Grensgevallen

Page 1

Grensgevallen is een bundel reisverhalen met het oversteken van internationale grenzen als rode draad. Verhalen van vier decennia reizen naar niet alledaagse bestemmingen. In het hart van de Sahara, langs de randen van Arabia Felix, via een smokkelroute of langs de zompige oevers van de grensrivier neemt de auteur u mee op reis de grens over. Reizen die worden onderbroken door onwillige douaniers, dronken militairen en nukkige ambassadeurs. Door diefstal en gevangenschap, maar ook door gorilla’s en een kapper. U gaat mee als de auteur het land wordt uitgezet, valt terloops een land binnen en leert hoe u in twee landen tegelijk kunt zijn. Aan de hand van de auteur zwiert u als Tarzan aan een touw aan land, steekt u met gevaar voor eigen leven de verste grens ter wereld over en vertrekt u naar Nergens. Zelfs de grens van het paradijs ligt in dit boek binnen handbereik. Een boek als een reis.

Rolf Weijburg Rolf Weijburg


tekst, etsen, tekeningen en landkaarten Rolf Weijburg omslagtekening Rolf Weijburg foto’s Catherine Cazier (pagina 147, 162, 163, 310), Trevor Langton (pagina 26), Erica Jefferis (pagina 104), Aissata & Mamadou Ba (pagina 120), Bert Bosch (pagina 230, 231) en Rolf Weijburg (overige foto’s) vormgeving Ed Weijburg drukwerk Libertas Pascal, Utrecht distributie Lecturis, Eindhoven isbn 978-90-9033376-2 nur 508 uitgever prp © Rolf Weijburg, 2020 www.weijburg.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Dit boek is ook verschenen als genummerde en gesigneerde bibliofiele uitgave in een oplage van 150 exemplaren, verzonden in een bijpassend doosje met een speciale Grensgevallen-postzegel en voorzien van één van onderstaande drie speciaal voor het boek vervaardigde kleuretsen.

1 Finibus Transitis, Omnia Mutant

2 De kortste grens

3 Baarle


Over grenzen in Afrika, Europa en het Midden-Oosten



De grens Van mijn ouders leerde ik dat er nou eenmaal grenzen zijn. Dat ook lánden grenzen konden hebben merkte ik pas toen mijn vader zijn Zündapp Bella, een kruising tussen een scooter en een motor, verruilde voor een Volkswagen Kever. Een échte auto. Opeens kon nu het hele gezin in één keer mee en kon bovendien de vakantieactieradius aanzienlijk worden uitgebreid. De wereld lonkte en iedere zomervakantie togen we voortaan met de koffers op het imperiaal de grens over. Naar Duitsland of België of helemaal naar Zwitserland en Italië. Bij de grens stonden lange rijen auto’s te wachten voor de slagboom over de weg. Stapvoets naderden we de grenspost. Mijn vader overhandigde de paspoorten – die toen nog rafelige zwarte boekjes waren – aan de Nederlandse douanier. We mochten het land verlaten en schoven langzaam verder richting Duitse grens. De Zollbeamten zagen er veel strenger en eigenlijk ook veel echter uit. Er werd door de raampjes naar binnen gegluurd en om de auto heen gelopen. Soms moest de kofferbak open, die zat aan de voorkant, maar dat wisten de Duitsers heel goed. De douanier keek afwisselend van de foto’s in de paspoorten naar de inzittenden in de Kever. Het was een serieuze kwestie. In gespannen stilte wachtten we af. Alles bleek telkens weer in orde, we waren een keurig gezin. Mijn vader kreeg de paspoorten terug en knikte beleefd. De douanier salueerde. Terwijl mijn moeder de zwarte boekjes weer opborg in het neplederen foedraal met het 7


