5 minute read

Landschaps- en tuinarchitect Arjan Boekel: voor tuinen met een ruggegraad

Foto: Sietske de Vries

Tuin- en landschapsarchitect Arjan Boekel

Je eigen groene habitat

Tuincentra kunnen de vraag nauwelijks bijhouden, massaal zetten we ons uitgespaarde vakantiegeld om in bloemen en struiken. Steeds meer aandacht gaat naar ons huis en de buitenruimte eromheen. Dit jaar zet die trend harder door dan ooit: als je al dan niet gedwongen thuis zit, kun je er maar beter het beste van maken en dat geldt dus ook voor de tuin. In je eigen buitenruimte genieten van de seizoenen, met alle gewenste comfort en functionaliteit, dat is ultieme luxe.

Elke nieuwe tuin begint met een goed ontwerp. ‘Het ontwerpproces is zo belangrijk. We maken altijd eerst handmatige schetsen van de tuin om te onderzoeken wat het beste werkt op die plek. Na presentatie van de schetsen en referentiebeelden volgt een overleg om samen de richting voor het vervolg te bepalen. Klopt het masterplan, waar gaan we bijschaven, welke onderdelen moeten verder worden ontworpen? Dat proces is erg leuk, door vaak te overleggen, ontstaat er een heel persoonlijk verhaal en groeien we samen in het ontwerp. Als het definitieve ontwerp dan klaar is, kun je bijna niet wachten tot het gerealiseerd wordt.’

Een speerpunt van tuinen van Boekel is het creëren van een mooie beplanting. ‘Uiteraard zijn bouwwerken, verharding en speciale elementen als vijvers, zwembaden en verlichting belangrijk, maar de sfeer in onze tuinen komt toch voor een groot deel door de beplanting. We maken tuinen waarin je de seizoenen kunt ervaren, waarin altijd wat te zien en te beleven is. Van de eerste bollen en bloesem in het voorjaar, naar weelderige beplanting in de zomer, tot de laatste herfstkleuren in het najaar. Tot slot komt in de winter de ruggengraat van de tuin weer sterker naar voren; hagen, bomen en wintergroene heesters zorgen dan voor een solide basis. Tot het in het voorjaar weer van vooraf aan begint.’

De groene bouwstenen waarmee Boekel Tuin en Landschap een ruimtelijk plan opbouwt, zijn bijvoorbeeld bomen, hagen, heesters en vaste planten. ‘Allemaal hebben ze hun eigen karakter, hun eigen rol in de tuin, je moet ze heel bewust inzetten om een optimale ruimtelijke indeling in de tuin te verkrijgen. Je kunt door het gericht inzetten van de juiste typen beplanting een interessant beeld creëren, met veel dieptewerking en een goede mix tussen een geborgen, besloten gevoel, en openheid en mooie doorzichten.’ Een ander aspect waar Boekel nadrukkelijk op let, is de verticale gelaagdheid in een tuin. ‘Als je alle lagen van de tuin benut, ontstaat een vegetatie die natuurlijk aandoet, maar precies past in het gewenste ruimtelijke beeld.

Los van het ruimtelijke beeld, moet een tuin aan een aantal criteria voldoen. ‘Allereerst worden natuurlijk de functionele wensen van de eigenaren geadresseerd. >

Het is belangrijk dat de tuin een weerspiegeling is van het droombeeld dat een eigenaar voor ogen heeft. Daarnaast neem ik natuurlijk ook mijn eigen inzichten mee in het ontwerp. Zo is het oorspronkelijke landschap van belang, in deze omgeving hebben we vaak te maken met bostuinen op zandgrond. Dat vraagt een andere aanpak dan een poldertuin op zwaardere grond. Ik heb geen sterke voorkeur voor de een of de ander, maar het is soms echt een andere tak van sport.’

Een voorbeeld van een bostuin waarin de beplanting helemaal op de omgeving en de woning is afgestemd, is een royale tuin in Bilthoven. ‘Hier is de setting zo mooi, met volwassen eiken en dennen in de omgeving. De tuin vormt hier echt een schakel tussen het omliggende bosgebied en de woning. Rond de woning vormen plantvakken met weelderige grassen en bloemen – en een enkele boomgroep – een fraaie inbedding van het huis. Het huis staat wat hoger, op een heuveltje. Door de woning wat meer in het groen te zetten, krijg je het gevoel dat het landschap direct om het huis heen begint en creëer je fraaie uitzichten. Zonder groen om het huis heen zou het saai worden, eendimensionaal. Rond deze ‘sjaal van beplanting’ ligt een meer open zone met glooiende gazons. Die gazons lobben uit in de boszone, zodat de open zone mooi inhaakt op het bos. Zo gaan die twee werelden als gradiënten in elkaar over.’ ‘Omdat onze tuinen voor een groot deel uit beplanting bestaan, is het onderhoud erg belangrijk. We spreken zelf overigens liever van begeleiding. Bij onderhoud moet je denken aan gras maaien en hagen snoeien. Dat is natuurlijk ook belangrijk, maar de meer dynamische onderdelen van de tuin, zoals bloeiende vaste planten, heesters en bomen, hebben een andere vorm van onderhoud nodig. Daarbij moet je goed kijken en een beeld hebben van hoe de tuin zich moet gaan ontwikkelen op de middellange en lange termijn. Ontwikkelingsgericht beheer noemen we dat.’ Boekel Tuin en Landschap levert aangelegde tuinen bij voorkeur op met een onderhoudsplan voor de eerste drie jaar. ‘Vaak blijven we er nog veel langer bij betrokken, door het onderhoud zelf te doen, of een externe partij te adviseren in overleg met de opdrachtgever. Een tuin is namelijk niet klaar na de aanleg, het begint pas na de aanleg!’

‘Weet je wat het mooiste is aan het creëren van tuinen? Elke tuin is anders, zelfs als het om twee tuinen van hetzelfde formaat in dezelfde buurt gaat, heb je elke keer een uniek resultaat, omdat het voor alles toch een heel persoonlijk en creatief proces blijft. Daarom zal mijn vak me nooit gaan vervelen.’ Heb je ook een droomopdracht? ‘Nou, niet echt. Wel is het waar dat de mooiste tuinprojecten zijn gelegen rondom een mooi huis dat architectonisch gezien goed in elkaar zit. Als dat ook nog eens in een mooi landschap ligt, kunnen we met de tuin voor een ultieme verbinding zorgen tussen de woning en het landschap. Als ik dan een duidelijke, functionele briefing heb en creatief gezien wat vrijheid krijg, dan is het resultaat fantastisch!’ <

This article is from: