DE ETSEN VAN
CHARLES DONKER
LECTURIS
Inhoud
Voorwoord 7 Toveren met spinrag 8 Reinder Homan
Charles Donker en de Haagse Etsclub 10 Simon Koene
Charles Donker als inspirator 14 Érik Desmazières
Contemplatie en technisch vernuft 16 Ed de Heer
Catalogus 23
Voorwoord
Charles Donker behoort zonder enige twijfel tot de belangrijkste grafici
Wietske Blokker, redactie, zijn wij bijzonder erkentelijk voor de prettige
van ons land. Opgeleid tot monumentaal werkend kunstenaar, maakte hij
en vruchtbare samenwerking. Voorts danken wij de Fotografische dienst
al vroeg in zijn loopbaan de overstap naar de etskunst. Sindsdien deed hij
van het Rijksmuseum, het Centraal Museum in Utrecht en Museum Het
honderden werken het licht zien. Zijn verstilde landschappen en prenten
Rembrandthuis. Een speciaal woord van dank betreft Odette van Gigch
van dieren behoren tot de fraaiste etsen die ons land heeft voortgebracht
van het Centraal Museum.
en worden tot ver over onze landsgrenzen bewonderd voor de sublieme, technische uitvoering.
Het treft overigens bijzonder goed dat de presentatie van dit boek plaatsvindt in het Centraal Museum. Eigenlijk is een betere plek nauwelijks denkbaar. Het museum heeft de artistieke loopbaan van
Dit boek verschijnt ter gelegenheid van Donkers 80ste verjaardag op
Donker altijd nauwlettend gevolgd en bezit een groot aantal van zijn
23 april 2020. Behalve bijdragen van collega-grafici, stuk voor stuk grote
werken. Bovendien is Donkers leven nauw verweven met Utrecht, de stad
bewonderaars van zijn werk, bevat het een inleiding op zijn prentkunst.
waar hij zijn hele leven heeft gewoond en gewerkt. De stad ook waar het
De catalogus werd door Donker zelf samengesteld.
grafische genootschap De Luis werd opgericht dat zo’n belangrijke rol in Donkers leven heeft gespeeld. En de stad die op een steenworp afstand ligt
Graag danken wij Jan Piet Filedt Kok, die een oeuvre-catalogus van de
van zijn geliefde Rhijnauwen, waar de onderwerpen voor zijn etsen voor
kunstenaar heeft samengesteld. Zonder zijn werk was de productie van dit
het oprapen liggen.
boek in de weinige tijd die ons ter beschikking stond, vrijwel onmogelijk geweest. Ook danken wij Ger Luijten, directeur van de Fondation Custodia
Tot slot danken wij Charles Donker voor de belangstelling en het geduld
te Parijs, voor de inhoudelijke adviezen. Bart Rutten, artistiek directeur
waarmee hij de totstandkoming van het boek heeft gevolgd. Het is
van het Centraal Museum, danken wij voor het enthousiasme waarmee hij
verheugend te kunnen constateren dat zovelen met zoveel enthousiasme
dit project heeft ondersteund. Wij zijn hem daar zeer dankbaar voor. Grote
hebben bijgedragen aan de verwezenlijking van dit boek.
erkentelijkheid zijn wij verschuldigd aan Hans van de Willige, die het project namens Uitgeverij Lecturis begeleidde. De vormgeving werd op voortreffelijke wijze verzorgd door Hans Timmer.
de auteurs
7
Charles Donker en de Haagse Etsclub Simon Koene
Van 1972 tot 2004 heeft Charles Donker deelgenomen aan meerdere projecten van de Haagse Etsclub. We woonden nog in Amersfoort toen hij op zekere dag vanuit Utrecht op zijn racefiets met een stapeltje prentjes onder zijn arm kwam aangefietst. Ik was nog maar nauwelijks van de academie af en had het plan opgevat om samen met anderen een boekje met etsen te gaan maken. Behalve mijn leraren Dirk van Gelder, Willem Minderman, Co Westerik en Herman Berserik had ik ook Peter Vos daarvoor gevraagd. Hij maakte echter alleen maar droge naalden en die waren voor een oplage niet geschikt. Maar hij wist wel iemand en attendeerde mij op zijn grote vriend Charles Donker, die op zijn beurt weer Jaap Hillenius aanbracht. Zo kwam in 1972 het Schelpenboekje tot stand, gemaakt door een zeer afwisselend gezelschap etsers, die nagenoeg
1. De uitreiking van het Schelpenboekje bij Dirk van Gelder thuis op 12 oktober 1972. V.l.n.r. Gerrit Noordzij, Simon Koene in gesprek met Charles Donker (op de rug gezien) en Jaap Hillenius.
