CultuurKroniek

Page 1

Cul tuur

Jaarmagazine 2009 van het Prins Bernhard Cultuurfonds

kroniek kroniek

Het Cultuurfonds in 2009 ÅD e

Wonderjaren vijftig Å Chinees behangsel Å Classic Express Å Carine Bijlsma

over Yo! Opera Å Begraven in Buurse Å CultuurFondsen op Naam Å Brieven van Van Gogh Å Het Iepenloftspul Å De jaarcijfers


Cultuurkroniek is het jaarmagazine van het Prins Bernhard Cultuurfonds projectinterviews

Liesbeth Maas

fondsenwervings­interviews

Ellen Segeren

redactie

Inhoud Jaarmagazine 2009 van het Prins Bernhard Cultuurfonds

Cultuurfonds in 2009

4

Sabel Communicatie

eindredactie

Afdeling Communicatie Prins Bernhard Cultuurfonds

projectfotografie

Martijn Beekman

ontwerp

Marcel Bakker, De Ontwerperij, Amsterdam

druk

Calff & Meischke, Amsterdam

Stichting Prins Bernhard Cultuurfonds Herengracht 476 Postbus 19750 1000 gt Amsterdam

Inkomsten, bestedingen, evenementen en

nieuws in vogelvlucht

Terug in de tijd

26

telefoon

(020) 520 6130

fax

(020) 623 8499

e-mail

info@cultuurfonds.nl

internet

www.cultuurfonds.nl

© Gehele of gedeeltelijke vermenigvuldiging of overname van artikelen, op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan met bronvermelding en na toestemming van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Uitspraken van geïnterviewden geven niet noodzakelijk het standpunt van het Prins Bernhard Cultuurfonds weer.

Klokken­restaurateur en schenkers

CultuurFondsen op

Naam aan het woord

Op zoek naar het onderbuik­ gevoel

Theaterfestival

Boulevard zet Den

Bosch op stelten

Het cbf-Keur wordt

voor vijf jaar afgegeven aan fondsenwervende

instellingen die alle aan

dezelfde criteria moeten voldoen en dezelfde procedure moeten

doorlopen. Jaarlijks wordt getoetst of de organisatie nog aan de gestelde criteria voldoet.

2

33

Het Prins Bernhard Cultuurfonds stimuleert cultuur en natuurbehoud in Nederland – op grote en op kleine schaal. Bijzondere initiatieven, bevlogenheid en talent moedigen wij aan met financiële bijdragen, opdrachten, prijzen en beurzen. Door actieve fondsenwerving en inkomsten uit loterijen kunnen wij jaarlijks ruim 3.500 projecten en personen ondersteunen. Dat maakt ons, met een landelijk fonds en twaalf provinciale afdelingen, een van de grootste particuliere cultuurfondsen van Nederland. Het Prins Bernhard Cultuurfonds geeft cultuur de kans.

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


Voorwoord

30 36

44

10 14 18 21 22 25 38 41 46 49 51

Een brede lach doet wonderen

it jaar publiceren we voor het eerst geen compleet papieren jaarverslag. In plaats daarvan hebben we gekozen voor een jaarverslag online, dat interactief te raadplegen is. Voor donateurs en relaties die liever niet surfen en klikken, hebben we dit ‘jaarverslagmagazine’

Collectebussen vullen zich

bijna vanzelf

De brieven van Van Gogh

gemaakt dat we, in het verlengde van Cultuurbericht en CultuurNieuws, Cultuurkroniek hebben genoemd. Hierin hebben we onze belangrijkste activiteiten en cijfers over 2009 samengevat en uitgebreide achtergrondinterviews opgenomen met vertegenwoordigers van elf organisaties waaraan we een bijdrage hebben gegeven. Het gaat hier om projecten, waarvan wij als Cultuurfonds vinden dat die ons werk goed illustreren.

Het resultaat

Ook publiceren we in dit tijdschrift

van vijftien jaar

gesprekken met een Cultuurfondsbursaal

onderzoek

en twee schenkers van de CultuurFondsen

De bever is terug in Drenthe

op Naam waaruit hij een beurs heeft gekregen. Met het verhaal van de coördinator van de Anjeractie en het dubbelinterview met twee donateurs completeren we het portret van het Prins Bernhard Cultuurfonds in 2009. Wij wensen u veel leesplezier.

Barend heeft het

naar zijn zin in het Hoornse Diepje

De Wonderjaren laat kinderwereld zien Concertzaal op wielen: de Classic Express Landschapsbeheer Nederland redt kerkhoven Donateursprofiel Biografisch Portaal van Nederland De biografie is helemaal hot Restauratie Chinees behangsel Huis Verwolde in Laren De Zeeuwse Canon is verschenen Carine Bijlsma maakte documentaire over Yo! Opera Iepenlof tspul, theaterspektakel van en voor het dorp Financieel beleid, balans en staat van baten en lasten

Alexander Rinnooy

Adriana Esmeijer,

Kan, voorzitter

directeur

N.B. Wilt u echt alles weten over het Prins Bernhard Cultuurfonds in 2009, ga dan naar www.jaarverslagcultuurfonds.nl

3


Het Prins Bernhard Cultuurfonds in 2009 Het volledige jaarverslag vindt u op www.jaarverslagcultuurfonds.nl

BankGiro Loterij Museumprijs uitgereikt

Het Prins Bernhard Cultuurfonds bestaat uit een landelijk fonds en twaalf provinciale afdelingen. Samen investeren we in cultuur en natuurbehoud in Nederland. Daarbij richten we ons op vijf werkterreinen.

€25,6 miljoen

Budget voor cultuur- en natuurbehoud

6.047

3.644

Gehonoreerde aanvragen

foto: Anke Teunissen

Ontvangen aanvragen

25.624 Donateurs

250 33 26

Directeur Pieter-Mathijs Gijsbers van het Openlucht Museum (links) krijgt de prijs uit handen van Coen Schimmelpenninck van der Oije.

CultuurFondsen op Naam

Medewerkers in dienst

Samen met de BankGiro Loterij organiseert het Cultuurfonds de BankGiro Loterij Museumprijs. Het Openlucht Museum in Arnhem won de prijs omdat dit museum er het beste in slaagt om (een periode uit) de Nederlandse geschiedenis toegankelijk te maken voor een breed publiek. De prijs werd 4 november uitgereikt in het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam.

Medewerkers op inleenbasis

40.000

Vrijwilligers

Vice-voorzitter Cultuurfonds overleden

Het Prins Bernhard Cultuurfonds ondersteunt alle vormen van cultuur en natuurbehoud. Daarvoor hebben we elk jaar rond de € 25 miljoen tot onze beschikking. Van dit budget geven de twaalf provinciale afdelingen samen ongeveer de helft uit. De rest van het budget verdelen we over: • onze werkterreinen – muziek & theater, beeldende kunst, monumentenzorg, geschiedenis & letteren en natuurbehoud; • ons Cultuurfondsbeurzenprogramma – sinds 2008 reserveren we tien procent van het activiteitenbudget van het landelijk fonds voor beurzen. De omvang van onze beurzen is sindsdien te vergelijken met die van andere beursverstrekkende fondsen, zoals het vsb Fonds en het Fulbright Fonds.

4

foto: A nke Teu nissen

Steun voor alle vormen van cultuur en natuurbehoud

Op 14 juli 2009 bereikte ons het droevige bericht van het overlijden van onze vice-voorzitter Erik Beelaerts van Blokland. Hij was de onwankelbare rots in de Raad van Toezicht en het boegbeeld van de Adviescommissie Fondsenwerving & Communicatie. Wij missen zijn expertise en aimabele persoonlijkheid enorm.

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


Koningin speldt Zilveren Anjers op

foto: Anke Teunissen

Nieuwe voorzitter van het Cultuurfonds

v.l.n.r.: Jan Maarten Boll, Henny Brunnekreeft, HM de Koningin, Alexander Rinnooy Kan, Jan Koolen, Adriana Esmeijer en Winthrop Curiel. Vooraan in de rolstoel: zuster Elisabeth Janssens.

Op 11 juni heeft Hare Majesteit de Koningin de Zilveren Anjers uitgereikt aan zuster Elisabeth Janssens voor haar krachtdadige inzet voor het in stand houden en vernieuwen van het geestelijk erfgoed in Nederland; aan Winthrop Curiel voor zijn grote toewijding, plichtsbesef, nauwgezet-

heid en kennis van zaken van het behoud van cultuur en natuur op de Antillen en Aruba; aan Jan Koolen voor het bewaken, beschermen en bevorderen van natuur en landschap van de Biesbosch; aan Jan Maarten Boll voor het enthousiasme en de daadkracht waarmee hij zich heeft ingezet voor

Op 1 maart 2009 is dr. A.H.G. Rinnooy Kan benoemd als voorzitter van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Hij lichtte zijn ‘ja’ tegen het Cultuurfonds als volgt toe: “Ik vind het een grote eer. Ik ben onder de indruk van dit mooie fonds, dat op een uitzonderlijk breed terrein opereert en uitermate vernieuwend is geweest met het creëren van de succesvolle CultuurFondsen op Naam, ook voor bedrijven.”

het behoud van kunstschatten voor Nederland, en voor het terugbrengen van Hollandse kunst naar Nederland en aan Henny Brunnekreeft voor de visie en het geduld waarmee hij de belangen heeft behartigd van de amateurmuziek en aanverwante vormen in Nederland.

Wie zijn wij? Het Prins Bernhard Cultuurfonds heeft 33 medewerkers op het landelijk bureau en 25 medewerkers bij de provinciale afdelingen. De medewerkers verzorgen samen het dagelijkse werk voor het fonds.

Medewerkers van het Cultuurfonds tijdens een bijeenkomst in de tuin van Herengracht 476.

Alexander Rinnooy Kan is in het dagelijks leven voorzitter van de Sociaal Economische Raad (ser).

Het Prins Bernhard Cultuurfonds is beneficiant van de BankGiro Loterij en De Lotto.

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

5


Het Prins Bernhard Cultuurfonds in 2009 Het volledige jaarverslag vindt u op www.jaarverslagcultuurfonds.nl

BankGiro Loterij reikt cheque uit De helft van de opbrengst van de BankGiro Loterij gaat naar instellingen op het gebied van cultuur. Ook het Prins Bernhard Cultuurfonds ontvangt elk jaar een percentage van de opbrengsten. Uit de opbrengst van 2009 kregen we tijdens het Goed Geld Gala op 9 februari een cheque ter waarde van € 14,1 miljoen.

Excursie naar paleis Het Loo

We willen onze schenkers graag bij ons werk betrekken. Daarom organiseren we elk jaar verschillende excursies, lezingen en speciale bijeenkomsten voor deze groep. In 2009 ontvingen we onze schenkers onder andere op paleis Het Loo. Zij bezochten de door het fonds ondersteunde tentoonstelling Juliana.

Verantwoordingsverklaring goed bestuur Het Prins Bernhard Cultuurfonds draagt het cbf-Keur. Een van de voorwaarden is een Verantwoordingsverklaring, waarin we laten zien hoe we invulling geven aan drie principes van de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen (Code Wijffels). In ons digitale jaarverslag, te raadplegen via www.jaarverslagcultuurfonds.nl, is een samenvatting van de Verantwoordings­ verklaring opgenomen.

6

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


20

09

20.293.045

19.601.772

17.919.579

08 20

17.709.968

07 20

18.842.320

06

05 20

771.872 09

1.087.037

Het werk van het Prins Bernhard Cultuurfonds is niet mogelijk zonder donateurs. Ook in 2009 leverden ze een belangrijke financiële bijdrage. Word ook donateur en vul de bon in achterin dit magazine.

20

932.930

08 20

902.885

07 20

20

06

859.176

Donaties

05

1.191.890

1.150.808

09 20

1.332.000

08 20

1.315.452

07 20

1.375.494

06 20

05

Tijdens de jaarlijkse Anjeractie gaan tienduizenden vrijwilligers de straat op om een ­bijdrage te vragen voor cultuur en natuur­behoud in Nederland. In 2009 heeft de Anjeractie bijna € 1,2 miljoen opgeleverd. Wilt u ook collecteren voor de Anjeractie? Kijk dan op www.anjeractie.nl.

Inkomsten donaties en giften

Het Prins Bernhard Cultuurfonds ontvangt een groot deel van zijn inkomsten uit loterijen. Zo ontvingen we in 2009 wederom een percentage van de opbrengsten van de BankGiro Loterij, De Lotto en de Paarden­ totalisator.

Opbrengst uit Anjeractie

20

20

6.504.222

7.145.433

09 20

8.440.302

08 20

4.755.765

07 20

20

06

5.748.631

Inkomsten CultuurFondsen op Naam

Inkomsten uit loterijen

20

Inkomsten Anjeractie

Tien nieuwe fondsen op naam Mede door de financiële crisis waren zowel particulieren als bedrijven in 2009 terughoudender met het schenken van CultuurFondsen op Naam. Toch ontvingen we in 2009 tien nieuwe fondsen op naam. In totaal beheert het Cultuurfonds nu 250 CultuurFondsen op Naam.

05

Nieuwe CultuurFondsen op Naam, schenkingen en nalatenschappen aan bestaande fondsen op naam waren in 2009 belangrijke inkomstenbronnen voor het Prins Bernhard Cultuurfonds.

Het Prins Bernhard Cultuurfonds werft fondsen om culturele projecten mede te kunnen financieren. Dat doen we door middel van de Anjeractie, CultuurFondsen op Naam, donateurs en nalatenschappen. Daarbij houden we ons aan de Gedragscode Fondsenwerving.

20

Inkomsten uit CultuurFondsen op Naam

Inkomsten loterijen

Welke inkomsten hadden we in 2009?

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

7


Het Prins Bernhard Cultuurfonds in 2009 Het volledige jaarverslag vindt u op www.jaarverslagcultuurfonds.nl

Projectbijdragen, beurzen, eigen initiatieven en prijzen In 2009 verstrekte het Prins Bernhard Cultuurfonds 3644 projectbijdragen en beurzen. Elf daarvan hebben we in dit magazine door middel van interviews met betrokkenen nader uitgewerkt. Daarnaast zetten we zelf projecten op touw (eigen initiatieven) en reikten we prijzen uit. Een van de eigen initiatieven van het landelijk fonds was het opzetten van de Sleutelfigurenreeks, een serie van acht biografieën over sleutelfiguren uit de vijftiende tot en met de negentiende eeuw. In 2009 verscheen het eerste deel over Jacoba van Beieren door Antheun Janse. (Zie ook p. 25)

De directeur van de Hortus toont een foto waarop is te zien dat de prijs wordt besteed aan een boombankje.

Het landelijk fonds reikte vijf prijzen uit waaronder de Martinus Nijhoff Prijs voor vertalingen. Ook zeven van de twaalf provinciale afdelingen van het Prins

Het Cultuurfonds is ook actief in Europees verband. Jaarlijks geven wij een voorkeurbijdrage aan de Europese Culturele Stichting (ecs). Deze bijdrage bestaat uit 25 procent van de bijdragen die we ontvangen van de BankGiro Loterij en De Lotto. Omdat de ecs eigen richtlijnen heeft, vindt de besteding buiten onze verantwoordelijkheid plaats. Het bestedingenbeleid van de ecs richt zich hoofdzakelijk op samenwerkingsprojecten met een Europees onderwerp.

