Verdwenen velodromes in Nederland
Inhoud
Een ovaal in het landschap ........................ 4 Friesland ................................................................ 8 Gelderland ......................................................... 12 Groningen .......................................................... 28 Limburg ................................................................ 32 Noord-Brabant ............................................... 54 Noord-Holland ............................................. 124 Overijssel ......................................................... 144 Utrecht ............................................................... 149 Zeeland ............................................................. 156 Zuid-Holland .................................................. 161 Bijlage ................................................................ 178 Geraadpleegde bronnen ........................ 199 Colofon ............................................................ 200
Een ovaal in het landschap Het begon in 2011 met een fascinerende satellietfoto. Een echo van de in 1895 opgerichte en in 1930 verlaten wielerbaan van Amby bij Maastricht, vanaf het maaiveld niet te zien, vanuit de lucht de afdruk van een ovaal in een grasveld, deels afgesneden door de snelweg A2. De ontdekking kwam juist op het moment dat de snelweg zou worden aangepast voor de nieuwe tunnel onder Maastricht. Het landje met de bewuste plek zou worden afgegraven om dienst te doen als gronddepot voor de tunnel. Het lukte me om de laatste betonnen resten van de wielerbaan te fotograferen voordat ze zouden worden afgevoerd. Er bleken meer van dat soort restanten in het landschap te bestaan. Archiefonderzoek volgde en de zoektocht werd een meerjarenproject dat heel Nederland doorkruiste. In de eerste helft van de twintigste eeuw waren er meer dan 200 open wielerbanen in Nederland, meestal van hout, beton of sintels, aangestampt gruis met een leem- of cementlaag, maar ook van zand of gras. De baansport trok al vanaf 1885 veel publiek en bereikte vooral in de jaren 1930 ongekende populariteit. Moeilijk werd het wanneer er alleen maar vage aanwijzingen in de vorm van een enkele uitslag of referentie naar een cafĂŠ of boerenlandje bestonden. Dankzij de Koninklijke Bibliotheek met het geweldige Delpher.nl, de historisch-kadastrale website Topotijdreis.nl, stads- en streekarchieven, (militaire) luchtfoto's en de publicaties van lokale geschiedkundige clubs is het monnikenwerk vaak beloond. Ik ben op de gevonden plekken gaan kijken en heb gefotografeerd wat er zich op dat moment bevond. In dit boek staan 160 eigen foto's en wordt kort de geschiedenis van het baanwielrennen op die plekken en/of van de soms hele bijzondere lokaties of betrokken personen besproken.
Wat noem je een wielerbaan?
Een wielerbaan is een parcours met (bijna) altijd een ovale vorm, lengte maximaal 500 meter, met opgehoogde kombochten, waarop wedstrijden verreden kunnen worden. In de praktijk waren veel banen 166,6, 200, 250, 333,3 of 400 meter. In de begintijd (rond 1880) werd nog
4
wel met de vorm en het materiaal geëxperimenteerd. In Engeland en Duitsland waren de eerste Vélocipèdebanen al enkele jaren in zwang. Op die fietsen met groot voorwiel en klein achterwieltje kon je geen al te steile bochten nemen. Wielerbanen zijn tegenwoordig van beton of van hout, ontworpen door een architect. Een dergelijk project was en is alleen weggelegd voor wie het zich kan veroorloven. Daarbij hoorde commerciële exploitatie. De populaire banen (geen van alle overdekt) trokken wekelijks duizenden betalende toeschouwers. Zelfs in de koloniën kwamen wielerbanen: in Suriname (1924 of eerder) en Semarang (1934). Meer dan eens ging zo'n onderneming failliet of in andere handen over, of was na een paar jaar de buit binnen en trok een opportunistische exploitant de stekker eruit. Net als tegenwoordig bij noodlijdende voetbalstadions was het vaak de gemeente die soms onder druk van het volk dat graag vermaakt wilde worden, moest bijpassen. De populariteit van het baanfietsen kende pieken en dalen. De Eerste (1914-1918) en Tweede Wereldoorlog (1940-1945) en de economische crisis na de beurskrach van 1929 hebben daar zeker mee te maken. Ook het afschaffen van het Dagbladzegel (1869) moet vermeld worden. Dat is belangrijk geweest voor het opkomen van massamedia en de sportjournalistiek als verspreider van een vorm van entertainment. In het begin was alles nog op amateurbasis, maar vanaf de tijd van Jaap Eden kwam het professionalisme op. Daarbij speelde ook de (toen nog) wielerbond ANWB een rol. Die nam rond de eeuwwisseling afscheid van de wedstrijdsport. Daarna werd de NWB opgericht, in 1928 opgevolgd door de NWU die het wielrennen ook inhoudelijk meer professionaliseerde. Vanaf 1935 kwam er uit onvrede over de strakke regels van de NWU concurrentie van de 'wilde' NWB, die uiteindelijk maar even actief was.
Volkssport
Het duurbetaalde circus was ondanks de crisis op haar piek in het midden van de jaren dertig. Je zag er van Oostburg tot Groningen en van Maastricht tot Hippolytushoef steeds hetzelfde handjevol namen op de affiches. Dat waren de grootverdieners. Het profcircuit was destijds een gesloten wereldje. De internationale successen van eerst Jaap Eden en later bijvoorbeeld Dickentmann, Moeskops, Pijnenburg, Van Egmond, Braspennicx, Piet van Kempen, Slaats, Van de Vijver en nog later Pellenaars, Schulte, Derksen en Van Vliet droegen uiteraard bij aan de populariteit van het baanrennen. In 1932 kwam de eerste grote Amsterdamse Zesdaagse die breed werd gepromoot. Vanaf 1936 werd het snel minder. Daar is niet alleen de economische crisis schuld aan. Insiders deden na de laatste rampzalige Zesdaagsen van Rotterdam en Amsterdam een boekje open over de combines en de manipulaties door renners en baandirecteuren. Bovendien kwamen er te weinig jonge renners aan de bak, waarna het grote publiek de commercie een beetje zat werd. Ik heb de levensloop van een aantal van die renners wel kort besproken, maar geen uitgebreide wedstrijdverslagen opgenomen. Het was niet mijn bedoeling om hier opnieuw de heldenverhalen en uitslagen op te lepelen, dat is al genoeg gedaan in monumentale publicaties van grote sportjournalisten van weleer zoals Van den Bergh en Hogenkamp. Het heeft ook niet zoveel te maken met de doelstelling om de banen zelf in kaart te brengen en te laten zien wat een volkssport het baanrennen destijds eigenlijk was. Hoe meer ik de geschiedenis bestudeerde, hoe meer ik het belang inzag van de zogenoemde C-banen. Daarvan waren er vooral veel in Brabant. De echte enthousiastelingen in de lokale clubs zetten de schouders eronder en maakten, bijvoorbeeld achter hun stamkroeg (tevens clublokaal), van zand, sintels en/of leem binnen enkele weken een koerswaardig ovaal. Dáár werd door lokale helden getraind en de stiel geleerd. Zelfs op zulke baantjes werden destijds 'zesdaagsen' (meestal avondzesdaagsen) verreden. En als je maar genoeg betaalde, dan kreeg je als organisator af en toe ook de cracks naar je evenement. Het kon ook niet anders, want wedstrijden op de openbare weg waren sinds 1905 verboden. Wie wilde wielrennen, moest de baan op. Dat is de reden waarom ik hier ook zoveel mogelijk kleine lokale banen heb gedocumenteerd. Het is trouwens ook de oorzaak van het gebrek aan wielerklassiekers in Nederland. 5
Friesland Leeuwarden, Harlingen en Donkerbroek: dan heb je het wel gehad met de wielerbanen in Friesland. Hoewel... in St. Augustinusga woonde een jongeman die verwoed trainde op een privé-baantje in zijn achtertuin. Deze Fries zou later van grote betekenis zijn voor het Nederlandse wielrennen. De jonge HBS-student Eit Douwes ('Eddy') Fokkinga (1887-1951) werd al op zijn zestiende beroepsrenner, omdat hij zich in eerdere wedstrijden had laten belonen en dus geen amateur meer mocht zijn. Voor zover bekend is hij de jongste Nederlandse professional ooit. Thuis in Augustinusga had hij een primitief baantje aangelegd om te kunnen trainen. In 1906 en 1908 leverde hem dat een nationale sprinttitel op. In 1926 probeerde hij organisatorisch orde op zaken te stellen bij de wielerbond NWB, maar door de fameuze ruzie met journalist en ploegleider Joris van den Bergh trad hij een jaar later terug, waarna de bond uiteenviel. Dat leidde dan weer tot de oprichting van de NWU, die nog altijd bestaat en inmiddels KNWU heet. Fokkinga woonde onder meer in Leeuwarden, Den Haag en Delft en maakte maatschappelijk carrière als directeur van het Rotterdamse postkantoor en na de bevrijding in 1944 als directeur-generaal van de PTT. Hij had trouwens een illustere voorganger: Edo Bergsma (1862-1948), ook een Fries, uit Makkinga. Hij werd de langstzittende voorzitter (1884-1937) van de ANWB, eerst Algemene Nederlandse Vélocipedisten Bond geheten, en was ook nog 36 jaar lang burgemeester van Enschede, en voorzitter van de Tucht-unie die de 'tuchteloosheid van het Nederlandsche volk' wilde bestrijden. Hij was niet zo'n voorstander van de wedstrijdsport en al helemaal niet van de professionele kant ervan. Hij zou zich actief bemoeid hebben met de lobby om in 1905 het verbod op koersen op de openbare weg in de wet te krijgen. Vanaf dat jaar ging de bond verder onder de naam 'ANWB, Toeristenbond van Nederland'.
8
Donkerbroek, De Zwaluw (1934-1938, Cement, 180 m) Een wal in het bos, die een ovaal blijkt te zijn: dat zijn de mooiste vondsten. Soms zie je het op de satellietfoto aan de vorm van de boomtoppen. Of je merkt pas als je er bent dat er een jongere, minder dichte aanplant is dan in de directe omgeving, soms een ander soort bomen. Naast het huidige voetbalveld in Donkerbroek vind je zo'n wal. Even het prikkeldraad over om de bal te pakken en je staat tussen de varens en paddestoelen midden in de lokale wielerhistorie. Die historie begon met de wens van een groep vooraanstaande burgers om het bos en aangrenzend terrein te behoeden voor versnippering door projectontwikkelaars. Ze kochten het gebied dat Ontwijk genoemd wordt. De lemen wielerbaan, na twee jaar van een cementlaag voorzien, werd opgericht door de wielerclub De Zwaluw onder leiding van winkelier K. Jonker en diverse notabelen. Dochter Coba Jonker was op haar vijftiende de eerste vrouwelijke Friese licentiehouder.
B 53.010931 L 6.236865
Foto 3-10-2016
9
Harlingen, Gemeentelijk Sportpark (1932) Dat er ooit een wielerbaan lag op het Gemeentelijk Sportpark in Harlingen, in ieder geval in 1932, en dat dat sportparkje er nog altijd ligt, verstild tussen de huizen, terwijl de vesting aan alle kanten uitgedijd is, er een grote seniorenflat en een woonwinkel naastliggen, maar dat ze dus van dat terreintje zijn afgebleven. En dat Kaatsvereniging Eendracht (opgericht 31 oktober 1900) daar haar thuis heeft: "Bij KV Eendracht staat het kaatsen met de harde bal centraal, maar wordt ook veel aandacht besteed aan het kaatsen met de zachte bal". Laat het altijd zo blijven.
10
Foto 4-10-2016
B 53.175599 L 5.427523
Leeuwarden, Fonteinstraat (1933-1941, Hout, 200 m) Tot oprichting van de wielerbaan aan de Fonteinstraat werd officieel op 22 oktober 1932 besloten. Een half jaar later, met Pasen op 16 en 17 april 1933, kon de houten baan worden geopend met wedstrijden voor professionals en amateurs uit heel Nederland. Het was zeker ĂŠĂŠn van de grotere ondernemingen, met een flinke tribune en regelmatige optredens van de grote namen. De baan maakte deel uit van een omvangrijk sportterrein waartoe ook de Wilhelmina drafbaan behoorde. Al in 1941 liep de belangstelling terug en besloot de organisatie zich meer op het wegwielrennen te richten. In 1941 stond in verschillende kranten dat de baan werd opgekocht en zou worden 'gesloopt door een firma uit Zwolle' - een andere bron meldt dat de Duitse bezetters het hout hebben afgevoerd naar Soesterberg. Het beeld van het terrein, omgeven door Vondelstraat en Tesselschadestraat, is daarna tientallen jaren bepaald door het imposante gebouw van de HTS. Inmiddels is ook die verdwenen om plaats te maken voor een nieuwbouwwijk.