2. V.l.n.r. Arja van den Berg, Hermanus Berserik, Co Westerik (half verscholen) en Charles Donker.(1)
allemaal vanuit dezelfde traditie werkten, zoals kunstenaars als Albrecht Dürer en Rembrandt dat vóór ons hadden gedaan (afb. 1 en 2). Bornia De Haagse Etsclub
In de verte, achter het eerste zandheuveltje
De uitreiking van het Schelpenboekje vond een jaar daarna officieel plaats
restant van de eens uitgestrekte stuifzanden
bij Dirk van Gelder thuis. Alle tien deelnemers waren daarbij aanwezig,
tot staan gebracht door aanplant, klinkt
van wie een aantal landelijke bekendheid genoten, maar elkaar nooit
de vloeiende zang van een veldleeuwerik.
eerder hadden ontmoet.
Vlak voor mij ritselend als een reptiel
(2)
In de jaren daarna kwam ik regelmatig bij Charles Donker over de
een bonte specht op de afgebroken boomstam.
vloer om prenten op te halen of over nieuwe onderwerpen te praten.
Een jonge ree, piepend als een ransuil,
Meestal zonder al te veel woorden, want waar twee etsers samen zijn, is
zoekt zijn moeder.
een blik van verstandhouding vaak voldoende. Sindsdien heeft hij aan
Een sperwer met zijn angstaanjagende ogen
meerdere projecten meegewerkt. Voor de map Dier uit 1989 maakte hij een
grijpt een merel van het zandige pad
Nachtzwaluw en een Waterhoen, voor de map Sprookjesachtig uit 1995 een
en verdwijnt razendsnel tussen de bomen.
Berkenbos en de prent Bornia.(3) Daarbij schreef hij de volgende tekst:
In de verte zingt de boomleeuwerik onvermoeibaar…
10
Hij zond drie prenten in, die hij op zijn buitenverblijf in Groningen had gemaakt, waaronder een vergeten bolgewas, dat hij ooit op de Utrechtse bloemenmarkt had gekocht, met op de achtergrond de dakpannen van een schuurtje, en een Daslook en Ooievaarsbek in een glas water, waarbij de ooievaarsbek links op de prent nog een keer werd herhaald. (4) De map Tuinen werd tegelijkertijd het afscheid van een samenwerkingsverband van een wisselende groep kunstenaars, die de ets hoog in het vaandel hadden gedragen. Daarmee was iets tot stand gebracht wat in deze turbulente tijd misschien wel voor onmogelijk werd gehouden. De Etsclub had tevens een weg gebaand voor kunstenaars die het de moeite waard vonden om rietstengels langs de slootkant en dode vogels af te beelden, zoals Charles Donker dat afgelopen zomer in een interview in de Volkskrant verwoordde. (5) Tekenaar-etsers In de loop van de twintigste eeuw waren er in ons land verschillende kunstenaars die een brug sloegen naar de nieuwe tijd. Een aantal van 3. Bornia (ca. 1992) ets, 24,0 x 29,5 cm
hen werkte in Den Haag waar, mede door de aanwezigheid van de oudste tekenacademie van het land (gesticht in 1682), traditiegetrouw een klimaat heerste, waarin tekenaar-etsers konden gedijen. Een van hen was
Onderin de plaat etste hij Romeinse cijfer ‘V’ en de namen ‘boompieper’,
Arend Hendriks, leraar etsen in dezelfde tijd waarin ook docenten als
‘kuifmees’, ‘boomleeuwerik’ en ‘appelvink’, zoals we hem dat ook in zijn
Paul Citroen, Rein Drayer, Meijer, Rozendaal en Schrofer daar de scepter
vroege vogel-prenten hebben zien doen (afb. 3).
zwaaiden. Dirk van Gelder, autodidact, zou Hendriks in 1952 opvolgen en vervolgens twintig jaar docent etsen blijven. Beide etsers maakten
Tuinen
schitterende ‘grondjes’ met plantjes en schedeltjes en beide etsers werkten
In 2004 verscheen de laatste uitgave van de Haagse Etsclub onder het
graag naar de waarneming, met belangstelling voor het detail en aandacht
thema Tuinen.
voor het kleine. Daarin stonden zij dicht bij Albrecht Dürer, Rembrandt en
Daarover is een briefje bewaard gebleven, waarin Charles het volgende
de Meester van het Amsterdamse Kabinet.
schreef: Het onderwerp trekt mij wel aan, maar ik denk, dat ik mij vanwege het formaat zal beperken tot een detail, liever dan een weergave van een tuin.
