Publicatie jongeren en drugs brochure 2015

Page 1

jongeren en drugs Nuttige Info voor ouders

OVER DRUGS, ALCOHOL, GOKKEN EN NIEUWE MEDIA

1


Wegwijs Je maakt je zorgen over het druggebruik van je zoon of dochter. Je wilt meer informatie over bepaalde producten. Je wilt verdere begeleiding ‌

In de provincie Vlaams-Brabant kun je terecht bij verschillende centra en diensten die gespecialiseerd zijn in alcohol- en drugproblemen. Ouders kunnen bij deze centra individueel of in groep begeleiding krijgen. Ga ook eens na of je steun of begeleiding kunt krijgen van mensen uit je omgeving. Ook je huisarts kan je wellicht verder helpen. Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) van de school van je kind kan je veel informatie geven. Ook een Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) of een Centrum Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) kan je op weg helpen. Je kunt kiezen bij welke dienst je te rade gaat. Jongeren kunnen gratis en gemakkelijk advies en hulp krijgen bij het JAC (jongerenadviescentrum) dat een onderdeel is van het CAW. Adresgegevens veranderen wel eens in de loop van de tijd. Als je merkt dat gegevens in deze uitgave niet meer kloppen, zoek dan de organisatie op via internet of bel/surf naar de Druglijn: 078-15 10 20 www.druglijn.be

ALGEMENE INFORMATIE Colofon: Deze brochure is tot stand gekomen in samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant, de Vlaams-Brabantse preventiewerkers en de provincie Oost-Vlaanderen die we bijzonder danken voor het lenen van de basisteksten uit haar gelijknamige brochure.

Redactiegroep Joyce Borremans, CGG Vlaams-Brabant Oost / Leen Derooms, CGG Ahasverus / Annemie Durang, CGG Ahasverus / Bianca Vanreepinghen, interlokale preventiedienst drugs- en alcohol Pajottenland / Anne De Smet, interlokale vereniging drugpreventie Wemmel, Wezembeek-Oppem, Linkebeek, Kraainem en Drogenbos / Tina Somers, interlokale vereniging drugpreventie Haacht, Keerbergen en Boortmeerbeek / Joris Van Vlasselaer, interlokale vereniging drugpreventie Kampenhout, Steenokkerzeel en Zemst / Wim Augustijns, interlokale vereniging drugpreventie Rotselaar, Tremelo en Begijnendijk / Rudi Reyners, provincie Vlaams-Brabant Eindredactie: Rudi Reyners, provincie Vlaams-Brabant / Info: Deze brochure is gratis aan te vragen: Provincie Vlaams-Brabant, dienst kansenbeleid, Provincieplein 1 te 3010 Leuven. Contactpersoon: Rudi Reyners, tel. 016-26 73 31, fax 016-26 73 01, gezondheid@vlaamsbrabant.be of rudi.reyners@vlaamsbrabant.be

2

Bij de DrugLijn Vlaanderen kan iedereen terecht met informatievragen, hulpvragen of vragen naar materiaal over drank, drugs, pillen en gokken. Je kunt anoniem bij de DrugLijn terecht via het telefoonnummer 078 15 10 20, van maandag tot vrijdag van 10 tot 20 uur, of je kunt je vragen mailen, skypen en zelfs chatten via www.druglijn.be

DrugLijn: 078-15 10 20 www.druglijn.be

3


Leeswijzer Wanneer je als ouder vragen hebt over of geconfronteerd wordt met druggebruik bij je kind, maakt dit een heleboel twijfels bij je los. Vragen die meestal niet onmiddellijk te beantwoorden zijn. Antwoorden die een tijdje nodig hebben om te bezinken. Vandaar de nood aan een brochure voor ouders, met alle nodige informatie, duidelijk en helder geformuleerd, om eens rustig te lezen in je eigen omgeving. Deze brochure werd geschreven door deskundigen, ervaren in het begeleiden van en werken met ouders die geconfronteerd worden met drugs binnen het gezin.

De brochure bestaat uit twee grote onderdelen: hoofdstukken 1 tot en met 5 gaan over de opvoedkundige kant; in hoofdstukken 6 tot en met 8 vind je allerhande informatie over drugs en verslaving, wetgeving, hulpverlening… Elk hoofdstuk kan natuurlijk ook los van de andere gelezen worden. Deze brochure wil slechts een leidraad zijn bij vragen en problemen die je ondervindt bij het opvoedingsproces van je kind. Kinderen opvoeden doe je niet vanuit een boek. Een perfecte opvoeding bestaat immers niet. Gelukkig maar, want belangrijk is dat je kind opgroeit tot een unieke persoonlijkheid dankzij je eigen, persoonsgebonden inzet, inzicht en karakter. En dat is met geen woorden te beschrijven.

Opvoeden is geen kinderspel

Inhoud 1

Opvoeden is geen kinderspel

2

Pubers op zoek naar zichzelf

6

Hoe problemen voorkomen

14

Wat als mijn kind gebruikt

22

Hoe reageer je het best

28

Over drugs en verslaving

37

Op de bank bij de jurist

40

Wegwijs

Als ouder wil je je kinderen een goede opvoeding geven. Dat is niet altijd even eenvoudig. Dagelijks komt je kind in contact met allerlei invloeden die je voor nieuwe uitdagingen plaatsen. Soms kun je de situatie op zijn beloop laten. Maar wanneer jouw kind drugs gebruikt, is dat niet echt een optie. Dan is het logisch dat je op zoek gaat naar duidelijkheid en oplossingen. Hierbij raakt je soms gefrustreerd. Als ouder staat je echter niet alleen in voor de opvoeding: je kind komt ook met anderen in contact. En als het toch fout loopt, richt je aandacht dan vooral op zaken die wel goed lopen. Het is immers zelden zo dat het op alle vlakken de mist in gaat. Met deze brochure willen we je als ouder ondersteunen met correcte, heldere en vooral bruikbare informatie. Het resultaat van een mooie samenwerking met deskundigen uit de hulpverlening, het preventiewerk en de provincie OostVlaanderen. Veel succes! rden, lemen wo n, drugprob te verlieze Als drugs e contr ole d Marc Florquin, t b , e t h l m e e gevo d ne gedeputeerde als je het o v er h an heid de d g r o van gezondheid z e k ind, als je b aan met je fout zal g l a a m le e th en paniek … s t da t he ldgevoelens hu als je vree sc or do d raak t als je verlam oien. re boeg te go er een ande ov ns ee t om he 5 t belangrijk … dan is he


Pubers op zoek naar zichzelf Waarom gebruiken jongeren drugs?

Drugs uitproberen: echt iets voor adolescenten!

Van jongeren zelf leren we waarom ze het wel of niet doen:

Je hebt waarschijnlijk zelf al gemerkt hoe ingewikkeld jongeren in elkaar zitten. Ze maken je als ouder soms wanhopig, je weet gewoon niet meer wat je aan ze hebt … Het ene moment kunnen ze de hele wereld aan, het volgende ogenblik zijn ze hopeloos neerslachtig. Soms zijn ze poeslief, even later kun je niets goeds meer doen en heb je het gevoel niets in de pap te brokken te hebben. Al wat hun vrienden zeggen daarentegen, lijken ze zonder enige vorm van kritiek aan te nemen. Verder zijn ze soms tot in het extreme met hun uiterlijk bezig.

WEL ‘Het is wel stoer!’ ‘Het geeft nogal een kick!’ ‘Ik deed het uit nieuwsgierigheid!’ ‘Dan amuseren we ons.’ ‘Het geeft een goed gevoel.’ ‘Iedereen deed het en ik wou er ook bij horen!’

NIET ‘Omdat ik het niet nodig heb!’ ‘Ik heb schrik om verslaafd te worden.’ ‘Ik vind het gevaarlijk en duur.’ ‘Wat zouden mijn ouders er van vinden?’

Dieter (15)

Ik rookte mijn eerste jointje op het plein bij ons in de buurt. Ik was toen 14 jaar. De anderen deden het ook. Het was gewoon gezellig.

6

Trees getuigt hierover:

Femke is altijd een inschikkelijk, beleefd en verzorgd meisje geweest. Toen ze 14 werd, begon ze plots te veranderen. Ze droeg ineens opvallende kledij, liet haar haar kleuren en kon het absoluut niet verdragen als ik daar iets over zei. Ze begon in haar eigen wereldje te leven, waarin ze alleen haar vrienden leek toe te laten. Ik heb me meermaals wanhopig afgevraagd waar mijn lieve meisje gebleven was … 7


Hoe kunnen we dit gedrag begrijpen? Tijdens de adolescentie ontwikkelt een mens zich in enkele jaren tijd van kind naar volwassene. Zowel sociale, geestelijke als lichamelijke veranderingen maken deze periode heel verwarrend voor de puber. Het is voor de jongere meestal wel even wennen om daar vlot mee om te springen. Op geestelijk vlak leren jonge mensen steeds kritischer te denken. Het gevolg is dat ze niet meer alles wat hun ouders zeggen blindelings overnemen. Pubers ontdekken dat ouders ook fouten maken en dan uiten ze hun kritiek daarop soms bijzonder scherp. Ook het streven naar onafhankelijkheid kenmerkt de adolescent (*). En toch is de invloed van leeftijdsgenoten tijdens de adolescentie zeer groot. De vriendengroep vormt een veilige omgeving om met verschillende gedragingen te experimenteren. Voor de puber is het heel erg belangrijk aanvaard te worden in die vriendengroep. Om er bij te horen, gaat hij behoorlijk ver: hij volgt de heersende normen, rages en trends die - bewust of onbewust - bij die groep horen. Naast het uitproberen van bepaalde soorten gedrag, gaat de jongere experimenteren met zijn uiterlijk (kapsel, kleding, piercings …), met relaties, met seksualiteit en ook met genotsmiddelen (tabak, alcohol, illegale drugs). Hij heeft behoefte aan kicks die hem de bewondering van de groep zullen garanderen: risico’s durven nemen, zichzelf overtreffen op allerlei vlakken, enzovoort. Het in groep gebruiken van (illegale) drugs, kan voor jongeren het voor hen zo belangrijke gevoel van verbondenheid creëren: wij doen samen iets wat niet mag. Het omgekeerde komt ook voor, namelijk dat drugs binnen de vriendengroep geweerd worden. In dat geval zal de puber ook deze norm hanteren en sterk geneigd zijn om niet te experimenteren met drugs. Door wel te experimenteren, verkennen adolescenten hun eigen grenzen en die van hun omgeving. “Wat vind ik prettig?” “Wat mag?” “Hoever kan ik gaan?” Op basis van allerhande reacties van zijn omgeving, zal een jongere later zijn eigen norm hierin bepalen.

