Tjikkie Kreuger

Page 1



TJIKKIE KREUGER Het leven, haar kunst en hierna

een liefdevol eerbetoon Lecturis


4


Wanneer in het Jiddisch iemand ‘a mensch’ wordt genoemd, bedoelt men niet zomaar een menselijk wezen. In de joodse opvatting spreek je dan over een man of vrouw die je bewondert en zou willen navolgen, iemand met een nobel karakter. Iemand ‘a mensch’ noemen is een grote onderscheiding en een reflectie van de zeldzaamheid en de waarde van de eigenschappen van die persoon. Zeker, Tjikkie was ‘a mensch.’ Zij leefde met ons, onder ons en was met ieder van ons op haar eigen manier verbonden, innemend, sereen en rust brengend. Maar ze was niet geheel en al ván ons en ook niet alleen van dít leven. Op weg door haar leven luisterde zij, zoals de filosoof Thoreau het verwoordt, naar ‘a different drummer’, een trommelaar die een andere maat slaat dan die waarop de meeste mensen lopen en die voor enkelen in de verte hoorbaar is. Als iemand naast lichaam en geest ook een ziel had, dan was dat Tjikkie. Ik weet bijna zeker dat zij in reïncarnatie geloofde. Ze is dus niet afwezig, zij is slechts onzichtbaar. In het filmpje uit de jaren negentig over haar doodskist, zei ze: ‘Ik ben niet bang voor de dood, maar ik wil nog wel even hier blijven.’ En ze is nog best even hier gebleven, maar voor ons niet lang genoeg. Op het uiteinde van haar kist had ze nog een paar voeten willen schilderen. Dat is er niet van gekomen. Maar in ons leven heeft ze haar voetafdruk duidelijk zichtbaar achtergelaten.

Afscheid Tjikkie Kreuger, Eelke Jager

10 januari 2017

5


Inhoud

4 Voorwoord 8

Tjikkie Kreuger

10

Marinus Kreuger

12 Bevrijdingskind 14

Vredeman De Vries

18

Van Friesland naar Limburg

28

Ayen

34

Van Hulsen

38 Waalre

6

66

De mens op weg

92

De kist

96

Beeld van de dood

103

De kist van Hans

104 Vernissage 110

Vittoria Colonna

116 Egypte 130

De stoel

134

Cire Perdue

160

Publieke beelden

184 Knegsel 242 Reizen 270 Ambulance 276 Workshops 316 Engelen 324

Sterk afscheid

334 Exposities 342 Credits 348 Nawoord


7


Tjikkie Kreuger 1941, 18 februari, een dag dat de regen tegen de ramen tikt. De temperatuur ligt net boven het vriespunt en de zon laat zich slechts een paar uur zien. Het inwonersaantal van Nederland ligt rond de 8,9 miljoen. De Tweede Wereldoorlog is in volle gang. In Leeuwarden wordt Tjikkie Kreuger geboren. Eerste kind van Aukje Goudberg (1920-2008) en tweede van Marinus Kreuger (1915-1945) die uit een eerder huwelijk een zoon heeft. Tjikkies moeder heeft niet veel geluk in de liefde. Rond haar 18e wordt ze penvriendin van ene Richard uit Canada. Ze schrijven elkaar in de taal Esperanto en worden verliefd. “Ik wil je ontmoeten”, zegt Richard en gaat aan boord van een schip om een zware overzeese tocht te beginnen. Ze hebben elkaar nooit ontmoet, het schip wordt getorpedeerd door de Duitsers. “Mijn eerste kind zal ik naar jou vernoemen Richard!” zo roept Aukje. En daar is ze, een prachtige dochter. “Richarda is haar naam,” zegt ze tegen haar moeder die vervolgens in rasse pas naar het gemeentehuis loopt. “Tjitske Marie Kreuger” leest ze later in de papieren van de burgerlijke stand. “Naar oma Tjitske. En tante Marie in Amerika, daar kunnen we nog wat aan hebben,” zegt Aukjes moeder. En zo staat het vast. Gedurende de oorlog verhuist het gezin een aantal malen. Zomer 1941 naar Den Bosch en betrekt daar een bovenwoning aan Harnas 2. In april 1942 trekt het gezin in bij de ouders van Marinus, ook wel Ries, om in september datzelfde jaar vanuit Amersfoort terug te keren naar Mendelssohnstraat 12. Een straat in de componistenbuurt niet ver van het centrum van Leeuwarden. Een volkswijk in jaren 30 stijl, met oranje dakpannen, voor- en achtertuin. Na de geboorte van het tweede kind, zus Aaltsje, Ali genoemd (1942-2003), strandt het huwelijk en vlak voor kerst 1942 gaan de ouders officieel uit elkaar. In de buurt woont Hielke Zijlstra die zijn oog al vanaf haar veertiende op Aukje heeft laten vallen. “Dat wordt mijn meissie” had hij tegen zichzelf gezegd. Hij trekt de stoute schoenen aan, benadert haar en zegt: “Trouw met me, dan draag je mijn naam en ben je niet langer in gevaar”. Aukje draagt de achternaam van haar vader en is hiermee geen Jodin maar de naam Goudberg zorgt tijdens de oorlog voor moeilijkheden. En zo geschiedde, hun huwelijk wordt voltrokken.