B 53.199940 L 5.782454
Foto 9-11-2012
11
Gelderland In Gelderland werd de wielersport met open armen ontvangen. Het begon allemaal in 1885 in Nijmegen met de allereerste Nederlandse wielerbaan. Nijmegen, Arnhem en Apeldoorn/ Ugchelen hebben meerdere banen gehad, en in Doetinchem lag een hele mooie. Eentje is er nog te zien: de betonnen wielerbaan aan de Zoomweg in Wageningen, al heeft die nu een andere bestemming als camping. Om nog baanwedstrijden te bezoeken, kun je in Apeldoorn terecht waar sinds 2008 het mooie Omnisport een moderne wielerbaan van wereldklasse herbergt. Allemaal het gevolg van jaren bouwen aan wielerhistorie, ere wie ere toekomt. Toen in Nijmegen de nieuwigheid eraf was, bleek aan de overkant van de Waal een waardig opvolger te liggen. Wat voor mij een verrassing was, is het feit dat de grote Jaap Eden speciaal voor de betonnen baan in Arnhem is komen wonen.
12
Apeldoorn-Ugchelen, Juliana (1914-1916, Hout, 250 m) Dit was de wielerbaan met dwarslatten die van de Tilburgse Theetuin Koningshoeven naar de Arnhemsche-straatweg in Apeldoorn werd verplaatst. Die was echter 300 meter lang. Volgens de archieven zou deze Apeldoornse baan 400 meter zijn geweest, maar een wedstrijdverslag spreekt over 10 kilometer in 40 ronden. Dat kan dan alleen maar 250 meter per ronde zijn. Dus is-ie ingekort, of klopt de info over Tilburg niet. Het was de eerste vaste baan in Apeldoorn, eigenlijk Ugchelen, en zeker niet de laatste. Met Hemelvaart 1915 werd de 41-jarige Jaap Eden er zowaar nog aangekondigd. Die zal voor de opening zijn opgetrommeld. De open kampioenschappen 1915 van de Haagse wielervereniging Voorwaarts werden helemaal op deze baan gehouden. De Helmonder Toon van den Bogaerd en de Hagenaars Stout en Bontekoe domineerden. Op zich werd zoiets wel vaker gedaan, zoals door de Rotterdamse Pedaalridders in 1911 en 1912 op de Raaijberg in Bergen op Zoom en de Utrechtse Volharding in 1930 op de Groenewoudbaan in Nijmegen. Dan was er in eigen stad geen baan beschikbaar. In 1916 werd deze baan voor een derde leven naar Groningen gebracht, daar was hij zĂŠker 250 meter en werd opnieuw Juliana genoemd. -Volgens de overlevering was er in Ugchelen rond 1910 al een zandbaantje, mogelijk in de buurt van de Veldekster.
