de Bijbel van, voor en over Israël
iB magazine
Cryptografie in de Bijbel Palestijns conflict gaat niet om Palestijnen Leven met oorlog een uitgave van stichting Israël en de Bijbel, 40e jaargang, nr 3, maart 2009
Religie als bindmiddel
Inhoud 3 4 6 8 11 15 16 19 20 22 23
Meer of minder persoonlijk Betsy en haar 80 Bijbels Messiaanse verwachting in Handelingen (dl. 4) Palestijns conflict gaat niet om Palestijnen Getuigen van Zijn majesteit Cryptografie in de Bijbel Gebed Leven met oorlog 40 jaar Gods Woord voor Gods volk De profeet Amos (deel 4) De tien plagen in Egypte Nieuwsflitsen
Meer of minder persoonlijk
Bijbelstudie
Portret
Bijbelverspreiding
Nieuws
Gebed
meer of minder persoonlijk
2
Wie het ‘statenbeeld’ in Daniël 2 bestudeert, komt tot de ontdekking dat er naast de vier metalen goud, zilver, koper en ijzer over een materiaal van een andere orde wordt gesproken, namelijk leem. De vier metalen stellen achtereenvolgens vier koninkrijken voor: Babel, (het gouden hoofd); het Medo-Perzische rijk (borst en armen van zilver); het GrieksMacedonische rijk (buik en lendenen van koper) en het Romeinse rijk (de benen van ijzer). Maar dan wordt er gesproken over de voeten en tien tenen van ijzer en leem. De eerste vier rijken zijn in de geschiedenis eenvoudig te traceren, maar waar vinden we het vijfde rijk, de voeten en tenen van ijzer en leem? Het modderig leem (S.V.) wordt omschreven in vers 43 als bindende factor die de ijzerdelen vermengt, maar niet tot een samenhangend geheel doet samensmelten. Ik geloof dat we heel voorzichtig moeten zijn om dit soort details voor de tijd van hun volledige vervulling met zekerheid te duiden. Maar met alle voorzichtigheid mogen we hier misschien wel denken aan ‘religie’ als bindende factor. Het vierde rijk, de benen van ijzer, als het Oost en West Romeinse rijk heeft in de Katholieke kerk (het Latijnse en Griekse deel) een religieuze voortzetting gekregen. Maar is het ook niet opvallend dat na de val van het ijzersterke Romeinse imperium een andere religieuze factor van wereldformaat opkwam: de islam? Terug naar de realiteit van 2009 is het opmerkelijk dat er in onze christelijke kringen een interreligieus bindingsproces op gang komt. “Onze voorganger wil het onderwerp Israël buiten de deur houden, omdat het zo controversieel is”, aldus een broeder die mij na een bijbelstudie over Israël aansprak. “Maar diezelfde voorganger kondigt wel een interreligieuze gebedsdienst af, waar gelovigen van verschillende religies met elkaar om vrede bidden”, zo vertelde hij verder. Israël buiten de deur houden is het devies in veel gemeenten, want dat brengt scheiding, maar oecumene bindt mensen samen. Rick Warren schrok er daarom ook niet voor terug om bij de messiaans-euforische inauguratie van Obama, te bidden in de naam van Jezus en van Isa, (de andere ‘Jezus’ van de Koran). Leem als religieus bindmiddel ziet uit naar een wereldkerk, die zonder de God van Israël, een eigen koninkrijk op aarde wil vestigen. De antisemitische holocaust-ontkenner bisschop Richard Williamson moet nog even wachten totdat Israël is overgeleverd aan de nieuwe werelddictator die aan de softe oecumene een einde zal maken, zich boven elke god en godsdienst verheft door zelfs zijn eigen beeltenis in de tempel van Jeruzalem op te richten (Dan. 11:36; Opb. 13). Maar gelukkig zijn ook zijn dagen geteld. De God des hemels zal Zijn koninkrijk oprichten en aan Zijn volk de heerschappij toevertrouwen (Dan. 7:27). Laten we waken voor religieuze bindmiddelen en in plaats daarvan vrijmoedig getuigen van de ene Naam die onder de hemel aan mensen is gegeven, Jezus, de Messias van Israël. Met een hartelijk Sjaloom, namens bestuur en medewerk(st)ers,
Ton Stier
Verleden jaar waren wij uitgenodigd om op een conferentie van de IBJM (International Board of Jewish Mission) in Amerika te spreken. Daar ontmoetten we Betsy Waters, een Joodse vrouw, die de Heere Jezus als haar Messias heeft leren kennen. Een ontmoeting met wel heel bijzondere gevolgen.
Betsy en haar 80 Bijbels Betsy was aangesproken op die conferentie over iets, wat een Russisch Joodse man vertelde. Hij zei: “Als je een zendeling wilt zijn, dan moet je bij je familie beginnen!” Dit liet haar niet meer los. Ongeveer tien maanden daarvoor had ze namelijk een lijst gekregen van een neef uit Chicago, die een onderzoek had gedaan naar de stamboom van hun grootvader uit Roemenië. Op die lijst stonden alle namen, adressen, telefoonnummers, geboortedata, trouwdata en zelfs de beroepen van haar familieleden. Zo ontdekte ze, dat ze heel veel advocaten, doktoren, onderzoekers, scheikundigen, enz. in haar familie heeft die over de hele wereld verspreid wonen in landen als Panama, Filippijnen, Puorto Rico en Mexico.
paar vrouwen uit een plaatselijke kerk spraken in die tijd met haar moeder over de Messias van het Oude en Nieuwe Testament. Haar moeder ging van harte in de Heere Jezus geloven waardoor ze enorm veranderde. Toen Betsy, nog maar 6 jaar oud, van haar moeder een Bijbel kreeg, heeft ze die ‘verslonden’, zoals ze het zelf uitdrukt. Betsy is 70 jaar waarvan ze al 64 jaar haar Messias kent. Hoewel haar leven niet gemakkelijk is geweest, getuigt ze ervan dat de Heere haar nog nooit in de steek heeft gelaten. In maart 2009 hoopt ze voor de eerste keer naar Israël te gaan.
Daarna hoorde ze ons vertellen over de prachtige Hebreeuws-Engelse en Hebreeuws-Spaanse Bijbels, die wij gratis onder het Joodse volk uitdelen. Toen klikte er iets bij Betsy, want ze wist, dat ze minstens 150 familieleden had en ze had ook hun adressen. Ze besloot om eerst haar neven en nichten en hun kinderen te bereiken. Dat waren er 80 en dus had ze 80 Bijbels nodig. Het is een reusachtige klus en het kost natuurlijk veel geld, maar ze blijft volhouden en vertrouwen dat de Heere haar zal helpen totdat alle Bijbels zijn verstuurd. Vooral in het begin had Betsy bemoediging nodig en dat gebeurde. Eerst belde een nicht van haar op om te vertellen, dat ze ook in de Heere Jezus geloofde. Later belde nog een tante uit Florida op, die heel erg ziek was. Ze vroeg of Betsy haar wilde opzoeken. Bij elke Bijbel stopt Betsy een brief met haar getuigenis. Daarin staat hoe haar ouders in de Tweede Wereldoorlog naar Memphis (Tennessee) moesten verhuizen. Een
Gedurende veertig dagen tussen Zijn opstanding en hemelvaart sprak de Heere Jezus met Zijn discipelen over de dingen van het koninkrijk Gods. Hun vraag was dan ook voor de hand liggend: “Heere, zult Gij in deze tijd aan Israël het Koninkrijk weer oprichten?”
Messiaanse verwachting in Handelingen
deel 4, door Ton Stier
In onze vorige aflevering hebben we gezien dat de discipelen niet vroegen óf het koninkrijk aan Israël zou worden opgericht, maar wanneer? Dat het zou plaatsvinden, stond buiten kijf, het aantal Schriftplaatsen daarover loopt wellicht in de duizenden. Maar of het ‘in deze tijd’ zou gebeuren, blijkt afhankelijk van de reactie die de prediking van het Evangelie tot gevolg zou hebben. Luister maar naar Petrus’ oproep aan het volk: “Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren, en Hij de Christus, die voor u tevoren bestemd was, Jezus, zende; Hem moest de hemel opnemen tot de tijden van de wederoprichting aller dingen, waarvan God gesproken heeft bij monde van zijn heilige profeten, van oudsher” (Hand. 3:19-21).
“Dat de Heere niet terugkeerde alvorens de bekering van Israël had plaatsgevonden, is louter genade!”
naar wat Petrus vervolgens zegt: “Want Mozes heeft tot de vaderen gezegd: De Heere, uw God, zal u een Profeet verwekken, uit uw broeders, gelijk mij; Die zult gij horen, in alles, wat Hij tot u spreken zal. En het zal geschieden, dat alle ziel, die deze Profeet niet zal gehoord hebben, uitgeroeid zal worden uit het volk”. Met dit citaat van Mozes (Deut. 18), verklaart Petrus dat Jezus niet alleen de beloofde Profeet is, Die de Heere aan het volk verwekken zou, maar ook wat de consequenties van Zijn komst voor de ongelovigen zouden zijn: uitroeiing uit het volk. Hetzelfde vreselijke woord ‘uitroeien’ gebruiken de vertalers in Daniël 9 voor de dood van de Messias. Het is daar de vertaling van het Hebreeuwse woord ‘karat’ dat letterlijk afsnijden (uit het land der levenden) betekent3. Zo moest Hij tot heil van Zijn volk worden afgesneden/uitgeroeid met de belofte en waarschuwing (!): “Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem” (Joh. 3:36). Profetische dagen waren nu voor Israël aangebroken, waarvan alle profeten gesproken hadden (zie Hand. 3:24). De laatste profeet in deze rij was Maleachi, die zijn boek afsluit met eveneens een oproep tot bekering en de waarschuwing: “opdat Ik (Christus) niet kome, en de aarde met de ban sla” (Mal. 4:6)4.
De context van Handelingen De NBG 51, die we hier citeren, legt met het woord ‘opdat’ duidelijk verband tussen het ‘tot bekering komen van het volk’ en ‘het zenden van de Christus en de wederoprichting aller dingen’1, oftewel het herstel van het koninkrijk aan Israël en alles wat daarmee samenhangt2. Dat de Heere niet terugkeerde alvorens de bekering van Israël had plaatsgevonden, is louter genade! Luister maar
Het is deze context waarin we de geschiedschrijving in Handelingen grotendeels moeten verstaan. De oproep tot bekering met als vooruitzicht de komst van Christus en het herstel van het koninkrijk was exclusief aan Israël gericht, zo blijkt uit het vervolg van Petrus’ woorden: “Gij zijt kinderen van de profeten, en van het verbond, dat God met onze vaderen opgericht heeft, zeggende tot
Abraham: En in uw zaad zullen alle geslachten der aarde gezegend worden. God, opgewekt hebbende Zijn Kind Jezus, heeft Hem eerst tot u gezonden, dat Hij u zegenen zou, daarin dat Hij een ieder van u afkere van uw boosheden” (Hand. 3:25 en 26). Dezelfde exclusieve adressering aan Israël vinden we in Petrus’ toespraak op de Pinksterdag: “Gij Israëlietische mannen, hoort deze woorden: Jezus de Nazaréner, een Man van God, onder u betoond door krachten, en wonderen, en tekenen, die God door Hem gedaan heeft, in het midden van u, gelijk ook gijzelf weet” (2:22). “Zo wete dan zeker het ganse huis Israëls, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die gij gekruisigd hebt” (2:36).
“En de Vorst des levens hebt gij gedood, Die God opgewekt heeft uit de doden; waarvan wij getuigen zijn” (3:15). En dan volgt het bevrijdende woord: “En nu, broeders, ik weet, dat gij uit onkunde hebt gehandeld, gelijk ook uw oversten; maar zo heeft God in vervulling doen gaan wat Hij bij monde van alle profeten tevoren geboodschapt had, dat Zijn Christus moest lijden” (3:17 NBG). In onze volgende aflevering zullen we zien hoe de val van Israël, niet alleen ‘de zaligheid der heidenen werd’ (Rom. 11:11), maar ook tevoren was voorzegd.
