28 minute read
Jasna Rokegem wint Automation Magazine Award 2020
BEELD: Filip Geeraerts
‘Mijn vader is mechanieker en al heel vroeg leerde ik lassen en solderen. Zo begon mijn fascinatie voor techniek’, vertelt Jasna Rokegem, de winnares van de Automation Magazine Award 2020, en hiermee opvolgster van wetenschapsjournalist Lieven Scheire. Jasna ontving de originele robotaward uit handen van InduMotionvoorzitter Hugues Maes tijdens een digitale versie van Automation Day.
De zevende editie van Automation Day verliep door het coronavirus anders dan oorspronkelijk gepland. Het was de bedoeling om alle InduMotion-leden uit te nodigen op een groots evenement in de historische handelsbeurs in Antwerpen, maar uiteindelijk werd het een digitaal gestreamde bijeenkomst vanuit de Wimec-televisiestudio’s in Turnhout.
Er volgde een verwelkoming door InduMotion-voorzitter Hugues Maes en tijdens de uitzending gaf Patrick Slaets van Agoria een overzicht van de economische impact door corona en wat de verwachtingen zijn voor onze economie in 2021. Patrick Slaets toonde zich ‘redelijk’ optimistisch want in tegenstelling met de financiële crisis in 2008-2009 waar de liquiditeitcrisis bij bedrijven en consumenten de vraag deed wegvallen, blijft het vertrouwen in de markt groot en is er voldoende goedkoop geld om de economie te laten draaien. Traditiegetrouw werd tijdens Automation Day ook de Automation Magazine Award uitgereikt. Het is fashiontechdesigner Jasna Rokegem die deze award op haar palmares mag zetten. Ze volgt daarmee wetenschapsjournalist en televisiemaker Lieven Scheire op de Automation Magazine Award in 2019 won.
Jasna Rokegem koppelt met haar eigen designlab innovatieve technologie aan interactieve mode. Zo ontwikkelde ze een jurk waarop de gevoelens en emoties van de draagster worden geprojecteerd. Breinsensoren registreren de gevoelens van de draagster via hersengolven en die worden in real time vertaald naar kleuren en patronen op de jurk.
De Automation Magazine Award is een jaarlijkse onderscheiding uitgereikt door de beroepsfederatie InduMotion en de redactieraad van het vakblad Automation Magazine aan een persoon, bedrijf, kennisinstelling of organisatie die zich inzet voor techniek en wetenschap in het algemeen, en/of zich verdienstelijk maakt in de sector van de aandrijftechnieken (hydraulisch, pneumatisch, mechanisch en elektrisch) en de industriële automatisering in het bijzonder.
Jasna Rokegem werd gekozen uit een groot aantal nominaties omdat zij volgens de redactieraad van Automation Magazine als jonge onderneemster met haar designstudio innovatieve mode combineert met geavanceerde technologieën. Zo
gebruikt ze onder meer pneumatica in haar jurken en ze laat daarmee de toekomst zien van interactieve ‘wearables.’ Uit het juryrapport: ‘Jasna Rokegem wil kleding met ons brein verbinden, want ze experimenteert met de mogelijkheden van interactieve kleding die de emoties van de drager kan visualiseren. Met die creatieve dadendrang toont Jasna Rokegem aan dat er geen grenzen zijn aan verbeelding. Haar motto is immers: als je een innovatief idee hebt, dan moet je dat durven uitwerken. Alles digitaliseert en een ambitieuze Jasna Rokegem is in België dé pionier die technologie, Internet of Things (IoT) en artificiële intelligentie wil verbinden met kleding en de modesector.’
De prijs werd haar overhandigd door InduMotion-voorzitter Hugues Maes. ‘Als beroepsfederatie voor alle bedrijven actief in aandrijftechnieken en industriële automatisering, ondersteunen wij creatieve initiatieven die voor innovatie zorgen in onze technologieën’, aldus Hugues Maes.
Tijdens de live-stream vertelde Jasna Rokegem over haar projecten en haar visie op mode. Jasna werkt momenteel aan een prototypejurk bestemd voor de Belgische sopraan Elise Caluwaerts waarbij de jurk is geprogrammeerd om Elises hersengolven te visualiseren. ‘Letterlijk door kleding kunnen zien hoe iemand zich voelt, helpt om je in de ander in te leven. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn voor autistische kinderen of astronauten zonder radiocontact.’
Als Elise Caluwaerts tijdens een optreden zingt, kan het publiek de emoties van de sopraan zien door de kleuren op haar jurk. Later wil Jasna ook de emoties van het publiek opvangen en visualiseren. Voorts experimenteert ze met virtual en augmented reality. Ze gelooft heel erg in de kracht van Emotion Tech. ‘Dat is technologie die onze emoties kan lezen en visualiseren. Tijdens de corona-lockdown ervaren sommige mensen heel sterk dat ze ‘menselijk contact’ missen. Door social distancing kunnen we fysiek niet in dezelfde ruimte zijn, maar dat betekent niet dat we geen emoties kunnen uitwisselen. Bij emoties zijn woordeloze ervaringen ook belangrijk. Mijn kleding kan helpen bij het leggen van contact. Je zorgt voor een verbinding tussen mensen en je maakt empathie makkelijker.’ Emotion Tech is volgens Jasna Rokegem een internationale taal die abstracte begrippen visueel tastbaar maakt. ‘Zonder elkaars taal te kennen weet je toch hoe iemand zich voelt: vrolijk, verdrietig, gestrest, ontspannen, eenzaam… Een intelligent kledingstuk dat niet alleen onze medische gezondheid in de gaten houdt, zoals je nu reeds commerciële producten hebt, maar ook de emotionele gezondheid.’
