Transformatie Strijp-S

Page 1


Inhoud

1. Kroonjuwelen te koop 15 Eindhoven lukt zijn wonden na Operatie Centurion en het faillissement van DAF. Gelukkig is Brainport al in de maak. Maar de ‘saaiste stad van het land’ kan nog wel een oppepper gebruiken. Philips gooit zijn kroonjuwelen in de verkoop. Misschien ligt daar de oplossing.

2. 27 hectare dynamiek Het stampt, rookt, sist, zweet en dreunt; het is Strijp-S. Op deze plek langs het spoor bouwt Philips vanaf 1915 aan een wereldimperium in lampen en radio’s. Een verboden stad die zijn gelijke niet kent. Een bedrijf als schutspatroon van de stad.

33

3. Stoelendans 83 300.000 m² industrieel vastgoed liggen op een nieuwe bestemming te wachten. Philips wil de hoofdprijs en organiseert een wedstrijd. De hoogstbiedende zoekt partners in de stad. De transformatie van Strijp-S kan beginnen.

4. In de glazen bol 119 Een stoet van stedenbouwkundigen, architecten, stadsplanners, ja zelfs een literator en designers buigen zich vanaf de jaren negentig over een toekomst voor Strijp-S na het vertrek van Philips. Wie gaat er winnen; het grote geld of the people’s story?

5. Frontale botsing Waarom zijn zoveel steden zo’n beroerde plek om te leven nadat ze onder het juk van het fysiek determinisme zijn doorgegaan. Le Corbusier en zijn urban modernism onder het fileermes.

183

6. De kwartiermakers 211 Hoe breng je een oud industrieterrein in staat van verval opnieuw tot leven? Door in de krochten van de stad op zoek te gaan naar gepassioneerde pioniers, gangmakers en andere waaghalzen die het aandurven om in een nieuwe stad in wording op zoek te gaan naar het verwezenlijken van hun droom. De “georganiseerde gekte” van Eindhoven.

7. De achteruitkijkspiegel 275 Vijftien jaar transformatie Strijp-S. Wat zat mee, wat zat tegen? Wat zijn de missers, wat de succesfactoren? Kortom; wat kunnen we ervan leren?

Interviews 417 Met wat voor idee begonnen ze aan hun missie op Strijp-S? De designers, cultureel ondernemers, horecaexploitanten, evenementenorganisatoren, musici, kunstenaars, restauranthouders en andere creatieve geesten. Wat kwam er van hun ideaal terecht? 67 interviews met bezielde mensen die het cement van Strijp-S vormen. ‘We noemen het liefkozend het Berlijn van het zuiden.’


Table of contents

1. Crown jewel for sale 290 Eindhoven licks its wounds following Operation Centurion and DAF’s bankruptcy. Fortunately, Brainport is already being set up. But the ‘ugliest city in the country’ could use a bit of a tonic. Philips puts its crown jewels up for sale. Perhaps this is where the answer lies.

2. 27 Dynamic hectares 295 It stamps, smokes, hisses, sweats and groans; it is Strijp-S. From 1915, Philips builds a world-class light bulb and radio empire on this site along the railway track. A forbidden city of unprecedented proportions. A company as the city’s patron.

3. Musical Chairs 308 300,000 m² of industrial property just waiting for a new purpose. Philips want top dollar and organise a competition. The highest bidder seeks partners in the city. The transformation of Strijp-S can commence.

4. In a crystal ball 327 A parade of urban planners, architects, city planners, yes even a writer and designers ponder over the future of Strijp-S since Philips left in the 1990s. Who will win; the big money or the people’s story?

5. Frontal collision 371 Why are so many cities such awful places to live after they have been subjected to the yoke of physical determinism? Le Corbusier and his urban modernism are dissected.

6. The quartermasters 384 How do you breathe new life into an old dilapidated industrial site? By sifting through the caverns in the city for passionate pioneers, go-getters and other daredevils who dare to go in search of their dream in a new city in the making.

7. The rearview mirror Fifteen years of transformation in Strijp-S. What went smoothly, what did anything but? What were the epic fails, what were the factors for success? In brief; what can we learn from this?

402

Interviews With what ideas did they start out on the mission in Strijp-S? The designers, cultural entrepreneurs, hospitality people, event organisers, musicians, artists, restaurateurs and other creative spirits. What became of their ideals? 67 interviews with inspired people who cement everything together in Strijp-S. ‘We affectionately call it the Berlin of the south’

417




Lichttoren, 2000


KROONJUWEEL TE KOOP TEXT IN ENGLISH PAGE 290

De Lichttoren staat er wat verweesd en treurig bij, deze 31ste december 1999 kort voor het middernachtelijk uur. Het robuuste, hoekige gebouw met zijn ruim bemeten raampartijen rondom is de afgelopen jaren veel van zijn illustere grandeur kwijtgeraakt. Het siert nog altijd de ansichtkaarten die over Eindhoven de ronde doen, maar is allang niet meer het zinnebeeld van de voorspoed en vooruitgang die de symbiose van Philips met de industriestad had voortgebracht. Deze zonnetempel waar het licht altijd brandde en honderden lampen een warm schijnsel rondstrooiden dat van veraf zichtbaar was aan het hemelgewelf, gold voor iedereen die Eindhoven naderde als een baken. Die roemruchte tijden zijn voorbij. Philips snijdt en snoeit dat het een aard heeft. Uit lijfsbehoud. Ook de Lichttoren ondervindt daarvan de gevolgen. Het gebouw is boegbeeld af. Nee, nog erger, het concern heeft het voormalige vlaggenschip juist enkele maanden tevoren verkocht aan een groep bouwbedrijven.

Massaontslagen door operatie Centurion, 26 oktober 1990

De staat van de stad

Wat blijft is het panoramisch uitzicht over Eindhoven dat je op de achtste verdieping van de Lichttoren hebt. Het is een blikveld dat uitnodigt tot mijmeren. Waar gedachten de vrije loop nemen, je nadenkt over verwachtingen, verlangens en idealen. Of op zoek gaat naar de verloren tijd. En doordrongen raakt van het existentiële besef dat het leven net zo eindig is als het jaar dat nu wordt uitgeluid. Het is er bovendien ook het moment voor, want de stad heeft het stof van het oude jaar bijna van zich afgeschud. Met één oog constant op de klok gericht tellen we ons over de drempel van het millennium heen. Tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee, een; gelukkig nieuwjaar!

De raampartijen op de top van de Lichttoren kun je ook zien als een glazen bol waarin de contouren van de toekomst van Eindhoven zich al aandienen. Zij het nog omfloerst, want wat is zeker als je nog met een been in het verleden staat? Ze vormen een verzameling vensters die uitzicht bieden op de ‘staat van de stad’ in 1999. Wat verschijnt er op je netvlies als je daar staat en over de daken van Eindhoven tuurt? Dat ligt eraan waar je naar kijkt, welk venster je neemt. Er is op tal van fronten veel beweging en dynamiek, dat is in een eerste oogopslag duidelijk. In de economie bijvoorbeeld. De toptechnologieregio Brainport staat in de startblokken, hoewel in die fase nog maar weinigen in Eindhoven dit door hebben. Maar het bedrijfsleven weet inmiddels beter. Want de kaalslag bij Philips door Operatie Centurion (1990), het faillissement van DAF (1993) en de verhuizing van het hoofdkantoor van Philips naar Amsterdam (1997) brengen namelijk niet alleen misère, er komt ook ruimte voor nieuwe activiteiten en bedrijvigheid. In Zuidoost-Brabant heeft zich in de loop van de decennia een humuslaag gevormd van R&D, technologische kennis, expertise, creativiteit en innovatiekracht, sinds jaar en dag ingebed in een industriële maakcultuur. Het zijn competenties die het verschil maken, die samenhangen met the human factor; met ingenieurs, onderzoekers, ontwikkelaars, werktuigbouwkundigen, en ambachtslui.

Als we de diepte inkijken zien we beneden op straat hordes feestvierders voorbijtrekken. De stad dampt, het nieuwe jaar vlindert door de nacht. Echo’s van woeste vreugdekreten weerkaatsen als radiogolven tussen de gebouwen. Wildvreemden omhelzen of begroeten elkaar. De champagnekurken knallen en het vuurwerk stort een confetti van vonken en licht over de stad. Een spinrag van rook trekt zich samen boven de stad, de zware geur van zwavel en kruit prikkelt onze neusgaten. Het is een speciale nieuwjaarsnacht, die overstap van 1999 naar 2000. Tevoren waren omineuze beelden opgeroepen van computers, datacenters, betaalautomaten, telefoons, televisies en communicatielijnen die door de bruuske tijdspassage spontaan op hol slaan en elke sociale ordening onderuithalen. Maar de rampscenario’s kunnen in de kast blijven. Op het moment suprême loopt het allemaal met een sisser af. Eindhoven stapt goedgemutst en schadevrij het nieuwe millennium binnen.

De meeste van die mensen hebben, ondanks de economische rampspoed, de regio niet de rug toegekeerd. Sterker nog; dit ecosysteem van brains en

17




De vakantieman

Jan Timmer presenteert jaarcijfers aan aandeelhouders, 1994

Demonstrerende medewerkers DAF


KROONJUWEEL TE KOOP

handjes dient als fundament voor nieuwe, veelbelovende startups. Groeibriljanten als ASML, FEI, NXP en VDL doen aan de vooravond van het jaar 2000 bij de massa nog niet meteen een belletje rinkelen, maar lopen zich al wel warm aan de zijlijn. In 1999 weten we nog niet hoe deze transformatie gaat aflopen, maar mocht Eindhoven de omslag van uitgerangeerde Philipsstad naar regio voor toptechnologie tot een goed einde weten te brengen dan mag je spreken van een huzarenstuk. Want Eindhoven is slechts een van de vele agglomeraties in Europa en de VS die in de versukkeling is geraakt, omdat door de globalisering de industrieën waaraan ze hun ontstaan en bloei dankten de thuisbasis de rug toekeren. Met een neerwaartse spiraal van sterk oplopende werkloosheid, leegloop, verpaupering, en leegstand als resultaat. Het is beslist niet iedere oude industriestad gegeven zichzelf opnieuw uit te vinden in zijn jacht op gentrificatie. Dieptepunt is Detroit. Als Motown was het ooit het trotse hart van de Amerikaanse auto-industrie en de soul. Door het vertrek van de grote concerns vanaf de jaren tachtig verwerd de levendige metropool daarna tot een zielloze no-go area.

maar eens de boer mee op nu de camouflage van gegarandeerde werkgelegenheid weg is gevallen.

Een wankelend zelfbeeld

Dit tableau van somberheid uit 1999 was overigens niet louter projectie van onverbeterlijke zwartkijkers en cynici van buiten. De culturele en creatieve elite in de stad dacht er niet heel anders over. Verhelderend waren in dit verband de bijeenkomsten die Trudo (de tegendraadse corporatie die later de regie over de transformatie van Strijp-S zal voeren) in die tijd hield met studenten van Design Academy Eindhoven (DAE) om te filosoferen over de toekomst van de stad. Die DAE had zich ontpopt tot de motor van een creatieve industrie die (in weerwil van de neergang bij Philips) in de jaren ’90 steeds meer aan importantie won. Die Trudo-sessies hadden iets ontluisterends, waren een collectieve boutade van een jonge, aanstormende generatie over het ‘fucking boring’ Eindhoven.

Dodelijk was in dit verband het oordeel van RTL4’s kijkcijferkanon en ‘Vakantieman’ Frits Bom dat hij in mei 1997 de huiskamers van zijn trouwe tv-aanhang binnenslingerde. Uit een onderzoek dat zijn programma onder 3000 landgenoten had gehouden, kwam Eindhoven als de saaiste stad van het land naar voren. Het gemeentebestuur schoot in een kramp, ‘herkende zich niet in het negatieve beeld’, en gaf twee dure onderzoeksbureaus de opdracht om met tegengas te komen. Maar het kwaad was al geschied: in het nationale geheugen gold Eindhoven sindsdien als een stad die je gevoeglijk links kon laten liggen omdat er niets te beleven viel. Of het door voortschrijdend inzicht komt, of omdat de tijd nu eenmaal alle wonden heelt; enkele jaren later verkondigde burgemeester Rein Welschen dat de stad het weinig vlijende ‘Eindhoven, de lelijkste’, inmiddels als een geuzennaam was gaan beschouwen.

‘Fucking boring’

De industrie mag dan in 1999 inmiddels lichtpuntjes zien, Eindhoven en zijn inwoners daarentegen zitten nog wél in zak en as, alle feestgedruis en knetterend Bengaals vuur in deze Nieuwjaarsnacht ten spijt. Hun zelfbeeld wankelt nu blijkt dat Philips en DAF minder solide in hun schoenen staan, dan vele decennia werd aangenomen. Het is een optater van vanjewelste en er hangt al tijden een neerslachtige stemming in de stad. Arm Eindhoven, dat zo bruut onder de beschermende stolp vandaan werd getrokken. Waar de lokale gemeenschap honderd jaar achterover had kunnen leunen, omdat Philips toch wel voor banen, woningen en voorzieningen zorgt, moet de stad nu zelf aan de bak. De zekerheid dat de industrie, Philips voorop, synoniem was met banen en inkomen is voor iedereen een zinsbegoocheling gebleken. Ook al omdat de negatieve effecten van ‘Centurion’ en de dramatische deconfiture van DAF inmiddels bij honderden toeleveranciers doordruppelen en daar ook massaontslagen vallen. Wat nu, is de vraag die iedereen kwelt. Want Eindhoven is een muurbloem, het ‘provinciaaltje’ waar ‘buiten Brabant’ nog altijd wat meewarig over wordt gedaan. Een monoculturele stad met een suf imago. Ga daar

De stad correspondeerde op geen enkel vlak met de open en vrijgevochten levenshouding van deze pioniers die met hartstocht praatten over hun missie om via design een bijdrage te leveren aan een betere wereld. De studenten wisten niet hoe snel ze Eindhoven de rug moesten toekeren om massaal naar steden als Rotterdam en Antwerpen te trekken, zo gauw ze hun diploma in ontvangst hadden genomen. Ze misten schwung en lef in de stad. En ateliers en ruimtes waar

21






Uitgaan fabrieken, 1945


2 7 H E C TA R E DY N A M I E K TEXT IN ENGLISH PAGE 295

Een cruciaal jaar

Dat Strijp-S in de volksmond of buiten Eindhoven weleens als een verboden stad werd omschreven, zat menig employé van Philips niet lekker. Oké, Strijp-S was omgeven met hekwerk en slagbomen, en je had een pasje nodig om toegang tot het gebied te krijgen, maar het ging er feitelijk niet gek veel anders aan toe dan bij de concurrentie van Philips, die ook liever geen nieuwsgierige ogen toeliet in zijn laboratoria en proeffabrieken waar aan de producten en innovaties van de toekomst gewerkt werd. Als je over die industriële archipel langs het spoor rondzwierf kon je nog weleens op geüniformeerd toezicht stuiten. Net als dat bij Siemens, AEG, General Electric en andere conglomeraten uit die tijd het geval was. Strijp-S was een fors uit de kluiten gewassen fabrieksdorp en daar hoorden nu eenmaal portiers, beveiligers en bewakers, ja zelfs een eigen verkeerspolitie bij.