Niets meer in de pap te brokken… Tijdens die fase in het leven van jongeren zijn ouders vaak de eersten die het moeten ontgelden. Je krijgt als ouder allerlei dingen te horen, ook dingen die niet steeds aangenaam zijn. Het lijkt wel of je altijd ‘de slechte’ bent en de vrienden van je kind ‘de goeden’.

Bovendien heb je het gevoel dat je mening niet meer meetelt. Dit lijkt misschien wel zo, maar klopt niet helemaal. Uit onderzoek blijkt dat jongeren, ook in deze fase, belang hechten aan wat hun ouders van hen denken. Dit zullen ze uiteraard niet zo snel of zo duidelijk verwoorden. Wel merk je dat ze kwaad reageren wanneer ze commentaar of opmerkingen krijgen. Soms zie je ze opleven als je ze een compliment geeft. Pubers willen heus wel weten wat anderen van hen denken, zeker hun ouders!

Marc, vader van Christophe (17):

Als wij iets voorstellen aan of zeggen tegen onze zoon, doet hij het niet, net omdat het uit onze mond komt. Maar alles wat zijn vrienden zeggen, is heilig voor hem.

Alles voor de vrienden Dat ouders, broers of zussen vaker dan vrienden negatieve reacties krijgen van de adolescent, heeft te maken met het feit dat ouders, broers en zussen er gegarandeerd zijn. Ouder ben je altijd. Die rol kun je niet zomaar verliezen, je stapt er niet uit. De jongere kan zich dus veel permitteren tegenover zijn ouders, want wat hij ook doet, het blijven zijn ouders. Vrienden daarentegen moet hij verdienen. Het is dan ook veel minder vanzelfsprekend dat je ze hebt én kunt behouden. Jongeren moeten voor vriendschappen heel wat over hebben en dat doen ze dan ook. Voor buitenstaanders lijkt hun houding hierin slaafs en volgzaam. Als ouder sta je soms paf over de heftige reactie van je kind als je opmerkingen maakt over zijn of haar vrienden. Opmerkingen over de vrienden van je kind worden door hen aangevoeld als uitspraken over zichzelf. Het feit dat vrienden zo’n sterke invloed hebben op je kind, geeft je wel eens te denken. Het is logisch dat je als ouder ‘slechte invloed’ van die vrienden vreest. Toch is er ook een andere kant. Voor jonge mensen vormt hun vriendengroep in de meeste gevallen een bijzonder aangename leefomgeving en een onmisbare leerschool: door ervaring in het omgaan met anderen, met conflicten, met groepsdruk, enz. biedt de vriendengroep duidelijkheid. En dit geeft voor de jongeren op zijn beurt veiligheid. Veiligheid om met al die aspecten van het leven te leren omgaan op hun eigen manier. En daarin door anderen, die precies zijn zoals zijzelf, begrepen te worden.

(*) Als we verwijzen naar ‘de jongere’, ‘de puber’ of ‘de adolescent’, worden uiteraard jongens én meisjes bedoeld, ook als er telkens ‘hij’ staat.

8

9


Hoe problemen proberen voorkomen Drugs: praat erover Vaak wordt gezegd: “Wil je druggebruik voorkomen, praat er dan over”. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hier en daar lopen die gesprekken tussen ouders en opgroeiende kinderen heel spontaan, maar ‘druggebruik’ is dikwijls een zeer geladen onderwerp.

Zo’n gesprekken hoeven bovendien niet altijd urenlang te duren. Korte gesprekjes op een voor de jongere aangename plaats en een geschikt moment hebben soms veel meer effect dan je zou vermoeden.

Waarover moet je praten? Je voelt dat je er zelf nauwelijks wat van kent en je je op glad ijs begeeft. Op welke manier praat je erover? Op welk moment? Wat als je kinderen niet luisteren en weglopen of je uitlachen? Allemaal vragen waar je mee zit voordat je een gesprek begint. En als je er dan toch over begint, bestaat bovendien de kans dat je in een moeilijke discussie belandt. Niet zo evident dus.

Marijke, moeder van Dries (15)

Ik heb zo vaak geprobeerd er met hem over te praten. Zelden is het me gelukt. Maar toen ik hem op een dag ergens naartoe bracht met de wagen, begon hij zelf te praten. Alsof het feit dat hij niet naar mij hoefde te kijken en de wetenschap dat de rit niet te lang zou duren, voor hem een veilige gelegenheid creëerde om te praten.

Op zich is het zinvol om over drugs te praten, dat staat vast. Maar het is minstens even belangrijk dat er ook over andere zaken gepraat wordt. Dat stimuleert een open houding van ouders tegenover kinderen en omgekeerd.

Dries (15) n je kinderen zich? Waarvoor interessere en? onderwerp r bepaalde e v o j zi n? n e ter zelf te prate Wa t d e n k nt je zoon of doch gi be a’s em th e Over welk Waar bent je het samen met hen wel over eens?

10

Ik kan met mijn moeder niet over drugs praten want ze moet altijd gelijk hebben. Ja, natuurlijk weet ik wel dat ze bezorgd is.

11


Een veilig moment uitkiezen en niet alles tegelijkertijd willen bespreken zijn belangrijk als je met je kind over drugs wilt praten. Spreek niet alleen over drugs, maar ook over andere zaken. Vaak help je de ander met praten door ook iets over jezelf te zeggen. En ook dan geldt nog steeds: om te praten zijn er twee partijen nodig. Ook al deed je een eerlijke poging, het kan zijn dat je kind niet mee wilt. Het enige wat je dan kunt doen, is het op een ander moment en op een andere manier opnieuw proberen. Overigens, praten hoeft niet altijd met woorden te gebeuren. Je kan ook briefjes naar elkaar schrijven, of mailen of zelfs tekenen, of een krantenknipsel geven dat je de moeite waard vindt, enz.

In het ‘preventief praten’ over drugs is het voor jou als ouder niet zozeer belangrijk om gelijk te krijgen, maar wel om invloed te hebben. Het is van belang dat ook je mening gewicht in de schaal van hun beslissing legt. Daarom is het in de eerste plaats raadzaam dat je je kind zo benadert, dat het op zijn minst luistert naar wat je te zeggen hebt en openstaat voor je mening. Volwassenen kunnen wel hun opvattingen duidelijk maken, maar voor jongeren is het niet altijd zo prettig om alleen maar te moeten luisteren. Doordat ze onbezorgd willen genieten, staan jongeren niet altijd open voor informatie over problemen en gevaren op langere termijn. Hun aandacht is gericht op vrijheid en nieuwe dingen ervaren, niet op opletten en verantwoordelijk zijn. Wanneer je dan als ouder zeer scherp verwoordt wat bestaande of mogelijke moeilijkheden zijn waarmee je kind geconfronteerd kan worden (en waarvoor het soms zelf een beetje bang is), wordt luisteren extra moeilijk. Het schept nog meer verwarring en twijfel en daarvoor gaan pubers zich afschermen door helemaal niet meer te willen praten of luisteren. Net wat je niet wilde, je had het nog zo goed bedoeld! Wij raden sterk aan om bij dit soort van ‘preventief praten’ niet altijd direct de kern van de risico’s te beklemtonen, maar ook écht te luisteren naar je kind.

12

Je relatie met je kind als preventie Ook al kun je preventief heel wat doen, het geeft je nooit de absolute garantie dat er in je gezin niet met drugs geëxperimenteerd zal worden. Weet wel dat als dat gebeurt, die preventieve inspanningen dan niet ‘totaal nutteloos’ geweest zijn. Wat we kinderen preventief meegeven, kan de kans verlagen dat een experiment met drugs een heus probleem wordt. En zelfs bij problemen, zal een (vroegere) gezonde basis in de relatie tussen jou en je kind de beste kans bieden om een echte ontsporing te voorkomen. Je kan als ouder die preventieve relatie nastreven. Of het allemaal écht lukt, heb je niet volledig zelf in de hand. Want dat heeft te maken met de twee partijen én met vele andere invloeden.

Open en bloot Een goede relatie met je kind heeft nood aan openheid over alles en nog wat: over school, vrienden, het gezin en andere dingen die zowel je kind als jezelf bezighouden. Dit wilt niet zeggen dat je met je kinderen je diepste geheimen moet delen, wel dat je over vanalles open kunt praten. Het is belangrijk de jongere ernstig te nemen en interesse te tonen voor de zaken die hij of zij belangrijk vindt (muziek, vrienden, relaties …). Openheid betekent ook je eigen ouderlijke ideeën of twijfels tonen. Daarmee toon je dat open zijn tegenover elkaar geen zwakte is, maar dat je het juist erg apprecieert. De manier waarop je over jezelf praat, is even belangrijk als wat je daarbij zegt.

Geef eens een schouderklopje Net zoals volwassenen worden jongeren meer gemotiveerd door aanmoedigingen en complimenten wanneer ze iets goed doen, dan door alleen maar ‘kritiek’ te krijgen. Zeker wanneer er moeilijkheden zijn, is het niet altijd gemakkelijk om het positieve in je kind te vinden. Maar het loont de moeite om ernaar op zoek te gaan. Als je kind vaak bevestiging krijgt, zal het ook op een positieve manier naar zichzelf kijken. Jongeren met een groter gevoel van eigenwaarde staan sterker omdat ze zich minder afhankelijk voelen van de goedkeuring van anderen. Keuzes die ze maken, worden dan minder snel door anderen bepaald.

13


’t Is goed in ’t eigen hart te kijken … Zeggen we het ook als het goed gaat?

Hier laat ik je los, Tim, van hieraf moet je gaan …

Gebruiken we regelmatig aanmoedigingen? Waarderen we voldoende die dingen die ze thuis of voor familie doen?

Iets betekenen, iemand zijn kan pas volwaardig wanneer je een (deel)verantwoordelijkheid krijgt in het groter geheel. Zo is dat ook voor kinderen thuis. Een stukje verantwoordelijkheid krijgen kan al op jonge leeftijd. Een kind kan bijvoorbeeld instaan voor het verzorgen van een huisdier of voor bepaalde huishoudelijke taken. Het toekennen van verantwoordelijkheid is een proces dat stapje voor stapje gaat. Hoe ouder en hoe rijper je kind, hoe meer het verantwoordelijkheid kan opnemen. Door je kind te stimuleren tot zelfstandigheid is de kans groter dat het op latere leeftijd op een kritische en verantwoorde manier met vele dingen zal omgaan, ook met genotsmiddelen.

Niet alleen over de resultaten op school, maar ook wanneer het gaat over hobby’s, sport, een eigen mening of een houding?

Het voelen dat men een thuis heeft, helpt jongeren bovendien om hun experimenten geen al te belangrijke plaats in hun leven te geven.

Met vallen en opstaan Iedereen kent wel eens een tegenslag of maakt een moeilijke periode door. Het is onmogelijk en ook niet nodig je kind hiervan af te schermen. Het is belangrijk dat kinderen vaardigheden ontwikkelen en manieren ontdekken om op een opbouwende manier met gevoelens zoals angst of verdriet om te gaan. Voor jongeren die geen raad weten met tegenslagen, kan druggebruik een risico zijn. Genotsmiddelen worden soms gebruikt om te ontsnappen aan frustraties en teleurstellingen.

De appel valt nooit ver van de boom Communiceren met elkaar doe je niet alleen door te praten. Je beïnvloedt je kind nog meer met wat je doet en toont: hoe je zelf in het leven staat, hoe je zelf ontspanning neemt, hoe je denkt over gezondheid, hoe je omgaat met tegenslagen, met vrije tijd en genotsmiddelen. De wijze waarop ouders met alcohol, sigaretten en medicijnen omgaan, vormt een invloedrijk voorbeeld voor opgroeiende kinderen. Je eigen gedrag, meer nog dan wat je je kind vertelt, bepaalt mee hoe hij of zij zal omgaan met genotsmiddelen. Al deze invloeden spelen natuurlijk al van jongs af aan en niet alleen in de adolescentiefase.

14

15


Grenzen trekken. Hoe doe je dat? Overleg Regels opstellen lukt nogal eens door naar een compromis te zoeken. Dit betekent dat de jongere 茅n de ouder(s) voorstellen kunnen formuleren en argumenten kunnen geven. Deze inspraak is een onderdeel van het opnemen van verantwoordelijkheid. Als je samen met je zoon of dochter redelijke regels maakt, is de kans groter dat de afspraken worden nageleefd. Het biedt echter geen garantie. Soms is een compromis over de regel niet mogelijk. Weet dan dat je als ouder zelf een grens mag trekken.

heid ten goede en de jongere weet beter waar hij zich aan te houden heeft. Een jongere merkt gauw dat een van beide ouders afwijkt en zal dit gaan uitspelen in zijn eigen voordeel. Ook als je gescheiden bent of een nieuw samengesteld gezin vormt, is het belangrijk voor de jongere dat zijn opvoeders een eenduidig standpunt innemen. Ondersteun je kinderen om de grenzen elders (bv. op school) te respecteren. Je hoeft niet altijd voor hen in de bres te springen (bv. laat je niet gebruiken om strafwerk op school kwijtgescholden te krijgen).

Duidelijkheid

Opvoeden betekent niet perfect zijn

Wanneer een grens wordt bepaald, moet deze in eerste instantie duidelijk zijn. Afspraken worden het best op voorhand gemaakt en niet op het moment dat er zich een probleemsituatie voordoet. Eenmaal gemaakt, is het belangrijk die grens niet los te laten.

Grenzen trekken is niet altijd even gemakkelijk. Dat er daarbij moeilijkheden opduiken, is normaal en is geen teken van opvoedkundige onbekwaamheid.Grenzen trekken is een voortdurend proces van vallen en opstaan. Je moet het ook niet perfect willen doen. Ouders moeten de moed hebben onvolmaakt te durven zijn. Jezelf fouten toestaan geeft rust, betekent afzien van het idee dat je perfect moet zijn, ook tegenover je kinderen. Volmaaktheid ontmoedigt kinderen en zet ze aan tot verzet daartegen.

Anderzijds betekent dit niet dat een grens een onveranderlijk gegeven is. Grenzen kunnen en moeten soms veranderen. Soms vragen externe factoren om grensaanpassingen, of het kan zijn dat je kind nieuwe vrijheden heeft verdiend. Of achteraf bekeken vind je dit geen redelijke grens. Probeer het dan opnieuw met je kind te bespreken, zodat hij ook weet waarom je van mening verandert.

Gevolgen Een onderdeel van de duidelijkheid is dat de jongere ook de gevolgen van de overtreding van een afspraak of regel moet kunnen inschatten. De vooraf afgesproken gevolgen moet je zeker kunnen waarmaken. Denk daar vooraf over na. Loze bedreigingen brengen geen zoden aan de dijk.

Eenduidigheid Grenzen zijn persoonlijk. Waarden en normen spelen hierin mee, maar ook overtuigingen, principes, achtergrond ... Zowel de waarden en normen van de ouders als de eigenheid van de jongere bepalen mee wat kan en wat niet kan. Als je naar andere gezinnen kijkt, merk je op dat ieder gezin kan verschillen in het trekken van grenzen en in opvattingen. Soms kunnen jullie als ouders binnen eenzelfde gezin een verschillende mening hebben.

Relativiteit Respect opbrengen voor en luisteren naar de mening van de jongere (over bijvoorbeeld drugs), wil niet zeggen dat je het gebruik moet tolereren. Bespreken betekent niet hetzelfde als goedkeuren. Je kunt respect tonen voor een andere visie en t贸ch motiveren waarom je als ouder bepaalde grenzen trekt. Jongeren aanvaarden niet zomaar alle regels. Maar zelfs al worden de regels soms met de voeten getreden, toch blijven ze belangrijk. Ze zomaar overboord gooien, biedt te weinig houvast en structuur voor je kind. Jongeren hebben immers grenzen nodig. Daarbij is het essentieel om een evenwicht te vinden tussen een te strenge en een te lakse opvoeding. Wie door erg nauwe grenzen te trekken zijn kind bepaalde ervaringen wilt besparen, maakt dat opgroeiende jongeren niet tegen de moeilijkheden van het leven zullen opgewassen zijn. Wie aan het andere uiterste gaat staan en geen grenzen trekt, maakt zichzelf handelingsonbekwaam en legt alle beslissingen in de handen van de jongere zelf terwijl die dit nog niet aankan.

Net zoals voor andere belangrijke aspecten van de opvoeding, is het wenselijk dat je als ouders met elkaar van gedachten wisselt rond je houding tegenover drugs, de aanpak en je opstelling naar je kind. Overleg vooraf komt de duidelijk-

16

17


Wat als mijn kind gebruikt Patrick (42)

Jan rookt regelmatig een joint. Wij maken ons er echt zorgen om. We proberen er met hem over te praten, maar er blijven toch heel wat vragen en onzekerheden. Het ergste vind ik dat je er met niemand over kunt praten. Ik moet er niet aan denken dat mijn moeder het te weten komt, of de buren … Wat zouden ze wel denken over ons gezin! Tijdens de pubertijd is de kans groot dat je kind in aanraking komt met illegale middelen. Iedere puber kan aan drugs komen. En iedere jongere zal, wanneer je er hem naar vraagt, toegeven dat hij wel eens iets aangeboden heeft gekregen op een feestje, aan het station, op school. Of je kind kent wel iemand die drugs gebruikt. De kans dat je binnen je gezin met druggebruik bij een van je kinderen geconfronteerd wordt, is dan ook niet ondenkbaar.

An (39)

Marijke kwam ook met drugs in aanraking. In het begin waren we er kapot van en durfden er amper over te praten. Als het onderwerp ‘drugs’ bij vrienden ter sprake kwam, werd ik helemaal rood en wist niet meer wat te zeggen. Op een avond heb ik toch eens mijn stoute schoenen aangetrokken en het verteld aan een bevriend koppel. Toen bleek dat hun zoon ook aan het experimenteren was zoals ze dat dan noemen. Het was een hele opluchting om dat te horen. Ik voelde me op slag iets minder abnormaal. Sindsdien praat ik er meer over. Ik kijk natuurlijk nog uit tegen wie ik wat vertel. Maar ik ben geschrokken hoeveel ouders in hetzelfde schuitje zitten en hoe goed het me doet om hierover wat te kunnen uitwisselen met elkaar.

Bij zo’n confrontatie kun je het best rustig reageren. Terwijl je inwendig misschien het gevoel hebt dat je uit frustratie, woede of teleurstelling je kind wat zou kunnen aandoen. Zeker wanneer je al heel veel energie hebt gestopt in het trachten te voorkomen van risicogedrag en druggebruik bij je kind.

18

19


Mia, moeder van Bram (16)

Toen ik ontdekte dat Bram drugs gebruikte - ja, ik zeg drugs, want wat wist ik of het nu zwaar spul was of niet was ik helemaal van de kaart. Wat zou er met mijn kleine jongen gebeuren? Waar zou dit toe leiden? Die angst sloeg snel om in woede: ik had hem echt wat kunnen aandoen! Als ik dan ’s avonds in mijn bed lag, vroeg ik me af wat ik in godsnaam verkeerd had gedaan? Waar was ik tekortgeschoten? Nachtenlang deed ik amper een oog dicht.

wijd open staan, een andere vriendenkring, dalende schoolresultaten, spijbelen, geen interesse meer voor gezinsactiviteiten, sterke emotionele wijzigingen (uitgelaten, depressief, agressief), verlies van interesse voor hobby’s, stelen … Let wel: één signaal zegt niet veel. Veel van deze signalen komen ook voor bij niet-gebruikers en kunnen wijzen op de typische ontwikkelingsperikelen bij jongeren. Na een nachtje uitgaan bijvoorbeeld kan je kind ook vermoeid zijn en er bleek uit zien. Het is dus belangrijk oog te hebben voor blijvende veranderingen in de houding of het gedrag van je zoon of dochter. Het is mogelijk dat die veranderingen een uiting zijn van druggebruik.

Als je ontdekt dat je kind drugs gebruikt, denk dan vooral niet dat je gezin het enige is met dergelijke problemen. Heel wat jongeren proberen drugs uit en dit leidt in vele gezinnen tot ruzies en problemen. Als je hierover kunt spreken met andere ouders (van ook puberende, opstandige jongeren), zal je merken dat er heel wat gelijkenissen zijn. Die gesprekken kunnen voor jou een hele opluchting en steun zijn. Het is dus kwestie van je niet te isoleren.

Rood of oranje licht?

We mogen niet uit het oog verliezen dat de wereld van je kinderen ruimer is dan het gezin waarin ze opgroeien. Kinderen komen in hun ontwikkeling heus met veel meer betekenisvolle personen en informatie in aanraking dan enkel met hun ouders. Ouders zijn dus niet de enige beïnvloeders maar delen de opvoeding die ze aan hun kinderen geven, en dus hun invloed, met vele andere mensen en ervaringen.

Is het antwoord op de meeste van deze vragen ‘ja’ of ‘goed’, dan is je kind waarschijnlijk een puber die experimenteert met drugs. Dit druggebruik is dan meestal vrij beperkt, zodat het weinig negatieve gevolgen heeft op andere terreinen in zijn of haar leven.

