WIE ZIJN WIJ EN WAAROM HEBBEN WIJ DIT ONDERWERP GEKOZEN? Wij zijn Marije van der Meer, Sander Oegema, Matthijs de Olde en Dennis Wijkstra uit VWO6. De afgelopen zes jaar hebben we gespendeerd op het CSG Liudger Raai te Drachten (en locatie Burgum). Ons profielwerkstuk gaat over de gaswinning in Groningen uit het Groninger Gasveld. Daar wij het nieuws de laatste periode met interesse hebben gevolgd en door veel te brainstormen zijn wij tot dit onderwerp gekomen. De aardbevingsproblematiek is regelmatig in het nieuws en trok daarom onze aandacht. De problematiek eromheen boeit ons. Na enige verdieping kwamen wij er achter dat dit onderwerp perfect overeenkomt met onze profielen. Tijdens de verdieping rees bij ons ook de vraag of de voordelen van de gaswinning wel opwegen tegen de nadelen. Met andere woorden, of de gaswinning daadwerkelijk welvaart oplevert gezien de problemen die het veroorzaakt. Vervolgens gingen we op onderzoek uit. We waren regelmatig te vinden in Groningen en spendeerden we veel tijd achter onze laptops. We hebben getracht een zo goed mogelijk beeld te schetsen van de aardbevingsproblematiek en onze conclusie te baseren op de onderzochte feiten. We hopen dat we hiermee een goed gegrond antwoord hebben kunnen geven op de vraag of de gaswinning daadwerkelijk welvaart oplevert.
2
Huizinge, 16 augustus 2012 rond half elf in de avond. Meneer Geertsema zit in een krantje te lezen in de woonkamer. Mevrouw Geertsema schenkt een borreltje in in de keuken, de kinderen liggen net in bed. Opeens begint het hele huis te schudden. Boeken vallen uit de kast, de fles met jonge jenever die mevrouw Geertsema net weer had teruggezet valt van het aanrecht. Een hard rommelend geluid zwelt aan… en houdt even abrupt weer op. Een ogenblik later houdt ook het geschud op. Alleen de kapotte fles jenever en de boeken die her en der over de vloer verspreid liggen doen nog herinneren aan de gebeurtenis die net in Loppersum is voorgevallen. Mevrouw Geertsema komt te keuken uit hollen, tegelijkertijd komen de kinderen de kamer in stormen. “Was dat…?”. “Weer zo’n verdraaide aardbeving” moppert meneer Geertsema. “Dat is al de derde deze maand!” Speurend kijkt hij de kamer rond. “Kijk, daar heb je het al,” zegt hij, wijzend op een grote scheur die zich in de hoek van het plafond heeft gevormd. “Zo kan het niet langer. Hoog tijd om lid te worden van de Groninger Bodem Beweging”.
3
INHOUDSOPGAVE Inleiding…………………………………………………………………………………………………………… Bladzijde 5 Betrokken personen………………………………………………………………………………………… Bladzijde 7 Achtergrondinformatie……………………………………………………………………………………. Bladzijde 10 Situatiebeschrijving…………………………………………………………………………………………. Bladzijde 12 Baten………………………………………………………………………………………………………………. Bladzijde 16 Schade…………………………………………………………………………………………………………….. Bladzijde 20 Risico……………………………………………………………………………………………………………….. Bladzijde 27 Provincie………………………………………………………………………………………………………….. Bladzijde 31 Werkgelegenheid……………………………………………………………………………………………… Bladzijde 36 Innovatie………………………………………………………………………………………………………….. Bladzijde 37 Toekomstvisie…………………………………………………………………………………………………… Bladzijde 44 Conclusie…………………………………………………………………………………………………………… Bladzijde 49 Dankwoord………………………………………………………………………………………………………… Bladzijde 51 Bijlagen……………………………………………………………………………………………………………… Bladzijde 52
4
INLEIDING Op 16 augustus 2012 werd de provincie Loppersum opgeschrikt door een aardbeving met een kracht van 3.6 op de schaal van Richter, met als epicentrum het dorpje Huizinge. Dit was de zwaarste en langste aardbeving tot dan toe. Honderden huizen liepen schade op aan muren, plafond of pleisterwerk. Dit was de druppel die de emmer deed overlopen, en de overheid besloot naar aanleiding van deze beving om onderzoek te gaan doen naar de gaswinning in Groningen, en naar de aardbevingen die hier het gevolg van zijn. In eerste instantie kwam hier uit dat een beving met een magnitude van 3.9 op de schaal van Richter het hoogst mogelijke zou zijn, maar al snel werd dit getal omhoog bijgesteld: in de toekomst zouden sterkere aardbevingen mogelijk zijn, oplopend tot een kracht van 51 op de schaal van Richter. Als deze voorspellingen ooit zullen uitkomen, is de kans groot dat de schade niet beperkt blijft tot alleen huizen… Dat deze bevingen ondertussen een groot probleem zijn geworden is wel duidelijk. Hoe moet de overheid hiermee omgaan? Gewoon stoppen met die boringen, zeggen sommigen. Maar dat is geen optie. Jaarlijks wordt er in de provincie Groningen voor miljarden euro’s aan gas opgepompt. Bijna 90% hiervan gaat rechtstreeks naar de schatkist van de Nederlandse staat. De totale gasopbrengsten vormden in 1985 zelfs 18% van de totale staatsinkomsten! Als deze inkomsten opeens zullen verdwijnen, zal dit vergaande gevolgen hebben voor de Nederlandse economie. Dan een ander punt: de boringen bieden heel veel werkgelegenheid. Niet alleen in Groningen, maar in het hele land. Op dit moment zijn er alleen al bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) 2.000 mensen werkzaam. In de gehele olie&gas sector werken 16.000 mensen. Stoppen met boren zou duizenden mensen hun baan kosten. Daarnaast wordt 40% van de elektriciteit in Nederland opgewekt met aardgas. Genoeg reden voor de overheid om voorlopig niet te stoppen met het boren naar gas2. Ook de provincie Groningen zou niet direct profijt hebben bij het stoppen van de boringen. Als de gaswinning wordt stopgezet, zullen de aardbevingen niet direct stoppen. Ze zullen naar alle waarschijnlijkheid afnemen, maar het kan vervolgens nog jaren duren voordat er definitief een einde aan komt. Ook zal er, bij het stoppen van de boringen, minder of zelf geen extra geld meer worden vrijgemaakt voor een economische verbetering van het gebied. Ook vanuit Gronings perspectief lijkt het dus beter om gewoon door te gaan met het boren3. Maar toch… Mochten de bevingen zwaarder worden in de toekomst, wat voor invloed heeft dit dan op het gebied? Op de bewoners? En als we de gaskraan verder dicht draaien, wat voor gevolgen heeft dat dan voor ons land? Dit zijn vragen die je niet zo één-twee-drie kunt beantwoorden. Er zijn veel partijen met verschillende belangen en er zijn heel veel aspecten waar rekening mee gehouden
1
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aardbevingen-in-groningen/inhoud/aardbevingen-doorgaswinning-in-groninge 2 Gesprek met Sander van Rootselaar, woordvoerder NAM, 10 november 2015 3 Gesprek met Gedeputeerde Staten
5
moet worden. Omdat wij toch antwoorden willen op deze vragen, doen wij in ons profielwerkstuk onderzoek naar de gasboringen in de provincie Groningen. Wij gaan onderzoeken hoeveel welvaart deze boringen opleveren, eerst voor Nederland als geheel, en daarna specifiek voor de provincie Groningen. Door alle door gaswinning ontstane kosten in mindering te brengen op de gasbaten hopen wij een duidelijk beeld te krijgen van de welvaart die de gasboringen ons opleveren. Wij kijken daarbij alleen naar het Groninger gasveld. Opbrengsten uit andere velden zullen kort aan bod komen, maar spelen geen rol van betekenis in onze berekeningen. Om een waarheidsgetrouw beeld te schetsen, hebben we met verschillende partijen/personen gesproken die een rol spelen in de gaswinning. Zij geven hun mening en visie over de omstandigheden in Groningen. Dit zijn de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), Energie Beheer Nederland (EBN), dhr. Jan van der Meer (casemanager complexe schadegevallen bij de NAM), de Gedeputeerde Staten Groningen en de Nationaal Coรถrdinator Groningen (NCG). In het hierna volgende stuk komen alle betrokken partijen aan het woord. In ons onderzoek kijken we niet alleen naar het economische aspect, maar ook naar sociale en morele factoren. Juist dit zijn de factoren die het lastig maken om te bepalen of de gaswinning ook daadwerkelijk welvaart oplevert voor Groningen als provincie. Nederland is een belangrijk aardgasland. Niet alleen wij zelf, maar ook vele andere landen zijn (deels) afhankelijk van het gas dat in de Nederlandse bodem zit. Gaswinning is dan ook niet iets van de laatste tijd. Al jaren lang worden er voor miljarden euro's aan gas naar boven gehaald. Ook de aardbevingsproblematiek speelt al veel langer. Er zit echter wel een grote periode tussen het begin van de gasboringen en het begin van de aardbevingen, en dus de negatieve gevolgen voor de Provincie Groningen. Omdat wij met ons onderzoek een zo objectief mogelijk beeld willen schetsen, kijken we bij onze berekeningen alleen naar de periode 2012-2014. Pas vanaf 2012 wordt er serieus onderzoek gedaan naar de (negatieve) gevolgen van de boringen. De gegevens over 2015 worden pas in de loop van dit jaar bekend gemaakt, dus die kunnen nog niet meegenomen worden. Dit is de reden dat wij voor de periode 2012-2014 hebben gekozen. Om dit verslag voor u als lezer zo duidelijk mogelijk te maken, zullen we beginnen met het noemen van de belangrijkste partijen die zijn betrokken bij de gaswinning. Daarna volgt enige achtergrondinformatie, een korte historie en een situatiebeschrijving. Bij de achtergrondinformatie zullen we kort uitleggen wat aardgas precies is, en hoe dit ontstaat. Vervolgens komt de geschiedenis van Nederland als aardgas land aan bod, en daarmee werken we langzaam toe naar de situatie zoals die vandaag de dag is.
6
WIE ZIJN ER BIJ BETROKKEN? Om u wegwijs te maken in ons profielwerkstuk zullen we eerst een aantal betrokken partijen toelichten en alle mensen met wie wij gesproken hebben of contact mee opgenomen hebben. Nederlandse Aardolie Maatschappij Als eerste willen we de Nederlandse Aardolie Maatschappij toelichten. De NAM is opgericht omdat tijdens de Tweede Wereldoorlog door Shell een olieveld werd gevonden bij Schoonebeek. Na de oorlog werd de NAM opgericht, in 1947, door Shell en Esso. In 1959 wordt het Groninger gasveld ontdekt bij Slochteren. De NAM is de organisatie die daar de boringen uitvoert. Wij hebben op 10 november 2015 gesproken met Sander van Rootselaar, woordvoerder van de NAM. Hiervoor waren wij in Loppersum. In Loppersum hebben zich de ergste aardbevingen voorgedaan. In de bijlage staan de notulen van het gesprek met Rootselaar. Ook hebben wij gesproken met Jan van der Meer. Hij is casemanager complexe schadegevallen bij de NAM. We hebben met Van der Meer gesproken om ons een beeld te kunnen vormen van de bevingsschade, en om ons in de kant van de burgers te verdiepen aangezien het erg lastig is om met hen in contact te komen. Velen zijn te emotioneel of boos om erover te praten en alleen met mensen spreken die tevreden zijn over de acties van de NAM zou een eenzijdig beeld weergeven. Door dit gesprek zijn wij meer te weten gekomen over de impact die de bevingen hebben op de bewoners in het aardbevingsgebied. Shell en ExxonMobil NAM heeft twee aandeelhouders, dit zijn Shell en Exxonmobil. Beide hebben zijn ze voor 50% eigenaar van de aandelen. Shell is opgericht in Londen in 1830 bij het handelshuis Samuel & Co. In 1907 zijn de N.V. Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij en de Shell Transport and Trading Company Ltd. samen gaan werken en ze bundelden hun krachten. De schelp is altijd het logo gebleven4. Exxonmobil is opgericht op 11 maart 1891 door een vennootschap van vijf ondernemingen. Ze hadden destijds twintig man personeel en ze brachten tankschepen, opslaginstallaties en kantoren in5. De NAM gebruikt de operationele processen en de veiligheidssystemen van Shell. Nationaal Coördinator Groningen Op 15 december 2015 zijn wij naar de Nationaal Coördinator Groningen geweest. Wij hebben ons verdiept in de toekomst van Groningen en gesproken met mevrouw R. Velis. Vooral hebben we gesproken over de taak van de Nationaal Coördinator en hoe dit plan tot uitvoering is gekomen. Ook hebben wij het Meerjarenprogramma mee gekregen zodat we het thuis uitvoerig door konden lezen. Later, toen het officiële Meerjarenprogramma bekend was, is dit naar ons toe gestuurd. In het gesprek is ons ook de opbouw van het programma uitgelegd en toegelicht. Ook hebben wij het Meerjarenprogramma thuis voor zover nodig doorgelezen. Aan de hand van dit programma zullen wij de toekomstvisie beschrijven van de Nationaal Coördinator. Dit kunt u lezen aan het einde van ons werkstuk, in de toekomstvisie. Staatstoezicht op de Mijnen Het SodM is een rijksinspectiedienst en zij zorgen ervoor dat de wetten nageleefd worden met betrekking tot het opsporen, winnen, opslaan en transporteren van delfstoffen. Ook aardgas dus. Het SodM is opgericht in 1810 en de Inspecteur-generaal der Mijnen leidt het SodM6.
4
http://www.shell.nl/over-ons/netherlands/history.html 15 februari 2016 http://www.exxonmobil.nl/Benelux-Dutch/about_who_history.aspx 15 februari 2016 6 https://www.sodm.nl/organisatie 15 februari 2016 5
7
Energiebeheer Nederland Ook hebben we contact opgenomen met EBN. Omdat de EBN gevestigd is in Utrecht hebben wij een Skype-afspraak gemaakt. Dit was op twee december met Ewout Pikaar. De EBN is volledig van Economische Zaken. Zij hebben alle aandelen. Alle grote bedrijven in Nederland op het gebied van gaswinning zijn verplicht om de EBN uit te nodigen. Deze deelt dan voor 40% mee in alle kosten en opbrengsten. De EBN heeft tachtig medewerkers verdeeld in een technische, financiÍle en communicatie afdeling. Economic Board Ook is de Economic Board Groningen opgericht. De Economic Board is er om de economie te versterken in Groningen. De NAM en de provincie Groningen hebben hiervoor 97,5 miljoen beschikbaar gesteld. Dit mag de Economic Board in vijf jaar spenderen om de ecnomoie in Groningen te verbeteren. Op de website van de Ecnomic Board kunnen startende ondernemers bijvoorbeeld financiering aanvragen als de bank dit krediet niet wil verschaffen. Dit is natuurlijk alleen voor in Groningen startende ondernemers. Centrum Veilig Wonen Het CVW bestaat nog niet zo lang. Door de vele schademeldingen kon de NAM niet meer alle meldingen op tijd behandelen en hierdoor zijn er veel dossiers blijven liggen. Ook is dit niet het doel van de NAM, zij richten zich op gaswinning. Daarom is het CVW in het leven geroepen, sinds 2015 nemen zij de schadeafhandeling over van de NAM. Het CVW communiceert met de NAM omdat de NAM de schade betaalt maar het CVW volgt de procedure’s van schadeafhandeling. Provincie Groningen Veel medewerkers van Centrum Veilig Wonen, wonen in Groningen. De provincie Groningen is er voor haar burgers. Daarom hebben wij op 3 december 2015 een gesprek gehad met de heer Jeroen Bakker. Hij hoort bij het team gaswinning Groningen en is sinds twee jaar actief bezig met de aardbevingen. De gedeputeerde staten hebben een grote rol gekregen de afgelopen jaren doordat zij veel in gesprek zijn geweest met het Ministerie van Economische zaken. Ze hebben een adviserende rol en proberen zo invloed uit te oefenen op de besluiten die door het ministerie gedaan worden. Hier kregen wij te horen dat de bewoners zich onveilig voelen. Ze zien gestutte woningen en woningen die worden ontruimd en ze voelen de steeds zwaarder wordende aardbevingen. De provincie trekt zich dit aan en probeert hier wat aan te doen. Herman Damveld Via de website www.co2ntramine.nl vonden wij Herman Damveld. Hij is zelfstandig onderzoeker en publicist over energie in Groningen. Naar aanleiding van zijn artikel7 hebben wij een reactie achtergelaten waarop wij zeer spoedig een mail ontvingen. Na een korte mailwisseling heeft meneer Damveld ons verder geholpen en ons voorzien van nuttige tips en artikelen. Ministerie van Economische Zaken Het ministerie van Economische Zaken is verantwoordelijk voor de gaswinning. Het kabinet heeft onlangs besloten minder gas te winnen en het gebied meer te versterken. Zo is ook het productieplafond in het leven geroepen om maximale gaswinning vast te stellen. Gasunie en Gasterra De Gasunie is een transporteur van gas. Zij werken samen met de NAM om het gas vanuit de grond naar de gebruikers te transporteren. In ons profielwerkstuk spelen zij geen grote rol. Gasterra handelt in aardgas. In Nederland zijn zij niet onbelangrijk, net als Gasunie. Gasterra koopt en
7
http://www.co2ntramine.nl/aardgasbaten-333-miljard-euro/
8
verkoopt aardgas en door het Groninger gasveld hebben zij een sterke onderhandelingspositie. Ook in Gasterra zullen wij ons niet verder verdiepen. Groninger Bodem Beweging De GBB is een actiegroep die strijdt voor het afschaffen van de gaswinning. In 2009 is de GBB opgericht en uitgegroeid tot een grote vereniging die zich vooral richt op de veiligheid van de bewoners8. Volgens de website van de GBB willen zij maximale veiligheid, geen emotionele of financële lasten voor de bewoners meer, een goede en correcte schadeafhandeling, een mooie en veilige leefomgeving en toekomstperspectief voor de regio. Om dit te bereiken moet, volgens de GBB, de gaswinning drastisch worden verminderd, de regio moet worden gecompenseerd en ze eisen een rechtvaardig en humaan beleid voor haar inwoners. Schokkend Groningen Een andere actiegroep is Schokkend Groningen. Deze en de GBB zijn de twee grootste van de provincie. Volgens de website van Schokkend Groningen zijn ze ‘DE EERSTE EN DE GROOTSTE’. Er staat geen oprichtingsdatum van Schokkend Groningen. Wel blijkt duidelijk uit de website dat ze het zeker niet eens zijn met de gasboringen. Ook houden ze informatiebijeenkomsten om iedereen bewust te maken van de aardbevingsproblematiek9. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut En dan nu het instituut waardoor het balletje begon te rollen. De KNMI. Zij registreren alle aardbevingen en hebben uitgezocht wat de oorzaak was van de bevingen die in Groningen plaatsvonden. Het doorslaggevende onderzoek gebeurde in 1988. Het KNMI is erachter gekomen door een netwerk van seismometers in te richten. Ze hebben de locaties van aardbevingshaarden getekend en vergeleken met de locaties van gasvelden. Hieruit bleek dat er wel degelijk een verband was tussen de boringen en de aardbevingen. Hierdoor is ontdekt dat de bevingen door de gasboringen ontstonden10. Niet veel later heeft NAM dit ook toegegeven.
8
http://www.groninger-bodem-beweging.nl/gbb 4 februari 2016 http://schokkend-groningen.nl/website/schokkend-groningen-nl 13 februari 2016 10 http://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/uitleg/aardbevingen-door-gaswinning 13 februari 2016 9
9
TER VERDUIDELIJKING... Aardgas is een fossiele brandstof. Dat betekent dat het een restant is van dode planten en dieren. Na miljoenen jaren begraven te zijn geweest, zijn deze planten en dieren onder invloed van hoge temperaturen en druk ‘omgezet’ in olie of gas. Dit gebeurt vaak erg diep in de aarde. Als de bovenliggende aardlagen goed doorlatend zijn, kan dit gas naar boven komen. Maar wanneer dit niet het geval is, ontstaat er een gasreservoir. Als dit het geval is moet er geboord worden om dit reservoir te bereiken. Op deze manier zijn in de loop der jaren vele gasvelden ontstaan11. Aardgas bestaat uit methaan, ethaan, propaan en een aantal andere koolstof verbindingen. Al het gas in deze velden heeft een unieke samenstelling van deze moleculen. Vooral de methaan is hier belangrijk. Bij een bepaalde temperatuur gaat methaan een verbinding aan met zuurstof, waardoor er een vlam ontstaat. De warmte van deze vlam kan worden gebruikt voor verschillende doeleinden. Denk hierbij aan het verwarmen van een gasfornuis en het opwarmen van de verwarming, maar ook aan het opwekken van elektriciteit. In 1943 werd er voor het eerst aardolie ontdekt in onze bodem. Naar aanleiding van deze ontdekking besloten oliemaatschappijen Shell en Esso (tegenwoordig een dochtermaatschappij van de Amerikaanse olieproducent ExxonMobil) om een bedrijf op te starten dat zich moest bezighouden met de winning van aardolie. In 1947 richtten zij de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) op, met als doel het winnen van aardolie en aardgas in Nederland en op het Nederlands Continentaal Plat12. In 1948 boorde de NAM voor het eerst aardgas op in de omgeving van Coevorden. Hierna volgden een aantal kleinere gasvelden. Pas in 1959 werd er voor het eerst geboord in de provincie Groningen. Toen men tot de conclusie kwam dat het hier om een uitzonderlijk groot veld ging, vroeg de NAM concessies aan. In 1963 besloot de overheid dat de NAM een aandeel van 50% zou krijgen in de exploitatie van dit veld. De andere 50% zou in handen komen van de staat13. In datzelfde jaar werd de Nederlandse Gasunie opgericht, welke verantwoordelijk is voor de verkoop van het in Nederland gewonnen gas. De ontdekking van het Groninger Gasveld was de aanleiding voor het besluit om heel Nederland aan te sluiten op aardgas. Binnen 10 jaar kon driekwart van de huishoudens gebruik maken van het Groningse aardgas14. Tegenwoordig is dit zelfs 98%!15 Onze gasfornuizen en cv-ketels zijn speciaal ingesteld op dit type gas. Mede door de eerste oliecrisis, waarbij Arabische aardolielanden een boycot begonnen tegen onder meer Nederland, groeide de gasproductie in de jaren ‘70 enorm snel16, van zo’n 23 miljard m³ in 1969 tot bijna 90 miljard m³ in 197517. Dit was nodig om onze eigen vraag naar gas op peil te 11
http://aardgas-in-nederland.nl/aardgaswinning-veiligheid/over-aardgas/ https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_Aardolie_Maatschappij\ 13 https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_Aardolie_Maatschappij\ 14 https://nl.wikipedia.org/wiki/Aardgasveld_van_Slochteren 15 http://aardgas-in-nederland.nl/nederland-aardgasland/nederlands-aardgas/ 16 http://www.gasterra.nl/producten-diensten/de-markt-van-nu/kleineveldenbeleid-2 17 http://www.namplatform.nl/feiten-en-cijfers/gaswinning#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9Z2Fzd2lubmluZw== 12
10
houden, maar ook om aan de vraag uit het buitenland te voldoen. Na de ontdekking van het gasveld in Groningen besloot de Nederlandse overheid namelijk dat de helft van het gewonnen gas wel naar het buitenland kon. Zij dacht dat we in de toekomst veel meer gebruik zouden gaan maken van andere energiebronnen, zoals kernenergie, en vond dus dat er het beste meteen geld aan verdiend kon worden. Deze verwachting kwam echter niet uit18. Met een oorspronkelijke voorraad van 2800 miljard m³ is het Groninger Gasveld een van de grootste gasvelden ter wereld. Ter vergelijking: een gemiddeld gasveld bevat ongeveer 5 tot 10 miljard m³ aan gas19. Maar door het hoge productieniveau nam deze voorraad erg snel af. Omdat het gasveld in Groningen op deze manier veel te snel leeg zou lopen, werd in 1974 het kleine-veldenbeleid geïntroduceerd. Om de komende decennia verzekerd te blijven van Nederlands aardgas, wordt bij voorkeur gas gehaald uit de verschillende kleinere velden in ons land20. Op deze manier wordt het Groninger veld enigszins gespaard. Dit beleid is uiterst succesvol gebleken. De laatste jaren zijn er honderden nieuwe kleine gasvelden ontdekt, vooral in Twente en Drenthe, en op zee. Naast dit beleid heeft de overheid een zogenaamd productieplafond opgelegd voor het gasveld in de provincie Groningen: tussen 2011 en 2020 mag de NAM maar een beperkte hoeveelheid (maximaal 425 miljard m³) gas uit Groningen winnen21. Op dit moment wordt er in Nederland jaarlijks ongeveer 70 miljard m³ gewonnen. Hiervan komt zo’n 70% uit het veld in Groningen, de rest komt uit kleinere velden. Mede door deze maatregelen verwacht de NAM de komende 50 jaar nog gebruik te kunnen maken van het Groninger Gasveld22.
18
http://www.aardgasindeklas.nl/nederlandendenam/watdoetdenam/ Sander van Rootselaar, woordvoerder NAM, 10 november 2015 20 http://www.gasterra.nl/producten-diensten/de-markt-van-nu/kleineveldenbeleid-2 21 http://nos.nl/artikel/592701-fors-meer-gas-uit-bodem-gehaald.html 22 http://www.nam.nl/nl/about-nam/facts-and-figures.html 19
11
MAAR HOE IS GRONINGEN ERAAN TOE? Naast het feit dat het Groninger gasveld een van de grootste ter wereld is, is er nog iets opvallends mee aan de hand. De provincie Groningen, en dan natuurlijk vooral het gebied waar gas zit, ondervindt erg veel hinder van aardbevingen als gevolg van de boringen. Hierin is het Groninger Gasveld een uitzondering in Europa. In de kleinere velden doen deze problemen zich niet voor. Het ‘probleem’ is in dit geval de grootte van het veld in Groningen. Dit is dan ook meteen een tweede reden voor het kleine-veldenbeleid. Door de aandacht te richten op kleinere velden, probeert men de druk van het Groninger veld te halen, en daarmee de kans op aardbevingen te verkleinen. Het is echter niet zo dat de aardbevingen meteen stoppen als het minder wordt geboord23. Het gas in de provincie Groningen zit in een laag zandgesteente, op een diepte van ongeveer 3 kilometer. Hierboven zit een zware zoutlaag. Dit zandgesteente is poreus, wat inhoud dat er gaten in zitten. Door de druk van de zoutlaag heeft het zandgesteente de neiging om in te zakken, maar het gas in deze gaten voorkomt dat dit gebeurt. Door de gaswinning wordt de druk in de bodem verminderd, waardoor bodemdalingen kunnen ontstaan. Deze bodemdaling veroorzaakt spanning in het gesteente, wat weer kan leiden tot verschuivingen langs breuklijnen. Dit kan aardbevingen tot gevolg hebben24. De eerste 40 jaar dat de NAM actief was, is er nooit iets vernomen van aardbevingen. In 1986 vond er voor het eerst een aardbeving plaats in de buurt van Assen. Men had toen echter nog geen idee dat dit het gevolg was van de gasboringen die er plaats vonden. De eerste merkbare aardbeving in Groningen vond plaats in 1991. Die beving, met een kracht van 2.4 op de schaal van richter, had het dorp Middelstum als epicentrum. Er kon echter nog niet worden bewezen dat deze bevingen het gevolg waren van de gasboringen, en de NAM ontkende dit ook25. Na aanleiding hiervan stelde de overheid een commissie in onder leiding van het KNMI. Het KNMI heeft als doel “het adviseren en waarschuwen van de samenleving om risico’s op het gebied van weer, klimaat en seismologie terug te dringen en schade te beperken”. In 1993 werden er volgens het KNMI 5 bevingen waargenomen. In datzelfde jaar had het KNMI een rapport klaar, waar ook de NAM en de Rijksgeologische Dienst aan hadden meegewerkt. In dit rapport werd het verband tussen de gaswinning en de aardbevingen in Groningen aangetoond, en sindsdien bevestigt de NAM dit ook26. In 1993 is de NAM dan ook begonnen met het restaureren van schade veroorzaakt door de aardbevingen. Want dát is het grootste negatieve effect van de aardbevingen. Duizenden huizen hebben schade opgelopen aan daken en/of muren. Vooral oudere woningen en boerderijen worden 23
Sander van Rootselaar, woordvoerder NAM, 10 november 2015 http://www.nam.nl/nl/nam-in-society/earthquakes.html 25 Sander van Rootselaar, woordvoerder NAM, 10 november 2015 26 http://www.namplatform.nl/gaswinning-en-aardbevingen/aardbevingen/aardbevingen-ontstaankracht-en-gevolgen#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9Q2hhcnRzL2FhcmRiZXZpbmdlbi9hYXJkYmV2aW5nZW4tYmF zaWM= 24
12
vaak zwaar beschadigd door zo’n beving, omdat ze minder stevig gebouwd zijn en tekenen van ouderdom vertonen. Van 1993 tot 2012 kreeg de NAM in totaal 1.100 schademeldingen. Tegenwoordig zijn dat er bijna 500 per week. Dit komt mede doordat het bewustzijn van de getroffenen groter is dan pakweg vijf jaar geleden27. De bewoners van het aardbevingsgebied staan op scherp. Ook is het hele proces rondom schadevergoedingen verbeterd. Alle schade waarvan ze vermoeden dat die veroorzaakt is door aardbevingen, kunnen ze melden bij het Centrum Veilig Wonen (CVW), dat de schademeldingen afhandelt. Daarna wordt in samenwerking met de NAM bepaald wat voor vergoeding hier tegenover komt te staan. Een tweede en de belangrijkste reden voor het toenemende aantal meldingen is dat de frequentie en de intensiteit van aardbevingen zijn toegenomen. Tot 2000 dacht men nog dat een beving met een kracht hoger dan 3.9 op de schaal van Richter niet mogelijk was, maar dit getal is ondertussen bijgesteld. De grootste reden hiervoor is dat het productiepeil voor het Groninger veld de laatste jaren weer flink is opgelopen. In 2000 was de productie gedaald tot zo’n 20 mld m³, maar in 2011 steeg deze weer tot zo’n 50 mld m³28. Het aantal aardbevingen is de laatste jaren dat ook enorm toegenomen. Tussen 1991 en 2002 vonden er gemiddeld 4 aardbevingen per jaar plaats, maar dat aantal is de afgelopen jaren schrikbarend snel gegroeid29. De laatste jaren werd Groningen steeds door zo’n 50 aardbevingen per jaar getroffen, met een beving van 3.6 op de schaal van richter als voorlopig hoogte (of eigenlijk: diepte)punt30. Het veld in Groningen voldoet aan de zogenaamde Gutenberg-Richter wet. Volgens deze wet neemt de sterkte toe met een factor 10 per magnitudepunt. De kans op een aardbeving van 2.5 op de schaal van Richter is 10 keer zo klein als de kans op een aardbeving van 1.5. En de kans op een beving met een sterkte van 3.5 is weer 10 keer zo klein als de kans op de beving van 2.5. Volgens onderzoekers van Staatstoezicht op de Mijnen is de kans op een aardbeving zwaarder dan magnitude 3.6 ongeveer 6%, en de kans op een beving van boven de 4.5 ongeveer 2%. Dit lijkt niet zo veel, maar je moet je afvragen of de overheid dit risico mag nemen… Volgens diezelfde onderzoekers kan de kans op zulke bevingen gehalveerd worden als de productie wordt gehalveerd. De kans op zo’n zware beving verdwijnt echter niet helemaal. Daarvoor zou de productie zelfs moeten worden teruggedraaid tot ongeveer 12 mld m³ per jaar. Onderzoekers van het KNMI zijn het hier overigens niet mee eens. Zij zeggen dat de bodem zal blijven dalen, zelfs als de productie helemaal zou stoppen31.
27
Sander van Rootselaar, woordvoerder NAM, 10 november 2015 http://www.namplatform.nl/feiten-en-cijfers/gaswinning#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9Z2Fzd2lubmluZw== 29 http://www.kennislink.nl/publicaties/zwaardere-aardbevingen-door-gaswinning-groningen 30 https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aardbevingen-in-groningen/inhoud/aardbevingen-doorgaswinning-in-groningen 31 http://www.kennislink.nl/publicaties/zwaardere-aardbevingen-door-gaswinning-groningen 28
13
Hoe je het ook wendt of keert, de productiecapaciteit van de afgelopen jaren was te hoog. Sinds 2000, toen de kleine gasvelden leeg begonnen te raken, is de productie weer opgeschroefd, van zo’n 20 mld m³ in 2000 naar ruim 53 mld m³ in 201332. En dit hebben de Groningers geweten. Juist in die periode is het aantal aardbevingen sterk toegenomen (figuur 133), met een voorlopig maximum in 2013: bijna 120 (!) aardbevingen werden er in dat jaar door het KNMI waargenomen34.
Figuur 1
Ook de overheid zag in dat dit zo niet langer door kon gaan. De laatste 4 jaar heeft het kabinet hierover twee gasbesluiten genomen35. Al in 2011 werd er door toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen een productieplafond opgelegd van 425 mld m³over de periode 2011 tot 2020, wat neerkomt op gemiddeld zo’n 42 mld m³ per jaar. Deze hoeveelheid werd echter in de jaren 2011, 2012 en 2013 al ruim overschreden36. Naar aanleiding hiervan kondigde de huidige minister van Buitenlandse Zaken, minister Kamp, in januari 2014 een nieuwe beperking aan; 42,5 mld m³werd de maximaal toegestane jaarproductie37. Een jaar later later werd dit verder omlaag gebracht tot 30 mld m³. Voor 2016 stond er 33 mld m³, maar de Raad van State haalde hier 32
http://www.namplatform.nl/gaswinning-en-aardbevingen/gaswinning/hoeveel-aardgas-wordt-ergewonnen#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9Q2hhcnRzL2dhc3dpbm5pbmcvZ2Fzd2lubmluZy1iYXNpYw== 33
http://schokkend-groningen.nl/website/wp-content/uploads/2014/02/Vlek-Geerts-Evenwichtigomgaan-met-aardbevingsrisicos-RVR-5-15.pdf 34 http://www.namplatform.nl/feiten-en-cijfers/aardbevingen#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9YWFyZGJldmluZ2Vu 35 http://www.nrc.nl/nieuws/2015/12/18/gaswinning-groningen-komend-jaar-naar-27-miljard 36 http://nos.nl/artikel/592701-fors-meer-gas-uit-bodem-gehaald.html 37 http://www.namplatform.nl/nieuws/productiecijfers-nam-2014
14
halverwege december 2015 een streep door. De Raad van State is de hoogste algemene bestuursrechter van Nederland en kan uitspraak doen over geschillen tussen burger en overheid. Zij besloot dat de gaskraan om veiligheidsredenen nog verder dicht moet. Tot oktober 2016 mag er maximaal 27 mld m³ worden gewonnen. Staatsraad Jaap Polak verdedigt deze beslissing als volgt: “De minister is er ten onrechte van uitgegaan dat de risico’s in het aardbevingsgebied vergelijkbaar zijn met risico’s die in delen van het rivierengebied worden gelopen. En hoewel hij een groot belang mocht hechten aan de leveringszekerheid, heeft hij een hoger winningsniveau toegestaan dan voor een gemiddelde winter nodig is.” 38 Minister Kamp noemt dit een ‘redelijke uitkomst’: “Op deze manier wordt de gaswinning uit Groningen zo ver als momenteel haalbaar is verminderd en worden sterke schommelingen voorkomen.”39 Dit besluit blijft van kracht totdat de NAM komende zomer met een nieuw winningsplan komt. Deze maatregelen hebben natuurlijk ook gevolgen voor de schatkist. Elke miljard kuub gas dat er minder wordt gewonnen kost de staat zo’n €175 miljoen…40 Wat de aardbevingen nou precies voor de burgers in Groningen betekenen, en wat de exacte gevolgen zijn van de daling van de gasproductie leest u verderop in dit werkstuk.
38
http://www.nrc.nl/nieuws/2015/11/18/gaswinning-in-groningen-voorlopig-beperkt http://www.nrc.nl/nieuws/2015/12/18/gaswinning-groningen-komend-jaar-naar-27-miljard 40 http://www.nrc.nl/nieuws/2015/11/18/gaswinning-in-groningen-voorlopig-beperkt 39
15
WAT ZIJN DE BATEN VOOR DE OVERHEID? In dit stuk worden de aardgasbaten voor de overheid in de jaren 2012, 2013, 2014 van het Groninger gasveld uitgelicht. Nu zijn we aangekomen bij de hoofdreden waarom er naar gas geboord wordt; winst. Dit zijn de aardgasbaten zoals genoemd is in de Prinsjesdag notulen. Het grootste deel van het aardgas zit in het Groninger gasveld. Dit is ongeveer 98% van al het aardgas in Nederland41. Het Groninger gasveld is op dit moment het grootste van West-Europa. Medio 2013 zat er in dit gasveld nog 768 miljard produceerbaar kuub aan gas42, in vergelijking met 2600 BCM (Billion cubic metres of natural gas) die er voor het boren in zat43. De jaarlijkse aardgasbaten zijn afgenomen de laatste jaren. Vanaf 1963 wordt er naar gas geboord in het Groninger gasveld. 1976 was een top jaar. Er werd 87,74 m³ aardgas geproduceerd. Vanaf 1960 tot en met 2011 waren er ongeveer 235,344 miljard aan aardgasbaten. Hiervan komt zo’n 90% bij de staat terecht. Dit maakt 211,77 miljard aan opbrengsten in deze jaren. Het Groninger gasveld levert dus 70% van al het gas dat in Nederland geproduceerd wordt en de rest komt uit kleinere velden45. Die zijn vaak honderd tot duizend keer kleiner dan het Groninger gasveld. Hieruit volgt dat het Groninger gasveld de staat 207,5 miljard euro opgeleverd heeft. In 2012 kwamen de eerste zware aardbevingen voor. Na de beving in Loppersum op 16 augustus kwam het probleem in de media aan het licht. Sindsdien is er veel aandacht voor vanuit de NAM, de regering en de burgers. De aardbeving was van een kracht van 3,6 op de schaal van Richter en er volgden ruim 800 schademeldingen. Sindsdien is de gasproductie teruggeschroefd maar niet op zo’n grote schaal dat de bevingen afgenomen zijn. Sterker nog, die zijn toegenomen46. Sinds de aardbevingen zijn toegenomen is ook het aantal schademeldingen toegenomen. De NAM kreeg er zoveel binnen dat het CVW het verwerken van de schademeldingen overgenomen heeft. Zie de kop ‘Schaderegeling Centrum Veilig Wonen’. De totale aardgasbaten van 2012 waren 14,3 miljard .47 Het Groninger veld leverde 11,4 miljard op. In 2013 was dit 15,4 miljard voor het totale gasveld en 11,9 miljard voor het Groninger veld. 2014 was gezien naar de aardgasbaten een minder jaar. Dit omdat de gemiddelde gasprijs met vijf cent per m³ gedaald was ten opzichte van 2013 en omdat er een productieplafond werd ingesteld voor bepaalde gebieden48. Loppersum is het meest gevoelige gebied voor de aardbevingen en dus is daar een productieplafond ingesteld voor maximaal 3 miljard m³. De productie rond Loppersum is zo goed als stilgezet en wordt alleen nog gebruikt om levenszekerheid te garanderen. Dit resulteerde in onderstaande productie.
41
Sander van Rootselaar, woordvoerder NAM, 10 november 2015 http://nlog.nl/nl/oilGas/oilGas.html 43 http://aardgas-in-nederland.nl/de-toekomst-van-aardgas/aardgasreserves-en-verbruik/#3a 44 http://www.rekenkamer.nl/Publicaties/Onderzoeksrapporten/Introducties/2014/10/Besteding_van_aa rdgasbaten_feiten_cijfers_en_scenario_s 7 oktober 2014 45 http://www.nam.nl/nl/about-nam/facts-and-figures.html#textwithimage_1 46 http://www.namplatform.nl/feiten-en-cijfers/aardbevingen#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9YWFyZGJldmluZ2Vu 31 januari 2016 47 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2016/01/12/beantwoording-schriftelijkevragen-gaswinning-groningen-en-meerjarenprogramma-ncg antwoord 90 48 http://www.namplatform.nl/gaswinning-en-aardbevingen/gaswinning/hoeveel-aardgas-wordt-ergewonnen#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9Q2hhcnRzL2dhc3dpbm5pbmcvZ2Fzd2lubmluZy1iYXNpYw== 31 januari 2016 42
16
Ook was er een algemeen productieplafond in 2014. Dit lag op 42,41 miljard Nm³. De productie in 2012 en 2013 bedroegen respectievelijk 47,78 Nm³ en 53,87 Nm³ 49. De aardgasbaten van 2014 waren 10,4 miljard waarvan 8,25 miljard uit het Groninger gasveld kwam. Van 2012 tot en met 2014 heeft de staat dus ongeveer 28,4 miljard euro aan baten ontvangen. Dit was tussen de vijf en de tien procent van de totale staatsinkomsten. De staat is tegenwoordig minder afhankelijk van de gasbaten dan vroeger. Rond 1985 bedroegen de aardgasbaten bijna 19% van de totale staatsinkomsten. Dit is niet alleen omdat de aardgasbaten zijn afgenomen maar ook omdat de overheid tegenwoordig meer andere inkomstenbronnen heeft. Zoals te zien is op onderstaande afbeelding50.
Tot zover de aardgasbaten voor de overheid. Nu de grote vraag, wat heeft de overheid gedaan met deze baten? Dat is lastig te zeggen omdat het grootste deel van de aardgasbaten op de grote bult gegooid is. Echter, de overheid heeft in 1995 het Fonds Economische Structuurversterking opgericht. ‘Het FES is ingesteld met de bedoeling om een deel van de opbrengsten uit de aardgaswinning en uit 49
http://www.namplatform.nl/feiten-en-cijfers/gaswinning#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9Z2Fzd2lubmluZw== 31 januari 2016 50 http://aardgas-in-nederland.nl/nederland-aardgasland/aardgas-en-de-economie/ 31 januari 2016
17
de verkoop van staatsdeelnemingen af te zonderen ten behoeve van investeringsprojecten van nationaal belang. Het moest daarbij gaan om projecten die de economische structuur zouden versterken.’51 Het fonds werd vooral gefinancierd uit aardgasbaten maar is in 2011 opgeheven doordat er veel kritiek was over de manier waarop het FES zijn geld uitgaf. Het FES ontving elk jaar 23%52 van de aardgasinkomsten van de overheid. 80% van het geld ging naar verkeer en vervoer. Er was geen duidelijke richtlijn waar het FES geld aan gespendeerd mocht worden en in het financiële beheer was er weinig doorzichtigheid53, er was een discussie of de hoogte van de investeringen van het FES wel gekoppeld moesten worden aan de aardgasbaten, aangezien deze elk jaar veranderden en men twijfelde over het maatschappelijke rendement. Al met al was er veel onduidelijk bij het fonds terwijl het over miljarden euro’s ging. Een goed voorbeeld van een investering is de Betuweroute. De Betuweroute is een 160 kilometer lange spoorlijn bedoeld voor goederenvervoer. Het spoor loopt van de Maasvlakte naar de grens met Duitsland54. Deze heeft niet aan de verwachtingen voldaan en heeft meer gekost dan dat het opleverde. De route kostte namelijk dubbel zo veel dan begroot was en slechts 43% van het aantal treinen dat er per dag zou moeten rijden, gebruikte de Betuweroute ook echt55. Vele onderzoekers spraken van geldverspilling en er kwam steeds meer commentaar op het fonds. Door al deze redenen is het FES in 2011 opgeheven. Wel heeft de overheid wat geleerd van het FES. Dit staat in de brief ‘Bestuurlijke reactie op het rapport 'Besteding van aardgasbaten: feiten, cijfers en scenario's'56. Hierin staat onder andere dat er in de toekomst heldere doelen voor het fonds gesteld moeten worden. Sinds de opheffing van het FES gaan alle inkomsten van de gaswinning naar de algemene middelen. Dit over de situatie voor 2012. Nu gaan we verder op welk bedrag de overheid geïnvesteerd heeft in Groningen. Deze is alleen niet zo gemakkelijk als het lijkt, Omdat er geen fonds meer was of ‘spaarpot’waar de baten van de gaswinning in gestopt zijn, weten we niet hoeveel er dus naar de provincie gegaan is. De baten van de gaswinning zijn ‘op de grote bult’ gegooid. Ook omdat er vanaf 2012 veel overleg gepleegd is en men aan het bijkomen was van dit probleem dat groter was dan eerst leek, is er pas vanaf 2014 écht actie ondernomen. Hierop komen we terug in de toekomstvisie. De periode 2012 en 2013 is vooral gebruikt om een regeling op te zetten en op grote schaal is er dus niet duidelijk in de provincie of het aardbevingsgebied geïnvesteerd.
51
Rapport Besteding van aardgasbaten: feiten, cijfers en scenario’s, Algemene Rekenkamer 2014. Rapport Besteding van aardgasbaten: feiten, cijfers en scenario’s, Algemene Rekenkamer 2014. 53 http://www.volkskrant.nl/economie/kritiek-op-besteding-aardgasbaten~a771405/ 31 januari 2016 54 https://nl.wikipedia.org/wiki/Betuweroute 5 februari 2016 55 http://www.nrcnext.nl/blog/2012/06/21/next-checkt-de-betuweroute-maakt-de-verwachtingen-waar/ 31 januari 2016 56 http://www.rekenkamer.nl/dsresource?objectid=19389&typ e=org.15 februari 2016 52
18
WAT ZIJN DE SCHADEKOSTEN EN HOE WORDEN DEZE BEHANDELD? Aardbevingen, het nieuws stond er vol mee de afgelopen tijd. Niet alleen de aardbevingen waren onderwerp van gesprek, maar vooral ook de schade die eruit volgde. Zowel psychologisch als fysiek aan het huis. De weerstand als gevolg hiervan uit de provincie bleek wel uit de oprichting van onder andere de Groninger Bodembeweging. Inmiddels zijn er sinds week 33 in 2012 60.636 schademeldingen gedaan57. De eerste aardbeving in Noord Nederland was in Assen op 26 december 198658, op dat moment is de NAM begonnen met onderzoek maar er was veel onduidelijk en er werden vooral geen risico’s gezien. In 1993 is de NAM begonnen met het uitkeren van schade. Van 1993 tot 2012 hadden ze 1100 meldingen in totaal. Nu zijn dat in de hoogtij weken 500 per week. Dit komt mede doordat de frequentie van de aardbevingen is toegenomen, de intensiteit van aardbevingen en het bewustzijn van mensen. Mensen zijn zich er nu veel meer van bewust dan vroeger en weten ook dat ze de schade kunnen melden.59 Maar op 16 augustus 2012 trilde de aarde in Loppersum langer en heftiger dan ooit tevoren, namelijk met de kracht van 3,6 op schaal van Richter.60 Op dit moment is het balletje gaan rollen. De media en de overheid doken erbovenop en gingen op onderzoek uit. Het aantal schademeldingen groeide ook enorm en sindsdien worden de schademeldingen ook op de site van de NAM geregistreerd, vandaar dat wij deze datum over het algemeen als ons begindatum nemen. De gaswinning veroorzaakt tegenwoordig zo’n 50 aardbevingen per jaar.