Nee, dan 1916. Het is een cruciaal jaar, in meer dan één opzicht. Voor Strijp-S omdat het gebied voor het eerst op de radar komt als het wervelend decor voor de wereldwijde expansie van het concern. Voor Eindhoven, dat daardoor als ‘company town’ uit zijn cocon kruipt. En voor Philips zelf natuurlijk. Dat jaar verdringt de lampenfabrikant de Karel I Sigarenfabriek van Henri van Abbe als grootste werkgever van de stad. Bovendien besluiten Anton en Gerard Philips in 1916 om op Strijp-S zelf glas en (later) edelgassen te produceren en in het verlengde daarvan hun nieuwe policy van de ‘verticale integratie’ in praktijk te gaan brengen. We zitten op dat moment midden in de Eerste Wereldoorlog. Ook voor Philips wordt het een steeds nijpender probleem om aan de halffabricaten, materialen, en grondstoffen te komen die het nodig heeft voor de productie van gloeilampen. Veel van die import komt uit Duitsland waar concurrenten als AEG, Siemens & Halske en Auer een invloedrijk machtsblok vormen. Zij grijpen de wereldbrand aan om in één moeite door korte metten te maken met de lastige rivaal uit Eindhoven.

Een van die hoeders die waakten over have en goed van de Philips schare was Bert Claassen, die daarover in het boek Waargebeurd, de verhalen van Strijp-S aan het woord komt. ‘We hadden op een zeker moment 700 man beveiligingspersoneel in dienst op Strijp-S. Verder was er een kennel met tien speurhonden. Als je ’s avonds in het donker een ronde over het terrein maakte was je kilometers onderweg want het complex telde vijftig gebouwen en vier toegangspoorten die allemaal gecontroleerd moesten worden. Wij moesten er speciaal op letten dat gasten uit het Oostblok die Philips bezochten niet overal foto’s liepen te maken. De verkeerspolitie was hard nodig om de toevloed aan auto’s, fietsen en andere transportmiddelen in goede banen te leiden. Dagelijks zag ik een enorme stroom mensen uit Strijp-S komen; het was telkens weer indrukwekkend om dat te aanschouwen. Alleen al aan de Beukenlaan stonden dagelijks honderd Vipre-bussen opgesteld voor de Belgen die bij Philips werkten. En als je ergens onbevoegd parkeerde kwam de wielklem tevoorschijn en kreeg je zeventig gulden boete.’ Claassens relaas over Strijp-S heeft betrekking op de jaren zeventig en tachtig. Er zijn op dat moment op Strijp-S nog een paar duizend Philipswerknemers in de weer. Toch is Strijp-S dan al over zijn hoogtepunt heen. De enclave die als geen ander model stond voor de opgang van het elektronicaconcern was al niet meer het hart van het rijk van Philips.

Dat leidt ertoe dat op een zeker moment 250 treinwagons met glas bestemd voor Philips op last van de Duitse overheid bij de grens aan de ketting worden gelegd. Deze goederen worden beschouwd als onontbeerlijk voor de oorlogsinspanningen en mogen onder geen enkel beding het land verlaten. Met als resultaat dat Philips zijn lampenproductie (tijdelijk) moet stilleggen. Anton Philips beseft dat de collega’s aan gene zijde van de grens hem een streek hebben geleverd en dat de afhankelijkheid van externe leveranciers de achilleshiel is voor zijn onderneming. Eerst zoekt hij contact met de glasindustrie in Leerdam, kan die wellicht iets betekenen voor hem? Als deze route doodloopt, maken Anton en Gerard Philips in 1916 vervolgens van de nood een deugd. Ze nemen het heft in eigen handen, en stampen in een koortsachtig bouwtempo zelf een glasfabriek uit de grond. Het is het eerste gebouw dat op Strijp-S in de steigers staat, het startsein voor een verdere industriële eruptie op het terrein.

Verticale integratie De bouw van de glasfabriek markeert tevens het begin van de ‘verticale integratie’ die zo lang kenmerkend is geweest voor de bedrijfsvoering van Philips. De broers hanteren vanaf dat moment het beleid om alle

35


Zwart-wit kaart anno 1951. De kaart is gebaseerd op een combinatie van de jubileumkaart uit 1948 en de huidige bestemmingsplankaart.



T R A N S F O R M AT I E S T R I J P - S

Anton Philips

Gerard Philips

stadia van de business - variërend van de fabricage van grondstoffen en materialen tot het distribueren van het eindproduct - zoveel mogelijk in eigen hand te houden. Juist omdat verticale integratie vanaf dat moment een conditio sine qua non werd in de concernpolitiek van Philips kon Strijp-S uitgroeien tot een voor Nederlandse begrippen uniek industrieel landschap dat bol stond van een dynamiek die tot ver voorbij het gebied reikte. Bij de opbouw en uitbreiding van Strijp-S gingen architectuur, stedenbouwkundige inzichten, massaproductie, efficiency, doelmatigheid, en de wetten van de markt hand in hand. Zowel voor de stedelijke ontwikkeling van Eindhoven als voor de status van Strijp-S is die verticale integratie van eminent en nauwelijks te overschatten belang geweest.

Anders zou deze elders zijn gebouwd, en hadden de verticale integratie en de clustering van op elkaar afgestemde bedrijfsonderdelen op een andere locatie plaats gevonden. Binnen óf buiten Eindhoven. Het kenmerkende en veelgeroemde orthogonale weefsel van Strijp-S is eveneens een directe afgeleide van de principiële keuze van Philips voor de verticale aanpak. De ruimtelijke en industriële structuur op Strijp-S zijn tot in de finesses nauw met elkaar verbonden op een manier die je bijna nergens anders op de ze aardbol aantreft. En vormden daardoor een cultuurhistorische erfenis van onschatbare waarde.

Die verticale ordening gaf zowel Eindhoven als Strijp-S op een nog nooit vertoonde wijze de wind in de zeilen. Er kwam daardoor op dit industrieterrein met groeistuipen veel meer bedrijvigheid dan wanneer de twee broers zich hadden beperkt tot de fabricage van gloeilampen of later de elektronische onderdelen van producten. Het was een simpel geval van oorzaak en gevolg: omdat Anton Philips op Strijp-S een aantal percelen grond bezat, situeerde hij uitgerekend daar de fabriek voor glas en edelgassen.

Die verticale integratie daalde overigens niet als een soort deus ex machina op Strijp-S neer. Internationale politieke ontwikkelingen hadden Gerard en Anton in de jaren ná 1916 wel gesterkt in het idee dat ze met die aanpak het juiste spoor te pakken hadden. In november 1918 mocht het moegestreden Duitsland het hoofd dan wel in de schoot leggen, het zwijgen der wapens leidde niet meteen tot een sterke economische opleving. De revolutionaire opstanden die her en der in Europa plaatsvonden deden er ook al geen goed aan. De grote

Aan de slag

40


NatLab, 1949

uitzondering op deze malaise was Philips. Dat beschikte dankzij de eigen fabriek voor glas en edelgassen over grote voorraden grondstoffen en materialen. In tegenstelling tot zijn concurrenten kon Philips daardoor meteen een voorsprong nemen.

en ontwikkeling. Dit NatLab, zoals de uitvindersfabriek ging heten, zou de kraamkamer voor productinnovaties moeten worden waarmee Philips voorop zou kunnen lopen. Zoals het vaak gaat met dit soort exercities kwam ze voort uit een mengeling van bevlogenheid en zakelijkheid. Het financieel aspect stond niettemin voorop. De noodzaak meer aan eigen research te gaan doen, drong zich aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog steeds meer op door internationale gebeurtenissen en de snel veranderende wetgeving rond octrooien en patenten. Die hadden tot gevolg dat Philips steeds meer van zijn inkomsten kwijt was aan het gebruik van andermans kennis. Daar kwam bij dat het concern verwachtte dat de juridische bescherming van technologische uitvindingen in de toekomst nog verder zou worden opgevoerd. Met name om deze trend het hoofd te kunnen bieden moest het imperium in opbouw beschikken over een eigen technologisch brein bemand met creatieve slimmeriken die in state of the art laboratoria en faciliteiten baanbrekend onderzoek zouden voortbrengen. Pas enkele stadia later kreeg het NatLab ook bij de uitbreiding van het productengamma van Philips een dirigerende rol.