8

Prijs voor Culturele Arbeid 2009 uit handen van CdK mr. H.C.J.L. Borghouts, in zijn functie als voorzitter van het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Holland.

Initiatief van de afdeling Gelderland: Age of Kings

foto’s: Th ea van den He uvel

Cultuurfonds ook actief in Europees verband via ecs

Bernhard Cultuurfonds reikten prijzen uit, waaronder de afdeling NoordHolland. Op 10 juni ontving de directeur van de Hortus Botanicus in Amsterdam de

Brassband Gelderland voerde op 12, 13 en 25 september 2009 An Age of Kings uit. Een muziekstuk van twintig minuten dat een turbulente periode uit de Engelse geschiedenis beschrijft. Voor de uitvoering werkte Brassband Gelderland samen met Gelderse mannenkoren, musici van Het Gelders Orkest,

studenten van ArtEZ en verschillende solisten. De uitvoeringen vonden plaats in Arnhem, Ulft en Zutphen. Op 23 november verzorgden de musici een extra uitvoering tijdens de uitreiking van de Brabant Bokalen in Den Bosch. Het Gelders Kenniscentrum voor Kunst en Cultuur organiseerde dit succesvolle project.

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


n

Be

s

di

delijk fonds € 6. 89 1.028.713 Beeldende kunst

4.

99

8

Budget en bestedingen in cijfers

te

an gl

1 . 1 86. 2 07 Geschiedenis en Letteren

Natuurbehoud 363.808

Podiumkunsten 1.866.964

u

ite

c ti v

25.600.000

4.105.701

Verdeling a

1.847.026 Monumentenzorg

710.8 13 Prijsuitreikingen

it e

nb

et € dg

602.280 Beurzen

CultuurFondsen op Naam 8. 01 1 . 2 04

Europese 4.994.0 34 Culturele Stichting

456.973

7.321.275

Provinciale afdelingen

Landelijk fonds

Nederlandse Antillen en Aruba

afde

l i n ge n € 7 . 7 48

. 04

7

695.426 Beeldende kunst

B es te

di n

gp

ro

n vi

le c ia

Podiumkunsten 4.668.126

Natuurbehoud 179.275

67 3. 01 6

Geschiedenis en Letteren

19.465 Beurzen Monumentenzorg 413.593

Cu

u

sen o p Naam € 3.3 9

Best

edi

ng

232.053 Beurzen

1.099.146 Educatie

5. 5

54

ltu

nd rFo

177.684 Natuurbehoud 311.053

Geschiedenis en Letteren

Podiumkunsten 995.442 737.301 Beeldende kunst

Monumentenzorg 942.021

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

9


De Wonderjaren laat

kinderwereld zien

10

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


project

Reinie van Goor: “Het gaat ons er niet om een nostalgisch gevoel op te wekken, we willen kinderen laten zien wat herinneren is en hoe je herinnering werkt.”

Artes in media, Amsterdam; tentoonstelling De Wonderjaren. Bijdrage Cultuurfonds € 15.000 Motivering aanvraag Artes in media stelt zich ten doel om met behulp van kunstenaars thema’s uit de samenleving zichtbaar te maken. In deze voorbeeld-stellende tentoonstelling De wonderjaren gebeurt dit door de jeugd van fotograaf Michel Pellanders (1951) in beeld, woord en geluid tot leven te brengen. Deze jeugd bevat collectieve herinneringen aan

het pre-televisie en –computertijdperk en is in dat opzicht universeel te noemen. Motivering toekenning De Wonderjaren sluit aan bij een van de inhoudelijke thema’s van musea, waarbij de betekenis van historische beelden voor de actualiteit wordt onderzocht en getoond. De Wonderjaren onderscheidt zich als een kwalitatief en krachtig auteursproject. Het Cultuurfonds is ervan overtuigd dat deze tentoonstelling qua inhoud en vormgeving interessant is voor een breed publiek.

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

11


‘ Vroeger was er geen Nintendo of Playstation, maar toch, knikkers zijn er nog steeds’

Herinneringen aan toen à “Ach ja, haring in tomatensaus, dat aten wij ook!” roept een van de drie vrouwen – rond de zeventig – die Museum van Bommel van Dam in Venlo bezoeken. Een feest van herkenning, dat is De Wonderjaren. Een tentoonstelling, boek én website over de herinneringen van een tienjarig jongetje dat opgroeit in de jaren vijftig. “Herinneringen die verrassend universeel blijken,” zegt projectcoördinator Reinie van Goor. Reinie van Goor: “Hier mag, nee móet al het tentoongestelde aangeraakt worden; anders mis je simpelweg te veel.”

www.wonderjaren.nl – Voordat Reinie van Goor als projectcoördinator in het vizier kwam, was het ‘jongensclubje’ van De Wonderjaren al gevormd: fotograaf Michel Pellanders (initiatiefnemer), geluidsfotograaf Hannes Wallrafen en acteur én kindervriend Frank Groothof. Pellanders wilde foto’s uit zijn jeugd laten zien, bepalende beelden die hem als fotograaf hebben gevormd. Hij zocht contact met collega Wallrafen die, sinds hij plotsklaps blind werd en zijn werk als fotograaf moest stopzetten, rake beelden kan oproepen met geluidscomposities. Groothof werd gevraagd om teksten te schrijven bij het fotomateriaal. Drie kunstenaars die opgroeiden in de jaren vijftig en die de jeugd van een van hen doen herleven. Ze benaderden Van Goor voor de coördinatie van hun plannen. Wat volgde was een samenwerking met het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam. Daar beleefde de tentoonstelling haar primeur. En het bleef niet alleen bij een expositie; er verschenen een boek en een interactieve website die je aanmoedigen je eigen jeugdherinneringen te delen. Verhaal uit een la De tentoonstelling De Wonderjaren laat plekken zien die er voor een kind toe doen: thuis, school en een buurt die uitnodigt tot veel buitenspelen. Dierbare en herkenbare jeugdherinneringen

12

in tekst, beeld en geluid. De bezoeker loopt van woonkamer en keuken richting slaapkamer, school en nagebouwde buitenspeelplekken. Tekstborden, geluidsfragmenten en videobeelden aan de muur brengen herinneringen aan toen terug. Het is een familievoorstelling, bedoeld voor kinderen en hun (groot)ouders. Van Goor: “Het gaat ons er niet om een nostalgisch gevoel op te wekken, we willen kinderen laten zien wat herinneren is en hoe je herinnering werkt.” Bijzonder is dat een gangbare museumcode wordt doorbroken: hier mag, nee móet al het tentoongestelde aangeraakt worden; anders mis je simpelweg te veel. Als je een la van een kast in de woonkamer opentrekt hoor je een man vertellen over zijn jeugd op het Noordereiland in Rotterdam. Het openen van een lessenaartje in de klas leidt tot een relaas van een vrouw over haar strenge juf in Nijmegen, die zij het bloed onder de nagels vandaan haalde. Een van Van Goors pregnante jeugdherinneringen speelde zich ook af op school. “Er was ons ’s ochtends verteld dat een student onze school zou komen bezoeken. We moesten ons dus netjes gedragen. Nu zat ik bijna altijd in de klas naar buiten te kijken, ook die ochtend. Opeens zag ik een zwarte man met een wit overhemd het schoolplein op lopen. Ik vond hem intrigerend en mooi. De student! Echt waar, ik heb vanaf dat moment heel

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


museumstukken met een lokale focus. In Museum van Bommel van Dam zien we vooral de katholieke invloeden van het diepe zuiden als regionaal tintje: een kruis van klei in het klaslokaal of beelden van een processie. In een van de vitrines ligt een schriftje van een jongetje uit Tegelen dat zijn ouders op 1 januari 1957 schreef: ‘Ik dank u voor al het goede wat u het afgelopen jaar voor mij hebt gedaan. Het spijt me dat ik daar niet altijd even dankbaar voor ben geweest.’ Zou een kind van nu zich op deze manier uitdrukken? “Er zijn natuurlijk veel verschillen tussen toen en nu,” mijmert Van Goor. “Kijk bijvoorbeeld maar naar het speelgoed: er was geen Nintendo of Playstation, maar toch, knikkers zijn er nog steeds. Knuffels en plakboeken ook.”

lang gedacht dat alle zwarte mannen student waren.” Verschillen tussen toen en nu De tentoonstelling bestaat uit een landelijk format, waar elk afzonderlijk museum een eigen regionale invulling aan mag geven door plaatsing van extra

Een van de pronkstukken van De Wonderjaren is een houten hut waar je met krijt op mag kliederen en waar je in kunt kruipen; op de achtergrond hoor je spelende kinderen. Het is de favoriet van Reinie van Goor. “Ik zat vroeger vaak onder de tafel, omdat ik het fijn vond om me af te sluiten. Datzelfde effect heeft die hut.” Maar de hut heeft, te zien aan de enthousiaste kinderen in het museum, grote concurrentie van de rode Daf waar je als chauffeur of passagier in kan zitten en alle knoppen mag, nee móet aanraken.

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

13


Classic Express à Jochem van Eeghen, directeur van het Prinses Christina Concours, bedacht voor de viering van het veertigjarige bestaan van het Concours de Classic Express, een uitschuifbare concertvrachtwagen, speciaal voor leerlingen van de basisschool. Hij woont vandaag weer eens een concert bij, samen met pianiste Daria van den Bercken.

Concertzaal op

wielen www.classicexpress.nl – Groep 6 van de Montessorischool in Oegstgeest komt luidruchtig binnen. Schoenen moeten uit, antislipsokken – mét logo van winkelketen/sponsor Zeeman – aan. Een meisje fluistert tegen haar vriendin: “Ik wil geen sokken van de Zeeman aan mijn voeten.” De musici van vandaag worden voorgesteld: violiste Floor en harpiste Rachel. Allebei hebben ze ooit het Prinses Christina Concours gewonnen, want dat is de voorwaarde om hier te mogen optreden. We zijn op een plek waar Major Tom van David Bowie zich thuis had gevoeld: een spacy ruimte met veel wit en zilver, vierkante en rechthoekige harde leren kussens als zitplaats, een ruimte van de toekomst. Zo op het eerste gezicht heeft het allemaal niets met klassieke muziek te maken, maar schijn bedriegt. Violiste Floor vraagt de leerlingen of ze willen luisteren naar een stukje van Bach en welk dier ze in de muziek denken te horen. Daarna vertelt de dertienjarige harpiste Rachel dat ze al op haar derde begon met zeuren om een harp. De leerlingen luisteren naar de muziek, worden uitgedaagd na te denken over wat ze horen en mogen vragen stellen. Na drie kwartier is het tijd terug naar school te gaan.

14

De Classic Express is de eerste hydraulisch uitschuifbare concertvrachtwagen van de wereld. De trailer is veertien meter lang en zeven meter breed en biedt plaats voor ongeveer 35 leerlingen en een klein podium. Jochem van Eeghen laat trots de technische snufjes zien. Het geluid van de instrumenten kan op verschillende standen, ‘grote concertzaal’ of ‘kathedraal’ bijvoorbeeld en overal in het plafond hangen onzichtbare microfoons die zorgen voor een concertwaardig geluid. “Het doet echt niet onder voor het geluid in het Concertgebouw,” beweert Van Eeghen. In het decor hangen plasmaschermen waarop passende beelden afgespeeld kunnen worden. Kinderen zijn medogenloos Pianiste Daria van den Bercken is een van de vele presentatoren van de Classic Express. In het verleden heeft zij tweemaal een studiebeurs van het Cultuurfonds ontvangen. Van den Bercken is dertig; ‘oud’, volgens de principes van het concours en dus is het einde van haar Classic Express-carrière in zicht. Ze heeft er vrede mee want haar loopbaan verloopt voorspoedig, met interessante concertreeksen, lovende recensies en diverse prijzen. “Ik heb hier veel geleerd, vooral als het gaat om ‘performen’. De eerste keer dat ik moest presenteren was een ramp. Het was tijdens de

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

15


‘ De Classic Express is speciaal voor kinderen gemaakt en dat voelen ze’

Jochem van Eeghen: “Het doet echt niet onder voor het geluid in het Concertgebouw.”

opening, minister Plasterk keek mee en de kinderen waren druk. Ik vond vooral die verschillen in groepsdynamiek nogal heftig in het begin. Je voelt meteen of een groep er zin in heeft of niet. En soms moet je echt je best doen en alles uit de kast trekken om de aandacht vast te houden – kinderen zijn meedogenloos.” Mohammed naar de berg Van Eeghen zet zich als directeur van het Prinses Christina Concours al negen jaar in voor de promotie van klassieke muziek onder jongeren. Met de concert-

16

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s

vrachtwagen slaat hij een paar vliegen in één klap. “We bieden allereerst de jonge musici een jong publiek. Daarnaast vullen we het gat dat op veel basisscholen is gevallen: er is te weinig aandacht voor muziek. Voor middelbare scholieren is er een groot aanbod van concerten, maar ik vind dat je kinderen op een eerder moment moet zien te pakken, op een leeftijd dat ze ontvankelijker zijn. We hadden ervoor kunnen kiezen in de basisscholen te spelen, maar vaak is de akoestiek heel slecht in zo’n gymzaal en staat er geen piano. Dus toen dacht ik:


project

foto: Classic Express

Stichting Prinses Christina Concours, Den Haag; educatief project Classic Express. Een klein mobiel muziekpodium waarop jong talent concerten geeft voor basisschoolleerlingen.

basisschool­leerlingen van 6 tot 10 jaar, telkens voor één klas. Daarnaast zijn er concerten voor kinderen met een handicap.

Bijdrage Cultuurfonds € 185.000 Motivering aanvraag De rijdende high tech concertzaal toert al enkele jaren door Nederland. Jong talent in de leeftijd van 12-20 jaar, een selectie uit prijswinnaars van het Prinses Christina Concours, geeft voorstellingen voor

komt de berg niet naar Mohammed, dan moet Mohammed maar naar de berg.” Van den Bercken: “De Classic Express is speciaal voor de kinderen gemaakt en dat voelen ze.” Bronzen olifant De rijdende concerttrailer is nu bijna drie jaar onderweg. Zo’n 35.000 kinderen hebben de voorstellingen bezocht en de vraag vanuit de basisscholen blijft groeien. De oorspronkelijke doelstelling van 300 concerten per jaar is gegroeid naar zo’n 500 voorstellingen. Op school

Motivering toekenning Het Cultuur­fonds hecht grote waarde aan educatie. Tevens wil het Cultuurfonds talent de kans geven. Bij de Classic Express snijdt het mes aan twee kanten. Jonge kinderen maken kennis met (klassieke) muziek en worden aangemoedigd om zelf ook een instrument te gaan spelen. Jong talent doet podiumervaring op en kan zich verder ontwikkelen.

hebben de kinderen zich met hun juf of meester voorbereid op het concert. Daarvoor heeft het Prinses Christina Concours een lespakket samengesteld met onder meer een dvd over kinderen die muziek maken. Jochem van Eeghen wil nog kwijt hoe blij hij is dat het Prins Bernhard Cultuurfonds meteen positief reageerde op het plan van de Classic Express. “Wij wilden voor een periode van drie jaar de exploitatiekosten gedekt hebben, zodat de vrachtwagen geen eendagsvlieg zou zijn; het Cultuurfonds begreep dat.” Hij

lacht en zegt: “Weet je trouwens dat we nog een hele andere relatie met het Cultuurfonds hebben – ik denk dat het fonds dat zelf niet eens weet: tijdens onze concoursen kun je veel prijzen winnen. Eén ervan is een prijs van eer. Het is een bronzen olifant die wij lang geleden van het Cultuurfonds hebben gekregen – ik weet niet eens waarom. Hij wordt uitgereikt door een laureatenjury, de winnaars van het jaar ervoor. Het is een zeer geliefde wisseltrofee onder de muzikanten.”

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

17


project

Landschapsbeheer Nederland, Utrecht; herstelproject voor kerkterreinen in Nederland. Uitgevoerd in 2008 en vervolg in de periode 2009-2010. Bijdrage Cultuurfonds € 215.000 Motivering aanvraag Nederland telt in totaal zevenduizend kerkterreinen en begraafplaatsen, waarvan een aanzienlijk deel in een slechte staat is. Om dit tegen te gaan is op initiatief van het Cultuurfonds aan Landschapsbeheer Nederland gevraagd het bestaande succes-

18

volle Groningse kerkterreinenproject op te schalen naar een landelijk project. Motivering toekenning In februari 2008 startte het eerste voorbeeldproject in het Twentse Buurse (‘Oaldn Karkhof’). Het project krijgt in 2010 navolging in Gelderland, Drenthe en Limburg. De bijdrage van het Cultuurfonds aan deze kleinschalige en zelfwerkzaamheidprojecten stimuleert provincies en gemeenten om ook bij te dragen.

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


landschaps­beheer nederland redt

kerkhoven Reddingsplan Begraafplaatsen à Veel

van de Nederlandse kerkhoven vertonen tekenen van ernstig verval. Landschapsbeheer

Nederland besloot in 2008, het Jaar van het Religieus Erfgoed,

een plan van herstel en behoud

te lanceren. “De plek waar

onze voorouders begraven

liggen verdient respect,” vindt

projectleider Edwin Raap.

www.landschapsbeheer.nl – Raap vindt het verval van kerkhoven ‘heiligschennis’. Samen met een collega van Landschapsbeheer Nederland schreef hij in februari 2008 een artikel voor Trouw met de confronterende titel ‘Kerkhof ten dode opgeschreven’ en luidde daarmee de noodklok. “Ik vind dat we ons religieus erfgoed veronachtzamen. Het gekke is dat onze oudst bewaarde graven, de hunebedden, worden gekoesterd. Geheel terecht overigens, maar ook de wat jongere kerkhoven vertellen veel over het verleden.” Volgens Raap gaat het om ongeveer zesduizend kerkterreinen, waarvan zo’n dertig procent is verwaarloosd. Het zijn begraafplaatsen die niet meer in gebruik zijn maar die, volgens de projectleider, nog steeds de

ziel van een dorp weerspiegelen. De verwaarlozing uit zich in kapotte grafzerken, verwilderd groen en wortels die dreigend door de grond heen kruipen richting graven. Het Oald’n Karkhof Raap wijst op de bijzondere cultuurhistorische waarde van de kerkhoven. “We zien er hoe de begrafeniscultuur in Nederland is veranderd. Zoals andere zienswijzen op de omgang met de dood, de manier van begraven en de veranderende smaak in de vormgeving van graftekens.” Ook op ecologisch gebied is er van alles te beleven op en rond de oude kerkhoven. “Ze zijn een oase voor insecten, vogels en vleermuizen. Op de graven zelf groeien bijzondere korstmos-

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

19


foto: Henk Bra a m / Ho lla ndse Ho o gt e

Edwin Raap: “Ik vind dat we ons religieus erfgoed veronachtzamen.”

Het initiatief tot het opknappen van de kerkterreinen kwam tien jaar geleden van Landschaps­beheer Groningen sen. En in de parkachtige negentiende-eeuwse stadsbegraafplaatsen staan vaak monumentale bomen: de groene longen van de stad.” Tal van redenen dus om het project ‘Groene Kerkterreinen’ van start te laten gaan. De primeur was voor Het Oald’n Karkhof (Het Oude Kerkhof) in Buurse. Het Overijsselse dorp geeft het kleinschalige karakter van die terreinen mooi weer. De dertig graven van het kerkhof liggen verscholen achter de Nederlands Hervormde Kerk, een smal paadje (‘de dodengang’) leidt je er naartoe. “Je kunt zien dat de bevolking hier over het algemeen niet zo rijk was. Op één van de grafstenen is de naam ‘A. Bos’ duidelijk zelf gebeiteld – geld voor een professionele steenhouwer was er blijkbaar niet. Maar in Buurse ligt ook een nazaat van Van Heek, de bekende textielfamilie.” Raap vertelt dat het draagvlak onder de inwoners van Buurse enorm groot was. “Vooral de vrijwilligers van de heemkundeclub Arfgoed Buurse waren zeer fanatiek en hebben voortvarend geholpen met het schoonmaken en opknappen van de graven en het groen. Tijdens de

20

opening na de restauratie speelde de fanfare met rouwkleed om de trommels, het was een hele happening.” Na Buurse volgden meer dorpen en steden, in vier provincies zijn inmiddels kerkterreinen opgeknapt. De stoffering van het landschap Landschapsbeheer Nederland maakt zich al bijna dertig jaar sterk voor het beheer, behoud en de ontwikkeling van het Nederlandse landschap. “Wij beheren landschappen in opdracht van eigenaren, zoals boeren, particulieren en gemeenten,” legt Raap uit. “Het gaat meestal om kleine stukken grond, ik noem het altijd de stoffering van het landschap. Bijvoorbeeld een reststukje land van een boerenterrein. De boer weet niet wat hij daarmee moet en heeft geen tijd om het te onderhouden. Wij zorgen dat bijvoorbeeld de knotwilgen gesnoeid worden.” Had Landschapsbeheer eerst vooral boeren als opdrachtgever, nu zijn het meestal buitenlui: “Mensen met geld die buiten de stad gaan wonen, veel land in bezit krijgen en niet weten hoe ze dat moeten onderhouden.” De inschatting van Raap is dat de overheid voor twintig procent van

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s

ons landschap zorgt. “Wij richten ons op de overgebleven tachtig procent. Kleinschaligheid, daar komen we voor op. Zoals de groene kerkterreinen.” Tachtig begraafplaatsen hersteld Het initiatief tot het opknappen van de kerkterreinen kwam tien jaar geleden van Landschapsbeheer Groningen. In de noordelijke provincie zijn nu ongeveer tachtig begraafplaatsen in oude glorie hersteld. “Wij wilden het succes van Groningen over het hele land verspreiden en konden op landelijk niveau verder gaan met wat zij daar aan kennis en kunde hadden opgebouwd.” Raap vertelt dat er niet eens een lijst was van de kerkterreinen die Nederland rijk is, laat staan dat bekend was hoe het ervoor stond met het onderhoud. “Door de bijdrage van het Cultuurfonds konden we een begin maken met het vergaren van kennis en waren we in de gelegenheid een lijst van verwaarloosde kerkterreinen te maken. Dit alles is heel cruciaal geweest, want vanaf dat moment is het project gaan lopen. ”


Doorgeefluik à Je kunt om allerlei redenen donateur van

het Prins Bernhard Cultuurfonds worden. Wout Heukelom en Cygnea van der Hooning hadden wel een heel bijzondere aanleiding: een afwijzing van het fonds. Het tekent hun instelling: van iets moeilijks maken ze graag iets moois.

‘ I k heb toen het Prins Bernhard Cultuurfonds aangeschreven. Maar wat denk je? Afgewezen!’ doelstelling van het fonds paste. En het zette ons aan het denken. Want als je ergens geld gaat vragen, is toch het minste wat je kunt doen er zelf een bijdrage aan te leveren? Daarom werden we donateur van het fonds. En dat heeft ons dan ook weer veel prachtigs opgeleverd.”

Diamant

als doorgeefluik voor cultuur

Donateurs – In de jaren tachtig woonden Wout Heukelom en zijn vrouw Cygnea van der Hooning in Diemen. Maar ze wilden in Amsterdam graag een woongroep starten met specifieke doelstellingen, vertelt Heukelom. “Ons doel? Verschillende leeftijden binnen onze woongroep halen en samen iets bijdragen aan onze woonomgeving.” En het echtpaar Heukelom en Van der Hooning kreeg het voor elkaar. In 1996 was woongroep De Diamant met zestien verschillende woningen en een gemeenschapswoning in AmsterdamOsdorp een feit. Sieraad voor de wijk Op de bovenste verdieping van het gebouw werpt Heukelom een blik door

het raam naar de omringende flats. “We wilden iets doen voor de buurtbewoners,” memoreert hij. “Het moest een sieraad voor de buurt worden. Het werd een lichtobject aan de gevel in de vorm van een diamant. Als je diamant slijpt, komt er hitte vrij. Dat gebeurt ook bij contact tussen mensen. Maar een steen slijpen kan ook iets moois opleveren. Dat wilden we symboliseren.” Heukelom had wat geld gekregen van zijn vader, maar bij lange na niet genoeg voor zo’n gevelkunstwerk. “Ik heb toen het Prins Bernhard Cultuurfonds aangeschreven. Maar wat denk je? Afgewezen!” zegt hij, hartelijk lachend. “De motivering was goed, hoor,” vult Van der Hooning aan, “we begrepen dat onze aanvraag onvoldoende bij de

Met een expert op excursie “Als donateur ga ik graag mee met de excursies van het Cultuurfonds, die zijn bijzonder inspirerend,” legt Heukelom uit. “Toen ik terug kwam van een uitstapje naar het Huis te Manpad, zei ik tegen Cygnea: zoiets moeten we met de wijk ook doen. Daarop hebben we de buurtbewoners meegenomen naar een landgoed. Zoiets hadden ze nog nooit gezien.” De excursies van het Cultuurfonds roepen bij het stel mooie ideeën op, waar de wijk op haar beurt van geniet. Van der Hooning: “We hebben ook een keer Houssein, een Iraanse vluchteling die we goed kennen, meegenomen naar een excursie. Die vond het razend interessant. We gaan ook kijken of NewtonMania iets is voor onze buurt.” Haar man vult enthousiast aan: “Voor mezelf is het ook boeiend. Zo’n buiten als het Huis te Manpad, daar kom je anders nooit binnen. En de excursie naar De brieven van Van Gogh was ook al zo fantastisch. Ze halen daar dan ook dé expert bij, dat vind ik prachtig.” Verder bouwen En de diamant? Die kwam er, ook zonder de bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Heukelom: “We hebben er al ons spaargeld ingestoken en nu prijkt hij aan de gevel, in azuurblauw en ijsblauw neon. Het lichtobject verbeeldt wat we met de woongroep voor de woonomgeving willen doen, maar verwijst ook naar de geschiedenis van de stad en naar het feit dat wij verder willen bouwen aan de geschiedenis van Amsterdam. Een schitterend symbool.”

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

21


Biografische website gelanceerd à Eindelijk heeft Nederland een volwaardig

biografisch naslagwerk: het Biografisch Portaal van Nederland. “Meer dan 40.000 bekende en minder bekende Nederlanders staan op onze website,” zegt projectleider Els Kloek. “Wij werken voor de eeuwigheid,” aldus voorzitter Hans Blom.

hoog niveau

Cultureel entertainment op

www.biografischportaal.nl – Op 17 februari 2010 werd het Biografisch Portaal gelanceerd, Dat gebeurde in Den Haag, op het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ing), initiatiefnemer van het ambitieuze project. Het was een feestelijke dag, niet alleen omdat er kon worden teruggekeken op een lange periode van hard en vruchtbaar samenwerken, maar ook omdat de pers er uitvoerig aandacht aan besteedde en positieve geluiden liet horen. “Het hoofdredactioneel commentaar van nrc Handelsblad stelde zelfs dat de vaderlandse geschiedenis een nieuwe weg is ingeslagen,” zegt historicus Els Kloek. Waarom is de tijd rijp voor een website vol biografieën van Nederlanders? Hans Blom, emeritus hoogleraar Nederlandse geschiedenis: “Omdat er geen volledige en betrouwbare uitgave wás. Als land hebben wij ons biografisch erfgoed niet goed onderhouden. Geschiedenis is een optelsom van menselijk handelen. Als we de geschiedenis willen begrijpen, betekent dat dus dat we de mensen die de geschiedenis hebben gemaakt moeten leren kennen. Niet alleen de toppers, maar juist ook de laag daaronder. Dus niet alleen Rembrandt, maar ook de onbekendere schilders uit de zeventiende eeuw.” Els Kloek: “Als je alleen al kijkt naar de landen om ons heen,

22

ze onderhouden allemaal een biografisch woordenboek. In deze naslagwerken – boeken én websites – worden alle mensen van naam en faam die het land heeft voortgebracht in korte overzichtelijke lemmata bijeengebracht.” Laat je verbazen Projectleider Kloek legt uit waarom Nederland achterbleef als het gaat om een eigen biografisch naslagwerk. “In 1937 verscheen het laatste deel van het Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek (nnbw), een naslagwerk met informatie over circa 23.000 Nederlanders van de vroegste tijden tot 1911. Toen die uitgave er eenmaal was, dacht men in Nederland: ‘zo, we zijn klaar’. Pas in de jaren zeventig is de draad weer opgepakt met het Biografisch Woordenboek van Nederland (bwn), maar dat richtte zich vooral op de twintigste eeuw.” Blom wijst op de versnippering, op de diverse gespecialiseerde naslagwerken die verschenen. Zo zijn er bijvoorbeeld biografische woordenboeken van provincies, van beroepen of van politieke stromingen. Kloek: “Wij zijn niet zo bezig met onze eigen geschiedenis, laat staan dat we er trots op zijn.” Blom: “Maar geschiedenis is de laatste decennia wel weer veel sterker in de aandacht gekomen. Er zijn veel inhoudelijk hoogwaar-

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


project

Stichting Biografisch Portaal van Nederland, Den Haag; website. Bijdrage Cultuurfonds € 100.000, waarvan € 50.000 uit het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten Motivering aanvraag Nederland kent niet één biografisch portaal of woordenboek voor alle beroemde en minder beroemde Nederlanders door te tijd heen. Door realisatie van dit project komt zowel voor wetenschappers als het brede publiek een schat aan biografische informatie

digitaal beschikbaar. Motivering toekenning In het Biografisch Portaal van Nederland werken diverse instellingen samen om de reeds aanwezige informatie op een overzichtelijke en uniforme wijze te ontsluiten en beschikbaar te stellen. Daarnaast wordt deze informatie uitgebreid met biografisch materiaal van nieuwe personen. Het Cultuurfonds onderkent het belang van dit initiatief en wil dit laten blijken door het Biografisch Portaal reeds in de startfase financieel te ondersteunen.

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

23


Kloek en Blom zijn de drijvende krachten achter het Biografisch Portaal.

‘ Geschiedenis is een optelsom van menselijk handelen’ dige en boeiend geschreven boeken over het verleden verschenen; veel indrukwekkende biografieën ook, zonder onkritische heldenverering.” Hoe het ook zij, het is op z’n minst opvallend te noemen dat er in Nederland niet één algemeen biografisch woordenboek was. Vandaar dat tien culturele en wetenschappelijke instellingen, onder leiding van het ing, de handen ineen hebben geslagen om via een portaal in deze leemte te voorzien. Blom: “Onze hoofddoelen zijn: volledigheid, duurzaamheid en betrouwbaarheid. Het is een ongoing process. Eerst verzamelen we bestaande biografische naslagwerken, in de toekomst moeten deze worden aangevuld en op betrouwbaarheid worden gecheckt. Bovendien moeten we zorgen voor nieuwe biografieën, door aanvullend historisch en genealogisch onderzoek te doen.” Gratis doorzoekbaar voor iedereen Het portaal moet uitgroeien tot dé biografische website van Nederland. Met niet alleen toegang tot levensbeschrijvingen maar ook tot portretten, literatuur, archivalia en wie weet zelfs ook geluid en bewegend beeld. Hiermee krijgt het portaal naar verwachting een belangrijke plaats in de infrastructuur van het Nederlands erfgoed, zowel voor een algemeen publiek als voor wetenschappers.

24

De website behoort tot het publieke domein en is daarom gratis toegankelijk. Er zijn tal van zoekopties mogelijk. Kloek: “Je kunt bijvoorbeeld je straatnaam laten uitleggen of beroemde kunstenaars van de achttiende eeuw uit jouw stad opzoeken.” Blom: “Je kunt eindeloos zoeken en bladeren, of tegen de website zeggen: verbaas mij! Het is cultureel entertainment op hoog niveau.” Toekomstige kandidaten Vooralsnog bevat het Biografisch Portaal personen, die al zijn opgenomen in een van de bestaande verzamelingen. Maar welke figuren komen in aanmerking voor toekomstige opname in het Biografisch Portaal? Blom, to the point: “Ze moeten in ieder geval dood zijn.” Kloek: “Het hangt van hun prestatie en hun reputatie af.” Blom: “Het is de achilleshiel van het project. Want welke criteria hanteer je?” Kloek: “Iemand als André Hazes, ja, die zal een plekje krijgen; hij is voor veel Nederlanders belangrijk geweest. Maar de redactieraad zal ons helpen keuzes te maken. Het is een voortdurend proces van herijking. Veel mensen weten de website al te vinden, althans als je kijkt naar de mails die binnenkomen met boodschappen als: ‘Waarom staat mijn opa er niet op?’, of zelfs: ‘Waarom sta ík er niet op?’ Het Biografisch Portaal leeft dus, daar zijn we heel gelukkig mee.”

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


De biografie is helemaal

Adriana Esmeijer houdt het eerste exemplaar omhoog van Een pion voor een dame. Jacoba van Beieren (1401-1436) door Antheun Janse.

hot

Kort na elkaar zijn de afgelopen jaren biografieën verschenen van bekende en minder bekende Nederlanders. Over bijvoorbeeld Joop den Uyl, Annie M.G. Schmidt, Joke Smit, Jan Wolkers en onlangs over Prins Bernhard. Voor de in 2008 verschenen biografie over de verzetsheld Pim Boellaard Weest manlijk, zijt sterk, kreeg sociologe Jolande Withuis op 8 april 2010 de Erik Hazelhoff Roelfzema Biografieprijs. Tijdens de uitreiking werd in een forumdiscussie aan Elsbeth Etty, redacteur bij nrc handelsblad en bijzonder hoogleraar literaire kritiek aan de Vrije Universiteit, de vraag voorgelegd hoe het toch komt dat er de laatste tijd zoveel belangstelling is voor biografieën. Etty: “De bloei van de biografie is mede te danken aan het Prins Bernhard Cultuurfonds, dat eind jaren tachtig stipendia ter beschikking stelde aan schrijvers en onderzoekers voor het schrijven van biografieën van bekende Nederlanders. Dat heeft mij destijds enorm geholpen bij de biografie over Henriette Roland Holst.”

Onder auspiciën van het Prins Bernhard Cultuurfonds verschenen tien biografieën van bekende Nederlanders onder wie Guido Gezelle, J. Slauerhoff, Belle van Zuylen, Johan Huizinga en Joris Ivens. Verschillende reeksen In 1992 volgde een tweede reeks. Deze keer over bijzondere Nederlanders uit de periode 1880‑1960, die niet alleen op hun eigen vakgebied van grote betekenis waren, maar ook voor de ontwikkeling van de Nederlandse samenleving in die periode. In deze serie verschenen onder andere biografieën over Willem Drees, Henriette Roland Holst, Koningin Wilhelmina, en Menno Ter Braak. Wat beoogde het fonds met deze initiatieven? Directeur van het Prins Bernhard Cultuurfonds Adriana Esmeijer: “Met de biografieënreeksen wilde en wil het fonds het genre van de biografie als vorm van geschiedschrijving stimuleren. Behalve de twee al eerder genoemde series zijn we in 2009 begonnen met de zogeheten ‘Sleutelfigurenreeks’ over sleutelfiguren uit de vijftiende tot en met de negentiende eeuw. De reeks opende op 24 november 2009 met een biografie over Jacoba van Beieren. “Tot 2012 verschijnen nog zeven delen. Over bekende figuren als Jacob Cats en Jacob van Lennep, maar ook minder bekende als Mina Kruseman en Jacob Roggeveen. Voor alle delen geldt dat de hoofdpersoon een uniek venster op zijn of haar tijd biedt. Esmeijer: “Met deze initiatieven hebben we ons doel ruimschoots bereikt. Biografieën zijn dezer dagen helemaal hot.”

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

25


26

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


c u lt u u r f o n d s b e u r z e n Luc Marijnissen, ’s-Hertogenbosch; vervolg­ opleiding Conservation and Restauration of Antique Clocks aan West Dean College, Verenigd Koninkrijk. Bijdrage Cultuurfonds € 5.000 uit het Hendrika Mourik Fonds, € 3.000 uit het Henry F. Benkemper Fonds, € 2.000 uit het Maria Antonia van der Elburg-Schuddebeurs Fonds Motivering aanvraag Een deeltijdstudie klokkenrestauratie was in Nederland niet beschikbaar, waardoor ik niet als gediplomeerd klokkenmaker aan de slag kon. Wel kon ik in 2006 aan de Vakschool Schoonhoven beginnen aan een deeltijdstudie grootwerk. Tijdens mijn opleiding maakte een docent mij attent op de hogere klokkenmakersopleiding aan het West Dean College. Motivering toewijzing Het Prins Bernhard Cultuurfonds vindt het belangrijk dat oude ambachten blijven bestaan. De particuliere schenkers van een CultuurFonds op Naam zijn dezelfde mening toegedaan. Daarom droegen bovenstaande fondsen bij aan de vervolgopleiding van Luc Marijnissen.

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

27


Terug in de tijd als

klokken restaurateur

Cultuurfondsbeurzen à De tijd inspireerde

mensen eeuwen geleden al tot het maken van ingenieuze mechanieken. Die oude uurwerken vragen zorg om behouden te blijven. Luc Marijnissen koesterde al jaren de wens om zich daar professioneel mee bezig te houden. Dankzij bijdragen uit drie CultuurFondsen op Naam rondt hij binnenkort zijn opleiding aan het West Dean College af om een eigen atelier te openen. www.cultuurfondsopnaam.nl – “Als je ziet wat voor mechanieken er in 1500 al werden gemaakt, hoe mooi afgewerkt die waren en hoe doordacht, fascinerend,” vertelt Luc Marijnissen enthousiast. “Antieke klokken vervelen me geen seconde. Het idee dat mensen honderden jaren geleden met zeer beperkte middelen volautomatische uurwerken konden maken, is indrukwekkend. Ze maakten ook vaak zeer geavanceerde gereedschappen zelf.” Marijnissen is bezig om van het restaureren van oude klokken zijn beroep te maken. Aan het West Dean College in het Engelse Sussex volgt hij daarvoor een gespecialiseerde opleiding. En het feit dat hij geen jonkie meer is, voegt misschien nog wel wat toe aan zijn motivatie, die al in zijn

Luc Marijnissen: ‘‘Als je ziet wat voor mechanieken er in 1500 al werden gemaakt, hoe mooi afgewerkt en doordacht die waren, fascinerend!”

28

kinderjaren wortel schoot. “Al jong trok mechanica me. Ik volgde eerst die richting aan de lts en ging daarna fijne mechanica aan de mts doen. Tijdens die opleiding kwam ik vaak bij een vriend thuis. Zijn vader was klokkenmaker en dat boeide me mateloos. Ik ging vaak op zaterdag kijken en snuffelde aan dat werk. Steeds vaker mocht ik klusjes doen. Ik nam me toen voor ooit iets met klokken te gaan doen. Maar het bleef bij af en toe iets voor een familielid repareren.” Toen hij de veertig naderde, werd het tijd voor een ommezwaai. “Die klokken lieten me niet los. Als ik er iets mee wilde, moest ik het snel doen. Daarom begon ik in 2006 in Schoonhoven met de deeltijdopleiding Uurwerktechniek. Daar kwam ik in contact met mensen die een opleiding aan West Dean College hadden gevolgd. Twee keer ben ik er gaan kijken. Wat ik zag beviel me dermate, dat ik het heb besproken met mijn vriendin en ervoor ben gaan sparen. Het was een buitenkans om het roer om te gooien.” Steun uit CultuurFondsen op Naam Voor zo’n prijzige opleiding kun je sparen tot je een ons weegt. Hier komen het Henry F. Benkemper Fonds en het Hendrika Mourik Fonds in beeld. Beide fondsen zijn ingesteld voor vervolgstudie in het buitenland van getalenteerde mensen. Marijnissen schreef het Prins Bernhard Cultuurfonds aan. Inmiddels ontvangt hij bijdragen uit deze fondsen (en het Maria-Antonia van der Elburg-Schuddebeurs Fonds) voor zijn studie. Het Henry F. Benkemper Fonds richt zich vooral op restauratie. “Het fonds is genoemd naar een oom van mijn vader,” zegt Frieda Benkemper. “Hij was pruikenmaker en heeft de wereld rondgereisd, naar Rusland, Londen en New York. Hij maakte ook pruiken voor de Britse Koninklijke familie, koningin Victoria heeft ze nog gedragen. Van die aparte, zonder scheiding. Uiteindelijk begon hij een kapsalon annex pruikenmakerij in Cleveland. Zijn verdiensten heeft hij aan mijn vader nagelaten en kwamen uiteindelijk bij mij terecht.

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


Anton Coster en Frieda Benkemper helpen getalenteerde mensen op weg in hun carrière.

Toen ik besloot een fonds in te stellen, lag het voor de hand dat naar hem te vernoemen.” Anton Coster stelde samen met zijn vrouw het naar haar genoemde Hendrika Mourik Fonds in. “Ze was ongeneeslijk ziek. Toen we haar testament bespraken, koos ze er welbewust voor om mensen met een passie voor het ambacht te ondersteunen. Zelf was ze zeer begaafd. Ze sprak bijvoorbeeld negen talen en bezocht geen land zonder zich te verdiepen in de politiek en de economie. Ook had ze een grote belangstelling voor kunst, ambacht en geschiedenis. Met haar belangstellingsgebied in gedachten weet ik zeker dat ze het verhaal van Luc Marijnissen fantastisch zou hebben gevonden. Ze zou hem de oren van zijn hoofd hebben gevraagd. Zelf heb ik niet zo veel met klokken, als ze maar lopen en geen lawaai maken. Maar ik vind het prachtig, dat iemand daar zo geboeid door kan zijn en zich volledig verdiept in dat ambacht.” Befaamde opleiding Frieda Benkemper kan zich ook wel iets voorstellen bij die fascinatie. “Mijn grootvader en vader waren ambachtslieden, ze richtten herenhuizen in met tapijten, gordijnen en meubels. Ik heb nog steeds meubels die zij hebben gemaakt. Die zou ik nooit wegdoen, omdat ze een tijdsbeeld geven van de jaren dertig, en natuurlijk vanwege de emotionele

waarde. Zelf heb ik na mijn pensionering een cursus meubelmaken gedaan. Daar heb ik ook horen vertellen over West Dean. Het is een befaamde opleiding, de zoon van prinses Margaret heeft er ook gestudeerd. Je komt er niet zomaar op, daarvoor moet je wel wat in je mars hebben.” Inmiddels heeft Marijnissen er zijn tweede trimester afgerond. “Ik benut de tijd volledig om zoveel mogelijk kennis op te doen. Op alle gebieden. Er is hier bijvoorbeeld een smederij. Het valt niet mee om metaal te vormen naar het idee in je hoofd. Door dat te doen, besef je nog meer dat uurwerken maken een eerlijk en mooi vak is. Een eeuwenoud ambacht.” Marijnissen ziet zichzelf ook als ambachtsman. “De IT-hype jakkert maar door, handwerk met eerlijke materialen krijgt steeds minder aandacht. In Engeland wordt het ambacht meer gewaardeerd dan in Nederland. Desondanks ben ik niet bang om me straks als zelfstandig klokkendokter te vestigen, dat is mijn grootste wens. Misschien ga ik ook iets in de onderwijsrichting doen, mijn kennis weer doorgeven. Hoe het ook uitpakt, ik ben het Cultuurfonds enorm dankbaar voor deze kans.”

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

29


‘Een

brede

lach

achter een bus doet wonderen’ Anjeractiecoördinator Nanke de Lange à Ze houdt van regelen en

is haar hele leven al hecht verbonden met cultuur. Toen ze met pensioen werd gestuurd, wilde ze niet achter de sanseveria’s: Nanke de Lange wilde iets doen. Een van de dingen die ze aanpakte, was de coördinatie van de collecte rond de Anjeractie. Met veel plezier, en met groot succes.

30

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s

www.anjeractie.nl – “Ach, zo veel werk is het eigenlijk niet. Een week aanslingeren, een week actie en een week afronden, dat is te overzien.” Nanke de Lange spreekt relativerend over haar coördinatorschap in de regio Den Haag. Twee jaar geleden nam ze die taak voor het eerst op zich. “Waarom? Nou, omdat ik altijd werkzaam ben geweest in de cultuur en zelf met regelmaat bij het Prins Bernhard Cultuurfonds geld heb aangevraagd. Ik weet hoe belangrijk het fonds is, want voor alles wat je in de cultuur wil, is geld nodig.” De Lange begon haar culturele loopbaan als assistente bij het Residentie Orkest. Via omzwervingen met het Arion Ensemble kwam ze bij het Openluchttheater in Den Haag terecht. Weldra werd ze directeur van het Openluchttheater, dat ze met hart


Nanke de Lange: “Ik weet hoe belangrijk het fonds is, want voor alles wat je in de cultuur wil, is geld nodig.”

en ziel heeft gered van de ondergang, vervolgens door een renovatie loodste en met veel liefde een aantal jaren heeft bestuurd. Tot voor haar het doek viel toen ze 65 werd. Aanstekelijk enthousiasme Stilzitten na haar pensioen was geen optie. “Gerard Spierenburg, de ambtelijk secretaris van de afdeling Zuid-Holland van het Prins Bernhard Cultuurfonds, zei: die Anjeractie, dat lijkt me wel iets voor jou. In Den Haag liep dat twee jaar geleden niet zo goed. Ik ben begonnen met het bestaande adressenbestand nalopen en aanschrijven. Vervolgens heb ik alle verenigingen benaderd die ooit geld hebben gevraagd. Daardoor groeide het aantal collectanten sterk. En ik gooi mijn

eigen enthousiasme in de strijd, dat werkt aanstekelijk.” Het is ook een stimulans dat de collectanten ruim dertig procent van de opbrengst mogen houden voor hun vereniging, merkt ze. “Als de collectanten bij me komen met hun bus, vraag ik: zullen we tellen? Dan gaan we aan de slag met de telmachine en zien ze direct de opbrengst. Hun deel mogen ze meteen meenemen. Kwitantie, handtekening, klaar. Het roept ook competitie binnen de verenigingen op, iedereen wil het meest ophalen.” Oogcontact De Anjerweek begint voor De Lange met Kerstmis. “Ik stuur iedereen een kerstkaart waarin ik vast de data van de col-

lecteweek vermeld. Dan zijn ze voorbereid. In februari zoek ik contact. Daarna maak ik een stratenplan voor de collecte om te voorkomen dat twee verenigingen in dezelfde buurt op pad gaan. Jazeker, ze hebben inspraak. De buurt waar hun vereniging zit, is bij elke vereniging favoriet.” Tussen wijken onderling bestaat veel verschil. “In Wassenaar hoef je het nauwelijks te proberen, terwijl het Westland goedgeefser is.” Collecteren voor de Anjeractie kan het hele jaar door, vindt ze. Alleen collecteren in de openbare ruimte, op straat dus, mag tijdens de collecteweek. “Ik kijk in de krant en houd bij wat er op cultureel gebied gebeurt. Soms benader ik een vereniging en zeg: dat is wat voor jullie, want collecteren kan altijd

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

31


‘binnenshuis’, dus bij een voorstelling. Ergens een bus op de balie zetten kan ook wel, maar oogcontact en een brede lach achter een bus doen wonderen. Bij een rij voor de kassa in het theater heb je gegarandeerd succes. Het excuus dat ze geen portemonnee bij zich hebben, halen die wachtenden dan niet in hun hoofd, haha!” Eigen manier van werken Het contact met de collectanten is zo’n beetje het belangrijkste van haar werk, vindt ze. “Mensen willen hun verhaal kwijt. Daarom maak ik echt tijd en staat mijn deur altijd voor ze open. Ik ga met ze aan tafel zitten om te praten. Soms gaat het over ditjes en datjes, maar vaak komt er een heel levensverhaal. Mensen hebben behoefte aan contact. Dat neem ik zeer serieus.” De Lange heeft een geheel eigen manier van werken. “Vorig jaar heb ik aan de collecteweek een evenementje vastgeknoopt. Ik wist dat de winkeliersvereniging in Loosduinen een muziekfeest organiseerde en heb toen gevraagd of de tribune een dag kon blijven staan. Vervolgens heb ik een aantal Haagse artiesten gevraagd om

Zuid-Holland

Frylân

93.093

‘ Ach, zo veel werk is het eigenlijk niet. Een week aanslingeren, een week actie en een week afronden, dat is te overzien.’

32

194.299

Utrecht

58.541

Limburg

Zeeland

36.776

132.021

191.433

Gelderland

119.160

Overijssel

146.203

Noord-Holland

Groningen

Drenthe

Flevoland

30.443

94.269

58.398

37.254

rac Opbrengst Anje

90

Noord-Brabant

1 .8

ti e

9 1 .1

gratis op te treden. Het resultaat was een gevarieerd programma met onder andere een kindervoorstelling, een zanger van populair Nederlands repertoire, ballet, musical en buikdans. Het evenement werd aangekondigd in het lokale huis-aan-huisblad en ingeluid door een doedelzakband die min of meer functioneerde als Rattenvanger van Hamelen. Het publiek vond het ontzettend leuk en er waren zelfs mensen die gingen dansen. Zo kreeg iedereen die geld gaf er ook iets voor terug, dat werkte fantastisch.” Karretje met bussen De meeste collectanten horen bij een vereniging. Maar collectanten die zelfstandig voor het fonds de straat op gaan, zijn ook van harte welkom. “Uiteindelijk komt het bij de cultuur terecht, je ziet het hoe dan ook ergens terug. Er staan eigenlijk maar een paar individuele collectanten in mijn bestand, zoals een oom die er met zijn nichtje op uittrekt. En dan is er nog Jan Vis uit het Westland. Die maakt er een heel feest van. Hij gaat met zijn kleindochter langs de deur en speelt op zijn cornet of mondharmonica voor de gevers. Hij komt met een karretje waar de bussen op staan, want die zijn niet te tillen, zo veel haalt hij op. Heel bijzonder natuurlijk. Maar dat moet mensen er niet van weerhouden om ook bij de buren of op het werk eens met een bus te rammelen. Alle beetjes zijn van harte welkom.”

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


project

Stichting Theaterfestival Boulevard, ’s-Hertogenbosch; internationaal straattheater en muziekprogramma. Bijdrage Cultuurfonds € 100.000 Motivering in aanvraag Theaterfestival Boulevard biedt een gevarieerd en inhoudelijk sterk programma dat op grote en nog steeds groeiende publieke belangstelling kan rekenen. Sinds 2005 besteedt Boulevard veel aandacht aan talentontwikkeling. Motivering toekenning Met financiële bijdragen van het Cultuurfonds hebben talentvolle jonge theatermakers de kans gekregen in samenwerking met het festival nieuwe producties tot stand te brengen. Hun werk is mede daardoor zichtbaar geworden bij een omvangrijk en gevarieerd publiek. Dankzij een forse bijdrage van het Cultuurfonds kon de 25e editie van Boulevard worden verrijkt met een spectaculair en uniek straattheater- en straatmuziekprogramma van hoog niveau.

Geert Overdam: “Het festival is een snelkookpan van tien dagen.”

Op zoek naar het

onderbuik w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

gevoel

33


Jubileumeditie Theaterfestival Boulevard ÃVoor het eerst in de 25-jarige

fo t o : J o e p Le n n a r t s

geschiedenis van Theaterfestival Boulevard stond er in 2009 straattheater op het programma. Daarmee ging een wens van directeur Geert Overdam in vervulling. Tevreden blikt hij terug.

www.festivalboulevard.nl – “Het festival in 2009 was de beste Boulevard ooit. Dankzij de bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds kon ik voor het eerst een ruim straattheaterprogramma aanbieden. Op het festivalplein in het hart van de stad. En dan heb ik het niet over jongleurs en vuurspuwers maar over écht straattheater, kwalitatief hoogstaand, van groepen uit landen als Frankrijk en Spanje. Eén van de hoogtepunten was het Spaanse gezelschap Kamchàtka. Ze brachten een indrukwekkend schouwspel. Je zag acht personen in een grijzig pak met slechts een koffer in de handen. Ze wisten niet precies waar ze zich bevonden, kwamen duidelijk van elders. Ze kenden de regels en codes hier niet en gingen de stad ontdekken. En ze waren vooral op zoek naar een plek van geborgenheid.” “Het mooie aan straattheater is dat er iets wordt ontregeld in de normale

34

gang van zaken. Het bevreemdt en het verbaast en vooral: het verenigt mensen. Je maakt met z’n allen iets mee wat ontroert, verrast en ongemakkelijk is. Helaas zijn we niet in staat voor het komende festival opnieuw veel straattheater aan te bieden. Het is simpelweg te duur. Je hebt niet alleen te maken met honoraria, maar ook met hoge transport- en hotelkosten.” Dromen en ambities “Ik heb in 2003/2004 de scepter van Wim Claessen overgenomen. En ik kan wel stellen dat er aardig wat van mijn toenmalige dromen en ambities zijn uitgekomen. Ik wilde het ánders doen. Oké, laat ik beginnen met een mislukking: ik wilde dat het festivalplein een ander uiterlijk zou krijgen. Moderner, weg van de sfeer van gezelligheid en romantiek. Dat is niet gelukt. Het budget bleek niet toereikend om het goed uit te voeren en,

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s

nog belangrijker, het publiek begreep het niet. Mensen komen voor een bepaald gevoel, een gevoel van warmte en gezelligheid. Daarom zijn we toch teruggegaan naar het oude vertrouwde concept.” “Maar er is genoeg wél gelukt. Ik heb een draai gemaakt in de programmering, met een aanbod van voorstellingen die midden in deze tijd staan. We bieden een podium voor een nieuwe generatie theatermakers én we zoeken uitzonderlijke speellocaties in de stad. De ambitie om Brabantse gezelschappen tot partner te maken, een hechtere relatie met de podia te creëren, plus meer draagvlak in de politiek te kweken en het bedrijfsleven te betrekken: het is allemaal van de grond gekomen.” “We zijn op zoek naar voorstellingen die iets zeggen over de samenleving. De voorstelling Braakland van de jonge regisseur Lotte van den Berg


‘ H et mooie aan straattheater is dat er iets wordt ontregeld in de normale gang van zaken. Het bevreemdt en het verbaast en vooral: het verenigt mensen.’ betekende voor mij een keerpunt in mijn programmeringswensen. We zien dagelijks op tv de vreselijkste dingen. En we kijken ernaar alsof het een film is – van een afstand. ‘Braakland’ is een locatievoorstelling waarin we negen ronddolende mensen zien die elkaar afmaken in de strijd om hun territorium. Het kwam allemaal heel dichtbij in die voorstelling. De personages gaven zich over aan de wetten van leven en dood, zonder verweer. Erg confronterend.” Het nut van een klik “Voordat een theatergroep te zien is op ons festival ben ik al anderhalf jaar met de makers in gesprek. We volgen het hele proces, van idee tot uitvoering. We selecteren een voorstelling op basis van een plan dat de makers bij ons indienen. En natuurlijk vooral ook op de kwaliteit van de mensen die eraan meewerken.

We zijn vooral geïnteresseerd in artistieke vriendschappen voor een periode van zo’n drie à vier jaar.” “Verder vaar ik op mijn intuïtie. Vertrouw jij mij, vertrouw ik jou? Er moet een klik zijn, want als die er is, heb je minder gezeur, net als in een huwelijk. Kijk, het festival is een snelkookpan van tien dagen. Je moet het op het moment zelf doen, want je krijgt geen tweede kans. Sommige dingen die gebeuren kunnen we niet voorzien. Kortsluiting tijdens een voorstelling bijvoorbeeld. Dan moet je kunnen improviseren en dat moeten we soepel en samen met de makers doen. Maar het belangrijkste criterium is natuurlijk de inhoud. Welk verhaal wil je vertellen, waarom, en is dat goed voor het publiek.” Blind date “Ik houd van beeldende voorstellingen, er moet veel te zien zijn. Theater­

maak­­ster Madeleine Matzer zei eens in een interview over de Boulevardprogrammering dat er vooral veel ‘lijftheater’ is. Daarmee bedoelde ze dat het gaat om een vorm van theater die niet alleen naar het hoofd gaat maar ook raakt aan het onderbuikgevoel. Dat is precies wat ik vaak vind in Vlaamse voorstellingen. Die hebben voor mij meer temperament, meer warmte dan Nederlandse stukken.” Locatietheater is spannend. Het publiek stapt in een festivalbus en rijdt naar een onbekende plek. Het voelt als een eerste afspraak met je nieuwe vriendinnetje, of als de kriebels die je had toen je voor het eerst op schoolreisje ging. Eigenlijk heb je alleen maar verwachtingen. Je stelt je open voor verrassingen en dat leidt tot ontvankelijkheid. En dat is precies de houding die je nodig hebt voor Boulevard. Durf die blind date maar aan te gaan!”

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

35


Bijdrage Cultuurfonds € 100.000 Motivering aanvraag Vincent van Gogh heeft, naast schilderijen en werk op papier, een uitgebreide correspondentie nagelaten. Van de ca. 900 bewaardgebleven brieven bezit het Van Gogh Museum er zo’n 800. Deze geven inzicht in zijn zielenroerselen en vormen de belangrijkste informatiebron voor onderzoek naar zijn oeuvre. De behoefte aan ontsluiting van zijn briefwisselingen heeft in 2009 geleid tot een juichend ontvangen meerdelige publicatie en de website www.vangoghletters.org. Motivering toekenning Het Prins Bernhard Cultuurfonds besloot deze grootse onderneming te ondersteunen met een bijdrage van € 100.000. De geannoteerde editie van de kunstenaars­brieven is interessant voor wetenschappers en andere ingewijden, maar indirect profiteert ook een breder publiek van de ontsloten kennis via populaire, educatieve uitgaven en de website.

De brieven van Van Gogh à “Een

megaproject,” zo noemt Nienke Bakker het onderzoek naar de briefwisseling van Vincent van Gogh. Het resultaat van vijftien jaar onderzoek is een omvangrijke uitgave van Van Goghs briefwisseling, een uitvoerige website en een tentoonstelling.

project

Van Gogh Museum; Amsterdam; vertaling briefwisseling Vincent van Gogh.