De Luis
Een bloem, bloemen, een muur, een dakgoot, dakpannen of houtnerven van
Zo werkten op verschillende plaatsen in ons land meerdere grafici onver-
een schutting met een hopplant. Toch kostte het me in dit geval veel moeite om
moeibaar voort aan een eigen en persoonlijk oeuvre. In Amsterdam waren
het thema Tuinen te benaderen.
dat onder anderen Nicolaas Wijnberg, Harry van Kruiningen en de jonge
11
Contemplatie en technisch vernuft Ed de Heer
Karel Christiaan Maria Donker werd op 23 april 1940 te Utrecht geboren.
niet besteed. Eerst de zenuwslopende sollicitatierondes, waarin hij het
Zijn vader werkte als inspecteur bij de Nederlandse Spoorwegen. Charles
moest opnemen tegen andere kunstenaars, en vervolgens, na toekenning
was bepaald geen studiehoofd. Hij had zelfs een uitgesproken hekel aan
van de opdracht, het voortdurende overleg met opdrachtgevers en
school en ervoer zijn schooltijd als een regelrechte kwelling. In 1958
toeleveringsbedrijven. Hij voelde zich daardoor meer ondernemer dan
besloot zijn vader, die zelf graag mocht tekenen, hem naar de Koninklijke
kunstenaar en werd er bloednerveus van. Dat leidde ertoe dat hij de
Academie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch te sturen, omdat die
monumentale kunsten vaarwel zei en koos voor de etskunst waarvan de
opleiding naar zijn gevoel beter aansloot bij de belangstelling en aanleg
intimiteit perfect aansloot bij zijn karakter.
van zijn zoon. Charles had er aanvankelijk een hard hoofd in, maar nam
Donker huwde in 1967 Niovy Chiotakis, een Nederlandse van geboorte
het advies van zijn vader om nog wat verder te leren toch ter harte en tot
met Griekse roots. Ze kregen twee kinderen: Anna en Arie. De immer
zijn stomme verbazing beviel het onderwijs hem uitstekend.
vrolijke Niovy overleed in 2017.
De academie had verschillende richtingen, waarvan de reclameafdeling de belangrijkste was. Donker volgde aanvankelijk de algemene opleiding,
Vroegste prenten
maar na verloop van tijd switchte hij naar de monumentale opleiding
Tijdens zijn opleiding aan de academie kreeg Donker les van graficus Lou
omdat hij graag wilde schilderen. De Bossche academie had geen
Strik (1921-2001), die vooral bekendheid genoot door zijn houtgravures
afzonderlijke schilderafdeling; de monumentale opleiding bood wel de
en zijn door Hieronymus Bosch en Pieter Breughel de Oude beïnvloede
mogelijkheid om te schilderen. Op 21 juli 1961 studeerde Donker af aan de
iconografie. Striks invloed is zowel in onderwerp als techniek zichtbaar
Academie van Den Bosch, afdeling Monumentale Kunsten, met als bijvak
in Donkers vroegste prenten, houtsneden die rond 1959, tijdens zijn
grafische kunsten.
academietijd ontstonden en die vogelvangers voorstellen.1 In de kunst van de zestiende eeuw is de vogel een symbool voor de ziel
Na beëindiging van zijn studie keerde Donker terug naar Utrecht waar
en wordt de duivel gezien als een vogelvanger, wiens klemmen, strikken
hij zich als zelfstandig kunstenaar vestigde. Via de academie kreeg hij
en netten worden vergeleken met de verlokkingen van het leven. Een
al snel monumentale opdrachten. Zo maakte hij voor een school in Den
dergelijke betekenis hoeven we bij Donker niet te zoeken. Ook in zijn
Bosch een groot sgraffito wandplastiek en voor een bedrijf in Veghel
latere werk is Donker niet bewust bezig met de inhoud, maar lijkt hij
vervaardigde hij een wandvullend mozaïek. Ondanks de vliegende start
voornamelijk geïnteresseerd in de materiële aspecten van de etskunst,
van zijn carrière merkte hij dat zijn hart bij de grafische kunsten lag. De
zoals stofuitdrukking, structuur en toon.
