8 minute read

MAGGS Interview

ZON: VRIEND EN VIJAND

Nu treft het nog één op de vijf bewoners in onze fraaie kuststreek, maar men verwacht dat al snel één op de vier zal worden getroffen door huidkanker. Behalve de meest voorkomende, gelukkig ook de meest te voorkomen vorm van kanker. We weten immers dat blootstelling aan UV-straling de grootste boosdoener is, en je kop in het zand steken een dikke tweede plaats verdient.

INTERVIEW: AUGUSTA VERBURG

Roken verhoogt het risico op longkanker, alcohol op slokdarmkanker en de zon op huidkanker. Zo simpel is dat. Alle smoesjes die we bedenken waarom het jou niet zou treffen en blijven toegeven aan ongezonde gewoontes, drijven de sterftecijfers onnodig op. Zeker als het gaat om huidkanker. Menno Gaastra, dermatoloog bij Centrum Oosterwal: ‘Per jaar wordt er bij ruim 80.000 mensen huidkanker vastgesteld waarvan bij zo’n 8.000 het melanoom, de meest nare vorm die jaarlijks zo’n 800 sterfgevallen kent als gevolg daarvan. Een flinke stijging, want in 2000 waren dit er nog 470. Om het ontstaan van huidkanker te begrijpen, is het belangrijk te weten dat de huid zich iedere maand vernieuwt: bij kinderen vindt dit twee keer in de maand plaats en bij oude mensen een keer in de twee maanden. Omdat de zon ons afweersysteem vermindert, werkt het zuiveringsproces in ons lichaam niet optimaal en hopen afvalstoffen zich op wat zorgt voor weeffouten in ons genenpatroon. Die weeffouten stapelen zich op - en bij jonge kinderen gaat dat dus twee keer zo snel - en de pigmentcellen kunnen uiteindelijk veranderen in een kankercel. Daarom zijn schaduwplekken op schoolpleinen zo belangrijk. Zet bijvoorbeeld daar dat klimrek. Bescherm jezelf tegen de zon, ook als je niet op het strand ligt te bakken. Met voor de school in de zon staan praten of in de tuin werken, loop je ook zonschade op. Zoek tussen twaalf en drie uur per definitie de schaduw op. Het idee dat factor 50 zoveel meer of langer bescherming biedt dan factor 30, is een vergissing. Het scheelt maar 1%. In beide gevallen moet je je om de twee uur insmeren. En het idee dat je dan minder bruin wordt, is evenmin waar. Als iedereen zich goed zou beschermen of sneller aan de bel zou trekken als de eerste verschijnselen van huidkanker zich voordoen, zou dat ons miljarden per jaar aan ziektekosten schelen.’

Risicofactoren

Verbranding, vooral op jonge leeftijd, vergroot het risico dus op een melanoom. Maar ook zonder verbranding: overmatige blootstelling aan uv-straling, zowel van zon als van bruiningsapparaten, brengt schade. Huidtype speelt eveneens een rol: mensen met een lichte huidskleur, met sproeten of blond/rossig haar, die moeilijk bruin worden en snel verbranden, hebben meer aanleg om een melanoom te krijgen. Dat Australiërs het niet in hun hoofd halen om onbeschermd in de zon te gaan zitten, heeft niets te maken met de ozonlaag die daar dunner zou zijn, maar met de Britten met huidtype 1 die daar zijn neergestreken. Ook erfelijke aanleg is een risicofactor; naarmate er meer familieleden een melanoom hebben, neemt dat risico toe. En dan zijn er nog de moedervlekken: Als je meer dan 100 moedervlekken hebt, of een aangeboren moedervlek die groter is dan 20 centimeter, heb je meer kans om een melanoom te krijgen. Maar wanneer blijkt een moedervlek zich te hebben ontpopt tot een melanoom?

Symptomen

Om te beginnen is een melanoom meestal groter dan een gewone moedervlek. Er zijn echter een paar opvallende verschillen: het melanoom is meestal grillig en asymmetrisch van vorm, de pigmentatie is onregelmatig, en naast bruin en zwart kunnen de kleuren rood, paars, blauw, grijs, wit voorkomen, of een combinatie van verschillende kleuren. Niet alle melanomen zijn dus alleen zwart gekleurd. Sommige kwaadaardige pigmentcellen verliezen zelfs het vermogen om pigment te maken waardoor er een licht of rozerood gezwelletje ontstaat. Ze zien er zo onschuldig uit dat de diagnose vaak niet direct wordt gesteld. Een melanoom kan gepaard gaan met jeuk, bloedinkjes en wondjes in het gezwel, maar soms is er niets van dit alles. Bij vrouwen komt deze vorm van kanker wat vaker voor op de benen, bij mannen op de romp. Wat zeldzamere locaties zijn het behaarde hoofd, de slijmvliezen (mond-, neus- en keelholte, vagina en anus) en in het oog.

Andere vormen huidkanker

Naast het melanoom kennen we ook het basaalcelcarcinoom en het plaveiselcelcarcinoom. Het basaalcelcarcinoom is de meest voorkomende vorm van huidkanker en ontstaat uit de kiemcellen van de opperhuid. Naar schatting krijgen meer dan 60.000 mensen per jaar het basaalcelcarcinoom en dat aantal neemt nog steeds toe. Het betreft voornamelijk oudere mensen (95% is ouder dan 40 jaar). Zonlicht, uv-straling, is weer de boosdoener, maar hier lijken vooral veel kortdurende, intensieve zonblootstellingen de oorzaak te zijn, weer met name in de kinderjaren. Beschadiging in het DNA op een belangrijk punt in het erfelijk materiaal worden niet gerepareerd waardoor er een kwaadaardige cel ontstaat die ongecontroleerd begint te groeien. Gelukkig is deze vorm goed te behandelen, maar men moet vaak nog jaren, en soms levenslang bij aanleg of veel basaalcelcarcinomen onder dermatologische behandeling blijven. Basaalcelcarcinomen herken je aan een langzaam groeiende rode, huidkleurige of bruine verhevenheid op de huid. Vroeg of laat gaat dit gezwelletje in het midden open waardoor een niet-genezend wondje ontstaat waarop zich korstjes vormen. Ook hier zijn er soms klachten over jeuk of pijn. Het gezwelletje is wat glazig, glanzend en toont soms kleine bloedvaatjes. Soms bloedt het bij het minste geringste. Het basaalcelcarcinoom komt vooral voor op plekken die veel aan de zon zijn blootgesteld zoals het gezicht of op de oren. Een bijzondere vorm is het ‘romphuid carcinoom’ dat vooral op de borst en de rug voorkomt. Deze vorm lijkt op een eczeempek, maar jeukt niet.

Het plaveiselcelcarcinoom komt minder vaak voor dan het basaalcelcarcinoom, maar vaker dan het melanoom. Deze ontstaat in de opperhuid, maar zaait soms uit naar de lymfeklieren en andere organen. Oorzaak is weer te veel zon, maar bepaalde wrattenvirussen kunnen ook een rol spelen. En soms zie je dit carcinoom ontstaan in chronische wonden of in gebieden van chronische huidontstekingen. Mensen bij wie het immuunsysteem langdurig wordt onderdrukt, bijvoorbeeld na een nier-of harttransplantatie, hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen ervan. Het plaveiselcelcarcinoom ziet eruit als een huidkleurig of lichtrood bultje dat vaak ruw aanvoelt. In de loop der tijd wordt het langzaam groter en kan het uitgroeien tot een flinke tumor die soms gepaard gaat met pijnklachten. Of het begint als een wondje dat geleidelijk aan groter wordt. Het is niet altijd even gemakkelijk om het plaveiselcelcarcinoom te herkennen, zelfs niet voor artsen met veel ervaring op dit gebied. Het kan overal op het lichaam voorkomen, maar heeft een voorkeur voor de schedelhuid, de oren, het gelaat, de lippen, onderarmen, handrug en benen. Ook hiervoor geldt: hoe eerder het wordt ontdekt, hoe eenvoudiger het is te genezen.

Zelfonderzoek

Regelmatig zelfonderzoek is van groot belang. Hoe eerder huidkanker wordt ontdekt, hoe beter het over het algemeen te behandelen is. Menno: ‘Vrouwen controleren regelmatig hun borsten op knobbeltjes, mannen doen dat bij hun ballen, maar hoe vaak controleer jij je huid op verdachte plekken? Terwijl dat bij de huid juist heel gemakkelijk is omdat je het kunt zien. Huidkanker kun je vaak herkennen aan een plekje op je huid dat ineens verschijnt of verandert. Als je een plekje ziet dat je niet vertrouwt, zoals plekjes waar steeds korstjes op zitten, ruw zijn, spontaan gaan bloeden, van kleur veranderen, groter worden of een onregelmatige vorm krijgen, trek dan aan de bel. Laat ze controleren door je huisarts of je dermatoloog. Te vroeg kun je nooit zijn, te laat wel.’

Waarom lijken mensen in de kuststreek tussen Bergen en Castricum gevoeliger voor huidkanker dan elders in het land?

Menno wijt het niet aan extra gevoeligheid als wel aan ons luxe bestaan. ‘Mensen die hier wonen zijn over het algemeen meer bemiddeld en brengen meer vakanties door rond de evenaar: Bonaire, Curaçao waar de zon altijd schijnt.’ Royaal insmeren is daarom het advies, elke twee uur, ook als het bewolkt is en na het zwemmen of hevig transpireren, zoek tussen 12 en 3 uur de schaduw op, draag zoveel mogelijk beschermende kleding zoals een zonnehoed, een shirt met lange mouwen en een broek met lange pijpen, pas op voor reflectie van water, sneeuw of zand. Denk niet dat zon de enige bron van vitamine d is; uit gezonde voeding zoals vis haal je dit ook. En vergeet die zonnebank. ‘Dat we graag bruin willen worden,’ helpt Menno ons herinneren, ‘is pas ontstaan nadat Coco Chanel na haar reis door Afrika rokend, drinkend en met een kleurtje terugkwam. Daarvoor was een blanke huid juist een teken van welvaart; je hoefde immers niet op het land te werken. In de meeste landen buiten Europa geldt nog steeds: hoe witter, hoe beter. In Amerika lijkt men zich meer bewust van de gevaren van de zon: daar kost een grote fles zonnebrand omgerekend vijf euro tegen hier een klein flesje voor twintig euro.’ En om het verhaal zonnig te eindigen: ‘Van leven ga je dood, dat weten we, dus natuurlijk moeten we het voor onszelf zo gezellig mogelijk maken. Dus mocht je toch een zomers-bruin tintje willen hebben, dan is een tube bruin zonder zon een optie. Dan kun je daarnaast verstandig van de zon genieten.’ <

This article is from: