Ze moeten zich meer met Europa inlaten.
Kris Van Haver staat in voor de Europese verslaggeving bij de krant De Tijd
Ik had geen eerste reactie. Ik heb de ontwikkelingen Het institutioneel evenwicht, gecreëerd door het van het Verdrag van Lissabon van in het begin Verdrag, zorgt voor meer democratie in Europa. De machtsverhoudingen moeten wel duidelijker worden gevolgd. afgelijnd. Ik hoop dat de nieuwe president van de Europese Raad de continuïteit van Europa kan waarborgen. Ook eenheidsvorming is een van de uitgangspunten. Zo kan je concurreren met andere wereldeconomieën.
Natan Hertogen spreekt voor Onze Zeg, een Vlaamse drukkingsgroep tegen het Verdrag van Lissabon
Ze spelen met onze voeten. Het Verdrag is voor 95 procent hetzelfde als de Europese Grondwet. Daarnaast verklaarde Karel De Gucht, Europees commissaris voor Handel, dat de onleesbaarheid van het Verdrag een grote overwinning is. Dat je als burger het Verdrag amper verstaat, is een slimme zet van de voorstanders om een debat te vermijden.
Sophie in ‘t Veld is europarlementslid voor de Nederlandse partij D66
Omdat ik bij het hele proces was betrokken, is er geen Het Verdrag bestaat uit meer dan driehonderd sprake van een eerste reactie. Maar het is zeker dat pagina’s tekst. Er is geen specifieke maatregel die in het oog springt. Een grote vooruitgang in zijn totaliteit het Verdrag van Lissabon een stap voorwaarts is. is dat de lidstaten meer solidair zijn.
Ria Oomen is europarlementslid voor de Nederlandse partij CDA
Het Verdrag is een onderhandelingsakkoord, een Het is een goede zaak dat we zijn uitgebreid van lang opeenvolgend proces. Aan het einde van de rit 15 naar 27 lidstaten. Dat zorgt voor een versnelde en transparante besluitvorming met een meer is er dus geen ‘eerste reactie’ meer. democratische controle. Zo wordt voor iedereen duidelijk wie verantwoordelijk is waarvoor en waarom.
Alle nationale parlementen van de lidstaten krijgen het recht een Europese richtlijn tegen te houden. Dat is een democratisering van het Europese proces. Op papier klopt die maatregel, maar in België zal dat niet werken want de procedure is gemaakt op maat van een land met één parlement. En België telt meerdere parlementen.
N’étant pas une mince affaire, le traité de Lisbonne est finalement en vigueur. Deux membres du Parlement européen, un journaliste, une employée du Conseil européen et un membre du groupe de pression ‘Onze Zeg’ donnent leur opinion sur le traité. Comment ont-ils réagi après avoir lu le traité, quelle est la meilleure nouvelle mesure a prendre, lesquelles veulent ils changer, et comment se développera l’Europe? Les avis sont partagés: la plupart trouve que le traité est un grand pas dans la bonne direction. Slotboom, Van Haver et Oomen croient que l’Union croient à l’expansion de l’Europe, mais Natan Hertogen de ‘Onze Zeg’ a une vue pessimiste de l’avenir.
FR
Erasmix magazine
8
verdragen kan Vijf Europakenners geven hun visie op het Verdrag van Lissabon en blikken vooruit op de toekomst van Europa.
Wat zou u aan het Verdrag veranderen?
Hoe ziet de Europese Unie er over tien jaar uit?
Ashton is vicevoorzitter van de Europese Commissie én Hoge Vertegenwoordiger van het buitenlands beleid. Zo’n dubbele functie werkt niet. Als vicevoorzitter is zij schatplichtig aan Barroso, maar als Hoge Vertegenwoordiger is ze dat niet. Dat schept verwarring. Dat ligt wel niet alleen aan Ashton, maar ook aan hoe haar rol is gedefinieerd.
Europa zal zich verder uitbreiden tot zeker dertig lidstaten. Kroatië, IJsland en ook een of twee Balkanstaten zullen zich bij de EU voegen. Jammer genoeg neemt de EU nogal lichtzinnig nieuwe lidstaten op. En we zullen nog uitbreiden, want dat is reeds afgesproken. Het is niet wenselijk, maar het is politiek onoverkomelijk.
Europa zou door het Verdrag transparanter moeten worden. Of dat gaat gebeuren, is nog maar de vraag. Een verdrag kan Europa immers niet doorzichtiger maken. Het Verdrag is al een uitkomst van politieke onderhandelingen. Dat op zich is al niet meer transparant.
Europa zal verder uitbreiden. Er wordt al onderhandeld met Kroatië en IJsland. Het is dan wel noodzakelijk dat we over tien jaar verder staan met het Verdrag. Anders is het te laat om nog mee te draaien in de wereld. Het Verdrag moet Europa sterker maken.
“Jammer genoeg neemt de EU nogal lichtzinnig nieuwe lidstaten op“ “Europa zou door het Verdrag transparanter moeten worden”
Ik zou het Verdrag afschaffen. Hopelijk krijgt het Europees Parlement tegen de volgende europarlementsverkiezingen de taak een nieuwe grondwet te schrijven. Dat is het enige alternatief voor de nu weinig democratische manier van maatregelen veranderen binnen een verdrag. Tegen dan staan we misschien sterk genoeg om een Europese grondwet af te dwingen.
De sociale omstandigheden zullen erop achteruit gaan om de interne markt sterker te maken. Ook de democratie wordt afgebouwd door een eengemaakt Europa, waar het veel minder duidelijk wordt bij wie je moet aankloppen als je wil protesteren. Europa zal een plaats worden van protest, we moeten terug naar een democratisch en sociaal Europa.
Critici zeggen dat het Verdrag van Lissabon moeilijk In de Europese politiek heb ik geleerd me niet aan te lezen is, maar ik zou het Verdrag niet simpeler voorspellingen te wagen. Sommige zaken kunnen kunnen verwoorden. Het is een mix van constitutie anders uitpakken dan je aanvankelijk had verwacht. en bestuurlijke wetgeving. Als je rekening houdt met de wensen van een half miljard mensen en met hun tradities, dan ontstaat er een ingewikkeld document.
“We moeten terug naar een democratisch en sociaal Europa” “Het Verdrag zorgt voor meer solidariteit tussen de lidstaten”
Een betere samenwerking tussen de lidstaten zou Ik hoop dat tegen dan Kroatië bij de EU is en dat Europa wenselijk zijn, zeker voor het buitenlands beleid. sterk staat op sociaaleconomisch vlak. Daarnaast moeten alle lidstaten zich realiseren dat ze elkaar nodig hebben. Europa is nodig.
“Over tien jaar moet Europa sterk staan op sociaaleconomisch vlak”
The Treaty of Lisbon has been disputed for a long time, but is finally valid now. Two Members of the European Parliament, a journalist, a public servant of the European Council and a member of the Flemish anti-European pressure group ‘Onze Zeg’ give their opinion on the treaty. How did they respond to the treaty after reading it, what was the best measure, which one do they like to change, and how will Europe evolve? The opinions are divided: most of them think the treaty is a big leap forward. Slotboom, Van Haver and Oomen believe the Union will enlarge even further, but Natan Hertogen of ‘Onze Zeg’ fears a worst case scenario.
EN
Erasmix magazine
9
Thema 2 - Interne markt
Het is afwachten of Griekenland de euro meesleept in zijn val.
Volgt België Griekenland?
De Griekse tragedie kent geen helden meer. Duitsland en Frankrijk zetten aarzelend de eerste stappen op het toneel om de Griekse economie uit het slop te halen. De Europese Commissie heeft tot tweemaal toe met harde vuist op tafel geklopt en het land verplicht om te bezuinigen, maar het is de vraag of dat voldoende is. Als Griekenland faalt, kunnen andere zwakke landen zoals Spanje, Portugal en zelfs België als dominoblokjes volgen. Jens De Smet & Nicolas Walschaert In 2004 organiseerde Athene de Olympische Spelen. Die hebben niet het aantal extra toeristen opgeleverd waarop was gehoopt en hebben het land met een financiële kater opgezadeld. Maar er is meer aan de hand. Griekenland heeft niet een keer de behoefte gevoeld om het kasboekje in orde te brengen. In 1997 moest elk land zijn statistieken bekend maken aan Europa om te mogen toetreden tot de eurozone. Zo mocht onder andere het begrotingstekort niet groter zijn dan 3% van het bruto binnenlands product (bbp). Op dat moment heeft Griekenland zijn cijfers vervalst omdat hun tekort te hoog lag. De Europese Commissie kwam er pas recent achter dat het cijfer viermaal zo hoog was als toegestaan. Het land zou nooit zijn toegelaten als het zijn werkelijke huishoudboekje had laten zien. Maar door de haast failliete EU-lidstaat loopt nu ook de rest van de Europese Unie meer risico dan ooit. Jef Vuchelen, hoogleraar economie aan de Vrije Universiteit Brussel en Rudy Aernoudt, in een ver verleden hoofdeconoom van de Europese Commissie, geven hun visie over de hachelijke situatie waarin Europa verzeild is geraakt. Hoe heeft Europa dit zo ver kunnen laten komen? AERNOUDT: Europa heeft sinds 1997 monetaire vooruitgang geboekt met de euro, maar is op politiek vlak niet even ambitieus geweest. Toen Duitsland, de grootste economie binnen Europa, een €rasmix E rasmix magazine
10 10
tekort had, werd er niets gedaan en er is een soort laks bestuur ontstaan. Als je niets op Duitsland aanmerkt, kan je ook weinig inbrengen tegen landen die het minder doen zoals Spanje, Griekenland en België. Nu de euro in waarde daalt, kunnen ze dat met hun verouderde politieke beleid niet opvangen. De Europese Unie had al veel eerder een strenger beleid moeten voeren.
Wat met de euro?
Wat is de huidige situatie van Griekenland? VUCHELEN: Het probleem van Griekenland is een internationaal probleem. De financiële markten hebben op dit moment te weinig vertrouwen in de regering en de Griekse economie. Banken willen niet meer in het land investeren of kredieten verlenen aan Griekse bedrijven. Het begrotingstekort in Griekenland bedraagt op dit moment 13,6%. Ze konden vroeger zeggen dat ze over een periode van 5 jaar het probleem gingen aanpakken, maar vandaag aanvaardt de Europese Unie dat niet meer omdat het land in de eurozone zit en de positie van de euro aan het wankelen brengt. Daarom heeft de Europese Commissie Griekenland verplicht om tegen 2012 orde op zaken te stellen. De oorzaak van het probleem ligt bij Griekenland, maar de huidige crisis is een probleem gemaakt door de internationale markten. De Europese landen zijn lang blind geweest voor de
© Joke Droeshout
Jef Vuchelen “Zodra een land lid werd van de eurozone, dachten ze dat hen niets meer kon overkomen”
problemen door de economische groei. In de jaren ’90 werd internationaal zwaar gesaneerd, in de hoop lid te kunnen worden van de eurozone. Zodra ze lid waren, dachten ze dat hen niets meer kon overkomen. Kleine landen zagen zichzelf als een speler die zich geen zorgen hoefde te maken in een machtige groep. Ze dachten met rust gelaten te worden. Hun toekomstbeeld was te positief. De huidige economische crisis heeft een aantal zwakheden blootgelegd. Nu de eerste lijken uit de kast vallen, zal moeten blijken of de eurozone bestand is tegen de zware klappen die ze krijgt. De daling van de euro ten opzichte van de dollar toont aan van niet? VUCHELEN: Goed, de Amerikanen zijn al langer van mening dat de Europese Unie geen hecht blok vormt dat een gemeenschappelijke munt kan dragen. Ze zijn heel kritisch tegenover de euro, vooral omdat in de beginjaren de euro de bovenhand nam op de dollar. Op korte termijn is die verzwakking van de euro eigenlijk een goede zaak voor Europa. Onze producten worden goedkoper tegenover de VS en Azië. AERNOUDT: Als je naar de voorbije vijftien jaar kijkt is het de dollar die gedaald is. Als er vroeger gezegd werd dat één euro één dollar waard zou zijn, zei men dat dat niet kon. Hij heeft uiteindelijk op anderhalve dollar gestaan, hé! Als de euro zeer duur is, is dat ook niet heel goed voor de economie. Ik vind dat de euro overgewaardeerd werd en op termijn wel wat moest dalen. We gaan niet meteen veel voelen van de daling. Op lange termijn gaan we minder competitief worden en gaan veel bedrijven sluiten of naar ergens anders verhuizen en volgen er massale ontslagen.
Is de invoering van de euro te vroeg gekomen? AERNOUDT: Dat denk ik niet. De Europese Commissie is wel te laks geweest met haar regels. Ze hebben België toegelaten met een te hoge schuldenberg en dat kan niet. Ze hadden er ook meteen sancties aan moeten verbinden. Ze hadden bijvoorbeeld kunnen dreigen om een land geen subsidies te geven als het niet voldoet aan de criteria. Moet de EU hier dan niet strenger zijn? AERNOUDT: Zeker. Op het moment van de toetreding tot de euro was de Belgische overheidschuld groter dan 60%, één van de criteria om te kunnen toetreden. Maar op dat ogenblik hadden we een paar jaar begrotingsoverschot. Europa heeft toen gezegd dat het goed was, als de overheidsschuld op termijn werd teruggeschroefd tot die 60%. Nu zitten we richting 100%. De Europese Commissie zou nu op tafel moeten slaan om ervoor te zorgen dat België zich aan de afspraken houdt. Een groot bijkomend probleem is dat de beurzen speculeren op de faillissementen van in nood verkerende Europese landen, wat voor een verdere verzwakking van de euro zorgt. Na Griekenland voorspelt men internationaal dat de speculanten zich gaan richten naar de al aangetaste landen als Spanje en Portugal. Indien die landen overeind blijven of als Spanje een te grote vis blijkt te zijn, dan komt België in het vizier. Onze overheid staat internationaal bekend als instabiel. Het debacle met de verkiezingen in 2007 en alle daar op volgende spanningen hebben ons imago zwaar aangetast in de wereld en de financiële aasgieren naar België gelokt.
© JM Lamarque
Rudy Aernoudt “De Europese Commissie zou op tafel moeten slaan om ervoor te zorgen dat België zich aan de afspraken houdt”
Begrotingstekort 2009 Een land moet voldoen aan drie cirteria om toe te treden tot de eurozone. De staatsschuld mag niet groter zijn dan 60% van het bruto binnenlands product. Het land moet een stabiele economie hebben en het begrotingstekort mag niet groter zijn dan 3% van het bruto binnenlands product. Veel Europese landen halen dit niet zoals blijkt uit cijfers van 2009.
Erasmix magazine
11
Vergrijzing
Is ons land dan echt in gevaar? VUCHELEN: België heeft op dit moment een begrotingstekort van 6%. In deze economische tijd is dat vrij goed. Probleem is dat België zich als federale overheid geen uitgaven meer kan veroorloven. Als ons land niets doet, dan komen we zwaar in de problemen. De federale overheid wil de hete aardappel doorschuiven naar de gewesten en gemeenschappen die er op hun beurt hun handen af houden omdat het hun bevoegdheid niet is. AERNOUDT: Bijkomend probleem is de vergrijzing in ons land. In 2015 is de pensioenskas leeg. In het Zilverfonds, een goed initiatief van toenmalig minister van Begroting Johan Vande Lanotte, zit maar 0,5% van de verplichtingen. We kunnen de pensioenen dan niet meer betalen. Dat betekent dus dat de belastingen omhoog moeten, maar we zijn al het land met de hoogste belastingen, daar zit dus weinig marge. Of we moeten de andere uitgaven zwaar doen dalen. Dat betekent dat we dus zwaar moeten snijden in andere begrotingsposten. Ik denk bijvoorbeeld aan ziektekosten en het ambtenarenapparaat. In Nederland zijn er geen kabinetsleden, hier zijn er vijfduizend. Dat kost handenvol geld. We gaan dus naar die toestanden en de Europese Commissie zou haar verantwoordelijkheid moeten nemen en België daarop wijzen. Er moet dus structureel aangepast worden? AERNOUDT: Ja, maar dat is hier een probleem. We zitten met een coalitiecultuur, iedereen blijft aan de macht, het zijn allemaal kleine partijen met verschillende ideologieën. We hebben geen grote partij die haar beleid kan doorvoeren en echt beslissen, en op termijn moeten we naar een Comité der Wijzen of wat dan ook om dit op te lossen. Het tekort wordt groter. We zitten sowieso tot 2015 met een negatief begrotingssaldo. Als je elk jaar een begrotingstekort hebt, wordt de schuldenberg alsmaar groter, bijna zo groot als het bbp. We zijn een land met een van de hoogste schulden. In vergelijking met bijvoorbeeld Nederland hebben wij ook wat ik verscholen schulden noem. De pensioenen in Nederland zijn voorzien, hier niet. Ik heb het eens uitgerekend, dat komt op 1050 miljard euro, dat is toch een hoog bedrag dat er nog bijkomt. Tel daarbij nog eens onze schuld en onze steun aan de banken, waarvan het nog niet zeker is of we dat geld nog gaan terugzien en ik zit al rond 1500 miljard euro, voor een bnp van 350 miljard euro. Dat is dus vier maal zo groot. Een land is dan in principe failliet. We zijn er, de nv België is failliet. Andere Europese landen zoals Luxemburg en Oostenrijk hebben geen probleem met dat begrotings-
© vpro
Erasmix magazine
tekort van 3%. Hoe Komt dat? AERNOUDT: Luxemburg is het rijkste land van Europa. Zij leven vooral van de diensteneconomie en hebben een streng begrotingsbeleid. Ook Oostenrijk is altijd heel streng geweest op zijn begroting en is het bewijs dat het ook hier zou kunnen. Maar België heeft in vergelijking 300 000 ambtenaren meer. Die ambtenaren onderhouden hun gezinnen met overheidsgeld. Tel daar de werklozen en zwartwerkers bij die niet bijdragen aan de staat. Dat is niet meer haalbaar. België heeft een wanbeleid. Er zijn te veel uitgaven, we verspillen heel veel. In goede tijden kan je het je permitteren om bijvoorbeeld het station van Luik en dat van Antwerpen te renoveren, nu niet. België leeft zwaar boven zijn stand. Als we zo verdergaan, lopen we met ons hoofd tegen de muur en we onderschatten hoe snel dat kan gebeuren.