In zijn Geschiedenis van Philips Koninklijke Electronics uit 1991, doet bedrijfshistoricus Ivo Blanken uit de doeken dat deze meevaller een nieuwe apotheose voor Strijp-S inluidde. ‘Overtuigd van dit voordeel besloten Gerard en Anton Philips ook de fabricage van andere halffabricaten zoals lampenvoeten en golfkarton voor verpakkingsmaterialen voortaan in eigen beheer te nemen’, aldus Blanken over dit besluit van het ondernemers-duo uit 1919. Deze verdere verfijning van de verticale integratie kreeg daardoor zijn fysieke weerslag op Strijp-S, goedbeschouwd de enige Philipslocatie waar voldoende ruimte was om de ene na de andere fabriek bij te bouwen.

NatLab Al eerder hadden de twee broers een andere, eveneens verstrekkende beslissing genomen. Ze kozen ervoor om te investeren in een eigen afdeling voor onderzoek

In januari 1914 gaat het NatLab van start in Eindhoven. Daar groeide het na enkele jaren al uit zijn jasje waarna

41






Buitenzwembad Plan 2


DE KWARTIERMAKERS TEXT IN ENGLISH PAGE 384

Inleiding

Een groeiende stroom

Soms blijken doorsnee gebeurtenissen betekenisvoller dan ze op het eerste gezicht zijn. Eind januari 2018 vond in de Cultuurhallen in het Klokgebouw het bekende dance- en techno-event Awakenings plaats. Voor de tiende maal alweer was Strijp-S het decor voor deze activiteit. Ruim tevoren kon het bordje uitverkocht op de pui worden gehangen, wat eigenlijk ook al geen groot nieuws meer was. Negenduizend bezoekers, het maximale aantal dat de Hallen onderin ‘het Klok’ aankunnen. In meer opzichten staat deze opsomming van feiten model voor de opvallende ontwikkeling die Strijp-S in die tien jaar heeft doorgemaakt. Zo kun je als slotsom stellen dat het anno 2018 met de branding van Strijp-S wel goed zit en dat het gebied door zijn kwaliteiten onmiskenbaar sjeu en levendigheid toevoegt aan de stadskleur van Eindhoven. Wat een belangrijk doel van Trudo was toen de corporatie de transformatie van Strijp-S naar zich toetrok. En nog iets: techno wordt vaak aangemerkt als een wezenlijk bestanddeel van het culturele DNA van de stad, zodat Awakenings ook op dat vlak punten scoort voor Eindhoven.

Diezelfde week leverde het bewijs dat het op Strijp-S nog een slag mondialer kan als het zo uitkomt: van de bezoekers aan het concert van de rockband Sound of Revolution kwam meer dan de helft uit het buitenland. De bezoekersaantallen van Strijp-S in het algemeen en het Klokgebouw in het bijzonder hebben vanaf het begin in een flow gezeten. Nemen we de Cultuurhallen als voorbeeld. Hoewel het eerste geïmproviseerde event daar al op oudejaarsavond 2004 plaatsvond, duurde het tot eind 2007 voordat Trudo het object in eigendom kreeg van VolkerWessels. Toen Trudo besloot tot een culturele bestemming van de Hallen, moest deze accommodatie grondig in de revisie, om te voldoen aan allerlei eisen omtrent (brand)veiligheid en geluidsoverlast. In 2010 kon het Klokgebouw voor het eerst een volledig jaarprogramma draaien. Daar kwamen 95 duizend bezoekers op af. In 2017 was het aantal bezoekers aan activiteiten in het Klokgebouw en de publieke ruimte eromheen opgelopen naar 658 duizend. En dat was exclusief de bezoekers aan concerten, events en activiteiten in een aantal vaste culturele instituties die in de loop van de tijd op Strijp-S domicilie hebben gevonden. Instituties als POPEI, MU, NatLab, Broet, de Ontdekfabriek, het theaterzaaltje bij het Blue Collar Hotel en Baltan Laboratories. Het Klokgebouw is hiermee met afstand uitgegroeid tot de grootste culturele instelling van Eindhoven. Het complex bedruipt zichzelf en is tot wasdom gekomen zonder dat er één cent subsidie van de gemeente Eindhoven noch Trudo naar de exploitatie gaat.

De eerste keer dat Awakenings neerstreek op het terrein evenwijdig aan het spoor, trok deze danceparty nog ‘slechts’ een paar duizend belangstellenden. Daarna kwam het festival snel op stoom; de laatste jaren is het aan de lopende band volle bak. Met die dancediscipelen van Awakenings in het Klokgebouw is iets opmerkelijks aan de hand, trouwens. Bij de recente editie bleek dat bijna één op de vier bezoekers uit het buitenland kwam, een hoog kosmopolitisch gemiddelde. Ruim duizend kaartjes waren in handen gekomen van Belgen, oosterbuur Duitsland had ook met een stevige afvaardiging de tocht naar de Hallen ondernomen, en de Italianen waren eveneens met een flinke delegatie van bijna tweehonderd personen afgereisd naar Eindhoven. De meesten van hen hadden voor een paar tientjes een chartervlucht van Rome naar Eindhoven Airport genomen, gingen vervolgens met de bus naar Strijp-S, stortten zich daar klokke tien ‘s avonds in het feestgedruis, om een uur of acht, negen later weer het eerste vliegtuig terug te nemen naar de Eeuwige Stad. Het zegt iets over de ‘internationalisering’ van Strijp-S. Ook al een oogmerk van Trudo, dat wilde dat het gebied in het routeboek zou komen van het rondreizende circus van jonge urbans en hipsters die altijd in zijn voor nieuwe belevingen op woest aantrekkelijke locaties.

Het is de wereld op zijn kop als we het vergelijken met oktober 2003, het tijdstip dat het Startdocument tussen Trudo en VW wordt getekend. Dat geschrift was de opmaat tot een samenwerkingsovereenkomst tussen beide partijen, die de corporatie uiteindelijk de sleutel tot de Driehoek met industrieel erfgoed in handen gaf. Waarna Trudo zijn visie over de transformatie van Strijp-S tot hoogstedelijk milieu ten uitvoer kon gaan brengen. Maar de Gideonsbende van Thom Aussems begon meteen met een forse achterstand aan die missie. Want het koud postindustrieel geworden Strijp-S stuitte aanvankelijk op scepsis, onverschilligheid, negatieve kwalificaties en vooroordelen. Vooral de eerder aangehaalde, gewraakte uitspraak van Effenaardirecteur Marijke Appelboom uit maart 2004, dat ze met haar popcentrum niet wenste te verhuizen naar een ‘vies en smerig industrieterrein ver buiten het

213


Lofts opgeleverd: het licht is aan



Transitia tijdens Glow-Next



T R A N S F O R M AT I E S T R I J P - S

> Machinekamer (SAU) in eigendom 2.000 m² totaal 1.200 m² Radio Royaal (geopend vanaf juni) 590 m² Winkel Machinekamer (MLY/ Funky 4 Flavours/Lois)

weer verder te gaan. De opengevallen plaatsen worden opgevuld door starters die uit de creatieve voorhoede in de regio worden gerekruteerd. Interessant aan Founded by All is dat het de kracht van lokale allianties bewijst. Niet alleen de geldschieters, ook de deelnemende bedrijven komen allemaal uit de buurt.