57
http://www.namplatform.nl/feiten-en-cijfers/voortgang-schadeafhandeling#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9c2NoYWRlYWZoYW5kZWxpbmc= geraadpleegd op 31-1-2016 58 https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aardbevingen-in-groningen/inhoud/aardbevingen-doorgaswinning-in-groningen geraadpleegd op 31-1-2016 59 Interview Sander van Rootselaar 11 november 2015 Loppersum geraadpleegd op 31-1-2016 60 https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aardbevingen-in-groningen/inhoud/aardbevingen-doorgaswinning-in-groningen geraadpleegd op 31-1-2016
19
In de periode tussen week 33 2012 en week 52 2014 staat het aantal schademeldingen op 30.089, waarop 16.798 aanbiedingen zijn op schadeherstel. Daarvan zijn 15.328 geaccepteerd61. Dit zijn niet
geringe cijfers en de NAM heeft dan ook schaderegelingen moeten instellen. De verschillende waarderegelingen zijn: Waarderegeling: Compensatie bij verkoop 1. Nieuwbouwregeling 2. Uitkoopregeling 3. Bijzondere situaties Waarderegeling: Compensatie bij verkoop De site namplatform.nl vermeldt het volgende over deze regeling: “Hebt u onlangs uw huis in Noordoost-Groningen verkocht en denkt u dat de verkoopprijs van uw huis aantoonbaar lager was als gevolg van het risico op aardbevingen door gaswinning uit het Groningen-gasveld? Met de Waarderegeling van NAM kunt u hiervoor compensatie aanvragen.� Het doel van deze regeling is om de huizen die in waarde zijn gedaald door het aardbevingsrisico te compenseren bij de verkoop van het huis. Het betreft dan de huizen in de gemeenten Appingedam, Bedum, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, Slochteren, Ten Boer en Winsum. Tot nu toe zijn er in 82% van de gevallen een aanbieding gedaan door de NAM en de overige 18% dus geen compensatie. Deze compensatie zit meestal tussen de 2% en 5% van de verkoopprijs. De rechter heeft echter recent besloten dat de NAM ook moet compenseren voordat het huis verkocht is. De NAM gaat nog in hoger beroep.62 De waarderegeling heeft betrekking op woningen, mits deze zich bevinden in de eerdergenoemde gemeentes. Daarnaast moet de woning verkocht zijn na 23 januari 2013 en is deze al geleverd. De aanvraag van deze waarderegeling heeft ook nog de voorwaarde om deze aanvraag in te dienen binnen een jaar na levering en er mag geen sprake zijn van een bedrijfsmatige transactie.
61
http://www.namplatform.nl/feiten-en-cijfers/voortgang-schadeafhandeling#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9c2NoYWRlYWZoYW5kZWxpbmc= geraadpleegd op 31-1-2016 62 Gesprek Sander van Rootselaar 13 februari 2016
20
Daarnaast dient men te beschikken over een kopie van de Koopovereenkomst en optioneel alle voor u relevante documenten m.b.t. de verkoop van uw woning en m.b.t. de verkochte woning, bijvoorbeeld: verkoopbrochure, WOZ-beschikkingen en taxatierapporten. Daarbovenop verwacht de NAM dat men medewerking verleent en de schade heeft gemeld bij Centrum Veilig Wonen. Na een relevante aanmelding taxeert een onafhankelijke taxateur de waardedaling. Vervolgens wordt er een bod gedaan door de NAM. Als men het er niet mee eens is kan men de keuze maken voor driedeskundigentaxatie. Dit houdt in dat er nu drie onafhankelijke taxateurs naar de eventuele waardedaling kijken. Als men dit aanvraagt komt er een eigen bijdrage van €300, deze wordt vergoed als deze taxatie afwijkt van de eerste. Uitkoopregeling De site namplatform.nl meldt het volgende: “In uitzonderlijke situaties bespreekt NAM de mogelijke verkoop van een pand met de eigenaar van een gebouw. De eigenaar van het pand en NAM bespreken dan de keuze tussen bouwkundig versterken en verkoop van het pand aan NAM.” De uitkoopregeling is er voor de gevallen dat de versterking of herstelling duurder uitvalt dan de waarde van de woning. In deze gevallen wordt de bewoner een bod gedaan om het huis op te kopen. Uitkopen is echter een zeldzaamheid hebben wij te horen gekregen bij de NAM. De NAM wil ook een bredere uitkoopregeling, waarbij mensen ook kunnen verhuizen. Burgemeesters zijn hier echter tegen in verband met leegloop.63 Bijzondere situaties De site namplatform.nl meldt het volgende: “Aardbevingen door gaswinning kunnen ingrijpende gevolgen hebben. NAM heeft een aantal regelingen om die gevolgen te compenseren. Er bestaan echter uitzonderlijke situaties waarbij al deze maatregelen niet genoeg zijn. Voor deze ‘Bijzondere Situaties’ is er een aparte regeling.” Deze regeling heeft als doel de mensen die niet voldoende worden geholpen door de andere regelingen, dit veroorzaakt door economische, sociale en psychische problemen, te helpen. Deze mensen dreigen namelijk overspoeld te worden door hun persoonlijk problemen en dan zijn de aardbevingen vaak de druppel die de emmer doet overlopen. Om deze mensen direct te kunnen helpen is er een bedrag beschikbaar van €15 miljoen. Deze regeling kan bijvoorbeeld van toepassing zijn op: ● Inwoners met een aantoonbaar medisch/ psychisch/ sociaal probleem, die snel aan andere huisvesting geholpen moeten worden; ● Inwoners die door persoonlijke omstandigheden, inkomensverlies en het niet kunnen verkopen van hun huis, op korte termijn in ernstige financiële problemen komen/ failliet dreigen te gaan; ● Inwoners die (vaak op meerdere fronten) schade hebben ondervonden, maar daarvoor op andere plaatsen geen concrete hulp hebben kunnen krijgen. Al deze gevallen worden beoordeeld door de Commissie Bijzondere Situaties. Deze commissie is opgericht in maart 2014 en is onafhankelijk. Drie maatschappelijke deskundigen en één adviserend
63
Gesprek Sander van Rootselaar 16 februari 2016
21
lid nemen zitting in de Commissie Bijzondere Situaties. Deze commissie heeft dus €15 miljoen beschikbaar die ze kunnen aanwenden voor praktische hulp tot financiële compensatie. Schaderegeling Centrum Veilig Wonen Echter met al deze regelingen wordt de belangrijkste kostenpost niet gedekt. De daadwerkelijke schade als gevolg van de aardbevingen zoals scheuren in de muur wordt namelijk geregeld door Centrum Veilig Wonen.. De schade die door de aardbevingen aan huizen wordt veroorzaakt, wordt door de Groninger Bodembeweging als volgt beschreven:” Schade aan een woning manifesteert zich vaak als scheuren in muren. Deze kunnen oppervlakkig zijn (afwerklagen, betegeling) of dwars door de muur lopen. Er kunnen nieuwe scheuren ontstaan en bestaande scheuren kunnen groter worden. Ook is het mogelijk dat er scheuren in betonnen vloeren ontstaan. Er kunnen deuren en ramen gaan klemmen (vensterglas kan breken), dakgoten kunnen hun afloop verliezen. Riolering en andere leidingen kunnen, met name ter hoogte van de muurdoorvoer, gebreken gaan vertonen. Ook kan schade later zichtbaar worden, zoals lekkende kelders en schoorstenen. Schade door aardbevingen komt hoofdzakelijk voor bij woningen met een fundering op staal64, maar is ook meerdere keren geconstateerd bij huizen op (betonnen) palen. Boven op een wierde en langs water zijn huizen extra kwetsbaar”65. Zoals bij betrokken personen beschreven handelt CVW sinds 2015 de schade af. Dit heeft het CVW overgenomen van de NAM, omdat de NAM daar de capaciteit niet voor had. CVW voltrekt de procedures, maar communiceert ook met de NAM, want de NAM is uiteindelijk de partij die het moet betalen. De procedure kan in vijf stappen worden onderverdeeld. De eerste stap is dat men de schade moet melden bij het CVW middels een aanvraagformulier die via de site van het CVW verkrijgbaar is. De tweede stap is dat de woning bezocht wordt door een schade-expert. Die beoordeeld of het A-, B- of C-schade is. A-schade betekent dat de schade geheel door de aardbeving is veroorzaakt. B-schade is dat bestaande schade verergerd is door de aardbevingen. C-schade is dat de schade niet door aardbevingen is veroorzaakt. Vervolgens ontvangt men als derde stap binnen acht weken een expertiserapport van het CVW. In dit rapport staat hoeveel het herstel zou kosten en in hoeverre de schade veroorzaakt is door aardbevingen. De vierde stap is dat mits er aardbevingsschade geconstateerd wordt, zal er een keuzeformulier bijgevoegd worden. Hierop moet men aangeven of men wil dat het CVW het herstel regelt of dat men zelf een door de CVW erkende aannemer inschakelt of dat men het bedrag uitgekeerd wil krijgen. En dan als laatste stap: de uitbetaling door het CVW, als alles goed verlopen is. Dit is de standaardprocedure, maar er is ook een versnelde procedure. Bij deze procedure wordt na vijf dagen de schade gerepareerd. Hierbij moet gedacht worden aan stuc-, schilder- en metselwerk dat binnen een of twee dagen verholpen kan worden.
64
Fundering op staal: dit is een van oudsher gebruikte funderingsmethode op de Groninger klei, waarbij de muur (met een brede onderkant) op een diepte van ± 60 tot 90 centimeter onder het maaiveld rechtstreeks op de bodem steunt. Tegenwoordig wordt vrijwel altijd gebruikgemaakt van een betonplaat en/of heipalen waarop de muren steunen. 65 http://www.groninger-bodem-beweging.nl/vraag-antwoord/schade-door-aardbevingen 13 februari 2016
22
Men kan het natuurlijk ook niet eens zijn met het expertiserapport. Op dit moment kan men een contra-expertise aanvragen. Deze contra-expert mag men zelf uitkiezen, mits hij een deskundige is op het gebied waarover hij een rapport uitbrengt. Vervolgens wordt overlegd met het CVW over de manier waarop de het proces zal gaan, zoals het maximaal aantal uren van de contra-expert en het vaststellen van een derde arbiter. Na het rapport van de contra-expert, zal er overleg plaatsvinden tussen de eerste expert en de contra-expert. Op de punten waar ze niet uitkomen wordt de derde arbiter ingeschakeld. Na dit overleg betaalt het CVW de vastgestelde schade en de kosten van de contra-expert tot de vastgestelde maximum aan uren. Alle overuren betaalt de particulier zelf.
Bedrijven Niet alleen bewoners zijn de dupe van deze aardbevingen, maar ondernemers ondervinden ook schade als gevolg van de aardbevingen. Deze schade kan bestaan uit schade aan het pand, bedrijfsprocessen, omzetschade en het al niet door kunnen met het bedrijf. Voor de schade aan het pand kan de ondernemer zich melden bij het CVW, maar voor de rest is er nog niet echt een meldpunt. Daar gaan het Economic Board, VNO/NCW, LTO en MKB-Nederland aan werken66.
Cijfers Hoeveel is er nou van deze regelingen terecht gekomen? Ten aanzien van de schadecompensatie is dat er tot nu toe 267 (2,7%) schademeldingen zijn van boven de 25.000 euro, 5354 (53,4%) 66
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2016/01/12/beantwoording-schriftelijkevragen-gaswinning-groningen-en-meerjarenprogramma-ncg vraag 2 13 februari 2016
23
schademeldingen zijn van schades tussen de 3.000 en 25.000 euro, 3122 (31,2%) schademeldingen zijn van kleiner dan 3.000 euro en 1257 (12,6%) schademeldingen zijn waaraan niks werd toegekend67. De voortgang bij de waarderegeling is dat er tot nu toe 833 aanvragen zijn binnengekomen . In 678 gevallen is er een taxatie uitgevoerd. In 441 gevallen is er een aanbod gedaan door de NAM, dit is dus 82% van de gevallen. 92% van de aanbiedingen zijn geaccepteerd door de huiseigenaren en 8% dus niet. Hierboven een grafiek van het aantal aanvragen, taxaties en aantal voorstellen van de NAM per gemeente. Het percentage aanbiedingen met compensatie is in totaal 82%, per gemeente is dat68: ● Appingedam: 76% ● Bedum: 78% ● Delfzijl: 66% ● Eemsmond: 83% ● Loppersum: 95% ● Slochteren: 93% ● Ten Boer: 83% ● Winsum: 82% De cijfers die bekend zijn over de waardedaling is dat de huizen in het bevingsgebied gemiddeld voor 90% van de vraagprijs worden verkocht, terwijl dat in het referentiegebied 92% van de vraagprijs was. Ook is het verschil tussen de vraagprijs en de verkoopprijs sinds de aardbeving in 2012 stabiel gebleven in het bevingsgebied, terwijl dat verschil in het referentiegebied kleiner werd. Daarnaast zijn de verkoopprijzen in het risico- en referentiegebied, respectievelijk met 2,4% en 0,5% gedaald. Er is ook een verschil te zien in het prijsverloop van de twee gebieden. In het referentiegebied stegen, namelijk de prijzen weer na het tweede kwartaal van 2013. Dat verschilt van het risicogebied, want die prijzen stegen pas een jaar later. Deze data hebben betrekking op de periode tussen het derde kwartaal van 2012 tot en met het tweede kwartaal van 2015. Het CBS vermeldt daarnaast uitdrukkelijk dat de cijfers niet significant zijn en dat het niet kan worden vastgesteld dat deze resultaten veroorzaakt zijn door de aardbevingen.69 De NAM is de periode van 2014-2018 rond de 400 miljoen euro kwijt aan schadekosten. Deze 400 miljoen euro bevatten ook de kosten en schaderegelingen van het CVW, want het CVW bepaalt de hoogte van de schade, maar de NAM betaalt uiteindelijk70. Psychologische schade Natuurlijk beslaat de schade van de aardbevingen niet alleen fysieke schade, maar ook psychologische schade. Psychologische schade is niet altijd even makkelijk te meten. Hoe valt bijvoorbeeld te meten hoe erg mensen het vinden als ze tijdelijk hun huis moeten verlaten, omdat het huis versterkt moet worden om de risico’s te beperken. Er is echter een onderzoek gepland voor de komende twee jaren. Dit onderzoek zou uitgevoerd worden door de RUG onder de naam 67
http://www.namplatform.nl/feiten-en-cijfers/voortgang-schadeafhandeling#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9c2NoYWRlYWZoYW5kZWxpbmc= 13 februari 2016 68 http://www.namplatform.nl/feiten-en-cijfers/voortgang-waarderegeling#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9d2FhcmRlcmVnZWxpbmc= 13 februari 2016 69 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/informatie/beleid/publicaties/papers/archief/2015/woningmarktontwikkeli-ngenrondom-het-groningenveld.htm 16 februari ’16 70 Gesprek met Sander van Rootselaar, woordvoerder NAM, 10 november 2015
24
Gronings Perspectief. Dit onderzoek bestaat uit zeven online enquêtes aan het eind van elk kwartaal tot en met eind 2017. Data over de welgesteldheid van het lichaam en de geest van voor en na de aardbevingen, verzameld door Lifelines. En er zijn tot slot ook interviews met de bewoners waarbij leefbaarheid en veiligheid centraal staan. Naast dit onderzoek is er ook al onderzoek uitgevoerd door de TU Delft. Dit onderzoek is 22 januari ’16 overgedragen aan de NCG. De TU Delft deed onderzoek naar de mogelijke effecten van de aardbevingen op de woningmarkt in het aardbevingsgebied.
Uit dit onderzoek blijkt dat: ● ● ● ●
●
29% van de huishoudens in Groningen zich onveilig voelt als gevolg van de aardbevingen; De tevredenheid over de leefbaarheid sinds 2012 is afgenomen van 85% naar 77%; De overheid en NAM als te passief worden gezien; De verhuisgeneigdheid ligt voor het hele gebied rond de 10% met uitschieters in de gebieden met meer aardbevingen. Als reden voor de verhuizing wordt de aardbevingsproblematiek genoemd; Het aantal verhuizingen achterblijft bij de overige gebieden in de regio en het aantal woningen dat te koop staat hoog is. Tegen iedere verkochte woningen staan nog 24 andere woningen te koop (krapte-indicator), terwijl deze verhouding voor heel Nederland gemiddeld 11 is.71
71
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2016/01/25/kamerbrief-over-woningmarkten-leefbaarheidsonderzoek-aardbevingsgebied-groningen-tu-delft 16 februari ’16
25
WAT ZIJN DE RISICO’S? Volgens het KNMI veroorzaakt de gaswinning tegenwoordig zo’n 50 aardbevingen per jaar. Dit is er dus ongeveer 1 per week72. Nu is dit gemiddelde gemeten over de periode 1986 -2016. Er wordt dus ook gekeken naar de jaren dat aardbevingen nog amper voor kwamen. Als je kijkt naar de periode 2012–2014, de periode waarover ons onderzoek gaat, zie je dat Groningen in die jaren steeds werd getroffen door meer dan 90 bevingen per jaar. Dus bijna een verdubbeling van het aantal dat de Rijksoverheid op haar site vermeldt, wat dus neer komt op 2 per week73! Aangezien aardbevingen erg moeilijk te voorspellen zijn, weet niemand waar of wanneer de volgende zal plaatsvinden, of hoe sterk deze zal zijn. De meeste bevingen in Groningen hebben een kracht van 1 tot 2 op de schaal van Richter. Deze vallen onder de categorie ‘lichte aardbevingen’. Toch zijn er jaarlijks aardbevingen met een kracht hoger dan 2.5 op de schaal van Richter74. Dit lijkt misschien niet zo veel, de schaal van Richter loopt tot magnitude 10. Maar de zwaarst gemeten aardbeving van 3.6 op de schaal van Richter, is maar liefst 100 keer zo zwaar als een gemiddelde ‘lichte’ aardbeving van 1.5. En hier blijft het niet bij. Er wordt verwacht dat aardbevingen tot magnitude 5 in de toekomst mogelijk zijn. Bij zo’n beving komt nog eens 125 keer zo veel kracht vrij als bij de zwaarste beving tot nu toe. Wat belangrijk is om te bedenken, is dat de schade die tot nu toe is veroorzaakt voornamelijk het gevolg is van bevingen die lichter waren dan magnitude 375. Bij zwaardere aardbevingen is de verwachte schade nog vele malen groter. Begin januari 2013 kwam Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) met een rapport over het risico dat de Groningers lopen als gevolg van de bevingen. In dit rapport, “Risico Analyse Aardgasbevingen Groningen”, worden de gevolgen besproken van een aardbeving met een kracht van 5 op de schaal van Richter76. SodM is een rijksinspectiedienst met als missie ‘Het zeker stellen dat de mijnbouw en het transport van gas op een maatschappelijk verantwoorde wijze wordt uitgevoerd’. De conclusie van dit rapport luidt als volgt. “…meer dan 1200 huizen zouden kunnen instorten waarbij, als de aardbeving overdag gebeurt, 118 dodelijke slachtoffers kunnen vallen en als de beving ’s nachts gebeurt 106 dodelijke slachtoffers.” (Tabel 1)77 Er wordt dus rekening gehouden met dodelijke slachtoffers. Dat is nog eens wat anders dan een scheur in de muur… Om het risico precies in kaart te brengen heeft het Engelse ingenieursbureau Arup, in opdracht van de NAM, een inventarisatie gemaakt van alle gebouwen in een straal van 15 kilometer rondom Huizinge. Daarnaast is er een inventarisatie gemaakt van alle gebouwen binnen een straal van 5 kilometer van het Groninger gasveld. Vervolgens zijn al deze gebouwen gerangschikt naar kwetsbaarheid (gebaseerd op bouwmateriaal en bouwjaar) (tabel 2)78. Aan de hand hiervan heeft 72
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aardbevingen-in-groningen/inhoud/aardbevingen-doorgaswinning-in-groningen 73 http://www.namplatform.nl/feiten-en-cijfers/aardbevingen#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9YWFyZGJldmluZ2Vu 74 http://www.namplatform.nl/feiten-en-cijfers/aardbevingen#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9YWFyZGJldmluZ2Vu 75 http://www.co2ntramine.nl/aardbevingsrisico-scholieren-onaanvaardbaar-groot-tot-onbekend/ 76 http://www.co2ntramine.nl/sodm-1200-ingestorte-huizen-118-doden/ 77 http://www.co2ntramine.nl/sodm-1200-ingestorte-huizen-118-doden/ 78 http://www.co2ntramine.nl/wp-content/uploads/2015/02/SodM-118-doden.pdf
26
Arup een zogenaamd “deterministische seismisch risico analyse uitgevoerd”. Zo’n deterministische aanpak “geeft voor een beving zoals die bij Huizinge op 16 augustus 20112 de gevolgen in termen van schade en letsel/dodelijke slachtoffers”. Op basis van het aantal gebouwen, de kwetsbaarheid hiervan, het aantal inwoners en de grondversnelling (de mate van het schudden van de grond tijdens een aardbeving) is de mogelijke schade aan mens en/of gebouw bij verschillende magnitudes bepaald79. Tabel 1
79
http://www.co2ntramine.nl/sodm-1200-ingestorte-huizen-118-doden/
27
Tabe l2
28
De wettelijke norm voor het individuele risico (afgekort als LPR: Lokaal Persoonlijk Risico) is momenteel maximaal één dode op de miljoen per jaar. Bij haar berekeningen kijkt SodM naar de omgeving van Huizinge, waar de zwaarste bevingen tot nu toe hebben plaats gevonden. Uit onderzoek van SodM blijkt dat het LPR in en rondom Huizinge ligt tussen de één dode op de vijftienduizend en de 1 dode op de vijftigduizend per jaar, afhankelijk van het gebouw waarin men zich bevindt 80 (Lokaal Persoonlijk Risico wordt als volgt gedefinieerd: ‘De kans op overlijden voor een fictief persoon die zich permanent in of nabij een gebouw van een bepaalde kwetsbaarheidsklasse bevind’). Nu ligt Huizinge nog in een relatief dunbevolkte streek. Wat het LPR is in een dichter bevolkte streek als Bedum, genoemd als eventueel epicentrum bij een volgende zware aardbeving, is onbekend. Ter vergelijking: het LPR dat momenteel voor Huizinge wordt gebruikt komt ongeveer overeen met het landelijke risico bij een overstroming na dijkdoorbraken. Het LPR bij een vliegtuigcrash op Schiphol ligt lager (figuur 2). Samengevat: het risico dat de Groningers in het aardbevingsgebied lopen als gevolg van de gaswinning is uitzonderlijk (ontoelaatbaar?) groot in Nederland.
Figuur 281
80 81
http://www.co2ntramine.nl/aardbevingsrisico-scholieren-onaanvaardbaar-groot-tot-onbekend/ http://www.co2ntramine.nl/wp-content/uploads/2015/02/SodM-118-doden.pdf
29
PROVINCIE De Groningers hebben schoon genoeg van de aardbevingen. Begrijpelijk natuurlijk: er is al voor miljoenen euro’s aan schade veroorzaakt. De NAM krijgt honderden schademeldingen per maand. Bij aardbevingen zoals deze in Groningen moeten we niet denken aan gescheurde wegen of ingestorte panden, maar aan ernstige beschadigingen aan huizen, scholen, boerderijen en gebouwen (Figuur 382). Ook oudere monumenten krijgen het zwaar te verduren (onlangs heeft de NAM opdracht gegeven tot het restaureren van vier beschadigde Rijksmonumenten83). Gestutte huizen zijn tegenwoordig geen uitzondering meer in het Groningse straatbeeld. Figuur 3
Maar dit is niet het enige probleem. Schade aan panden is ‘relatief’ eenvoudig te verhelpen met de schaderegeling die de NAM hanteert (hier wordt verderop in ons werkstuk uitgebreider op ingegaan). De Groningers ondervinden daarnaast ook geestelijk veel hinder van de aardbevingen. Inwoners van het gebied zijn bang. Ze leven in onzekerheid, niet wetend wanneer de volgende beving zal plaatsvinden. Sommige mensen durven hun huizen niet meer uit, anderen hebben last van stress of slapeloosheidsverschijnselen.
82
http://sociaalplanbureaugroningen.nl/dynamic/media/1/documents/thema_krimp/aardbevingen/4._Mi gratiestromen_in_Noordoost_Groningen.pdf 83 http://www.nu.nl/gaswinning-groningen/4209583/nam-laat-rijksmonumenten-metaardbevingsschade-herstellen.html
30
Dit is een probleem dat veel moeilijker is om op te lossen, vooral omdat het lastig is om aan te tonen dat psychische klachten worden veroorzaakt door de bevingen. Wat wel is aan te tonen, is dat de algemene leefbaarheid in de provincie Groningen erg is verslechterd sinds de aardbeving bij Huizinge. Waar in 2012 nog 86% van de inwoners aangaf erg tevreden te zijn (vergelijkbaar met de rest van ons land), is dat in 2015 teruggelopen tot ‘slechts’ 77%. Hiermee is Groningen de slechts scorende provincie in Nederland84. Onderzoekers van OTB (het onderzoeksinstituut van de TU Delft) en het Sociaal Plan Bureau Groningen onderzochten verschillende aspecten van de woningmarkt in het aardbevingsgebied. Uit dit onderzoek blijkt dat 15.000 huishoudens in de negen ‘aardbevingsgemeenten’ zich onveilig voelen. Dit is bijna 30% van het totale aantal huishoudens in deze gemeenten. Het gaat hier om de gemeenten Appingedam, Bedum, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, Slochteren, Ten Boer en Winsum. Daarnaast bleek dat er bijna 4000 huishoudens zijn die last hebben van psychische problemen als gevolg van de aardbevingen85. Veel mensen hebben weinig of geen vertrouwen meer in de NAM of in de overheid. Bewoners zijn van mening dat beide partijen te weinig doen om de negatieve effecten aan te pakken. Na verschillende jaren van aardbevingen én klachten lijkt er nog steeds niks te zijn veranderd aan de situatie. “Het gevoel heerst dat de overheid de kant van de NAM kiest en geen volledige verantwoordelijkheid neemt”86. Ook geeft het een gevoel van machteloosheid dat de burgers afhankelijk zijn van de NAM en de overheid. Ook de woningmarkt in Groningen ligt zo goed als plat. Op de gemeente (lees stad) Groningen na blijft het herstel van de woningmarkt in het gebied ver achter bij de rest van Nederland. Een voorbeeldje: voor iedere verkochte woning in Groningen staan er nog eens 24(!) te koop. In de rest van Nederland zijn dit 11 aangeboden woningen per verkochte woning. Het percentage mensen dat weg wil uit Groningen is dan ook erg groot in vergelijking met de rest van het land. 40% van de inwoners is echter bang dat ze hun huis niet binnen twee jaar kunnen verkopen87. De provincie heeft al een aantal jaren te maken met vergrijzing, en aardbevingsproblematiek zorgt er nog eens voor dat wonen in Groningen nog minder aantrekkelijker wordt. Het aardbevingsgebied dreigt dan ook langzaam leeg te raken. De huizen prijzen zijn er uitzonderlijk laag, maar ook dat haalt mensen van buiten de provincie niet over om in Groningen te gaan wonen. Wie koopt er nou een nieuw huis waar morgen de scheuren in het pleisterwerk kunnen zitten? Kort samengevat: de leefsituatie in Groningen is bijzonder slecht als gevolg van de aardbevingen. Bewoners hebben psychische klachten, anderen willen verhuizen maar raken hun huizen niet kwijt. Deze situatie is ongunstig voor de Groningen. De provincie heeft al langere tijd te kampen met krimp, ontgroening en vergrijzing in de gebieden buiten de stad Groningen. Het gemiddelde opleidings- en inkomensniveau is laag, en de werkloosheid relatief hoog88. Door de aardbevingen
84
phtt://sociaalplanbureaugroningen.nl/action/news/item/135/woningmarkt--enleefbaarheidsonderzoek-aardbevingsgebied.html 85 http://www.bk.tudelft.nl/nl/actueel/laatste-nieuws/artikel/detail/woningmarktonderzoek-groningseleefbaarheid-en-woningmarkt-onder-druk-/2 86 http://www.nu.nl/binnenland/4201667/leefbaarheid-van-aardbevingsgebied-in-groningenverslechterd.html 87 http://sociaalplanbureaugroningen.nl/action/news/item/135/woningmarkt--enleefbaarheidsonderzoek-aardbevingsgebied.html 88 Rapport Commissie Duurzame Toekomst Noord-Oost Groningen
31
wordt dit proces alleen nog maar versneld (Figuur 489). Vooral de kleinere dorpjes te oosten van de stad vertonen enorme leegloop. (Basis)scholen hebben steeds minder leerlingen en door de trek naar de stad neemt het aantal voorzieningen op het platteland en in de dorpjes af. Hier moet flink geïnvesteerd worden om de dorpen leefbaar te houden. Voor bedrijven zijn deze buiten gebieden ook niet interessant. Het gaat hier om afgelegen, achtergebleven regio’s, waar ook de infrastructuur niet optimaal is. De krimp speelt ook nog een rol voor bedrijven. Het wordt namelijk steeds moeilijker om de drempelwaarde te halen. Deze verslechterde situatie lijkt alleen te kunnen stoppen wanneer er meer toekomst perspectief komt in Groningen. Dit kan op twee manieren: door investeren in de leefbaarheid in de provincie, en door te zorgen dat de aardbevingen zullen stoppen, of op zijn minst zullen verminderen. Uit hetzelfde onderzoek van de TU Delft blijkt dat een groot deel van de Groningers met verhuisplannen hier vanaf zou zien als de gasproductie drastisch omlaag zou gaan, als de schade herstelling aan woningen sneller zou verlopen, en als huidige woningen aardbevingsbestendig zouden wordt gemaakt90. Later in dit werkstuk zullen we dieper ingaan op de investeringen in de provincie en over het aardbevingsbestendig bouwen. Nu lijkt het er op dat de Groningers alleen maar nadelen hebben van de gaswinning. Dit is natuurlijk niet helemaal waar, er kleven ook voordelen aan. De gemeenten die betrokken zijn bij de gaswinning ontvangen belasting van de NAM uit gaswinningsinstallaties en gebouwen (voor bijvoorbeeld Slochteren is dit zo’n half miljoen euro per jaar). De gaswinning en de aardbevingen leveren verder ook werkgelegenheid op: in totaal ruim negen duizend arbeidsplaatsen. Ook waren de mensen er trots op dat Groningen op deze wijze bijdroeg aan de welvaart van Nederland. Na de beving bij Huizinge sloeg deze stemming echter om91. Deze voordelen wegen dan ook absoluut niet op tegen de nadelen. En het gekke is: Groningen krijgt bijna geen compensatie voor de schade die de overheid eigenlijk aanricht. Van al het geld gaat slechts 1% naar de drie noordelijke provincies Friesland, Groningen en Drenthe92. Dit is een hele scheve verdeling. Er zijn veel verschillende ideeën om de Groningers te compenseren. Zo zijn er verschillende commissies opgericht die met oplossingen moeten komen voor de slechte situatie in de Provincie. Er zijn ook manieren om de burgers financieel te compenseren. Neem als voorbeeld het beleid dat momenteel in Oklahoma wordt gevoerd. Een ander idee: hef minder inkomensbelasting in Groningen, waardoor het zowel aantrekkelijker wordt om er te blijven wonen als om er te gáán wonen. Beide voorbeelden zullen later uitgebreider aan de orde komen.