B 52.193181 L 5.961046
Foto 14-4-2016
13
Apeldoorn, VELU (1925-1926, Hout, 100 m) Deze baan lag achter de Ugchelseweg ter hoogte van de huidige Dokter Piekemalaan. Een initiatief van de Ugchelse wielerfanaat Ab ten Berk de Boer, die in 1920 al eens een zandbaan had gehad onder de naam 'Apoldro' waar veel volk op af kwam. De kleine baan werd door de leden van wielerclub Gelria in dank ontvangen. Een provisorische tribune, de dwarslatten wat ver uit elkaar, maar er kon gefietst worden. In eerste instantie mocht dat niet op zondag, want dat had de gemeente Apeldoorn verboden. Vreemd, vonden de kranten, want andere sporten waren wel toegestaan. Het verbod ging van tafel. Wel consequent van de gemeente: de amateurwereldkampioenschappen op de weg dat jaar in Apeldoorn werden ook op zaterdag (22 augustus) gehouden. Wel moesten de renners fatsoenlijk gekleed gaan. Korte broekjes waren niet gewenst. Ook de officiĂŤle opening op zaterdag 24 mei viel in het water omdat de gemeente nog geen vergunning had verleend, hoewel de Bouwpolitie de baan had goedgekeurd. De mensen moesten een week later terugkomen, op zondag 1 juni. De nieuweling Huiskens won op de nieuwe baan zowel de eerste sprintmatches als de felle openingswedstrijd over 30 kilometer, 300 rondjes in 55 minuten. Met dat soort snelheden word je tegenwoordig zelfs als bebuikte hobbyfietser-op-zekere-leeftijd nog uitgelachen, maar het was nog een beetje de begintijd... de Apeldoornse krant voorspelde Huiskens tenminste een goede toekomst op de baan. De laatste berichten over deze baan komen uit 1926. In 1928 zijn er in Apeldoorn nog NWUgrasbaanwedstrijden gehouden op Berg en Bosch aan de Statenlaan, door de vereniging 'Eerlijk Snel'. Met Ab ten Berk de Boer ging het minder goed. Zijn houten huis brandde in 1931 af. Hij was nog wel betrokken bij de oprichting van de nieuwe baan in 1934, waar zijn fietsende zoon Gerrit inmiddels oud genoeg voor was.
14
Foto 14-4-2016
B 52.185696 L 5.936664
Apeldoorn, Wielerbaan (1934-1940, Beton, 200 m) Als je op dit grasveldje in de huidige Batenburg (óók Ugchelen) staat, dan zie je dat de randen een beetje omhoog lopen. Alsof ze de kuil net niet helemaal dichtgegooid hebben. Toch blijkt uit een oude luchtfoto dat de baan misschien wat meer naar rechts lag, waar nu woningen zijn. Die luchtfoto is uit 1945, toen de baan al gesloopt was. Dit was voor de verandering eens een betonbaan van architect Stuurman, die toch vooral houten banen heeft ontworpen. Oprichter A. van der Stel had een terrein van 3 hectare aangekocht. Er moest ook een ijsbaan bij komen. De renners konden via een tunnel het middenterrein betreden. Het was een betonkuipje met allure, groot genoeg om ook de stayers achter lichte motoren te ontvangen. Daarmee haalde je meteen de nationale top in huis. Bij de openingswedstrijden nog niet, maar er zouden later regelmatig mooie affiches worden gepresenteerd. In juli 1933 kwam stayer Blekemolen tegen Snoek uit. De club AR&TV De Adelaar, waarvan het duo Jan van der Stel - Schotman furore maakte, huurde de wielerbaan gedurende het hele seizoen 1938 af. Dat ging wel door, hoewel eigenaar Van der Stel in juni plotseling besloot dat de zaak niet meer rendabel was en de baan liet veilen. Hij verkocht voor 4400 gulden, terwijl de baan 27.000 gulden had gekost. In 1936 had hij de pacht al overgelaten aan wielerclub Swift. De Adelaar deed een maand eerder nog een omineuze oproep aan de leden: "Houdt onze kleuren aanstaanden zondag hoog door het leveren van sportieven strijd. Laat het publiek zien, dat er in de 'Adelaar' geen zes-dagen-geest heerscht." Het imago van de sport was blijkbaar verpest door het commerciële circus. Met Pasen 1938 kwam sprinter Poeske Scherens Arie van Vliet verslaan. Dat waren de laatste echt grote wedstrijden. In februari 1939 stond de baan opnieuw te koop: eigenaar Slijkhuis vroeg 8300 gulden. Toen was het over. De Adelaar vroeg toestemming voor de aanleg van een eigen baan. Die kwam er pas tien jaar later.
B 52.185918 L 5.931413
Foto 14-4-2016
15
Apeldoorn, De Adelaar (1950-1998, Beton, 252 m) Augustus 1939: "VOORLOOPIG GEEN WIELERBAAN TE APELDOORN - B. en W. van Apeldoorn hebben afwijzend beschikt op het verzoek der Apeldoornsche ren- en toeristen-vereeniging 'De Adelaar' om aan den Orderparkweg een wielerbaan te laten bouwen. Zij achtten o.a. de omgeving te dicht bevolkt." (Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant). Dat moest een houten baan van 162 meter worden. Moest je daar nou achteraf blij om zijn, dat de oorlog een nieuwe baan tenminste niet heeft kunnen verwoesten? In ieder geval werd er vanaf 1949 door de toen 16-jarige vereniging opnieuw geprobeerd, en met succes. De gemeenteraad zag zich wel een beetje voor een voldongen feit gesteld toen De Adelaar in het Orderpark al was begonnen met de werkzaamheden voor een betonbaan en een vergunning nogal laat aanvroeg, maar beloofde toch medewerking. Er werd ook achter motoren gekoerst, en het middenterrein werd later een crossbaan. De roemruchte baan bij Café Sportzicht, eigenlijk 2 meter te lang, bleef nog tot 1998 liggen. Bij de sloop werden buurtbewoners geïnterviewd, die blij waren dat de baan verdween. Ze hadden altijd te klagen gehad over de herrie. Kregen Burgemeester en Wethouders uit 1939 toch gelijk. Dan toch nog een citaat, uit een monumentenoverzicht (boei.nl): "De provincie Gelderland is dun bezaaid met historische sportaccommodaties. De voormalige Wielerbaan in Apeldoorn, daterend uit 1950 en een voor ons land unieke buitenaccommodatie, werd in de jaren '80 als bijzonder geïnventariseerd in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project, maar in de jaren '90 gesloopt. Op deze locatie bevinden zich thans woningen". De architect heeft wel met een heel vette knipoog het ovaal in stand gehouden. De straatnaam is nu De Wielerbaan. Gelukkig is de traditie van banen in Apeldoorn daarmee niet tot stilstand gebracht. Het prachtige overdekte Omnisport is er uiteindelijk gekomen en dat kon alleen door de jarenlange expertise en volharding van De Adelaar en de Apeldoornse wielerwereld.
16
Foto 14-4-2016
B 52.207239 L 5.939898
Arnhem, Klarenbeek (1891-1898, Beton, 402,25 m) Op landgoed Klarenbeek werd in 1891 het Sport- en Tentoonstellingsterrein aangelegd, nu is dat langs de Klarenbeekseweg tussen Huijghenslaan, Velperweg, Julianalaan en Laan van Angerenstein. De betonnen baan van een kwart mijl was voor die tijd van alle gemakken voorzien: kleedkamers, bad- en douchegelegenheid. Voor de ANWB goede redenen om nog in het openingsjaar de Nederlandse kampioenschappen aan De Arnhemsche Wielerbaan toe te wijzen. In 1893 had Nederland nog maar twee wielerbanen: Sittard en Arnhem. Dat was genoeg aanleiding voor de van oorsprong Haarlemse schaats- en wielerkampioen Jaap Eden om zich in Arnhem te vestigen. Hij trainde en won er regelmatig zijn wedstrijden, en opende in de Arnhemse Ketelstraat met compagnon Fritz Grund een fietsenzaak, waar hij zelf overigens niet werkte. Er werd ook cricket gespeeld, door een club die toen al Vitesse heette. Maar vanaf 1896 was het de voetbalclub met dezelfde naam die het middenterrein gebruikte, en terwijl in 1898 de baan werd opgeheven, werd juist het voetbalterrein verbeterd en uitgebreid. Het zou nog 35 jaar duren voordat Arnhem weer een wielerbaan kreeg.
B 51.9917 L 5.9392
Foto 27-10-2015
17
Aanleg van de betonnen baan in het Utrechtse Galgenwaardstadion, 1936 CC/Jochmann Disco/Het Utrechts Archief
Burgemeester Jhr J.P. van Doorn opent de wielerbaan van Heemstede, waarschijnlijk op 13 mei 1934 Noord-Hollands Archief 184
De grote betonnen TWEM Tilburg/Goirle (1921-1937) Regionaal Archief Tilburg
Wielerbaan Ginneken Fotopersbureau Het Zuiden/Stadsarchief Breda 185