De Goddelijke en de menselijke kant Het is tenslotte nog goed om erop te letten hoe Petrus enerzijds het volk en zijn leiders verantwoordelijk stelt voor Jezus’ kruisiging, maar tegelijk aantoont dat Zijn executie door alle profeten was voorzegd. “Deze, door de bepaalde raad en voorkennis Gods overgegeven zijnde, hebt gij genomen, en door de handen der onrechtvaardigen aan het kruis gehecht en gedood” (2:23). “De God van Abraham, en Izak, en Jakob, de God onzer vaderen, heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt, Die gij overgeleverd hebt, en hebt Hem verloochend …” (3:13). “Maar gij hebt de Heilige en Rechtvaardige verloochend, en hebt begeerd, dat u een man, die een doodslager was, zou geschonken worden” (3:14).
Voetnoten: 1. De St.Vertaling laat het woord ‘opdat’ achterwege en laat de tekst doorlopen: “Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden, wanneer de tijden der verkwikking zullen gekomen zijn ...”. Toch wordt het woord ‘hopos’ dat dus de S.V. vertaalt met ‘wanneer’ op de andere 14 plaatsen in Handelingen, altijd vertaald met ‘dat’ of ‘opdat’, dus doelgevend (Zie Hand. 8:15; 8:24; 9:2, 12, 17, 24; 15:17; 20:16; 23:15, 20, 23; 24:26; 25:3, 26). 2. Merk op dat het hier gaat om een ‘wederoprichting’ van iets dat in het verleden in verval is geraakt. M.a.w. een verwijzing naar Amos 9:11: “Te dien dage zal Ik de vervallen hut van David weer oprichten, en Ik zal haar scheuren dichten, en wat aan haar is afgebroken, weer oprichten, en zal ze bouwen, als in de dagen van ouds” 3. Hetzelfde woord gebruikt het Hebreeuws voor het sluiten van een verbond, dat dus letterlijk met snijden van een verbond vertaald kan worden, i.v.m. het dierlijk bloed dat daarbij ter bevestiging vloeit (Zie bijv. Gen. 15:9-18, “Op dezelfde dag sneed de HEERE een verbond met Abram”). 4. Een vergelijkbare waarschuwing vinden we in Mattheüs 13:41-42: “De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn Koninkrijk verzamelen al wat tot zonde verleidt en hen, die de ongerechtigheid bedrijven, en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal het geween zijn en het tandengeknars”.
Afgelopen zomer leek het nog de goede kant op te gaan. Hamas en Israël sloten via Egyptische bemiddeling een bestand dat een half jaar zou gelden. Israël beloofde de blokkade van de Gazastrook geleidelijk te versoepelen en Hamas zou stoppen met het afvuren van Qassamraketten. Maar op 14 december liet de extremistische Hamasleider Khaled Meshaal weten het bestand niet te willen verlengen, omdat Israël zich niet aan de afspraken zou hebben gehouden. De grenzen zitten volgens Meshaal nog altijd potdicht. Volgens Israël komt dat, omdat er nog steeds raketten vanuit Gaza worden afgevuurd. Het geweld laaide daarna weer op.
‘Palestijns conflict gaat Op 27 december begint Israël een grootschalig luchtoffensief op Gaza. Meer dan 200 Palestijnen komen daarbij om het leven. In de daaropvolgende dagen bombarderen Israëlische vliegtuigen verschillende Hamas-doelwitten, waaronder ook de tunnels naar Egypte die gebruikt werden om wapens, met name uit Iran, Gaza binnen te smokkelen. Begin januari begint Israël ook een grond offensief met duizenden militairen, gesteund door tanks, artillerie en luchtmacht. Na drie weken lijkt de strijd alweer voorbij. Althans, voorlopig. Israël kondigt aan zijn troepen terug te trekken uit de Gazastrook en later maakt ook Hamas bekend tot een tijdelijk staakt-het-vuren over te gaan. In de 22 dagen durende oorlog zijn volgens Palestijnse bronnen (die vooralsnog door de VN worden bevestigd), maar liefst 1.245 Palestijnen gedood en meer dan 5.000 gewond geraakt. Andere bronnen spreken over de helft. Aan Israëlische zijde vielen 13 doden en een nog onbekend aantal gewonden.
Israël lijkt het gelijk aan zijn kant te hebben: Hamas is nooit gestopt met het afvuren van Qassamraketten, dus is militair ingrijpen een logische stap. Maar de wereld kijkt kritisch toe. Was het geweld van Israël niet buitenproportioneel? Vallen er niet te veel burgerslachtoffers door de acties van het Israëlische leger? En dan de vraag hoe deze oorlog in relatie staat tot de binnenlandse politiek van Israël. Verschillende Israëlische commentatoren vinden het moment waarop de oorlog uitbrak te toevallig. Op 10 februari waren namelijk de verkiezingen in Israël. Zij vragen zich af of Ehud Barak en Tzipi Livni, de leiders van respectievelijk de Arbeidspartij en Kadima, het besluit van Hamas om het bestand van afgelopen zomer niet te verlengen, ook aangegrepen hebben om zo stemmen te winnen en om duidelijk te maken dat de veiligheid van Israël – het belangrijkste thema van Netanyahu – ook bij hen in goede handen is. Vragen waar veel over geschreven wordt in de media, maar waar waarschijnlijk nooit een helder antwoord op
Chronologie Gazastrook 1948 Oprichting van de staat Israël.
2005 De Israëlische premier Sharon trekt zijn
belooft de blokkade van de Gazastrook
Honderdduizenden Palestijnen
troepen terug uit de Gazastrook en laat de Joodse
te versoepelen als Hamas stopt met
vluchten naar de Gazastrook.
nederzettingen ontruimen. Het bestuur wordt
het afvuren van Qassam-raketten.
overgedragen aan de Palestijnse Autoriteit. 1967 In de Zesdaagse Oorlog
juni-oktober Alle partijen houden
verovert Israël de Gazastrook van
2006 Hamas wint de verkiezingen in de Palestijnse
zich in grote lijnen aan het bestand,
Egypte. De nieuwe situatie die
gebieden.
maar niet volledig. Er vinden vanuit
hierdoor ontstond, zou de geopolitiek van dit gebied blijvend veranderen.
Gaza raketbeschietingen op Israël 2007 Na een korte strijd tussen Fatah en Hamas
plaats en Israël heeft de grenzen niet
neemt Hamas de macht over in de Gazastrook.
volledig geopend.
1987 Oprichting van Hamas, de
Fatah-leider Mahmoud Abbas ontslaat de Hamas-
Palestijnse tak van de Egyptische
leden van zijn regering op de Westelijke Jordaanoe-
4 november Het Israëlische leger valt
Moslimbroederschap, tijdens de
ver en neemt daar de macht.
de Gazastrook binnen en sluit de
eerste Palestijnse opstand (intifada).
Gazastrook volledig af. juni 2008 Israël en Hamas sluiten via Egyptische
2000 Tweede intifada.
bemiddeling een bestand voor een half jaar. Israël
niet om Palestijnen’ door Ruben Hadders
zal komen. Wat in elk geval wel duidelijk is, is dat het Gaza-conflict nog lang niet ten einde is. Inmiddels heeft Tzipi Livni een nipte verkiezingsoverwinning behaald op Benjamin Netanyahu, maar of zij in staat zal zijn een nieuwe regering te vormen is op het moment waarop ik dit artikel schrijf onduidelijk. Met waarschijnlijk 15 zetels is Yisrael Beitenu (‘Israël Ons Huis’) van Avigdor Liebermann nu de derde partij in Israël geworden. Daarmee is de mogelijkheid van een rechtse meerderheidscoalitie onder Netanyahu heel dichtbij gekomen. Het Gaza-conflict kan daarmee opnieuw heftig escaleren. De over het algemeen westers georiënteerde landen zoals Jordanië, Egypte en Saoedi-Arabië constateren dat de Amerikanen maar weinig positieve resultaten boeken in de regio. Het deed Jordanië besluiten om, met de hete adem van moslimextremisten in de nek, toch maar weer in gesprek te gaan met Hamas.
Tegelijkertijd neemt de steun voor Israël verder af, ook in eigen land. De Palestijnen hebben een gezicht gekregen in de media en zijn van ‘terroristen’ nu ‘verzetsstrijders’ geworden. Israël doet volgens veel Nederlanders in elk geval te weinig aan het humanitaire probleem in de Gazastrook. Gaandeweg wordt het conflict buiten Israëls grenzen geëxporteerd, wordt de Joodse gemeenschap ernstig geïntimideerd en zijn er al diverse geweldplegingen geweest. En dan is er nog de betrokkenheid van Syrië en Iran, die Hamas steunen met wapens. En niet alleen wapens, zij zorgen ook voor voedsel om het volk mee te winnen. Als ik alle berichten in de media lees, krijg ik steeds meer het idee dat het Palestijnse probleem eigenlijk maar weinig met de Palestijnen zelf te maken heeft. Zij worden ‘slechts’ gebruikt voor de islamitische politieke strijd tegen Israël en voor de strijd tussen Arabieren onderling, van wie de leiders zeer beducht zijn voor het extremistische gedachtengoed van Hamas, dat hun positie ondermijnt.
14 november De VN waarschuwen
militairen, gesteund door tanks, artillerie en
16 januari Olmert laat weten dat
dat er een tekort is aan voedsel en
luchtmacht.
“we hopelijk in de slotacte zitten”. Er
brandstof in de Gazastrook en een humanitair drama dreigt.
wordt een principe overeenkomst 4 januari De Gazastrook is in tweeën gedeeld en
gesloten met de Verenigde Staten.
Gaza-stad is omsingeld door Israëlische soldaten
De VS gaat Israël helpen voorkomen
14 december Hamas kondigt aan het
dat Hamas zich bewapent, op
bestand niet te willen verlengen
7 januari Het Israëlische kabinet stelt een
voorwaarde dat Israël akkoord gaat
omdat de grenzen nog altijd gesloten
‘humanitair corridor’ in. Het zal elke dag de
met een staakt-het-vuren in de
zijn en voert de raketaanvallen op.
beschietingen drie uur staken om humanitaire
Gazastrook.
hulp mogelijk te maken. 27 december Israël begint een grootschalig luchtoffenstief op Gaza.
17 januari Olmert kondigt een 11 januari Israëlische grondtroepen trekken nog
eenzijdig staakt-het-vuren aan.
verder de Gazastrook in, ook reservisten worden 3 januari Israël begint een grondof-
opgeroepen. Inmiddels zijn volgens Palestijnse
18 januari Hamas vuurt nog enkele
fenstief met duizenden Israëlische
bronnen al bijna 1000 Palestijnen om het leven
raketten af om duidelijk te maken dat
gekomen en 13 Israëliërs.
het nog niet is verslagen en komt dan ook met een eigen staakt-het-vuren.
Getuigen van Zij Ondanks dat het een geschiedenis is die tot de verbeelding spreekt, wordt de verheerlijking op de berg weinig bestudeerd. In deze studie zullen we zien hoe getuigd wordt van de Heere Jezus als God en Messias en hoe Hij heel bewust voor het lijden koos.