89
http://sociaalplanbureaugroningen.nl/bevolkingsprognoses/ http://sociaalplanbureaugroningen.nl/action/news/item/135/woningmarkt--enleefbaarheidsonderzoek-aardbevingsgebied.html 91 Rapport Commissie Duurzame Toekomst Noord-Oost Groningen 92 Gesprek Gedeputeerde Staten 90
32
Figuur 4
Vanuit de provincie Groningen zijn het de Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning die proberen om het aardbevingsgebied leefbaar te houden. Het college van Gedeputeerde Staten bestuurd de provincie en voert de besluiten van de Provinciale Staten (volksvertegenwoordigers van de provincie) uit. De commissaris van de Koning is voorzitter van zowel het college van Gedeputeerde Staten als de Provinciale Staten. Hij is onder andere verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde en de veiligheid. Zij vertegenwoordigen de belangen van de burgers in de Tweede Kamer. Het probleem is echter dat zij geen invloed hebben op de gaswinning zelf, ze hebben slechts een adviserende rol. Via kennissen in Den Haag proberen zij enige invloed uit te oefenen, maar in feite hebben ze niks te zeggen. Nu is het wel zo dat de Gedeputeerde Staten veel meer in gesprek zijn geraakt met het Ministerie van Economische Zaken sinds de aardbevingen zo in de publiciteit zijn93. De Commissaris van de Koning in Groningen Max van den Berg heeft de Commissie Meijer opgezet om de veiligheid, de werkgelegenheid en de leefbaarheid in de provincie te verbeteren. Deze commissie, onder leiding van de heer Wim Meijer van de PVDA, zoekt naar manieren om de regio er weer bovenop te helpen. Daarnaast heeft het bestuur van de provincie de Commissie Duurzame Toekomst Noord-Oost Groningen ingesteld om de provincie van advies te dienen over de toekomst van het gaswinningsgebied. Deze commissie kreeg de volgende opdracht mee: “Beredeneer of en in welke mate er sprake is van nadeel in het beid waar de affecten van gaswinning nu letterlijk en figuurlijk voelbaar zijn. Geef antwoord op de vraag hoe het verlies aan waarde voor burgers, bedrijven en gemeenschappen kan worden hersteld�. Een van de conclusies die de commissie heeft getrokken is dat de balen en lasten van de gaswinning ongelijk verdeeld zijn. Ze adviseren de provincie om “samen met de NAM, het ministerie van Economische Zaken, 93
Gesprek Gedeputeerde Staten
33
inwoners,ondernemers, onderwijs- en kennisinstellingen, andere organisaties en lokaal bestuurders in Noord-Oost Groningen tot een meerjarig en samenhangend programma te komen, waarin het herstel van veiligheid en toekomstzekerheid bij de inwoners in het gebied centraal staat”94. De overheid zag ook in dat er iets moest worden gedaan aan de situatie zoals die nu in Groningen is. Daarom is in begin 2015 de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) opgezet. Dit is een samenwerking tussen de twaalf Groninger gemeenten in het aardbevingsgebied, de provincie Groningen en de Rijksoverheid. De leiding van dit samenwerkingsverband ligt bij oud minister Hans Alders. De NCG valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Economische Zaken. Zij heeft rechtstreeks toegang tot de ministerraad, en kan hier voorstellen doen. Sinds begin 2015 wordt er gewerkt aan het een ‘meerjarenplan’ onder de naam Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen. In dit plan staan verschillende ideeën om de veiligheid, de leefbaarheid en de economie in de provincie te verbeteren95. Ook vanuit de Groningers zelf zijn er organisaties ontstaan die opkomen voor de belangen van de burgers. De twee bekendste hiervan zijn de Groninger Bodem Beweging (GBB) en Schokkend Groningen. Deze vrijwillige organisaties vinden dat de gasboringen al genoeg schade hebben veroorzaakt, en dat er te weinig wordt gedaan om hier verandering in de brengen, of om de burgers te gemoed te komen. Zij zijn dan ook van mening dat het het beste is om de gaswinning niet terug te draaien, maar deze helemaal stop te zetten. Alleen hierdoor zal Groningen haar veilige leefomgeving terugkrijgen. Op de site van de GBB staat: “De GBB komt op voor de inwoners van de regio om ervoor te zorgen dat hun mening en zorgen over de aardbevingsproblematiek gehoord en gezien worden”96. Ze zoeken media aandacht, voeren demonstraties en proberen via de juridische weg hun wensen kracht bij te zetten (de GBB is in beroep gegaan tegen het nieuwe winningsvoorstel, en heeft een advocaat in de arm genomen om de NAM aan te klagen97). Op deze manier proberen en de rest van Nederland, en vooral de overheid er bewust van te maken dat het zo echt niet langer door kan gaan in Groningen.
94 95
96 97
Rapport Commissie Duurzame Toekomst Noord-Oost Groningen http://www.nationaalcoordinatorgroningen.nl/ http://www.groninger-bodem-beweging.nl/gbb/wat-doet-de-gbb http://www.nu.nl/gaswinning-groningen/4094555/groningers-willen-nam-rechter-slepen.html
34
WERKGELEGENHEID De gaswinning in Groningen heeft verschillende negatieve, externe effecten. Desalniettemin is er ook een positief effect te vinden en ook die zullen wij belichten. De gaswinning heeft namelijk een positief effect op de werkgelegenheid in de provincie. In verschillende bedrijfstakken is de werkgelegenheid gestegen. Als eerste is er natuurlijk meer werkgelegenheid in de bedrijfstak ‘delfstoffenwinning’. De winning van het gas in Groningen is niet erg arbeidsintensief. De werkgelegenheid is er in deze sector wel op vooruit gegaan maar deze toename is veel lager dan de toename van de toegevoegde waarde. De arbeidsinkomensquote geeft de verhouding tussen de loonkosten en de toegevoegde waarde weer. Het is gebleken dat de arbeidsinkomensquote in de sector delfstoffenwinning maar vier procent is. Gemiddeld in heel Nederland is de arbeidsinkomensquote drieĂŤnveertig procent. Ook is deze sector maar zeer beperkt verbonden met de rest van de Nederlandse economie. Het geproduceerde gas wordt natuurlijk geleverd aan veel andere bedrijfstakken en het wordt gebruikt in woningen. Maar de gaswinning vergt weinig productie van de rest van de economie. Het intermediair verbruik zijn alle goederen en diensten die zijn gebruikt bij het productieproces. De vaste activa behoren niet tot het intermediair verbruik. Het intermediair verbruik is in vergelijking tot andere sectoren van de economie dus erg klein98. De gaswinning en de gevolgen ervan, zorgen voor werkgelegenheid in meerdere sectoren. In totaal zorgt de gaswinning in Groningen voor een directe werkgelegenheid van 4.200 en een indirecte werkgelegenheid van 5.000. Directe werkgelegenheid is werkgelegenheid die direct ontstaat door een bepaalde activiteit, in dit geval dus de gaswinning. Indirecte werkgelegenheid zorgt via een omweg voor werkgelegenheid. De aardbevingen in de provincie Groningen die ontstaan zijn door de gasboringen, zorgen voor veel schade. Een voorbeeld van indirecte werkgelegenheid is dan dat aannemers meer werk hebben omdat er woningen verstevigd moeten worden. In totaal zorgt de gaswinning voor 9.200 banen in Groningen99, de gaswinning is dus belangrijk voor de werkgelegenheid in Groningen.
98
rapport over de inlvoed van aardgaswinning
99
Eindadvies van de commissie duurzame toekomst noord-oost Groningen
35
INNOVATIE De gaswinning in Groningen is een belangrijke inkomstenbron voor de Nederlandse staat. Het grootste deel van Nederland heeft hier alleen maar voordeel van. Alleen in Groningen ondervindt men ook de nadelen. Langzaam aan verlaten steeds meer mensen het probleemgebied. De provincie is minder interessant geworden voor veel bedrijven. Om de provincie leefbaar te houden en om weer bedrijven aan te trekken, moet er geïnnoveerd worden. De innovaties zullen op verschillende vlakken gedaan moeten worden, wil men er iets mee bereiken. Twee van de belangrijkste innovaties zijn het duurzamer en veiliger maken van woningen. Veel mensen in het aardbevingsgebied voelen zich onveilig. Om zich heen zien zij gestutte en gesloopte woningen. Terwijl in andere huizen veel scheuren zitten. Om een leegloop van dit gebied te voorkomen moeten veel huizen in deze regio dus verstevigd worden. Gemeentes proberen samen een potje te maken om dit te kunnen financieren. Maar dit is niet genoeg. Ook wordt er daarom geld van de provincie gebruikt, maar ook dan is er niet genoeg geld beschikbaar. Er is dus ook geld nodig van NAM100. NAM investeert ook veel geld in het bouwkundig versterken van huizen. Van 2014 tot en met 2018 gaat dit om een bedrag van 500 miljoen euro101. Het is de bedoeling dat met dit geld 1650 huizen worden verstevigd. Tevens is het de bedoeling van NAM dat de bewoners van deze woningen geen energierekening meer krijgen door de huizen duurzamer te maken102. Het duurzamer maken van woningen is op dit moment een belangrijk punt in Groningen. Hierdoor betalen de bewoners minder geld aan vaste lasten, waardoor zij elke maand meer geld over houden en dat kunnen zij weer ergens anders aan uitgeven. Het is de bedoeling dat er de komende jaren geïnvesteerd wordt in de natuur in Groningen. In de begroting van 2016 wordt dit genoemd onder de naam ‘karakteristiek Groningen’. Het Groningse landschap is belangrijk voor de identiteit van de provincie. Investeringen zijn ook op dit gebied dus belangrijk omdat het zorgt voor het behoud en herstel van de identiteit van de regio. Het hoofddoel is het duurzaam behouden van de identiteit van de provincie zodat ook de komende generaties hiervan kunnen profiteren103. Bovendien kan het goed onderhouden van het landschap leiden tot toerisme (in kleine mate)104. Om de het aardbevingsgebied aantrekkelijk te maken bij de bevolking is men bezig met een experiment. Loppersum wordt de eerste plaats in Nederland dat wordt aangesloten op 5G. Men wil gaan kijken of Loppersum zo weer interessanter wordt om te wonen of dat het juist geen enkel effect heeft105. In het buitengebied van Noord-Groningen willen verschillende organisaties nu graag breedband internet aanleggen. Dit zijn onder andere: Gedeputeerde staten, de Economic Board en de 100
Gesprek met gedeputeerde staten http://www.namplatform.nl/investeren-in-de-regio/regionaal-investeringsprogramma 102 Gesprek met Sander van Rootselaar, woordvoerder van NAM 103 http://www.provinciegroningen.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/Downloads/begroting_2016_web. pdf 104 Gesprek met gedeputeerde staten 105 Gesprek met Sander van Rootselaar, woordvoerder van NAM 101
36
dialoogtafel Groningen. De Economic Board is opgericht om de economie in het aardbevingsgebied te versterken, hiervoor is 97,5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor een periode van vijf jaar door NAM en de provincie106. De dialoogtafel Groningen zet zich in voor de regio die wordt getroffen door de aardbevingen. Het doel hiervan is om de negatieve effecten van de gaswinning zo goed mogelijk te compenseren107. Veel bewoners in dit gebied, dat veel wordt getroffen door aardbevingen, zeggen vaak last te hebben van slecht internet en staan dus positief tegenover dit initiatief. De Economic Board en de dialoogtafel Groningen zouden beide zo’n vijf miljoen euro hiervoor beschikbaar hebben gesteld. Er is in totaal zestien miljoen euro nodig voor dit project en er is dus weer extra geld nodig van NAM. De verwachting is dat in 2016 begonnen wordt met de aanleg van het breedband internet. De aardbevingsgebieden zijn dan natuurlijk als eerste aan de beurt108. In Groningen is het MKB fonds opgericht. Dit fonds is bedoeld om kleine en middel grote bedrijven te ondersteunen. Het fonds is in eerste instantie bedoeld voor bedrijven die vernieuwend zijn en die de economie van de provincie verbeteren. Voor het fonds is in eerste instantie veertig miljoen euro beschikbaar109. Het doel van het mkb fonds is het realiseren van een duurzame en innovatieve economie. Door het MKB en de innovatiekracht te verbeteren, moet er meer werkgelegenheid ontstaan voor de inwoners. Voor de periode van 2016 tot en met 2019 wordt het fonds jaarlijks aangevuld met vijfentwintig miljoen euro. Dit betekent dat er in deze jaren vijfenzestig miljoen euro beschikbaar is in het fonds110. Ook de nieuwbouw-innovatie regeling van NAM helpt mee aan de innovatie in de regio. Deze regeling is gericht op ondernemers, ontwerpers en aandragers van innovatieve oplossingen voor aardbevingsbestendige nieuwbouw van huizen in Noordoost-Groningen. Door de regeling is er ruimte om innovatieve ideeën verder te ontwikkelen. Dit betekent niet dat er geen eisen aan een nieuw idee vast zitten. Dus niet elk idee dat wordt aangedragen, wordt ook echt wordt uitgevoerd. Nieuwe oplossingen voor aardbeving bestendige bouw mogen bijvoorbeeld geen onnodige kosten tot gevolg hebben. De nieuwbouw-innovatie regeling moet het perspectief van de regio verbeteren. NAM werkt hiervoor samen met de gemeente Loppersum, Economic Board en het EPI-kenniscentrum. Het EPI-kenniscentrum is een kennis- en praktijkcentrum op het gebied van aardbevingsbesteding bouwen. De regeling bevindt zich nu nog in de pilot fase. De hoofddoelen van de regeling zijn: ● Een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van aardbevings-- bestendige woningbouw, deze bouw moet ook duurzaam zijn;
106
http://www.economicboardgroningen.nl/ http://www.dialoogtafelgroningen.nl/ 108 http://www.breedbandnoordgroningen.nl/grote-behoefte-breedband-buitengebied-noordgroningen/ 109 http://www.provinciegroningen.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/_nieuws/toon/Item/provinciericht-fonds-op-voor-versterking-midden-en-kleinbedrijf/ 110 http://www.provinciegroningen.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/Downloads/begroting_2 016_web.pdf 107
37
●
Een bijdrage leveren aan het realiseren van een geschikte locatie waar verschillende, innovatieve technieken voor aardbevingsbestendiger bouwen van huizen getest en gedemonstreerd kunnen worden111.
De eerste ronde van de nieuwbouw-innovatie regeling is in maart 2015 van start gegaan. Zeventig bedrijven uit heel Nederland en zelfs sommige uit het buitenland, dienden samen vijfentwintig innovatieve ideeën in voor aardbevingsbestendige nieuwbouw. Door hun deelname aan de nieuwbouw-innovatieregeling, kregen zij de kans op een bijdrage om hun ideeën te testen en te ontwikkelen. De vijfentwintig ingestuurde ideeën zijn allemaal beoordeeld door een onafhankelijke, technische werkgroep. Deze technische commissie wordt voorgezeten door dr. Wim Poelman van de Technische Universiteit (TU) Delft. De innovatieve ideeën zijn beoordeeld op verschillende vlakken. Dit zijn: ● De technische haalbaarheid; ● De mogelijkheden om de oplossingen architectonisch in te passen; ● Het economische perspectief dat het aan de regio biedt en ● De mate waarin het idee vernieuwend is. Zeven van de vijfentwintig voldeden direct aan alle eisen. Zes van de overige inzendingen mochten na wat aanvullingen, ook gepresenteerd worden bij de presentatieronde. In totaal werden er dus dertien ideeën gepresenteerd. De presentatie vond plaats voor de jury en de Technische Werkgroep. De jury werd hierbij voorgezeten door Professor dr. Jan Rots, net als dr Wim Poelman, is hij van de Technische Universiteit (TU) Delft. De volgende ideeën werden gepresenteerd: ● Dingerais: een voegloos metselwerksysteem dat kan bewegen en zo scheuren door trillingen voorkomt. André Hogenelst (architect) | Rense Wiersum (constructeur) ● Toepassen van bouwelementen van hennepbeton voor aardbevingsbestendige nieuwbouw. Hennepverwerkingsbedrijf Dun Agro BV | Ingenieursbureau Ritsma BV | Bouwbedrijf Kooi BV | Huisman Warmtetechniek BV ● Verankeren van een houtskeletbouwelement en creëren van demping door middel van het toepassen van een veer. Vitavert Bouw & Ontwikkeling BV | W2N Engineers BV | Bouwtechnisch bureau Muntinga | OK Projects ● Toepassen van aardbevingsbestendige en energiezuinige piepschuim panelen (SIPpanelen) bekleed met houten OSB platen. Coöperatie Vederlicht U.A. i.o. ● Staalframebouw voor aardbevingsbestendige toepassing in verschillende typen seriematige nieuwbouwwoningen.