Jasna Rokegem vindt ook dat de modesector zich moet herdenken. ‘We spreken hier over de tweede meest vervuilende sector ter wereld. Continu een race tegen de tijd om collecties klaar te krijgen tegen het volgende seizoen, textielarbeiders die worden uitgebuit, tonnen kleding die later als overschot vernietigd wordt … Dit moet veel duurzamer worden.’
In de ideale toekomst van Jasna Rokegem dragen we allemaal één ‘slim’ kledingstuk, dat nagenoeg onverslijtbaar is en dat dankzij nanotechnologie niet moet worden gewassen. ‘Kleding die zelfreinigend en vuilafstotend is. In deze tijd van de wereldwijde COVID-19 plaag is hygiëne vanzelfsprekend ontzettend belangrijk. In de toekomst moeten kledingstukken zichzelf kunnen aanpassen aan de drager. Vergelijk het met het businessmodel van de telecomindustrie: we hebben allemaal toch ook maar één smartphone, weliswaar met veel app’s en toepassingen. Digitalisatie hoeft geen afbreuk te doen aan creativiteit.’
‘Elke industrie innoveert, maar de modewereld blijft maar rond zijn eigen as draaien. Er is een inhaalmanoeuvre nodig richting technologische toepassingen in onze kledij. Dat is voor mij een boeiend proces, want ik werk met drie verschillende industrieën. Bij technische mensen krijg je iets dat werkt, maar het zal er niet uitzien. Bij een designer wordt het een pareltje, maar dat gaat ten koste van de praktische werking. De wetenschapper zorgt dan weer voor een paper met theoretische voorstellen. De kunst is om die drie te combineren en om de taal van die groepen te spreken’, besluit Jasna Rokegem.
www.automation-magazine.be www.indumotion.be www.earthrobots.com
JASNA ROK MAAKT EMOTIONEEL INTELLIGENTE KLEDING
Jasna Rokegem (27) is afkomstig uit Ophasselt, een deelgemeente van Geraardsbergen. Ze studeerde in 2015 af als modeontwerpster aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam en richtte een jaar later in Antwerpen haar eigen FashionTech-bedrijf Jasna Rok op. Het bedrijf werkt op het snijpunt tussen mode, kunst en technologie en experimenteert met de mogelijkheden van interactieve kleding die de emoties van de drager kan visualiseren.
Via haar afstudeerproject ‘Fashion on Brainwaves’ sloeg Jasna de brug naar wetenschap en technologie toegepast in de modesector. Jasna is door de Amerikaanse ambassade verkozen tot Young Transatlantic Innovation Leader (2019) en Global Entrepreneur (2018). Ze werkte meer dan twee jaar voor het project ‘(RE)connect’ (zie haar YouTube-filmpje) als artist in residence bij Nokia Bell Labs en twee van haar werken staan in het Space Center Houston (NASA-museum).
www.jasnarok.com
Expertise – Passion – Automation
Uw kennispartner
SMC is dé kennispartner voor veilige en duurzame technologie. Wij staan voor ruim 60 jaar continuïteit en wereldwijde klanttevredenheid.
Onze experts hebben een passie voor industriële automatisering. Zij zijn dienstbaar en delen hun deskundigheid om u te helpen met uw uitdagingen. Ook komend jaar ondersteunen wij u met innovatieve en betrouwbare technologie.
Wij wensen u een gezond en veilig 2021!
www.smc.be
AVISERV INTEGREERT SERVICE HYDRO – SERVICE DRIVELINES – SERVICE ELECTRO EN SERVICE POWER
Sinds 15 oktober zijn de Antwerpse firma’s Service Hydro, Service Drivelines, Service Electro en Service Power overgenomen door Steven Van Wambeke.
Deze overname heeft de vorm van een ‘overname handelsfonds’ waarbij de volledige activiteiten, de merknamen, de kennis & knowhow en de medewerkers van de vier afzonderlijke bedrijven nu worden ondergebracht in één nieuw bedrijf: AVIServ.
AVIServ staat voor ‘Added Value Industrial Services’ en is de voortzetting en het sluitstuk van de evolutie waarbij vier bedrijven die voorheen steeds dichter gingen samenwerken, nu opgaan in één structuur met een optimale dienstverlening voor alle klanten tot gevolg.
De vier Service Lines behouden de vertrouwde contactpersonen, telefoonnummers en emailadressen; zowel als hun eigen ontwerp- en engineeringcapaciteit, verkoop- en service teams voor nieuwbouw, herstelling, revisie, onderhoud, re-manufacturing en 24/7 ondersteuning.