Het tijdstip Bij het lezen van de drie verslagen van de verheerlijking op de berg (Matt. 17, Mark. 9 en Luk. 9) valt meteen een verschil op. Mattheüs en Marcus hebben het over zes dagen terwijl Lukas het over acht dagen heeft. Dat lijkt elkaar tegen te spreken, maar dat betekent niet dat het een fout is. Mattheüs en Marcus hebben het beide over ‘zes dagen later’. Het Griekse woordje voor ‘later’ kan ook vertaald worden met ‘na’ of ‘achter’. Na zes dagen is dan dus de zevende dag. Lucas heeft het over ‘ongeveer acht dagen’. Het Griekse woord voor ‘ongeveer’ kan hier ook vertaald worden met ‘bijna’. Dan kom je op ‘na zes dagen, bijna de achtste dag’. Een logische verklaring is dan ook dat deze gebeurtenis aan het einde van de zevende dag plaatsvond. De schijnbare tegenstrijdigheid is geen toeval. Daar mogen we bij het Woord van God van uitgaan. Het verschil tussen de zes en acht dagen heeft iets te vertellen. Het echte aantal dagen (zeven) kon niet gebruikt worden, omdat nog niet alles volbracht was. Zeven is tenslotte het getal van de volheid. De Heere Jezus kon nog niet rusten, zoals op de zevende dag bij de schepping. Hij ging over van de laatste dag van een werkweek naar de eerste. De zevende dag sloeg Hij als het ware over. Met die eerste (of achtste) dag brak er echter wel een nieuwe periode aan. Er veranderde iets. Na deze gebeurtenis gaat Jezus namelijk op weg naar Jeruzalem (Luk. 9:51). Het is om zo te zeggen het begin van het einde. Vandaar dat er nog niet gerust kon worden. In hetzelfde hoofdstuk zegt de Heere Jezus: “… de Zoon des mensen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen” (Luk. 9:59).
De plaats Het schouwspel vond plaats op de berg. Welke berg wordt niet genoemd. Er wordt aangenomen dat dit de Hermon of de Tabor was1. De Heere Jezus ging de berg op om te bidden. Zo zoekt Hij, aan het begin van Zijn lijdensweg, in de stilte de ontmoeting met Zijn Vader. Het is niet onwaarschijnlijk dat de Heere Jezus als mens, het moeilijk had bij Zijn keuze voor het lijden. Hij gaat de berg op om bemoedigd te worden. Het is duidelijk dat Hij weet wat er gaat gebeuren. Het is een bewuste keuze van Hem om het einde te laten beginnen. Dat kunnen we zien, omdat Hij alleen de discipelen meeneemt die het dichtst bij Hem stonden, Zijn beste vrienden. Zij mogen én moeten getuigen zijn van wat er gaat gebeuren. Het zijn de mannen die later ook de gemeente zullen opbouwen. Het is duidelijk: deze geschiedenis heeft een belangrijke betekenis voor hen.
Het schouwspel Wanneer de Heere Jezus begint te bidden, verandert Zijn gelaat. Er staat dat Zijn gelaat als de zon wordt en Zijn klederen hel wit. De volgende keer dat het ‘stralen als de zon’ voorkomt, is in Handelingen 26:13. Paulus vertelt aan koning Agrippa hoe hij onderweg naar Damascus geroepen wordt door de Heere Jezus Zelf. Opvallend is dat het wéér de Heere Jezus is Die met het licht van de zon gezien wordt. Juist aan Paulus, die naast de eerder genoemde discipelen, ook een grondlegger van de gemeente zou worden. Opnieuw een bevestiging dat deze geschiedenis in het bijzonder de eerste gemeente iets te vertellen heeft. 1. De traditie zegt Tabor, de onderzoekers zeggen Hermon.
door David van Wijck
n majesteit Paulus zegt dat dit licht uit de hemel komt. In Open baring 1:16 wordt de Heere Jezus op dezelfde wijze beschreven2. Opnieuw wordt Hij als de zon in verband gebracht met de gemeente. Zo verschijnt Hij namelijk aan de zeven gemeenten tot wie Hij gaat spreken. Voordat we dit te makkelijk naar onszelf toetrekken, moeten we beseffen dat het Joodse gemeenten zijn (verg. o.a. Opb. 2:9; 3:9). Deze mannen uit het volk Israël moeten overtuigd en bevestigd worden van de Heere Jezus als de Messias. De discipelen getuigen dan ook later dat deze gebeurtenis een fundament is voor hun apostelschap. Johannes begint zijn evangelie met: “wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid” (Joh. 1:14). En Petrus zegt in zijn tweede brief: “wij zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit” (2 Pet. 1:16). Eén van de bevestigingen voor de discipelen dat de Heere Jezus de Messias is, is dat deze gebeurtenis laat zien dat Hij God is. Hij is Dezelfde, van Wie de psalmist schrijft: “Loof de HEERE, mijn ziel! O HEERE, mijn God! Gij zijt zeer groot, Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid. Hij bedekt Zich met het licht, als met een kleed; Hij spant de hemel uit als een gordijn” (Ps. 104:1, 2). Wat een verschil met de beschrijving door Jesaja in hoofdstuk 53 dat Hij gestalte noch luister zou hebben! Hoe diep moet de Heere Jezus gegaan zijn als we hier op de berg zien Wie Hij hier is? Hij Die het licht als een
mantel draagt, zal niet veel later iemand zonder gestalte of luister zijn.
Twee getuigen De mannen die naast de Heere Jezus verschijnen, zijn niet de eerste de besten. Mozes en Elia zijn twee mannen die bij de Joden een bijzondere plaats innemen. Zo zetten Joden tijdens een avond van het Pesach een stoel klaar voor Elia. De Rabbijnse traditie zegt dat ze samen de komst van de Messias zullen aankondigen. Het is niet voor niets dat juist deze twee mannen hier aanwezig zijn.
“Aan het begin van Zijn lijdensweg zoekt Hij in de stilte de ontmoeting met Zijn Vader” Mozes staat voor de wet, Elia staat voor de profeten: de wetgever en de profeet die het volk weer terugbrachten tot de wet. Mozes is de schrijver van de eerste boeken van de Tenach. En de Tenach sluit (volgens de ons bekende indeling van de Septuaginta) af met een profetie over Elia. Beide spraken ze met God op de berg Horeb. Beiden hebben veertig dagen gevast. God stelde Zich aan Mozes voor als de Ik ben. Elia’s naam betekent ‘God is Ik ben’. Mozes zegt: “Een profeet
2. In Openbaring 10:1 vinden we een vergelijkbare beschrijving van “een andere sterke engel”. Het Griekse woord voor andere, allos, betekent letterlijk ‘een andere van hetzelfde type’. Het gaat hier dus om een andere engel dan de voorgaande beschreven engelen, maar het blijft ‘een engel’.
uit uw midden, uit uw broederen, zoals ik ben, zal de Here, uw God, u verwekken” (Deut. 18:15). Maleachi 4:5 zegt: “Zie, Ik zend u de profeet Elia”. We kunnen er niet omheen. Samen zijn ze de Wet en de profeten, zoals de Joden het Oude Testament noemen. Ze zijn de vertegenwoordigers van alles wat de Joden heilig achten. Ze spreken voor God. Als er twee mensen zijn die het volk konden overtuigen van de Messias, waren zij het. Door de geschiedenissen over hen in het Oude Testament wordt duidelijk dat alleen de HEERE, JHWH, hun God was. Mozes wordt woest bij het gouden kalf, Elia bij de baäls. God heeft heel duidelijk gehandeld in hun levens. Hij wilde dat zij er hier op de berg bij waren. Ik geloof dat Hij speciaal daarvoor hun lichamen bewaard heeft. In Judas 1:9 staat dat de engel Michaël met satan heeft getwist om het lichaam van Mozes. Niemand wist waar zijn graf was, omdat God hem Zelf begraven had. Elia is nooit gestorven, maar opgenomen in een vurige wagen. Beide hadden ze nog een taak. Ze moesten bij de verheerlijking zijn. Het lijkt mij niet onwaarschijnlijk dat ze in de toekomst nog een taak als getuigen zullen hebben.
Het onderwerp van gesprek Lukas zegt dat Mozes en Elia met de Heere Jezus spraken over Zijn uitgang, die Hij te Jeruzalem zou volbrengen. Het ging over Zijn uitgang: Zijn exodus. Onze Heere, Die we hier in heerlijkheid zien, had bemoediging nodig! Als dit geen bewijs is dat de Heere Jezus God en mens tegelijk was.
Het gaat over Zijn exodus. De exodus van Mozes en het volk Israël was een bevrijding uit slavernij. Zo moest de dood van de Heere Jezus, voor iedereen die Hem wil volgen, een exodus worden uit de slavernij van de zonde. Dat Zijn uitgang er kwam, stond al vast. Het was Gods plan. Het volk Israël protesteerde regelmatig bij hun exodus. Maar de Heere Jezus gaat de hele weg gewillig. Je zou ook kunnen zeggen dat Mozes en Elia als vertegenwoordigers van het oude verbond als het ware hun taak over komen dragen. Ze bevestigen dat de Heere Jezus de persoon is Die terwille van Zijn lijden en sterven moet uitgaan te Jeruzalem. Dat Hij de Messias is in Wie de profetieën hun vervulling vonden. Juist de twee mannen die voor de Joden zo belangrijk zijn, bevestigen deze dingen. Alsof het getuigenis van Mozes en Elia nog niet genoeg is, komt er een wolk. Niet zomaar een wolk. Mattheüs noemt het een lichtende wolk. Het is de wolk waarmee God Zich in het Oude Testament openbaarde: de Sjechina. De wolk die tijdens de exodus het volk liet zien waar ze naartoe moesten. Nu laat Hij zien Wie ze tijdens deze exodus moeten volgen. God de Vader komt Zelf Zijn Zoon bemoedigen en getuigt: “Dit is Mijn Zoon, Mijn Uitverkorene, Mijn Geliefde, in Hem heb Ik Mijn welbehagen, hoort naar Hem”. Dezelfde woorden sprak God bij de doop in de Jordaan, bij het begin van de bediening van de Heere Jezus. Nu aan het begin van de weg naar Jeruzalem worden ze herhaald. In feite zegt God Zelf hier niet meer dan wat Hij Petrus had geopenbaard toen Petrus zei: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God” (Matt. 16:16). De hoorbare stem van boven bevestigde de innerlijke stem van het hart. Petrus hoefde niet meer te twijfelen. “Op de verklaring van twee getuigen of van drie zal iedere zaak vaststaan”, zegt 2 Korinthiërs 13:1. Hier getuigen de Wet, de Profeten en God de Vader dat Jezus de Christus is, de Uitverkorene, de Messias, Zoon van de levende God. Toen de Sjechina vroeger de tabernakel overschaduwde kon Mozes er niet ingaan. Het is niet vreemd dat de discipelen uit angst neervallen. Mozes mag nu zelfs de Sjechina binnengaan. De exodus uit de slavernij der zonde, naar de Vader toe is begonnen. Dat alles door de Heere Jezus, de Messias, Zoon van de levende God! “Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen” (Matt. 17:8).
10
In het verleden zijn er heel verschillende methodes verzonnen om boodschappen verborgen door te geven. We bevinden ons dan op het terrein van de cryptografie. Een tamelijk eenvoudige, maar relatief gemakkelijk te kraken code is het markeren van de door te geven tekst door bijvoorbeeld de letters te onderstrepen.
Cryptografie in de Bijbel door Hans van de Lagemaat
In de eerste paar zinnen van deze inleiding staat het woord ‘voorbeeld’ op die manier door middel van onderstrepingen gemarkeerd. Neem een heel dik boek en spreek een wat minder doorzichtige markering af, en een eventuele kraker zal veel moeite moeten doen om de boodschap te ontcijferen. Interessant, maar wat heeft dit met Israël en de Bijbel te maken? Veel van de oude rabbijnen in Israël waren verrukt van dit soort verborgen codes in de Schrift. Zij gingen ervan uit dat de Tenach (het Oude Testament) letterlijk was geïnspireerd. Daarom gingen ze er ook zo uiterst nauwkeurig mee om tijdens het kopiëren. Onder andere uit hun studies zijn een aantal opmerkelijke
en wonderlijke verborgen boodschappen tevoorschijn gekomen. Twee daarvan wil ik in dit artikel bespreken. Wat kunnen we ermee? Mijn antwoord daarop is nogal simpel: niets. Maar als u dit artikel hebt gelezen en de voorbeelden zelf hebt geverifieerd, hoop ik dat u wel zult zeggen: hoe wonderlijk is de Schrift! Waarlijk elke letter staat op zijn plaats. Het ontwerp is Goddelijk. Dit Boek is geschreven door de Heilige Geest.
De Torah Een tamelijk bekend voorbeeld is het volgende. Neem de eerste letter Tav, , in het boek Genesis. En tel 49 (Hebreeuw-
t
“Veel van de oude rabbijnen in Israël waren verrukt van dit soort verborgen codes in de Schrift. Zij gingen ervan uit dat de Tenach letterlijk was geïnspireerd”
se) letters verder. De daarop volgende letter, dus de vijftigste vanaf de Tav, is de Waw, . Herhaalt u dit proces, dus elke keer met een interval van 49 letters, dan vindt u het woord , Torah gespeld. Torah is het Hebreeuws voor leer of onderwijzing. De eerste vijf boeken van het Oude Testament, de Tenach, heten tezamen de Torah. Toeval wellicht. Niet echt opzienbarend, zo denkt u misschien. Toch is de kans, dat dit op toeval berust echt heel veel kleiner dan u misschien denkt. Ik kan me voorstellen dat u nog niet heel erg onder de indruk bent. Maar gaat u nu eens naar het volgende boek, Exodus. En herhaalt u dit proces. Dus u zoekt de eerste letter en u telt steeds de vijftigste letter af. Opnieuw staat daar voor u gespeld.
w
hrwt
t
hrwt
In Leviticus werkt het niet; in Numeri en Deuteronomium ook niet. Kijkt u eens in het kader op de volgende pagina. Daarin heb ik de eerste drie verzen van Numeri in de Hebreeuwse tekst weergegeven. Begin met de laatste gemarkeerde letter, en tel met hetzelfde interval
11
Beet Hamidrasj Huis van studie hwhy
zoals ik beschreven heb voor Genesis en Exodus terug. Wederom vindt u: . Hier staat Torah dus als het ware achterstevoren.
hrwt
Numeri 1:1-3
d• x'a,B. d[e_Am lh,aBåo . yn:yß si rB:dï m> Bi . hv,m-o la, hw"ôhy> rBed’ :y>w: `rmoa* le ~yIr:ßc.mi #r<amî, e ~t'acel. tynI©Veh; hn"åV'B; ynIV÷h;e vd<xl’o ; tybeäl. ~t'xoP.v.mil. laerê f" y. I-ynE)B. td:[ä -] lK' ‘varo-ta, Waªf. `~t'(l{G>l.gUl. rk"zß -" lK' tAmêve rP:ås.miB. ~t'_boa] Wdïq.p.Ti lae_r"f.yIB. ab'c' aceyî -O lK' hl'[.m;êw" ‘hn"v' ~yrIÜf.[, !B,m’ i `!ro*h]a;w> hT'îa; ~t'aob.cil. ~t'ao 2
3
Iets dergelijks vinden we in Deuteronomium. En wel in de verzen 5 tot en met 8 van het eerste hoofdstuk. Dat gedeelte staat in het kader hieronder. Merkwaardig genoeg moeten we daarin elke negenenveertigste letter nemen. Maar ook hierin lezen we Torah achterstevoren. Deuteronomium 1:5-8
hr"îATh;-ta, raEB± e hv,êmo lyaiäAh ba'_Am #r<aBä, . !DErß Y> h: ; rb,[Bîe . `rmoa* le taZOàh; tb,v, ~k,îl'-br: rmoa= le brEäxoB. Wnyleae rB<Dï I Wnyhela{ / hw"ôhy> `hZ<h) ; rh"ïB' hb'rî [" B] ' èwyn"kev-. lK'-la,w> éyrImao h/ '( rh:ï Wabo’W ~k,ªl' W[ås.W ŸWnæP. !Anëb'L.h;w> ‘ynI[n] K: h. ;( #r<a,Û ~Y"+h; @Axåb.W bg<Nbß< ;W hl'îpeV.b;W rh"b± ' `tr"P( -. rh;n> ldoGß h" ; rh"Nï h" ;-d[; rv<aå ] #r<a'êh'-ta, WvårW> WaBo… #r<a'_h'-ta, ~k,ynEp.li yTit;în" haer> tteäl' ‘bqo[]y:l.W* qx'Ûc.yIl. ~h'r’ "b.a;l. ~k,øytebo’a]l; hw"hy>û [B;äv.nI `~h,(yrEx]a; ~['rz> l: .W ~h,êl' 6
7
8
Tot zover hebben we dus het volgende gevonden: Genesis Exodus Leviticus Numeri Deuteronomium
hrwt hrwt Torah
Torah
?
twrh twrh haroT
Dat de Torah niet zomaar een verzameling van mooie verhalen en een stelsel van godsdienstige regels is, dat wisten we al. We wisten al dat de Torah één grote heenwijzing is naar de God van Israël, naar de Persoon van de Heere Jezus Christus. Maar is het niet wonderlijk om dit cryptografisch, als een verborgen boodschap, bevestigd te zien?
Perez Het volgende voorbeeld is zo mogelijk nog wonderlijker. Boaz had zich opgeworpen als losser van het erfdeel van Elimelech. Naar het Israëlitisch recht hoorde daarbij ook dat hij Ruth, de schoondochter van Elimelech die weduwe was geworden, tot vrouw zou nemen. Dit gebeurde onder vele getuigen:
haroT
Hoe zit het nu met Leviticus? Wat moet er op de plaats van het vraagteken komen te staan? Torah vinden we daar niet terug, welke letterafstand we ook nemen. Maar vers 1 openbaart ons iets wat veel bijzonderder is. Leviticus 1:1
`rmo*ale d[eAm lh,amïo e wyl'êae ‘hw"hy> rBEdÜ y: w> : hv,m_ -o la, ar"q.YIw:
Enige oefening met het Hebreeuwse schrift is wel gewenst, maar telkens met een afstand van 7 letters
12
ertussen vindt u het woord . Dit zijn de vier letters van de naam van God die de Joden tot op de dag van vandaag niet uitspreken: JHWH. In onze Bijbels gespeld als HEERE. In Genesis en Exodus wijst het woord Torah vooruit. In Numeri en Deuteronomium wijst het terug. En waar wijst het naar toe? Naar Hem om Wie alles in de Bijbel gaat, de HEERE.
“Daartoe aanvaard ik mij ook Ruth, de Moabietische, de vrouw van Machlon, tot een vrouw, om de naam van de gestorvene over zijn erfdeel te verwekken, opdat de naam van de gestorvene niet worde uitgeroeid van zijn broeders, en van de poort zijner plaats; gij zijt heden getuigen. En al het volk, dat in de poort was, alsook de oudsten, zeiden: Wij zijn getuigen; de HEERE make deze vrouw, die in uw huis komt, als Rachel en als Lea, die beiden het huis van Israël gebouwd hebben; en handel kloek in Efratha, en maak uw naam vermaard in
Bethlehem!” (Ruth 4:10, 11). Deze woorden van het volk zijn nog te vatten. Ze wensen Ruth toe te worden als Rachel en Lea. Dat ze een moeder mag worden in Israël, en dat er iets groots uit deze verbintenis zal voortkomen. Maar de woorden die volgen zijn toch wat raadselachtig. “En uw [Boaz’] huis zij als het huis van Perez (die Thamar aan Juda baarde), van het zaad, dat de HEERE u geven zal uit deze jonge vrouw.” De geschiedenis waar in dit vers naar wordt verwezen staat in Genesis 38. De zoon van Juda en een Kanaänitische vrouw, Er,
“Het wijst naar Hem toe om Wie alles in de Bijbel gaat, de HEERE” trouwde Thamar. Er stierf. Onan, die nu voor zijn broeder Er nakomelingen moest verwekken, weigerde dit en werd ook gedood. Sela, de derde zoon van Juda bij deze vrouw was nog te klein om te trouwen. Maar Juda beloofde hem aan Thamar als hij groot geworden zou zijn. Deze belofte komt hij niet na. Op een dag, als hij meent met een hoer te maken te hebben, verwekt hij bij Thamar twee kinderen: Perez en Zera. Het is niet bepaald een verheffende geschiedenis. Toch wenst het volk dat het huis van Boaz zal worden als dat van Perez. Jakob of Juda worden niet genoemd. En het boek Ruth besluit ook met het geslachtsregister van Perez! “Dit nu zijn de geboorten van Perez: Perez gewon Hezron. En Hezron
gewon Ram. En Ram gewon Amminádab. En Amminádab gewon Nahesson; en Nahesson gewon Salma; En Salma gewon Boaz; en Boaz gewon Obed; En Obed gewon Isaï; en Isaï gewon David” (Ruth 4:18-22). De wens van het volk is uitgekomen. Ruth is geworden als Rachel en Lea. Zij werd de moeder van David, de grote koning, de vader van de Heere Jezus, de Koning der Koningen. Maar nu nog even een stukje cryptografie. De laatste vier namen in zojuist genoemde geslachtsregister vinden we, zij het verborgen, alle terug in Genesis 38, met Ruth daaraan toegevoegd. Het aantal letters geteld van letter tot letter beslaat bij allemaal weer exact 49. De namen staan ‘achterstevoren’ gespeld, zoals Torah in Numeri en Deuteronomium. Maar ze staan wel in de juiste chronologische volgorde! Boaz, Ruth, Obed, Isaï en David. Zie het kader op de volgende bladzijde. Neemt u zeker de moeite om het na te tellen. Wat kunnen we hiermee? Ik vroeg het aan het begin van het artikel ook al. Mijn antwoord is nog steeds: niets. Het bevestigt ons alleen wat we al wisten. De geboorte van Perez (= breuk) loopt uit op de geboorte van David (= geliefde). De breuk die de mens door de zonde heeft geslagen is niet het einde. God heeft die breuk geheeld in de gave van Zijn Zoon, de Geliefde. Dat is de boodschap van de Bijbel. Maar is het niet wonderlijk om deze boodschap zo verborgen te lezen? Honderden jaren voordat Boaz en Ruth met elkaar trouwden, stonden hun namen met de namen van hun
“Honderden jaren voordat Boaz en Ruth met elkaar trouwden, stonden hun namen met de namen van hun nageslacht al verborgen geschreven in het hoofdstuk waarin Juda de zonde zo schandelijk bedreef” nageslacht al verborgen geschreven in het hoofdstuk waarin Juda de zonde zo schandelijk bedreef. Uitgerekend dat hoofdstuk gaat over hem die aangewezen zou worden als de vader van de stam waaruit de Messias zou worden geboren. Hoewel wij dan misschien niets met dit soort informatie kunnen, kan het wel iets met ons doen. Het bevestigt ons de waarheid van de inspiratie van de Schrift. Niet slechts de algemene waarheden ervan, nee, letter voor letter. De Bijbel is in waarheid dat wat hij zegt te zijn: Gods Woord! Welke aanvallen er ook op ons af mogen komen die ons willen doen geloven dat de Bijbel achterhaald is, of ‘fundamentalistisch’ om de Bijbel nog ‘letterlijk’ te willen nemen, we hebben het Woord zelf als ons schild. Het is volmaakt. Tot in de kleinste details. Op de volgende pagina kunt u de Hebreeuwse tekst van Genesis 38 vinden met de bovenstaande cryptografische elementen er in aangetekend.