rompslomp rond de realisatie van monumentale projecten was aan hem
16
Ontwikkeling Zijn eerste ets (cat. 1) dateert eveneens uit 1959 en stelt Donker als vogellokker voor. De kunstenaar kijkt de beschouwer doordringend aan. In de linkerhand houdt hij een touw waarmee hij het vangnet dicht kan trekken. Veel aandacht is besteed aan de stofuitdrukking, die vooral goed tot uiting komt in de vormgeving van de harige trui. Het snoer van de ketting die hij draagt, steekt wit af tegen de donkere trui. De achtergrond lijkt op een behang met bloemen en planten. Vrijwel de gehele etsplaat is bewerkt. Van schatplichtigheid aan Strik is hier nauwelijks sprake. Alleen het onderwerp doet nog aan Donkers leermeester denken. Fort Ruigenhoek in de sneeuw (cat. 2a), dat in dezelfde tijd als Zelfportret als vogellokker (cat. 1) ontstond, loopt wat onderwerp betreft vooruit op latere ontwikkelingen. Het landschapstype, met een vergezicht, horizon op een derde van de beeldhoogte en een repoussoir op de voorgrond, zullen we - met variaties - nog vele malen tegenkomen. Van de ets bestaat een tweede staat (cat. 2b), waarvan de hemel met aquatint is bewerkt. De op die manier gecreëerde korrelige structuur van de lucht resulteert in een nachtelijke hemel die bezaaid lijkt met sterren. Door de toepassing van aquatint wordt het contrast tussen lucht en landschap geïntensiveerd
1. Portret van Margreet op balkon (1964) ets en aquatint, 24,4 x 31,0 cm
en wordt het sneeuweffect vergroot. Sneeuw is een geliefd thema onder etsers. Niet om romantische, maar om praktische redenen. Sneeuw vereenvoudigt het landschap en brengt het tot zijn essentie terug.
aan het werk van de Franse schilderes en grafica Marie Laurencin.
De jaren zestig kunnen wellicht het best beschreven worden als een tijd
Compositie: vormen (cat. 4). Deze in ets en aquatint uitgevoerde prent
van oriëntatie. Dit geldt zowel voor Donkers onderwerpen als voor zijn
bestaat uit drie horizontale banen van verschillende toonintensiteit,
techniek. In deze periode combineert Donker de etstechniek regelmatig
waarop Donker allerlei vormen plaatste die sterk contrasteren met de
met aquatint. Het gaat daarbij overwegend om figuurstudies en portretten
middelste, lichte baan, maar bijna verdwijnen in de donkere onderste
van personen uit zijn vrienden- en familiekring, zoals Niovy, zijn vrouw,
zone. Schalkwijkstraat, Utrecht (cat. 13) is een van de vroegste voorbeelden
van wie hij ook een lithografie vervaardigde, een techniek die hij zich
van Donkers fascinatie voor structuren, waarvan we gedurende zijn lange
met hulp van Dirkje Kuik eigen had gemaakt. Gelet op het relatief
loopbaan diverse voorbeelden tegen zullen komen.
Ook ontstond in deze tijd een van de weinige, abstracte prenten,
geringe aantal litho’s dat hij maakte, heeft deze techniek geen bijzondere
Rond 1970 lijkt Donker zijn draai definitief te hebben gevonden.
aantrekkingskracht op hem uitgeoefend. De stijl waarin deze prenten,
Vanaf dit moment werkt hij bijna uitsluitend in de etstechniek, zonder
zoals Portret van Margreet op balkon (afb. 1) en Niovy Chiotakis, de vrouw
gebruikmaking van aquatint. Zijn onderwerpen beperken zich nagenoeg
van de kunstenaar (cat. 16) zijn uitgevoerd, roept vage herinneringen op
tot vogels en landschappen. Fraaie voorbeelden van zijn landschapskunst
17
Catalogus
1. Zelfportret, en face, als vogellokker ca. 1959 ets, 14,5 x 6,8 cm
2a.
Fort Ruigenhoek in de sneeuw ca. 1959 ets, 7,9 x 23,2 cm staat 1 (2)
2b. Fort Ruigenhoek in de sneeuw ca. 1959 ets en aquatint, 7,9 x 23,2 cm staat 2 (2)
3. Doosje met gedroogde insecten ca. 1962 ets en aquatint, 25,0 x 21,8 cm
} 4. Compositie: vormen ca. 1962 ets en aquatint, 25,9 x 39,9 cm
65. Bos XXII ca. 1998 ets, 24,6 x 31,7 cm
} 66. Leersumseveld I maart 1999 ets, 24,5 x 32,2 cm
} 67. Dode jonge kraai II juni 2003 ets, 24,8 x 29,5 cm
68. Pluisbol van gele morgenster II ca. 2005 ets, 10,0 x 10,0 cm
69. Ginkelse heide april 2007 ets, 17,3 x 33,0 cm
} 70. Twee dennenbomen 2008-2014 ets, 20,5 x 27,2 cm