2013

Het festival Klok Rock Orange is in april groter dan ooit, met negen podia en voor het eerst een grote tent op het Ketelhuisplein. Het event wordt mede gedragen door diverse organisaties die in ander verband ook op Strijp-S actief zijn (zoals POPEI, MONK en Area51) en onderstreept de collectiviteit en het ‘wij-gevoel’ dat vanaf het begin heerst onder de kwartier- en gangmakers in het gebied. In mei doet Joe Cocker het Klokgebouw aan. Als we naar de gemiddelde leeftijd van de bezoekers én door de bril van Rogers en Moore naar dit concert kijken, kunnen we concluderen dat eindelijk ook de late majority uit de Innovatiecurve zijn opwachting op Strijp-S heeft gemaakt.

In meer opzichten een sleuteljaar voor Strijp-S. Van februari tot juni raken de lofts in Anton & Gerard, de gebouwen die de ruggengraat van de Hoge Rug vormen, etage voor etage bewoond. Het licht gaat definitief aan in het gebied, in die zin markeert deze gebeurtenis een cruciale fase in het transformatieproces. Net tevoren is er een open dag in het complex; Trudo wil Eindhoven tonen dat het een hoogstedelijke enclave rijker is. Er komen meer dan vijfduizend personen op af. Voor de rest veel concerten en festivals. Nieuw en vertrouwd. Doe Maar komt in februari. In maart is Epica van de partij, een band die een explosief muzikaal mengsel van gothic en symfonische rock voortbrengt. Het concert is gelardeerd met een interessante noviteit die ook in de internationale media de nodige aandacht trekt. Het is het eerste optreden dat via livestream rechtstreeks te volgen is. Dat leidt tot 1,2 miljoen mee-kijkers. In dezelfde maand start Garden Mania, een tijdelijke, weelderige stadstuin naast gebouw SBX.

Gulden Feniks In mei opent MU, de expositieruimte voor experimentele kunst, technologie en design, zijn deuren op de begane grond van Gerard. MU, geprogrammeerd door conservator Angelique Spaninks, is geen museum in de klassieke betekenis van het woord. Het biedt onderdak aan telkens wisselende tentoonstellingen en de wisselwerking met het publiek is een belangrijk onderdeel van de filosofie achter MU. In juni beleeft de Dutch Technology Week (de pendant van de DDW in het najaar) zijn eerste editie in de hallen van het Klokgebouw. Die stromen vol met Whizzkids en techneuten van ASML, VDL, NXP en Philips, die in grote getale aanwezig willen zijn bij de quiz-night en een ander event, de Night of the Nerds. In dezelfde maand worden Anton & Gerard officieel geopend. De familie Philips is opnieuw present.

Little Mountain, een urban lab voor starters en designers, zit al een tijd te pionieren in het Klokgebouw maar gaat onder de naam Founded by All verder. In meer opzichten is dit een exemplarische case die laat zien dat Trudo op Strijp-S vanuit heel andere motieven te werk gaat dan het gemiddelde vastgoedbedrijf. Ook Little Mountain werkt vanuit de netwerk-filosofie. Het heeft in de achterliggende jaren een kring van invloedrijke partners uit de stad om zich heen verzameld waaronder behalve Trudo ook de Rabobank, Brainport, Philips en zelfs enkele captains of industry uit de regio. Dit gezelschap vindt Little Mountain een bruikbaar concept om meer bedrijvigheid en maakindustrie naar Strijp-S te halen en wil daar ook financieel aan bijdragen. Founded by All is een volgende stap daarin; het samenwerkingsverband bestaat uit tientallen initiatieven die vanaf dezelfde locatie in het Klokgebouw opereren, gebruik maken van gezamenlijke faciliteiten en huisvesting en elkaar met raad en daad ondersteunen. Sommige van deze jonge ondernemers verlaten het collectief later om onder een andere vlag

Die maand krijgt Trudo ook de erkenning op Strijp-S een bijzondere prestatie te hebben verricht. Het wint de NRP Gulden Feniks, dé vakprijs voor hergebruik van de bebouwde omgeving, voor de gebiedstransformatie van Strijp-S. De uitreiking wordt voorafgegaan door een curieus misverstand. Op een zeker moment krijgt Thom Aussems een telefoontje van Frank Bijdendijk, net als hij een enfant terrible in de volkshuisvesting, en voorzitter van het Nationaal Renovatie Platform, dat Park Strijp

250


Eigenzinnige kunst in MU

Urban Shopper brengt retail naar Strijp-S



Veemgebouw: tijdelijk mega-billboard





DE ACHTERUITKIJKSPIEGEL TEXT IN ENGLISH PAGE 402

In dit hoofdstuk kijken we (Trudo), door de achteruitkijkspiegel naar de afgelopen vijftien jaar. Waar staan we nu? Wat is het resultaat van al die inspanningen? Wat valt er te leren van al die missers en dwalingen?

had, leek het streven om culturele instituties naar Strijp-S te halen bij voorbaat een verloren race. Niettemin hebben we, gegeven de beperkte mogelijkheden, stevig aan de weg getimmerd met de omzetting van de begane grond van het Klokgebouw in 4 Cultuurhallen met een totale oppervlakte van ca. 9.000 m² (toch iets anders als de bestemming ‘Parkeren’ in het plan van Adriaan Geuze), de vestiging van Area 51, het BMX-park, Monk, PopEi, MU, Baltan, de Ontdekfabriek, de Dutch Design Foundation en de Singularity University.

1. De eerste klap is een daalder waard Bij een terugblik is de eerste vraag uiteraard: zijn we geslaagd in de transformatie naar een hoogstedelijk milieu? Vriend en vijand is het erover eens dat Strijp-S een boeiende plek is geworden. Maar we zijn ons gedurende dat transformatieproces er ook van bewust geworden dat Eindhoven in de eerste plaats een stad is met een sterk dorpse cultuur. Het gezegde doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg had in Eindhoven uitgevonden kunnen zijn. Strijp-S met zijn 27 ha en 438.000 m², waaronder ca. 135.000 m² industrieel erfgoed, is té groot voor een middelgrote stad als Eindhoven. Zo’n gebied kan alleen overleven als we ook de regio, het land en internationale bezoekers zo ver krijgen om regelmatig naar het gebied te gaan.

Terugkijkend hebben we enkele kansen niet kunnen verzilveren. Te beginnen met de Effenaar. Achteraf moeten we constateren dat het ontwerpproces met de architect MVRDV te ver gevorderd was om van locatie te wisselen, daar had directeur Marijke Appelboom absoluut een punt. Volt, een gezamenlijke productie van Beeld en Geluid uit Hilversum, de gemeente en Trudo, is lange tijd in de picture geweest, maar struikelde als onderdeel van de Condotoren bij gebrek aan financiële middelen bij de overheid. Een volwaardige tweede vestiging van Ars in Linz (AEL), (een stad als Eindhoven) was op een haar na rond, maar struikelde in de eindfase als gevolg van een onnavolgbaar optreden van wethouder Mary-Ann Schreurs. Zo ging het ook met Plaza Futura. Een fantastisch plan voor een nieuw gebouw voor film en theater, met café en restaurant in de Machinekamer werd, opnieuw, afgeschoten door wethouder Mary-Ann Schreurs. Zij gaf de voorkeur aan een miljoenen meer kostende variant in het NatLab.

Een lichtpunt aan de horizon is dat de stad in sneltreinvaart internationaler wordt, als gevolg van de enorme groei van de hightech-industrie en het toenemend aantal buitenlandse studenten aan de TU. Bij menige culturele activiteit geeft dat Engels als voertaal tussen de bezoekers. De stedelijkheid heeft vooral zijn beslag gekregen in de Driehoek, het Trudo-bezit op Strijp-S. Die transitie hebben we met beperkte middelen georganiseerd. In de eerste plaats omdat we ‘zuinig’ zijn, en in de tweede plaats omdat we vanaf het allereerste initiatief op de vingers gekeken werden door bepaalde politieke partijen, lokaal en landelijk. Vooral de SP vond het allemaal niks, terwijl we over elke stap in het transformatieproces overeenstemming hadden met het Klantenplatform van Trudo. Op enig moment heeft dat zelfs tot een bezoek geleid van Minister Donner, die ons overigens geen strobreed in de weg gelegd heeft bij dit transformatieproces.

De veronderstelling dat we de instituties niet naar Strijp-S zouden krijgen, legde een hypotheek op het organiseren van events en festivals. Gegeven het beperkte budget lijken we daar redelijk in geslaagd. Met de culturele events en festivals in het Klokgebouw, het Veem en op het Ketelhuisplein trekken we veel publiek uit de stad en de regio, maar in toenemende mate ook uit het gehele land en daarbuiten. Totaal aantal bezoekers Klokgebouw (programma binnen en buiten, exclusief PopEi, Blue Collar en Keukenconfessies) > 650.000. En dat was de ambitie: meer mensen, vooral jonge mensen, richting Eindhoven krijgen. Stedelingen uit Rome, Berlijn, Parijs, Milaan, Barcelona en Londen prikkelen om regelmatig een retourtje Eindhoven te nemen. Met het programma in het Klokgebouw staan we steeds meer in de internationale spotlights. Dat geldt nog meer voor Awakenings, de popconcerten, de DDW, het Festival STRP en de urban sports. En dat is een prestatie van

Verloren race Vanwege de omvang van de gemeente, de concentratie van culturele voorzieningen in de Randstad, en de betrekkelijk lage prioriteit die cultuur in Eindhoven

277


T R A N S F O R M AT I E S T R I J P - S

formaat in een gemeente die in de tweede helft van de jaren 90 nog werd gepercipieerd als een ‘suf en saai provinciestadje’.

de binnenstad was dat in geen eeuwigheid gelukt. Daar is meer voor nodig dan de Primark, de Mediamarkt, C&A, Zara, H&M en het Stratumseind. Maar Strijp-S is ook een uithangbord voor de nieuwe economie geworden. Waar de leegstaande gebouwen van Philips in de jaren negentig op elke hoek van de straat het enorme economische verval van de industrie uitdrukten, zijn diezelfde gebouwen nu het uithangbord van de nieuwe economie, met de hightech-industrie als trekpaard. Boeiende verhalen over die sector worden veelal geïllustreerd met beelden van het getransformeerde industrieel erfgoed. En, ook niet onbelangrijk, de Eindhovenaren zijn opnieuw trots op hun industriële iconen. Want laten we eerlijk zijn: welke stad kan met dergelijk industrieel erfgoed pronken? Het erfgoed is sexy geworden, iedereen wil er graag een plekje veroveren, erbij horen. De kracht van Strijp-S is ook de massa en de schaal: honderdduizenden m². Dat zie je niet over het hoofd. Daarmee geeft het jonge mensen uit de creatieve industrie en de culturele wereld het podium dat ze al heel lang verdienen. En is díe kwaliteit van Eindhoven, naast het dominante bètaprofiel, ook zichtbaar geworden.

Timing Cruciaal in de timing van het transformatieproces is de introductie van andere functies geweest. Culturele activiteiten kunnen de aanjager en het vliegwiel zijn, maar horen idealiter ook de wegbereider te zijn voor andere functies. In de beginfase hebben we horeca altijd gekoppeld aan de culturele activiteit, zoals een concert, event of festival. Maar op enig moment moet je doorschakelen naar vaste horeca, moet je ook buiten het programma een biertje kunnen drinken. Die doorstart is uiterst ingewikkeld en risicovol voor de ondernemers. Commercieel lukt dat alleen met kwartiermakers die tijdelijk een concept willen uitbaten, zoals Plan-2, of ondernemers die bewezen hebben in hun eentje te kunnen overleven. Tot die categorie behoorden Keukenconfessies in het Klokgebouw, Amaro van het Ketelhuis en Niels Wouters in Radio Royaal. De verbreding van de diversiteit naar ateliers voor de creatieve industrie is vlekkeloos verlopen, ook al konden we in de beginperiode (2006) de m² nog niet voor niks aan de straatstenen kwijt. De belabberde en desolate staat van het Strijp-S en zijn gebouwen van toen speelde daar een belangrijke rol bij. Die ateliers hebben een belangrijke rol vervuld in het transformatieproces. Ze zorgden voor traffic overdag. Een belangrijke schakel in het transformatieproces was verder de oplevering van de lofts in de Hoge Rug, tegenwoordig opgesierd met de namen Anton en Gerard (de naam Frits houden we in reserve voor de derde mastodont, de Apparatenfabriek). Dat gaf ineens een heel ander gevoel; een paar honderd bewoners die 24 uur per dag over het gebied kijken. ‘Half 2013 ging het licht op Strijp-S aan’, zeggen we altijd tegen groepen die op bezoek komen.

2. De keerzijde van het succes De keerzijde van het succes is dat het concept of onderdelen daarvan meedogenloos gekopieerd worden. Zoals in de Spoorzone in Tilburg, maar daar liggen wij niet wakker van. Lastiger wordt het wanneer op initiatief van, of met de actieve medewerking van de gemeente het concept elders gekopieerd wordt, zoals het VDMAcomplex, het NRE-terrein, Campina, Sectie C, en meer. Of nog erger: als er aan personen, organisaties en ondernemers getrokken wordt om Strijp-S te verruilen voor een andere locatie. Nu krijg je met die kanttekening al snel het verwijt dat je voor eigen parochie preekt. Maar dat is niet het punt: relevant is dat Strijp-S al te groot is voor een middelgrote stad als Eindhoven. Als je verder doorstempelt, vooral met mensen, organisaties en bedrijven uit Strijp-S, hou je op een gegeven ogenblik van dat urbandustrial niets meer over.

Onderscheidend vermogen Het is the mix of everything, de inkleuring daarvan en de verbinding met het Eindhovense DNA waarmee Strijp-S die provinciestad Eindhoven ook hoogstedelijk op de kaart zet. Daarbij heeft Strijp-S voldoende onderscheidend vermogen in vergelijking met de overige Brabantse steden, het Ruhrgebied of de Belgische metropolen. Met alleen

Waardecreatie Het Eureka-moment van Pirelli, in het begin van de jaren tachtig, is de achilleshiel van de transformatie:

278


DE ACHTERUITKIJKSPIEGEL

hoe meer er voor dat leegstaande industriële erfgoed betaald moet worden, hoe moeilijker het is om de beoogde transformatie succesvol af te ronden. Gekoppeld aan de industriële bestemming hebben veel van zulke gebieden een beperkte vastgoedwaarde. En indien de grond en/of gebouwen (zwaar) verontreinigd zijn is het niet uitgesloten dat die vastgoedwaarde negatief is. Dan moet je als eigenaar de champagnefles ontkurken als je het geheel tegen 1 euro kunt overdragen. Maar hoezeer die negatieve waarde ook economisch valt te onderbouwen, transacties tegen dat bedrag vinden zelden plaats. En dat komt doordat elke industriële ondernemer, geadviseerd door ervaren rotten uit de vastgoedwereld, weet dat de zilvervloot in beeld komt wanneer hij in staat is de lokale overheid ervan te overtuigen dat het gebied omgetoverd kan worden naar een nieuw stuk stad met een wervende aantrekkingskracht. En uiteraard verwijzen de adviseurs daarbij naar alle voorbeelden die in dit boek al langsgekomen zijn. Pirelli is in die opzet met de introductie van het concept Technocity geslaagd. Nadien zijn mogelijkheden in Milaan, zoals de behoefte aan een nieuwe dependance voor de universiteit, de bouw van een theater en de tijdelijke huisvesting van het Teatro alla Scala, naar binnen gehengeld om die vastgoedwaarde verder omhoog te drukken.

ondersteuning van de urban sports, startsubsidies voor de nieuwe retail-formules e.d.

