Join 2

Page 1

join

Afdankertjes tekst Femke Stroomer fotografie Leonard Faüstle

Julius neemt ons mee de markt op. We zijn in de Tanzaniaanse plaats Iringa en hebben nieuwe batterijen nodig voor de zendermicrofoon en een ‘Hoe en Wat’ in het Swahili. Vijftig miljoen inwoners van Tanzania, Kenia en Uganda spreken Swahili. Hun Engels is niet altijd even goed, dus een woordje Swahili zal goed van pas komen. Gelukkig begreep Julius mijn Engelse vraag wel en ging voor mij op zoek naar een woordenboekje. Ik haal het boekje uit mijn zak als we in een bar een biertje bestellen. ‘Asante sana’, zeg ik als de bardame het biertje neerzet. Ze ziet me in mijn boekje bladeren op zoek naar meer zinnen dan ‘dank je wel’, trekt er een stoel bij en komt naast me zitten. ‘Janet’, zegt ze en steekt haar hand uit. ‘You teach english, I teach Swahili’. Het is rustig in de kroeg, waardoor Janet en ik alle tijd hebben om om beurten een zinnetje uit het

Femke Stroomer is camerajournaliste bij lokaalmondiaal. In deze column zal ze verslag doen van haar werk als journaliste in ontwikkelingslanden.

boekje voor te lezen. ‘You are my friend.’ ‘Rafiki- Friend’, herhaalt Janet. ‘This was a present of my friend.’ ‘Jazi- present.’ Om de net geleerde Swahili zinnen kracht bij te zetten, geef ik mijn nieuwe rafiki vier van de acht dunne verzilverde ringen die ik om heb. ‘Geef je nou je ringen weg?’ vraagt mijn collega. ‘Ach’, zeg ik, ‘ze begonnen toch een beetje af te geven nu ik in de hitte het verzilverde laagje eraf gezweet heb. Julius weet ons ondertussen over te halen om mee te gaan naar zijn kledingwinkel. Zijn winkel is niet meer dan een paar balken met stukken plastic erover en van ijzerdraad gedraaide kleerhangers. De kleding is allemaal tweedehands. ‘Made in China’ laat hij in de labels zien. Maar deze lading komt uit West Europa, vertelt hij. In balen worden ze aangeleverd. Ik zie de oranje trui met bruine strepen die Julius gisteren droeg nu in zijn kraampje te koop hangen. Tweede of derdehands: wat maakt het uit? Het is handel. Hoewel er op dit moment weinig klanten zijn bij de kraampjes, komt ons van achter de kraam van Julius een hoop lawaai tegemoet. Julius loodst ons mee door de smalle gangetjes tussen de stoffenkraampjes naar een open ruimte. Hier staan drie mannen op een tafel jurken omhoog te houden. Getallen gaan over en weer. Er wordt geboden. Vanuit hier worden de kramen gevuld. Ik vind deze veiling een machtig mooi schouwspel en pak mijn camera tevoorschijn. Maar Julius wil niet dat we filmen. ‘Jullie journalisten brengen alleen de negatieve kanten van Afrika in beeld. We zijn er niet trots op dat wij in jullie afdankertjes lopen. Jullie worden neergezet als grote weldoeners en wij worden altijd als afhankelijk geportretteerd.’ Ik wil hem duidelijk maken dat dit niet de bedoeling is en ik hem niet te kijk wil zetten. Tja, wat wil ik dan eigenlijk wél laten zien? Wat kan ik zeggen? Dat hij zich niet hoeft te schamen? Dat wij onze kleding, die met hard werk en weinig daglicht in de naaiateliers in China is gemaakt, na twee seizoenen in Afrika dumpen omdat het niet meer in de mode is? Dit had mijn trui kunnen zijn, bedenk ik me en draai ietwat ongemakkelijk aan de overgebleven afdankertjes aan mijn ringvinger.

Jonge journalisten over internationale samenwerking nummer 2 juni 2008

column

Jonge journalisten over internationale samenwerking nummer 2 juni 2008

Hoe word je acteur in Ghana? Kijken op eigen risico Seks op de Botswaanse televisie

Schrijf met Renske de Greef In de ban van voetbal Afrika op weg naar het WK


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.