AVIServ combineert vandaag meer dan 25 jaar ervaring in hydraulische, pneumatische en elektrische aandrijvingen, assen en automatische transmissies voor industriële machines, stroomgeneratoren en dieselmotoren, scheepselektro - navigatie- en communicatiesystemen. Met deze vier Service Lines is AVIServ de sterke en flexibele service partner, zowel in industrie, maritiem en mobiel.
Nieuw management team
De vier firma’s zetten ook met trots de samenwerkingen verder als geautoriseerd en gecertifieerd distributeur en servicepartner voor toonaangevende internationale merken zoals Parker-Hannifin, JCB, Detroit Diesel, Whisper Power, John Deere, Alphatron Marine, Dana Spicer, Carraro, Ross, Heypac en SPX Power Team.
AVIServ wil uitdrukkelijk ook Marcel De Winter bedanken namens iedereen die is verbonden aan Service Hydro, Service Drivelines, Service Electro en Service Power, voor zijn visie en ondernemerschap die de basis hebben gelegd voor deze vier sterke Services Lines.
Het nieuwe management team voor AVIServ bestaat uit Peter Buydens als operations director, Kristel Koeken als manager accounting & administration, en Steven Van Wambeke als managing director. Voor meer informatie over deze overname kan u contact opnemen via het nummer +32 3 546 40 80 of via email naar welcome@aviserv.be.
www.aviserv.be
Philip Neyens (l), Support Engineer bij Beckhoff Automation en Patrick Pilat, opleidingshoofd Elektromechanica aan de PXL.
Men blijft het ‘onverwachte stilstanden’ noemen, maar heel wat storingen in productieprocessen kunnen perfect voorspeld worden, wat meestal ook betekent dat ze vermeden kunnen worden. Aan de opleiding Elektromechanica aan de Hogeschool PXL (Hasselt) werd een methode ontwikkeld om afwijkingen in productieprocessen te detecteren en in real-time de nodige onderhoudsactiviteiten in te plannen.
De methode die gebruikt wordt om storingen in de productie te voorspellen, is machine learning. Om de zoveel tijd wordt een hele reeks relevante meetwaarden uit het proces naar de cloud gestuurd. Daar worden de parameters geëvalueerd door een systeem dat aan de hand van historische meetwaarden geleerd heeft wat normaal is en wat niet. Als het model merkt dat er een storing staat aan te komen, geeft het als resultaat een waarde voor de urgentie. Een hoge waarde betekent dat het bij gelijkaardige situaties in het verleden niet lang duurde voor zich een serieuze storing voordeed.
‘In de industrie worden al heel wat van dit soort analyses gedaan, maar meestal worden ze gebruikt voor procesoptimalisering’, zegt Patrick Pilat, opleidingshoofd Elektromechanica aan de Hogeschool PXL. ‘Wat nieuw is in dit project, is dat we de analyse in real-time uitvoeren en het systeem direct laten ingrijpen wanneer het nodig is. Die link tussen productie en onderhoud is er meestal niet. Je ziet dat ook in de ERP-systemen waar de productieplanning en de planning van het onderhoud volledig los staan van elkaar.’
Om het systeem te testen werd aan de PXL een productielijn gebouwd met een Beckhoff PLC die naast het sturen van de processen bijkomende data verzamelt zoals spanning, stroom, temperaturen en trillingen. ‘Met die data wordt een set gemaakt die periodiek naar de cloud gestuurd wordt voor analyse. Als er een storing staat aan te komen, koppelt het model dit terug naar de PLC. Op basis van de urgentie kan die op zijn beurt in de ERP-software een onderhoudsbeurt plannen.’
Centrale rol voor Beckhoff PLC
Omdat het in de ERP-software niet als functie voorzien is, bedacht Patrick Pilat een omweg die de PLC in staat stelt om de productieplanning aan te passen voor een dringende onderhoudsbeurt: ‘We hebben onderhoud toegevoegd als een van de mogelijke producten die de lijn kan produceren. Als we de PLC een order laten plaatsen voor dat product, komt de onderhoudsbeurt automatisch in de planning terecht.’
De PLC krijgt hiermee een centrale rol in het hele verhaal
die veel verder gaat dan het louter aansturen van de productielijn. ‘We werken met een Beckhoff PLC die een open programmatie mogelijk maakt die veel verder gaat dan wat in standaard functieblokken aangeboden wordt’, zegt Gwen Vanheusden, lector automatisering en projectmedewerker aan de PXL. ‘Er is een enorm aanbod aan I/O-kaarten en communicatieprotocollen. Extra inputs toevoegen, berekeningen uitvoeren en de communicatie met de cloud – het is allemaal vrij eenvoudig te implementeren. We krijgen daarbij ook steun van de mensen van Beckhoff zelf die heel snel reageren als we een probleem hebben.’
Goede samenwerking met scholen
‘We hechten veel belang aan een goede samenwerking met de scholen’, zegt Philip Neyens, support engineer bij Beckhoff Automation. ‘Ook voor ons is het interessant om mee te werken aan dergelijke innovatieve projecten.’
