5 minute read

Het oude dorpje en de nieuwe wijk

Next Article
Het Dijkje

Het Dijkje

25 jaar Leidsche Rijn

KAPPER AD VAN ZOEREN (76) IS EEN BEGRIP IN VLEUTEN EN OMSTREKEN. HIJ KENT IEDEREEN EN WEET ALLES. HOE KIJKT HIJ NAAR DE AFGELOPEN 25 JAAR VAN LEIDSCHE RIJN EN VLEUTEN-DE MEERN?

‘Ik ben geen echte historicus. Ik ben barbier. Al 61 jaar ben ik kapper in Vleuten. Maar ik weet veel van vroeger. Ze noemen mij ook wel de Vleutense encyclopedie. Of de beschermheer van het Vleutens cultureel erfgoed. Da’s een mooie, hè.

Ik heb Vleuten een wijk van Utrecht zien worden. Dat hoorde bij het grote plan van Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern. De annexatie vond plaats in 2001. Een belangrijk moment in onze geschiedenis. In Vleuten was 98% tegen. Of zoals we dat hier uitspreken: teugen. Wij zagen Utrecht telkens groter worden en de angst was natuurlijk dat Utrecht Vleuten op een dag zou opslokken. Dan zou Vleuten, het dorp, ophouden te bestaan. Bovendien was Utrecht in die tijd een arme stad en Vleuten een rijk dorp. We moesten de gaten in de begroting vullen, dat was het gevoel hier.

Ik ben niet tegen nieuwe dingen. Ik houd van oude dingen, maar niet alles wat oud is, is goed. En niet alles wat nieuw is, is slecht. Sommige mensen hier vinden het nog steeds jammer dat Leidsche Rijn gebouwd is. Ik niet. De Vinex heeft ons ook veel goeds gebracht. Heel veel voorzieningen bijvoorbeeld, op het gebied van cultuur, gezondheidszorg, horeca, alles. Het Lint is ook een prachtige aanvulling, die verbindt verschillende groene plekken met elkaar.

Er is veel moois bij gekomen in de afgelopen 25 jaar. En er is ook veel erfgoed behouden. Dat is het bijzondere aan Leidsche Rijn. Aan het Lint staan oude gebouwen, mooi geïntegreerd in de nieuwbouw. Vroeger woonden hier veel tuinders, zij hadden bedrijfsgebouwen met grote schoorstenen. Van die schoorstenen zijn er ook drie behouden en geïntegreerd in de nieuwe wijken. Dat vind ik mooi.

Je kunt je het nu niet meer voorstellen, maar in de jaren zestig wilden ze nog de 15e eeuwse Broederschapshuisjes aan het dorpsplein in Vleuten platgooien omdat het vrachtverkeer moeite had met de bocht in de weg. Ik zei: als ze dat doen, dan klim ik op het dak en bind ik mij vast aan de schoorsteen. Dat was gelukkig niet nodig. De huisjes staan er nog.

KAPPERSZAAK AD VAN ZOEREN OP DE STATIONSSTRAAT, CIRCA 1990

Nederland is steeds beter geworden in het behouden van erfgoed. Kijk maar naar Leidsche Rijn. Niet dat alles even mooi bij elkaar past trouwens. Het had hier en daar echt beter gekund. Maar er is in elk geval veel behouden.

Ik hoop dat Vleuten ook een beetje een dorp blijft, ook al is het een wijk. De saamhorigheid, het gevoel van ons kent ons, dat dorpse sfeertje. Het is de reden dat ik doe wat ik doe. Ik heb de historische vereniging opgericht om de geschiedenis door te geven aan nieuwe mensen. Daarmee hoop ik ook dat ik die sfeer een beetje kan helpen vasthouden. Laatst had ik nog iemand in de kappersstoel die zei: we zijn hier komen wonen want het is hier nog zo lekker dorps. Oh gelukkig, dacht ik. Het ís er dus nog.’

POSTKANTOOR VLEUTEN, 1992 / FOTO: D. POSTEMA
LUCHTFOTO VAN DE WIJK ACHTER HET SPOOR TE VLEUTEN, MET DE SPOORLIJN VAN UTRECHT NAAR ROTTERDAM. EN DE WILHELMINALAAN MET AAN WEERSZIJDEN KASSEN EN WEILANDEN, 2000-2005
BROEDERSCHAPSHUISJES, 1958 / FOTO: J.A. STORM VAN LEEUWEN

De Broederschapshuisjes

Ad van Zoeren is oprichter van de Historische Vereniging van Vleuten, De Meern, Haarzuilens en Leidsche Rijn, gevestigd in de Broederschapshuisjes in Vleuten. Hij vertelt: ‘In de Middeleeuwen stonden er dertien kastelen in deze buurt. Twee daarvan zijn er nog: De Haar en de Hamtoren. De kasteelheren waren vervelende rijkelui, de rest van de bevolking was arm. Daarom werd eind 15e eeuw de Broederschap opgericht, een club mannen die geld inzamelden om de armen te helpen. Ze lieten onder meer deze huisjes bouwen. Het waren ooit vier huisjes. Beneden de woonkamer, de keuken en de bedstee, boven sliepen de kinderen. De Broederschap is nog steeds de eigenaar van de huisjes, wij huren het. Er zit net weer een nieuw rieten dak op.’

BROEDERSCHAPSHUISJES, 2023 / FOTO: WIM VAN IJZENDOORN

Het Gat van Serton

Het Gat van Serton, een vijver in het Máximapark, is ook een stukje cultuurhistorisch erfgoed dat bewaard is gebleven. Ooit was het een zandafgraving op het terrein van de familie Serton. Van Zoeren: ‘Serton was een tuinder. De meeste gewassen gingen met de boot naar de veiling in Utrecht. Hij had een waterweg op zijn land, maar de boten waren te groot, ze konden niet keren. Daarom heeft hij een gat gegraven. Zonder machines, gewoon met een schep. In de jaren 20 en 30 leerde heel Vleuten hier zwemmen. Er kwam een kleedhokje en een trapje. De pastoor stelde gescheiden zwemuurtjes in: dan de meisjes, dan de jongens, want het werd veel te gezellig. Het Gat van Serton bestaat nog, het is een mooi plasje midden in het park.’

HET GAT VAN SERTON, 2023 / FOTO: WIM VAN IJZENDOORN
AD VAN ZOEREN BIJ DE TENTOONSTELLING '25 JAAR LEIDSCHE RIJN' IN DE BROEDERSCHAPSHUISJES

TEKST: ANNEKE PAUL | FOTOGRAFIE: WIM VAN IJZENDOORN

This article is from: