48 REPORTAGE: HOOFDGEBOUW THOR PARK – GENK
ONTHAAL IN GRANDEUR VAN WELEER
HOOFDGEBOUW MIJN WATERSCHEI VERWELKOMT STRAKS BEZOEKERS THOR PARK
D
it najaar krijgt de mijn van Waterschei weer een echt gezicht. Dan moet het hoofdgebouw opnieuw de deuren openen en zijn rol opnemen als onthaalgebouw voor de site. De afgelopen twee jaar kreeg het imposante gebouw een zorgvuldige restauratie en enkele doordacht ingebrachte nieuwe functies. Oud en nieuw gaan naadloos in elkaar op, terwijl het gebouw zijn geschiedenis op een respectvolle en sterke manier etaleert. Na de sluiting van de mijn van Zolder in 1992 hebben de beleidsvoerders een visie uitgewerkt over de herbestemming van de Limburgse mijnterreinen. “Naast de nieuwe invulling werd daarbij per mijn bekeken welke gebouwen kenmerkend waren voor de site en welke niet. Dat leidde
enerzijds tot een beschermingsprocedure voor de te bewaren gebouwen en anderzijds tot een sloopprocedure van de overige gebouwen en structuren,” vertelt Vicky Wuyts, erfgoedconsulent bouwkundig erfgoed bij het agentschap Onroerend Erfgoed. Zo werd het hoofdgebouw van de mijn van Waterschei op 23 april 1993 beschermd. De stad Genk sloot een meerjarige premieovereenkomst af met de Vlaamse regering voor de restauratie van alle beschermde gebouwen. De afgelopen jaren werd de invulling van de twee Genkse mijnsites duidelijk. Winterslag kreeg culturele invulling met aandacht voor onderwijs en ontspanning, terwijl Waterschei uitgebouwd zal worden tot een hoogwaardig bedrijvenpark. De beschermde gebouwen – het hoofdgebouw, het ventilatiegebouw, de schachtbokken, passerelle en het ophaalgebouw – worden ruimtelijk en landschappelijk in het totaalproject geïntegreerd. Het hoofdgebouw fungeert daarbij als eyecatcher en
‘‘Winterslag kreeg culturele invulling met aandacht voor onderwijs en ontspanning
’’
49
krijgt een onthaalfunctie voor de site. De eerste stap in de herbestemming was een ontwerpaanbesteding voor de restauratie en herbestemming van het gebouw. De Stad Genk schreef die procedure in 2012 uit. Vandaag legt aannemer THV Houben-Monument-STRABAG de laatste hand aan de restauratiewerken. In het najaar moet het hoofdgebouw de deuren openen in zijn nieuwe rol. “Daartoe kreeg het gebouw onder meer een auditorium, een grootkeuken, een onthaal, een kinderdagverblijf en de nodige sanitaire ruimtes aangemeten. Bedoeling is dat het zo de omringende kantoren ondersteunt. Die hebben in principe geen nood meer aan eigen grote vergaderfaciliteiten en horecafuncties,” vertelt Michèle Dirix. De architect begeleidt het AGB Stad Genk in de werfopvolging.
Afbreken … Die nieuwe functies in een beschermd gebouw inpassen is niet vanzelfsprekend. Het Genkse stads-
bestuur was het meest overtuigd van de kijk van de THV SATIJNplus / ELD Mijnsite Waterschei op het project. ELD verdiende zijn strepen al in de Vlaamse bouwsector. SATIJNplus uit het Nederlandse Born is een nieuwe naam die in het thuisland een autoriteit in de restauratie en herbestemming van historische gebouwen blijkt. Onder meer het Kruisherenhotel, het Museum aan het Vrijthof en boekhandel Dominicanerkerk in Maastricht staan op het portfolio van het bureau. Het ontwerpteam liet zich voor het invullen van de nieuwe functies leiden door het gebouw. “We onderscheidden twee afwerkingsniveaus in het vier verdiepingen tellende gebouw,” opent architect Harold Janssen. “De twee benedenverdiepingen waar zich vroeger de inkom voor de mijnwerkers, de fietsenstallingen en de materiaalopslag bevonden waren bruut afgewerkt, de twee bovenverdiepingen met de kantoren waren edeler afgewerkt. We wilden niet raken aan die edele
afwerking om het auditorium in te passen. Die vroeg immers om een zware ingreep waarbij we een deel van de vloerplaat en betonstructuur moesten wegnemen. Daarom hebben we geopteerd het auditorium te bouwen in zo’n brute zone waar vroeger materialen werden opgeslagen.” Voor de aannemer was de bouw van het auditorium één van de grootste uitdagingen in het project. “De betonstructuren en de vloer tussen de kelder en de gelijkvloerse verdieping zijn met klein materieel afgebroken en afgevoerd. We moesten verder omzichtig te werk gaan omdat de twee bovenliggende verdiepingen afdroegen op deze structuur. Bij het schoren hebben we bovendien rekening houden met werkzaamheden die we nog moesten uitvoeren in de vrijgemaakte zone. Dat was onder meer het inbrengen en monteren van 3 nieuwe stalen vakwerkspanten (20m lang en 2m hoog),” weet projectleider Jochen Willen.
REPORTAGE: HOOFDGEBOUW THOR PARK – GENK
… om te creëren
‘‘ Aan de
buitenzijde is het houtskelet aangekleed in houten balken van verschillende dikte bekleed
’’
In dit vrijgekomen kader bouwde de aannemer vervolgens het auditorium in een houtskeletstructuur. “Die is ingericht met gradins die plaats bieden aan 294 stoeltjes en 4 plaatsen voor gehandicapten. Alle voorzieningen voor een hedendaags auditorium zijn aanwezig. Het kader is - naar analogie aan de vroegere mijngangen - zwart gehouden. Tegen de zwarte wanden is een patchwork van afbeeldingen van mijntaferelen verwerkt. Ze zijn geprint op textiel en dragen zo bij aan de akoestische kwaliteit in de ruimte. Die is nauwgezet bestudeerd. Verder dragen ook het tapijt en de spuitisolatie tegen het plafond hieraan bij,” vertelt Peter Houben, directievoerder bij SATIJNplus Architecten. Aan de buitenzijde is het houtskelet aangekleed in houten balken van
verschillende dikte bekleed. “Ook hier weer een knipoog naar het verleden, namelijk de houten stutten in de mijngangen,” vervolgt Harold Janssen. “De ruimte reikt in werkelijkheid tot tegen het plafond, maar dankzij terugliggend geplaatste spiegels in de hoogste zone van 50cm lijkt het plafond visueel boven het auditorium door te lopen. Door de ruimte liep vroeger een treinspoor. Met een trompe-l’œil lijkt die onderbreking ter hoogte van het auditorium er niet te zijn. Twee grote glaspartijen weerspiegelen immers het spoortraject. Hetzelfde effect creëren we met een spiegel aan de overzijde van de foyer voor het auditorium. De ledlichtlijnen benadrukken de aanwezigheid van de spoorlijn nog eens extra.” De ontvangstbalie in de foyer is in zijn materialisatie afgestemd op het zwart en hout uit het auditorium.
51
REPORTAGE: HOOFDGEBOUW THOR PARK – GENK
Verder is in deze zone letterlijk de grens tussen de brute afwerking van de benedenverdieping en de edele afwerking van de bovenverdiepingen zichtbaar.
Uitdagende koepels Op de twee topverdiepingen zijn de grote zaal, de Barbarazaal en de directeurskantoren de grootste blikvangers. De Barbarazaal is met zijn rondgang één van de meest spraakmakende ruimtes van het hoofdgebouw. “Centraal in de ruimte bevindt zich een lichtstraat in glasbeton. Die lichtstraat was bedekt met bitumen. Aanvankelijk was het de bedoeling die opnieuw vrij te maken, maar tijdens de werken stelden we betonrot vast en diende de daglichtstructuur volledig afgebroken te worden,” zegt Peter Houben. Ook weer een zware manuele klus voor de aanne-
mer. “Hiertoe hebben we een stelling geplaatst in de zaal en de structuur manueel afgebroken en afgevoerd. Nadien hebben we een replica teruggeplaatst met de kraan. Die prefab delen werden door de firma Verhaert & Co vervaardigd op basis van glastegels die in Frankrijk werden gereproduceerd naar het model van de oorspronkelijke Val Saint-Lamberttegels,” vertellen Jochen Willen en Michèle Dirix. Ook in de grote zaal is zenitaal licht aanwezig. “Hier hebben we de kap gerestaureerd en gewerkt met een spel van translucente en transparante glastegels. Her en der wordt dit patroon doorbroken door de sprinklerinstallatie. Het pleisterwerk met houten drager rond deze glazen kap was ernstig beschadigd. Restaureren was geen optie. Daarom is het volledig afgebroken en opnieuw op-
gebouwd in Stucanet,” zegt Harold Janssen. De sprinkler is nagenoeg het volledig gebouw aanwezig. “Die kwam er op vraag van de brandweer,” lichten Geert De Clerck (ELD) en Vicky Wuyts toe. “We wilden het gebouw niet compartimenteren omdat het zo zijn karakter zou verliezen. De sprinklerinstallatie was het alternatief om dat mogelijk te maken. De enige compartimenten zijn het kinderdagverblijf, de grootkeuken en de technische ruimtes.”
Teruggeven aan Genk De directiekantoren zijn minder groots dan de twee zalen, maar ze moeten niet onderdoen in hun uitstraling. De wanden zijn met houtwerk bekleed, de openhaard met tegels. Deze bestanddelen zijn volledig gerestaureerd, waar nodig zijn
53
REPORTAGE: HOOFDGEBOUW THOR PARK – GENK
‘‘ De bestaande
structuur voldeed niet voor de mogelijk hoge bezettingsgraad
’’
zelfs tegels gereconstrueerd of verloren houten details in 3D geprint ter vervanging. Technieken zijn heel omzichtig en discreet in de twee ruimtes gebracht. Ze zullen straks als vergaderzalen dienst doen. “In de zone rond de Barbarazaal komt straks een Food Plaza met onder meer een brasserie en een restaurant. Deze zone zal ook buiten de kantooruren geopend zijn. Op die manier geven we een stuk van het hoofdgebouw terug aan de bevolking,” weet Michèle Dirix. Andere opmerkelijke elementen in het gebouw zijn de dilatatievoegen. De tot 20cm brede voegen zijn overal in ere bewaard. “Ze zijn afgedekt met glasplaten. Op plaatsen waar veel technieken kruisen is er translucent glas toegepast en op andere plaatsen transparant glas. Zo blijven ze stille getuigen van de geschiedenis van
het gebouw,” zegt Vicky Wuyts. Niet alleen de oorspronkelijke afwerkingsgraad was leidend bij het inpassen van de nieuwe functies, ook de ligging speelde een rol. “Voor het kinderdagverblijf waren een aparte toegang, snelle bereikbaarheid voor ouders die hun kinderen ophalen of afzetten en buitenruimte om te spelen belangrijk. Voor de grootkeuken was de logistiek voor de bevoorrading essentieel,” vertelt Peter Houben.
Technisch hoogstandje De nieuwe invulling van het hoofdgebouw had ook consequenties voor de stabiliteit van de structuur. “De bestaande structuur voldeed niet voor de mogelijk hoge bezettingsgraad. De vloeren dienden dus verstevigd te worden. Een oplossing aan de bovenzijde was niet mogelijk
55
56 REPORTAGE: HOOFDGEBOUW THOR PARK – GENK
gezien de beschermde terrazzovloeren. Daarom hebben we als alternatief een versteviging met koolstofvezelstrips aan de onderzijde van de vloerplaten uitgewerkt. De balken zijn verstevigd met een combinatie van koolstofvezelstrips en metaal,” licht Geert De Clerck het stabiliteitsconcept toe. Ook het techniekenluik zette de ingenieurs voor enkele uitdagingen. “Een eerste was de ventilatie. Gezien de hoge bezetting waren ook hoge debieten nodig. Dat betekende dat we grote kanalen door het gebouw moesten voeren. Dat hebben we zo doordacht mogelijk gedaan. Bepaalde zichtassen zijn gevrijwaard en in de hoogwaardig afgewerkte ruimtes zijn de ventilatiekanalen in de kleur van de ruimte afgewerkt. In de brute ruimtes bleven de technieken ook bruut.” Een verlaagd plafond was uit den boze voor het Agentschap Onroerend Erfgoed. “Dan zou de ruimtelijkheid verloren gaan. Bovendien
mogen we laten zien dat er toevoegingen gedaan zijn aan het gebouw,” oordeelt Vicky Wuyts. Op technisch vlak streefde het ontwerpteam naar energiezuinige oplossingen. Dat vertaalt zich in ledverlichting met bewegingsmelders, pv-panelen en warmteterugwinning op de luchtgroepen. De technieken hebben toch een grote invloed op het project. “Ze nemen 1/8ste van de totale gebouwoppervlakte in en vertegenwoordigen 25% van het bouwbudget,” becijfert Jochen Willen. Bijkomend isoleren was geen optie gezien de bescherming van de gevels en de inherente vochthuishouding ervan. Toch is er grondig ingegrepen aan de gevels. De buitengevels zijn volledig gerestaureerd en de binnengevels zijn afgewerkt met een saneerpleister om zoutuitbloeiingen te vermijden.
moeilijkheidsfactoren, die vaak ook pas en route aan het licht kwamen. Om die te compenseren hebben we toegevingen gedaan om het tijd en budget gunstig te beïnvloeden. Zo hebben we bijvoorbeeld de carbonverstevigingen niet weg gepleisterd maar geverfd, of de ontbrekende terrazzoplinten vervangen door geschilderde MDF-plinten,” besluit Harold Janssen. De huidige ingrepen zijn een eerste fase in de totale herbestemming van het hoofdgebouw. Later volgt ook nog het gebouwdeel aan de zijde van de André Dumontlaan. In ieder geval krijgt het gebouw 30 jaar na de sluiting van de mijn van Waterschei een nieuwe toekomst, één in grandeur.
De timing was een grote uitdaging in het project. “Er waren heel wat
Tekst: TiM Vanhove Fotografie: Marc Sourbron
HOOFDGEBOUW THOR PARK – ONDERAANNEMERS
HVAC – Imtech
Imtech kreeg van de hoofdaannemer de opdracht de HVAC te plaatsen. “We hebben de kanalen volledig in het zicht geplaatst. De architecten wilden immers verlaagde plafonds vermijden om het historisch karakter van het gebouw maximaal te behouden. Vanuit die optiek hebben we de ventilatiekanalen afgewerkt met een aluminium isolatiemantel en de verwarmingsleidingen met een zwarte pvc-mantel,” vertelt projectleider Michel Borzee. De grootste uitdaging voor het team van Imtech was het leidingennet mooi recht te plaatsen. “Ook de algemene afwerkingsgraad diende onberispelijk te zijn. We hebben veelvuldig uitvoeringsdetails en kleurkeuzes moeten voorleggen aan en bespreken met ELD en SATIJNplus architecten.”
Sanitaire installatie – Vliegen nv
Een ander belangrijk deel van het leidingennetwerk was voor rekening van sanitairspecialist Vliegen nv. “We hebben de volledige sanitaire installatie, de brandleidingen en de regenwaterafvoer gerealiseerd. We gebruikten leidingen van Geberit, die zijn zwart van origine. Daarmee kwamen we meteen tegemoet aan de vraag van de ontwerper om de leidingen sober en met een industriële uitstraling te voorzien. De brandleidingen in gegalvaniseerd staal spelen ook in op de gevraagde industriële look,” vertelt Raf Vliegen. De bedrijfsleider blikt terug op een mooi referentieproject. “Het blijft een monumentaal gebouw met een rijke, Limburgse geschiedenis. Het was uitermate boeiend om met moderne technieken en materialen een link met het verleden te leggen. Dankzij onze focus op sanitaire installatie en ons meer dan 55-jarige ervaring hebben we het bouwteam op een gepaste wijze kunnen bijstaan in de uitwerking van dit project.”
57