13
Beet Hamidrasj Huis van studie Genesis 38
wyx'_a, taeäme hd"Why> dr,YEïw: awhiêh; t[eäB' ‘yhiy>w:) `hr"(yxi Amïv.W ymiL'dU[] vyai-î d[; jYEw±: aboïY"w: h'x,Q'YIw: [:Wv+ Amåv.W ynIß[]n:K. vyaiî-tB; hd"Why> ~v'ó-ar>Y:w: `h'yl,(ae `r[E) Amßv.-ta, ar"îq.YIw: !BE+ dl,Teäw: rh;T;w: `!n")Aa Amßv.-ta, ar"îq.Tiw: !BE+ dl,Teäw: dA[ß rh;T;îw: byzIßk.bi hy"ïh'w> hl'_ve Amßv.-ta, ar"îq.Tiw: !Beê dl,Teäw: ‘dA[ @s,ToÜw: `At*ao HT'îd>liB. `rm")T' Hm'v.W Ar+AkB. r[Eål. hV'ai hd"Why> xQ:ôYIw: `hw")hy> Whtemiy>w: hw"+hy> ynEåy[eB. [r: hd"êWhy> rAkæB. r[e… yhiyª>w: Ht'_ao ~Beäy:w> ^yxia' tv,aeî-la, aBo± !n"ëAal. ‘hd"Why> rm,aYOw: `^yxi(a'l. [r;z<ß ~qEïh'w> tv,aeÛ-la, aB'’-~ai hy"hù'w> [r;Z"+h; hy<åh.yI Alà aL{ï yKi !n"ëAa [d:YEåw: `wyxi(a'l. [r;z<ß-!t'n> yTiîl.bil. hc'r>a;ê txeäviw> ‘wyxia' `At*ao-~G: tm,Y"ßw: hf'_[' rv<åa] hw"ßhy> ynEïy[eB. [r;YEw±: %ybiaª'-tybe hn"åm'l.a; ybióv. AtLø'K; rm't’'l. h•d"Why> rm,aYw:Oæ %l,Teäw: wyx'_a,K. aWhß-~G: tWmïy"-!P, rm;êa' yKiä ynIëb. hl'äve ‘lD:g>yI-d[; `h'ybi(a' tyBeî bv,Tew: rm'êT' hd"Wªhy> ~x,N"åYwI: hd"_Why-tv, > ae( [:Wvå-tB; tm'T'w: ~ymiêY"h; ‘WBr>YIw: `ht'n")m.Ti ymiL'dU[]h' Wh[eîrE hr"yxiw> aWhª ‘Anaco yzEÜz]G-O* l[; l[;Y:÷w: `An*aco zgOl' ht'n"ßm.ti hl,î[o %ymix' hNEïhi rmo=ale rm"ßt'l. dG:ïYUw: @L'ê[;t.Tiw: ‘@y[iC'B; sk;ÛT.w: h'yl,[ª'me( Ht'Wønm.l.a; ydEg’>Bi r•s;T'w: ‘ht'a]r" yKiÛ ht'n"+m.Ti %r<D-<ä l[; rv<ßa] ~yIn:ëy[e xt;p,äB. ‘bv,Tew’: `hV'(ail. Alß hn"ïT.nI-al{) awhi§w> hl'êve ld:äg"-yKi( `h'yn<)P' ht'S.ki yKiî hn"+Azl. h'b,v.x.Y:w:¥ hd"êWhy> h'a,är>YIw: yKi… %yIl;êae aAbåa' ‘aN"-hb'h'( ‘rm,aYOw’: %r<D<hª-; la, h'yl,aøe jYEw“: `yl'(ae aAbßt' yKiî yLiê-!T,T-i hm; ‘rm,aTo’w: awhi_ AtßL'k; yKiî [d:êy" al{å !TEïTi-~ai rm,aTo§w: !aCo+h;-!mi ~yZIß[i-ydI(G> xL;îv;a] ykinOa' rm,aYO¨w: `^x<)l.v' d[;î !Abßr"[e ‘^m.t'(xo rm,aToªw: è%L-!T, ' a, rv<åa] é!Abr"[eh'¥ hm'ä rm,aYO©w: `Al* rh;T;îw: h'yl,ae aboïY"w: HL'-!T,YIw: ^d<+y"B. rv<åa] ^ßJ.m;W ^l,êytip.W ydEîg>Bi vB;l.Tiw: h'yl,_['me Hp'y[ic. rs;T'îw: %l,Teêw: ~q'T'äw: `Ht'(Wnm.l.a; ymiêL'dU[]h'( Wh[eärE ‘dy:B. ~yZI©[ih'( ydIäG-> ta, hd"Wøhy> xl;v’.YwI: `Ha'(c'm. al{ßw> hV'_aih' dY:åmi !Abßr"[eh' tx;q:ïl' awhiî hv'dEQ.h; hYEôa; rmoêale ‘Hm'qom. yveÛn>a;-ta, la;vú.YwI: `hv'(dEq. hz<ßb' ht'îy>h'-al{ Wrêm.aYOæw: %r<D"_h;-l[; ~yIn:ßy[eb' ‘~AqM'h; yveÛn>a; ~g:“w> h'yti_ac'm. al{å rm,aYOàw: hd"êWhy-> la, ‘bv'Y"w’: `hv'(dEq. hz<ßb' ht'îy>h'-al{ Wrêm.a'( ‘yTix.l;v’' hNEÜhi zWb+l' hy<åh.nI !P<ß Hl-xQ: 'ê )Ti( ‘hd"Why> rm,aYOw: `Ht'(ac'm. al{ï hT'a;w> hZ<ëh; ydIäG>h; rm"åT' ‘ht'n>z") ‘rmoale¥ hd"ÛWhyli( dG“:YwU: ~yvidª"x\ vl{åv.miK. Ÿyhiäy>w: h'WaßyciAh hd"êWhy> rm,aYOæw: ~ynI+Wnz>li hr"h' hNEïhi ~g:±w> ^t,êL'K; `@rE)F'tiw> ‘vyail. rmoêale ‘h'ymix’-' la, hx'Ûl.v' ayhiw’> taceWªm awhiä tm,t,óxoh; ymilú. an-"ë rK,h; ‘rm,aTow’: hr"_h' ykinOa' ALê hL,aeä-rv,a] `hL,ae(h' hJ,M;h;w> ~yliytiP.h;w> h'yTit;n>-al{ !KEï-l[;-yKi( yNIM,êmi hq"åd>c'( ‘rm,aYO’w: hd"Wªhy> rKEåY:w: `hT'([.d:l. dA[ß @s:ïy"-al{)w> ynI+b. hl'ävel. `Hn")j.biB. ~ymiAat. hNEïhiw> HT'_d>li t[eäB. yhiy>w: AdÜy"-l[; rvoq’.Tiw: td<L,yª:m.h; xQ:åTiw: dy-!T, "+ YIw: HT'd>lib. yhiîy>w: `hn")voarI ac'îy" hz<ß rmoêale ‘ynIv' T'c.r:P'-hm; rm,aTo§w: wyxiêa' ac'äy" ‘hNEhiw> Adyª" byviämeK. Ÿyhiäy>w: `#r<P'( Amßv. ar"îq.YIw: #r<P'_ ^yl,ä[' s `xr;z") Amàv. ar"îq.YIw: ynI+V'h; Adßy"-l[; rv<ïa] wyxiêa' ac'äy" ‘rx;a;w> 1
2
3
4 5
6 7 8
9
z[b = Boaz twr = Ruth
10 11
12
13 14
15 16
17
18
db[ = Obed
19
20
21
22
23
24
25
yvy = Isaï dwd = David
26
27
28
29
30
14
Gebed Israël, Jeruzalem Volgens de Jeruzalemse voorganger Meno Kalisher dreigt er in Israël bij sommige prominente kerkleiders een trend te ontstaan om onderwijs te geven vanuit het rabbinale Judaïsme. Daarbij wordt Jezus niet als Heere erkend. Als reactie daarop heeft er een nationale conferentie van Israëlische kerkleiders plaatsgevonden. Doel van de conferentie was om hen te herinneren aan de geloofsbelijdenis, die 20 jaar geleden op schrift is gesteld.
Hierin staat dat het Oude en Nieuwe Testament de enige gezaghebbende Geschriften zijn en dat Jezus Heere is. Meno ziet de vergadering als een helder statement dat elke gemeente en elk gemeentelid die in deze dwaling volhardt, niet langer als deel van het lichaam van Christus erkend zal worden. Het is dan ook zijn gebed dat juist de eerste liefde tot de Heere hersteld mag worden en dat de Heere de harten zal reinigen van alle valse leer. Laten ook wij dat gebed overnemen.
Russisch IB magazine
Goddelijke bewaring in Gaza-oorlog Geert en Martien hebben veel getuigenissen gehoord van bijzondere bewaringen die mensen hebben meegemaakt tijdens de Gaza-oorlog. Het is een groot wonder, dat zo weinig soldaten zijn omgekomen en geen van hen is gekidnapt. Er is gepoogd om soldaten in valkuilen of in tunnelgaten te laten verdwijnen, maar het is geen enkele keer gelukt. Ook dat er in Israël relatief weinig doden zijn gevallen door de raket beschietingen is een groot wonder. Enkele voorbeelden: Een man staat op zijn balkon en moet voor een telefoontje naar binnen. Meteen daarna wordt het balkon door een raket getroffen. Een andere raket komt in het noorden van Israël op een bejaardenhuis terecht. Net daarvoor zijn alle bewoners naar de eetzaal gegaan. Niemand raakt gewond. En zo zijn er veel meer voorbeelden van wonderlijke bewaring. Laten we bidden dat nog velen hun toevlucht bij de Heere Jezus zullen zoeken en Hem mogen vinden, Die God als Toevlucht geschonken heeft.
Graag uw gebed voor de voorbereidingen van de nieuwe uitgave van het Russische IB magazine. We mogen de Heere tegelijk danken voor de vele bemoedigende reacties die we op de laatste uitgave ontvingen. Hier volgen slechts enkele: Een voorganger van een gemeente in Oekraïne schrijft: “Onlangs maakte ik door Gods genade kennis met uw tijdschrift. Ik was onder de indruk van de begrijpelijke tekst die de Waarheid van de Bijbel ontsluiert. Onze kerk bidt al jarenlang voor het herstel van Israël, zoals genoemd in Exodus 19:5, 6. Veel mensen in onze gemeente zijn oprecht in Israël geïnteresseerd en uw magazine geeft daarin een dieper inzicht. Namens de broederraad verzoek ik u onze gemeente te voorzien van nieuwe uitgaven, zodat de gemeenteleden kennis kunnen maken met de artikelen in het magazine. Wilt u ons alstublieft eerdere nummers van het tijdschrift zenden? Wij zullen het zeer op prijs stellen. Moge de Heere Jezus Christus uw bediening zegenen! N.Vishnitskiy Sjaloom, geliefde broeders en zusters van Israël en de Bijbel, Ik kwam in aanraking met uw tijdschrift en raakte zeer geïnteresseerd. Ik ben onder de indruk van het diepe verstaan van Gods Woord. Tegelijkertijd is het makkelijk te begrijpen. Ik zou het heel fijn vinden als u het naar mijn adres zou kunnen sturen. Moge Zijn zegen op u zijn! K.B. Ben Abraham
15
Leven met oorlog in gesprek met Sonja Khan Hoekstra
In september 1940, vier maanden na de inval van de Duitsers, werd ze geboren in Eindhoven en kreeg ze de naam Sonja Khan. Bij haar Joodse ouders heeft ze maar een jaar gewoond. Het hele gezin moest op verschillende adressen onderduiken. Zij werd door een buurman meegenomen naar de familie Hoekstra, die haar later adopteerden. Als Sonja Khan Hoekstra woont ze sinds twee jaar in Israël, maar komt af en toe naar Nederland. We zochten haar op en luisterden naar haar bewogen levensverhaal.
Wie ben ik? In de oorlog heb ik voornamelijk bij de Hoekstra’s ondergedoken gezeten. Dokter Hoekstra zat bij de ondergrondse en werd een paar keer gearresteerd. Dan moest ik weer voor een paar weken ergens anders naar toe. Na de oorlog bleek dat ik verder niemand meer had, behalve mijn broertje Nico, die met een open ruggetje geboren is. Hij was op kindertransport gezet naar Theresienstadt en later naar Bergen-Belsen. Hij is verder opgevoed in het weeshuis in Apeldoorn. De Joodse organisatie Le’Ezrat HaJeled wilde mij na de oorlog ook in Apeldoorn plaatsen. De familie Hoekstra heeft dat tegen weten te houden. Omdat ik verder geen familie meer had, mocht ik bij hen blijven, maar ik moest wel naar Joodse les. Mijn ‘zusje’ Stans Hoekstra ging met mij mee. In ruil daarvoor ging ik met haar mee naar catechisatie. De eerste pesterij kan ik me nog heel goed herinneren. Ik denk dat ik zeven jaar was toen een meisje op school tegen me zei: “Ik wil niet naast een vieze Jodin zitten, die mijn Jezus heeft vermoord”. We verhuisden in 1952 naar Utrecht en ik kreeg weer Joodse les. Vanaf dat moment begon ik de rabbijn vragen te stellen. “Als wij Gods uitverkoren volk zijn, waarom is mijn familie dan vermoord? Waarom heb ik vier en een half jaar ondergedoken gezeten?” Toen ik geen bevredigend antwoord kreeg, wilde ik niet meer naar Joodse les. Rond mijn zestiende werd ik lid van een liberale Joodse organisatie, waarmee ik voor een jaar naar Israël ben gegaan. Er waren twee vragen waar ik heel lang mee heb geworsteld: wie ben ik en waarom heb ik de oorlog overleefd? Toen in Nederland de adoptiewet werd ingevoerd, heb ik de Hoekstra’s gevraagd of zij mij wilden adopteren. Want, zo redeneerde ik, als ik eenmaal geadopteerd ben, dan weet ik ook wie ik ben. En dat hebben ze gedaan.
16
Verdriet in mijn leven Op 18-jarige leeftijd keerde ik terug naar Nederland en volgde een tweejarige pedagogische opleiding bij een kinderarts in Amsterdam. Daarna ging ik als au pair naar Boston (Amerika). De familie waar ik terechtkwam, vond het prima als ik op vrijdagavond naar de synagoge ging. Er waren in die buurt twee synagogen, de ene was orthodox en de andere liberaal. Ik was verbaasd dat leden van de orthodoxe synagoge op Sabbat met hun auto kwamen. “Wat is hier aan de hand?” dacht ik, “Je mag toch niet rijden op Sabbat?” De rabbijn legde uit dat dit Amerika was en dat alles hier anders was. Na bezoeken aan de liberale synagoge nam mijn verwarring nog meer toe en besloot ik het synagogenbezoek voor gezien te houden.
“Ik wil niet naast een vieze Jodin zitten, die mijn Jezus heeft vermoord”
Christus tot het Joodse volk en de noodzaak dat ook zij Hem moeten leren kennen. Ik volgde veel bijbelstudies in die tijd. Toen ik mij liet dopen, wist dat ik wederom geboren was. Al het andere deed er voor mij niet meer toe. Ik was een kind van God! Toen gebeurde iets heel verdrietigs in mijn leven. David besloot het huwelijk te beëindigen en ging bij mij weg. Ik bleef achter met een tweeling van elf en een zoon van acht jaar. Er volgde een moeilijke tijd. Ik raakte enorm depressief en moest worden opgenomen in het ziekenhuis. Maar God bracht mij gelukkig in contact met broeders en zusters die mij bemoedigden. Mede door hun steun ben ik er doorheen gekomen. De Heere voorzag in een plek waar we konden wonen en Hij heeft altijd gezorgd dat we te eten hadden. Vanaf die tijd weet ik mij in alles totaal afhankelijk van Hem. De gevolgen van de echtscheiding hebben echter wel een wissel op mijn leven getrokken, vooral toen één van mijn zoons bij zijn vader ging wonen. De herinneringen aan de oorlog kwamen weer bij mij boven, toen ook ons jonge gezinnetje uit elkaar werd gescheurd.
Vergeving Na een verpleegstersopleiding kwam ik bij het Amerikaanse Rode Kruis terecht, waar ik David leerde kennen. David ging van huis uit naar de Amerikaanse Episcopaalse Kerk. Toen wij besloten te trouwen, vertelde ik de priester dat ik Joods was. “O daar hoef je je geen zorgen over te maken (!), dat regelen we later wel”, luidde zijn ‘verhelderend’ antwoord. Niemand had met mij tot dusverre over Jezus gesproken. En ach, ik hield van David en in Amerika deden ze tenslotte toch alles anders, dus waar zou ik me druk over maken? Zoals iedereen lid was van een club, was ik lid van de kerk. Op zich wel makkelijk, want als ik iets nodig had of iets niet wist, belde ik de secretaresse van de kerk, die me altijd wilde helpen. Na een jaar werd onze tweeling geboren en drie jaar later werd onze jongste zoon geboren. Mijn hele gezin was gedoopt en lid van de Episcopaalse kerk, terwijl ikzelf Joods was. Eigenlijk leefde ik in twee verschillende werelden. Tot het moment dat ik Davids Bijbel vond en daarin begon te lezen, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament. Ik wilde nu wel eens weten wie God werkelijk was. Niemand had mij ooit over Jesaja 53 verteld en nu wilde ik alles weten. Ik leek wel een soort spons, las alles wat met de Bijbel te maken had. De meeste Amerikanen gaan er min of meer van uit dat wij Joden God al kennen. Zij negeren daarbij volledig de liefde van
Tijdens een seminar over zendingswerk werd ik in een van de workshops bepaald bij het thema vergeving. Een Duitse vrouw, Karen, vertelde haar zeer bewogen levensgeschiedenis en hoe zij samen met haar moeder in de oorlog van vluchtelingenkamp naar vluchtelingenkamp was getrokken. Op dat moment begon ik helemaal te trillen. Ik hief mijn hand op, ging naar haar toe en zei: “In de naam van Jezus van Nazareth vergeef ik jou en degenen die mijn familie hebben uitgemoord en vijf jaar van mijn leven hebben verwoest”. Na 43 jaar kon ik de last van voortdurende haat en bitterheid van mij afgooien. En toen vertelde Karen: “Ik heb tot Jezus
“Niemand had met mij tot dusverre over Jezus gesproken” gebeden en gevraagd om een persoon in mijn leven te brengen die ik kon vragen om mij en de Duitsers te vergeven wat wij het Joodse volk hebben aangedaan”. We konden samen de Heere danken en prijzen!
De zending Door dit seminar raakte ik steeds meer betrokken bij zendingswerk, totdat ik in juni 1986 voelde dat God mij
17
vroeg om fulltime de zending in te gaan. Ik kwam terecht in Congo (het vroegere Zaïre), vlakbij de grens met Zambia. Ik werkte daar in de gezondheidszorg, hielp mee met het bouwen van scholen, het geven van opleidingen, ik verzorgde voedselprogramma’s, enz. Na de invasie van generaal Kabila moesten degenen van Rwandese afkomst binnen vijf dagen het land verlaten. Met Gods hulp heb ik tussen november 1996 en februari 1997 zo’n 50 tot 100 bannelingen geholpen om te vluchten naar Zambia en andere landen. In februari 1997 was de situatie zodanig, dat ik noodgedwongen terug moest naar de VS. Ik had het daar erg moeilijk mee en ik begreep ook niet dat dit Gods weg was. Hij had mij toch naar Congo gezonden?1
“Ik realiseerde mij dat ik ook een wees, een overlevende van de holocaust was en dat er waarschijnlijk duizenden met dezelfde gevoelens van wrok en woede rondliepen” Totdat ik een uitnodiging kreeg om in Rwanda te komen werken. De genocide die daar had plaatsgevonden was natuurlijk verschrikkelijk. Ik wist niet goed wat ik daar zou moeten doen te midden van 400.000 wezen en duizenden weduwen. Maar na aankomst realiseerde ik mij dat ik ook een wees, een overlevende van de holocaust was en dat er waarschijnlijk duizenden met dezelfde gevoelens van wrok en woede rondliepen, als ik jarenlang had meegetorst. Op dat moment begon ik in te zien waarom ik de oorlog had overleefd! Ik moest ook anderen bemoedigen om op te kijken naar onze Hemelse Vader. Acht jaar lang heb ik mij voor deze getraumatiseerde Rwandezen mogen inzetten. Ik mocht ze troosten met de troost waarmee ik zelf door God getroost was (2 Cor. 1:4).
18
Totdat ik geheel onverwachts wegmoest met achterlating van m’n huis, m’n auto, m’n hond ... Pas veel later begreep ik waarom. Het was de tijd dat ik naar Israël moest. Ik merkte dat God me riep om naar Israël te komen, al begreep ik niet waarvoor. Ik ben een Messiasbelijdende Jodin en dan ben je in Israël niet welkom. Maar ik nam toch contact op met een Israëlische vriendin, die me vaak in Rwanda had bezocht. Al die tijd bad ik om Gods leiding. Hoewel het voor Messiasbelijdende Joden steeds moeilijker wordt om ‘Alija’ te maken (emigratie naar Israël), werden mij bij het ministerie van Buitenlandse Zaken geen lastige vragen gesteld. De enige vraag was of ik Joods was en dat kon ik moeiteloos aantonen. Ik ervoer dat als Gods leiding en vertrok naar Israël. De Heere wees mij daar geleidelijk Zijn weg en bracht mij in contact met broeders en zusters in Christus. Als vrijwilligster bezoek ik, onder auspiciën van Elah, een maatschappelijke organisatie in Israël, overlevenden van de holocaust. Ik luister naar hun verhalen, begeleid ze naar de dokter of naar bepaalde evenementen en als ze ernaar vragen, mag ik ervoor uitkomen dat ik in Jesjoea geloof. Regelmatig word ik door een vriendin die gids is, gevraagd om mijn getuigenis te geven in Yad Vashem en te vertellen over de holocaust. Het valt me op dat steeds minder mensen iets van de holocaust weten. Velen hebben nog nooit een overlevende van de holocaust ontmoet en al helemaal niet iemand die Joods is en Jesjoea volgt! Hoewel ik dan nu niet meer werk voor een zendings organisatie mag ik hier door genade van de Heere velen tot zegen zijn. 1. In mei van dat jaar werd Zaïre de Democratische Republiek Congo.
40 jaar Gods Woord voor Gods volk
Een terugblik Al vanaf 1953 waren de dames De Kock en Goedhart onafscheidelijk. Samen trokken zij erop uit, gedreven door liefde voor de verloren schapen van het huis Israëls.
Twee bijzondere vrouwen Als ‘de dames’ stonden zij bij de achterban bekend: Margaret de Kock-Friesema en Joke Goedhart. Jaren waren zij betrokken bij het werk van de ‘Hebreeuwse Evangelisatie Vereniging’. Als Israël en de Bijbel het werk van de HEV voortzet, willen zij graag, onder deze nieuwe ‘paraplu’, doorgaan met hun werk voor Israël. Begin jaren zeventig was dan ook in ons magazine te lezen: “Bijzonder dankbaar zijn wij voor de ontmoeting en daarop volgende zeer hartelijke samenwerking... Geheel zelfstandig hebben zij reeds jarenlang tweetalige Nieuwe Testamenten verspreid onder Joodse mensen in binnen- en buitenland. Ondanks hun lichamelijke zwakheden en het klimmen van de jaren zijn deze, voor ons ‘heldinnen des geloofs’, nog volop bezig ...”.
Margaret de Kock-Friesema Als Grietje Friesema werd zij in het Friese Hallum (1915) geboren. Zij groeide op in een gelovig gezin, met een
door Alfred Esch
warm hart voor het Joodse volk. In het ouderlijk huis waren ook in de oorlog Joden altijd welkom. Toen Margaret met Cor de Kock trouwde (9 juni 1942) was het daarom vanzelfsprekend dat ook hun huis open zou staan voor Joodse onderduikers – uiteindelijk elf! Mede hierom werd Cor door de Gestapo opgepakt en drie weken vóór de bevrijding omgebracht. In haar verdriet en ontreddering kon Margaret alleen nog maar uitbrengen: “In zo’n God kan ik niet geloven”. Maar God liet haar niet los. Acht jaar later deed Billy Graham een oproep en haar antwoord was: “Ik geef mijn leven aan de Heere Jezus, maar niet voor 50, niet voor 80, maar voor 100 procent”.
Joke Goedhart Bij haar geboorte (in Zeeland, 1926) kreeg Joke als doopnaam: Johanna (begenadigde). Als oudste van vier, drukte al jong een grote verantwoordelijkheid op haar schouders. Zij was nog maar zeven toen zij haar vader verloor, maar wist toen al zeker: “Als ik groot ben, ga ik de mensen van de Heere Jezus vertellen”. Maar ook bij Joke kwam, na veel verdriet en teleurstelling, een periode van opstand tegen God. Toch ging God door haar voor te bereiden op de taak die Hij voor haar had. Zij vond werk in een Joods gezin, waar zij kennismaakte met het Joodse leven en al gauw wist ze heel zeker: “Voor deze Joodse mensen heeft de Heere mij geroepen”.
Samen één roeping Begin jaren vijftig hadden de beide zusters elkaar op een bidstond voor Israël in Amsterdam ontmoet. Het was 1953 toen Joke van Margaret een brief kreeg met de vraag of het mogelijk was om te gaan samenwerken ... “teneinde de Joodse mensen met het Evangelie van hun Messias te bereiken”. Een bijbelschool in Wales zou hen toerusten voor hun dienst aan Israël. Ondanks ziekte en zwakheid werden de in Engeland bekend staande ‘Ladies from Amsterdam’ door de Heere gebruikt om zeer velen tot zegen te zijn. Samen werkten zij 43 jaar lang in elf verschillende landen. Daarbij werden meer dan 100.000 tweetalige Nieuwe Testamenten verspreid. Steeds werden zij gedreven door die éne vraag: “Wat wilt Gij dat wij zullen doen?” Beide zusters zijn door God thuisgehaald, maar hun oproep aan ons blijft klinken: “Laten wij allen wakend en biddend op de bres gaan staan. Nu kan het nog, straks is het voor altijd te laat. Het is bijna middernacht op de klok van het wereldgebeuren...”
19
Met herkenbare voorbeelden uit de tijd dat hij nog schapenfokker was, toont Amos een belangrijk principe aan: “de HEERE zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard heeft”.
Openbaring van Zi God openbaart tevoren wat Hij gaat doen “Zal een leeuw brullen in het woud, als hij geen roof heeft? Zal een jonge leeuw uit zijn hol zijn stem verheffen, tenzij dat hij wat gevangen heeft? Zal een vogel in de strik op de aarde vallen, als er geen strik voor hem is? Zal men de strik van de aardbodem opnemen, als men helemaal niets heeft gevangen? Zal de bazuin in de stad geblazen worden, dat het volk niet siddere? Zal er een kwaad in de stad zijn, dat de HEERE niet doet? Gewis, de Heere HEERE zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard heeft” (3:4-7). Met deze herkenbare metaforen beschrijft Amos de geestelijke afstomping waarin het volk was terechtgekomen. De leeuw had in het woud gebruld, hij had zijn prooi reeds in bezit en stond op het punt haar te verslinden. De jonge leeuw had ook iets gevangen en verheft nu eveneens zijn stem. Het klapnet was uitgezet om de onvoorzichtige vogel in de valstrik te laten vliegen. Kortom, er waren waarschuwingen te over, tot zelfs de indringende klank van de bazuin (sjofar), die mensen normaliter deed opschrikken. Maar desondanks had het volk niet gesidderd, noch de hand des HEEREN herkend, toen een deel van het land door een ramp werd getroffen. De HEERE had Zijn verborgenheden aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard. Het was hun taak om het volk op te roepen zich te bekeren, vooral nu het oordeel dichterbij kwam.
Ook wij mogen niet zwijgen Een belangrijk principe dat ook voor deze tijd geldt. Wij hebben immers het compleet geopenbaarde Woord van God, waarin we Hem kunnen raadplegen over zowel Zijn toekomstige oordelen als over Zijn genadig Toevluchtsoord; de Heere Jezus Christus. Ook wij mogen niet zwijgen, al wordt ons het spreken evenmin in dank aanvaard. “Gij zult niet profeteren”, luidde het verzoek van het volk aan de profeten (2:12b). Maar daartegenover staat de opdracht: “De leeuw heeft gebruld, wie zou niet vrezen? De HEERE heeft gesproken, wie zou niet profeteren?” (3:8).
20
Filistea en Egypte “Doet het horen in de paleizen te Asdod, en in de paleizen in Egypteland, en zegt: Verzamelt u op de bergen van Samaria, en ziet de grote beroeringen in het midden ervan, en de verdrukten binnen in hem. Want zij weten niet te doen, wat recht is, spreekt de HEERE; die in hun paleizen schatten vergaderen door geweld en verstoring” (3:9, 10). God roept in vers 9 Filistea (Asdod) en Egypte op om zich te verzamelen op de bergen van Samaria. Filistea komt onder Zijn oordeel, omdat het de gevangenen uit het tienstammenrijk had onderdrukt. God bediende Zich van deze heidense volken om Israël te kastijden, maar deed dat zeker niet als blijk van Zijn gunst over hen. “Want zij weten niet te doen wat recht is, spreekt de HEERE” (3:10). Gelukkig zou de HEERE door het oordeel heen, een overblijfsel van Zijn volk behouden “zoals een herder twee schenkels, of een stukje van een oor uit de muil van de leeuw redt” (vers 12). Een profetisch vergezicht over de tijd dat de Opperherder Zijn kudden zal vergaderen en zij tot voorwerp van Zijn liefde en genade zullen zijn (zie o.a. Exod. 34). In de verzen 11-15 kondigt de HEERE aan wat Hij zal doen, wanneer Israël weer door Hem hersteld zal zijn.
Het oordeel over Samaria “Hoort dit woord, gij koeien van Basan! Gij die op de berg van Samaria zijt, die de armen verdrukt, die de nooddruftigen verplettert; gij, die tot hun heren zegt: Brengt aan, opdat wij drinken” (4:1). We lezen hier voor de tweede maal: “Hoort dit woord” (zie ook 3:1; 5:1). De profeet richt zich nu niet meer tot het gehele volk Israël, maar tot de tien stammen en de berg Samaria. Dit gedeelte heeft betrekking op de materiële welvaart van Samaria en op de uitspattingen waarmee dat gepaard ging: “Brengt aan, opdat wij drinken” (mogelijke aanduiding voor drankzucht). “die de armen verdrukt, die de nooddruftigen verplettert” (welvaart ten koste van de armen).
1. Vergelijk Jeremia 16, waar deze beelden vaak ten onrechte positief worden uitgelegd als middelen om het volk terug naar het land te brengen. De context toont echter weer aan dat het gaat om de verdrijving uit het land, als oordeel van God.
deel 4, De profeet Amos, door Piet Beker
jn verborgenheid Maar de HEERE zal brullen uit Sion (1:2) en in een oogwenk aan al hun voorspoed een einde maken: “dagen over u zullen komen, dat men u zal optrekken met haken, en uw nakomelingen met visangels. En gij zult door de bressen uitgaan, een ieder voor zich heen; en gij zult, hetgeen in het paleis gebracht is, wegwerpen, spreekt de HEERE” (vers 2, 3). Gods heiligheid kan al die ongerechtigheden niet langer verdragen met als gevolg dat vluchten onmogelijk is. Ze worden als vissen gevangen met “haken en visangels”, hetgeen ongetwijfeld duidt op vijandelijke invallen1. Al hun verworven rijkdom zullen ze moeten achterlaten (“hetgeen in hun paleizen gebracht is, wegwerpen”).
Nochtans niet bekeerd “Komt te Beth-El, en overtreedt te Gilgal; maakt het overtreden veel, en brengt uw offers des morgens, uw tienden om de drie dagen! En rookt van het gedesemde een lofoffer, en roept vrijwillige offers uit, doet het horen; want alzo hebt gij het gaarne, gij kinderen Israëls! Spreekt de HEERE” (vers 4 en 5). De Israëlieten hadden van hun godsdienst slechts de uiterlijke vormen gehandhaafd. In Beth-El had God Zich aan Jacob bekendgemaakt toen hij voor Ezau vluchtte. Toen hij terugkwam in Beth-El had hij inmiddels de
afgodsbeelden van zijn huis begraven en de afgoderij uitgebannen (Gen. 35:4). Later was dit Beth-El de plaats van de kalverendienst geworden en door Jerobeam I met de naam des Heeren verbonden (1 Kon. 12:28-32). Gilgal gaf eveneens de tweeslachtige eredienst te zien door middel van onreinheden en overtredingen. Het gevolg van deze valse godsdienst was het oordeel van God. Hongersnood en droogte troffen de ene, maar spaarden de andere stad. Het verlies van de oogst, een pestziekte, zoals die eenmaal in Egypte plaatsvond en een omkering als die van Sodom en Gomorra hadden hen getroffen (4:6-11). Wat was er nog overgebleven? Een brandhout, uit het vuur gerukt (4:11), hetgeen een aanduiding is voor een klein gelovig overblijfsel (3:12). Tot vijf keer toe zegt de HEERE: “Nochtans hebt gij u niet bekeerd” (4:6, 8, 9, 10, 11). Er bleef voor Israël maar één ding over: “Zo schik u, o Israël! om uw God te ontmoeten. Want zie, Die de bergen formeert, en de wind schept, en de mens bekend maakt, wat zijn gedachte zijn, Die de dageraad duisternis maakt, en op de hoogten der aarde treedt, HEERE, God der heerscharen, is Zijn Naam” (vers 12b, 13). God ging hen oordelen, niet alleen naar hun daden, maar ook naar de gezindheid van hun hart.
Heeft u zich al aangemeld? Per jaar 14 zaterdagen, drie jaar lang, onderwijs uit Gods Woord.
Waarom? Verlangt u naar een bredere kennis van Gods Woord? Naar een duidelijk onderricht in Israëls verleden heden en toekomst? Heeft u er altijd al naar verlangd een kijkje te nemen in de talen waarin de Bijbel is geschreven? Wilt u meer weten van kerkgeschiedenis en messiaanse bewegingen binnen het Jodendom?
Daarom! Het IB studiehuis start in september 2009. Kijk voor meer informatie op www.israelendebijbel.nl
21
Wonderlijke geschiedenissen staan er toch in de Bijbel. Het is dan ook géén wonder wanneer deze gebeurtenissen je soms aan het twijfelen brengen. Klopt dat nu echt allemaal?
De tien plagen in Egypte Serie: De betrouwbaarheid van de Bijbel (deel 3) door Gábor Locht Neem nu de tien plagen in Egypte. Water verandert in bloed; overal verschijnen plotseling kikkers, muggen en steekvliegen. Het vee sterft aan pest. Zweren, hagel, sprinkhanen en duisternis treffen het land en tot slot sterven alle eerstgeboren zonen. Het is niet zo vreemd wanneer je soms denkt: zou dat nu echt allemaal zo zijn gebeurd? Van zulke grote rampen zou je toch verwachten dat er ook buiten de Bijbel gegevens te vinden zijn … Inderdaad, maar laat er nu zo’n bron zijn! De zogenaamde papyrus Ipuwer1 is een klaagzang van ene Ipuwer aan zijn goden of aan de farao. Hij beschrijft rampen van ongekende omvang. Het is heel aannemelijk dat Ipuwer een Egyptische getuige is geweest van de uittocht uit Egypte, die plaatsvond in de 15e eeuw voor Christus. Hoewel de papyrus erg beschadigd is, zijn er nog grote delen van leesbaar. De gelijkenis met het verslag in het boek Exodus is meer dan opmerkelijk! Ipuwer beschrijft een periode van grote chaos in Egypte. Slaven vluchten en grote natuurrampen treffen het land. De rampen die Egypte treffen, komen sterk overeen met de beschrijving van de plagen in Exodus. Zo beschrijft Ipuwer dat de rivier de Nijl in bloed is veranderd, zodat niemand het water kan drinken (vgl. Exod. 7:14-25). De
rivier stinkt en alle vissen zijn gestorven (vgl. Exod. 7:21). Bomen en planten worden vernield door hagel (vgl. Exod. 9:13-35) en vuur (vgl. Exod. 9:24). Geen vruchten of planten zijn volgens Ipuwer meer te vinden. Ook het vee is er ellendig aan toe en er is niemand om het binnen te halen (vgl. Exod. 9:19, 20). Hierna wordt het land in duisternis gehuld (vgl. Exod. 10:21-23) en tot slot sterven vele mensen. Volgens Ipuwer zijn er overal mensen die hun broer begraven en worden de kinderen van prinsen op straat geworpen (vgl. Exod. 12:29, 30). Ook verhaalt Ipuwer van slavinnen die worden behangen met gouden sierraden (vgl. Exod. 11:2) en tot slot wordt beschreven dat de farao onder mysterieuze omstandigheden verdwijnt (vgl. Exod. 14:28). In deze volledig chaotische toestand wordt het land bovendien aangevallen door buitenlandse stammen. Het is heel goed mogelijk dat het hier om dezelfde stammen gaat als die in Exodus 17 worden beschreven als de Amelekieten. Dit volk was wellicht op weg naar Egypte om het land te plunderen, toen het de Israëlieten op zijn weg vond. Na een verloren strijd met de Israëlieten zouden zij doorgetrokken kunnen zijn naar Egypte. De gebeurtenissen die Ipuwer beschrijft komen dus erg overeen met het verslag in Exodus. Er zijn geen aanwijzingen dat de papyrus het boek Exodus als bron gebruikt heeft, of andersom. Kortom: we lijken hier te maken te hebben met een onafhankelijke bron, die dezelfde gebeurtenissen beschrijft als het boek Exodus. De plagen uit Egypte zijn daarom op het eerste gezicht wel wonderlijk, maar worden ondersteund door getuigenissen van buiten de Bijbel! 1. Ik maak gebruik van het onderzoek van I. Velikovsky, Ages in Chaos, Sidgwick & Jackson, London, 1972, pag. 22-39. Het totaal van Velikovsky’s reconstructie van de geschiedenis is onder historici niet staande gebleven. Dat neemt echter niet weg dat onderdelen uit zijn theorieën, zoals zijn interpretatie van de papyrus Ipuwer goed verdedigbaar zijn.
22
Nieuwsflitsen verzameld door Alfred Esch
Psychologische hulp Tijdens de strijd in Gaza bleven zo’n 320.000 kinderen, in het zuiden van Israël, thuis omdat het Ministerie van Onderwijs de scholen uit voorzorg gesloten had. Nu de kinderen weer naar de klassen kunnen terugkeren, worden de leerkrachten bijgestaan door psychologen. In speciale programma’s worden de kinderen geholpen bij het verwerken van de opgelopen trauma’s. Leerlingen die aan stress lijden worden opgespoord en krijgen een individuele behandeling. Haaretz
Internetstrijders Het nieuwste wapen in de strijd om een betere PR is de inzet van een ‘leger van bloggers’. Via internet worden veel onwaarheden over Israël verspreid. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft internetters met kennis van andere talen te hulp geroepen. De bedoeling is dat zij in de taal die zij beheersen reageren op de anti-Israël sites en blogs met een Israëlische visie op de situatie in het Midden-Oosten. Jerusalem Post
Kasjroetlijst op GSM Als je in de supermarkt staat en je twijfelt of hetgeen je wilt kopen wel kosjer is, dan kan je er nu met je mobieltje zó achterkomen. Surf naar www.kosjer.param.mobi en je vindt daar uitgebreide lijsten met voedingsmiddelen. Je zult erachter komen dat lang niet alle zoutjes kosjer zijn en zelfs niet elke frisdrank is geoorloofd. NIW
Grote gasvondst Voor de kust, op circa 90 kilometer ten westen van Haifa, is een grote gasbel gevonden. Amerikaanse en Israëlische bedrijven, die hierbij samenwerken, zijn al geruime tijd op zoek naar gas. Nooit eerder werd zo’n grote gasreserve in Israël gevon-
den. De waarde van het gas wordt geschat op 15 miljard dollar. De winning van het gas zal niet eenvoudig zijn. De eerste boringen reikten tot 5.000 meter onder het zeeniveau. Haaretz
Tweede Holocaust? Een onderzoek in Israël wees uit dat 82 procent van de jongeren in het land van mening is dat een herhaling van de Holocaust mogelijk is. Volgens de overgrote meerderheid van de 370 ondervraagden is elke samenleving in staat tot het plegen van een holocaust. Hoewel de overlevenden van de Shoah op bewonderenswaardige wijze de staat Israël hebben helpen opbouwen en verdedigen, zien de jongeren hen vandaag vooral als zielig en hulpeloos. Israëlaktueel
Wonden lassen Misschien is het hechten van wonden er binnenkort niet meer bij. De chirurgen van de toekomst zullen lassen in plaats van naaien. Het team van Prof. Katzer, aan de Universiteit van Tel Aviv, heeft een methode ontwikkeld om wonden te dichten zonder naald en draad. De wondranden worden bestreken met een speciaal ontwikkeld eiwit, dat na bestraling met een laser een sterke verbinding vormt. Wondlekkage zou tot het verleden behoren. Binnenkort zal de techniek op grotere schaal getest worden. Jerusalem Post
Synagoge Borculo
Eucalyptusbomen gered Ook de Eucalyptusbomen in Israël worden bedreigd door een wereldwijde plaag. Een kleine wesp legt haar eitjes op de bladeren, die vervolgens afvallen. Bomen kunnen hier door verzwakken of zelfs doodgaan. Op initiatief van het Joods Nationaal Fonds hebben onderzoekers de remedie gevonden: de Closterucerus. Dit, slechts 1 mm grote, insect is de natuurlijke vijand van de gevreesde wesp. Vooral Australië heeft belangstelling voor deze milieuvriendelijke bestrijding van de wespenplaag. Israel Today
Sneeuw uit Israël Toen IDE-technologies in 1965 door de Israëlische overheid werd opgericht, was de opdracht methoden te ontwikkelen waarmee van zoutwater drinkwater gemaakt kon worden. Een van de technieken om zoetwater te winnen maakte gebruik van het vriesdrogen. Als bijkomend effect kwam daarbij sneeuw vrij. Daarvan uitgaande heeft men nu een sneeuwmachine ontwikkeld waarmee, zelfs in warme winters, de Zwitserse pistes ski-klaar gemaakt kunnen worden. Jerusalem Post
De voormalige synagoge (met badhuis) in Borculo is weer opengesteld. Het Joodse gebedshuis is voor een bedrag van € 930.000, - gerestaureerd. Al in de zeventiger jaren van de vorige eeuw gingen er stemmen op het gebouw in ere te herstellen “als een blijvende herinnering aan de vele Joodse inwoners van Borculo die in de bezettingsjaren zijn omgebracht”. Nederlands Dagblad
23
IB samenkomsten zo de Heere wil en wij leven
Scheveningen Maandag 9 maart 2009 ‘De zeventig jaarweken’ (1) Maandag 16 maart 2009 ‘De zeventig jaarweken’ (2) Evang. Gemeente ‘Morgenstond’ Westduinweg 151 Aanvang: 14.15 uur Spreker: Ton Stier
Urk Dinsdag 10 maart 2009 ‘Terugkeer en herstel van Israël’ Zalencentrum Irene Wijk 8, nr. 85 Aanvang: 20.00 uur Spreker: Ton Stier
Eindhoven Bijbelstudiedag, ook voor jongeren! Zaterdag 14 maart 2009 Israël in verleden, heden en toekomst Elburglaan 51, De Bron Aanvang: 10.00 uur, einde: 16.00 uur Spreker: Ton Stier Kosten: € 5,00 incl. maaltijd Aanmelding: tel.:06-29590402 (Pieter Heijms) E-mail: israelstudiedag@xs4all.nl
Andijk Zondag 22 maart 2009 ‘Israël in het plan van God’ Bovenzaal bij Bultsma Transport Handelsweg 12 Aanvang: 19.00 uur Spreker: Ton Stier
Drachten Zondag 29 maart 2009 ‘De Evangeliën in hun Messiaanse context’
Rode Kruis gebouw, De Geeuw 31 Aanvang: 10.00 uur Spreker: Ton Stier
Knokke-Heist (B) Woensdag 1 april 2009 ‘Dertien woorden van de Sinaï’ Vrije Evangelische Gemeente Hermans-Lybaertstraat 39 (CM gebouw) Aanvang: 19.45 uur Spreker: Marc Van Laere
Israël-conferentie Weekend: 24 t/m 26 april 2009 In ‘Het Brandpunt’ te Doorn onder leiding van: Ton en Gerda Stier ‘Ontwikkelingen in het Midden Oosten door het oog van Israëls profeten’ Voor info/opgave: Het Brandpunt Telefoon: 0343-412332 E-mail: brandpunt@zoeklicht.nl
Israël-BijbelLanddag Hemelvaartsdag, donderdag 21 mei 2009 Cultureel Centrum Harderwijk, Stationslaan 26 Thema: ‘De Hoop van Israël’ Speciale gast: Aharon Levarko uit Jeruzalem
Israëlweek In De Ark onder leiding van Piet en Cocky van der Lugt 23 t/m 30 mei 2009 ‘Terug naar het Land’ Voor informatie/opgave: Chr. Conferentiecentrum De Ark Telefoon: 0599-582984
Testamentaire beschikking Mocht u onze arbeid bij testamentaire beschikking willen gedenken, dan adviseren wij u het legaat vrij te stellen van successierechten of andere lasten. In de notariële akte zou u de volgende clausule kunnen laten opnemen: ‘Ik legateer, vrij van rechten en kosten, aan de stichting Israël en de Bijbel, gevestigd te Harmelen, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Utrecht e.o. onder nummer 41178054, een bedrag .......,.. euro hetgeen drie maanden na mijn overlijden dient te worden afgegeven.’
IB Magazine is een uitgave van Stichting Israël en de Bijbel te Harmelen 40e jaargang, maart 2009 Verschijning: 10x per jaar Abonnement: € 12,50 per jaar Redactie Piet Beker, Driebergen Alfred Esch, Bodegraven Ruben Hadders, Harderwijk Hans van de Lagemaat, Moordrecht Gábor Locht, Linschoten Jacqueline Looman, Harmelen Ton Stier, Harmelen (eindredactie) Vormgeving D&DJ communicatie Druk De Groot Drukkerij, Goudriaan Israël en de Bijbel “Want ik schaam mij het Evangelie van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een ieder, die gelooft, eerst de Jood, en ook de Griek” (Rom. 1:16). Correspondentie Postbus 16, 3480 DA Harmelen Telefoon: 0348-565697 Fax: 0348-565418 E-mail: info@israelendebijbel.nl Internet: www.israelendebijbel.nl Bank/Giro Postbank: 1783301 ABN AMRO: 47.24.77.188 Rabobank: 14.10.40.343 t.n.v. Israël en de Bijbel, Harmelen Doelstelling - De verbreiding van het Evangelie van Jezus Christus door middel van de aanbieding van de Heilige Schrift aan het Joodse volk in binnen- en buitenland; - Het wekken van liefde en belangstelling onder de christenheid voor Israël en voor de grote plaats die volk en land innemen in Gods heilsplan. Geloofswerk De stichting is onafhankelijk van enige kerk of ander godsdienstig lichaam. Zij is voor de arbeid afhankelijk van giften. Bestuur Harry Honigh - Dieren (voorzitter) Piet Beker - Driebergen (secr./penn.) Ed van der Ent - Neede Flora Visser - Rotterdam Marc Van Laere - Zelzate (B) Piet van der Lugt - Naaldwijk Directeur Ton Stier - Harmelen België Contactpersoon: Marc Van Laere, Forelstraat 14, 9060 Zelzate. Telefoon: 09-3456850. Bank: Dexia. Rek.nr. 063-1287338-86 Copyright Overname (ongeacht op welke wijze) alleen na toestemming. ISSN: 0166-7009