Verbeeldingskracht In het NatLab van Philips op Strijp-S heeft niet alleen fundamentele research plaatsgevonden en zijn de meest fantastische producten bedacht, maar hebben ook toppers uit de wetenschap regelmatig de degens gekruist met de Willie Wortels van Philips in Eindhoven. Veruit de bekendste is natuurlijk Einstein. Wanneer we terugkijken naar alle ideeën, plannen en visies die voor Strijp-S ontwikkeld zijn, duikt onwillekeurig de beroemde quote van Einstein uit het begin van de jaren dertig op: ‘Imagination is more important than knowledge. For knowledge is limited, whereas imagination embraces the entire world, stimulating progress, giving birth to evolution. It is, strictly speaking, a real factor in scientific research’. Die verbeelding vinden we bij de transformatie van Strijp-S vooral terug bij personen en partijen die niet formeel betrokken waren bij dit proces, zoals bij de poëtische queeste van literator Dirk van Weelden, het landscape urbanism van Andrea Branzi, en SUPERvillage van Urban Affairs.

Op Strijp-S is het proces niet veel anders gelopen. De Ontwikkelingsvisie van BVR introduceerde een rijk palet aan nieuwe functies, die met elkaar gemeen hadden dat aan elke nieuwe functie een interessant prijskaartje hing. Denk even aan het scenario ‘villapark’ in de Ontwikkelingsvisie van BVR. In het Masterplan Park Strijp heeft de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging in te bebouwen m² plaatsgevonden: van ca. 300.000 industrieel naar 435.000 gemengde m². Die combinatie, nieuwe functies en meer m², was aan de eindstreep van de competitie goed voor 140 miljoen euro in 2001, veel geld. Voor de transformatie van het gebied was het beter geweest als de gemeente gefocust had op de verwerving van het gebied, mét de industriële bestemming, rond de millenniumwisseling. Naar Trudo’s inschatting was de waarde van het gebied, mede vanwege het gebrek aan enige koopkrachtige vraag voor industriële m² in combinatie met de forse verontreiniging van het gebied, niet meer dan 1 euro. Het huidige aankoopbedrag van 140 miljoen had dan aangewend kunnen worden in de publieke sfeer. Niet alleen in de hardware, zoals infra en gebouwen, maar ook in de software, zoals de programmaring van culturele activiteiten, de

De stedenbouwkundigen die in opdracht van Philips, de gemeente en VolkerWessels aan het gebied gewerkt hebben (in het bijzonder BVR en West 8) koppelen hun plannen, wanneer we de toelichting moeten geloven, aan actuele ontwikkelingen in de stad. Maar bij de uitwerking worden strategische keuzen gemaakt die vanuit dat perspectief onnavolgbaar zijn. Zo is het onbegrijpelijk dat de orthogonale structuur van het gebied door deze stedenbouwkundigen niet als waardevol erfgoed gekwalificeerd is. In dat verband willen we verwijzen naar het proefschrift van Kees Geevers. Nog onbegrijpelijker is het hoe in beide plannen met het industrieel erfgoed omgegaan is. BVR ploegde de HOV-lijn door het NatLab. In een interview met De Volkskrant in die periode orakelt Riek Bakker: eruit met dat ding. Maar ook in het plan van Geuze moet veel gesloopt en vervangen worden. De grootst mogelijke moeite hadden wij met het voornemen om de Leidingstraat, het belangrijkste industriële artefact in het gebied, te slopen. Dat deden we dan ook niet. We hebben deze fysieke slagader, geïnspireerd door de High Line in New

279



Interviews


418


KWARTIERMAKER #01

QUARTERMASTER #01

Lucas van Nielen is striptekenaar, dwarsdenker, aanjager en facilitator

Lucas van Nielen is a cartoonist, alternative thinker, driving force and facilitator.

‘Ik ben gewend design te denken. Mijn grootste kracht is de verbeeldingskracht, de drang om bij tijd en wijle de gekste van Eindhoven te willen zijn, en dat op plekken waar niks te doen is. In 2004 hoorde ik van Strijp-S, de vrijheid die daar bestond om iets nieuws uit te proberen. Ik kwam op het idee om op het terrein een ministadje, een dorp van onbegrensde creatieve mogelijkheden te scheppen, een open platform voor kunstenaars, designers en andere creatieve geesten in Eindhoven. Tijdens de Week van het Ontwerp heb ik toen op de begane grond van het Klokgebouw een stratenmaker een pleintje laten aanleggen en daaromheen met verf twaalf kavels uitgetekend. Op elke kavel gebeurde iets opvallends, iets dat afweek van het geijkte. Zo ontstond Podium Eindhoven, een mix van allerlei kunstmanifestaties, reusachtige maquettes, performances en rare bouwsels. Er liepen designers rond, en kunstenaars, maar ook tekenaars, architecten, acteurs, musici en ambachtslieden die verbindingen legden met het bedrijfsleven. Zoals met het bouwbedrijf VolkerWessels met als resultaat dat we gezamenlijk een café van beton construeerden. Je kon er de gekte van Eindhoven proeven, dat was het mooie eraan. Ik wilde bezoekers laten ervaren en beleven hoe creativiteit voelt. Hoe kun je dat abstracte gedachtengoed omzetten in iets wat je ook gewoon kunt aanraken?’

‘I am used to thinking design. My major strength is imagination, the urge to want to be Eindhoven’s weirdest from time to time, preferably in places where there is nothing to do. I heard about Strijp-S in 2004, about the opportunity of trying something new there. I came up with the idea of creating a mini-town on the site, a village with unlimited possibilities, an open platform for artists, designers and other creative minds in Eindhoven. During the Week van het Ontwerp (Design Week), I asked a road worker to build a small square on the ground floor of the Klokgebouw. Then I painted in twelve plots around the square. Something remarkable and out of the ordinary took place on each plot. This was the beginning of Podium Eindhoven, a varied mix of all kinds of art forms, gigantic scale models, performances and weird structures. In addition to designers and artists, the participants included illustrators, architects, actors, musicians and craftsmen with strong business connections. Such as the relationship with construction company VolkerWessels, which resulted in a joint project to create a concrete café. You could taste Eindhoven’s madness, that was the beauty of it. I wanted visitors to experience creativity and get a sense of how it feels. How can you turn abstract thoughts into something you can touch?’ ‘Podium Eindhoven can best be summed up as eleven days of extremely enjoyable creative chaos. My job was to build things and bring together designers, people from the cultural world and entrepreneurs to brainstorm what we could all do in this mini-town. The making of was an event in its own right. The 12 plots offered a diverse

‘Met Podium Eindhoven hebben we elf dagen lang een enorm prettige creatieve chaos weten te bewerkstelligen. Aan de ene kant bouwde ik, aan de andere kant bracht ik designers, mensen uit de culturele wereld en ondernemers bij elkaar om te brainstormen over wat we in dat ministadje allemaal zouden kunnen

419


KWARTIERMAKER #51

QUARTERMASTER #51

566


567


KWARTIERMAKER #51

QUARTERMASTER #51

Bart van den Dijssel is exploitant van het Blue Collar Hotel in het Klokgebouw

Bart van den Dijssel runs the Blue Collar Hotel in the Klokgebouw

‘Ik heb van alles gedaan in mijn leven. Ik heb cafés in de stad geëxploiteerd, waaronder Thunder Road House op het Stratums Eind. Maar ik was ook antiekhandelaar en ben jarenlang internationaal vrachtwagenchauffeur geweest. Op Strijp-S liep ik als 20-jarig jongetje al rond. Grappig is dat ik in 1985 bij de Portiersloge aan het begin van het terrein de dakranden rond dat gebouw heb gemonteerd. Die zitten er nog steeds, trouwens. Toen ik met een groothandel in het Video-lab zat, had ik een vastgoedondernemer als buurman. Hem hoorde ik zeggen dat Trudo op een hoek aan de achterzijde van het Klokgebouw een hotel wilde ontwikkelen. Ik dacht nog: wat een rottige plek. Ga maar na: een oude fabriek die ergens in een uithoek tegen het spoor aan ligt. Het was er in die tijd, we spreken 2011, 2012, bovendien nog een enorme blubberzooi. Maar binnen een paar weken draaide ik volledig om. Ik kwam erachter dat die locatie eigenlijk perfect is voor een hotelaccommodatie. Dichtbij vind je een treinstation, je hoeft de straat maar over te steken voor een parkeergarage en de bus naar Eindhoven Airport stopt voor de deur.’

‘I have had all kinds of jobs in the past. I’ve run cafés in the city, including Thunder Road House on Stratumseind. But I also ran my own antiques business and worked as an international truck driver for many years. I can remember walking around Strijp-S when I was just 20 years old. In fact, I was responsible for installing the eaves around the Portiersloge in 1985. And they are still there today. Back when my wholesale business was located in the Videolab, I had a neighbour who was a property entrepreneur. I heard him say that Trudo was planning to develop a hotel at the rear of the Klokgebouw. I can remember thinking: that’s a really bad location. Just think about it: an old factory in a remote area close to the railway tracks. And, at the time, in 2011 and 2012, the place was just a muddy bog. However, I changed my opinion a few weeks later. I discovered that the location was actually perfect for a hotel. There is a train station close by, you only have to cross the street to get to an underground car park and the bus to Eindhoven Airport stops directly at the door.’ ‘Establishing an alternative type of hotel in the market, that was the real challenge for me. Because I see the hotel business as an unadventurous industry were everybody does the same thing. My brother owns fifteen hotels and knows the market like the back of his hand. He gave me a tip. You can’t work according to the book at this location; if you want to make a success of the Blue Collar Hotel, you will have to forget all the classical rules of the trade. You need to understand this place to succeed. There is an events hall close by. Which means a lot of noise. House parties that carry on until six in the morning; that’s a hell of a racket. So I try to fill the rooms with visitors to these dance events. And I target other groups which are also active in Strijp-S. For example, when championships are held in the BMX hall or Area 51, you are likely to see the participants skating

‘Een andersoortig hotel in de markt zetten, dat was voor mij de grote uitdaging. Want eigenlijk vind ik het een ingeslapen bedrijfstak, waar iedereen hetzelfde doet. Mijn broer bezit vijftien hotels en kent die markt als geen ander. Hij zei me: op deze locatie kun je niet uit het boekje werken, als je van het Blue Collar Hotel een succes wilt maken moet je de klassieke wetten van het vak vergeten. Deze plek moet je begrijpen om te kunnen slagen. Vlakbij ligt een evenementenhal. Dat betekent veel geluidsoverlast. Er zijn houseparty’s die tot zes uur doorgaan, dat is een boel herrie. Dus probeer ik het hotel vol te krijgen met bezoekers aan zo’n dance-event. Ik mik op doelgroepen die ook op Strijp-S actief zijn. Als er kampioenschappen zijn in de BMX-hal of Area 51 moet je niet gek opkijken als je deelnemers hier door de

568


KWARTIERMAKER #51

QUARTERMASTER #51

gangen ziet skaten. Die BMX-ers nemen hun fiets naar de hotelkamer, omdat hij te kostbaar is om op de gang te laten staan. Het Blue Collar Hotel is rock ’n roll, een soort Hotel California, maar dan ruiger. Ik heb bewust gekozen voor een grote bar en een theater waar we concerten, festivals en evenementen programmeren om Strijp-S zo levendig mogelijk te houden. Dat theater is een onontdekte parel van Eindhoven die jeu geeft aan de tent. Maar ik kom niet alleen halen, ik kom ook brengen. Ik geef exposure aan dit gebied. Met onze activiteiten en ons hotel verrijken we Strijp-S. Onze bar werd vorig jaar gekozen tot de mooiste bar van Nederland. Laatst had ik hier 31 nationaliteiten over de vloer. En we worden vaak geroemd door artiesten.’

through the corridors here. The BMX competitors keep their bikes in their rooms because they are too valuable to leave outside in the corridor. The Blue Collar Hotel is rock ’n roll, like Hotel California, but edgier. I wanted to make a statement with a large bar and a theatre where we organise concerts, festivals and events in order to keep Strijp-S as lively as possible. That theatre is one of Eindhoven's undiscovered gems and gives the hotel extra flair. But I’m not just here to make money, I also contribute. I give this area exposure. Our activities and our hotel enrich Strijp-S. Last year, our bar was voted the most visually exciting bar in the Netherlands. Just recently, I had 31 nationalities in the hotel. And artists often praise us.’

‘Bij de opzet van het hotel heb ik mezelf als referentiekader genomen. Als ik een hotel binnenstap wil ik in een ambiance komen waar ik blij van word. Ik wil vrijheid ervaren, het gevoel hebben dat ik bij moeder thuiskom. Kortom, sfeer en gezelligheid, omlijst met drank, eten en logies. Bij mij krijg je goeie kost op je bord, goeie porties en biologisch, vers eten. De uitstraling is robuust en stevig. Ook de naam, Blue Collar, is bewust gekozen. Ik wil met die naam duidelijk maken dat het hier betaalbaar is én een ode aan de Philipsmensen brengen. Dit was een fabriek waar de mensen in de overalls stonden te werken. En dan heb je nog het blauwe licht van de klok, plus dat blauw de huiskleur van Philips is. Veel symbolischer kan het niet. Met zo’n naam weet je ook meteen dat het een niet-gelikte tent is. Ik zit hier op een heerlijk dynamische plek met gekke en creatieve mensen. Met dank aan Trudo dat bij de invulling van het terrein heel selectief te werk is gegaan en niet ging voor de hoogste bieder. Als dat was gebeurd, zou Strijp-S gewoon een lelijke Vinexwijk geworden zijn. Wereldwijd zie je veel van dit soort gebieden, maar de meesten zijn mislukt. Strijp-S niet. Dat komt omdat Trudo hier heel slim de juiste mensen bij de juiste plek zoekt. Daarin zie je het verschil terug tussen een woningcorporatie en een projectontwikkelaar. Zo’n projectontwikkelaar zegt: boem, cashen. Trudo wil niet cashen, maar met Strijp-S iets toevoegen aan Eindhoven.’

‘When designing the hotel, I took my own preferences as a frame of reference. When I walk into a hotel, I want to be immersed in an ambience which makes me feel good. I want to experience freedom and feel like I am coming home to visit my mum. In other words, a friendly atmosphere embracing drinks, food and lodging. I put good food on your plate, serve good portions and use organically grown fresh ingredients. We have gone for a robust and sturdy look and feel. The name, Blue Collar, was also a conscious choice. It is a clear statement that my hotel is affordable and an ode to the people who worked for Philips. This was a factory were people in overalls manned the machines. And then there is the blue light cast by the clock, and of course, blue is the colour used by Philips for its corporate identity. You can’t get much more symbolic than that. The name also tells you that the place is anything but refined and sophisticated. This is a fantastically dynamic location, with crazy and creative people. Thanks to Trudo, which applied a selective approach when attracting people and businesses to the area rather than going for the highest bidder. If they had gone for the money, Strijp-S would just be another ugly commercial district. There are many of these areas all over the world, but most of them are a failure. Strijp-S isn’t. Because Trudo has been very intelligent in putting the right people in the right place. And that’s the main difference between a housing association and a property developer. A property developer wants to make as much money as possible. Trudo is more interested in enhancing Eindhoven through Strijp-S rather than generating masses of cash.’

569



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.