‘Van Gogh wilde

troo

www.vangoghletters.org – Op 7 okto­ ber 2009 kreeg Koningin Beatrix het eerste exemplaar van de nieuwe uitgave op de feestelijke opening van de tentoonstelling De brieven van Van Gogh. Om dat te vieren organiseerde het Van Gogh Museum een lunch voor alle mensen die betrokken waren geweest bij het brievenproject. “In het museum is nog nooit zo’n omvangrijk en ambitieus onderzoek uitgevoerd,” zegt Nienke Bakker van het Van Gogh Museum. Ze is net terug uit Londen waar de opening plaatsvond van The Real Van Gogh, The Artist and His Letters. Vierhonderd journalisten kwamen op de Londense tentoonstelling af. “We hebben heel erg veel interviews gegeven,” verzucht Bakker lachend. Dé ultieme uitgave Het zal niemand zijn ontgaan dat er een nieuwe editie van de brieven van Van Gogh is verschenen, zes delen groot, in

36

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s

het Engels, Frans en Nederlands en een website voor geïnteresseerden overal ter wereld. Kroon op het werk waren twee goed bezochte tentoonstellingen in Amsterdam en Londen. De laatste boekuitgave van Van Goghs brieven verscheen in 1990, maar die was alleen in het Nederlands. Bakker: “Er werd toen al geroepen: we moeten een wetenschappelijke Engelstalige editie maken, dé ultieme brievenuitgave.” Die is er nu, de eerste betrouwbare en volledige uitgave van de brieven van een van ’s werelds beroemdste kunstenaars. In 1994 is gestart met het nieuwe onderzoek, een samenwerking tussen het Van Gogh Museum en het Huygens Instituut, een onderzoeksinstituut dat zich richt op de Nederlandse literatuuren wetenschapsgeschiedenis. Leo Jansen en Hans Luijten van het museum zijn de twee onderzoekers van het eerste uur. Hun intentie was vanaf het allereerste begin duidelijk: zo dicht mogelijk bij de


niet enorm talentvol maar wel een doorzetter. Doordat ik het verhaal achter zijn werk nu ken, ben ik van zijn schilderijen gaan houden.”

osten en ontroeren’

Nienke Bakker: “De brieven van Van Gogh waren zijn uitlaatklep.”

originele teksten blijven en de brieven terug de wereld in sturen zoals Van Gogh ze geschreven heeft. De teksten van Van Gogh zijn voorzien van nieuwe vertalingen, dateringen en annotaties die betrekking hebben op alles wat voor de alledaagse lezer verheldering behoeft. “We leggen bepaalde woorden uit de negentiende eeuw uit, personen die Van Gogh noemt hebben we geïdentificeerd, verwijzingen naar literaire werken zijn verklaard en genoemde kunstwerken afgebeeld. We hebben alles tot op de bodem uitgeplozen, het was vaak een echte speurtocht,” vertelt Bakker. De onderzoeker werkt sinds 2000 in het Van Gogh Museum. In 2002 sloot ze zich aan bij het brievenproject en raakte nauw betrokken bij de laatste twee jaar van Van Goghs correspondentie vanuit Zuid-Frankrijk, een cruciale periode in het leven van de kunstenaar. “In Arles zit Van Gogh op de top van zijn artistieke

kunnen, hij geniet van de zon en de heldere kleuren en hij werkt als een dolle,” vertelt Bakker. Van Gogh leren kennen Hier maakt hij zijn beroemde Zonnebloemen. Maar hij wordt ziek en vertrekt naar de psychiatrische kliniek in Saint Rémy. “Het contrast is groot. In Arles is hij vol zelfvertrouwen en ambitie en in de brieven vanuit Saint Rémy schrijft hij, dat er grote dingen gaan gebeuren in de moderne kunst maar dat hij er geen rol meer in speelt. Hij is het vertrouwen in de toekomst kwijt.” Bakker was geen Van Gogh-expert toen zij als assistent aan het brievenproject ging meewerken. “Door de brieven heb ik hem en zijn werk goed leren kennen en ben ik het meer gaan waarderen. Ik vind hem een bijzondere man. Herkenbare zaken houden hem bezig: wat is mijn weg in het leven en hoe moet ik er komen? Van Gogh – autodidact – was

Het gaat in totaal om 902 brieven; de schilder schreef vooral aan zijn broer Theo. Verder aan zijn zus, zijn moeder en bevriende kunstenaars zoals Emile Bernard en Paul Gauguin. “Dat hij zoveel schreef, was niet gek in die tijd. Andere kunstenaars zoals Manet of Degas schreven ook veel. Wat de brieven bijzonder maakt, is dat ze persoonlijk zijn. Hij schrijft uitvoerig over zijn gevoelens en gedachten.” Bakker verklaart dit doordat de kunstenaar grotendeels alleen woonde en werkte. “Zijn brieven zijn een uitlaatklep.” Toch vindt ze de vergelijking met een dagboek niet opgaan. “Een brief schrijf je altijd met een reden. Vincent vroeg Theo bijvoorbeeld om geld zodat hij kwasten en verf kon kopen. Of hij liet in schetsen zien wat hij aan het maken was.” Bakker weidt uit over zijn sombere buien die in zijn latere brieven doorklinken. “Die hadden alles met zijn ziekte te maken, zijn psychische problemen. Van Gogh heeft een paar keer geprobeerd zich te vergiftigen en heeft uiteindelijk zelfmoord gepleegd; in december 1888 was hij voor het eerst echt ziek. De hele wereld weet wat er toen gebeurde: hij sneed een deel van zijn oor af.” Kunst die troost Een van de citaten uit de brieven van Vincent van Gogh die Bakker het meest is bijgebleven, komt uit een brief aan Theo. “Van Gogh legt hierin heel mooi uit wat kunst voor hem betekent. Het is de reden van zijn bestaan, zijn hele leven staat in het teken ervan. Kunst heeft een troostende werking, net als muziek, en dat is wat hij de mensen ook wil bieden met zijn schilderijen. Al vanaf het begin wil hij met zijn werk de mensen raken, ontroeren. Vooral in de latere jaren wordt kunst – en ook literatuur – voor hem steeds meer een houvast, iets waar hij moed uit put.” In de woorden van de meester zelf: ‘In een schilderij zou ik iets troostends willen zeggen als muziek. Ik zou mannen of vrouwen willen schilderen met dat ondefinieerbaar eeuwige, waarvan de nimbus vroeger het symbool was en dat wij proberen te bereiken door de schittering zelf, door de trilling van onze kleuren.’

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

37


Restauratie voor uniek doek uit achttiende eeuw à De conditie van

het behangsel in de Chinese kamer van Huis Verwolde is de laatste jaren zienderogen achteruit gegaan. Niet ingrijpen zou het einde betekenen van een uitzonderlijke muurversiering. Dat mag natuurlijk niet gebeuren, vinden Jorien Jas en Jeanine Perryck van de Stichting Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen.

38

www.mooigelderland.nl – “Bijzonder is dat het geschilderde behangsel vrijwel hetzelfde uiterlijk heeft als toen Huis Verwolde werd gebouwd in 1776,” vertelt Jeanine Perryck, afdelingshoofd van Geldersche Kasteelen. “Bijna alle onderdelen van de Chinese kamer, zoals spiegels, schouwpartij en vloer, zijn nog helemaal intact.” Huis Verwolde is het eerste Gelderse landhuis in neoclassicistische stijl. Het huis staat op een landgoed met tuin, park en een bosgebied met vijvers en landbouwpercelen. Niet alleen de Chinese kamer springt in het oog, het hele interieur van Huis Verwolde is de moeite waard. De Chinese kamer – zo betiteld vanwege het Chinese behangsel – heeft altijd dienst gedaan als antichambre, een soort ontvangstruimte

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


project

Chinees behangsel met Hollandse

eendjes

waar de gasten even verbleven voordat ze de zaal mochten betreden. Stapelbedden tegen het doek In eerste instantie stond alleen conservering van het behangsel op de planning. “Dat was nadat het Prins Bernhard Cultuurfonds een financiële bijdrage had toegezegd. Maar toen kwam ook de provincie met een bijdrage over de brug, waardoor we nu kunnen overgaan tot restauratie,” zegt Perryck opgetogen. Jorien Jas, conservator van de stichting: “Het behangsel komt er niet opeens héél anders uit te zien. Het gaat ons er vooral om dat de constructie achter het behangsel weer solide is, zodat het behangsel voor tientallen jaren stevig aan de muur vastzit.”

Het Chinese behangsel is vervaardigd in de Amsterdamse fabriek van Jan Hendrik Troost van Groenendoelen. De fabriek stond op het punt failliet te gaan en dat heeft zijn invloed gehad op de kwaliteit van het doek. Maar funest waren de ondeskundige restauraties uit de jaren vijftig. Jas: “Huis Verwolde fungeerde tijdens de Tweede Wereldoorlog als sanatorium; volgens overlevering schuurden de stapelbedden tegen het behangsel aan. De herstelwerkzaamheden werden onprofessioneel uitgevoerd, waarschijnlijk door een huisschilder.” We verplaatsen ons van de keuken naar de Chinese kamer. Hoe slecht het behangsel er ook aan toe is, het doet niets af aan het ‘ooohh-gevoel’ als je de kamer binnenkomt. De kleuren zijn fel, waardoor het

Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen; restauratie en conservering van beschilderd behangsel Huis Verwolde te Laren (Gld). Bijdrage Cultuurfonds € 100.000 uit het Fonds Vijfhonderdtien Motivering aanvraag Huis Verwolde is een beschermde historische buitenplaats uit 1776, waarvan de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen eigenaar is. De achttiendeeeuwse Chinese kamer is een bijzonder vertrek in een al even bijzonder huis. De restauratie betreft het conserverend herstel van een in Amsterdam gemaakt ornamentaal behangsel, dat goed gedocumenteerd is en van een uitstekende kwaliteit. Motivering toekenning Het belang van Huis Verwolde en het interieur is onomstreden. Door de zeldzame compleetheid van het vertrek, waarin vrijwel alle elementen uit de bouwtijd aanwezig zijn, vormt de Chinese kamer een uitzonderlijk vertrek. Met de aanzienlijke bijdrage uit het Fonds Vijfhonderdtien is de stichting erin geslaagd om, met cofinanciering van de provincie Gelderland, het resterende tekort voor de restauratie volledig te dekken.

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

39


‘ Het was in die tijd wel gangbaar om behangsel uit China te importeren, maar dit doek komt dus ‘gewoon’ uit Amsterdam’

Jorien Jas (rechts) en Jeanine Perryck: “Hoe slecht het behangsel er ook aan toe is, het doet niets af aan het ‘ooohh-gevoel’ als je de kamer binnenkomt.”

direct je aandacht opeist. Jas: “Kijk, je ziet door het doek heen dat er houten latten achter het behangsel zijn geplaatst. Er is vervolgens flink over het doek heen geplamuurd. En tot overmaat van ramp zijn er talloze spijkers door het behangsel heen getimmerd.” Ze tuurt even naar het doek: “Hier zie je er eentje zitten. Ongelooflijk dat dit gebeurd is hè?” Het behangsel is verder heel bobbelig en vertoont veel kleine barsten. Verschillende specialisten zijn in de arm genomen, zoals een hout- en schilderijrestaurator. Zij namen een deel van de muur af, om te kijken hoe de situatie achter het behangsel was. De conclusie: een drama. Briefwisseling en bloemzaadjes Huis Verwolde werd gebouwd onder leiding van Philip Willem Schonk, stadhouderlijk architect onder Willem V. Een fascinerende briefwisseling tussen opdrachtgever en bouwheer Frederik Willem van der Borch en de architect is bewaard gebleven. “Daaruit weten we dat het huis in een recordtijd van negen maanden is gebouwd,” licht Jas toe. “Ook blijkt uit de correspondentie dat het Schonk maar niet lukte om zelf Huis Verwolde te bezoeken – hij had het te druk met zijn werkzaamheden op Paleis

40

Het Loo.” Schonk bemoeide zich niet alleen met de bouw, maar ook met het interieur en de tuin. Hij stuurde zelfs bloemzaadjes naar de vrouw van de bouwheer. Opvallend is dat het Huis Verwolde tot 1977 bewoond was door zes generaties van de familie Van der Borch. Sindsdien houdt Stichting Geldersche Kasteelen huis en tuin in oude traditie in stand om belangstellenden kennis te kunnen laten maken met het leven op de achttiende-eeuwse buitenplaats. Perryck: “De laatste bewoner heeft niet alleen het huis maar ook het interieur overgedragen aan onze stichting. Het bijhouden ervan was een te grote klus voor een particuliere eigenaar.” Een groot deel van het landgoed is nog steeds in bezit van de familie, die zeer betrokken is bij het wel en wee van hun voormalige woonplek. Best bewaarde geheim van Gelderland Wat Jas vooral zo charmant vindt aan het Chinese behangsel is dat het een Nederlandse interpretatie van Chinees behangsel is. “Het was in die tijd wel gangbaar om behangsel uit China te importeren, maar dit doek komt dus ‘gewoon’ uit Amsterdam.” De conservator wijst naar de muur en zegt: “Hier zie je een poging tot een palmboom, of kijk, hier zwemt opeens een Hollands eendje. En daar is een tak geschilderd met wel twintig verschillende bloemen eraan. Dat vond men destijds blijkbaar oriëntaals. Ik vind het vooral aandoenlijk.” Iets meer bezoekers zou Huis Verwolde wel mogen trekken, vinden de collega’s. De afgelegen ligging in het oosten van Gelderland is zowel aantrekkelijk als lastig. Maar voor de mensen van Geldersche Kasteelen is het in ieder geval altijd een feest om Verwolde te bezoeken. Jas, stralend: “Als ik aan kom rijden dan denk ik: vakantie! Ik voel verwondering, pure verwondering.” Perryck: “Ik denk altijd: jeetje, dit weet níemand! Het gevoel dat je zojuist het best bewaarde geheim van Gelderland hebt ontdekt.”

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


foto: Thom a s Schlijper/ H H

Overblijfselen van het verdronken dorp Valkenisse. Fundamenten komen bij laag water te voorschijn.

De Zeeuwse canon à Sinds vorig jaar heeft Zeeland zijn eigen canon. Jan Kuipers is

een van de auteurs, die de onderwerpen van zijn provinciale geschiedenis beschreef in de Geschiedenis van Zeeland, de canon van ons Zeeuws verleden. “Dat verleden is onlosmakelijk verbonden met het water.”

water Een hoofdrol voor het

in de Zeeuwse canon

www.geschiedeniszeeland.nl – De Zeeuwse canon is, net als de nationale canon, opgebouwd uit veertien hoofdthema’s en vijftig daaraan verbonden onderwerpen, vensters geheten. En net als de Nederlandse canon is de Zeeuwse canon een geschikt leermiddel voor scholieren tussen de negen en veertien jaar, waarbij ze kunnen zien hoe de Nederlandse en de Zeeuwse geschiedenis samenhangen. Jan Kuipers: “Zeeland maakt deels dezelfde bewegingen als de rest van Nederland, maar wijkt er ook van af. Zo kwam de verstedelijking eerder op gang door de overzeese handel, maar met de industrialisatie en de aanleg van kanalen en spoorwegen waren we laat.” In vijftig hoofdstukken komen alle historische blikvangers van Zeeland aan bod. Van de Romeinen

en de zendeling Willibrord naar Zeeuwse kapers en zeehelden, meekraptelers en kanalengravers. De jongere geschiedenis werpt licht op onder meer Mondriaan in Domburg, de Tweede Wereldoorlog en Zeeuwse Molukkers. Kuipers: “De canoncommissie bestond uit vertegenwoordigers van culturele erfgoedorganisaties uit de hele provincie. Leuk detail daarbij is dat de Zeeuwse bevolking zich over een aantal vensters mocht uitspreken.” Er werd een keuze uit twee mogelijke onderwerpen geboden, een onafhankelijke jury hakte uiteindelijk de knopen door, gebaseerd op reacties vanuit de provincie. Zo veranderde het door de commissie voorgestelde venster van de stormvloedkering Oosterschelde in een venster over de Watersnood 1953. “Daarmee veranderde

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

41


project

Walburg Pers, Zutphen; publicatie Canon van de Zeeuwse geschiedenis. Bijdrage Cultuurfonds â‚Ź 2.350 Motivering aanvraag De Zeeuwse canon is, net als de Nederlandse canon, een geschikt leermiddel voor scholieren tussen de negen en veertien jaar. Motivering toewijzing De afdeling Zeeland van het Prins Bernhard Cultuurfonds heeft een traditie in het ondersteunen van publicaties. Vanwege de educatieve toepassing van deze Zeeuwse canon en de afstemming met de Nederlandse canon heeft het Cultuurfonds besloten dit project te ondersteunen.

42

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


Dé rode draad door de geschiedenis van Zeeland is het water

Jan Kuipers: “Zeeland maakt deels dezelfde bewegingen als de rest van Nederland maar wijkt er ook van af.”

wel het venster, maar niet de inhoud van het onderwerp waar we door het venster naar kijken. Natuurlijk komen de Deltawerken aan bod, alleen gaf de bevolking aan deze te willen herinneren via de watersnoodramp,” legt Kuipers uit. Kuipers schreef de canon samen met maritiem historicus Johan Francke. Kuipers richtte zich vooral op de vroege periode van de provinciale geschiedenis die zesduizend jaar geleden begint met de eerste bewoners: jagers, verzamelaars en vissers. In Zeeland is Kuipers een bekend figuur, zo was hij in 2005 en 2006 stadsdichter van Middelburg, heeft hij tientallen boeken en honderden artikelen over de Zeeuwse geschiedenis op zijn naam staan en beheert hij voor Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland het archeologische archief. Kuipers vertelt dat er in Zeeland sprake is van een fascinatie voor de eigen geschiedenis, wat volgens hem vooral veroorzaakt wordt door de geografisch afgelegen ligging. “Er zijn hier verschillende organisaties die zich met de provinciale geschiedenis bezighouden en er verschijnen veel publicaties over ons eigen verleden. De Zeeuwse canon sluit hierop naadloos aan.” Scherven en doodshoofden Dé rode draad door de geschiedenis van Zeeland is het water. Het is een van Kuipers meest intrigerende onderwerpen in de canon: de verdronken dorpen van zijn provincie. Het gaat om kerkdorpen die zijn ontstaan in de periode tussen 900 en 1500 en die zijn weggevaagd door het wassende water. Zeeland telt de meeste weggespoelde dorpen van ons land, 120 maar liefst, en minstens zoveel buurtschappen. Voor Kuipers is het een inspirerend uitje: wandelen in gebieden waar vroeger volop leven was. “Zo liep ik eens op het terrein waar ooit Valkenisse lag. Ik zag de fundamenten van de kerktoren liggen, er lagen talloze scherven op de grond, naast doodshoofden en knekels; zij volgden het tij. Aan de horizon zag je de containerschepen log voorbij varen – een mooier plaatje was niet denkbaar.” Vooral de ondergang van Reimerswaal – de enige verdronken stad – boeit de Zeeuw. “Het was ooit de derde stad van Zeeland, na

Zierikzee en Middelburg, met een bloeiende handelshaven. Nu is er niets meer van over. In 1631 verlieten de laatste bewoners hun dorp, na een reeks van hevige stormvloeden te hebben doorstaan. Zelfs het archief is uiteindelijk verloren gegaan in een brand, waardoor het mysterie van de verdronken stad alleen maar groter is geworden.” Godin in klederdracht Een ander canon-hoogtepunt voor Kuipers is Nehalennia, een inheems-Romeinse godin die behalve bij Domburg en Colijnsplaat nergens ter wereld werd vereerd. Nehalennia was de beschermster van maritieme handelaars, zo rond de periode 150-250. Restanten van haar tempel bij Domburg kwamen in 1647 onder het duinzand vandaan. Hoe zag Nehalennia eruit? Kuipers pakt zijn boek erbij en laat een foto van haar beeltenis zien. “Ze zit altijd op een stoel in een lang gewaad met een schoudermanteltje. Dat manteltje is uniek, sommigen zien het als het eerste voorbeeld van Zeeuwse klederdracht.” Nehalennia wordt vergezeld door een hond, als teken van trouw en waakzaamheid, en een mand met vruchten, duidend op vruchtbaarheid en voorspoed. Grote afwezige in de Zeeuwse canon is de in Kapelle geboren Annie M.G. Schmidt. Jan Kuipers verklaart: “Haar werk behoort toch vooral tot de Nederlandse letterkunde en niet tot de Zeeuwse.” Andere opvallende en soms verrassende Zeeuwen die we wél in de canon tegenkomen: Reynaert de Vos, Michiel de Ruyter, Jacob Cats, Johannes Hendrik van Dale (van de Dikke van Dale) en Henriëtte Dorothea van der Meij, de eerste vrouwelijke journalist van Nederland. Behalve De Ruyter hebben ze niet zoveel met het water van doen. Toch zijn het echte Zeeuwen die zich, volgens Jan Kuipers, onderscheiden door een eilandenmentaliteit: op zichzelf betrokken en sterk chauvinistisch. Jan Kuipers en Johan Francke – Geschiedenis van Zeeland, de canon van ons Zeeuws verleden. Walburg Pers.

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

43


project

Stichting Het Drentse Landschap, Assen; herintroductie bevers in Hunze en Zuidlaardermeer.

langs deze rivier versterkt. Het project fungeert als springplank om de bever te laten herkoloniseren in de beekdalen van de rest van Noordelijk Nederland.

Bijdrage Cultuurfonds € 34.000 uit het Zanen-Bakker Fonds Motivering aanvraag Het project is gericht op herintroductie van bevers in het Hunzegebied, het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal en het creëren van draagvlak. Door de belangrijke rol van de bever als natuurlijke water- en oeverbeheerder in het laaglandbeekmilieu worden natuurontwikkelingsprojecten

Motivering toekenning Het uitzetten van de bever in dit gebied draagt bij aan de natuurontwikkeling in het gehele gebied van de Hunze en het Zuidlaardermeer. Op deze manier komt niet alleen een uniek aaibaar dier terug in deze streek, maar beheert de bever dit gebied ook. Ontwikkeling van dit gebied versterkt de natuurwaarden en de ecologische waarden op een zeer grote schaal.

Herintroductie bevers in Hunze en Zuidlaardermeer à Barend zwemt rond in het Hoornse Diepje en kijkt zijn bewonderaars aan wal nieuwsgierig aan. Barend – zijn bewonderaars gaven hem deze naam – is een van de vijftien bevers die in het najaar van 2008 in Drenthe zijn uitgezet. Het is volgens Eric van der Bilt, directeur van Het Drentse Landschap, de kroon op de ontwikkeling van het Hunzedal.

De

bever

is terug  in Drenthe

www.drentslandschap.nl – De Hunze is een kronkelende beek tussen Emmen en Groningen. In 1998 zijn Het Drentse en het Groningse Landschap samen begonnen aan de ontwikkeling van het Hunzedal. Het gaat om het herstel van natuur en landschap langs de beek en in het Zuidlaardermeergebied. De bedoeling is dat door de komst van de bevers het beekdal een extra impuls krijgt als het gaat om het natuurlijke aanzien. Eric van der Bilt: “Bevers zijn natuurlijke oeverbeheerders. Ze versterken de variatie in flora en fauna. Een mooie bijkomstigheid is dat bevers een grote aaibaarheidsfactor hebben. Het is de zeehond van het Hunzedal en dat spreekt mensen heel erg aan. Mede daardoor was de financiering snel rond.”

Beelden van Barend de Bever zijn te zien op www.youtube.com

44

Het Prins Bernhard Cultuurfonds was

een van de eerste organisaties die positief reageerden op het beverplan. “Maar al eerder, in de jaren negentig, was het Cultuurfonds ons goed gezind. Sindsdien hebben we het fonds met regelmaat aan onze zijde gehad. Dat is fijn, ook voor het maatschappelijk draagvlak. Ik zie het fonds als een bondgenoot met macht. Maar die macht wordt niet misbruikt; het is een macht van beschaving en creativiteit.” We gaan even terug in de geschiedenis, want waar staat de stichting van Van der Bilt nu eigenlijk voor? “Het Drentse Landschap is opgericht in 1934 om behoud, beheer en ontwikkeling van het landschap én het culturele erfgoed te waarborgen. We zijn een particuliere organisatie met zo’n 8.000 hectare grond, 250 gebouwen en 21 hunebedden onder onze hoede.” Volgens Van der Bilt staat zijn organisatie met beide benen op de grond. Stellig zegt hij: “Wij kunnen alles aan omdat we slagvaardig en nuchter zijn en geen geld verspillen.” Zoeken naar verwondering Van der Bilt kwam al in 1979 bij de stichting terecht als een manusje van alles en wist zich op te werken tot directeur. Zijn belangrijkste leidraad

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


en heeft het naar zijn zin Eric van der Bilt: “Ik ben een bioloog, een mafkees dus, die zich verliest in vogeltjes en bloemetjes.”

in het leven: verwondering. “Ik ben een bioloog, een mafkees dus, die zich verliest in vogeltjes en bloemetjes. Daar kan ik me over verwonderen. De krokusjes die opkomen, de bloesem aan de takken, een moeder op een fiets met een kind voorop en een kind achterop. Iedereen zou in zijn eigen leven die verwondering moeten zoeken en vinden.” Hij ziet het ook in de bever: “Je zet hem in een nieuwe wereld, hij moet zijn eigen weg zien te vinden en doet dat dan ook.” De bevers die hun nieuwe thuis in het Hunzedal hebben gevonden komen oorspronkelijk uit het Elbegebied in Duitsland. Daardoor hoefden ze niet zo te wennen aan het Nederlandse landschap en klimaat. Het project staat onder leiding van ecoloog Gijs Kurstjens die eerder verantwoordelijk was voor de uitzetting van bevers in de Biesbosch en de Gelderse Poort. Van der Bilt vertelt dat al drie beverstellen sinds hun komst naar de Hunze een burcht hebben gemaakt. “De hoop is dat zij jongen gaan voortbrengen, dat is een teken dat het ze goed gaat.” De bever verdween aan het begin van de negentiende eeuw uit Drenthe, Nederland en bijna heel Europa. “De pels was populair en kostbaar omdat

hij niet alleen warm was maar ook nog waterafstotend. Ook zijn platte staart was gewild, omdat er vet in zit, het zogeheten ‘bevergeil’. Vroeger dacht men dat het lustopwekkend was, als een soort viagra.” Hoewel de bever dus al twee eeuwen geleden verdween uit het Hunzedal, hoort hij er wel degelijk thuis. Dat werd nog eens bevestigd door de recente vondst van twee skeletten uit de prehistorie. Het draait om communicatie Als directeur is Van der Bilt bezig met beleid, geld, personeelsbeslommeringen, kortom met zaken die niet veel te maken hebben met natuurbeleving of de verwondering daarover. “Maak je geen zorgen, ik kom wel aan mijn trekken. Ik woon buiten en heb helemaal geen buren. Ik zaag mijn eigen bomen, ik maak vijvers. Dus een band met de natuur, die heb ik wel.” De directeur is de laatste jaren tot de ontdekking gekomen dat de essentie van het werk bij Het Drentse Landschap draait om communicatie. “Dat we de verwondering, die je voelt als je door Drenthe fietst, kunnen overbrengen op andere mensen. De natuur is immers de speeltuin van onze kinderen.”

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

45


Dro

46

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


project

Jonge documentairemakers, een eigen initiatief van het Cultuurfonds in samenwerking met de nps. Bijdrage Cultuurfonds € 45.000 per jaar. Dit bedrag wordt verdubbeld door de nps. Motivering aanvraag Sinds enkele jaren geeft het Cultuurfonds in samenwerking met de nps een opdracht aan een jonge

documentairemaker om een documentaire te maken over één van de winnaars van de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijzen, die wordt uitgezonden in het televisieprogramma ’t Uur van de Wolf. Eindexamenstudenten van onder meer de Nederlandse Filmacademie kunnen hiervoor een voorstel indienen. Motivering toekenning Carine Bijlsma studeerde in 2008 af aan de

Nederlandse Filmacademie. Zij won de opdracht met het voorstel om een documentaire te maken over Yo! Opera, winnaar van de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor Kunst- en Cultuureducatie 2008. Met de opdracht realiseerde zij Toonladders en Tweedeklassers, waarin een groep vmbo-leerlingen van het Utrechtse Globe College wordt gevolgd als zij onder leiding van de medewerkers van Yo! Opera een opera maken.

oomstart – filmen met budget en crew

Jonge documentairemakers à Tien vmbo-leerlingen van het Delta College in Utrecht maakten in workshops van Yo! Opera kennis met muziek. Carine Bijlsma volgde ze met de camera.

www.carinebijlsma.com – We zijn in de Utrechtse wijk Kanaleneiland. Grijze flats, schotelantennes, jongens met bravoure op een scooter. Het is een van de veertig aandachtswijken die extra aandacht krijgen van de overheid door hun sociale en economische problemen. In een nieuwbouwgebouw is het Delta College gehuisvest. Eerste en tweedeklassers rennen door de gangen. Een docent vraagt of ze toe zijn aan een muziekje en leidt zijn leerlingen naar een lokaal waar Niels piano speelt en Tamar zingt. Het is rumoerig, en leerling Jihane is boos omdat er kinderen doorheen zitten te kletsen. Een felle discussie ontstaat. Tamar gaat harder en hoger zingen om hen het zwijgen op te leggen. De documentaire Toonladders en Tweedeklassers is begonnen.

Carine Bijlsma voltooide in juni 2008 haar studie aan de Nederlandse Film en Televisie Academie in Amsterdam, en had van alle afgestudeerde filmmakers het beste idee: een documentaire over de winnaar van de Prijs voor Kunst- en Cultuureducatie, Yo! Opera. Dit is een Utrechts jeugdopera- en theatergezelschap dat jongeren laat kennis maken met opera en andere muziek. Bijvoorbeeld door iedere twee jaar een jeugdoperafestival in Utrecht te organiseren, of door het geven van workshops op scholen zoals het Delta College. Bijlsma kon, voor het eerst met een ruim budget en een professionele crew, gaan draaien. “Wat ik zo interessant vind aan Yo! Opera is dat ze veel met pubers werken. Vooral de verschillen tussen jongens en meisjes fascineren

me. De slungelige jongens die stoer willen overkomen, plots uit hun rol vallen en ongewild kwetsbaar zijn. En daar tegenover de meisjes die veel verder in hun lichamelijke en geestelijke ontwikkeling zijn.” In haar plan van aanpak stelde ze voor om puur te registreren wat de jongeren tijdens zo’n workshop meemaken en ervaren. Geen interviews of manipulatie. Het laten zijn wat het is. Om zo in de belevingswereld van de kinderen terecht te komen. Op hun gemak Na de introductie van Yo! Opera besluiten zo’n tien leerlingen zich in te schrijven voor de workshops. Omdat ze hun muzikale kwaliteiten willen onderzoeken of gewoon, omdat ze hiermee hopen ’s middags eerder vrij van school te zijn.

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

47


Carine Bijlsma: “Ze mochten me natuurlijk alle vragen stellen

die ze wilden.”

In zes workshops moeten zij een optreden voorbereiden: teksten schrijven, zingen, muziek maken en zichzelf op een podium neerzetten. We zien de eerste workshop. De sfeer is giechelig en onzeker. Door handgeklap wordt naar een ritme gezocht. “Vaak komen de leerlingen in zo’n workshop voor het eerst in aanraking met muziek,” zegt Bijlsma. De documentairemaker licht sommige personen uit, zoals Hazine, een Koerdisch meisje dat samen met haar vriendin een liedtekst schrijft. Over dat iedereen apart is en niemand gelijk. Over dat ze haar problemen heeft overwonnen en alsmaar heeft volgehouden. Hazine vindt het moeilijk om in het Nederlands te zingen, volgens haar is het geen taal om je gevoelens in uit te drukken. Later in de film zien we haar in het Koerdisch zingen, emotioneel en recht uit het hart. De jongeren lijken geen last te hebben van de camera. Hoe heeft Bijlsma hen op hun gemak gesteld? “Door eerlijk te zijn en iedereen serieus te nemen. En, heel belangrijk: door veel met hen te praten over alledaagse dingen. Ik heb ze cameraatjes meegegeven om ook zelf thuis te filmen en ze te betrekken in het filmproces. En ze mochten me natuurlijk alle vragen stellen

48

die ze wilden.” De workshops op het Delta College eindigen met een presentatie voor de hele school. De leerlingen zingen en rappen hun zelfgeschreven nummers. Niet alleen zij, maar ook Bijlsma heeft veel geleerd van de workshops, althans, het filmen daarvan. “Alleen al het omgaan met een ruim budget en een ervaren crew is een geweldige uitdaging. Het is een droomstart voor elke documentairemaker. Je maakt je eerste grote film en die wordt dan ook nog eens uitgezonden in ’t Uur van de Wolf van de nps.” In september 2009 ging haar film in première op het Nederlands Film Festival in Utrecht. “Ik heb niets van de film gezien, zat alleen maar reacties op te vangen. Ik vond het vooral belangrijk dat het een feestje voor de jongens en meisjes uit de documentaire werd, het draaide immers allemaal om hén. Zij hadden hun mooiste kleren aangetrokken, werden opgehaald met een limo en ze voelden zich de sterren van de avond.” Na de première voelde Bijlsma zich uitgeput. “Het maken van een film neemt je hele leven in beslag. Het zit in je hoofd, je kunt het niet uitzetten. Het duurde een tijdje voordat ik de film los kon laten, ik bleef er nog lang over dromen.”

project

Jan Jonker: “De Simmer fan ’45 gaat over de liefde tussen mannen en vrouwen, die er, na een lange periode, nog steeds is. En over de liefde van een moeder voor haar kind dat ze nooit heeft mogen kennen.”

Stichting Iepenloftspul Burgum; productie De Simmer fan ’45. Bijdrage Cultuurfonds € 2.500 Motivering aanvraag In Friesland hebben veel dorpen hun eigen ‘iepenloftspul’, ofwel een openluchttheaterstuk. Deze producties zijn voor het betreffende dorp jaarlijks een belevenis en worden doorgaans ontwikkeld met honderd procent inzet van de bewoners. Motivering toekenning Het Prins Bernhard Cultuurfonds draagt deze zelfwerkzaamheid een warm hart toe en heeft daarom De Simmer fan ’45 ondersteund.

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s

Theaterspektakel van en voor het dorp à In Friesland hebben

veel dorpen hun eigen ‘iepenloftspul’, een jaarlijkse theatervoorstelling in de openlucht waar de lokale bevolking intensief aan meewerkt. Jan Jonker is verantwoordelijk voor de publiciteit rondom de openlucht­ spektakels in zijn dorp Burgum.


Het

iepenloftspul w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

49


De Simmer fan ’45, omdat het in 2010 65 jaar geleden is dat Nederland werd bevrijd.

www.iepenloftspul.nl – Burgum telt ongeveer 10.000 inwoners en ligt tussen Leeuwarden en Drachten, in de gemeente Tytsjerksteradiel. Voor Burgum en andere Friese dorpen is het iepenloftspul een gebeurtenis van jewelste. Het brengt veel inwoners op de been, of het nou gaat om het naaien van de kostuums, het ontwerpen van het decor of het bedienen van de geluidsinstallatie. Het jaarlijkse theaterstuk is een Gesamt-kunstwerk, vervaardigd met honderd procent inzet van de inwoners. De Simmer fan ’45 is de voorstelling die in juni 2010 in de openlucht zal worden gespeeld. “Omdat het 65 jaar geleden is dat Nederland werd bevrijd van de Duitsers,” legt Jan Jonker uit. Van de tv-serie De Zomer van ’45, uitgezonden in 1991, is later een toneelbewerking gemaakt. Deze is speciaal voor Burgum in het Fries vertaald. Kort gezegd gaat het verhaal over twee Nederlandse meisjes, die ieder verliefd worden op een Canadese soldaat en in verwachting raken. De kinderen groeien zonder vaders op en gaan later op zoek naar hun wortels. In de euforie van de overwinning De geschiedenis van het Burgumer iepenloftspul gaat tientallen jaren terug. Vlak na de Tweede Wereldoorlog was de allereerste openluchtvoorstelling in het dorp te zien. “In de euforie van de overwinning konden de bewoners midden op de markt, vanaf strobalen, genieten van een theaterspektakel,” vertelt Jonker. Maar het eerste echte iepenloftspul was te zien in 1959, toen in het centrum van het dorp een oude boerderij werd omgedoopt tot cultureel centrum en daarachter het openluchttheater werd gebouwd. De halve arena biedt plaats aan 550 toeschouwers. Jan Jonker – in het dagelijks leven meester Jan van groep 2 op een basisschool – verzorgt sinds zeven jaar de publiciteit rondom de openlucht-

50

theaterstukken van zijn dorp. Op de vraag waar volgens hem De Simmer fan ’45 over gaat, zegt hij: “De liefde tussen mannen en vrouwen. Die er na een lange periode nog steeds is. En over de liefde van een moeder voor haar kind dat ze nooit heeft mogen kennen.” De cast bestaat vooral uit jonge mensen. Jonker, terugblikkend op een ijzersterke repetitie: “De twee actrices, nog maar zestien en achttien jaar oud, speelden de scène waarin een gesprek plaatsvindt over de onverwachte zwangerschap van een van hen. Het was zo levensecht en ontroerend, we stonden er met tranen in onze ogen naar te kijken.” Iedereen uit het dorp of de directe omgeving die acteerwensen heeft kan zich opgeven voor de audities. Er zijn slechts twee voorwaarden: je moet vloeiend Fries kunnen spreken en voldoende tijd hebben. “We vragen veel van de spelers, we repeteren meerdere avonden per week. En, ook niet onbelangrijk: je krijgt er niets voor betaald.” Iedereen is belangrijk Niet alleen de bevolking van Burgum laat zich verpozen in de openlucht, er komen mensen van heinde en verre. Jonker: “We hebben één bijzonder trouwe bezoekster. Ze komt uit Gouda en is bijna blind. In de loop der jaren heeft ze zich de Friese taal eigen gemaakt. Elke zomer reist ze alle Friese openluchtspelen af.” Maar hoe blij ze ook zijn met alle bezoekers van buiten het dorp, het jaarlijkse iepenloftspul is toch vooral een spektakel voor de Burgummers zelf. “Iedereen die meewerkt is belangrijk. Ook die bejaarde man die voor de 25e keer de kaartjes komt scheuren. De vrouwen die de kleding maken en alle andere vrijwilligers. Het cadeautje dat al deze mensen krijgen is het applaus van het publiek en het mooie is dat dat voor iedereen meer dan voldoende is.”

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


Financieel beleid Het Prins Bernhard Cultuurfonds is een fondsenwervende instelling met vermogen. We streven ernaar de organisatiekosten zoveel mogelijk te dekken met de opbrengsten uit dit vermogen, zodat zoveel mogelijk van iedere geworven euro direct ten goede komt aan cultuur en natuurbehoud. De baten van het Prins Bernhard Cultuurfonds bestaan uit inkomsten uit fondsenwerving, loterijen en beleggingen. De bestedingen uit financiële bijdragen aan projecten, beurzen en prijsuitreikingen. Maatschappelijk verantwoord beleggen Het Prins Bernhard Cultuurfonds belegt de CultuurFondsen op Naam en een deel van het eigen vermogen in een effectenportefeuille. Ook verstrekken we tegen een lage rente hypotheken aan eigenaren van gemeentemonumenten en vormt het pand van Erfgoed Nederland een beleggingsobject. We zorgen er daarbij wel voor dat we maatschappelijk verantwoord beleggen en ook op die manier positief bijdragen aan de maatschappij: – We kiezen bewust voor investeringen die verband houden met onze missie en die onze doelstelling ondersteunen. – Voor de effectenportefeuille is gekozen voor Engagement. Hierbij spreken we bedrijven direct aan op niet-duurzame activiteiten. Als aandeelhouder maken we actief gebruik van het stemrecht, waarbij we aansluiten bij het totale vermogen van de fiduciair manager. Hierdoor stijgen de mogelijke invloed en effectiviteit van het gevoerde duurzaam beleggingsbeleid aanzienlijk. – Voor het beheer van de effecten­portefeuille is eind 2009 een fiduciair manager aangesteld. Mede in het licht van de recente turbulentie op de financiële markten zullen we de in 2008 vastgestelde strategische asset allocatie in 2010 evalueren. De Staat van baten en lasten en de Balans op pagina 52 en 53 geven inzicht in de financiën 2009.

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

51


2008

2009

Balans

Activa MateriĂŤle vaste activa

3.088.009

4.766.253

FinanciĂŤle vaste activa

22.392.930

11.912.252

25.480.939

16.678.505

8.906.290

14.846.466

130.923.006

114.593.902

23.626.892

31.061.237

163.456.188

160.501.605

188.937.127

177.180.110

bestemmingsreserves

59.012.919

55.928.628

herwaarderingsreserve

1.470.729

3.070.729

60.483.648

58.999.357

CultuurFondsen op Naam

77.436.614

68.879.364

Cultuurfondsen voor Monumenten

23.220.957

21.108.641

100.657.571

89.988.005

161.141.219

148.987.362

Vorderingen en overlopende activa Effecten Liquide middelen

Totaal Passiva

Reserves en fondsen reserves

bestemmingsfondsen

Totaal Reserves en fondsen Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal

52

655.811

579.555

27.140.097

27.613.193

188.937.127

177.180.110

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


Werkelijk 2009

Begroting 2009

Werkelijk 2008

Staat van baten en lasten

8.591.416

10.000.000

11.661.026

Baten uit acties van derden

20.293.045

18.000.000

19.601.772

Baten uit beleggingen

10.077.383

1.150.000

-2.858.587

38.961.844

29.150.000

28.404.211

Baten

Baten uit fondsenwerving

Som der baten Lasten

besteed aan doelstellingen Cluster I: Geschiedenis, letteren en beeldende kunst

4.647.006

6.599.973

Cluster II: Podiumkunsten muziek en theater

7.810.795

7.317.773

Cluster III: Monumentenzorg en natuurbehoud

4.177.291

3.402.446

894.180

608.909

Beurzen Kunst- en cultuureducatie

1.026.021

1.288.906

Europese Culturele Stichting

4.994.034

4.828.483

456.973

500.243

Prins Bernhard Cultuurfonds Nederlandse Antillen & Aruba

24.006.301

24.582.342

24.546.733

1.593.757

1.582.212

1.618.972

50.884

48.051

47.687

308.594

636.576

524.974

1.953.235

2.266.839

2.191.633

848.451

780.819

769.932

26.807.987

27.630.000

27.508.298

12.153.857

1.520.000

895.913

werving baten Kosten fondsenwerving Kosten acties derden Kosten van beleggingen

beheer en administratie Kosten beheer en administratie Som der lasten Resultaat resultaatbestemming toevoeging aan CultuurFondsen op Naam

10.579.566

2.788.318

onttrekking uit Herwaarderingsreserve

-1.600.000

-

toevoeging aan Bestemmingsreserves

3.174.291

-1.892.405

12.153.857

1.520.000

895.913

toevoeging aan CultuurFondsen op Naam

10.579.566

onttrekking uit Herwaarderingsreserve

-1.600.000

-

toevoeging aan Bestemmingsreserves

3.237.611

-1.892.405

12.217.177

2.788.318

1.520.000

895.913

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

53


Digitale communicatie Naast het papieren donateurs­ magazine Cultuurbericht, communiceert het Cultuurfonds ook digitaal. Tienmaal per jaar versturen wij de digitale nieuwsbrief CultuurNieuws. Behalve nieuws over het Cultuurfonds brengen wij hierin ook de resultaten van door ons ondersteunde projecten. Soms kunnen we met de desbetreffende organisaties vrijkaarten of kortingen afspreken. Gratis abonneren kan via www.cultuurfonds.nl

Voor het laatste nieuws, de projecten­database, lopende donateursaanbiedingen, om te zien of uw project in aanmerking komt voor een bijdrage, en veel meer nieuws kunt u terecht op www.cultuurfonds.nl

Mooie reportages over onze prijswinnaars, laureaten en bursalen zijn te zien via www.youtube.com/cultuurfonds Weet als eerste wat er speelt bij het Cultuurfonds en volg ons via www.twitter.com/cultuurfonds

54

Bekijk ons volledige jaarverslag op www.jaarverslagcultuurfonds.nl

ja a rm ag a zine 20 0 9 prins bernhard cult uurf o nd s


ja

donateur

ik geef cultuur de kans en word

I k machtig het Prins Bernhard Cultuurfonds om van mijn bank- of girorekening een donatie af te schrijven van õ per maand õ € 3 õ € 5 õ € 10 õ ander bedrag € .................................. õ per jaar õ € 25 õ € 50 õ € 100 õ ander bedrag € .................................. naam en voorletters

m/v

adres

telefoon

postcode en plaats

geboortedatum

bank- of girorekening

õ ik betaal liever per acceptgiro

e-mail

õ graag CultuurNieuws op dit mailadres

handtekening Graag wil ik mijn bijdrage ten goede laten komen aan õ Algemeen õ Beeldende kunst õ Geschiedenis en letteren õ Cultuurfondsbeurzen õ Natuurbehoud õ Monumentenzorg õ Muziek en theater (s.v.p. één hokje aankruisen)

Stuur deze bon  in een ongefrankeerde envelop aan Prins Bernhard Cultuurfonds, Antwoordnummer 10512, 1000 ra Amsterdam

naam en voorletters

m/v

adres

telefoon

postcode en plaats

e-mail

Ik ben geïnteresseerd in een

CultuurFonds op Naam õ stuur mij de brochure CultuurFonds op Naam voor particulieren

õ stuur mij de brochure CultuurFonds op Naam voor stichtingen õ stuur mij de brochure CultuurFonds op Naam voor bedrijven õ stuur mij de brochure over nalaten aan het Prins Bernhard Cultuurfonds õ ik abonneer mij op CultuurNieuws, de gratis digitale nieuwsbrief

Stuur deze bon  in een ongefrankeerde envelop aan Prins Bernhard Cultuurfonds, Antwoordnummer 10512, 1000 ra Amsterdam

w w w. ja a r v er sl agcult uurf o nd s .nl

55


Doe hetzelfde als het echtpaar Nijman-Biermasz. Stel een CultuurFonds op Naam in. Het artsenechtpaar Nijman-Biermasz had ruim dertig jaar een huisartsenpraktijk in Witmarsum. Op zoek naar een nieuwe uitdaging namen zij afscheid van hun praktijk en besloten een CultuurFonds op Naam in te stellen voor de omliggende dorpen. Met het Nijman Biermasz 17 dorpen Fonds willen zij gedurende 20 jaar de muzikale activiteiten in de omgeving een financiĂŤle impuls geven. Inmiddels beheert het Prins Bernhard Cultuurfonds meer dan 250 CultuurFondsen op Naam voor particulieren, bedrijven en stichtingen. Het is een uitgelezen mogelijkheid om uw culturele interesse te steunen en te manifesteren of bijvoorbeeld een familielid te eren. Overweegt u ook zoiets voor cultuur te doen? We vertellen u alles over de mogelijkheden, het gemak, de fiscale voordelen ĂŠn hoeveel voldoening het geeft. Maak gerust een afspraak met een van onze adviseurs. Bel 020 - 520 61 30 of kijk op www.cultuurfondsopnaam.nl Wij zetten uw bevlogenheid om in een eigen cultuurfonds.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.