grensgevallen

logo van de Tulpenrally erop dat tijdens iedere vakantie steevast alle belangrijke papieren bevatte, gaf mijn vader gas. ‘Jongens, we zijn in Duitsland!’ We hadden het Vaderland verlaten, het Buitenland kon nu écht beginnen. We reden een andere, onbekende wereld in waar alles onzeker, onduidelijk en onbegrijpelijk leek te zijn. Een ander land, een andere taal, ander geld, andere nummerborden, andere huizen. Heuvels en bergen. Een andere wereld. Ik keek mijn ogen uit. De grens markeerde een plek waarachter alles anders werd. Grenzen zijn historisch gegroeid. De geschiedenis heeft ze gekneed, verwrongen, rechtgetrokken of juist kromgebogen. Opgeschoven. Zwaar bevochten of aan onderhandelingstafels met potlood en liniaal over een uitgevouwen kaart getrokken. Als scheidslijn tussen twee onafhankelijke staten zijn het stippellijnen op de kaart, slagbomen over de weg, een hek of een muur soms, bergketens en rivieren in het landschap. De grens óver gaan werd mijn uitdaging, een hindernis die eenmaal genomen de toegang opende naar een andere wereld. Dit boek verhaalt over de merkwaardige situaties waarin ik de afgelopen vier decennia terechtkwam bij het oversteken van grenzen in Afrika, Europa en het Midden-Oosten. Het bleek dat niet alle slagbomen zo makkelijk openzwaaiden als toen met mijn familie in het Kevertje aan de Duitse grens. Wantrouwige douaniers, corrupte ambtenaren en dronken militairen hielden de slagboom niet zelden naar beneden. Elders zwaaide hij juist open en was ik blij dat ik levend de grens over kon. Maar er waren ook grensbewakers die me eigenlijk hun land niet wilden laten verlaten en me trots door hun dorp troonden. Ik moest onderhandelen met extravagante ambassadeurs of eindeloos ploegen door grenzeloze bureaucratie, werd geconfronteerd met bizarre regels, onmogelijke visa en een gestolen paspoort en kwam terecht in een land dat ter plekke door een douanier werd verzonnen. Ik belandde in de gevangenis. Wandelende en slapende grenzen kwamen op mijn pad en ik werd verjaagd bij de kortste grens ter wereld. En dat allemaal omdat ik zo graag naar die andere kant wilde, daar waar alles anders is … Rolf Weijburg Utrecht, januari 2020 8


voorwoord

Addendum We zijn nu vijf maanden verder en de hele wereld is veranderd. Waren de grenzen in Europa zo goed als verdwenen, corona heeft ze weer teruggebracht. Internationale wegen zijn opeens weer door slagbomen geblokkeerd en we zien de bromsnorren des vaderlands weer handhaven langs de limieten van de nationale territoria. Net als vóór Schengen en net als in veel andere delen van de wereld heeft de grens opnieuw het vertrouwen in de reiziger verloren. Misschien kunt u nog maar moeilijk weg, maar met dit boek kunt u in uw huidige begrensde omgeving in ieder geval nog wel weg mijmeren. Rolf Weijburg Utrecht, juni 2020

9


Grenzeloze bureaucratie | 12

Visanummers 009 en 010 | 124 kameroen | equatoriaal-guinea | gabon

Een rondje Oost-Afrika | 24

Vreemde grenzen in Europa | 140 zweden | åland

senegal | mali

kenia | tanzania | burundi | rwanda | fossey | zaïre | oeganda | kenia

Grenzen aan het paradijs | 64 kenia | seychellen

Door het IJzeren Gordijn | 68 turkije | bulgarije west-duitsland | oost-duitsland oostenrijk | joegoslavië joegoslavië | albanië duitsland | zweden | estland

Naar het Saoedisch Koninkrijk | 88 jordanië | saoedi-arabië bahrein | saoedi-arabië

De grens tussen Noord en Zuid | 102

nederland | belgië belgië | duitsland luxemburg | duitsland frankrijk | spanje spanje | marokko | gibraltar monaco | frankrijk oostenrijk | liechtenstein | zwitserland italië | vaticaanstad cyprus | verenigd koninkrijk | noord-cyprus

Egyptische grensgevallen | 168 soedan | egypte In de oksel van Afrika | 178 togo | benin | nigeria | kameroen De grensrivier | 194

atlantische oceaan

tanzania | mozambique

Een vriendenvisum | 106

Een onmogelijk visum | 206 guinée-bissau | guinée | senegal

gabon | são tomé

Grensbagage | 116

canarische eilanden | mauritanië

10


Op de grens van oorlog | 220

cyprus | libanon

Dwars door de Sahara | 228

italiĂŤ | tunesiĂŤ | algerije | niger | opper-volta

Topografisch register | 299 Verantwoording | 309 Dank | 311

Het grensconflict | 250

noord-jemen | zuid-jemen | djibouti

De slapende grens | 264

jemen

Een ondoordringbare grens | 272

kenia | zuid-soedan | soedan

De kortste grens | 286 spanje | marokko | spanje De verste grens | 290

atlantische oceaan | sint helena atlantische oceaan | tristan da cunha

11


12


mali

senegal

Tambacounda ‘Kunt u rennen, patron?’ De machinist keek me hoopvol aan. Op mijn bevestigend antwoord legde hij me uit wat ik moest doen. ‘Kijk, daar bij die kleine barak aan de overkant van het spoor. Als u daar gaat staan, staat u in de schaduw en kunt u de trein bovendien goed in de gaten houden. Zodra u ziet dat de trein gaat rijden begint u te rennen. Zorgt u er wel voor dat u gelijk met een dichte goederenwagon oploopt, dan ziet niemand u. Zodra u voorbij dat punt bent daar, kiest u een wagon uit en springt erop. Dat is alles. Niemand zal u zien en u bent verzekerd van een goedkope tocht naar Kayes.’ Ik wilde naar Mali. De personentrein vanuit Senegal naar de Malinese hoofdstad Bamako reed maar eens per week en dat zou pas over enkele dagen zijn. Hier op het station van Tambacounda was vanochtend een goederentrein aangekomen die vandaag nog naar Kayes, ook in Mali, zou vertrekken en ik had de machinist gevraagd of het niet mogelijk was om mee te rijden. Officieel niet, had hij geantwoord, maar als niemand het ziet wel. We kwamen een mooie prijs overeen en de machinist legde me precies uit hoe ik dit varkentje moest wassen. ‘We vertrekken zo meteen. Préparez-vous!’ Ik pakte mijn tas en ging op de aangewezen plek bij de barak staan. Zelfs in de schaduw was het heet. Ik wachtte. 13


grensgevallen

Naast mij op het randje van de schaduw lag een hond. Hij keek even naar me op maar zakte snel weer weg in een schijnbaar onmetelijk diepe slaap. De magere borstkast ging onrustig op en neer. Dikke zwarte vliegen deinden mee. Toen de zon de schaduw van zijn kop had geschoven opende de hond de ogen, stond op, draaide drie keer om zijn as en zeeg met een diepe zucht een meter verderop in de hervonden schaduw ineen. De vliegen, even opgeschrikt, nestelden zich snel weer tussen de groezelige haren. Het duurde nog geruime tijd eer de trein zich eindelijk knarsend in beweging zette. Ik wachtte tot een aangesloten rijtje dichte wagons voorbijkwam en ging er in versnelde pas langslopen. De hond keek op en spitste zijn oren. Ik zag dat er een aantal platte wagons aankwam en besloot te proberen om daarop te springen. De trein reed steeds sneller. Ik zette een drafje in, maar moest goed opletten want er was geen perron en de grond lag bezaaid met keien. De hond blafte, ging staan en begon ook te rennen. Blaffend kwam hij achter me aan. Nog harder ging de trein. Ik keek achterom. De hond kwam dichterbij. De platte wagons gelukkig ook. De tijd rende mee. Er stonden twee auto’s op de eerste platte wagon, maar er was nog genoeg plaats voor mij. Ik gooide mijn tas op de wagon, pakte een stuk reling vast, sprong, en trok me naar boven. De hond holde nog even blaffend door, maar gaf het gauw op. Hijgend rolde ik op mijn rug en pufte uit op het aangename ritme van de nu gestaag voortdenderende trein. I did it! Ik draaide me om en keek naar de twee auto’s. Citroën Mehari’s waren het met Franse, Parijse, kentekens. Een van de deuren zwaaide open en een blanke man stapte verbouwereerd, kwaad, uit de auto. ‘Wat is dít?’ snauwde hij me toe. ‘Ça va pas, non? Wat moet jij hier? Wij hebben deze wagon gehuurd. Dit is ónze wagon. Wij hebben geen behoefte aan lifters!’ Er waren nu ook andere autodeurtjes opengegaan. Ik stond oog in oog met een klein kwaad Frans reisgezelschap. Twee heren en twee dames. Het duurde even, maar na wat over en weer gepraat werd ik schoorvoetend gedoogd. Het gezelschap was op weg naar Ivoorkust. Omdat de piste tussen Tambacounda en Kayes, de enige verbinding tussen Senegal en Mali die overigens vlak langs het spoor liep, zo notoir slecht was dat hele auto’s er doormidden braken, hadden ze een wagon gehuurd waar ze hun Mehari’s op hadden laten zetten. Op zich slim bedacht natuurlijk, maar echt voorspoedig was de reis tot nu toe niet verlopen. Hoewel ze wel betaald hadden voor het gebruik van de wagon, hadden ze geen enkele garantie voor feitelijke verplaatsing van die wagon. Zo waren ze onderweg vanaf Dakar ergens om onverklaarbare reden op een zijspoor gezet en afgekoppeld waarna ze op zoek moesten naar een nieuwe trein. Twee dagen hadden ze er nu al over 14


grenzeloze bureaucratie

gedaan om de 300 kilometer tot Tambacounda af te leggen. En dan nu ook nog een verstekeling aan boord! De trein denderde voort. De huizen van Tambacounda lagen achter ons en we reden door een landschap van stoffige vlaktes en dorre kale bomen. Kleine struiken stonden zich grijs van het stof met enorme doornen tegen de vijandige wereld om hen heen te verdedigen. Groepen bavianen soms, of wat rondcirkelende gieren, wachtend op iets wat bijna dood was. Dit was de Sahel: kaal, mager, droog, dor, grijs, heet en triest. Stoffige dorpjes.

Kidira Bij het dorp Kidira, de Senegalese grenspost, stopte de trein. Hoewel het een goederentrein was, liepen er toch douaniers langs het spoor die de trein op passagiers controleerden. Paspoorten moesten worden afgegeven en werden even later keurig gestempeld weer teruggebracht en na enig oponthoud zette de trein zich weer in beweging. Opeens was er een rivier. Niet echt heel breed, maar wel blauw, althans zo leek het in deze dorre omgeving. Dit was de Falémé, een rivier die vanuit het zuiden van Senegal hier eventjes grensrivier werd en zich dertig kilometer noordelijker op het drielandenpunt Senegal-Mali-Mauritanië bij de Senegalrivier voegde. De trein reed langzaam en luid ratelend een verroeste metalen spoorbrug over. Aan de oevers van de rivier deden groepjes vrouwen de was. De reeds gewassen kleren lagen te drogen op het zand en leken net spetters fel gekleurde verf. Een eindje verderop stonden wat jongens zich te wassen. Naakt, met één hand voor het kruis en een enorm stuk zeep in de andere keken ze de trein na die nu Mali was binnengereden. Er was geen grenspost of douanier te bekennen. Zonder oponthoud boemelden we een nieuw land binnen. Het was net alsof de trein hier een stuk langzamer reed dan in Senegal. Alsof ik het op een klein drafje had kunnen bijhouden. Of kwam het omdat het donker aan het worden was? Duizenden sterren fonkelden me later liggend op mijn rug op het platform toe terwijl het ritmische geluid van de wielen door een zwoele wind werd verzacht. Ik sliep korte dutjes maar werd voortdurend wakker omdat de trein afremde, of hevig heen en weer begon te schudden. Soms leek de trein wel te kantelen, zo scheef hing hij, en moest ik me schrap zetten om niet van de wagon af te glijden. Af en toe ging opeens het binnenlicht van een van de mehari’s aan en werd alles gehuld in een onwerkelijk licht. Dan leek het alsof we in een lichtcapsule door de pikzwarte Afrikaanse nacht vlogen. 15


Grensgevallen is een bundel reisverhalen met het oversteken van internationale grenzen als rode draad. Verhalen van vier decennia reizen naar niet alledaagse bestemmingen. In het hart van de Sahara, langs de randen van Arabia Felix, via een smokkelroute of langs de zompige oevers van de grensrivier neemt de auteur u mee op reis de grens over. Reizen die worden onderbroken door onwillige douaniers, dronken militairen en nukkige ambassadeurs. Door diefstal en gevangenschap, maar ook door gorilla’s en een kapper. U gaat mee als de auteur het land wordt uitgezet, valt terloops een land binnen en leert hoe u in twee landen tegelijk kunt zijn. Aan de hand van de auteur zwiert u als Tarzan aan een touw aan land, steekt u met gevaar voor eigen leven de verste grens ter wereld over en vertrekt u naar Nergens. Zelfs de grens van het paradijs ligt in dit boek binnen handbereik. Een boek als een reis.

Rolf Weijburg Rolf Weijburg


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.