Voor de PXL ligt de nadruk op het educatieve aspect. Door dergelijke projecten op te nemen in het leerpakket worden studenten er voorbereid op de industrie van de toekomst.
Daarnaast wil men de opgedane kennis en ervaring ook delen met mensen uit de industrie. Daarom komen er een aantal workshops waarin het opzet en de implementatie nader toegelicht zullen worden. Geïnteresseerden kunnen hierover meer informatie bekomen via patrick.pilat@pxl.be of smartfactory.pxl@pxl.be
www.pxl.be www.beckhoff.be
Een omweg stelt de PLC in staat om de productieplanning in het ERP-systeem aan te passen.
Een productielijn met een Beckhoff PLC verzamelt bijkomende data zoals spanning, stroom, temperaturen en trillingen.
FANUC (acroniem voor Fuji Automatic Numerical Control) is al sinds 1956 een ware pionier in automatisering. Vandaag vormen robots, cobots, bewerkingsmachines en CNC’s de belangrijkste pijlers van het bedrijf.
FANUC: VEEL MEER DAN ROBOTS
FANUC werd in 1956 opgericht in Japan als producent van numerieke sturingen. Het bedrijf zou later uitgroeien tot een ware pionier in automatisering en lag aan de basis van meerdere markante innovaties in onze sector. Zo is de ontwikkeling van CNC machines op het conto van het bedrijf te schrijven en ook in de doorbraak van robots speelde het bedrijf een cruciale rol.
FANUC is met haar aanwezigheid in 108 landen een wereldspeler in de ware zin van het woord. Liefst 7.000 werknemers zijn dagelijks in de weer met de ontwikkeling en verkoop van automatiseringsproducten. Zeer opvallend is de grote focus op R&D, want liefst 1/3de van de medewerkers is actief in één van de 12 laboratoria die voortdurend nieuwe concepten en producten ontwikkelen.
De productie van de robots, cobots, bewerkingsmachines en CNC’s verloopt volledig intern. En die capaciteit is enorm: voor de robots gaat het bijvoorbeeld om 8.000 stuks per maand, bij de CNC’s zelfs om een potentieel van 36.500 machines op maandbasis. Ook de onderdelen zoals aandrijvingen en besturingen worden door het bedrijf zelf geproduceerd, wat verder bijdraagt aan de kwaliteit van het eindproduct. Zestig jaar na de oprichting en met meer dan 4.4 miljoen CNCbesturingen en 680.000 miljoen geïnstalleerde robots over de hele wereld, kunnen we FANUC met recht en reden een mondiale marktleider noemen in fabrieksautomatisering. FANUC Benelux wordt vanuit de hoofdzetel in Mechelen aangestuurd. Binnenkort gebeurt dat vanuit een nieuw bedrijfsgebouw -meer info daarover vindt u verderop in dit stuk. Bovendien bevindt zich net over de grens in Luxemburg het Europese 35.000 m² grote Customisation and Distribution Center. Dat centrum is het logistieke hart van FANUC in Europa en beschikt over een enorme voorraad wisselstukken. Zo bent u dus altijd snel terug op weg als uw machine service nodig heeft. Het bedrijf garandeert ook dat klanten er blijvend terecht kunnen voor wisselstukken, ook al is hun machine pakweg 25 jaar oud. Dat is een unieke benadering in de markt.
Openbaarheid naar andere leveranciers
Een rol als pionier betekent dat FANUC die functie ook in het Industrie 4.0 tijdperk op zich wil nemen. Een illustratie van dit streven is de openheid naar andere fabrikanten toe. Via een open platform kunnen andere leveranciers apps ontwikkelen die op de machines van FANUC kunnen draaien. Zo kan bijvoorbeeld het productie- en onderhoudsproces geoptimaliseerd worden. Het bedrijf stelt hiervoor de nodige data vrij ter beschikking.
Robotoplossing op maat via integratoren
De robots van FANUC vinden in ons land vooral via een netwerk van integratoren hun weg naar de eindklant. Elke
integrator is gespecialiseerd in één of meerdere sectoren, waardoor de eindklant de garantie heeft dat zijn project door een partner met veel expertise en ervaring in zijn applicatie aangepakt wordt. Voor de CNC’s werkt FANUC samen met Machine Tool Bouwers die deze op maat van de klant bouwen en voor de bewerkingsmachines werkt FANUC Benelux met een vaste verdeler.
Nieuw bedrijfsgebouw
Op een steenworp van het bestaande gebouw verrijst momenteel een gloednieuw complex met oppervlakte van 5.117 m². Dat moet FANUC de ruimte geven om verder te groeien en klanten technisch nog beter te ondersteunen. Managing director van FANUC Benelux Paul Ribus daarover: ‘Fabrieksautomatisering, robotisering en digitalisering zijn meer dan ooit de sleutel om competitief te blijven in de maakindustrie en de productie lokaal te verankeren. Dat we klanten hier uitstekend in kunnen bijstaan maakt dat we op vijf jaar tijd verdubbeld zijn in omzet en qua medewerkers. Ons huidige pand zit daarmee aan zijn limieten. Het nieuwe gebouw zal ons de vleugels geven om verder te groeien.’
Voor Paul Ribus kan die dag niet vroeg genoeg komen: ‘We zitten te midden de vierde industriële revolutie. De combinatie van de schaarste aan technische profielen en de technologische ontwikkelingen maken robots relevanter dan ooit. Door de integratie van sensoriek, visietechnieken, artificiële intelligentie en meer rekenkracht, zullen robots meer en meer capaciteit en functionaliteit krijgen. Die evolutie is vandaag al ingezet: ze worden in steeds meer domeinen en industrieën actief. We hebben er dan ook alle vertrouwen in dat er een mooie toekomst is weggelegd voor de maakindustrie in de Benelux. En met het nieuwe bedrijfspand zijn we perfect voorbereid op die toekomst.’
‘In het nieuwe gebouw zullen we de klant technisch nog beter ondersteunen. We kunnen klanten tonen welke toegevoegde waarde ons portfolio kan realiseren en we trainen er klanten
Paul Ribus: ‘We zitten te midden de vierde industriële revolutie. De combinatie van de schaarste aan technische profielen en de technologische ontwikkelingen maken robots relevanter dan ooit.’
om met onze producten te werken. Robots kunnen misschien wel zelfstandig bewegen, maar het is pas in de toepassing dat hun meerwaarde echt concreet wordt. Dat ze klanten kosten kunnen besparen, een kwaliteitsinjectie kunnen opleveren, … dat zal allemaal duidelijk worden ons FANUC Inspiration Center’, besluit Paul Ribus.
www.fanuc.eu
Een blik op het nieuwe gebouw-in-aanbouw van FANUC Benelux.
SMC INTRODUCEERT COMPACTE PARALLELGRIJPER
SMC gaat de uitdaging van snelheid en precisie aan door het toenemende gebruik van robotarmen in productielijnen. De nieuwste SMC-oplossing hiervoor is de compacte pneumatische parallelgrijper JMHZ2.
De nieuwe grijper is klein en licht. Tegelijkertijd zijn het grijppunt en de productiviteit optimaal. Hoewel de JMHZ2 tot 21 procent korter en tot 43 procent lichter is dan de pneumatische grijper MHZ2, is de boring gelijk. Daardoor neemt het maximale grijppunt toe, zodat interferentie tussen de grijper en de machine wordt vermeden.
Door de robotarm sneller te laten bewegen met minder massatraagheid nemen de cyclustijden toe en wordt de output geoptimaliseerd. Door de integratie van een lineaire geleiding en grijpervinger uit één deel zijn bovendien een hoge stijfheid en precisieherhaalbaarheid van ±0,01 mm bereikt.
Voor extra flexibiliteit heeft de JMHZ2 drie montagemogelijkheden vanuit twee richtingen. De grijper is verkrijgbaar in vier boringen: Ø8, Ø12, Ø16 en Ø20. Daarmee is deze serie ideaal voor de handling van kleine werkstukken, waarbij er een grote afstand is van de materiaalhandling tot het grijppunt. Daarnaast bewijst de JMHZ2 zich bij het overbrengen van lichte werkstukken en in pick & placetoepassingen in krappe ruimten.
www.smc.be
IO-Link The Ideal Solution
Find out more norgren.com
Norgren, the right partner for your IO-Link needs
With established manufacturing and technical facilities globally, we have the capability to cope with the most demanding projects. Norgren offers a complete IO-Link system solution, which includes a wide range of IO-Link enabled devices, IO-Link Masters and I/O Modules (Hubs). Alongside reliable, high performance and quality IO-Link products; Norgren offers insight, technical excellence, and a collaborative approach, to help our customers forge a brighter future of possibility.
BLAUWE FDA-CONFORME MESKANTROLLEN VAN IGUS VOOR MAXIMALE TRANSPORTBANDSNELHEDEN
igus heeft nu een hoogwaardig polymeer ontwikkeld, speciaal voor toepassing in de levensmiddelenproductie. Met iglidur A250, breidt de motion plastics specialist haar productprogramma voor meskantrollen uit. Het blauwe tribo-polymeer kan niet alleen optisch worden gedetecteerd, is FDA- en EU-conform, maar ook slijtvast en is bestand tegen hoge bandsnelheden van tot wel 1 m/s.
Vanwege de toenemende vereisten ten aanzien van de productiviteit in de levensmiddelenindustrie, nemen de snelheden van de installatie, en daarmee ook de vereisten voor de machine-elementen, steeds meer toe. Dit was ook een uitdaging voor de meskantrollen, die bijvoorbeeld transportbanden voor deegwaren geleiden. Met meer dan 50 jaar ervaring op het gebied van glijlagertechniek, heeft igus nu een nieuw materiaal ontwikkeld, speciaal voor deze toepassing.
‘Met het nieuwe iglidur A250 tribo-polymeer, beschikken we voor de eerste keer over een polymeer in ons productprogramma dat voldoet aan de stringente hygiënevereisten voor zowel de FDA als de EU 10/2011 regelgevingen en tevens geschikt is voor hoge bandsnelheden’, legt Lars Braun uit, hoofd van de sector management, levensmiddelen en verpakkingstechniek bij igus GmbH.
Dit maakt het hoogwaardige polymeer ideaal voor meskantrollen. De nieuwe rollen gemaakt van iglidur A250 vragen slechts een gering aandrijfvermogen, dankzij de minimalisatie van de wrijvingscoëfficiënt. Net als alle iglidur polymeren, is iglidur A250 vrij van extern smeermiddel, ongevoelig voor stof en gemakkelijk te reinigen.
Dankzij zijn blauwe kleur is het ook optisch te detecteren. Het nieuwe materiaal kon zijn lange levensduur en slijtvastheid in het eigen 3800 vierkante meter grote igus testlaboratorium bewijzen. Hier werd aangetoond dat iglidur A250 een levensduur had die 10 keer langer was dan andere FDAconforme materialen van igus bij maximale bandsnelheden.
Meskantrollen voor veilig transport
Jarenlang zijn meskantrollen gemaakt van iglidur tribopolymeren, beproefde oplossingen geweest in de levensmiddelenindustrie wanneer het gaat over het transporteren van producten over meskantrollen die beperkt zijn qua installatieruimte. Dit vanwege het feit dat wanneer twee transportbanden voor zeer kleine producten aan elkaar worden gekoppeld, de radii van de geleiderollers een spleet creëren tussen de banden. Een probleem voor ongebakken croissants, koekjes of zelfs gebak. Ze kunnen al snel in de spleet glijden tussen de transportbanden.
Voor een veilige overdracht van deegwaren van band naar band, moeten daarom de afbuigradii tussen de banden van de flow-lijnen klein worden gehouden. Dit is waar meskantrollen een belangrijke rol spelen, omdat ze compact zijn en tevens de banden veilig geleiden. Behalve iglidur A250, biedt igus tevens de materialen iglidur H1, P210 en andere oplossingen in haar productprogramma voor meskantrollen welke geschikt zijn voor levensmiddelen, zoals A180 en A350.
www.igus.be
MAAK DEEL UIT VAN ‘THE LARGEST PROFESSIONAL COMMUNITY IN INDUSTRIAL AUTOMATION’ IN BELGIË
Nu fysieke events en beurzen niet meer kunnen plaatsvinden, kan u via Automation Magazine iedereen op de hoogte houden van uw diensten, producten en projecten. De vier nieuwe dossiers van Automation Magazine in 2021 zijn inmiddels bekend.
Het is nu het moment om Automation Magazine en de bijhorende succesvolle website te gebruiken om uw klanten te informeren en vooral te inspireren. Automation Magazine is het grootste automatiseringsvakblad in België. Als marktleider bestaat dit vakblad reeds 50 jaar en het voorbije jaar kreeg Automation Magazine een make-over. Het blad werd dikker en duurzamer. Automation Magazine wordt voortaan gedrukt met milieuvriendelijke inkten op gerecycleerd FSC-papier. De seal waarin het magazine wordt rondgestuurd is biologisch afbreekbaar.
Automation Magazine heeft 11.000 abonnees die via De Post het magazine ontvangen. Voorts ontvangen ook de studenten van de belangrijkste technische universiteiten en hogescholen de nummers van Automation Magazine. De abonnees (CEO’s, management en technisch kader) van Automation Magazine situeren zich bij alle Belgische industriebedrijven, zowel multinationals als kleine KMO’s, en dit in Vlaanderen en Wallonië: van AB InBev en Cartamundi tot Volvo en Yaskawa. De doelgroep is dus veel breder dan alleen de machinebouwers in ons land. bij Automation Magazine lezers het grootst is, en dit van alle 16 betrokken vakbladen. Ook de Automation Magazine website met maandelijks 30.000 bezoekers en de wekelijkse nieuwsbrief (op donderdag) hebben mooie groeicijfers. De reclametarieven voor Automation Magazine in 2021 zijn alvast ongewijzigd gebleven.
Meer informatie over een samenwerking met Automation Magazine kan u opvragen via publiservice@automationmagazine.be en tel. 0032 475 44 57 91 (Jean-Charles Verwaest).
www.automation-magazine.be
THE LARGEST PROFESSIONAL COMMUNITY IN INDUSTRIAL AUTOMATION
221 SEPTEMBER 2020
11.000 SUBSCRIBERS
Automation Magazine publiceert inhoudelijke thema’s. Onze lezers appreciëren dat. De thema’s van het nieuwe 2021 zijn bekend. Voor het maartnummer is dat ‘De
toekomst van ons technisch
onderwijs’, in juni is het thema
‘Industriële automatisering in de
landbouw’, in september gaat het over ‘Technologische start-ups’, en het decemberdossier heeft als onderwerp: ‘Hydraulica, pneumatica
en electromechanica in de drankenindustrie.’
Een bevraging tijdens de grootste Belgische industriebeurs INDUMATION. BE 2019 leert dat de tevredenheid
Driemaandelijks tijdschrift van InduMotion vzw – 50e jaargang September - oktober - november 2020. Afgiftekantoor Turnhout – P309959
DOSSIER
p24 – ACE gasveren vereenvoudigen Covid-19 diagnose p36 – JASA maakt verpakkingsmachines vol innovatie
Maintenance & Gears Heyvaert (MGH) is dé partner die de industrie draaiende houdt dankzij haar merkonafhankelijke
totaaloplossingen voor zware elektromechanische aandrijfgroepen. Bij MGH is recent Maarten Steylemans gestart als Accountmanager voor de regio Kempen, Limburg en Vlaams-Brabant. Daarnaast blijft Jan Berghman verantwoordelijk als Accountmanager voor de regio West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Haven Antwerpen. Voorts neemt Harald Heyvaert, naast de verantwoordelijkheid over key-accounts, de functie op van Business Development Manager. Hierbij zal hij hoofdzakelijk focussen op de groeiprojecten die de toekomst van MGH verder schragen zowel in binnen- als buitenland. Voor Nederland is het MGH-team versterkt met een nieuwe collega Pascal Marcelissen. Als Commercieel Directeur Nederland zal hij samen met de Nederlandse MGH collega Ferdinand Den Boer het klantenbestand verder uitbouwen. (www.mgh.be) BOSAL, met hoofdkwartier in Lummen, gaat zich opnieuw profileren op de wereldwijde markt van trekhaken met nieuwe investeringen en innovaties. Het bedrijf gaat een volwaardige trekhaakdivisie (her)oprichten om wereldwijd aftermarket- en OE-klanten te bedienen. Deze investeringsbeslissing volgt op de desinvestering drie jaar geleden, toen BOSAL haar Europese trekhaken business verkocht aan de Amerikaanse venture capitalist TowerBrook Capital Partners. Op dat moment haalde deze divisie met haar belangrijkste productie in Hongarije een jaaromzet van 250 miljoen euro. (www.bosal.com) ABB heeft het Nederlandse Codian Robotics (Ede) overgenomen, een
toonaangevende leverancier van delta robots, die voornamelijk worden gebruikt in uiterst nauwkeurige pick-and-place
toepassingen. Het assortiment van Codian Robotics omvat een hygiënische robotlijn, welke ideaal is voor omgevingen waar de strengste hygiënische eisen gelden, inclusief de voedingsmiddelen en dranken- en farmaceutische industrie. Met deze overname versterkt ABB haar aanwezigheid in de groeiende markt van delta robots. In de toekomst zal ABB in staat zijn om haar klanten een breder scala aan delta robots en geïntegreerde oplossingen te bieden vanuit één enkele bron, wat bijdraagt aan de machine-centric robotics strategie van ABB die machineautomatisering en robotbesturing integreert in één enkel platform. (www.abb.com) Act in
Time is met INOVANCE een nieuw partnership aangegaan om klanten een nog completer gamma aandrijving en sturing
aan te bieden. Met deze extra fabrikant in de portfolio kan Act in Time op vlak van PLC’s, frequentiesturingen en servomotoren zeer interessante oplossingen aanbieden. INOVANCE bestaat al bijna 20 jaar als producent van kwalitatieve industriële automatisatie oplossingen en is intussen al uitgegroeid tot de nummer 3 in China. In Europa is INOVANCE sinds 2018 op de markt en vanaf heden dus ook op de BENELUX-markt. De INOVANCE producten voldoen aan de Europese standaarden en communiceren met de gangbare protocols zoals ETHERCAT, PROFIBUS, PROFINET, CANopen, ModBus-RTU, afhankelijk van het model. (www.actintime. be) Privé-investeringsmaatschappij Ardian verkoopt GANTNER Electronic Austria Holding. Het hoogtechnologische bedrijf, dat gespecialiseerd is in elektronische toegangscontrole, ticketing, cashless betaalsystemen en smart locks voor lockers, wordt overgenomen door SALTO Systems, een fabrikant van toegangscontrole en elektronische sluitoplossingen. Gantner is een toonaangevende Europese fabrikant van systemen die automatische en contactloze identificatie mogelijk maken via RFID (Radio Frequency Identification) en NFC (Near Field Communication) technologie. (www.ardian.com) Teradyne, het moederbedrijf
van Universal Robots, kondigde aan dat Jürgen von Hollen, de voorzitter van Universal Robots, besloten heeft om op 31
december 2020 het bedrijf te verlaten. Jürgen Von Hollen, die sinds oktober 2016 aan het hoofd stond van Universal Robots, wil een nieuwe uitdaging aangaan in een andere branche. Gregory Smith, de voorzitter van de Industrial Automation Group binnen Teradyne, zal de leiding van Universal Robots overnemen tot er een definitieve nieuwe voorzitter aangesteld is. (www.universalrobots.com) Agoria, de federatie van de technologische sector, is blij met de belofte van minister van Telecommunicatie
Petra De Sutter dat ze vaart wil maken met de veiling van het supersnel mobiel internet 5G, ook al zal het nog minstens
een jaar duren voor de radiofrequenties effectief onder de hamer kunnen gaan. ‘Eindelijk hebben we een minister die een duidelijk statement voor 5G maakt en helder en duidelijk zegt dat ze de veiling in gang gaat zetten’, reageert Agoria-topman Marc Lambotte. Uit een studie van Agoria en consultancybedrijf Capgemini Invent een jaar geleden bleek dat de helft van de industriële maakbedrijven in België gelooft dat 5G kan zorgen voor een efficiëntere en flexibele organisatie van de productie. Ondertussen zijn er al een dertigtal projecten aan de gang met tijdelijke en testlicenties van 5G. (www.agoria.be) Elektrische bordenspecialist P&V Panels verwerft de meerderheid in EBB, voluit Elektra Bree Bordenbouw. Joris Vrancken, CEO van P&V Panels, wil zo één sterke groep vormen voor de building markt. Elektra Bree Bordenbouw is, met een geconsolideerde omzet van 8,5 miljoen euro, na P&V Panels de grootste onafhankelijke bordenbouwer in de Belgische markt. Het bedrijf telt een vijftigtal medewerkers en focust voornamelijk op het building segment, met onder andere totaaloplossingen voor gebouwautomatisatie. (www.pnvpanels.be)
P&V Panels verwerft EBB. Peter Hermans, Bert Denivel en voormalig mede-eigenaar van EBB Bart Geebelen, samen met Joris Vrancken van P&V Panels (rechts).
COBOT EN EXOSKELET OP WEG NAAR MATURITEIT
In de laatste 5 jaar zagen we de opgang van opkomende technologie zoals de cobot en exoskeletons. Bij de exoskeletons zien we momenteel heel wat start-ups verschijnen, maar er zijn nog enkele hinderpalen die moeten worden weggewerkt om ze echt applicatiegerichter te maken. Zo moet de betrouwbaarheid en praktische technische uitwerking verder verbeterd worden.
Oorspronkelijk werden exoskeleton in de USA ontwikkeld voor militaire doeleinden, in Europa in eerste instantie voor zorgdoeleinden. De industriële toepassing kwam pas later aan de oppervlakte, waardoor we pas nu een nieuwe generatie producten zien verschijnen die meer op deze sector gericht zijn.
Voor bedrijven is het vaak heel moeilijk om te weten welk type exoskelet zij exact nodig hebben en wat de impact zal zijn. Ook de sociale aspecten mogen zeker niet over het hoofd gezien worden, zoals de praktische bruikbaarheid op de werkvloer. Er zijn dus nog zowel technische, fysiologische als sociale uitdagingen bij deze techniek. Ik ben van mening dat actieve exoskeletons meer op de voorgrond zullen komen, zij ondersteunen de beweging via motoren, niet via veren.
Cobots staan ondertussen al een stuk verder, dat wordt ook bevestigd door de cijfers van de internationale Robot Federatie, waar deze toestellen jaar na jaar een stijging blijven optekenen. Steeds meer fabrikanten van robots brengen nu ook cobots op de markt. Ik stel ook vast dat het onderscheid tussen cobot en robot steeds kleiner wordt, al is daar nog wat werk aan de winkel. Zo zijn er nog belangrijke uitdagingen rond de payload. Bij een typische robot ligt die verhouding op ongeveer 1 op 10: om een last van 1 kg te dragen, is een robot nodig van 10 kg. Het volstaat om dat te vergelijken met de menselijke draagkracht om te beseffen dat daar nog veel potentieel ligt. Ook de snelheid is nog beperkt en dat staat de productiviteit wat in de weg. Het performanter worden van veiligheidscomponenten zal dat euvel in de toekomst verder verhelpen. Maar de cobot heeft een mooie toekomst. Die toestellen zijn meestal torque-control gestuurd en dat is voor sommige toepassingen ideaal. We zien zelfs dat cobots omwille van die reden ook in niet-collaboratieve toepassingen ingezet worden.
Ik denk wel dat de markt voor klassieke, pure automatisering altijd zal blijven bestaan, maar er zullen ook gradaties van samenwerking tussen mens en machine ontstaan. Dat kan variëren van ‘workspace sharing’ tot een echte ‘intieme’ samenwerking, waarbij de snelheid van de cobot aangepast wordt aan de nabijheid van een werknemer. Er zullen - maar dit is nog toekomstmuziek - ook werksituaties ontstaan waarin een zwerm van cobots met diverse mogelijkheden en mensen hun werkruimte zullen delen. Als ook de systemen met mobiele platformen verder uitgewerkt worden, staat de weg open voor een volledig andere invulling van de werkvloer. De intelligentie van dergelijke systemen zal bestaan uit slimme algoritmes die op basis van artificiële intelligentie beslissingen nemen.
We mogen tot slot niet vergeten dat we oog moeten blijven houden voor het sociale aspect van de samenwerking tussen mens en machine. We moeten de complementariteit tussen mens en machine verbeteren, niet pogen de mens te vervangen.
Bram Vanderborght is professor aan de Vrije Universiteit Brussel, lid van Brubotics, core lab manager Flanders Make en gespecialiseerd in robotica, exoskeletons en zorgrobots. Hij is auteur en mede-auteur van meerdere boeken rond robotica zoals ‘Homo Roboticus.’
ATB Automation
Mechanics Motion Control