Signalen: rood, oranje of groen licht? Jongeren die drugs gebruiken, doen dit meestal stiekem, achter de rug. Ze willen niet dat hun ouders het merken, wetend dat hen verboden zal worden verder te gebruiken. Aan de andere kant merken we wel eens een zekere opluchting bij de jongere, wanneer zijn druggebruik wordt opgemerkt. Hij kan dan immers zelf naar buiten komen met de twijfels waar hij mee zit en die in veel gevallen met dat gebruik gepaard gaan. Toch is het niet vanzelfsprekend dat druggebruik wordt opgemerkt. Als iemand slechts af en toe gebruikt en dan nog in kleine hoeveelheden, is de kans groot dat de omgeving geen vroege signalen opvangt. Het druggebruik verloopt dan onzichtbaar.

Veel jongeren experimenteren. Slechts een deel van hen raakt in de problemen. Als je als ouder ontdekt dat je kind drugs gebruikt, is het van belang te achterhalen of het om experimenteren of om vluchtgedrag gaat. Hoe kun je het onderscheid tussen de twee ontdekken? Staar je niet blind op het druggebruik alleen. Schenk extra aandacht aan het ruimer gedrag van je kind.

Je kunt je het volgende afvragen:

t recent op school Hoe doet mijn kind he ? afspraken teeds aan s g o n h c n kind zi e vr iendenkr ing? Houdt mij ochter een vast Heef t mijn zoon /d Pakt mijn kind zijn problemen aan?

inv Blijft mijn kind tijd

es teren in zijn vroeg

ere hobby’s?

Is het antwoord op de meeste van deze vragen echter negatief, dan is dit mogelijk een teken dat het druggebruik vrij veel belang krijgt in het leven van je kind. Het kan bijvoorbeeld een manier geworden zijn om te vluchten van moeilijkheden of problemen.

Soms kun je wel signalen vaststellen. Hierbij denken we aan: bleekheid, vermoeidheid, verminderde eetlust, vermageren, pupillen die sterk vernauwd of juist

20

21


De zoektocht naar het ‘Waarom?’ Wanneer je als ouder geconfronteerd wordt met druggebruik, rijzen allerlei vragen: Hoe komt het nu dat de ene jongere wel en de andere jongere niet ingaat op het aanbod van drugs? Hoe komt het dat de ene tiener na het uitproberen ermee ophoudt en de andere tiener ermee doorgaat? … Wij vragen het aan Gie, een therapeut met meer dan 20 jaar ervaring in de drughulpverlening.

Wat herken je bij de druggebruikende jongeren die je tegenkomt? Gie: ‘Het is natuurlijk altijd gevaarlijk om te veralgemenen, iedere jongere is anders. Maar een aantal zaken kom je wel bij heel wat jongeren tegen. Zo kun je stellen dat bij veel jongeren hun gevoel van zelfwaardering, van zelfappreciatie, een bepalende rol speelt. Dikwijls hebben jongeren die drugs gebruiken op een manier dat het problematisch wordt, het moeilijk met het uiten van hun emoties. Vaak zitten er ook nog andere problemen waar ze eigenlijk hulp bij zouden kunnen gebruiken. Velen van hen hebben dan ook een zeer negatief zelfbeeld. Dit leidt niet per se rechtstreeks tot druggebruik, maar druggebruik kan dan voor hen één van de snelle – maar valse – oplossingen zijn.’

Waar kan dat laag zelfbeeld bij de jongere vandaan komen? Gie: ‘Daar spelen een boel factoren mee, zoals: voldoende nestwarmte en ‘steun en liefde’ gekregen hebben, maar ook de nodige positieve bevestiging, aanvaarding en respect … Als jongeren dat voldoende meekrijgen, zullen ze sneller een positief zelfbeeld ontwikkelen. Het is niet zo gemakkelijk uit te leggen aan ouders, meestal krijg je als ouder het gevoel dat er met een steen naar je geworpen wordt als je dit hoort. Het gaat echter helemaal niet om schuld. Het is ook zo moeilijk om de vinger op de wonde te leggen. Het gaat immers om een complex kluwen waarbij niet alleen onze inbreng als ouder belangrijk is, maar ook die van andere omstandigheden, meerdere familieleden, contacten met diverse mensen … Ik geef je een voorbeeld. Een kind groeit op in een periode dat zijn zus zwaar ziek is. Zijn ouders zijn hierover vaak bezorgd en bedroefd, wat heel menselijk is. Dan kan het zijn dat dat kind begint te denken dat het zélf niet veel waard is, omdat het zijn ouders niet gelukkig kan maken. Je hebt dat niet zo snel in de gaten, maar zo zitten kinderen soms in elkaar. We kunnen als ouder alleen maar trachten zo goed mogelijk onze bijdrage te leveren in het helpen opbouwen van een positief zelfbeeld bij onze kinderen.’

22

23


Wij moeten als ouder proberen open en begrijpend te zijn, maar toch ook begrenzend?

Het kan zelfs voorkomen dat er in een nieuwe samengesteld gezin verschillende regels gelden voor de verschillende kinderen.

Gie: ‘Ja dat klopt, hoewel het zeker niet de bedoeling is dat je een detective wordt. Maar een gezonde vorm van ondersteunend toezicht kan helpend zijn. Het kan de zelfcontrole van de jongere stimuleren. Verder helpt het je kind om te leren functioneren in een systeem waar regels zijn.

Deze situaties betekenen niet dat ze automatisch leiden tot méér problemen, maar misschien wel dat je voor een aantal aspecten van de opvoeding extra alert moet zijn. Dat lijkt misschien vermoeiend, aan de andere kant kan dat extra alert zijn net ook voordelen hebben en een goede relatie opleveren met je kind.

Jongeren worden vanuit maatschappelijk oogpunt geassocieerd met verandering, nieuwesgierigheid, onbezonnenheid. Hun ouders staan in hun ogen eerder voor continuïteit, bescherming en voorzichtigheid. De wisselwerking tussen deze twee posities, geven kinderen de gelegenheid op een veilige manier te experimenteren met grenzen én de mogelijkheid om zich ergens tegen af te zetten. Jongeren hebben dat nodig om tot een eigen identiteit te komen. De uitdaging voor ouders is dus het trekken van duidelijke grenzen, maar evenzeer het voldoende tonen van liefde voor en betrokkenheid met je kind.’

Ligt het anders bij eenoudergezinnen en nieuwe samengestelde gezinnen? Gie: ‘Vaak wordt er in de hulpverlening en in brochures nog altijd gesproken over dé ouders, hét gezin ... Maar er zijn ook veel eenoudergezinnen, nieuwe samengestelde gezinnen of gezinnen waar ouders onderling niet meer overeenkomen. Zij voelen zich vaak buitengesloten, terwijl informatie over druggebruik bij jongeren ook voor hen geldt. Natuurlijk is het duidelijk dat het iets moeilijker en lastiger is om in je eentje te moeten omgaan met het gedrag van een rebellerende tiener, zoals Caroline beschrijft. In een ander geval, als de ouders verschillende grenzen aangeven, kan zo’n adolescent daar ook gemakkelijk mee gaan ‘spelen’. Of hij kan proberen beide ouders tegen elkaar uit te spelen …

Caroline (41), alleenstaande moeder van Anja (18) en Tom (16):

Toen Tom met drugs begon, durfde ik daar met niemand over spreken uit schrik dat men zou zeggen: ‘Wat wil je, die jongen is zonder vader opgegroeid’. Bovendien voel ik me daar zélf schuldig over: is het omdat ik rond zijn twaalfde van zijn vader ben weggegaan? Ik heb het hem zelfs gevraagd! Maar mijn dochter doet het niet en die heeft toch ook de scheiding meegemaakt. Tom zelf verzekert mij dat het daar absoluut niéts mee te maken heeft. Als ik Caroline aan het woord hoor, herken ik daarin een bedenking van veel alleenstaande of gescheiden ouders. Natuurlijk leidt een scheiding niet tot druggebruik. Wel kan het zijn dat er heel wat aan dat ‘alleenstaand’ is voorafgegaan en dat je kind nog zit met onverwerkte emoties of onjuiste gedachtepatronen. Dan is het inderdaad belangrijk na te gaan hoe je kind daarmee omgaat. Gebruikt hij drugs om die emoties wat te verdoven? Sluit hij zichzelf af van anderen? Praat hij erover en leert hij zo al vroeg met pijnlijke emoties, onzekerheden, teleurstellingen omgaan? Je kind kan hieruit dus ook leren op een ‘positieve’ manier om te gaan met de crisissen die het leven met zich meebrengt, zodat het hem eerder weerbaarder maakt tegen drugverslaving.’

Waar kunnen wij terecht als we meer vragen hebben? Gie: ‘In je buurt bestaan er mogelijkheden tot begeleiding. Achteraan deze brochure vind je een aantal adressen die je verder kunnen helpen. Je kan ook terecht met je vragen voor meer informatie bij de DrugLijn: 078-15 10 20 en op hun website: www.druglijn.be.’

DrugLijn: 078-15 10 20 www.druglijn.be

24

25


Hoe reageer je het best Als je druggebruik bij je kind ontdekt, is dat een hele schok. Alles en nog wat gaat door je heen. Daardoor reageer je als ouder soms nogal impulsief, ook al weet je dat dit niet altijd de beste reactie is. Een vuistregel is alvast: je kunt het druggebruik bij je kinderen aanpakken zoals je andere opvoedingsproblemen aanpakt. Sta er eens bij stil hoe je reageert als ze voor het eerst spijbelen? Als je dochter of zoon niet op het afgesproken uur thuiskomt? Standaardoplossingen zijn er niet. Veel hangt af van je eigen persoonlijkheid en die van je kinderen.

Hoe reageren bij vermoeden

signalen die je opmerkt, ook verwoordt. Door ons zorgzaam op te stellen, creëren we de nodige ruimte voor onze kinderen om over zichzelf te praten. Voor hen verlaagt het de drempel een gesprek aan te gaan en tegelijkertijd betekent het voor jou een belangrijke vorm van controle. Datgene wat je opmerkt, tracht je zo concreet mogelijk te benoemen. Je kunt daarbij ook je eigen gevoelens (bezorgdheid, angst … ) verwoorden en om verduidelijking vragen. Mogelijk is je kind verrast door wat je zegt en vraagt. Laat hem of haar dan voldoende ruimte voor zo’n eerste reactie. Maar je mag die reactie zeker verwachten.

Een vermoeden maakt je achterdochtig. Op zo’n moment wil je zekerheid. Hierdoor ga je misschien wel op zoek naar bewijzen. Je riskeert echter eerder een fikse ruzie met je kind, dan dat je drugs vindt. Daardoor gaat er helaas veel vertrouwen verloren. Daarom vraagt deze directe aanpak om een alternatief: zijn kostprijs is immers te hoog. Liever dan onmiddellijk allerlei acties op te zetten, lijkt het uitspreken van je eigen bezorgdheid (samen met wat je opmerkt aan veranderd gedrag) een moeilijke, maar noodzakelijke eerste stap. Is er een vermoeden van druggebruik, dan kun je dit best ook uitspreken. Dit gedrag bespreekbaar maken, geeft je kind de mogelijkheid over een aantal dingen met je te praten. Het is eerlijk en biedt hen het veilige gevoel dat je de

26

27


Hoe reageren wanneer je er niet meer omheen kunt Wat je beter NIET doet!

1. Luisteren

1. Zware dreigementen

4. Morgen lig je in de goot!

Bijvoorbeeld: “Nu zet je nooit nog een stap buiten!” of “Nu krijg je geen zakgeld meer!”…

Alle middelen hebben een verschillende werking en risicogehalte. Je scheert best niet alle middelen over één kam.

Vaak besef je, als je van de eerste schok bekomen bent, dat dat geen realistische dreigementen zijn en je ze ook niet kunt uitvoeren.

Overdrijf evenmin het gevaar van drugs, hetzij uit onwetendheid of met de bedoeling af te schrikken. Jongeren zijn soms beter geïnformeerd over drugs en druggebruik dan jij. Zulke reacties kunnen heel wat weerstand uitlokken. Daarom is het goed je als ouder te informeren over de verschillende middelen. Kennis hebben over drugs en druggebruik, betekent dat je sterker in je schoenen staat. Probeer eerst zelf tot rust te komen en je voldoende te informeren. Je hoeft niet alles te weten. Overdrijf niet en maak altijd een onderscheid tussen de verschillende middelen en werkingen.

2. Beschuldigingen en verwijten Leg niet de klemtoon op het gevoel dat je kind ondankbaar is. Bijvoorbeeld: ‘Hoe kun je ons dit aandoen, we hebben toch alles voor jou gedaan?’ of ‘Jij hebt nooit gedeugd!’… Het is erg belangrijk de jongere niet als mens te veroordelen als hij iets doet wat je als ouders niet bevalt. Keur je kind niet af, maar wel zijn of haar gedrag.

5. Een preek over gezondheid 3. Bezorgdheid om de reacties van anderen De mensen rondom je hebben heel wat invloed, niet alleen op je kinderen, maar ook op jou. De bezorgdheid voor reacties van buitenaf ga je best niet onmiddellijk en ongenuanceerd uiten. Bijvoorbeeld: ‘Wat zal die of die niet zeggen?’. Dit kan bij je kind overkomen alsof zijn gedrag er eigenlijk niet zo toe doet, maar dat je vooral bezorgd bent om wat de anderen van jou zullen denken.

28

Wat je WEL kunt doen!

Pessimistische voorspellingen met betrekking tot mogelijke lichamelijke schade spreken jongeren meestal niet aan. Zij maken zich over het algemeen weinig zorgen over hun toekomst. Jong zijn betekent immers dat je onoverwinnelijk bent en nog een heel leven voor je hebt. Daarbij hebben ze vaak het gevoel dat het hen niet zal overkomen.

Luisteren is niet zo eenvoudig. Je denkt namelijk veel sneller dan dat iemand praat. Heel vaak ben je bezig met je eigen emoties, angsten en bekommernissen en gaat er veel verloren van het verhaal van de andere. Als je het gevoel hebt dat emoties nog te veel door je lichaam razen, stel het gesprek dan even uit. Zoek een rustige plek waar je niet gestoord wordt. Maak duidelijk dat je luistert, door in eigen woorden te herhalen wat je kind gezegd heeft. Hierdoor check je meteen of je het goed begrepen hebt. Je kunt ook de emoties die je bij je kind vermoedt, benoemen. Bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat je het daar moeilijk mee hebt’ of ‘Ik heb het gevoel dat je kwaad bent’. Dit kan soms een verzachtend effect hebben. Overigens, het benoemen van emoties doet de jongere nadenken over de gevoelens die hij ervaart en is een eerste stap in het leren omgaan met deze gevoelens.

2. Hoe-vragen stellen ‘Waarom’-vragen worden vaak ervaren als een beschuldiging. Ze vragen bovendien naar oorzaken en redenen waarvan men zich niet altijd bewust is. (‘Waarom heb je dat toch gedaan?’). Beter zijn ‘hoe’-vragen (‘Hoe ben je ermee begonnen?’, ‘Hoe gaat het ver-

der?’). Vragen zoals ‘Hoeveel rook je nu eigenlijk?’ als je duidelijk ziet dat je kind onder invloed is, zijn beter dan ‘Héb je gebruikt?’. Een andere nuttige vraag zou kunnen zijn: ‘Hoe lang denk je nog door te gaan met je gebruik?’ of ‘Hoe moet dit nu verder?’ lijkt zinvoller als ‘Waarom doe je dat toch?’ Door enkele vragen te stellen, toon je dat je niet zo gemakkelijk om de tuin te leiden bent, dat je ziet wat er gaande is en dat het je niet koud laat.

3. Ik-boodschappen Wanneer regels overtreden worden, móet je reageren. Als je dit wilt doen op een niet-bedreigende of aanvallende manier én tegelijk de jongere informatie wilt geven over het effect van zijn gedrag, kun je het beste ‘ik-boodschappen’ gebruiken. In een ik-boodschap beschrijf je eerst de feiten. Bijvoorbeeld: ‘We hadden een afspraak om niet met drugs te beginnen en nu vind ik in je zakken een zakje wiet’. Dan benoem je de gevoelens die deze feiten bij jou teweeggebracht hebben. Bijvoorbeeld: ‘Ik was teleurgesteld en heb me dan ook heel erg kwaad gemaakt’. Ten slotte beschrijf je het effect dat de hele situatie op je heeft gehad: Bijvoorbeeld: ‘Ik heb de hele dag zenuwachtig rondgelopen’.

29


4. Onderhandelen Wanneer de eerste emoties geluwd zijn, is het belangrijk om het probleem toekomstgericht te bespreken en afspraken te maken rond verdere aanpak. Een jongere die onder invloed is, is moeilijk aanspreekbaar. Iemands gedrag kan door druggebruik totaal veranderen. Dat gaat soms zover dat je je eigen kind nauwelijks herkent. Hij of zij komt agressief uit de hoek of is juist zeer lusteloos en passief. Het heeft geen zin om in discussie te gaan met iemand die onder invloed is. Beloftes en afspraken worden dan toch niet

nagekomen of zelfs vergeten. Wacht tot je kind weer nuchter is voor je een gesprek aangaat.

5. Toezicht Het is belangrijk dat je verder toezicht houdt. Dat is iets anders dan controle uitoefenen. Toezicht houden is een uiting van interesse, van ‘zorgen voor’. Toezicht betekent bijvoorbeeld: weten met wie je kind omgaat, waar hij heen gaat, hoe laat hij thuiskomt, of hij zich aan de afspraken houdt ...

We vertelden je reeds dat je in het belang van de jongere niet kan toestaan dat de grenzen die je trekt, niet gerespecteerd worden. Soms moet je ook externe hulp zoeken. In sommige gevallen is er meer aan de hand dan louter druggebruik. Er zijn verschillende diensten in deze problematiek gespecialiseerd en op een aantal plaatsen is de hulp specifiek naar ouders gericht (adressen vind je achteraan deze brochure). Belangrijk is tevens dat je kind de natuurlijke gevolgen van zijn gedrag ervaart. Uit bezorgdheid en met veel goede bedoelingen worden de gevolgen van druggebruik vaak door de ouders zelf opgelost, opgevangen of opgeruimd. Hiermee ontneem je de jongere de kans om met de nadelen van zijn gebruik te worden geconfronteerd. Op die manier wordt soms niet het kind beschermd, maar wel het druggebruik.

Zorg voor jezelf Minstens even belangrijk, naast de zorg voor je kind, is de zorg voor jezelf.

Doe dingen voor jezelf Veel ouders stoppen zo veel tijd in het omgaan met het druggebruik van hun kind en zijn zo bezig met ‘redden’ dat ze nauwelijks aan zichzelf toekomen. Het is belangrijk aandacht en tijd te maken voor dingen die je zelf leuk vindt. Beloon en verwen jezelf. Probeer er zelf een gezonde levensstijl op na te houden (goede eet- en slaapgewoonten, regelmatig lichaamsbeweging, verantwoord geneesmiddelengebruik, enz.).

Zoek steun en schaam je niet Dat je kind gebruikt ligt niet aan jou als ouder. Jij hebt de drugs niet aangeboden of je kinderen verplicht die te gebruiken. Draag geen schuldgevoelens mee, jongeren zijn zelf verantwoordelijk voor hun gebruik. De vraag is ook niet ‘Bij wie ligt de schuld?’ maar wel ‘Hoe komen we er samen uit?’.

Wat als je kind doorgaat met het gebruik? In het hele proces van omgaan met het probleem is waardering, erkenning en aandacht voor je kind heel belangrijk. Jongeren zijn veel kwetsbaarder dan ze lijken of dan ze zich willen voordoen. Wanneer alle schijnwerpers enkel op het druggebruik gericht zijn, is het niet altijd gemakkelijk het positieve van je kind nog te zien. Dit positieve gedrag opmerken en benoemen, maakt echter vaak het verschil – het kan een negatieve spiraal doorbreken. Maar wat als de jongere blijft volharden in zijn gebruik? Wat als je kind bij de confrontatie met grenzen deze negeert en doorgaat met druggebruik?

30

Indien je als ouder schuldgevoelens ervaart, is het van belang deze uit te spreken, want schaamte en schuld zorgen ervoor dat je je kind te lang een hand boven het hoofd houdt. Op deze manier leren ze nooit zelf verantwoordelijkheid te nemen. Praat erover met iemand uit je vriendenkring of met ouders die hetzelfde hebben meegemaakt, met vertrouwenspersonen, huisartsen, hulpverleners, enz. Jezelf isoleren maakt alleen maar dat je je nog slechter voelt. Bovendien is het belangrijk dat ouders beseffen dat ze niet alleen staan en dat dit in elk gezin kan voorkomen.

31


Over drugs en verslaving… Verslaving Met verslaving bedoelen we het aanhoudend gebruik van roesmiddelen (alcohol, medicatie, tabak, drugs … ) of activiteiten (gamen, chatten, gokken, seks … ) waarbij voor elke betrokkene op onmiskenbare wijze vroeg of laat nadeel ontstaat.

Vermoed je kenmerken van verslaving bij je kind, speel dan liever zelf geen doktertje: vraag altijd een advies van een arts of gespecialiseerd centrum.

Een verslaving kan zich lichamelijk en/of geestelijk uiten. Een lichamelijke verslaving treedt op wanneer het lichaam niet meer zonder een bepaalde stof kan. Bij gebrek aan deze stof gaat men afkickverschijnselen (beven, zweten, misselijkheid … ) vertonen. Een geestelijke verslaving uit zich wanneer men mentaal niet meer zonder een bepaald gevoel kan. De geestelijke verslaving valt het moeilijkst af te bouwen.

Een verslaving ontstaat niet zomaar, noch van de ene dag op de andere. Het is het mogelijke eindresultaat van een proces waarbinnen verschillende onlosmakelijk verbonden factoren (de gebruiker, het middel/activiteit zelf en de (leef) omgeving van de gebruiker) een rol spelen.

Bij een groeiende verslaving zien we dat men steeds meer en langer gebruikt dan men van plan was, werk en hobby’s verwaarloost, en ondanks de nadelige nevenwerkingen van de roesmiddelen toch blijft doorgaan met het gebruik ervan. Hierbij kan er eveneens sprake zijn van tolerantie, dat wil zeggen dat men steeds meer dient te gebruiken om hetzelfde effect te bekomen (bv. slaapmiddelen). Indien de betrokkene het gebruik of de activiteit stopt kunnen afkickverschijnselen optreden.

32

Hoe ontstaat een verslaving?

Experimenteren leidt echter niet noodzakelijk tot verslaving. Velen laten het gebruik of de activiteit immers vrij snel voor wat het is of weten het te doseren, de frequentie te beperken. Niemand raakt na een eerste pint verslaafd. Experimenteel cannabisgebruik hoeft evenmin per definitie tot afhankelijkheid te leiden. Risicovol wordt het indien het gebruik van het middel of het uitoefenen van een welbepaalde activiteit als vluchtmiddel wordt gezien voor problemen waarmee men kampt. Hier leidt het experiment vrij snel tot overmatig gedrag met mogelijk verslaving tot gevolg.

33


en Verdovende middel

Drugs

ALCOHOL

Drugs zijn genotmiddelen

Wat is het ? een kleurloze, smaakloze vloeistof

Mensen gebruiken drugs omdat die middelen hun gedrag, gedachten, waarneming, bewustzijn en gevoelens veranderen. Zij maken je bijvoorbeeld gelukkiger, rustiger, actiever of agressiever. Sommige drugs zoals koffie, alcohol, tabak en medicatie zijn maatschappelijk aanvaard. Andere, de zogenaamde illegale drugs, zoals cannabis, marihuana, cocaïne en heroïne zijn verboden.

Verschillende dranken bezitten verschillende hoeveelheden alcohol. Bier bevat minder alcohol dan wijn of sterke drank.

Drugs kun je indelen op basis van het effect dat ze hebben: verdovend, hallucinogeen of stimulerend. Sommige drugs hebben verschillende effecten. Mensen gebruiken drugs omdat ze genieten van wat dat bij hen teweegbrengt.

Wat doet het ? Alcohol is verdovend, neemt remmingen weg, versterkt de stemming waarin men op dat moment is, vermindert het reactievermogen en tast de motoriek aan.

Aan het gebruik van genotmiddelen zijn risico’s verbonden Een van die risico’s is dat je er afhankelijk van kunt worden. Dat gebeurt niet van de ene dag op de andere. En het verschilt van product tot product. Daarnaast speelt ook de persoon die gebruikt en de omgeving waarin hij zich bevindt een belangrijke rol. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid. Je bent lichamelijk afhankelijk van een product als je lichaam niet meer zonder kan. Je wordt ziek als je stopt met gebruik. Vaak moet van het genotmiddel steeds meer gebruikt worden om hetzelfde effect te bereiken. Geestelijke afhankelijkheid bestaat erin dat er een heel grote drang aanwezig is om het product opnieuw te gebruiken. Je kunt je het leven niet meer voorstellen zonder. Dan zou het de moeite niet waard zijn.

In nieuwe drankjes als mixdrankjes kan 5% tot 20% alcohol zitten.

Risico’s ? Alcohol geeft schade aan de lever, maag, hart, slokdarm, darmen en hersenen. Zware drinkers kunnen al op jonge leeftijd aan geheugenverlies lijden. Als men te veel drinkt kunnen er ruzies of ongelukken ontstaan of kan men een black-out krijgen (vergeten wat er is gebeurd). Na 2 glazen alcohol (dat wil zeggen 2 standaardglazen voor mannen; 1,5 glazen voor vrouwen!) kan en mag men niet meer deelnemen aan het verkeer. Alcohol is lichamelijk en geestelijk zeer verslavend.

- de verdovende middelen, - de stimulerende (opwekkende) middelen

34

Risico’s Ze geven vervelende bijwerkingen zoals hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid, misselijkheid en diarree. Bij te lang gebruik wordt het geheugen slechter en kan de persoonlijkheid veranderen. Ze kunnen een tijdje goed werken maar het went snel. Na 2 weken heeft men al meer nodig en heeft men moeite om ermee te stoppen. Als men stopt voelt men zich lichamelijk en geestelijk niet prettig.

Stimulerende middelen SPEED Wat is het ? = pep of amfetamine. Het wordt gemaakt in een (illegaal) laboratorium en is dus een designerdrug.

Op de volgende pagina’s geven we een overzicht van de meest voorkomende drugs bij jongeren. We beschrijven kort wat de effecten zijn en welke risico’s gebruik ervan inhoudt. Voor meer uitgebreide informatie en voor de niet genoemde drugs verwijzen we naar de website van de druglijn: www.druglijn.be: klik op drugs ABC en omgaan met drugs. Klik dan op materiaal (helemaal bovenaan) voor diverse brochures, folders en lespakketten. De verschillende soorten drugs kun je globaal opdelen in 3 categorieën:

Wat doen ze? Men wordt minder angstig en gespannen en ze zorgen ervoor dat men beter kan inslapen of doorslapen. Men wordt trager en kalmer. Men kan suf en onverschillig worden en de concentratie kan verminderen, net zoals het reactievermogen. De spieren worden slapper en het gewicht kan toenemen bij langdurig gebruik.

Speed kan worden geslikt (= pillen), gesnoven (= poeder) en gespoten (= poeder opgelost in water).

SLAAP- EN KALMEERMIDDELEN Wat is het ? = benzodiazepines of benzo’s.

- de hallucinogene (bewustzijnsveranderende) middelen.

W orden gebruikt bij slaapproblemen, angsten en spanningen.

Daarna behandelen we ook het fenomeen van de nieuwe media en gokken.

M oeten door een arts worden voorgeschreven.

Wat doet het ? Men voelt zich vol energie, heeft zin om te praten en om iets te doen. De concentratie neemt toe en men overschat zichzelf. Men voelt daarbij ook geen moeheid en geen honger. De pupillen worden groter en de spieren spannen zich. Men kan wel duizelig onrustig, angstig of prikkelbaar worden en hartkloppingen of hoofdpijn krijgen. Speed werkt 4 tot 8 uur.

35


Risico’s ? Men kan agressief, depressief of paranoïde worden, last hebben van angsten, wanen, rusteloosheid, geagiteerdheid en agressiviteit of misselijk worden, braken en diarree krijgen. Men kan last krijgen van slapeloosheid en hartkloppingen en voelt zich uitgeput als de speed is uitgewerkt. Als men speed langer gebruikt kan men ontzettend mager worden. Door langdurig speedgebruik kan het gebit beschadigd worden door knarsetanden.

ECODRUGS en SMARTDRUGS Wat is het ? ‘ Smartdrugs’ is de verzamelnaam van een hele reeks producten die een hoge dosis bevatten van legale producten, bv cafeïne. ‘Ecodrugs’ zijn onbewerkte, gedroogde kruiden of mengsels daarvan. Het gaat om stoffen zoals guarana, cafeïne of valeriaan. Smartproduct zijn cocktails van kruiden en chemische producten. Wat doen ze ? Smartdrugs hebben hetzelfde effect als een paar koppen koffie. Sommige ecodrugs hebben geen effect, andere zijn opwekkend, kalmerend of veroorzaken hallucinaties. Risico’s ? De stimulerende middelen kunnen voor slapeloosheid en hartkloppingen zorgen.

De ene persoon kan sterker reageren op een middel dan de andere. Dat weet men vaak niet van tevoren. Er is nog weinig bekend over de kwaliteit, effecten en risico’s ervan. Men weet nooit op voorhand welke dosis men binnenkrijgt.

PADDO’S

elen Hallucinogene midd

TABAK

Wat is het ? = de gedroogde bladeren van de tabaksplant en wordt verwerkt tot sigaretten, pijptabak en sigaren. Wat doet het ? Bij verbranding van tabak komen verschillende chemische stoffen vrij: nicotine, teer en koolstofmonoxide zijn hiervan het meest schadelijk. Nicotine heeft een stimulerende werking op het lichaam, geeft een snellere hartslag, vernauwt de bloedvaten en verlaagt de lichaamstemperatuur. Teer tast de slijmvliezen aan, geeft stof en vuil dat men moet ophoesten en maakt de longblaasjes kapot. Koolstofmonoxide verdringt het zuurstof in het bloed waardoor de organen minder zuurstof krijgen. Risico’s ? Tabak roken kan de stembanden beschadigen, veroorzaakt een hese stem en verhoogt de kans op keelkanker. Het beschadigt ook de longen (hoger risico op longkanker), hart en bloedvaten en vergroot de kans op een hersenbloeding. Je conditie gaat achteruit en als je zwanger bent is er een groter risico op een miskraam of op een baby die astmatisch is of te licht weegt. Tabak is lichamelijk en geestelijk verslavend. Voor mensen die hun rookgedrag willen aanpakken is er : www.rookstopaanbod.be

Wat is het ? = paddenstoelen die psilocine of psilocybine bevatten. Dit zijn stoffen die de waarneming veranderen. Paddo’s kunnen vers of gedroogd worden gegeten. Wat doen ze ? Paddo’s geven hallucinaties waarbij men tijd en ruimte anders beleeft. Risico’s ? Door een trip kan men verward en onrustig worden. Men kan ook een ‘bad trip’ hebben waarbij men dingen meemaakt die er in werkelijkheid niet zijn en die beangstigen. Hierdoor komen angst, depressie, paniek en achtervolgingswaanzin op de voorgrond wat van blijvende duur kan zijn. De sterkte van paddo’s kan erg variëren. De dosis kan daarom gemakkelijk te hoog zijn. Het zelf plukken van paddo’s is riskant, ze kunnen erg lijken op giftige soortgenoten.

Cannabis Wat is het ? = weed (marihuana) bestaat uit de gedroogde toppen van de hennepplant. = hasj (shit) is de samengeperste hars van de plant (bruine blokus). Cannabis kan worden gerookt (een joint blowen, smoren of een waterpijp roken), gegeten (spacecake) of gedronken (thee met weed).

36

Wat doet het ? Cannabis heeft een dubbele werking: het is hallucinogeen en verdovend. Het zorgt voor een ontspannen, euforisch (high) gevoel en je krijgt een zwaar, versteend (stoned) gevoel in armen en benen. Men kan ook een lach- of een vreetkick krijgen en het versterkt de stemming waarin men op dat moment is, wordt dus vrolijker of juist treuriger. Cannabis gebruiken zorgt soms voor hartkloppingen, rode ogen en een droge mond.

Risico’s ? Cannabis roken is niet zo onschuldig als vroeger werd gedacht. Het is heel slecht voor je longen. Een joint bevat dubbel zo veel teer als een gewone sigaret. Als men stoned is, lukt concentreren en logisch denken moeilijk. Gebruik ervan is dus gevaarlijk in het verkeer en zelfs bij wet verboden. Cannabis beïnvloedt ook het kortetermijn-geheugen waardoor leren moeilijker wordt. Bij een hoge dosis kan men gaan flippen: een soort nachtmerrie met angst en paniek en bij gebruik van spacecake of hasjolie weet men nooit hoeveel men binnenkrijgt. Veel en vaak roken kan de persoonlijke en lichamelijke ontwikkeling remmen. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat hoe jonger men begint te roken, hoe groter de kans dat men later ook andere drugs zal gebruiken. En ook dat sommige gebruikers er depressies en zelfs schizofrenie van kunnen krijgen.

37


Nieuwe media en gokken

elen Hallucinogene midd

XTC Wat is het ? = MDMA (3,4-methyleen-dioxy-methamfetamine) Straatnaam : bollen X TC wordt in een laboratorium gemaakt (designerdrug). Het wordt geslikt als pil. Wat doet het ? Ook XTC heeft een dubbele werking: hallucinogeen (bewustzijnsveranderen) en stimulerend (opwekkend). XTC maakt dat men zich minder moe voelt en verbonden voelt met de mensen om zich heen; men zal sneller intiem en vertrouwelijk worden met anderen. Verder verhoogt XTC de lichaamstemperatuur en de bloeddruk. Soms krijgt men een stijf gevoel in de kaken en een droge mond en keel. Men kan ook misselijk worden. Een XTC pil werkt na ongeveer een half uur en is na 4 tot 6 uur uitgewerkt. Risico’s ? Nog niet alles over XTC is bekend. Elke XTC pil is verschillend en men weet nooit welke stoffen er in de pil zitten, want het wordt illegaal aangemaakt en er is natuurlijk geen kwaliteitsgarantie. Achteraf blijft vaak een depressief gevoel hangen met misselijkheid, stijfheid en hartkloppingen. Door langdurig te dansen kan men oververhit raken. Het kan zenuwcellen beschadigen wat kan leiden tot depressies en geheugenstoornissen. Het beïnvloedt de coördinatie en maakt overmoedig, een gevaarlijke combinatie in het verkeer.

38

Cocaïne

nieuwe media?

Wat is het ? = een opwekkende stof afkomstig van de bladeren van de cocastruik (Erythroxylon coca) en wordt vooral verbouwd in Zuid-Amerikaanse landen. Na chemische bewerking verkrijgt men een fijn kristalachtig wit tot geelachtig poeder met een bittere smaak.

In de meeste gezinnen is een computer, gsm, iPod of mp3-speler te vinden. Dit zijn ‘nieuwe media’. Ze zijn interactief en digitaal. Men kan ze gebruiken om te communiceren, te werken, om bij te leren, te ontspannen, om vrienden te ontmoeten of om iemand anders te zijn dan uzelf.

Cocaïnepoeder wordt meestal gesnoven, maar kan - opgelost in water - ook ingespoten worden. Gewone cocaïne roken is bijna onmogelijk. Daarom zet men het product om in een base, zo krijgt men crack of ‘gekookte coke’. Crack heeft een veel kortere werkingsduur en leidt sneller tot verslaving. Het product roken met een waterpijp of een speciaal crackpijpje, heet ‘basen’. Wat doet het ? Cocaïne werkt stimulerend op de hersenen. Energie, euforie, een gevoel van opwinding en grote helderheid zijn de eerste effecten. Ze duren maximaal een uur. Cocaïne is een drug die vaak gebruikt wordt om te kunnen presteren: men voelt zich sterk, actief, spraakzaam en vol zelfvertrouwen. Men houdt inspanningen langer vol zonder honger, dorst of vermoeidheid te voelen. Eigenlijk teert men op dat moment op reserves. In vergelijking met cocaïne heeft crack een heviger effect en een kortere werking, namelijk vijf minuten tot een kwartier. Risico’s ? Cocaïnegebruik kan leiden tot roekeloosheid en tot uitputting, doordat men geen vermoeidheid, honger of dorst voelt tijdens gebruik. Op lange termijn kan het leiden tot angsten en waanvoorstellingen, agressie, rusteloosheid, en op lichamelijk vlak tot hartritmestoornissen en neusbloedingen. Het gecombineerde gebruik van alcohol en cocaïne houdt grote risico’s in.

Nieuwe media en jongeren Jongeren van vandaag zijn opgegroeid met internet en gsm. Ze maken dan ook gretig gebruik van de vele mogelijkheden die deze nieuwe media hen bieden. Zowat alle jongeren chatten en sms’en. Ze surfen op internet en hebben zelf een website, blog of facebook. Grenzeloze mogelijkheden Nieuwe media bieden steeds meer mogelijkheden. Op ieder uur van de dag en nacht kan men er alle kanten mee uit. De grenzen van de media vervagen ook steeds. Met een digitale televisie kan men meer dan televisie kijken. Een gsm is al lang meer dan een telefoon. Men kan er berichten en foto’s mee versturen, video opnemen, een agenda bijhouden en zelfs betalen. Ouders maken graag gebruik van gsm om op ieder moment contact te kunnen houden met hun kinderen. De mogelijkheden die de computer en het internet bieden zijn al helemaal niet te overzien. Kansen ... De mogelijkheden van nieuwe media bieden veel kansen. Ze maken communiceren gemakkelijker en geven een leerrijk venster op de wereld. Nieuwe media worden dan ook gretig gebruikt door school. Via de ‘digitale leeromgeving’ kunnen leerlingen online in contact blijven met hun school. Voor veel schooltaken is de informatie die op internet te vinden is, onontbeerlijk. Maar niet alleen voor school of om te communiceren zijn nieuwe media nuttig. Ook computergames hebben nut. Ze bevorderen de oog-handcoördinatie en stimuleren het strategisch denken. ... en gevaren De grenzeloosheid van nieuwe media brengt ook gevaren mee. Bestaande fenomenen als pesten kunnen zich via nieuwe media op een veel venijniger manier manifesteren. Het venster op de wereld

toont ook de minder fraaie kanten en grenzeloze mogelijkheden kunnen grenzeloos gedrag meebrengen. Gamen en gokken Iedereen wint graag. Gamen en gokken doen we om te winnen. Vaak zijn er punten of geld mee gemoeid. Hoe meer er op het spel staat, hoe spannender. Veel games of gokmachines geven de illusie dat men zijn kansen zelf onder controle heeft. Iedere overwinning geeft een intense kick. De spanning, controle-illusie en kicks kunnen ervoor zorgen dat men de controle over zichzelf verliest. Kun je er verslaafd aan geraken? Nieuwe media nemen soms een te belangrijke plaats in het leven van jongeren in. Sommigen controleren dwangmatig hun mail, verliezen voortdurend de tijd uit het oog wanneer ze gamen of voelen constant hun gsm trillen, ook wanneer hij niet afgaat. Wanneer andere activiteiten zoals hobby’s, gezinsactiviteiten of huiswerk moeten wijken voor nieuwe media, spreken we ook over een verslaving. Internetverslaving is een wereldwijd fenomeen dat steeds grotere proporties aanneemt. Daarbij steken typische verslavingskenmerken als stemmingsschommelingen, sociale isolatie, psychische afhankelijkheid en ontwenningsverschijnselen de kop op. Mindere schoolresultaten en zelfs depressie kunnen gevolgen zijn van internetverslaving. Op verschillende plaatsen in Europa zijn kuuroorden ontstaan voor jongeren die niet meer zonder internet kunnen. Internetverslaving is zelfs erkend als psychische afwijking.

39


Op de bank bij de jurist Wat kan ik er tegen doen? Jongeren botweg verbieden om nieuwe media te gebruiken, blijkt averechts te werken. De aantrekkingskracht lijkt op die manier alleen maar te vergroten. Van jongs af aan moeten kinderen en jongeren leren omgaan met de mogelijkheden van nieuwe media. Ze moeten inzicht krijgen in de mogelijkheden en de risico’s van nieuwe media. Net zoals bij drugs is het ook bij nieuwe media belangrijk om grenzen te stellen. Daarvoor kun je het best afspraken maken met je kind over bijvoorbeeld computeren gsm-gebruik. Probeer daarom ook wat toezicht te hebben op hoe je kind met die zaken omgaat. Je zoon of dochter hoeft echt niet te gaan slapen met de gsm. Een computer plaats je het best in een gemeenschappelijke ruimte. Praten met je kind over computer en andere nieuwe media is vaak moeilijk. Er komen zo vlug nieuwe dingen bij dat je het gevoel krijgt er helemaal niets van te begrijpen. Je hoeft helemaal geen expert te zijn om met je kind over nieuwe media te praten. Door interesse te tonen voor het computergebruik van je kind kom je al heel wat verder. Misschien steek je iets op van je kind en kun je samen gebruikmaken van de mogelijkheden van nieuwe media. Heb voldoende oog voor andere interesses van je kind. Probeer het te stimuleren om tijd te steken in een hobby of vrienden. Op die manier kun je het internetgebruik misschien beperken zonder het te verbieden. En natuurlijk is ook hier het goede voorbeeld geven van belang!

test je gebruik … Je kunt je eigen gebruik testen op enkele internetsites. Aan de hand van een aantal vragen kun je nagaan in hoever je internetgebruik, drank- of druggebruik, gokgedrag, risicovol is: www.druglijn.be/aan-de-slag.aspx.be www.alcoholhulp.be www.cannabishulp.be

40

De meest gestelde juridische vragen Jean-Pierre is magistraat en geeft antwoord op veelgestelde vragen. Mijn kind vertelt mij dat alle drugs gelegaliseerd zijn. Klopt dat? JP: “Dat klopt niet. In België is geen enkele drug - behalve alcohol - legaal, ook niet na de wetswijziging van 2003.” Is het waar dat door de nieuwe drugwetgeving de politie geen proces-verbaal (pv) meer moet opmaken wanneer er cannabis gerookt wordt? JP: “Er is inderdaad een nieuwe drugwet van kracht sinds 2 juni 2003. Een van de aanpassingen in de drugwet bestaat erin dat er een vereenvoudigd pv zal opgemaakt worden wanneer meerderjarigen cannabis in hun bezit hebben die bestemd is voor persoonlijk gebruik (zonder problematisch gebruik of zonder openbare overlast). Het gaat hier over het bezit van maximaal 3 gram cannabis of een cannabisplant. Ook in de nieuwe drugwet blijft drugbezit - ook cannabis - altijd strafbaar, bovendien geldt de wetgeving niet voor minderjarigen. Het gebruik en bezit van cannabis bij minderjarigen is altijd vatbaar voor een (gerechtelijke) maatregel, ongeacht de hoeveelheid die de minderjarige bij zich heeft.” Ik heb een zakje speed gevonden op de kamer van mijn zoon. Ben ik wettelijk verplicht hem aan te geven bij de politie? JP: “Neen, ouders hebben geen aangifteverplichting wat betreft hun kinderen met drugproblemen.”

Moet ik de schade door mijn druggebruikend kind aan derden betalen? JP: “Zolang het gaat om minderjarige kinderen, zijn ouders burgerrechtelijk aansprakelijk. Zij moeten dus instaan voor de schade die door hun kinderen veroorzaakt wordt. Sommige druggebruikende jongeren stelen om drugs te kunnen betalen. Anderen plegen geweld of vandalisme terwijl ze drugs genomen hebben. Als deze feiten aan het licht komen, kunnen de ouders aangesproken worden om de schade te vergoeden.

Zelfs als de kinderen meerderjarig zijn, kunnen ouders juridische gevolgen ondervinden van hun druggebruik. Volgens de drugwet kan alles wat gebruikt werd bij een misdrijf (bijvoorbeeld de auto van vader) in beslag genomen worden en eventueel openbaar verkocht worden, ook al is de dader niet de eigenaar ervan. Bovendien kan, indien boetes of schulden niet betaald worden, beslag gelegd worden op de inboedel van de ouders. Dat kan echter enkel als het meerderjarige kind nog thuis gedomicilieerd is en als ouders niet kunnen aantonen (aan de hand van aankoopbewijzen) dat de goederen hun eigendom zijn.“

Wanneer een politieman aan de deur staat voor een huiszoeking, kan ik dat dan weigeren? Wanneer het gaat om druggebruik van mijn kind, geldt een dergelijke huiszoeking dan voor het hele huis of alleen voor zijn kamer? JP: “Een huiszoeking kan slechts in een aantal gevallen rechtsgeldig plaatsvinden: ofwel mits een bevel dat afgeleverd wordt door de onderzoeksrechter, ofwel met instemming van de bewoners van de woning, ofwel in sommige gevallen bij betrapping op heterdaad. Wat betreft een huiszoeking met toestemming van de ouders, mag men ervan uitgaan dat die geldt voor alle kamers van de woning. Ook in de slaapkamers van de kinderen die nog minderjarig zijn. Wanneer door de politiediensten toestemming wordt gevraagd, kan die worden geweigerd. In de meeste gevallen zal dan via de onderzoeksrechter voor een huiszoekingsbevel gezorgd worden.” Mijn kind wordt door de politiediensten verzocht om een urinetest af te leggen. Wat zijn de gevolgen van een positieve urinetest? JP: “Indien deze urinetest werd afgenomen ten gevolge van een verkeerscontrole of na een verkeersongeval of –overtreding, zal in principe alleen strafvervolging worden inge-

41


steld wegens inbreuken op de verkeerswetgeving. Deze wet verbiedt dat er gereden wordt onder invloed van drugs. Het weigeren van een urinetest onder deze omstandigheden is strafbaar, net zoals het weigeren van een bloedstaal of het weigeren van een ademhalingsproef. Indien - los van elke verkeerssituatie - aan iemand gevraagd wordt een urinestaal te bezorgen, is een weigering op zich niet strafbaar. Indien dergelijke test positief uitvalt, kan - afhankelijk van de uitleg van diegene die positief heeft geplast - dit zeker aanleiding geven tot een gerechtelijke vervolging.”

mensen met een geestesziekte die een gevaar zijn voor zichzelf en/of anderen. De procedure verloopt via de vrederechter of via de rechtbank van eerste aanleg bij hoogdringendheid. Omdat alcohol- of ander drugmisbruik strikt genomen niet onder deze definitie valt, zal een gedwongen opname slechts in zeldzame gevallen aan iemand met een alcohol- of drugprobleem worden opgelegd. Een gebruiker kan natuurlijk wel in een toestand terechtkomen waarbij een gedwongen opname toch wenselijk is (bijvoorbeeld door een amfetaminepsychose).”

Mijn kind is verslaafd maar wenst geen hulp. Kan ik hem of haar gedwongen laten opnemen? JP: “Een gedwongen opname is een wettelijke beschermingsmaatregel voor

Wegwijs in de gerechtelijke procedure Als je minderjarig kind in aanraking komt met ‘het gerecht’, wat dan? Wat kan er allemaal gebeuren? Hoe verloopt zo’n procedure? Wij zetten de regels op een rij. 1) Wanneer een minderjarige betrapt wordt met drugs (ook cannabis), maakt de politie een PV op en bezorgt dit aan het parket. De ouders worden op de hoogte gebracht. 2) Bij het parket wordt beslist wat er met het dossier gebeurt. Er zijn verschillende mogelijkheden:

• Seponering (het dossier klasseren zonder gevolg):

• Waarschuwingsoproeping

• Met waarschuwingsbrief;

Als de feiten niet ernstig genoeg zijn om de jongere voor de jeugdrechter te brengen en men toch een duidelijk signaal wil geven dat de feiten niet gedoogd worden, kan het parket de jongere een waarschuwingsbrief sturen of worden de jongere en zijn ouders opgeroepen.

• Met doorverwijzing naar vrijwillige hulpverlening;

• Bemiddelingsvoorstel Dit is een overleg tussen de minderjarige, zijn ouders en het slachtoffer, met een neutrale bemiddelaar erbij. Het herstel kan symbolisch zijn of in natura. Omdat er een slachtoffer moet zijn, komt dit niet zo vaak voor bij drugmisdrijven.

42

• Ouderstage voorstellen: wanneer de ouders duidelijk nalatig en onverschillig zijn ten aanzien van het delinquent gedrag van hun kind, kan hen uitzonderlijk een ouderstage voorgesteld worden.

men. Volgende voorlopige maatregelen kunnen genomen worden:

die tot doel hebben de gevolgen van het gepleegde feit te herstellen.

• Maatschappelijk onderzoek naar de persoonlijkheid van de jongere, eventueel in combinatie met maximaal dertig uur gemeenschapsdienst;

• Geschreven project: In een geschreven product verwoordt de jongere welke verbintenissen hij wil opnemen om het misdrijf ‘goed te maken’.

• Bemiddelingsvoorstel; zie hierboven

• A mbulante maatregelen (de jongere blijft in zijn oorspronkelijke leefomgeving ):

• Voorlopige maatregelen: - Behoud in leefomgeving met ondertoezichtstelling van de sociale dienst of met voorwaarden; - Plaatsing in pleeggezin, private voorziening, open of gesloten gemeenschapsinstelling, federaal detentiecentrum. Als de parketmagistraat van mening is dat er voldoende aanwijzingen zijn in het dossier en dat de zaak voldoende ernstig is, op basis van de observaties tijdens de voorlopige maatregel, zal hij in een tweede fase van de procedure de jongere (en zijn ouders) ten gronde dagvaarden voor de jeugdrechtbank. Zo niet zal hij seponeren. In dat geval houdt de voorlopige maatregel op en wordt het dossier gesloten. 4) Wanneer het parket wel degelijk ten gronde dagvaardt, kan de jeugdrechtbank een van de volgende jeugdbeschermingsmaatregelen nemen, met een wettelijk vastgelegde volgorde van voorkeur: • Voorstel herstelrechtelijk aanbod Het herstelrechtelijk aanbod bestaat uit herstelbemiddeling of herstelgericht groepsoverleg. Dit laatste is overleg tussen het slachtoffer, de jongere en andere personen die hen ondersteunen, samen met een onafhankelijk bemiddelaar. Er wordt getracht tot afspraken te komen die voor alle betrokkenen aanvaardbaar zijn en

• Berisping: dit is een vermaning door de jeugdrechtbank, waarna het dossier afgesloten wordt; • Ondertoezichtstelling: de sociale dienst van de jeugdrechtbank krijgt de opdracht om de evolutie van de jongere verder op te volgen; • Intensieve educatieve begeleiding; • Gemeenschapsdienst of prestatie van opvoedkundige aard en van algemeen nut, maximaal 150 uren; als deze naar behoren wordt uitgevoerd, wordt het dossier afgesloten. • Het volgen van een ambulante behandeling bij bv. een dienst die deskundig is op het gebied van alcohol- of drugverslaving. • Plaatsing in pleeggezin, private voorziening, open gemeenschapsinstelling; • Plaatsing in een gesloten afdeling van de gemeenschapsinstelling of Everberg. Deze maatregelen kunnen altijd worden gewijzigd, ingetrokken of verlengd, met bepaalde beperkingen wat betreft plaatsing in gesloten voorzieningen, en met uitzondering van de berisping en de gemeenschapsdienst, die ‘aflopende’ maatregelen zijn.

• Zonder meer. 3) De minderjarige is niet verplicht om in te gaan op de voorstellen van het parket en kan er de voorkeur aan geven om zijn zaak door een rechter te laten beoordelen. Als het parket zelf wil overgaan tot vervolging, moet het dossier voldoende aanwijzingen van schuld bevatten. In een eerste fase zal de jeugdrechter gevraagd kunnen worden om een voorlopige maatregel van behoeding, bewaring en onderzoek te ne-

Voor juridische informatie:

Justitiehuis Leuven - Arnould Nobelstraat 44 - 3000 Leuven 06-30 14 50 / justitiehuis.leuven@wgv.vlaanderen.be

Gratis juridisch advies: balieleuven.be/gratis_advies.php

Justitiehuis Brussel (Nederlands) - Regentschapsstraat 63 - 1000 Brussel 02-557 76 11 | justitiehuis.brussel@wvg.vlaanderen.be 43


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.