“Onze schulden zijn vier maal zo groot als ons bruto nationaal product. De nv België is failliet”
Worstcasescenario
Wat is volgens u het worstcasescenario? VUCHELEN: Dat de speculanten gelijk krijgen en Griekenland ten onder gaat aan de geldzucht van anderen. Als dat gebeurt en andere landen als dominostenen volgen, gaan de gezonde landen niet geneigd zijn om te investeren om de schade van zwakke landen binnen de Europese Unie op te vangen. Dan wordt de interne markt wel kleiner, maar ze zal zeker niet verzwakken. De eurozone kan uiteen spatten. Landen zoals Duitsland, Nederland en Oostenrijk zouden dan een sterke munt creëren. Frankrijk zal daar ook in zitten om de Duitse overmacht – als sterkste Europese economie – wat te drukken. AERNOUDT: Volgens mij gaat het niet zo ver komen. De eurozone zal niet splitsen, want dat zou zelfmoord betekenen voor ieder Europees land. Het ergste is dat je met een heel zwakke euro zit. Je moet realistisch zijn, in 2015 zal Europa economisch gezien nog maar 5% van de wereld uitmaken. Onze interne markt verzwakt, net zoals onze positie ten opzichte van de Verenigde Staten, China en India. Wat gebeurt er dan met de zwakke landen van de Europese Unie? VUCHELEN: Om hun schuld af te lossen zullen die landen hun afgescheurde Europese munt moeten devalueren, wat nu niet kan omdat de eurozone dat niet toelaat. Die devaluatie zorgt ervoor dat we een zwakke munt en een torenhoge inflatie krijgen zoals we in Zimbabwe zien. We hebben dat ook gezien op het einde van de Sovjet-Unie, toen de kolonels hun bed moesten verkopen om aan eten te geraken. De inflatie zou dan wel vele problemen oplossen, maar op een zodanig trage en pijnlijke manier dat half Europa terug in de tijd wordt gekatapulteerd. Dat toekomstbeeld is pijnlijk, maar het huidige vooruitzicht
© S. Kambayashi
12
Rudy Aernoudt
© ANP
Jef Vuchelen “De eurozone kan uiteen spatten. Landen zoals Duitsland, Nederland en Oostenrijk zouden dan een sterke munt creëren”
Jef Vuchelen “Als de dollar opnieuw sterker wordt dan de euro, dan kan het zijn dat we over enkele jaren tot 1,70 euro moeten betalen voor een liter benzine”
Rudy Aernoudt “We spreken nu veel over Griekenland, maar als er in België niets gebeurt zijn wij over een paar jaar aan de beurt”
om massaal te sparen is dat evenzeer. Het zijn beslissingen die moeten genomen worden door politici, maar die zullen in crisistijden vooral aan hun eigen portefeuille denken en minder aan het algemeen belang. Wat zijn de gevolgen voor de Belg op lange termijn? VUCHELEN: Dat zijn euro verzwakt. Voor de export is dat goed, de interne markt zal er zijn voordelen uit halen, maar de burger merkt vooral de keerzijde van de medaille. De grondstoffen van de producten die men buiten de eurozone moet gaan halen zullen duurder worden, wat maakt dat wat u en ik in de supermarkt kunnen kopen, duurder wordt. Als de dollar opnieuw sterker wordt dan de euro, dan kan het zijn dat we over enkele jaren tot 1,70 euro moeten betalen voor een liter benzine. Wat zijn de oplossingen? AERNOUDT: We zijn het enige land ter wereld waar je je hele leven werkloos kan zijn en ervoor betaald wordt. België is een soort sociaal paradijs. We hebben geen belasting op meerwaarde van kapitaal. Dit is een schitterend land voor mensen met veel kapitaal. We zijn het land met de hoogste taksen op lonen. Je kunt die handicaps niet blijven combineren. We moeten dit structureel aanpakken. Er is dringend actie nodig. We spreken nu veel over Griekenland, maar als er in België niets gebeurt zijn wij over een paar jaar aan de beurt. De Europese Unie is een van de rijkste gebieden ter wereld. Toch heeft een op de zes Europeanen te weinig middelen om in de basisbehoeften te kunnen voorzien. 78 miljoen mensen leven in de EU op of onder de armoedegrens. De crisis heeft verregaande gevolgen voor Europa. De interne markt, de financiële markt en de rol van iedere eurostaat en de Europese Commissie staan onder zware druk. Voor conclusies op lange termijn is het nog te vroeg, maar vandaag blijkt Europa alvast nog niet opgewassen tegen een mondiale financiële crisis. Die crisis heeft aangetoond dat er een grote behoefte is aan een doorgroei van de euro naar een volwassen munt, die internationaal kan wedijveren met de dollar en de yen. Het beleid van elk land uit de eurozone moet beter op elkaar afgestemd worden, zo wordt gedacht aan eenzelfde financieel beleid en belastingstelsel binnen alle landen van de eurozone. De Europese Centrale Bank moet ook een belangrijkere rol opeisen. Jonathan Loynes, econoom van Capital Economics (een onafhankelijke denktank), maakt in een rapport duidelijk dat België nog niet onmiddellijk een tweede Griekenland wordt. “België heeft een grotere economie die enige schade kan opvangen. De export en de diplomatieke banden met andere Europese landen zijn veel beter dan die van Griekenland. Verder ligt de schuld van de huishoudens in België lager.” Loynes benadrukt wel dat ons land dringend aan de slag moet als het de crisis zonder ernstige schade wil overleven. De staatsschuld van België blijft immers torenhoog, alleen Griekenland en Italië scoren slechter, en de financiële reserves van ons land zijn aangewend om de bankencrisis op te vangen.
The financial crisis has a hold on Greece. The country has reached a deficit of 13,6% of the gross national product. According to European regulations, the deficit shouldn’t rise higher than 3%. But the question is if the Greece case is an exception or just the beginning. Most of the countries of the eurozone have a deficit above the 3% limit. Rudy Aernoudt, a former economist of the European Commission says Europe hasn’t been strict enough when they introduced the euro. They have not reacted quickly enough when some countries began to have financial problems. Jef Vuchelen, an economy professor of the Vrije Universiteit Brussel (VUB), thinks the European countries have been blind for the problems far too long. He says once the countries joined the eurozone, they thought nothing could harm them. But it aren’t only countries like Greece, Portugal or Spain who are in trouble. The Belgian situation is quite negative too. Aernoudt even claims our country is bankrupt. Belgium has a public debt of 350 billion euro. When you add 1.050 billion euro of pensions we still have to pay, you approximately get an amount of 1.500 billion euro, which is about four times the gross national product. According to Aernoudt that is a bankruptcy. Vuchelen says the federal government can’t afford any more unnecessary expenses. They want to pass the problem to the governments of theregions and the communities. But they refuse to solve this problem because they claim not to have the right powers to handle this matter.
EN
La Grèce est sous l’emprise de la crise économique. Son deficit du budget a atteint 13,6% du produit intérieur brut. Selon les critères de l’Union Européenne, le déficit ne peut pas surpasser les 3%. Mais est-ce que La Grèce est un cas isolé ou est-ce seulement la première victime? La plupart des pays de la zone euro se trouve aussi au dessus des 3% de deficit. Rudy Aernout, un ancien économiste de la Commission Européenne, dit que L’Europe n’a pas été assez sévère quand ils ont introduit l’euro. Ils ne sont pas intervenus assez rapidement quand les premiers pays ont commencé a avoir des problèmes. Jef Vuchelen, professeur en économie à la Vrije Universiteit Brussel (VUB), trouve que les pays européens ont été aveugle pour les problèmes trop longtemps. Selon lui, les pays de la zone euro pensaient que plus rien ne leur pouvait arriver. La situation en Belgique est aussi plutot negative. Aernoudt dit même que notre pays est faillite. On a un dette gouvernementale d’environ 350 milliards d’euros et quand on ajoute les 1.050 milliards d’euros de pensions qu’on doit encore payer, on arrive à un montant de quatre fois le produit national brut. Selon Aernoudt ça c’est une faillite. Vuchelen dit que le gouvernement féderale ne peut plus se permitter trop de dépenses. Ils veulent passer le problème au communautés et au régions. Mais ceux-ci refusent de s’en occuper parce-que il ne trouvent pas qu’ils ont le pouvoir pour traiter cette matière.
FR
Erasmix magazine
13
© Joke Droeshout Onlinegokken wordt alsmaar populairder
Onlinegokken: België vs Europa Staatssecretaris voor Fraudebestrijding Carl Devlies (CD&V) lanceert een nieuwe wet op kansspelen. Buitenlandse, vaak illegale sites, worden van het net geplukt. Voortaan zullen onlinegokkers enkel nog terecht kunnen bij aanbieders waarvan de server zich in België bevindt. Goksites zullen een vergunning nodig hebben. Met die nieuwe wet trapt Devlies wel op de tenen van de Europese Commissie én van de EGBA (European Gaming and Betting Association). Die vinden dat een land niet zomaar een monopolie kan opzetten. Dorien Stevens & Michaël Mommens Eurocommissaris voor de interne markt, Michel Barnier, pleitte afgelopen maand voor een Europees regelgevend kader om ook de fraude te bestrijden. Maar sommige lidstaten willen hun eigen wetten maken. Portugal was een van de eerste landen die een buitenlandse goksite toegang verbood. De Europese Commissie kon daar niet om lachen. Door het opleggen van monopolies wordt een van de meest essentiële regels van de interne markt geschonden: het vrij verkeer van diensten. Ook de Nederlandse socialist Dennis De Jong vindt dat de lidstaten maximaal de mogelijkheid moeten krijgen om binnen het Europese kader hun eigen beperkingsmaatregelen te nemen. Zijn partijgenoot en woordvoerder van de Socialistische Partij, Niels Jongerius, zegt dat het ideaal zou zijn dat landen hun monopolie kunnen behouden, maar dat er toch een Europese samenwerking komt. Daarnaast moet de consument zo goed mogelijk beschermd worden. “Door enkel maar sites toe te laten uit het eigen land wordt de controle vergroot. De raad die wij aan de mensen willen geven is: ‘Gok er niet op los, speel op safe’.” De gokindustrie reageert verdeeld. Er zijn twee kampen. Enerzijds de private gokindustrie (bedrijven die zo veel mogelijk mensen naar hun sites willen lokken), en anderzijds de gokbedrijven die uitgaan van het land zelf en een poging doen om de gebruiker te beschermen. Er wordt van weerszijden druk gelobbyd. De eersten willen een uitbreiding van de regels, de laatsten willen net een verscherping. “Wijzelf zijn ook voorstander van een strakke regelgeving die een zo groot mogelijke bescherming garandeert voor de consument”, aldus Jongerius. Erasmix magazine
14
De European Gaming and Betting Association (EGBA) is het orgaan dat instaat voor onlinegamen en -wedden. Zij staan aan de kant van de gokker, die een maximale vrijheid moet kunnen genieten om te spelen. De EGBA begrijpt niet dat België een wet goedkeurde die indruist tegen de regels van de interne markt. Bovendien, zo wordt gezegd, slaat België hiermee een belabberd figuur nu het met Van Rompuy (CD&V) een Europese president heeft. De EGBA vindt het maken van een eigen wet ook geen doeltreffende manier. EGBA-directeur Maarten Haijer: “Duidelijke afspraken moeten volstaan. De echte reden dat landen hun eigen wetten maken is enkel maar om er belastinggeld mee op te halen. Een aanpak op Europees niveau, wat commissaris Barnier voorstelt, is ook wat wij willen.” We vroegen de mening van een onlinegokker. Glenn Vandersteen pokert nu twee jaar. “Zonder dat mijn sociaal leven daaronder lijdt”, wil hij benadrukken. Het begon toen hij drie jaar geleden op kot ging. In die tijd kon hij al enkele duizenden euro’s opstrijken. “Dat gaat netjes mijn spaarboek op”, zegt hij. “Ik ben geen voorstander van het creëren van monopolies door landen. De grote aantrekking ligt nu net in het feit dat je bijvoorbeeld tegen een Brit of een Deen kan spelen en dat je samen dezelfde passie deelt. Wat ik wel goed vind is dat men de illegale sites eruit wil filteren. En vooral dat er controle komt over wie nu juist gokt. Minderjarigen die gokken vind ik echt niet kunnen. Het kan heel verslavend zijn. Wie gokt zou eigenlijk voor zichzelf moeten weten wat zijn grens is en waar hij moet ophouden. Helaas lukt dat niet iedereen.”
Interview met Jurgen Jordaens, raadgever kansspelen van staatssecretaris voor Fraudebestrijding Carl Devlies (CD&V).
© Dorien Stevens
Jurgen Jordaens
“Alles samen hopen we zo’n 60 miljoen euro belastingen op te halen. Dat geld gaat naar de gewesten”
Staatssecretaris Devlies introduceert een wet waarbij gokkers enkel nog op Belgische servers mogen spelen. Buitenlandse sites worden aan banden gelegd. Waarom komt die wet er nu pas? De Belgische wet werd begin dit jaar op poten gezet. Die is weliswaar nog niet in werking, maar werd wel al door de koning ondertekend. Het Europese voorstel, dat nog verder moet uitgewerkt worden, dateert pas van begin dit jaar. Onze wet was er dus al vroeger. Bovendien is er een groot aanbod van illegale buitenlandse sites. Anderzijds is het een poging om de gokker beter te beschermen. Het bedrag dat hij kan verliezen en winnen wordt nu beperkt. Ook was er geen controle op bijvoorbeeld minderjarigen die gokten op het net. Voorheen was er veel onduidelijkheid over wat kon en wat niet. Er wordt ook veel gefraudeerd bij het onlinegokken. Niet zelden wordt het gebruikt als een manier om zwart geld wit te wassen. Dat willen we dus ook aanpakken. Wat verandert er precies? Er komen duidelijkere regels en buitenlandse websites worden geblokkeerd. Die komen op een zwarte lijst te staan. Het zijn enkel de casino’s of gokhallen die in de reële wereld een vergunning hebben, die nu nog toelating zullen hebben tot de virtuele wereld. Een verandering is ook dat bijvoorbeeld het populaire pokerspel legaal wordt gemaakt.
Voorgeschiedenis Onlinegokken werd al snel grotendeels verboden in Amerika, behalve onder staatstoezicht. Goksites vonden daar iets op door hun server in een ander land te plaatsen. In 2006 werd de Unlawful Internet Gambling Enforcement Act goedgekeurd. Die houdt in dat Amerikaanse banken en creditcardmaatschappijen niet langer geld mogen overbrengen naar bedrijven die goksites onderhouden, ook al zijn ze buitenlands. In Amerika gaan al stemmen op om deze wet aan te passen, omdat het onduidelijk is of gokken op internet afgenomen is of niet.
Welk financieel voordeel hangt er vast aan de nieuwe wet? Alles samen hopen we er zo’n 60 miljoen euro belastingen mee op te halen. De gokker zelf betaalt geen belasting op de winst. Aan de aanbieders wordt wel geld gevraagd. Toch even zeggen dat een deel van het belastinggeld hergebruikt wordt om maatregelen te treffen die de gokker beter moeten beschermen. Hoe groot dat aandeel precies is, kan ik niet zeggen. Dat geld komt trouwens de gewesten toe. Europa vindt dat het opzetten van het Belgische monopolie de regel van het vrij verkeer van diensten verstoort. Wat vindt u daarvan? Europa heeft enkel een initiatief aangekondigd. Er is momenteel nog niets concreet. Het Europese Hof van Justitie heeft in een recent arrest laten weten dat lidstaten hun eigen regels kunnen maken. Als een Europese wet dezelfde bescherming en aanpak kan garanderen als wij nu, zullen we die uiteraard volgen. Alleen is er nog niets geharmoniseerd. Waar Europa eigenlijk op doelt is dat u elke vorm van concurrentie vanuit het buitenland onmogelijk maakt. Zoals gezegd blijft de toegang behouden voor casino’s en speelzalen die een Belgische vergunning hebben. Buitenlandse goksites kunnen eventueel hier een aanvraag doen om een vergunning te krijgen. Dat is geen makkelijke procedure, maar op die manier kan toch geconcurreerd worden.In het verleden waren er soms ook al problemen als Europa weer eens vond dat de vrije markt gehinderd werd. Het Europees Hof van Justitie gaf Europa nochtans vaak ongelijk.
Belgian anti-fraud State Secretary Carl Devlies (CD&V) has announced a new law that only allows online gambling on Belgian servers. The law has already been signed by the king and will soon come into force. The gamblingsites will from now on need a permit. Foreign, often illegal sites, will be placed on a black list and will no longer be accessible. This law promotes monopolies and that’s not the way Europe wants it to be. The Commission devotes themself for years to uptain free market of services. Belgium is, as other member countries, flatly opposed to that principal. The European Court of Justice however ruled against the Commission. European Commissioner for Internal Market and Services Michel Barnier pleaded recently to obtain a framework on a European level. “Fighting cross-border crime without a European approach is impossible. We should pay more attention to the social aspects”, he said. The new measure was widely approved. Everybody agrees that a legislation is necessary. First of all they want to deal with the problems concerning fraud. That is why surveillance is necessary and the consumer should be protected better. In Belgium for example the stakes and profits are restricted. Another pleasant change is that poker is being legalised. The new law should raise 60 million euro in taxes. Devlies is willing to settle with the European rules if they more or less guarantee everything stated in the Belgian law. The goal is to find a balance between protection of the consumer and an integrated internal market.
EN
Le secrétaire d’état belge pour la coordination de la lutte contre la fraude Carl Devlies (CD&V) a annoncé une nouvelle loi qui veut bloquer les sites de paris étrangers. La loi a déjà la signature royale et entrera bientôt en vigueur. Les sites auront besoin d’une license. Les sites étrangers, qui sont souvent illégaux, seront placés sur une liste noire et deviendront inaccessibles. Avec la nouvelle loi, Carl Devlies à créé un monopole. La Commission est contrariée par cela. Elle veut une concurrence libre des services entre les pays. Maintenant, la Belgique ignore ce principe de base. La Cour Européenne a donné tort à la Commission. Le commissaire pour le marché intérieur Michel Barnier veut une réglementation uniforme au niveau européen. “La lutte contre le crime transfrontalier est impossible sans approche européenne. Il faut que nous traitions des aspects sociétaux, notamment les problèmes d’addiction liés au jeu”. Cette propose a reçu un acceuil très favorable dans le monde politique. Tout le monde veut une réglementation claire. Le but de la loi est en premier lieu de lutter contre la fraude et le blanchiment d’argent. Il y a aussi besoin de plus de contrôle et les joueurs doivent être mieux protégés. Le poker sera également légalisé. La nouvelle loi doit rapporter 60 millions d’euros de taxes. Devlies ne s’oppose pas à la loi européen si celle-ci suit l’esprit de la loi belge. Le grand enjeu est de trouver un équilibre entre protection des consommateurs et un marché intérieur intégré.
FR
Erasmix magazine
15
Thema 3 - Justitie en Binnenlandse Zaken
Swift: Big USA is watching you 11 februari 2010. Zegt u niets? Geen ramp hoor, het is de dag waarop het Europees Parlement een eerste keer gebruik maakt van zijn nieuwe bevoegdheden sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, dat meer macht geeft aan de europarlementsleden. Slachtoffer van dienst is het Swift-akkoord, dat botweg gezegd de VS toestemming geeft om – onder de vlag van terrorismebestrijding – in de bankgegevens van EU-burgers te neuzen. Sven De Boeck, Eva Van Geel, Chaïma Haskal, Steffi De Vos ©Chaïma Haskal Erasmix magazine
16
Alle Europeanen potentiële terroristen? Het akkoord dat op tafel lag was van tijdelijke duur – eind oktober 2010 zou het aflopen – en moest een opstapje zijn naar een definitief verdrag. Maar zo ver kwam het niet, want een grote meerderheid van europarlementsleden stemde tegen. Parlementsvoorzitter Jerzy Buzek licht toe: “De meerderheid in het Europees Parlement vindt dat de correcte balans tussen enerzijds veiligheid en anderzijds de bescherming van burgervrijheden en fundamentele rechten niet is bereikt.” Door de nee-stemming beschermt het Parlement de privacy van de Europese burgers. En dat is waar de hele zaak om draait: privacy.
nog het Swift-akkoord goed te keuren. Het Europees Parlement werd op die manier buitenspel gezet en dat zorgde voor ongenoegen. Ook bij Swift zelf, dat sinds 1 januari gestopt is met het doorspelen van informatie naar de VS, heerst er ontevredenheid over de zaak. Het wil een vaste juridische basis en wacht dus op een duidelijke wetgeving.
Toch vreemd dat er zo’n verdeeldheid heerst bij de verschillende Europese instellingen? Ivo Belet, Europarlementslid voor de Christendemocraten (EVP), De Europese Commissie zette geeft uitleg. “De nee-stemming van het ParEven terug naar de oorsprong van dit dossier, lement was zeker niet bedoeld om voor de want het heeft een lange voorgeschiedenis. symbolische eerste keer te tonen dat het zijn het Parlement buitenspel Vertrekpunt zijn de aanslagen van 11 sepmacht kon uitdrukken, het gaat hem puur tember 2001. Amerika richtte als reactie het om de inhoud. En de meerderheid van het door een dag voor de intrede zogenaamde Terrorist Finance Tracking ProParlement vond het tijdelijk akkoord niet volgram op, met als doel het terrorisme te bedoende waterdicht.” Volgens Hendrik Vos, van het Lissabonverdrag het strijden door verdachte bankverrichtingen op politicoloog UGent en Europa-kenner, heeft te sporen. Met dat programma gaf het zichSwift-akkoord goed te keuren de nee-stemming toch een dubbele betekezelf de toelating om toegang te krijgen tot de nis. “Nu het Parlement medebeslissingsfinanciële transactiegegevens van de EU-burger. Die gegevens kreeg recht heeft, laat het van in het begin zien dat het eigenlijk op zijn het van Swift. Dat is de operator die de gegevens van het internatiostrepen wil staan. Maar los daarvan heeft het ook enkele fundamennale betalingsverkeer van duizenden banken beheert, gevestigd in tele bedenkingen die te maken hebben met de privacy.” Terhulpen, vlakbij Brussel. Met de recente nee-stem van het Europees Parlement keren we terug naar het begin van het verhaal. Het struikelblok in heel deze zaak Politiek gevecht is de wetgeving inzake privacy. Dieter Verhaeghe, juridisch adviseur Maar de servers van Swift bevonden zich op Amerikaans grondgebied, waardoor de operatie vijf jaar lang in het geheim kon gebij de Belgische Privacycommissie, licht toe: “Er zijn verschillende beuren. Toen enkele onderzoeksjournalisten in 2006 aan het licht brachten dat het Amerikaanse ministerie van Financiën en de CIA Swift for dummies toegang hadden tot de transactiedatabase van het bedrijf, werd er beslist om de servers te verplaatsen naar Zwitserland. Plots had Swift: Swift staat voor Society for Worldwide Interbank Financial Amerika wél nood aan een akkoord met Europa. De discussies op Telecommunication. Het Belgische bedrijf behandelt het internapolitiek vlak konden losbarsten – niet alleen over het gedrag van de tionale betalingsverkeer tussen ongeveer negenduizend banken VS, maar ook over het inhoudelijke aspect – en de zaak werd tot op in meer dan tweehonderd landen. Per dag verwerken zij meer dan het bot uitgespit. vijftien miljoen transacties. Swift-akkoord: Het Swift-akkoord houdt in dat Amerikaanse veiligEn wat bleek: zowel de Europese Centrale Bank (ECB) als de Natiheidsdiensten bankgegevens van Europeanen overnemen, in de onale Bank van België (NBB) hadden al weet van het Amerikaanse strijd tegen het terrorisme. Momenteel is er geen akkoord, maar programma sinds 2002. Waarom lichtten zij de overheden dan niet er wordt volop onderhandeld om in oktober tot een compromis te in? ECB-voorzitter Jean-Claude Trichet wist zich goed te verweren. komen. “We hebben geen enkele wettelijke bevoegdheid om in deze zaak in te grijpen. Meer zelfs, we mochten niet eens een oordeel vellen.” En TIJDSLIJN ook NBB-directeur Peter Praet weerlegde alle kritiek in een hoorzit11 september 2001: Aanslagen 9/11. 23 juni 2006: Onderzoeksjournalisten van The New York Times ting van het Europees Parlement door simpelweg te stellen dat “de onthullen dat het Ministerie van Financiën en de CIA toegang hebBelgische regering niet geïnformeerd werd omdat de geheimhouben tot de financiële transactiegegevens van Swift. ding zeer strikt geïnterpreteerd wordt en niet-naleving strafrechte27 juni 2006: De NBB wist al sinds 2002 dat de VS toegang heblijke gevolgen kan hebben”. Praet zei verder dat “er geen aanwijzinben tot de bankgegevens van Swift. gen waren dat Swift illegaal handelde”. 28 juni 2006: De CD&V laat weten dat de acties die de CIA met Swift voert in strijd zijn met de Belgische en Europese privacywetgeving. “Er waren geen aanwijzingen 28 juni 2007: De Europese Commissie beslist dat het rechtsgeldig is dat Swift de financiële transactiegegevens van Europese dat Swift illegaal handelde” burgers afgeeft aan het Amerikaanse Ministerie van Financiën. 30 November 2009: Een dag voordat het Verdrag Van Lissabon in werking treedt, beslist de Commissie om het Swift-akkoord goed Complexe wetgeving te keuren, omdat het vreest dat het Parlement zijn nieuwe macht Ondertussen, vier jaar later, is er nog steeds geen akkoord bereikt. al zou gebruiken. Wel heeft de Europese Commissie in 2007 de eerste stappen ge1 januari 2010: Swift beslist om de bankgegevens niet meer door zet om tot een compromis te komen. Eind 2009 eiste het Europees te geven aan de VS en wacht op de goedkeuring van het akkoord. Parlement dat de overeenkomst volledig in overeenstemming moest 11 februari 2010: 378 Parlementsleden stemmen tegen het zijn met de Europese privacywetgeving. Op 30 november 2009, een Swift-akkoord, 196 stemmen voor. dag voordat het Verdrag van Lissabon in werking trad, besliste de Commissie – die tot dan toe alle beslissingsmacht had – om vlug Erasmix magazine
17
©Ivo Belet
Yvo Belet: “De neestem van het Parlement had alles met inhoud te maken, niet met macht”
wetgevingen, zowel op Europees als nationaal vlak, waarmee men rekening moet houden. In Europa zijn er drie richtlijnen rond privacy. Een algemene richtlijn rond de bescherming van de persoonsgegevens (1992), één rond de bescherming van onlinegegevens (2002) en daarnaast nog het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (1950). België moet die richtlijnen omzetten naar de nationale wetgeving.” “Europese landen mogen niet zomaar persoonlijke gegevens uitwisselen met andere landen”, verduidelijkt Verhaeghe. “Dat kan alleen indien de desbetreffende landen een passend beschermingsbeleid hebben, en daarover waakt de Commissie. Persoonsgegevens uitwisselen met landen binnen de Europese Unie is geen probleem. Er zijn een aantal besprekingen geweest met andere landen en met Canada bijvoorbeeld is er een akkoord over privacybescherming. Landen buiten de VS waarmee nog geen akkoord is bereikt, zijn o.a. China, Rusland en Chili.”
Verzuurde relaties
De nee-stemmers in het Parlement kaartten verschillende pijnpunten van het Swift-akkoord aan. Amerikanen mogen de gegevens zomaar opvragen, zonder verantwoording te moeten geven. Hoe is er zekerheid dat alle gegevens worden opgevraagd om effectief terrorisme te bestrijden? Ook kunnen zij niet garanderen dat de data niet aan derden worden doorgegeven. Verder was het verdrag niet wederkerig, Europese instellingen hadden dus niet het recht om Amerikaanse bankgegevens op te vragen. Er zal de komende maanden dan ook nog veel gepalaverd worden, om dan — hopelijk — tot een akkoord te komen dat voor- en tegenstanders kan verzoenen. Want zonder compromis tussen Amerika en Europa dreigen de VS te onderhandelen met de EU-lidstaten apart. Daardoor zouden de relaties binnen de EU wel eens kunnen verzuren en dan is het bruusk ontwaken uit the European Dream.
Hendrik Vos: “De sterkte van Europa” De verhoudingen tussen Europa en Amerika veranderen. Toen de VS voor de eerste keer naar bankgegevens vroegen, stemde Europa in. Maar het kleine broertje wordt groot. Als dan het Europees Parlement op 11 februari het Swift-akkoord wegstemt, is dat volgens politicoloog Hendrik Vos (Universiteit Gent) de eerste keer dat Europa ook toont dat het niet meer met zich laat sollen. “Het wegstemmen van het akkoord is een bewijs van de sterkte van Europa”, verklaart Vos. “Het Europees Parlement heeft een grens getrokken en houdt zich daaraan. Dat is een teken van politieke volwassenheid. De VS voelen zich nu in de steek gelaten en zullen op een andere manier aan de gegevens proberen te geraken, door bijvoorbeeld Europa uit verband te spelen. Zo kunnen ze met de lidstaten apart onderhandelen over een akkoord. Hier moet Europa voor uitkijken, ze mogen zich niet laten vangen aan de verdeel-en-heerspolitiek van de VS. Maar het is zeker geen slechte zaak dat Europa zich assertief opstelt tegenover Amerika. Er zal ooit wel een akkoord komen tussen beide grootmachten, maar dan zullen de VS meer moeten toegeven.” Dankzij het Verdrag van Lissabon heeft het Europees Parlement meer rechten gekregen. “Vroeger kon het enkel adviezen geven, nu heeft het medebeslissingsrecht. Hiermee heeft het Europees Parlement een groot voordeel gekregen tegenover de Europese Commissie. Die kan enkel voorstellen indienen, het Parlement heeft telkens het laatste woord. Met het Swift-akkoord wou het Parlement even zijn stem laten gelden. Maar we mogen zeker niet vergeten dat het Parlement bij het akkoord ook enkele fundamentele bedenkingen heeft omtrent privacy”, besluit Vos.
Erasmix magazine
18
On 11 February 2010, a huge majority of the European Parliament rejected the Swift agreement, which was an interim agreement between the United States and Europe. The agreement gave the U.S. authorities access to European payments data, supposedly to fight terrorism. They had access to the data through Swift, the Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication, which is a company that exchanges international payments between approximately nine thousand banks worldwide. It was the first time in history that the Parliament used its new power since the Lisbon Treaty went into force last December. In 2006 the New York Times revealed that after the 9 11 attacks, the United States set up the Terrorist Finance Tracking Program, to access the Swift payments database without the consent of Europe. The exchange of European payments data with the U.S. were in breach of the European privacy legislation. Nevertheless, in November 2009, the EP demanded an agreement that was fully consistent with the European privacy legislation. On the other hand, the European Commission, which still made all the decisions and put the EP offside, approved the Swift agreement. The approval came exactly one day before the Lisbon Treaty went into force. This decision caused a lot of dissatisfaction among the MPs. However on 1 January 2010, Swift decided not to exchange any of the payments data with the U.S. anymore, until there was a judicial and clear legislation. The EP eventually rejected the agreement in February.
EN
Le 11 Février dernier, une large majorité du Parlement européen a rejeté l’accord Swift. L’accord permet le transfert vers les Etats-Unis des données sur les transactions interbancaires en Europe, sous prétexte de combattre le terrorisme. Les États-Unis ont eu un accès direct aux données par Swift, qui est une société qui gère les paiements internationaux d’environ neuf millie banques dans le monde entier. C’était la première fois dans l’histoire que le PE utilise son nouveau pouvoir depuis que le Traité de Lisbonne, renforçant les pouvoirs du PE, est entré en vigueur en Décembre dernier. En 2006, le New York Times a révélé qu’ après les attentats du 11 Septembre, les Etats-Unis avaient créé le programme de traque du financement du terrorisme. Ce programme leur permaitaient d’accéder à la base de données des transactions interbanquaire de Swift, sans le consentement de l’Europe. L’échange de données de paiements européens avec les Etats-Unis été en violation avec la législation de la vie privée européenne. Néanmoins, en Novembre 2009, le PE exigeait un accord qui soit pleinement conforme à la législation européenne. Mais, le 30 novembre 2009, veille de l’entrée en vigueur du Traité de Lisbonne, la Commission européenne, qui avait mis hors-jeu le PE, a approuvé l’accord. Le 1 janvier 2010 Swift a décidé de ne plus échanger les données relatives aux paiements avec les États-Unis, jusqu’à ce que il y ait une réglementation juridique et précise. Le PE a finalement rejeté l’accord en Février.
FR
Mag Amerika neuzen in uw gegevens?
©Eva Van Geel
JA! & NEE! Wim van de Camp
Jeanine Hennis-Plasschaert
Europarlementslid
Europarlementslid
voor EVP
voor ALDE
© J H Plasschaert
Wim van de Camp is een Nederlands politicus en Europees parlementslid voor de Europese Volkspartij. Hij is voor het Swiftakkoord. “Ik ben voorstander van het Swift-akkoord, omdat ik veiligheid belangrijker vind dan privacybescherming. Het Swift-akkoord houdt in dat de Amerikaanse veiligheidsdiensten Europese bankgegevens kunnen inkijken. Wanneer terroristen een aanslag voorbereiden, kost dat veel. Dus als die veiligheidsdiensten verdachte banktransacties bestuderen, dan helpt dat om terroristische aanslagen te voorkomen. Omdat het akkoord is afgekeurd, kunnen de veiligheidsdiensten dat niet meer doen en is er geen garantie op veiligheid. Voorlopig vangen we het probleem op met bilaterale akkoorden. Dat betekent dat de Verenigde Staten afzonderlijke afspraken maken met de Europese lidstaten. Maar dat neemt veel tijd in beslag. De relatie tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten is nu zeker niet om zeep, maar er zit wel een scheurtje in. Het komt er op aan om een definitief akkoord te bereiken, met voorwaarden die voor iedereen goed zijn. Zo heeft de Europese Commissaris voor Justitie Viviane Reding een concept uitgewerkt rond Swift
Jeanine Hennis-Plasschaert is een Nederlandse politica en Europees parlementslid voor de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa. Zij is fel gekant tegen het Swift-akkoord. “Ik ben tegenstander van het Swift-akkoord, omdat het haaks staat op de basisprincipes van de Europese Unie. Daarom schreef ik de aanbeveling voor het afkeuren van het akkoord. Het Swift-akkoord houdt in dat bankgegevens van Europeanen doorgegeven worden aan de Amerikanen. Dat is in strijd met de privacybescherming. Het kan niet zijn dat alle Europeanen nu opeens als potentiële terroristen gezien worden. Ik vind dat we zelf een expertise moeten opbouwen om die bankgegevens te controleren. We moeten dat niet uitbesteden aan de Amerikaanse veiligheidsdiensten. Ik vind het niet erg om gegevens te delen om zo terrorisme te bestrijden, maar het moet in lijn zijn met de Europese richtlijnen. Dat betekent dat het moet gaan om een persoon of een groep en niet om 500 miljoen Europeanen. Er kan altijd iets fout lopen. Bankgegevens kunnen verkeerd gekoppeld of gebruikt worden. Ondanks het afkeuren van het akkoord is de relatie tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie nog steeds goed. De twee
“Het is niet erg als de VS mijn gegevens bekijken,
“De VS mochten met dat akkoord in onze
maar enkel als het akkoord er komt”
slaapkamer gluren, wij niet in die van hun”
waarin staat dat gegevens niet worden doorgegeven aan derden, dat er sprake is van wederkerigheid en waarin plaats is voor klachtrecht. Als er geen algemeen akkoord komt, dan vrees ik dat we moeten doorgaan met de afzonderlijke akkoorden en dat weegt zwaar op een belangrijk voordeel, namelijk de Europese samenwerking. Er is dan geen sprake meer van wederkerigheid tussen de VS en de EU. Bovendien weten we niet wat de VS bespreken met de lidstaten. Ik ben het niet eens met het standpunt van Jeanine HennisPlasschaert. Zij plaatst privacybescherming boven veiligheid, maar als je deel uitmaakt van de Europese Unie, die bovendien bedreigd wordt door terrorisme, dan moet je een deel van je privacy kunnen afstaan, om terrorisme tegen te gaan. Zij maakt haar keuze op basis van de liberale ideologie. Volgens mij werd het akkoord ook niet afgekeurd door het politieke spel. Er zijn Parlementsleden die privacybescherming voorop plaatsen en er zijn er die veiligheid belangrijker vinden. Maar het is wel zo dat een aantal Europese Parlementsleden zich gepasseerd voelt door de Raad van Ministers. Het Swift-akkoord heeft voordelen. De VS kunnen onze bankgegevens controleren, maar als het nieuwe akkoord er komt, kunnen wij ook de gegevens van de VS controleren. Het is effectief en snel. Persoonlijk zou ik het niet erg vinden, mochten de VS mijn gegevens inkijken, maar dan moet dat akkoord er eerst komen.”
partijen moeten nu terug naar de onderhandelingstafel om een goed akkoord te bereiken. Na het afwijzen oefende de VS grote druk uit op Europa. Zo schreef zelfs Hilary Clinton een brief en waren er een aantal Amerikanen aanwezig tijdens zittingen. Ik denk dat die druk voor een aantal parlementsleden een reden is geweest om ja te stemmen. Zo houden ze de VS tevreden. Ik had ook veel last van de druk van de Verenigde Staten, maar ik heb een grote verantwoordelijkheid voor de Europeanen en het beschermen van hun gegevens. Mocht het omgekeerd geweest zijn, dan kwam het akkoord er helemaal niet. De VS mochten met dat akkoord in onze slaapkamer gluren, maar wij niet in die van hen. We moeten gelijkwaardige partners zijn. Het gebeurde ook allemaal in het geheim. Tot de Amerikaanse krant The NY Times in 2006 naar buiten kwam met het nieuws. Ik ben het ook niet eens met de mening van Wim van de Camp. Veiligheid is inderdaad belangrijk, maar het kan perfect samen gaan met privacybescherming. Ik dring echt aan op een goed akkoord. Het heeft ook niets te maken met politieke spelletjes. De meerderheid van het Europees Parlement heeft nee gestemd, omdat het geen goed akkoord was. Wel is het zo dat de Raad van Ministers veel te laat heeft gereageerd. Europa moet zeker gegevens delen met andere landen, maar er moeten ook waarborgen zijn. De Europeanen moeten erop kunnen vertrouwen dat alles gebeurt op de juiste wijze.”
eRASMIX
eRASMIX.be
Mag je buurman weten hoeveel je verdient? Mogen mensen zomaar onder je kleren kijken? Waar gaan je bankgegevens naartoe? Geïnteresseerd? Neem dan een kijkje op onze website!
Erasmix magazine
19
©Eva Van Geel
Een bodyscanner ziet niet alles Hebt u al eens geprobeerd om springstof in een vliegtuig te smokkelen? Zo ja, dan wordt de kans heel wat kleiner dat dit nog eens lukt. Wellicht worden er op alle Europese luchthavens bodyscanners ingevoerd die door je kleren kijken. De aanleiding was een verijdelde aanslag met Kerst op een vlucht tussen Schiphol en Detroit. Europarlementslid Saïd El Khadraoui van de socialistische fractie (PSAD) vindt het vooral belangrijk dat er eerst een grondig onderzoek komt naar de mogelijke gevolgen van de bodyscanners voor de privacy en de gezondheid. Nils Stevens, Pieter Gerretzen Wat is uw standpunt over de mogelijke invoering van bodyscanners op Europese luchthavens? Om te beginnen moeten we daar Europese afspraken rond maken, en ik vind het een heel slecht idee dat men op bepaalde luchthavens de bodyscanners invoert, zonder dat we daarover goed hebben gediscussieerd en het goed hebben onderzocht. We verwachten een rapport van de Europese Commissie tegen begin april met een soort impactanalyse en een antwoord op een aantal vragen: wat zijn de gevolgen op vlak van privacy en gezondheid? Wat zijn de mogelijke problemen? Op basis van die studie gaan we oordelen of het zinvol is om de bodyscanners in te voeren.
“Ik pleit voor een Europese aanpak: ofwel overal wel ofwel nergens bodyscanners” Gaan de luchthavens daar zelf de eerste stappen voor moeten zetten of krijgen zij richtlijnen over welke leverancier ze moeten nemen en wat de prijs zal zijn? De prijs is bekend en spijtig genoeg is die heel hoog. Wat mij betreft, is het ook geen product dat 100% zekerheid geeft. We mogen niet vergeten dat de bodyscanner maar een instrument is in een breder veiligheidsbeleid. Hij kan alleen maar explosieven detecteren op het lichaam, maar bijvoorbeeld geen explosieven die ingeslikt worden of op een andere manier in het lichaam verborgen zijn. Dus we moeten ophouden met de indruk te geven dat de bodyscanner de oplossing is om de veiligheid te verzekeren voor de komende jaren. In Erasmix magazine
20
het beste geval is het een middel, en als dat zo is dan vind ik dat we garanties moeten geven inzake privacy en gezondheid. Anders ben ik er absoluut tegen. We moeten vooral het veiligheidsdebat breder voeren en er bijvoorbeeld voor zorgen dat de veiligheidsdiensten veel beter samenwerken. Want wat er gebeurd is in Detroit was niet zozeer een probleem van bodyscanner of geen bodyscanner. Dat was een probleem van een gebrek aan samenwerking. Die Nigeriaan stond eigenlijk op een lijst van mensen die niet mogen vliegen. En toch hebben ze hem doorgelaten. Zullen de bodyscanners, als ze ingevoerd worden, voor alle vluchten gelden of enkel voor die naar de VS? Dat moet nu voorwerp uitmaken van het debat. Laten we heel duidelijk zijn: dit is geen wondermiddeltje, het kost veel geld en heeft een aantal gevolgen. Ik wil er over praten, als we na grondig studiewerk van oordeel zijn dat dit een goed instrument zou zijn om onze veiligheid te verbeteren. En als dit kan voor een redelijke prijs en met garanties voor de privacy en de gezondheid. Ik wil niet volledig neen zeggen maar dan moeten we onderzoeken in welke omstandigheden we dat gaan inzetten, waar precies, voor welke vluchten …, de praktische zaken dus. Maar eerst moeten we het hebben over het principe: gaan we voor die bodyscanner kiezen of niet. U zei zojuist dat het rapport verwacht wordt tegen begin april. Als het rapport positief is, wanneer zouden de bodyscanners dan effectief geplaatst kunnen worden? Het rapport zal voorwerp zijn van debat. Indien er een consensus bestaat om er effectief mee door te gaan, dan zal er waarschijnlijk in de zomer een wet gemaakt worden. Als vandaag al een aantal luchthavens de bodyscanner gebruikt zonder dat daarover Europese afspraken bestaan, dan kan dat voor mij alleen maar op een tijde-
© Saïd El Khadraoui
Saïd El Khadraoui “Wat er gebeurd is in Detroit was niet zozeer een probleem van bodyscanners. Dat was een probleem van een gebrek aan samenwerking”
lijke basis, als een soort test. Indien wij van oordeel zijn dat de bodyscanner geen goed idee is, dan ga ik, en hopelijk nog vele anderen, ervoor pleiten dat ook op die bepaalde luchthavens de scanners weer verdwijnen. Het zou verkeerd zijn, ook vanuit een veiligheidsoogpunt, dat in een aantal luchthavens een bodyscanner geïnstalleerd wordt en in andere niet. Dan zouden de mogelijke terroristen gewoon even naar een andere luchthaven gaan en van daaruit het vliegtuig nemen. Dat heeft dus geen enkele zin. Ik pleit voor een Europese aanpak: ofwel overal wel ofwel nergens. Maar laten we dat debat voeren op basis van argumenten, cijfers en studies om dan met kennis van zaken een beslissing te nemen. Dus de initiatieven op bijvoorbeeld Schiphol en Heathrow vindt u niet goed omdat het een eigen beslissing is zonder rekening te houden met Europese richtlijnen? Absoluut. Ik begrijp dat men snel wil reageren op een aanslag of een poging tot aanslag en dat er druk is vanuit de media en de publieke opinie om iets te ondernemen. Maar we moeten verstandig blijven want iets als een bodyscanner heeft grote consequenties. Dus ik pleit ervoor om in dit soort situaties even afstand te nemen en dat grondig te onderzoeken. Ondertussen kunnen er al tijdelijke maatregelen genomen worden, bijvoorbeeld door systematisch iedereen te fouilleren. Zodanig dat men bij dreiging effectief een grotere veiligheid kan geven. Dat is iets anders dan nu al te beslissen om die bodyscanners te plaatsen zonder dat het grondig onderzocht werd.
Wat met Zaventem? Na de verijdelde aanslag die een Nigeriaanse passagier met Kerstmis wou plegen op een vlucht tussen Schiphol en Detroit, werden er op verschillende luchthavens extreme maatregelen getroffen. Zo hebben onder andere Schiphol en Heathrow bodyscanners aangekocht. Deze scanners geven de mogelijkheid om te zien of mensen onder hun kleren springstof ©Pieter Gerretzen meesmokkelen, die bij het fouilleren niet gevonden wordt. Op Brussels Airport, de luchthaven van ZavenJan Van der Cruysse tem, is er een extra fouillering op de vluchten richting de Verenigde Staten. Volgens woordvoerder Jan Van der Cruysse wachten ze hier op Europa vooraleer bodyscanners te plaatsen. “Beslissingen in verband met de veiligheid op de luchthaven worden niet door Brussels Airport genomen”, aldus Van der Cruysse. “Het is het directoraat-generaal Luchtvaart van de Belgische overheid die de beslissingen neemt. Daarom wordt er gewacht met de aankoop van bodyscanners totdat er door het Europees Parlement een uniforme regel over de privacy wordt vastgelegd voor alle Europese luchthavens.” Het Parlement onderzoekt nu de gevolgen die een bodyscanner kan hebben op de privacy en de gezondheid van de passagiers. “Maar het is duidelijk dat ze ook een positieve bijdrage kunnen leveren tot de veiligheid van de passagiers.” Het zullen wellicht diezelfde passagiers zijn die voor de kosten zullen opdraaien. Een bodyscanner is duur en zal onrechtstreeks via een security-opslag of in de prijs van een ticket verrekend worden. “Het is niet duidelijk wat een bodyscanner zal kosten. Dat hangt af van de hoeveelheid en bij welke leverancier je ze bestelt.” Daarnaast bestaan er ook verschillende soorten bodyscanners. Alain Establier, directeur van Airport Security Consulting, zegt zelfs dat de bodyscanners die Schiphol aangekocht heeft “de aanslag nooit had tegengehouden”. Van der Cruysse laat het “aan anderen over om daar commentaar op te geven.”
A lot of airports have decided to take extreme safety measures. They were taken soon after the failed attack of last Christmas, when a Nigerian passenger, Umar Farouk Abdulmutallab, tried to blow up a plane on a flight between Schiphol and Detroit. One of the measures was the purchase of body scanners, which are already in use in Heathrow and Schiphol. The body scanner captures the whole body and allows to see whether people smuggle explosives under their clothes, which are not found when passengers are searched. The images that are captured by the scanner are said to be immediately deleted after the passenger has gone through the body scanner. But the body scanner is just one of the tools that is used in a broader security policy. It can only detect the explosives that are on the body, but it cannot detect the explosives that are swallowed or concealed in the body otherwise. The scanners are also extremely expensive, and it is not the passengers, but the national governments that must guarantee the financing of security measures. The body scanner causes a lot of controversy. Both the pope and some Muslim leaders have already called for people not to go through the scanner, but for some people safety comes first and thus they are willing to go through a full body scan. Some European airports have already placed a number of body scanners without any European agreements. The European Parliament is examining the consequences that a body scanner can have on the privacy and the health of passengers. A report by the European Commission is expected by April.
EN
De nombreux aéroports ont décidé de prendre des mesures de sécurité plutôt extrêmes. Les mesures ont été prises peu après Noël, quand un passager nigérien, Umar Farouk Abdulmutallab, a tenté de faire sauter un avion sur un vol entre Schiphol et Detroit. L’une des mesures a été l’achat de scanners corporels. Les scanners sont déjà en usage dans les aéroports de Heathrow et de Schiphol. Le scanner corporel saisit le corps entier et fournit la capacité de voir si les gens portent des explosifs sous leurs vêtements, qui n’avaient donc pas été trouvées lorsque les passagers sont fouillés. Les images utilisées seraient immédiatement supprimés après que le passager passe par le scanner corporel. Mais le scanner corporel n’est que l’un des outils dans une politique de sécurité qui est plus ample. Il est extrêmement coûteux, et il peut uniquement détecter les explosifs qui se trouvent sur le corps, mais il ne peut pas détecter les explosifs qui sont avalés ou dissimulés dans le corps autrement. Le scanner corporel provoque beaucoup de controverse. Même le Pape et des dignitaires musulmans ont déjà appelé les gens à ne pas passer par le scanner. Certains aéroports européens ont déjà installé un certain nombre de scanners corporels sans un accord européen. Le Parlement européen examine les conséquences qu’un scanner corporel peut avoir sur la vie privée et la santé des voyageurs. Un rapport de la Commission européenne est attendue pour avril.
FR
Erasmix magazine
21
Europa: onbekend, onbemind en onbegrepen Thema 4 - Onderwijs, cultuur en media
Wat weet de burger over Europa? Vrijwel niets, zo blijkt. Europa is voor velen een vreemd begrip, een bureaucratische doolhof vol ingewikkelde en ontoegankelijke geheimen. De bevolking verliest haar interesse in Europa, als die er überhaupt al was, terwijl de macht van de Europese Unie alsmaar groter wordt. Na vijftig jaar steekt het euroscepticisme bij burgers en politieke partijen steeds meer de kop op. Maar waarom heeft een opkomende grootmacht zoals Europa zoveel wantrouwige burgers? En welke rol spelen de media op de eurosceptische scène? Dorothée Henno en Dieter Hautman Een aanzienlijk deel van de burgers en sommige politieke partijen nemen een kritische houding aan tegenover Europa. Studies bevestigen dat burgers vrijwel niets afweten van hun eigen Europa, mede doordat er in de media te weinig aandacht aan de EU wordt besteed. Een perfect voorbeeld daarvan was het referendum in Ierland rond het Verdrag van Lissabon. Heel Europa was geschokt toen bekend raakte dat de Ieren massaal tegen het Verdrag hadden gestemd. Overal werd gespeculeerd over de redenen van dit onthutsende “neen”. Volgens sommigen kwam dat omdat de Ieren tegen abortus zijn, volgens anderen was het uit vrees voor migranten. De jongeren zouden tegen het Verdrag stemmen uit vrees voor dienstplicht bij een Europees leger. Kwatongen beweerden zelfs dat Ierland boos was op Europa omdat de Ierse inzending voor Eurosong het niet haalde. Maar de echte reden liegt er niet om: de Ieren begrijpen de Europese Unie en het Verdrag van Lissabon niet. Uit peilingen bleek dat laaggeschoolden meer tegen het Verdrag stemden dan hooggeschoolden. Naar aanloop van een nieuw referendum investeerden de Ierse media in meer berichtgeving over Europa. Ze legden uit waar het verdrag voor staat en wat de voor- en nadelen ervan zijn. Resultaat: Ierland stemde uiteindelijk voor het Verdrag van Lissabon.
EUROPA INTERESSEERT ONS NIET
Naast de onwetendheid is er ook het gebrek aan interesse dat vandaag bij veel burgers heerst. Volgens Chris Aalberts, docent en onderzoeker politieke communicatie in Rotterdam en Antwerpen, hebben burgers nochtans iedere dag te maken met Europa zonder dat ze er zelf bij stilstaan. De euro, de open grenzen waardoor je vrij tussen de verschillende landen kan reizen, de projecten rond internationale studentenuitwisselingen, ... Maar dit levert voor hen vaak geen beeld van Europa op. Net omdat ze onwetend zijn, hebben veel Europeanen gewoon geen mening over de EU. Chris Aalberts heeft onderzoek gevoerd naar de relatie tussen burgers en de politiek in Nederland. “Aan de ene kant zijn er enquêteonderzoeken die aantonen dat burgers positief staan tegenover het Nederlandse lidmaatschap van de EU en dat ze zich deels Europeaan voelen. Dat wordt dan tegengesproken door andere enquêtes die laten zien dat burgers zich zorgen maken over de toenemende uitbreiding en Erasmix magazine
22
dat ze bijvoorbeeld tegen de euro zijn. Algemeen is het redelijk om aan te nemen dat vele burgers geen mening hebben over de EU, omdat ze er nooit echt over nadenken.”
EUROSCEPTICISME EN DE MEDIA
Net als desinteresse en onwetendheid is het euroscepticisme de voorbije jaren aan een opmars bezig. Het euroscepticisme kan omschreven worden als een kritische houding die wordt aangenomen ten opzichte van de EU. Deze houding vindt steeds meer ingang bij verschillende politieke partijen en ook bij een deel van de burgers. Heeft de beperkte berichtgeving over Europa hierop een invloed? Met andere woorden, hebben de media een aandeel in het eurosceptische gevoel dat bij een aantal burgers heerst? Volgens politicoloog Hendrik Vos wel. “De media hebben een verantwoordelijkheid, omdat ze soms vooroordelen over de EU gewoon lijken te bevestigen, zonder uit te zoeken hoe het precies in elkaar zit.” Ook de nationale politici en het Europees beleid zelf dragen een deel van de verantwoordelijkheid. “De nationale politici hebben de neiging om de EU de schuld te geven als er iets fout loopt. Kijk maar naar de treinramp in Buizingen, waar de EU al vrij snel met de vinger werd gewezen. Omgekeerd gebeurt het dat ze gaan lopen met de pluimen als de EU leuke dingen doet. Dan moet je niet verbaasd zijn dat de bevolking de EU alleen nog maar met negatieve dingen associeert”, aldus Hendrik Vos. Aalberts haalt het voorbeeld aan van de neen-stem in Nederland tegen de wijziging van het Verdrag voor de Europese grondwet in 2005. Veel kiezers stemden toen tegen omdat ze vonden dat ze te weinig geïnformeerd waren en daardoor wantrouwend stonden tegenover de EU. “In het ene land is al meer sprake van euroscepticisme dan in het andere. In de jaren vijftig had de EU-integratie automatisch legitimiteit. Iedereen vond het een geweldig idee dat Frankrijk en Duitsland zouden samenwerken, waardoor er vrede zou blijven. Daarna kwam de periode van de ‘permissieve consensus’: we waren niet meer dolenthousiast, maar hadden tegelijk wel het gevoel dat de Europese Unie geen kwaad kon. Dus steunden we het project stilzwijgend. Maar nu is er meer scepsis: mensen begrijpen eindelijk dat de EU zich met vanalles en nog wat is gaan bezighouden, maar het lijkt allemaal wat
Hendrik Vos “Europa is raadselachtig en mysterieus. Zoiets maakt de mensen wantrouwig”
© Pieter Gerretzen
©Laura Van Roey © Laura Van Roey
© Laura Van Roey
boven ons hoofd te gebeuren. Het is allemaal heel raadselachtig en mysterieus. En dat maakt mensen wantrouwig”, zegt Hendrik Vos. Toch is het maar zeer de vraag of de scepsis en het cynisme zullen afnemen naarmate journalisten meer over de Europese Unie berichten. Andreas Schuck, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, vreest precies het tegenovergestelde. “Vooral mensen met weinig politiek bewustzijn krijgen door de berichtgeving over de Europese integratie een nog grotere afkeer van de EU. Daartegenover staat; hoe groter het politieke bewustzijn, hoe positiever de houding tegenover de EU.”
KLOOF MET EUROPA
Sommigen poneren dat de media de burgers niet genoeg informeren. Hier moeten echter wel een aantal zaken in acht genomen worden om een genuanceerd beeld te vormen. In kwaliteitsmedia zoals De Standaard, De Tijd en Radio1 valt het aanbod van Europees nieuws best wel mee. Aan de andere kant is het aanbod in de populaire, en bijgevolg meest gelezen media heel wat minder. “Dat is best wel gek, want op EU-niveau worden massaal veel meer beslissingen genomen dan op nationaal niveau, terwijl de aandacht ervoor precies omgekeerd evenredig is”, aldus Hendrik Vos. Volgens Chris Aalberts is het volstrekt normaal dat er weinig nieuws over de EU is. “Men kan journalisten niet verwijten dat ze de agenda van de burger volgen. Daar staat Europa nu eenmaal niet op en dat zal vermoedelijk nog lang zo blijven. Europa is per definitie ver weg en abstract en dat is niet gemakkelijk op te lossen.” We doen toch een poging. Hoe kunnen de media ervoor zorgen dat er wel meer informatie naar de burgers doorsijpelt? Maar vooral, wat gaat er mis in het hele berichtgevingsproces? Hendrik Vos denkt er zo over: “De Europese Unie heeft vijftig jaar lang niet zo goed en helder gecommuniceerd. Er is een kloof ontstaan tussen de burgers, waartoe ook de journalisten behoren, en Europa. Journalisten weten vaak zelf niet zo goed hoe het allemaal werkt, en dat weerhoudt hen ervan om over de EU te berichten. Journalisten zouden ook meer moeten focussen op leuk of spannend nieuws in verband met de Eu-
ropese Unie. Want dit nieuws is er wel, het vraagt enkel een investering voor redacties. Je moet namelijk eerst al gaan uitzoeken hoe het allemaal in elkaar zit, en daar heb je wel even de handen aan vol.” Frans Boogaard, correspondent in Brussel voor het Nederlands Algemeen Dagblad en tevens bestuurslid van de API (Association de la Presse Internationale) denkt er hetzelfde over. “Als je ziet hoe gering de belangstelling voor Europa onder Nederlandse politici is, mag je van de burger niet méér verwachten. Journalisten doen hun best om Europa verstaanbaar over te brengen naar het grote publiek, maar ze hebben te weinig tijd omdat ze over zoveel domeinen moeten berichten. De meesten zijn al blij als ze de actualiteit kunnen volgen en een enkele keer een achtergrondstukje kunnen schrijven. Het is heel erg jammer en ook gevaarlijk dat er zoveel onwetendheid is. Europa zou er niet slechter van worden als het door zijn 500 miljoen burgers, hun nationale parlementariërs en de media flink op de vingers zou worden gekeken. Dat zou de democratie alleen maar sterker maken.”
GEEN SEXY NIEUWS
Hoe komt het dan dat Europa zo moeilijk in beeld kan worden gebracht? Heeft dat te maken met de complexiteit van de Europese Unie? Hendrik Vos: “Het lijkt complex, maar in essentie is EU-politiek zeker niet ingewikkelder dan Belgische politiek. Het dossier Brussel-HalleVilvoorde is bijvoorbeeld oneindig veel complexer dan een gemiddeld EU-dossier. Het probleem is dat er een heel sterke neiging is om altijd naar compromissen te zoeken, en die zijn zelden sexy. Iets wordt maar interessant voor de media als er een conflict mee gepaard gaat, en er dus strijd is. In de EU lijkt conflict vaak te ontbreken. Het is er wel, maar het wordt vaak verdoezeld. Europese politici spelen te vaak ‘diplomaat’. Als Europese politici elkaar ontmoeten gaan ze voor de camera’s altijd heel vriendelijk met elkaar om, terwijl ze achter de schermen elkaars nek zouden kunnen omwringen. Voor de media zou het veel interessanter zijn als die machtsstrijd meer openlijk zou gevoerd worden.”
Frans Boogaard “Europa zou er niet slechter van worden als het door zijn 500 miljoen burgers, hun nationale parlementariërs en de media op de vingers zou worden gekeken” Erasmix magazine
23
GOEDNIEUWSSHOW
Chris Aalberts “Europa staat nu eenmaal niet in de agenda van de burger en dat zal vermoedelijk nog lang zo blijven”
© Chris Aalberts
Frans Boogaard gelooft dat journalisten met een beetje inzet makkelijk door de façade van de instellingen en politici kunnen kijken. “Het is waar dat vooral de Europese Commissie met haar dagelijkse middagbriefing nogal eens probeert er een goednieuwsshow van te maken, maar als je hier wat langer rondloopt kijk je daar natuurlijk dwars doorheen. Bij het Parlement en de Ministerraad is het beeld sowieso genuanceerder, omdat de diverse groepen binnen de instellingen lang niet altijd gelijklopende opvattingen hebben. En dan heb je ook nog het machtsspel tussen de drie instellingen onderling en andere krachten daarbuiten, zoals werkgevers en werknemers, milieu- en andere belangengroepen en de lobbyisten. Kritisch over de EU schrijven is dus geen enkel probleem, je wordt met voldoende informatie gevoed.”
PROPAGANDA
Een steeds terugkerend verhaal is dat de EU-instellingen vaak alleen positief nieuws naar buiten brengen, terwijl ze zelf beweren volledig transparant te zijn door alles wat ze doen onder andere op het internet aan te bieden. De algemene secretaris van de API (Association de la Presse Internationale), Henri De Heyn, heeft zijn eigen kijk op de visie en communicatie van de EU-instellingen en hoe de media daarmee omgaan. Volgens hem besparen de media omdat ze menen rustig te kunnen steunen op de informatie die de EU-instellingen op het internet beschikbaar stellen. De instellingen beschikken nu ook over huisfotografen die de evenementen in beeld brengen en dit materiaal kosteloos ter beschikking stellen. “Het is een permanente strijd voor de professionele fotografen en cameraploegen om een gelijkwaardige toegang te verkrijgen tot de instellingen. Redactioneel materiaal wordt meer en meer intern door EU-beambten aangemaakt en ter beschikking gesteld van de journalisten zonder dat de eigenlijke bron herkenbaar is.” De Heyn stelt dat dergelijke praktijken wel heel dicht bij propaganda komen.
ONDERBEMAND
Henri De Heyn “De media besparen door de informatie die de EUinstellingen op het internet zetten” Erasmix magazine
24
Vorig jaar zijn niet minder dan honderd EU-correspondenten uit Brussel weggetrokken. Dit jaar pakten er nog eens vijftig hun journalistieke koffer. “Kranten moeten noodzakelijke besparingen doorvoeren. Talrijke correspondenten van Franse, Italiaanse, Zwitserse, Ierse en ook Baltische kranten zijn uit Brussel teruggeroepen. Bij de Franse krant Le Monde werd het aantal EU-correspondenten gehalveerd”, aldus Henri De Heyn. Dat minder journalisten over een steeds groter en machtiger wordend Europa verslag moeten uitbrengen, heeft nefaste gevolgen voor de kwantiteit van Europees nieuws. In Brussel zijn er een negenhonderdtal correspondenten uit alle EU-staten en nog enkele uit China, Japan, Rusland en de VS. “Er zijn 27 lidstaten, een Ministerraad die acht maanden per jaar in Brussel en drie maanden per jaar in Luxemburg vergadert, meer dan 750 parlementariërs die drie weken per maand in Brussel en één week per maand in Straatsburg vergaderen, en dan nog zo’n 15.000 lobbyisten en 38.000 ambtenaren. En dan doen alle correspondenten er nog eens de NAVO en België zelf bij. Het is duidelijk dat wij niet in staat zijn om echt de waakhond uit te hangen, daarvoor zijn we onderbemand”, stelt Frans Boogaard van de API.
Recently euroscepticism has increased. Citizens and some political parties take a critical attitude towards Europe. The media covers stories about the EU, but the journalists are limited and the stories are often insufficient to make the citizens understand the matters concerning Europe. According to political scientist Hendrik Vos it is possible to gather very exciting and attractive news in Brussels for the EU-correspondents, but they often have not enough time to profound themselves in the topics or increase their knowledge in the subject. It also requires a heavy investment of the editors. The responsibility for the low EU-coverage is not only the media’s fault. The national politicians and EU policies themselves also have quite a responsibilty.
EN
Compared to fifty years ago, today more people understand that the EU is working on a lot of things, but it seems to happen beyond their range. Europe is enigmatic and mysterious, and that makes people suspicious. There is a gap between the citizens and Europe, and that’s caused by years of poor communication. Frans Boogaard, a EU correspondent, says that it is not difficult for journalists to look throug the facade of the EU institutions. It is important to maintain a balanced picture. The institutions are taking over the tasks of journalists and disseminate information through channels like the Internet. The watchdog function of media is thus compromised. Ces dernières années l’euroscepticisme gagne en force. Les citoyens et certains partis politiques prennent une attitude critique envers l’Europe. Les médias font des reportages sur l’UE, mais ils sont limités et souvent insuffisants pour faire comprendre le citoyen les problèmes de l’UE. Selon le politologue Hendrik Vos il y a des nouvelles très excitant et attrayant a trouver à Bruxelles pour les UEcorrespondants, mais ils ont souvent pas assez de temps pour rechercher ou de s’approfondir dans le sujet. Elle exige également un investissement lourd de la rédaction. La responsabilité de la faible couverture sur l’UE n’est pas seulement la faute des médias. Les hommes politiques nationales et la politique de l’UE portent aussi une grande responsabilité. Comparé a il y a cinquante ans, les gens aujourd’hui comprennent que l’UE s’occupe de beaucoup de choses, mais il semble que tout ce passe au dessus de leur tête. L’Europe est énigmatique et mystérieuse, et sa rend les citoyens suspectes. Il existe un fossé entre le citoyen et l’Europe, ce qui est la cause d’années de mauvaise communication. Frans Boogaard, correspondant de l’UE, affirme que ce n’est pas difficile pour les journalistes de regarder derrière la façade des institutions de l’UE. Il est important de conserver une image équilibrée. Les institutions prennent de plus en plus les tâches des journalistes et diffusent des informations par des canaux comme l’Internet. La fonction de surveillance des médias est donc compromise.
FR
Werken in het hart van de EU
De Finse Tuuli Huttunen, net de veertig gepasseerd, is een echte globetrotter. Ze is geboren in Helsinki, maar intussen kent ze de Europese landen als haar binnenzak. Ze werkte in Italië en Spanje als reisbegeleidster en ze werkte voor een Finse luchtvaartmaatschappij. Maar sinds 2004 woont ze in Brussel en is ze ambtenaar bij de Europese Commissie. In België voelt ze zich thuis. Laura Van Roey en Benoit De Freine. Foto’s: Laura Van Roey “Bijna zes jaar geleden kwam ik naar Brussel, met een diploma marketing en reclame, om te werken voor de Europese Commissie. Als ambtenaar werk ik voor de dienst van woordvoerders onder Barosso. Ik ondersteun een team dat bestaat uit 105 medewerkers. Ik organiseer er missies en zakenreizen, en taalen IT-trainingen voor ambtenaren. Wat er ook gebeurt in de wereld, medewerkers van de Commissie gaan altijd ter plaatse. Er zijn nu twee van onze mensen in Haïti.”
er niet bij. De Commissie is geen uitzendbureau.” Momenteel werken er zo’n 100.000 expats in de Belgische hoofdstad. Dat is goed voor tien percent van de Brusselse bevolking. Brussel is de op drie na belangrijkste zakenstad van Europa. Jaarlijks worden 60.000 tot 70.000 vergaderingen georganiseerd met meer dan 7 miljoen deelnemers.
maanden op hotel
“Brussel is een fantastische stad. Een beetje zoals New York, maar dan kleiner. Alles wat je nodig hebt ligt op wandelafstand van elkaar. Ook heel positief aan Brussel is de aansluiting met de rest van Europa. Vanuit Brussel geraak je makkelijk naar het buitenland. In Finland is dat heel anders. Ofwel neem je de boot ofwel stap je op het vliegtuig, meer is er niet. Korte uitstappen zijn daar erg moeilijk te realiseren.”
EEN WARM WELKOM
Elk jaar komen een groot aantal ambtenaren en stagiairs naar Brussel om er te werken voor een Europese instelling. De piek van nieuwkomers ligt in september. De Europese instellingen begeleiden hun buitenlandse werknemers zo goed mogelijk wanneer ze naar Brussel verhuizen. Zo heeft elke instelling een eigen verwelkomingsdienst. Er zijn ook organisaties, zoals Brussels Relocation of Verbindingsbureau BrusselEuropa (VBE), die nieuwkomers helpen integreren in hun nieuwe omgeving. Met talloze vragen en praktische zaken kunnen ze bij deze organisaties terecht. Ze kunnen zelfs rijlessen aanvragen om de Belgische verkeersregels onder de knie te krijgen of om hulp te krijgen wanneer ze zich inschrijven in de nieuwe gemeente. In oktober wordt het jaarlijks evenement ‘Welcome Fair’ georganiseerd, in samenwerking met het Brusselse Gewest, om de internationale gemeenschap kennis te laten maken met België en zijn inwoners.
“De Commissie heeft me enorm geholpen toen
De laatste jaren werken de Europese instellingen steeds meer met kortere contracten. Het gevolg is dat werknemers maandenlang op hotel moeten verblijven. Door de Thalys, de Eurostar en goedkope vluchten wordt er meer gependeld. Dit is niet bevorderlijk voor de sociale en culturele integratie in de hoofdstad. Maar Huttunen heeft een vast contract bij de Europese Commissie. Zelfs al zou ze haar job bij de Commissie niet kunnen behouden, toch is ze er van overtuigd dat ze ander werk in Brussel zou zoeken.
BELGIE, MIJN THUIS
ik naar Brussel “Twee keer per jaar ga ik terug naar Finland. Dat is “Toen ik hier kwam wonen, had ik het niet moeilijk genoeg voor mij. Mijn familie vraagt me steeds of ik om mij aan te passen. De Commissie heeft me hierbij voor Kerstmis naar mijn geboorteland wil terugkomen. kwam” goed geholpen, ze zorgden voor een werkvergunning, Maar dan antwoord ik dat mijn thuis hier is, in België. identiteitskaart en enkele andere praktische zaken. Ik Dierbaren komen me wel regelmatig hier bezoeken. ben alleen naar Brussel gekomen, maar expats (perDan toon ik ze de leuke plekjes van België. Bijvoorsonen die voor langere periode in het buitenland verblijven, nvdr) beeld Antwerpen of de kust. met een gezin hebben zeker de begeleiding nodig. De EU begeleidt Het enige dat ik mis van Finland is de zee. Ik woonde in een huis dat hen bij het zoeken naar een woning, een school voor de kinderen, tweehonderd meter van de zee lag. En eigenlijk is er nog wel iets dat helpt hen in contact te komen met de internationale gemeenschap ik mis, namelijk de frisse lucht. België is een van de meest vervuilde en bij het leren van de nieuwe taal. Werk zoeken voor de partner is landen van Europa. Maar in Finland is de lucht nog fris.” Tuuli Huttunen, née en Finlande, est une réelle citoyenne européenne. Elle a travaillé dans différents pays européens et depuis 2004, elle travaille au département des porte-paroles de la Commission Européenne à Bruxelles. Lorsqu’elle est arrivée à Bruxelles, la commission l’a aidée dans des démarches importantes comme sa carte d’identité et son permis de travail. Chaque année, tout comme Huttunen, de nombreuses personnes viennent dans notre capitale. Chaque institution européenne a son propre département d’accueil. D’autres organisations, comme Brussels Relocation, aident les nouveaux arrivés avec leur intégration dans leur nouvel environnement.
FR
Tuuli Huttunen, born in Finland, is a true citizen of Europe. She EN has worked in several European countries and since 2004 she works for the spokespersons department of the European Commission in Brussels. She loves her work. When she moved to Belgium, the Commission helped her with some important things, like her ID-card and work permit. Each year, just like Huttunen, many officials come to our capital. Every European institution has its own welcome department. Other organizations, such as Brussels Relocation, help newcomers integrate into their new surroundings. Especially expats with family can use the support very well. Erasmix magazine
25
Geen blockbusters voor Europa
Europa wordt steeds sterker op politiek en economisch vlak, maar cultureel zijn we nog altijd zeer gefragmenteerd. Zo ook in de filmindustrie. Hoe kan Europa dan ooit concurreren met de Amerikaanse filmindustrie en willen we dat überhaupt wel? Wij spraken met Luckas Vander Taelen, tot 2005 intendant van het Vlaams Audiovisueel Fonds, intussen Vlaams Volksvertegenwoordiger en ook docent aan de Brusselse filmschool Rits.
Benoit De Freine en Laura Van Roey
Cinema is een Europese uitvinding, toch heeft de Amerikaanse film de overmacht in Europa. Tot in de jaren 70 en 80 domineerde de Europese film eigenlijk de wereldcinema. Je had toen echt niet het gevoel dat de Amerikanen een dominante rol zouden gaan spelen. Met ‘Jaws’ van Steven Spielberg kwam daar verandering in, dat was een echte ommekeer. Hij maakte ook deel uit van een zeer getalenteerde generatie van regisseurs zoals George Lucas en Francis Ford Coppola. Momenteel is Hollywood veranderd in de thuishaven van al het creatief talent van de wereld. Een soort Champions League van de film zeg maar. De meeste mensen die er werken, zijn trouwens ook ingeweken Europeanen. In welke mate verschilt de financiering van films tussen Europa en Amerika? Hier in Europa zijn alle films gemaakt met overheidssubsidies, die heel belangrijk zijn. In Amerika is dat omgekeerd, daar is alles commercieel en wordt er niks met overheidsgeld gemaakt. En dat is een fundamenteel probleem. Door hun gigantische interne markt van ongeveer driehonderd miljoen Engelstalige inwoners zijn de inkomsten van een film er bijna grenzeloos. Kijk naar ‘Avatar’, de duurste Amerikaanse film ooit was al na amper één maand uit de kosten! Amerikanen proberen ook altijd een hype te creëren rond een film. En dat kost hopen geld. Systematisch wijden ze zo een 15 à 20% van hun budget aan promotie. Kan een film als ‘Avatar’ dan ook hier in Europa gemaakt worden? Dat is een fundamentele vraag. En daar zijn we tot op heden nog niet uitgeraakt. Maar de vraag is, willen we dat wel? Europa is een mengelmoes van culturen. In de jaren 80 zijn er enkele Europese films geproduceerd, de zogenaamde ‘Europuddingfilms’, die een samenwerking waren tussen zes landen en waarin acteurs uit verschillende landen meespeelden. Dat leek nergens op en het sprak ook niemand aan. We hebben in Europa wel enkele grote studio’s die kunnen concurreren met die uit Amerika. Zo heb je o.a. in Potsdam de grootse studio van Europa waar onder meer ‘The Pianist’ van Roman Polanski werd opgenomen. Europese blockbusters zijn zo goed als onbestaand. Aan wat is dit te wijten? In Europa is elke film verschillend. Wat een blockbuster in Frankrijk is, slaat bijvoorbeeld nergens anders aan. Kijk naar ‘Loft’, het grootste Belgische kassasucces ooit. Als die uitkomt in Nederland breekt de film niet door. Blijkbaar hebben ze daar geen behoefte meer aan Vlaamse acteurs uit de Scheldestad. Daarom wordt er nu zelfs een
Erasmix magazine
26
remake van ‘Loft’ gemaakt in Nederland. Een ander voorbeeld is ‘De zaak Alzheimer’. Die is ook uitgekomen in Frankrijk en heeft er goede kritieken gekregen, en toch loopt het Franse publiek er niet warm voor. Dat is trouwens typisch iets voor Europeanen, we zijn allemaal zo eigenzinnig. Als we naar de biosoop gaan, willen we de acteurs kennen en naar onze eigen taal luisteren. Daarom spreken Amerikaanse films ook zo aan. Tegenwoordig spreekt iedereen Engels en acteurs en actrices uit Hollywood kennen we ook allemaal. Als er dan eens een film is die goed werkt in Europa, zoals bijvoorbeeld ‘Iedereen Beroemd’ van Dominique Deruddere, kopen de Amerikanen meteen de rechten ervan op. Waarom doen ze dit? Gewoon om de concurrentie voor te zijn. De vraag is natuurlijk of de remake er dan ook effectief komt. Wat houdt het filmbeleid van de EU in? Wat Europa probeert is om kleinschaliger te werken. Zo geeft Europa extra geld aan films en worden onafhankelijke producties gesteund door Europese labels. Elk land kan een aanvraag indienen in de scenariofase. En in principe komt elke productie in aanmerking voor financiële steun vanuit Europa. Op welke manier dien je zo een aanvraag in? Als je steun zoekt voor je project, ga je nooit rechtstreeks naar Europa. Je moet altijd eerst in eigen land een filmfonds aanspreken. Daar leg je dan om te beginnen een plan voor hoe je je film wil financieren. En dat is een ingewikkelde procedure. In eerste instantie vraag je geld aan om een scenario te laten schrijven. Daarna vraag je geld om je film verder uit te werken. De volgende stap is om met een producent te gaan praten, die dan op zijn beurt op zoek gaat naar het geld. Op basis van deze zoektocht maakt hij dan een dossier aan. In laatste instantie stap je dan met dit dossier naar Europa om een aanvraag in te dienen. Geldt dit ook voor kleine producties? Dat zijn wat men noemt de ‘auteursfilms’. Films die met minder geld gemaakt worden en een kleiner publiek trekken. Hier bestaat al een tijdje een discussie rond over het feit of we vanuit Europa auteursfilms moeten stimuleren of enkel films die het grote publiek aanspreken. Ik heb altijd gepleit om beide te doen. Die politiek hebben we trouwens bij het Vlaams Audiovisueel Fonds al ingevoerd. Wij gaan er namelijk van uit dat je geen gezonde Vlaamse filmindustrie kan hebben zonder een evenwicht tussen de twee. Volgens dat beleid heeft een Vlaamse auteursfilm als ‘Linkeroever’ evenveel recht op subsidies als een kaskraker zoals ‘Loft’.
© Benoit De Freine
Als Europa dan sponsort, kijkt het dan ook toe op de kwaliteit van het project? Tijdens de realisatie van het project zal Europa je zeker niet op de vingers kijken. Daarvoor bestaat er een jury die scenario’s leest in de aanvraagfase van de subsidies. Wel kan er eens een controle van het project zijn, maar dat is dan om te kijken of er geen geld in eigen zak verdwijnt. Als je geld krijgt moet je er uiteraard ook iets mee doen.
Luckas Vander Taelen “In principe komt elke productie - hoe kleinschalig ook - in aanmerking voor financiële steun vanuit Europa”
Claude Diouri “Doordat het budget verdeeld moet worden over zo’n 500 Europese cinema’s, blijft er niet veel over per bioscoop” © Benoit De Freine
Is er ook kritiek op het filmbeleid dat Europa momenteel voert? Vanaf het moment dat er een subsidiebeleid gevoerd wordt, rijst er altijd kritiek en discussie. En dat is maar normaal ook. Er zijn mensen die meer krijgen, er zijn er die minder krijgen en er zijn er zelfs die helemaal niks ontvangen. Een kritiek is zeker dat er onvoldoende geld is. Eigenlijk is een film een vreemd gegeven. Je kan nooit op voorhand weten of het zal aanslaan of niet. ‘Bienvenue chez les Ch’tis’ is daar en goed voorbeeld van. Wie had ooit gedacht dat die film in Frankrijk zo succesvol zou zijn? Een film over een postbode, afkomstig uit Zuid-Frankrijk, die in het noorden moet gaan werken. Als je dat leest, is dat een heel flauw scenario. En toch werkt het.
Claude Diouri koopt als distributeur films over de hele wereld aan die hij daarna verdeelt over cinema’s in de Benelux. Daarnaast verzorgt hij ook de programmatie van Actor’s Studio en Styx, twee Brusselse bioscopen. “In Europa is er een organisatie met de naam Eurocinema die instaat voor financiële hulp aan bioscopen die Europese films vertonen. Zo hebben we hier in Brussel de bioscopen le Vendôme, Flagey en de Actors Studio die alledrie steun krijgen voor het vertonen van deze films. Op die manier weten Europese cinema’s zich wel te handhaven. Dat is ook te zien aan de vooruitgang die we ieder jaar boeken. In 1990 hebben we Actor’s Studio, die voorheen Rivoli heette, overgenomen. Voordat we ons zijn gaan bezighouden met de programmatie hebben we ons eerst om het comfort van de bezoekers bekommerd. Dit deden we door te zorgen voor betere beelden, zetels en een beter onthaal. In 2000 hebben we zelfs een derde zaal kunnen bijbouwen. Sindsdien vertonen we niet alleen Europese, maar ook belangrijke of interessante Chinese en Afrikaanse films. In 1990 hadden we ongeveer 12.000 bezoekers per jaar, nu zijn dat er 50.000 geworden. Door onze ticketprijzen democratisch te houden op zo’n 6 euro worden we wel niet rijk. Als we morgen 8 of 9 euro zouden gaan vragen, zouden we wel geld verdienen, maar ik vind niet dat bezoekers daar de dupe van moeten zijn. Europa geeft veel geld, maar doordat het budget verdeeld moet worden over zo’n 500 Europese cinema’s, blijft er niet veel over per bioscoop. De grote cinema’s slokken het grootste deel van dat budget op. Een kleine cinema als de onze krijgt ongeveer 15.000 euro per jaar. Ik ben zeker niet tevreden met wat we krijgen, maar ik kan moeilijk geld gaan stelen.”
Until the 80s, Europe was the dominant player in the filmindustry. The movie ‘Jaws’ of U.S. director Steven Spielberg was an important turning point. Along with Francis Ford Coppola, George Lucas and others, they have formed a very successful generation. Today, Hollywood is a haven for all the creative talent from all over the world. European films mainly rely on public support, in contrast to America where everything is commercialized. Because of that, it is almost impossible to make a film like ‘Avatar’ in Europe. The European Union is trying to promote the European film through grants, but overtop America’s filmindustry is not the ambition of Europe. If someone is looking for financial help for a filmproject, that person must always first ask for help in his own country, then he can go to the EU. Besides the limited financial resources, there are other problems for Europe. On cultural level we are very stubborn. We are set on or own culture and language. Claude Diouri, distributor of European films for the Benelux and programmer of the Actor’s Studio and Styx in Brussels, says that the European cinema is making progress. “In 2000 we even build a third room in the Actor’s Studio. Today we have annually 50,000 visitors, while in 1990 there were only 12,000. We also show important Chinese and African films.” According to Mr. Diouri Europe has a lot of money, but the money is for 500 different European cinemas. “But of course the EU must divide money in many areas, including for agriculture or fisheries,” he says. “I’m certainly not happy with what we get, but I can hardly go steal the money...”
EN
Jusqu’aux années 80, l’Europe était le joueur dominant dans l’industrie du film. Le film ‘Jaws’, du réalisateur Steven Spielberg c’est montré comme un moment décisif important. Ensemble avec Francis Ford Coppole, George Lucas et d’autres, ils ont formé une génération très réussie. Aujourd’hui, Hollywood est un abris pour le talent créatif du monde entier. Les films européens retombent surtout sur le support public, en Amérique tout est commercialisé. A cause de ceci, il est presque impossible de réaliser un film comme Avatar en Europe. L’Union européenne essaie de faire la promotion en subsidiants des films européens, mais ce n’est pas l’objectif de transcender l’Amérique. Quand quelqu’un est en recherche d’aide financière pour un project de film, cette personne doit d’abord demander de l’aide dans leur propre pays. Après ils savent se tourner vers l’Europe. En dehors des resources financières limitées, il y a encore d’autres problèmes pour l’Europe. Au niveau culturel nous sommes assez têtu. Nous tenons a préserver notre propre culture et language. Claude Diouri, distributeur des films européens pour le Benelux et programmeur de l’Actor’s Studio et Styx à Bruxelles, dit que le cinéma européen fait du progres. Selon Claude Diouri, l’Europe a beaucoup d’argent, mais l’argent est pour 500 cinémas européens.“Bien sur que l’UE doit divider de l’argent en different domains, comme l’agriculture et la pêcherie. Je suis certainement pas content avec ce qu’on reçoit, mais je ne peux pas voler de l’argent.”
FR
Erasmix magazine
27
Yann Bursens © Militaryphotos.net
Zonder defensiestrategie kan de Europese Unie geen buitenlands beleid ontwikkelen. Het Verdrag van Amsterdam was in 1999 de start voor het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB). Toch bleef dat lange tijd onzichtbaar en onduidelijk. Onder Javier Solana, voormalig NAVO-topman, werd in 2003 een Europese veiligheidsstrategie ontwikkeld die voor het eerst de gemeenschappelijke veiligheidsbedreigingen vastlegde. Met het Verdrag van Lissabon stelde Europa Catherine Ashton aan als Europees minister van Buitenlandse Zaken, met als taak dat beleid te stroomlijnen en als stem te fungeren voor alle Europese lidstaten. Ellen Van Campenhout, Karen De Bruyn, Yann Bursens “Gedurende tien jaar werd Javier Solana beschouwd als het gezicht van het Europese buitenlandbeleid, maar hij is nooit in zijn opzet geslaagd”, verklaart professor Hendrik Vos van de UGent. Solana was tot vorig jaar secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie. In de jaren ‘90 had hij dezelfde functie bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Met het Verdrag van Lissabon is de functie van Hoge Vertegenwoordiger voor het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) in het leven geroepen. “Hierdoor beschikt Catherine Ashton over een budget en een diplomatieke dienst waar een duizendtal mensen werkt”, zegt Vos. “Solana had dit niet en moest zelf diplomatieke banden aanhalen en gezag opbouwen. Toch kon hij ondanks de weinige slagkracht de basis leggen voor een Europees buitenlandbeleid waaraan Ashton nu moet werken.”
Internationale slagkracht
“Het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid ( EVDB) is in 1998 ontstaan vanuit het besef dat de EU enkel een rol van betekenis op het wereldtoneel kan spelen, als ze bereid is haar verantwoordelijkheid op te nemen inzake veiligheid en defensie”, zegt Annemie Neyts (Open VLD), lid van de subcommissie Veiligheid en Defensie in het Europees Parlement. Toenmalig Erasmix magazine
28
Brits premier Tony Blair en Frans president Jacques Chirac kwamen daarover tot een akkoord in SaintMalo. Sindsdien werkt Europa aan zijn militaire capaciteiten en aan crisisbeheersing, maar ook humanitaire missies en vredesmissies worden opgestart. Het veiligheidsbeleid krijgt in 2003 voor het eerst een gezicht met een Europese civiele missie. In BosniëHerzegovina zet Europa een politiemacht op onder leiding van de Verenigde Naties (VN). In datzelfde jaar lanceert de EU met operatie Concordia ook de eerste militaire missie in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Oud-premier en huidig liberaal fractieleider in het Europees Parlement, Guy Verhofstadt, staat bekend als een voorstander van een sterke Europese Unie. Meermaals heeft hij gepleit voor één Europees leger. Volgens hem is dat noodzakelijk voor de Europese defensie. Bovendien kan het deel uitmaken van de NAVO en deelnemen aan vredesoperaties van de EU. Alleen, de grote Europese landen hebben Verhofstadt daar nooit willen in volgen. Hun defensie afstaan ging hen net iets te ver.
Militaire capaciteit vergroten
Professor Hendrik Vos stelt zich vragen bij de defen-
Annemie Neyts “Het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid is nodig, wil Europa iets betekenen op het wereldtoneel”
© Annemie Neyts
Thema 5 - Buitenlandpolitiek en veiligheid
Eenheid in defensie?
Hendrik Vos “Iedere lidstaat heeft zijn eigen zeemacht of landmacht, daardoor worden veel financiële © UGent
middelen verspild. De lidstaten moeten dus beter samenwerken” siestrategie van Europa. “Iedere lidstaat heeft zijn eigen zeemacht of landmacht, waardoor er financiële middelen verspild worden. De lidstaten moeten dus beter samenwerken”, zegt hij. Tot de taken van het Europees Defensie Agentschap (EDA) hoort ook de ontwikkeling van een internationaal concurrerende Europese markt voor defensie-uitrusting. Dat is volgens Ludo De Brabander, medewerker van de ngo Vrede vzw, geen goede evolutie. “De lobby in Europa heeft haar invloed uitgeoefend op de defensie-industrie. Dat merk je ook in de Verenigde Staten waar het defensiebeleid steeds meer politiek gestuurd wordt”, zegt De Brabander. “Wij bij Vrede vzw ijveren net voor zo weinig mogelijk activiteit in de wapen- en de militaire industrie.” Een eengemaakt Europees leger is volgens Raquel Patricio Gomes, woordvoerster van het EDA, niet de oplossing. Een doorgedreven samenwerking op vlak van bewapening is dat volgens haar wel. “We onderzoeken welke militaire capaciteit op lange termijn nodig is zodat we de lidstaten kunnen aansporen om deze te verhogen. Daarnaast moeten we maatregelen nemen om de militaire troepen van de lidstaten te standaardiseren. Dit is vandaag het grootste probleem. De budgetten voor defensie van de afzonderlijke staten worden vooral nationaal gespendeerd.” Daarom werd in 2004 het Europees Defensie Agentschap opgericht. De EU-lidstaten geven samen zowat 160 miljard euro uit aan defensie. Europa heeft als geheel voldoende middelen, maar die zijn onder de lidstaten verdeeld. In de Verenigde Staten daarentegen is het totale budget 40 procent groter en het wordt er bovendien een stuk efficiënter gespendeerd. Bovendien is er een fundamenteel verschil in militaire aanpak tussen de Verenigde Staten en Europa.”De Verenigde Staten zullen in een conflictsituatie militair ingrijpen, terwijl Europa kiest voor een civiele of diplomatieke aanpak”, zegt Ludo De Brabander. “Toch werd in het Verdrag van Lissabon afgesproken dat er een bewapeningsverplichting geldt waardoor de lidstaten hun defensiebudget moeten verhoogen. Europa lijkt dus naar een meer militaire aanpak te evolueren.”
Geen defensie, maar interventie
“Europa heeft geen defensiemacht, maar eerder een interventiemacht. De Unie kan dus beslissen om preventief in te grijpen zonder dat een ander land dreigt met een aanval”, zegt Ludo De Brabander. “Volgens mij heeft enkel de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties de bevoegdheid om te beslissen over peace-enforcement.” Dat is een instrument, gecreëerd door de VN om op te treden in conflicten. “Peace-enforcementoperaties werden bijvoorbeeld gehanteerd in Kosovo, zodat de internationale gemeenschap vrede kon opleggen aan de conflicterende partijen.” “In Kosovo trad de NAVO op zonder VN-mandaat”, zegt De Brabander. “Het gevaar hierbij is dat ook andere landen het recht in handen kunnen nemen om militair op te treden waar en wanneer ze willen.” Noch de interventie in Kosovo, noch die in Irak en in Afghanistan zijn uitgevoerd onder VN-mandaat. “Als landen optreden zonder toelating van de VN, is dat een inbreuk op de internationale veiligheidsstructuur. Volgens mij is zoiets ontoelaatbaar.” Sinds 2003 stuurt de Unie missies naar het buitenland in het kader van het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB). Intussen zijn 22 operaties gestart in de Balkan, het Midden-Oosten, Afrika en Zuidoost-Azië. Momenteel zijn er nog 12 operaties aan de gang, waarvan twee militaire en tien civiele. “Vele missies zijn niet zuiver militair of zuiver civiel”, zegt europarlementariër Annemie Neyts. “In
de praktijk levert Europa steun bij de oprichting of de opleiding van politie, douanediensten en de rechterlijke macht. Dat zijn net drie componenten van de grootste missie die de EU totnogtoe heeft ondernomen, de EULEX-missie in Kosovo.” “De Unie is gehecht aan vrede en stabiliteit”, zegt Annemie Neyts, “en niet enkel binnen haar eigen grondgebied en de onmiddellijke omgeving, maar ook wereldwijd. De EU wil ook een voorvechter zijn voor de verdediging van de rechten van de mens. Waar geen vrede heerst, daar worden mensenrechten geschonden en dat is een van de hoofdredenen om deel te nemen aan vredesmissies. De EU doet dat niet op eigen initiatief, maar meestal op verzoek van de Verenigde Naties.”
Europese troepen tegen piraterij
Momenteel zijn er Europese troepen aanwezig in de Golf van Aden nabij Somalië. Al een tiental jaar wordt de kust van Somalië geteisterd door piraten. De Golf van Aden is voor Europa een belangrijke handelsroute, omdat het een drukke transportroute is van schepen uit het Midden-Oosten. De Unie zorgt met operatie Atalanta voor een vloot van gemiddeld 15 schepen. Hun taak bestaat erin de visserij en de algemene burgervaart in internationale wateren te beschermen tegen piraterij. België stuurde in augustus vorig jaar een schip,
AFGHANISTAN Meer dan acht jaar geleden brak de oorlog in Afghanistan uit. De grote spelers waren en zijn de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Aan de Amerikaanse missie ‘Operation Enduring Freedom’, die in 2001 van start ging, namen vier Europese lidstaten deel. Dat waren Tsjechië, Frankrijk, Polen en Roemenië. EU-lidstaten die tevens lid zijn van de NAVO streden mee met de ISAF-missie (International Security Assistance Force). Voorts onderneemt Europa enkel civiele acties. EUPOL, de Europese Politie Missie in Afghanistan, helpt sinds 2007 een zelfstandige, goed functionerende politiemacht op te richten. In oktober vorig jaar werd een Europees actieplan voor Afghanistan en Pakistan aangenomen door de Raad. Uit dat plan blijkt waar de EU-prioriteiten liggen. Het draait onder meer rond maatregelen ter ondersteuning van de Afghaanse en Pakistaanse politieke en democratische hervormingen, sociaaleconomische ontwikkeling en een betere beveiliging. Dit sluit aan bij het feit dat de EU enkel civiele opdrachten uitvoert in Afghanistan en de militaire opdrachten overlaat aan de ISAF. Er is nog geen einddatum geplakt op de EUPOL-missie in Afghanistan. Het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB) zegt dat de missie zal blijven duren tot de Afghaanse politiemacht voldoende is uitgebouwd om het land zelf te beschermen. Het doel van de Afghaanse overheid is om eind 2010 een politiemacht van 82.000 man te kunnen inzetten.
Erasmix magazine
29
de Louise-Marie, dat er tot december aanwezig was. In september van dit jaar vertrekt opnieuw een Belgisch schip om zich aan te sluiten bij de Atalantavloot. Het zal er blijven tot februari 2011. Dieter Moors was aan boord van de Louise-Marie. Zijn functies op het schip waren Information Manager, oudste wachtofficier en vuurverdeelofficier. Hij besliste wanneer welke wapens gebruikt werden. Ook was hij verantwoordelijk voor de beslissing of er op een schip geschoten werd. Of op mensen. “De samenwerking tussen de verschillende EU-landen loopt vlot op militair vlak”, zegt Moors. “Maar op de Louise-Marie waren afgezien van een aantal tolken enkel Belgen aanwezig. Toch is er op hoger niveau geen enkel probleem, omdat er vaste afspraken gemaakt zijn rond allerlei procedures.” Om communicatieproblemen te vermijden is de algemene voertaal het Engels. Moors ziet niet veel voordelen in een Europees leger. “Volgens mij tast dit de soevereiniteit van de lidstaten aan. De nationale taken van het leger zouden immers in het gedrang komen.” De problemen in Somalië zijn niet nieuw. Maar volgens Moors was het mogelijk om de problemen in de kiem te smoren. Toen de spanningen in 2003 hoog opliepen lag een vloot klaar om Somalië binnen te vallen. Het waren de Verenigde Staten die de invasie tegenhielden, omdat de oorlog in Irak toen uitbrak. Het publiek liet duidelijk merken dat het niet akkoord ging met een inval in twee landen tegelijk. Irak kreeg toen de voorkeur, met alle gevolgen van dien. Over een oplossing voor Somalië is Moors niet optimistisch. Hij ziet de komende tien jaar geen verbetering in de situatie.
onthouding
Over het al dan niet zenden van een missie wordt door de lidstaten beslist bij eenparigheid in de Raad voor Buitenlandse Zaken. “De mogelijkheid bestaat echter voor een lidstaat om zich te onthouden, zonder daarom een veto uit te spreken”, verklaart Neyts. “Dat is voor de eerste keer gebeurd bij de missie in Kosovo, waar enkele lidstaten zich onthouden hebben zonder de missie zelf tegen te houden. Het zijn de lidstaten die beslissen of ze deelnemen aan een missie, met hoeveel mensen, en voor hoelang.”
© Dieter Moors
niet enkel volledig uit handen wordt gegeven, maar vooral omdat Europa dan niet in staat is om de veiligheidsstrategie mee te bepalen.” “Aan de basis van die strategie stond Javier Solana als secretarisgeneraal van de NAVO. Volgens hem waren de verschillende veiligheidsmaatregelen hulp bieden, handel drijven, subsidies geven of migratiestromen controleren”, zegt professor Hendrik Vos. “Het is niet zo dat Europa zijn grenzen gaat verdedigen, maar de Unie wil wel meer stabiliteit brengen in bijvoorbeeld Georgië en Wit-Rusland. Het militair ingrijpen is dus veelomvattend”, besluit Vos.
© Indymedia
© Dieter Moors
Ludo De Brabander “In een conflictsituatie zullen de Verenigde Staten militair ingrijpen, Europa kiest nu nog voor een civiele of diplomatieke aanpak”
De NAVO als militaire partner
Momenteel is de Europese Unie voor haar militaire verdediging sterk afhankelijk van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). “Maar de Europese Unie financiert de NAVO niet, dat doen de leden van de Verdragsorganisatie”, zegt Annemie Neyts. “Zij moeten beslissen over bijkomende middelen. Persoonlijk denk ik dat we een modernisering en een reorganisatie van de strijdmachten nodig hebben.” “Vele missies gebeuren in nauw overleg met de NAVO”, stelt Neyts.“Het is echter niet zo dat de Unie zich kan beperken tot het humanitaire, terwijl de NAVO het militaire voor haar rekening zou nemen. Dit lijkt me niet wenselijk, omdat aldus het militair initiatief Erasmix magazine
30
© Karen De Bruyn
Dieter Moors “Was Amerika in 2003 Irak niet binnengevallen dan hadden we de problemen in Somalië in de kiem kunnen smoren. De vloot lag klaar”
The European Union is getting bigger and stronger every day. With the Lisbon Treaty the Union is trying to speak with one voice. We now have a president, Herman Van Rompuy, and a High Representative for Common Foreign and Security Policy, Catherine Ashton. They will be the voice of Europe.In order to have a sound foreign policy we also need a clear defence policy.
EN
© Yann Bursens
KOSOVO, DE VERLOREN SERVISCHE PROVINCIE In 1996 brak de Kosovo-oorlog uit in Servië. Geradicaliseerde Albanezen stichtten in de meest zuidelijke provincie het Kosovaarse bevrijdingsleger UÇK. Deze dissidenten werden aanvankelijk als een terroristische organisatie beschouwd, maar toen bleek dat zij de strijd aangingen met Milošević, werden zij nadrukkelijk gesteund door zowel de Verenigde Staten als de NAVO. Belgrado ging echter in de tegenaanval. De Serviërs richtten zich niet alleen tegen het UÇK, maar ook de burgerbevolking moest het ontgelden. De internationale gemeenschap greep in en na enkele doelgerichte NAVO-luchtaanvallen (zonder VN-mandaat) tekende Belgrado de Overeenkomst van Kumanovo, die een terugtrekking van de Servische troepen inhield. Zo kwam Kosovo in 1999 onder het gezag van de Verenigde Naties te staan.
Unmik en Kfor
Sinds 1999 kent Kosovo opnieuw enige stabiliteit. Na drie jaar oorlog namen de Verenigde Naties er het bestuur over met de UNMIK-missie (United Nations Interim Administration Mission in Kosovo) op basis van VN-resolutie 1244. Onder deze koepel is er een NAVO-troepenmacht actief, KFOR (Kosovo Force) genaamd, die toezicht houdt op de openbare orde. Het is niet alleen de NAVO die deelneemt aan de vredesmacht, maar bijvoorbeeld ook Rusland is er actief. De doelstelling van deze operatie is humanitaire hulpverlening, wederopbouw, interim-bestuur en de opbouw van een nieuw overheidsapparaat.
Eulex
Op 15 juni 2008 werd in Kosovo een nieuwe grondwet van kracht. De Republiek Kosovo kreeg hierbij formeel de leiding over het eigen land na negen jaar van VN-bestuur. Op die dag stond eveneens de machtsoverdracht gepland van de VN-missie (UNMIK) naar de EU-missie (EULEX). Dit plan werd uitgesteld omdat Rusland zich fel verzette tegen de onafhankelijkheid van Kosovo. Rusland wilde niet dat de Verenigde Naties dat zouden bewerkstelligen door hun bevoegdheden over te dragen aan de Europese Unie. VN-secretaris Ban Ki-moon meldde vervolgens dat EULEX onder de koepel van de VN-missie zou werken en stap voor stap de verantwoordelijkheden zou overnemen. “EULEX is de grootste missie die de EU totnogtoe heeft ondernomen”, zegt Annemie Neyts, Europees parlementslid.
The European Union is co-active in about 22 civil and military missions in all the corners of the world. The Union wants to create a certain measure of stability, both within and outside its borders. To manage the common defence budget there is also a need for a far-reaching cooperation. It is clear that the United States are far ahead of the European Union in terms of defence; even more so, the US can even, in certain ways, influence the European defence policy. The European military force is active in Somalia, Palestine, Kosovo, Afghanistan and many other countries. The Union often cooperates with NATO. Both agencies focus on military as well as humanitarian operations. What the future will bring for the European defence policy isn’t really clear. A lot of sources say that a real European Army is not something for the near future. Most EU member states think that such an Army will seriously harm their sovereignty.
L’Union Européenne devient toujours plus grande et plus forte. Le traité de Lisbonne permet l’Union de parler avec une voix. De cette façon Herman Van Rompuy est devenu président du conseil européen et il y a aussi une haute représentante de l’Union pour les affaires étrangères et la politique de sécurité, Catherine Ashton. Pour mener une stratégie optimale l’Union a naturellement besoin d’une politique de défense claire.
FR
L’Union Européenne est active avec 22 missions civiles et militaires dans le monde entier. Elle essaie de créer une certaine stabilité à l’intérieur et à l’extérieur de ses frontières. Pour gérer le budget de défense collectif, l’Union a besoin d’une entière collaboration de tous. Il est évident que les Etats-Unis ont une meilleure politique de défense que l’UE. Les Etats-Unis peuvent ainsi exercer une influence sur la politique de défense Européenne. Le mouvement de troupes européennes est actif en Somalie, en Palestine, au Kosovo, en Afghanistan etcetera. L’UE collabore souvent avec l’OTAN. Ces deux organisations se concentrent aux opérations militaires et humanitaires. L’avenir de la politique de défense de l’UE n’est pas vraiment clair. Plusieurs sources disent qu’une armée Européenne ne sera pas pour le futur proche parce que la plupart des étatmembres craignent qu’une telle armée limitera leur souveraineté.
Erasmix magazine
31
“Hoog tijd voor een Europees Met de komst van het regenseizoen in het achterhoofd verdelen hulporganisaties massaal dekzeilen onder de daklozen in Haïti. Ruim een miljoen inwoners leeft in tenten en geïmproviseerde onderkomens nadat de hoofdstad Port-Au-Prince op 12 januari werd getroffen door een hevige aardbeving. De wederopbouw zal tussen de zes en de tien miljard euro kosten. Wat deed en doet de Europese Unie en hoe kan/moet het straks nog beter/sneller? Dries Derauw en Nienke van Heukelingen
Dat idee is in de vergetelheid geraakt, maar nu zich weer een soortgelijke crisis voordoet, heeft het weer de aandacht van de politiek te pakken. Vanuit allerlei hoeken komt de kritiek dat de EU niet adequaat heeft gereageerd. Volgens ooggetuige Van Eecke was er vooral de eerste dagen te weinig hulp, en waren het de Fransen - vanuit Martinique - en de Amerikanen die als eersten in Haïti verschenen. Volgens de Nederlandse EU-parlementariër Thijs Berman (PvdA) heeft de Europese Unie gedaan wat zij kon, maar kan het in de toekomst wel beter en sneller. Hij schaart zich dan ook achter het idee van een Europees interventieteam. “Je hebt dan veel sneller de middelen beschikbaar waarmee je binnen 24 uur hulp kunt bieden. Het is een zware eis, maar wel haalbaar.”
De opbouw van Haïti kost tussen de zes en de tien miljard euro. Wie gaat dat betalen? De EU heeft in haar budget van de Commissie een paar honderd miljoen euro, dat bestemd is voor onverwachte rampen als dit. Maar met dat geld moet wel bedacht-
Erasmix magazine
32
© Pieter Van Eecke
De wereldramp doet denken aan de tsunami die in 2004 een deel van Azië verwoestte. Met 290.000 doden komt die heel dicht in de buurt van het geschatte dodenaantal in Haïti, waar de teller volgens president Rene Preval op 300.000 staat. Na de
© Svanne Danschutter
Het nieuws van de ramp kwam op 12 januari laat in de avond via de televisie- en computerschermen Nederland en België binnen. De EU ondertekende een besluit om de eerste envelop geld vrij te maken, zodat ngo’s daar meteen een beroep op konden doen. Nog steeds wordt dagelijks schoon drinkwater uitgedeeld en tenten moeten 1,2 miljoen daklozen beschermen voor het naderende regenseizoen. Naast de gebruikelijke dekens, krukken en medicijnen, worden er ook condooms uitgedeeld.
Het Europees Parlement heeft onlangs opgeroepen om elke lidstaat een stel eenheden van het leger permanent ter beschikking te laten stellen. Zij werken ondertussen in eigen land, maar zodra zich een wereldramp voordoet, moeten zij klaarstaan en uitgezonden worden. Volgens Berman is een Europees rampenteam sinds het Verdrag van Lissabon makkelijker te realiseren, omdat er een soort solidariteitsclausule in staat. “Tijdens rampen staan we elkaar bij. Nederland alleen kan niks bereiken, Frankrijk of België ook niet. Maar als je alles samenvoegt, wordt het ineens interessant. Dat is één van de redenen waarom ik blij ben met het nieuwe verdrag.”
Thijs Berman “De EU heeft gedaan wat ze kon, maar in de toekomst kan het sneller en beter”
© Pieter Van Eecke
Brandweerman Marc Bogaert, die met twee modules van B-Fast naar Haïti is meegegaan om tussen het puin naar overlevenden te zoeken, vertelt over zijn eerste indrukken. “Je weet op voorhand waar je naartoe gaat, dat je geconfronteerd zal worden met vernieling en gewonde mensen. We zijn allemaal mensen met gevoelens. Ik was het meest onder de indruk van de armoede in Haïti. Mensen eten er koekjes van modder tegen de honger, huizen staan op een vuilnisbelt, muren zijn lelijk en niet geschilderd en daken bestaan enkel uit ijzeren platen.”
tsunami stelde de Franse Europees Commissaris Michel Barnier een advies op voor toekomstige rampen op wereldniveau. Hij pleitte onder andere voor één Europees reddingsteam dat onmiddellijk in actie komt waar nodig, ook buiten EU-lidstaten. © Menassat
Paniek. Gegil. Chaos. Pieter Van Eecke, coöperant via de organisatie Broederlijk Delen voor een sociaal communicatieagentschap, woont samen met zijn vrouw en zoontje in Port-Au-Prince en kwam net thuis toen de hele boel op zijn grondvesten begon te trillen. “Het was verschrikkelijk. Alles was vernield, overal lagen gewonde mensen om dan nog maar te zwijgen over de levenloze lichamen tussen het puin. Wijkbewoners die in blinde paniek op zoek waren naar familieleden.” De uren die daarop volgden, waren verhuld in totale duisternis, overal was de verlichting uitgevallen, wat de chaos in het gebied verergerde.
© Pieter Van Eecke
reddingsteam” Pieter Van Eecke “Alles was vernield. Overal lagen gewonde mensen en levenloze lichamen tussen het puin”
zaam worden omgesprongen, want op is op. Berman: “Ik denk dat we een ander deel van het geld kunnen en moeten vinden met een nieuwe donorconferentie. Lidstaten hebben nationaal ook noodhulpbronnen. Ontslagnemend minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking heeft ook al geld vrijgemaakt.” Na de eerste noodkreet moet er ook worden gekeken naar de toekomst. De Haïtiaanse overheid herstellen, hoort daar ook bij. Er zijn veel politici gestorven en ministeries liggen in puin, wat regeren moeilijk maakt. Volgens Berman moeten ze zo snel mogelijk leren om weer zelf te functioneren, maar hebben ze daar op dit moment wel hulp bij nodig. Ze het zelf laten regelen, schept als bijkomend voordeel werkmogelijkheid. Het is al jaren bekend dat Port-Au-Prince getroffen zou worden door een aardbeving, wanneer was onbekend. De stad ligt vlakbij een breuklijn. Berman vindt dat de Haïtianen zich serieus moeten afvragen of ze de hoofdstad niet op een andere plek willen herbouwen. “Dit is niet de laatste aardbeving. Het is een zwaar besluit om zo’n stad te verplaatsen, maar het is zwaarder om zoveel mensen te verliezen. Een verhuizing scheelt ze een hoop ellende.”
“Verhalen over geweld en plunderingen zijn overdreven”
Thijs Berman “Nederland alleen kan niets bereiken, Frankrijk of België ook niet”
Na de ramp deden verhalen de ronde over geweld, verkrachtingen en plunderingen. Volgens Pieter Van Eecke zijn die overdreven en uit de context gerukt.” Volgens Van Eecke is het woord onveiligheid ongelukkig gekozen. “Ik heb in de media veel gelezen over de onveiligheid in Haïti na de ramp, maar ik was aanwezig en geloof mij, echt onveilig was het niet. Net na de ramp was er trouwens een enorme solidariteit onder de bevolking. Wat eigenlijk bedoeld wordt met onveiligheid, is niet het geweld, maar wel dat medewerkers niet wisten hoelang ze zonder eten, drinken of onderdak zouden zitten. De verhalen over de verkrachtingen en plunderingen zijn overdreven.” Drie vierde van de stad is vernield, er zijn voedselproblemen en watertekorten, problemen die er in Haïti sowieso al zijn. Van Eecke vindt het dan ook niet abnormaal dat mensen in bijvoorbeeld warenhuizen, die ook met de grond gelijk zijn gemaakt en waar geen kassa meer is, voedsel zoeken om de volgende dagen te kunnen overleven. “Gezien de omvang van de ramp zijn die plunderingen enzovoort een marginaal gegeven.”
Relief organizations are massively handing out tarps to over one million homeless Haitians. These tarps are supposed to protect them against the approaching rainy season.
EN
The reconstruction of Port-au-Prince after the earthquake of the 12th of January 2010 will cost between six and ten billion euros. The EU has a few hundred thousand euros in the European Commission’s budget that is provided for such disasters. Politicians have died in the earthquake and there are still ministers buried under the rubble, which makes it very hard to rule over the country. The earthquake reminds us of the tsunami of 2004. After the tsunami, the French EU commissioner Michel Barnier drew up some advice for future international disasters. He pleaded for a European rescue team. However, according to Marc Bogaert, who accompanied the B-fast to Haiti, such a rescue team is not necessary because there already are clear agreements. According to Pieter Van Eecke, an eyewitness, there was a lack of help, especially in the first few days. Berman says that the EU did what it could, but that it is in everybody’s best interest that next time aid will be sent sooner. The European Parliament recently called up to place a couple of units of the army at every Member State’s disposal. As soon as a disaster takes place, the units will be ready to be sent out. Des organisations de secours distribuent en masse des bâches à un peu plus d’un million d’Haïtiens. Ces bâches doivent les protéger contre la saison des pluies qui s’approche. La reconstruction de la capitale Port-au-Prince, après le tremblement de terre du 12 janvier, coûtera entre six et dix milliards d’euros. La commission a prévu dans son budget de la commission quelques millions d’euros spécialement pout ce genre de catastrophes. Pour le moment, on cherche des solutions à court et à long terme. Des politiciens sont décédés et les ministères se sont écroulés, ce qui rend la façon de gouverner plus difficile. Selon le parlementaire européen néerlandais Thijs Berman, Port-au-Prince pourrait bien être reconstruite à un autre endroit, car d’autres tremblements de terre sont encore à craindre. Le tremblement de terre fait penser au tsunami de 2004. Après le tsunami le commissaire européen français Michel Barnier a proposé un conseil pour des catastrophes futures au niveau mondial. Il a plaidé pour une équipe européenne de sauvetage. Il y a eu des critiques prétendant que l’UE n’a pas réagi adéquatement à cette catastrophe. Selon le témoin oculaire Pieter van Eecke il y a eu trop peu d’aide dans les premiers jours. Berman dit que l’UE a fait de son mieux, mais que dans l’avenir tout devra se passer plus vite et plus efficacement. Le Parlement européen a demandé récemment à chaque état-membre de mettre à disposition quelques unités de l’armée. Celles-là seront toujours prêtes à être envoyées dès qu’il y aura une catastrophe.
FR
Erasmix magazine
33
EhB-studente Svanne Danschutter (foto linksboven) trok onmiddellijk na de aardbeving als hulpverlener met het B-Fast-team voor twaalf dagen naar Haïti. Svanne is laatstejaarsstudente Verpleegkunde en al drie jaar lid van B-Fast. Erasmix polste naar haar ervaringen in Port-au-Prince. Stijn Smets Hoe kwam het dat je werd opgeroepen om mee naar Haïti te gaan? Mijn vader is al geruime tijd aangesloten bij B-Fast en ik ben nu ook al drie jaar lid. Je komt dan op een wachtlijst te staan en bij grote rampen wordt gewoon iedereen opgebeld. Mijn papa heeft al deelgenomen aan enkele grote missies met B-Fast zoals de tsunami in 2004 en de oorlog in Pakistan. Ik wou dat graag ook eens beleven. Hulpverlening zit ook wat in mijn bloed denk ik. Vandaar dat ik verpleegkunde ben gaan studeren. Hoe heb je deze unieke ervaring beleefd? Ik had veel vragen toen ik op het vliegtuig zat. Haïti is zo een arm
Erasmix magazine
34
© Svanne Danschutter © Svanne Danschutter
© Svanne Danschutter
© Svanne Danschutter
“Amerikanen keken neer op de Europese hulpverleners”
land en we vreesden dat de hulpverlening moeizaam zou verlopen. Ik wist ook niet echt wat mij te wachten stond. Het is echt onmogelijk om je hierop voor te bereiden. Het is vaak pas als je het verband openknipt, dat je ziet welke wonde er onder zit. Het is elke keer opnieuw een verrassing. Soms denk ik dat mijn werk een druppel op een hete plaat is, maar ik houd er toch een goed gevoel aan over. Gelukkig stond de school volledig achter mij. Op het moment van de ramp was ik met examens bezig, maar die mag ik inhalen. Mijn ervaringen in Port-au-Prince tellen ook mee voor mij stage en ik kan er mijn eindwerk rond maken. Hoe verliep de samenwerking tussen de verschillende landen? Eigenlijk hadden de Verenigde Staten het daar voor het zeggen. Zij besloten wie er op de luchthaven in Haïti mocht landen. Zo kwam het dat wij in de Dominicaanse Republiek moesten landen, waarna we nog acht uur moesten rijden tot Port-Au-Prince. Op dat gebied was de boel daar slecht georganiseerd. De Amerikanen keken neer op de Europese hulpverlening, maar tussen de Europese landen zelf liep het meestal wel vlot. Een Europees interventieteam lijkt me dan ook niet meteen nodig. B-Fast blijft immers hulp sturen naart Haïti tot eind mei, maar dat weten vele mensen niet.
Europa lust Broodje Aap Geruchten en halve waarheden leiden soms tot de mooiste verhalen over de Europese regelzucht. Vooral de Britse media springen nogal losjes om met EU-verslaggeving. Op de website van de Europese Commissie http://ec.europa.eu/nederland/about_europe/myths/index_nl.htm én hieronder vind je een bloemlezing broodje-aap-verhalen, met telkens een reactie van de Commissie.
Euro-personeel staat boven de wet
Heel wat werknemers aan Europese instellingen zouden boven de wet komen te staan. Op 7 maart 2005 citeert de Britse krant The Sun UKIP-Europarlementslid Jeffrey Titford: “Imagine if some young thug slings a brick through your window and the police arrest him. How would you feel if they had to let him go because daddy works for the EU?” Reactie van de EC: totale onzin!
EU verbiedt kromme bananen en komkommers
Goodbye bendy bananas, farewell curved cucumbers, so long chunky carrots. Het was een mooie kop in The Times van 19 december 2003. De EU was de kop van jut: “EU regulations mean the end of bendy bananas, curved cucumbers and chunky carrots. Greengrocers must conform to the myriad of rules covering size, length, colour and texture of fruit and vegetables.” Reactie van de EC: nee hoor. Bananen en komkommers mogen best krom blijven, maar moeten wel voldoen aan minimale kwaliteitsnormen.
EU verplicht oordopjes voor profvoetballers
“Football players could soon be ordered to wear ear plugs to protect them from the roar of the crowd. And guess who is considering this momentous decision? Why those lovers of straight bananas, the European Parliament, of course.” Het bericht schokte de voetbalgekke lezers van The Daily Express op 13 maart 2002. Vooral de gevolgen zouden hallucinant zijn: “The idea raises the prospect of David Beckham and team-mates playing marathon matches due to not hearing the final whistle. “ Reactie van de EC: doofheid is de meest voorkomende beroepsziekte in de EU. Er liggen voorstellen op tafel om blootstelling aan geluidsoverlast te beperken voor werknemers in fabrieken en vliegvelden. Met voetballers en voetbalsupporters heeft dat absoluut niets te maken.
Gratis Viagra voor tienduizenden EU-werknemers
Ook de Deense krant Sondagsavisen kan er wat van. Die pakte op 25 augustus 2002 uit met het opzienbarende nieuws dat “all male members of staff at the EU institutions can be partly reimbursed for the medical costs of six Viagra pills a month”. Reactie van de EC: zo’n 47.000 EU-werknemers worden gedekt door een ziekteverzekering waartoe ze maandelijks bijdragen. Voor zes (6!) van hen is er een gedeeltelijke terugbetaling voor 6 Viagra-pillen per maand, uitsluitend omdat “impotence is a direct consequence of a very serious disease, for example cancer.”
Elk EU-varkentje verplicht een speeltje
Op 29 januari 2003 ging ook de serieuze krant The Times ferm uit de Europese bocht. “Farmers throughout the country have 90 days to put a toy in every pigsty or face up to three months in jail. The new ruling from Brussels, which is to become law in Britain next week, is to keep pigs happy and prevent them chewing each other.” Reactie van de EC: ha, ha ,ha.
De EU verandert de definitie van een eiland
Ook The Guardian liet zich op 21 januari 2003 flink gaan. “A proposal from Brussels would modify the traditional dictionary definition of a piece of land surrounded by water, meaning that many of Europe’s islands would become legally land-locked.” Eilanden met of minder dan 50 permanente bewoners, of te dicht bij het vasteland (1 km) zouden zich niet langer “eiland” mogen noemen. Reactie van de EC: zelf de Europese wetgeving is niet bij machte om eeuwenoude “dictionary definitions” te veranderen …
Euro maakt je ziek en onvruchtbaar
Met deze waarschuwing kwam The Observer op 30 december 2001. “Medical researchers have conducted tests showing the coins can make far more people sick than the currencies they replace ...” Reactie van de EC: “92 % van de euro-muntstukken zijn nikkelvrij, tegenover slechts 25 % van de voormalige nationale munten, en in de stukken van 1 en 2 euro zit nikkel binnenin om contact met de huid te vermijden. Gevaar voor onvruchtbaarheid is er helaas wel, zo geeft de EU ootmoedig toe, maar alleen als je gedurende een lange periode dagelijks 25.000 euro-bankbiljetten opeet …
EU vibreert en recycleert
The Sun kon niet achterblijven en blokletterde op 4 februari 2004: “Red-faced women will have to hand in their clapped-out sex toys under a new EU law. They must take back old vibrators for recycling before they can buy a new one.” Reactie van de EC: moet niet, mag wel …
Erasmix magazine
35
Campus Dansaert: studeren in het hart van Europa
Campus Dansaert, Zespenningenstraat 70, 1000 Brussel, www.campusdansaert.be