8

Dat haar moeder haar niet officieel maar wel de achternaam Zijlstra geeft, vindt Tjikkie vreselijk. Zij is een Kreuger en wil dat blijven. Ook dragen Tjikkie en haar zus dezelfde kleding, als een tweeling. Zeer tegen de wil van Tjikkie, maar ze kan er niets tegenin brengen. De band met haar moeder blijft moeilijk. “Je doet haar te veel aan haar eerste man denken”, zei dochter Amerens in de jaren 90 tegen haar. Zeer waarschijnlijk verklaart dit het gedrag van haar moeder. Er is zelfs een jaar geweest dat er voor Tjikkie geen bord op tafel gezet werd om mee te eten. Ze werd genegeerd door haar eigen moeder. En als haar zus haar tekeningen meenam van haar kamer en deed alsof zij ze zelf gemaakt had, kreeg Tjikkie straf wegens beschuldiging. Uiteindelijk duurde het tot haar huwelijk eer ze het ouderlijk huis kon verlaten.


9


Marinus Kreuger Vlak voor de bevrijding wordt Tjikkies vader uit het gevang gehaald. Marinus Kreuger zat in het verzet en samen met andere gevangen werd hij in Woudenberg in de bossen neergeschoten door de Duitsers. In een document dat ondergebracht is bij de Oorlogsgravenstichting valt te lezen dat hij op het moment dat hij een nekschot kreeg slechts een linkerschoen en één sok draagt. In zijn zak een zwart kammetje, een zakdoek met een druk dessin. Zijn broek wordt opgehouden door witte geribbelde bretels die over zijn donkerblauwe wollen trui met hoge col over de schouders lopen. Een gedrag van onmacht als de Duitsers merken dat het einde van de oorlog nadert. Slechts 30 is de vader van Tjikkie als hij gestraft wordt voor de strijd voor vrijheid. Marinus Kreuger wordt begraven in een kuil met ongebluste kalk en een jaar later krijgt hij een plek op begraafplaats Rusthof in Amersfoort, gelegen aan de Dodeweg. Het houten kruis wordt in 1953 vervangen door een stenen kruis. Begin jaren negentig zit Tjikkie met veel onbeantwoorde vragen over haar vader. Ze krijgt behoefte om haar wortels te zoeken. De moeder van Tjikkie was geen makkelijke vrouw. De scheiding van haar eerste man zal impact gehad hebben, ze was nog jong en had twee kinderen, bovendien was het oorlog. Praten wil ze niet. “Je lijkt te veel op je vader, mam”, zegt dochter Amerens. En zo blijkt. Als na een zoektocht naar het jongere zusje van haar vader de deur geopend wordt, zijn de eerste woorden die Tjikkie te horen krijgt: “Meid, wat lijk jij veel op je vader”. Het ‘toeval’ wil dat ten tijde van het maken van de film ‘Beeld van de dood’ van Karel Poort in 1993 Tjikkie bij een bijeenkomst in gesprek raakt met een begraafplaatsbeheerster. Omdat zij toegang heeft tot de registers belooft ze te gaan zoeken naar de ligplaats van Marinus Kreuger. ‘Toeval bestaat niet, het is iets wat je toevalt’ wordt er wel eens gezegd. Volgens Tjikkie is het Gods manier om anoniem te blijven. En zo belt de dame op met het bericht: “Hij ligt bij mij”….

10

In september 1993 staat Tjikkie bij het graf van haar vader. 22 jaar ouder dan hij en 47 jaar nadat hij er begraven is.


11




46


47


136

De generaal


137

De nar


Zeven vriendinnen



140


141

2002


142


143

2010


154

Aangekocht door Pensioenfonds PGGM (sinds 1-1-2008 Pensioenfonds Zorg en Welzijn)


155







265

‘De dansende Berbervrouwen bewogen heel zachtjes op en neer Een feest om naar te kijken.’




268


269



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.