111
http://www.namplatform.nl/uw-vergoeding/alle-regelingen/nieuwbouw-innovatieregeling 38
Brands Bouw en Onderhoud Groningen B.V. | Flim Architecten | DNN Groep | Unica Noord | Invent | Goudstikker-De Vries | Greenworks Groningen | Hunesus BV ● Ontwikkelen aardbevingsbestendig kubushuis Cubestee. Onix NL | Aannemingsmij Friso BV | De Verbinding sociale werkplaats | Freddie Brossois | Rizoem | Gidz ● Toepassen van het Japanse houtbouwsysteem SUTEKI in de Groningse situatie. REFHOS BV i.o. ● Ontwikkelen stabiliteitskern in houtskeletbouw en bepalen van gedragsfactor Q voor Nederlandse houtskeletbouw-wandsystemen. NBvT | VDM Woningen | SKH | De Groot Vroomshoop | Toeck Ingenieurs- en adviesbureau | SHR | TU Eindhoven ● Het gebruik van dempers (EQP-elementen) in gebouwfunderingen. Total Technical Solutions BV | CRH Structural ● Onderzoek naar de toepassing van bevingsbestendige en energiezuinige kalkhennepwoningen. KalkHennepBouw Nederland | Hempflax | Eco Bouw Salland | TU Eindhoven ● Toepassing van houtbouwsysteem Grönniger Lögbörg in het aardbevingsgebied. Ingenieursburo EconStruct BV | AntonEr Advies | Suomen Loghous ● Aardbevingsbestendigere woningen door toepassing trilling absorberend schuimbeton. Nederboom BV | Bouwmaatschappij Vuurboom BV | Needs adviesbureau | TU Delft | Ingenieursbureau Wassenaar | StabiAlert | Ingenieursbureau Econstruct BV Alle gepresenteerde ideeën hebben een financiële bijdrage van NAM gekregen. Dit geld moet gebruikt worden voor meer onderzoek en om de ideeën verder te ontwikkelen. De bijdrages lopen uiteen van dertigduizend euro tot vijftigduizend euro. In totaal is er een bedrag van vierhonderdtienduizend euro toegekend. De verder uitgewerkte ideeën zijn gepresenteerd op 16 november 2015 en 19 januari 2016. Na afloop heerste er vooral tevredenheid. De technische werkgroep, de jury en de deelnemers waren erg tevreden over de behaalde resultaten. Jeroen Rijnhart, jurylid en medewerker van het EPI kenniscentrum, zei er het volgende over: “Al deze deelnemers hebben zich echt ontwikkeld. Daardoor ligt er nu een aantal oplossingen, waarvan een aantal misschien al op korte termijn in Groningen toegepast kunnen worden.” Na het presenteren van de ingestuurde ideeën, werd de eerste ronde van de nieuwbouw-innovatie regeling afgerond. De regeling werd door de deelnemers beoordeeld met een 4 op een schaal van 1 tot 5. Zij hebben hun ideeën mede dankzij de financiële bijdrage van NAM, verder uit kunnen werken. Daarna zijn de ideeën beoordeeld door erkende instanties, zoals TNO, de Technische Universiteit (TU) Delft en de Technische Universiteit (TU) Eindhoven112. TNO is in 1932, bij wet de Nederlandse organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek, opgericht. Het doel van de organisatie is om kennis toepasbaar te maken voor bedrijven en overheden113. TNO is een onafhankelijke organisatie. TNO is dus niet afhankelijk van de overheid.
112 113
http://www.namplatform.nl/nieuws-en-projecten/nieuwbouw-innovatieprojecten https://www.tno.nl/nl/over-tno/organisatie/ 39
Naar aanleiding van de kamerbrief ‘Gaswinning Groningen en meerjarenprogramma NCG’ van 18 december jongstleden zijn er veel schriftelijke vragen gesteld aan minister Kamp. Vraag twee en het antwoord daarop van minister Kamp, zijn een onderdeel van innovatie. De vraag was: ‘Welke maatregelen worden genomen om de marktvraag naar gas te verminderen?’ De vraag naar laagcalorisch gas zal in de komende decennia gaan afnemen. Laagcalorisch gas (G-gas) wordt sinds de jaren zestig gewonnen. Alle huishoudens en de meeste bedrijven in Nederland gebruiken laagcalorisch gas. Het voordeel van dit gas is dat het zijn kwaliteit lang behoudt. In ieder geval vijf jaar en waarschijnlijk nog veel langer114. Op de korte termijn bedraagt de afname van de vraag zo’n 1,13 procent per jaar, dit is het gevolg van de afspraken uit het Energieakkoord. Het doel van dit akkoord is om onze samenleving te verduurzamen115. In het gasjaar 2019/2020 zal een nieuwe stikstoffabriek in Zuidbroek in gebruik worden genomen. De ingebruikname van deze fabriek moet ervoor zorgen dat er vijf tot zeven miljard mᵌ meer laagcalorisch gas kan worden geproduceerd, waardoor er minder behoefte is aan het Groningergas. De vraag zal verder afnemen doordat Duitsland vanaf 2020 en Frankrijk en België vanaf 2024 in de periode tot 2030 hun vraag naar laagcalorisch gas zullen verminderen. Op dit moment worden daar al voorbereidingen voor getroffen. In de warmtevisie (kamerstukken II 30 196, nr. 305) is aangegeven dat het kabinet de inzet van aardgas voor de warmtevoorziening wil verminderen116. Hierdoor zal de afhankelijkheid van aardgas verder verminderen. De huizen en bedrijven in Nederland zullen steeds minder door aardgas worden verwarmd. Door de inzet van duurzame warmte opties zoals elektrische warmtepompen, aardwarmte en door restwarmte nuttig te gebruiken. Op deze manier kunnen we veel besparen op het warmteverbruik. Minister Kamp werkt samen met de partijen van het Energieakkoord aan deze besparing en verduurzaming. Ruim veertig organisaties werken mee aan het Energieakkoord. Hierbij zitten natuur- en milieuorganisaties, maatschappelijke organisaties, financiële instellingen en de overheid. Per 1 januari 2016 is er zeventig miljoen euro beschikbaar gesteld voor subsidies voor kleinschalige, duurzame warmteopties117. SDE+ De SDE+ biedt al ruimte voor de productie van hernieuwbare warmte. Door de SDE+ ontvangen producenten een subsidie voor de opgewekte duurzame energie maar niet voor de aanschaf van de installatie die de energie opwekt118. De SDE+ compenseert het verschil tussen de kostprijs voor het opwekken van hernieuwbare energie en de marktwaarde over een periode tot vijftien jaar119. De hoeveelheid subsidie is afhankelijk van de soort en de hoeveelheid geproduceerde duurzame energie. Het budget van de SDE+ plus wordt voor 2016 meer dan verdubbeld naar acht miljard euro. 114
http://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/energie-en-milieuinnovaties/projectbureau-nieuw-aardgas/laagcalorisch-gas-g-gas 115 http://www.energieakkoordser.nl/ 116 https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30196-305.pdf 117 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2016/01/12/beantwoordingschriftelijke-vragen-gaswinning-groningen-en-meerjarenprogramma-ncg 118
http://www.rvo.nl/sites/default/files/2015/02/Digitale%20Brochure%20SDE%2B%202015%20kle ur.pdf 119 http://www.energiebusiness.nl/2015/12/10/sde-2016-8-miljard-in-twee-rondjes/ 40
De SDE+ bestaat in 2016 uit twee rondes. In beide rondes is er ongeveer vier miljard euro beschikbaar120. Beide rondes kennen vier fases. In de eerste week kunnen alleen projecten met een basisbedrag van maximaal negen cent per kWh ingediend worden. Daarna wordt de regeling stapsgewijs ook opengesteld voor duurdere projecten tot elf, dertien en vijftien cent per kWh121. Nieuw in 2016 is dat er een ‘vrije categorie wordt opengesteld. Projecten die nog lager willen inschrijven dan het basisbedrag, vallen in deze categorie. Het is mogelijk om een basisbedrag tot op een tiende van een eurocent in te schrijven. Eerder werd het basisbedrag alleen uitgedrukt in hele centen122. SDE+ kan worden aangevraagd voor installaties die energie opwekken door middel van, water, zon, geothermie (aardwarmte), wind en biomassa.
Figuur 5123
Green deal aanpak Bij verduurzaming lopen bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden soms tegen problemen aan. Met de green deal wil de overheid helpen om deze problemen zo goed mogelijk oplossen. Green Deals zijn afspraken tussen de overheid en bedrijven of maatschappelijke organisaties. Met de Green Deal helpt de overheid om duurzame plannen uit te voeren. Bijvoorbeeld voor klimaat, water, energie, grondstoffen, mobiliteit en biodiversiteit. De overheid helpt op verschillende manieren, dit zijn: ● Het aanpassen van regelgeving om bijvoorbeeld administratieve lasten van bedrijven terug te dringen.; ● Het rijk kan optreden als bemiddelaar tussen verschillende organisaties; 120
http://www.rvo.nl/actueel/nieuws/8-miljard-voor-stimulering-duurzame-energieproductie-2016 http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/stimulering-duurzame-energieproductie-sde 122 http://www.rvo.nl/actueel/nieuws/8-miljard-voor-stimulering-duurzame-energieproductie-2016 121
123
http://www.energiebusiness.nl/2015/12/10/sde-2016-8-miljard-in-twee-rondjes/ 41
â—? Het rijk kan helpen met de financiering, bijvoorbeeld met het innovatiefonds MKB+ en â—? Het rijk kan bedrijven helpen om nieuwe markten te ontdekken124. De voortgang van de Green Deals wordt in de gaten gehouden door de Green Deal Board. De leden van de Green Deal Board zijn afkomstig uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en decentrale overheden125.
124
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-economie/inhoud/green-deal https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzameeconomie/documenten/brochures/2012/05/24/green-deal-board 125
42
DE TOEKOMSTVISIE Maar hoe nu verder? Dit is een vraag die bij iedereen naar boven komt die te maken heeft gehad met de gaswinning. Als het aan de NAM ligt, gaan ze door met de gasboringen. Het doel van de NAM is op een veilige en verantwoorde manier te boren126, de overheid heeft flink baat bij de gasboringen maar de burgers in het noorden en oosten van de provincie Groningen hebben zowel financieel als emotioneel last van de aardbevingen als gevolg hiervan. Met name in gemeente De Marne, Oost-
Groningen en de DEAL-gemeenten is er sprake van krimp127. Dit zijn ook de gebieden die getroffen zijn door aardbevingen. Zie onderstaande afbeelding van Noord-Nederland128. De rode gebieden zijn krimpgebieden en de oranje anticipeergebieden. Anticipeergebieden zijn plaatsen waar in de toekomst krimp verwacht wordt. Als we deze kaart vergelijken met het Groninger gasveld129 komen we erachter dat het Groninger gasveld onder deze gebieden ligt. Wij zijn natuurlijk niet de enige die nadenken over dit vraagstuk. Deze taak heeft de Nationaal Coördinator Groningen op zich genomen. Hans Alders heeft dit samen met een aantal medewerkers opgezet. In het Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen is een programma opgezet voor 2016 tot en met 2020 om het kwetsbare Groningen op gang te helpen. Zij hanteren, zo schrijft Hans Alders, een no-regret aanpak. De Nationaal Coördinator gaat niet eerst uitgebreide onderzoeken doen maar begint waar nodig. Zo kan er zo snel mogelijk actie worden ondernomen. Later zal blijken welke gebieden ook dringend hulp nodig hebben. Aan de hand van het Meerjarenprogramma gaan wij de toekomstvisie beschrijven van de Nationaal Coördinator en onze eigen ideeën hierover uiten. Om te beginnen zijn er de koppelkansen. Dit is een zeer goed initiatief van de NAM en overgenomen door het CVW. Deze zijn ook genoemd in het interview met NAM. Hiermee willen de NAM en de overheid de toekomst een stap voor zijn door nu al te kijken naar toekomstige investeringen. Een goed voorbeeld zijn drie schoolgebouwen die binnen tien jaar vervangen moeten worden door 126
Gesprek met Sander van Rootselaar, woordvoerder NAM, zie bijlage, 10 november 2015 http://www.provinciegroningen.nl/loket/subsidies/wonen-en-welzijn/reserve-leefbaarheidkrimpgebieden/ 2 februari 2016 128 Bron afbeelding; https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kaarten/2015/06/29/kaartkrimpgebieden-en-anticipeergebieden-2015 2 februari 2016 129 Zie bijlage NAM productielocaties Groningen-Gasveld 127
43
ouderdom en aardbevingsschade. Nu kun je drie nieuwe scholen bouwen en een hoop geld investeren. Het is ook een mogelijkheid om alle drie de scholen nieuw te bouwen in één complex. Omdat het gebied ook al met krimp te maken heeft wordt er één school gebouwd voor het hele dorp. De aardbevingen zijn de reden om de gebouwen te vervangen maar als er toch al geïnvesteerd wordt, nemen de NAM en Nationaal Coördinator ook het probleem van bevolkingskrimp mee. Dat er bevolkingskrimp is in deze gebieden, weet iedereen maar al te goed. Daarom is hier ook rekening mee gehouden in het gebiedsversterkingsplan (GVP). In het GVP wordt er bedacht welke aanpak nodig is voor welk gebied of welke gebouwen. Dit doen ze stuk voor stuk. Er wordt gekeken naar koppelkansen. Ook kijkt het GVP naar het vraagstuk of er wel versterkt moet worden als er in de toekomst geen behoefte meer is aan dit soort gebouwen, bijvoorbeeld woningen die niet populair meer zijn. De GVP let op de woningvoorraad in verband met de demografische ontwikkelingen, voorbeelden hiervan zijn krimp en vergrijzing. Deze factoren brengen ze in verband met de aardbevingen en de aardbevingsrisico’s in de toekomst. Het GVP gaat heel nauwkeurig te werk en neemt enige tijd in beslag. Wel is er per 1 januari 2016 gestart maar door het uitgebreide onderzoek is het GVP tijdrovend. Ook is het Regonaal Investeringsprogramma130 opgezet. Dit programma is voor de leefbaarheid in Noordoost-Groningen. Er wordt naar vier thema’s gehandeld en dit staat allemaal beschreven in het akkkoord ‘Vertrouwen op Herstel en Herstel van Vertrouwen’131.Het eerste thema is veiligheid en preventief versterken. Hier wordt 600 miljoen voor uitgetrokken. Voor de schadeafhandeling, het tweede thema, wordt er 250 miljoen geschat voor schadeherstelkosten, 125 miljoen voor de waardeverhoging van de huizen, 15 miljoen voor bijzondere situaties en 10 miljoen voor de extra kosten die komen kijken bij nieuwbouw in het aardbevingsgebied. Het derde thema is leefbaarheid. De Provincie draagt 25 miljoen bij aan het bestaande leefbaarheidsprogramma. Er was al een leefbaarheidsprogramma omdat de krimpgebieden al leegloop vertoonden voor de aardbevingen. Er was al een plan om de krimp tegen te gaan. Er is sprake van vergrijzing en veel jonge gezinnen gaan in of vlakbij de stad wonen, dit zorgt voor een lager inwonersaantal. De NAM draagt ook 35 miljoen aan het tegengaan van de krimp bij en de NAM heeft een eigen leefbaarheidsprogramma opgezet, hier wordt 25 miljoen voor gereserveerd. Het laatste thema is die van het economische perspectief. De Provincie draagt hier 32,5 miljoen aan bij en de NAM 65 miljoen. Voor dit thema is de Economic Board opgericht. Zij hebben 97,5 miljoen beschikbaar gesteld gekregen om de economie in het aardbevingsgebied te verbeteren. Dit totaal maakt 1,18 miljard, de NAM investeert 1,12 miljard euro en de Provincie 60 miljoen voor de periode 2014 tot en met 2018. Hieronder volgt een overzicht in miljoenen Veiligheid en preventief versterken
Schadeafhandeling
Leefbaarheid
Economisch perspectief
500 bouwkundig versterken
250 schadeherstel
25 bijdrage Provincie
65 bijdrage NAM
100 preventie infrastructuur
125 waardeverhoging
35 bijdrage NAM
32,4 bijdrage Provincie
15 bijzondere situaties
25 leefbaarheidsprogram
130
http://www.namplatform.nl/investeren-in-de-regio/regionaal-investeringsprogramma 5 februari 2016 131 http://www.namplatform.nl/content/files/Vertrouwen-op-Herstel-en-Herstel-opVertrouwen_14008697-bijlage2a.pdf 5 februari 2016
44
ma NAM 10 extra kosten nieuwbouw 600 totaal
400 totaal
85 totaal
97,5 totaal
Het is erg belangrijk dat er goed naar het probleem van leefbaarheid wordt gekeken. De trek vanuit de randstad naar het platteland is sinds 2012 gestagneerd132. Een vraagstuk is dan ook, hoe maak je het gebied weer aantrekkelijk? Hoe kun je mensen belonen in Groningen te gaan wonen? Door leegloop verandert het straatbeeld. De sportclubs en verenigingen zien hun ledenaantal afnemen, scholen en winkels sluiten. Dit motiveert de inwoners niet om in Groningen te blijven wonen. Ook nieuwe inwoners van Groningen kijken naar de omgeving en haar activiteiten. Als deze steeds minder worden, wordt het gebied minder aantrekkelijk om te gaan wonen. De gemeenten zullen actief mee moeten denken met investeringsplannen en ideeën. Winkelcentra mogen niet leeglopen maar moeten aantrekkelijk blijven voor de bewoners. Dit vergt een investering die gedaan moet worden. Als er niet geïnvesteerd wordt vertrekken ondernemers uit de omgeving. In eerste instantie is het prioriteit om de bewoners in het gebied te behouden zodat de ondernemers hun klantenkring niet verliezen. Als de bewoners vertrekken is dit het begin van het einde. Had dit allemaal voorkomen kunnen worden? Wij menen van wel. Dit hebben we gebaseerd op de volgende situatie: In Oklahoma gebeurt precies hetzelfde. Er wordt naar gas geboord. Op vijf november 2011 was er een aardbeving met kracht 5.6 op de schaal van Richter. Het epicentrum lag bij Prague, het Loppersum van Oklahoma. De aardbeving was krachtiger, het geld dat de bewoners van de overheid krijgen minder tot helemaal niets. Als je geen aardbevingsverzekering hebt in Oklahoma, wordt er ook geen geld uitgekeerd bij aardbevingsschade. Maar strengere bouweisen worden genegeerd. Volgens de citymanager wil de bevolking dit ook niet omdat het te duur is en zo wordt het dorp minder populair om in te gaan wonen133. Andere dorpen negeren de veiligheidsvoorschriften ook, het dorp dat wel waarde hecht aan deze voorschriften wordt impopulair door de veel duurdere bouwkosten. Het allergrootste verschil met Groningen is de wet. Volgens de wet in Oklahoma is het gas dat onder jouw stuk land wordt gewonnen van jou. De particuliere landeigenaars verdienen zo veel geld terwijl in Nederland het gas van de overheid is. De Groningers hebben alleen last van de bevingen maar zien niets in opbrengsten terug. In Oklahoma is menigeen rijk geworden van het gas dat onder zijn stuk land gevonden is. Dit is een positief effect van de gaswinning dat de ontevredenheid van de burgers binnen de perken houdt. Oklahoma legt de verantwoordelijkheid meer bij de burgers in plaats van bij de gaswinningsbedrijven. Nu is dit ook anders in Nederland, er is maar één bedrijf, de NAM, dus deze is gemakkelijk te beschuldigen. In Amerika zijn veel meer bedrijven en niemand weet wie precies welke beving veroorzaakt. Veel inwoners werken ook bij de gaswinningsbedrijven en houden zich stil, bang voor het verliezen van hun baan. Alle ellende kan deels voorkomen worden door de burgers in de winst mee te laten delen en hen meer eigen verantwoordelijkheid te geven. Zij verkopen hun stuk land aan de gaswinningsbedrijven dus zij genereren daar inkomsten uit, dit leidt tot aardbevingen. Gezien naar hoe mensen dit mentaal verwerken zijn ze meer tevreden in Oklahoma. Een oplossing voor de leegloop en de ontevredenheid van de inwoners is om burgers een percentage van de aardgasbaten uit te keren. Zo zien zij niet alleen de negatieve kant van de gaswinning maar ook een positief deel. Natuurlijk moet er niet gestopt worden met het vergoeden van de gemaakte schade.
132 133
Gesprek Sander van Rootselaar, woordvoerder NAM, 10 november 2015 te Loppersum Reportage Leeuwarder Courant, Sneon en Snein, Lotgenoten, 28 november 2015
45
Het meerjarenplan is uitgebreid beschreven en verschillende oplossingen worden gebundeld tot één groot boekwerk die Groningen uit de misère moet halen. Volgens ons kan er nog een item aan toegevoegd worden, de opbrengsten voor de burgers. Net als in Oklahoma moet er een regeling komen dat degenen die in het gebied wonen met risico op aardbevingen, krijgen een bedrag uitgekeerd. Dit zodat de burgers meer tevreden worden en ze ook het gevoel hebben dat gaswinning ook positief kan uitpakken. Ook stond in de Leeuwarder Courant van 16 januari 2016 een andere oplossing. Deze heeft econoom Flip de Kam betoogd. Zijn stelling is: ‘Maak van Groningen een belastingparadijs’. De Kam vindt, net als wij dat de bewoners gecompenseerd moeten worden voor de negatieve externe effecten die zij ondervinden van de gaswinning. Door de inkomstenbelasting in Groningen met tien procent te verlagen wordt het gebied voor ondernemers en inwoners aantrekkelijker en goedkoper om in te wonen. Er heerst momenteel krimp in Groningen en dit is een manier om dit tegen te gaan. De verlaagde belasting zou voor de rest van de Nederlanders een iets hogere belasting betekenen maar dit valt te overzien. De rest van Nederland heeft ook geprofiteerd van de aardgasbaten zoals genoemd134. Doorgaan met de gasboringen is dus wat vaststaat. Er wordt in geen enkel rapport van de Nationaal Coördinator, de regering of de NAM overwogen om te stoppen met boren. Dit valt natuurlijk te verklaren, er worden zoveel inkomsten uit de gasboringen gegenereerd dat de staat niet meer zonder kan. Na een loonsverhoging weten we zelf ook niet meer hoe we rond konden komen van ons vorige loon. We zijn er aan gewend en natuurlijk heeft dit voor de Nederlandse burgers wat opgeleverd. Alles wat uit de aardgasbaten betaald is hoefde niet uit de belastingen betaald te worden. Wat nu vaak weggestopt wordt, is het morele vraagstuk. Kun je alle bewoners in het noordelijke en oostelijke deel van Groningen met de angst laten zitten dat er elk moment weer een beving kan zijn? Blijkbaar wel, want dit is wat er al jaren gebeurt. Er zijn actiegroepen die de veiligheid van de bewoners op de eerste plaats zet. De Groninger Bodem Beweging strijdt voor de veiligheid van alle Groningers135, door middel van hun website en social media proberen ze Nederland bewust te maken van de aardbevingsproblematiek. De GBB vindt dat er per direct moet worden gestopt met het winnen van gas. Als dit gebeurt zullen de bevingen niet direct stoppen. Er zullen nog naschokken komen maar deze zullen minder hevig zijn dan de bevingen die nu plaatsvinden. Na verloop van tijd houden de bevingen helemaal op maar daar gaat een aantal jaren overheen. Moreel is het niet verantwoord om door te gaan met het winnen van gas voor de mensen in de provincie. Er zijn inwoners die last hebben van depressies of door de aardbevingen hun bedrijf zijn kwijtgeraakt en daarmee ook hun inkomsten. De ultieme oplossing voor het probleem is een manier vinden dat er zonder aardbevingen gas kan worden gewonnen en tot die tijd het minimum aan gas winnen. Er zijn nog genoeg kleine gasvelden. Als deze eerst leeg geboord worden is er tijd voor onderzoeken om schadeloos gas te winnen uit het Groninger gasveld. Er zijn al een aantal mogelijkheden zoals stikstofinjecties: op de lege plaatsten waar eerst gas zat willen ze stikstof injecteren. Dit is een duur project en het is in behandeling. De NAM en de overheid zullen meer moeten kijken naar oplossingen voor de bewoners. Het Groningen gasveld is nog lang niet leeg en de bevingen zullen alleen maar toenemen136. Gelukkig wordt het productieplafond steeds verder beperkt. Zo werd er in 2015 28 miljard kuub gewonnen en voor het gasjaar 2015-2016 is er een productieplafond van 27 miljard kuub. Een gasjaar verloopt anders dan een kalenderjaar. Het gasjaar loopt vanaf oktober. Dit is zodat er voor de winter een nieuw productieplafond op kan worden
134
Artikel Leeuwarder Courant, 16 januari 2016, ‘verlaag belasting voor de Groningers’ http://www.groninger-bodem-beweging.nl/gbb 4 februari 2016 136 http://www.scientias.nl/aardbevingen-door-gaswinning-wat-is-het-probleem-nu-eigenlijk/ 4 februari 2016 135
46
gesteld zodat er niet voor de koudste maanden geen gas meer is omdat het plafond al bereikt is137. Minister Kamp wil het Groninger gasveld niet meer optimaal benutten voor de veiligheid van de bewoners en omdat het gasveld niet oneindig is. Vanaf 2020, zo schrijft minister Kamp, zal er minder door gas maar meer door duurzame warmte verwarmd worden zodat de belangrijke rol van het gas afneemt138. Voor de inwoners van Noordoost-Groningen klinkt dit alleen maar positief.
137
http://www.namplatform.nl/gaswinning-en-aardbevingen/gaswinning/hoeveel-aardgas-wordt-ergewonnen#iframeL2VtYmVkL2NvbXBvbmVudC8/aWQ9Q2hhcnRzL2dhc3dpbm5pbmcvZ2Fzd2lubmluZy1iYXNpYw== 138 http://www.nrc.nl/nieuws/2015/12/18/gaswinning-groningen-komend-jaar-naar-27-miljard 5 februari 2016
47
LEVERT DE GASWINNING WELVAART OP VOOR DE BURGERS IN HET AARDBEVINGSGEBIED EN VOOR DE NEDERLANDSE STAAT? In de jaren 2012 tot en met 2014 heeft de gaswinning 28,4 miljard euro voor de staat opgeleverd. We kunnen dus wel stellen dat de gaswinning zeer winstgevend was voor de Nederlandse Staat. Ook de belastingbetaler is erdoor op vooruitgegaan, want de gasbaten zorgden ervoor dat hogere belastingen niet nodig waren. Dit lijkt voor iedereen een winstgevende situatie. Er is echter een uitzondering: de burgers in het aardbevingsgebied ondervinden van de gaswinning voornamelijk nadelen. De bevingen hebben voor miljoenen euro’s aan schade veroorzaakt. Het gaat daarbij om fysieke schade aan woningen en om psychologische schade voor de inwoners. Daarnaast wordt de krimp in de provincie, die er al was, door de aardbevingen verergerd. Ook de woningmarkt lijdt onder de bevingen. Al met al is de conclusie gerechtvaardigd dat de leefbaarheid in een deel van Groningen door de gaswinning verslechterd is. De inwoners van het aardbevingsgebied ondervinden voornamelijk negatieve externe effecten van de gaswinning en profiteren amper van het gas dat onder hún huizen zit. De voordelen voor de Groningers - de stijging van werkgelegenheid door schadeherstel en het geld dat wordt vrijgemaakt om innovatie in de provincie te stimuleren - wegen niet op tegen de nadelen. De Groningers krijgen tot op heden relatief weinig compensatie voor de geleden schade. In principe zijn de regelingen met betrekking tot geleden schade goed geregeld, maar die regelingen staan nog in de kinderschoenen. De Groningers ondervinden dus veel last van de gasboringen en zien weinig terug van wat de gaswinning oplevert. We concluderen dat de welvaart die de gaswinning met zich meebrengt ongelijk is verdeeld tussen enerzijds de Staat en anderzijds de betrokken inwoners. Het antwoord op onze hoofdvraag is dan ook zowel ja als nee. De gaswinning levert welvaart op voor de staat en voor Nederland als geheel. Maar omdat de inwoners in het aardbevingsgebied weinig positieve en juist heel veel negatieve effecten ervaren, vinden wij dat de welvaart er voor de Groningers niet op vooruit gaat. We zien in de provincie Groningen weinig concreets terug van de gasbaten. Dit werd ook opgemerkt door de overheid. De overheid heeft om die reden de Nationaal Coördinator Groningen in het leven geroepen. Zoals genoemd is een vijfjarenplan opgesteld. In dit plan staat de visie en de plannen voor innovatie in Groningen in de toekomst. Er dus wordt wel degelijk geld gestoken in het aardbevingsgebied. Wij vinden echter dat de burgers op een andere manier positieve effecten moeten ervaren van de gaswinning. Hiervoor hebben wij twee financiële tegemoetkomingsplannen bedacht. Als eerste noemden we de vergelijkbare situatie die zich in Oklahoma voordoet. De inwoners van Oklahoma zijn minder ontevreden dan de inwoners van Groningen, terwijl de problemen die zich daar voordoen minstens zo erg zijn. Dit komt omdat zij zelf inkomsten genereren uit de gaswinning: bewoners verdienen daar aan het gas dat onder hun land zit. Dit compenseert de schade enigszins. Deze regeling zou ook in Groningen ingevoerd kunnen worden. Wij vinden dat als de mensen negatieve effecten ervaren, zij ook positieve effecten moeten ervaren. Als de bewoners in het aardbevingsgebied meer profiteren van de gaswinning, is de kans groot dat de ontevredenheid zal afnemen.
48
Ten tweede hebben we het over een “belastingparadijs” gehad. Wanneer je het tarief voor inkomensbelasting voor de betrokken Groningers verlaagt, heeft iedereen daar profijt van. Het gebied zal zo ook voor mensen van buiten de provincie weer aantrekkelijk worden. Op deze manier kunnen toekomstige bewoners en ondernemers gestimuleerd worden om in het aardbevingsgebied te gaan wonen. Het is dus ook meteen een manier om de krimp in de provincie tegen te gaan. Ook het deel van de bevolking dat al in Groningen woont zal hierdoor gelukkiger worden en minder snel uit het gebied willen vertrekken. Een gunstige belastingheffing maakt het zeer voordelig om in het betreffende gebied te wonen. Tot slot : we hopen met ons onderzoek een bijdrage te hebben geleverd aan een oplossingsrichting voor de Groningse burgers die tot op heden vooral negatieve effecten ervaren van de gaswinning onder hun woningen. We denken dat de Groningse burgers van één van beide tegemoetkomingsplannen veel meer zullen profiteren dan van een bedrag dat de gemeente van de overheid krijgt om te investeren.
49
DANKWOORD Voor ons profielwerkstuk hebben we veel onderzoek moeten doen. We hebben veel rapporten, kamerbrieven, nieuwssites, kranten en overige sites moeten doorspitten om onze informatie te verkrijgen. Wij waren echter ook zeer dankbaar met de informatie die we ontvingen via de inspanningen van derden. Naar deze personen gaat onze hartelijke dank uit, zonder jullie hadden wij nooit en te nimmer zoveel informatie in ons PWS kunnen verwerken. De volgende personen hebben ons enorm geholpen: Sander van Rootselaar, woordvoerder NAM, wie bereid was om ons te ontvangen in het NAM-kantoor te Loppersum en de visie van de NAM op de aardbevingsproblematiek uit te lichten. Jan van der Meer, casemanager complexe schadegevallen bij NAM, wie ons inzicht verschafte over de impact van de aardbevingen op de inwoners. Ewout Pikaar, Public Affairs Advisor bij het EBN, wie zo vriendelijk was om ons via skype in te lichten over de gaswinning en aardbevingsproblematiek in relatie tot EBN. Later hebben we nog veel mailverkeer gehad en hebben we op deze manier veel informatie verkregen. Mevrouw R. Velis, medewerker NCG, bij wie we een lekker kopje koffie kregen op het hoofdkantoor van NCG en wie ons veel informatie heeft gegeven over de rol van de NCG en het vijfjarenplan. Jeroen Bakker, lid van het team Gaswinning Groningen, met wie we hebben gesproken over de rol en visie van de provincie t.o.v. de aardbevingsproblematiek. En als laatste Herman Damveld, zelfstandig onderzoeker en publicist op de site www.co2ntramine.nl, wie ons via de mail veel links en informatie verschafte. Ieder van u heeft ons veel informatie verschaft, die van onschatbare waarde was om een objectief en uitgebreid profielwerkstuk te schrijven. Hartelijk bedankt!
50