7 minute read
Op gesprek bij Moeder Imelda
from Imeldazine nr. 16
by HOSPIzine
OP GESPREK BIJ MOEDER IMELDA
Advertisement
Waarom koos Lunch Garden voor haar nieuwe restaurant in je Imeldaziekenhuis juist voor de naam Lambertini? Het geheim wordt onthuld als je hierna het interview met Moeder Imelda helemaal doorleest.
Zuster Damiana opent voor ons de deur van de spreekkamer in het communauteitsgebouw van het sanatorium. We mogen plaatsnemen aan de eikenhouten tafel en wachten gespannen af hoe ons vraaggesprek met Eerwaarde Moeder Imelda zal verlopen. Vorige week maandag, op 2 oktober 1933, is het sanatorium plechtig ingezegend door Kardinaal Van Roey.
Eerwaarde Moeder Imelda komt een paar minuten later binnen en stelt ons aanstonds op ons gemak. Onder de brede kap ontwaren we een scherpzinnige maar milde gelaatsuitdrukking.
In 1880 is Eerwaarde Moeder Imelda te Mechelen geboren als Maria-Cornelia Leonia Steemans. Zij is de jongste uit een gezin met drie dochters. Op 11 april 1898 trad zij in bij het Duffelse Convent van Betlehem en werd zo ‘Zuster Imelda’. Zij behaalde daarna nog de diploma’s van onderwijzeres en van verpleegster. Moeder Imelda is overleden op 12 juni 1957.
Eerwaarde Moeder, vorige week maandag is het sanatorium, dat Uw naam draagt, plechtig ingewijd. Dat is beslist een mijlpaal in de geschiedenis van Bonheiden?
Dat moogt ge gerust zeggen. Er was heel veel begankenis die dag. En we hadden chance met het weer. Het regende niet en het was nog zo’n 13 graden buiten. Kardinaal Van Roey heeft in de kapel de heilige mis opgedragen en daarna ook de gebouwen ingezegend. En zelfs de gazet is hier foto’s komen maken. Moeder Imelda haalt uit de wijde mouw van haar habijt een krantenknipsel uit een Franstalige krant tevoorschijn.
Waarom werd er voor een sanatorium gekozen?
Tuberculose is al heel lang een belangrijke doodsoorzaak. Vroeger stierf zelfs één derde van de bevolking aan deze godsjammerlijke ziekte, die ze de ‘Witte Plaag’ of ook ‘tering’ noemden. Ze dachten dat die ziekte erfelijk was voor arme lieden.
In 1862 kon de Franse chirurg Jean-Antoine Villemin bewijzen dat tuberculose besmettelijk was. Twintig jaar later ontdekte de Duitse arts Robert Koch dat tbc veroorzaakt wordt door een bacterie. Dankzij de ontdekking van röntgenstralen door Wilhelm Röntgen kan men de ziekte ook beter opsporen in een vroeg stadium.
Vanaf 1922 is er ook een gedeeltelijke terugbetaling van de verzorging van ‘teringlijders’ in sanatoria.
Omdat tuberculose erg besmettelijk is, ligt het ook voor de hand dat isolatie van de zieken helpt om verdere besmetting te voorkomen. Mensen die aan tbc lijden zijn erg vermagerd, hebben koorts, zweten ’s nachts veel en moeten chronisch hoesten. Een sanatorium voor deze longlijders kan ook meer bieden dan alleen maar afzondering en toezicht. Goede hygiëne en gezonde voeding, met groenten, fruit, melk en eieren, zijn waarachtig waardevol. Ook de ligging van ons sanatorium op de boerenbuiten tussen de bomen is formidabel omwille van de propere lucht. Natuurlijk is ook zonlicht important en daarom zijn de lighallen op het zuiden gericht. Patiënten rusten veel uren in de buitenlucht in plaats van binnen op hun kamer.
Is er al een medicijn tegen tbc?
Er is al heel wat uitgeprobeerd hoor: levertraan, jodium en kwik. Ook desinfecteren en het nieuwe product tuberculine leveren hun bijdrage aan het genezen. Maar kuren blijft toch het belangrijkste voor onze zieken met tbc. Goed eten en rusten sterkt de mens aan. De weerstand tegen de ziekte wordt zo veel groter. En ook de nazorg blijft belangrijk.
Eerwaarde Moeder, hoe is het sanatorium dan tot stand gekomen, in Bonheiden?
De Mechelse advocaat en député van de Provincie, meester Nobels zaliger, had in 1913 de toenmalige Dertien Eikenhoeve met haar gronden gekocht. Hij wilde op het domein een kolonie oprichten voor de katholieke scholen uit Mechelen. Maar in 1914 brak de Grote Oorlog uit en de plannen konden niet worden voltooid. De hoeve stond op de plaats waar nu de kapel staat. Tijdens de oorlog en erna zijn er wel nog oorlogswezen opgevangen in de hoeve. Maar de belangstelling voor het oprichten van een kolonie is stilaan verwaterd.
En dan zijn de zuster Norbertienen gestart met het sanatorium? Wel, het was abominabel om te zien! De muren waren al bedekt met schimmel en op sommige plaatsen lag de plaaster op de grond. Ook de kelders stonden onder water. Godzijdank hebben wij met de Congregatie in 1927 het hele project – met de steun van Kardinaal Van Roey – overgenomen. We waren toen al met 140 zusters in Duffel en er zijn nog altijd veel intredingen. Onze congregatie zet zich met al haar middelen in voor onderwijs en gezondheidszorg. Op 27 mei 1922 hebben we daarom de vzw ‘Gesticht der Zusters Norbertienen’ opgericht. Eerwaarde Heer Puttemans uit Bonheiden is sedertdien onze secretaris. (Eerwaarde heer Jan Aloïs Maria Puttemans (° 23 juni 1881, Bonheiden - + 22 november 1951, Duffel) ligt begraven op het kerkhof te Bonheiden.) Hij heeft ons kolossaal geholpen bij de overname van het sanatorium.
Op 22 februari 1928 is – God hebbe haar ziel – onze overste, Eerwaarde Moeder Anna Plottier, overleden. Ik ben dan als haar opvolgster verkozen en werd zo beheerder van de vzw ‘Gesticht der Zusters Norbertienen’.
De bouwwerken van het sanatorium werden opnieuw opgestart in de loop van 1929. Op 2 september 1929 werd de eerste steen van de kapel gelegd. Ge kunt de gedenksteen aan de buitenmuur van het koor van de kapel nog gaan bewonderen. In 1932 hebben we ook nog het bos naast het sanatorium kunnen aankopen.
De kapel is een ontwerp van de Brusselse architect Alfred Minner. Hij heeft eerder ook ons klooster in Duffel ontworpen. Maar op de kapel zijn wij toch bijzonder fier. Het neogotisch altaar van 1876 is afkomstig van de vernielde Sint-Martinuskerk van Duffel. Gelukkig hebben we het altaar zo kunnen redden en een nieuwe bestemming gegeven. Vanzelfsprekend is de kapel toegewijd aan Sint-Norbertus.
De architect heeft zich bij het ontwerpen laten inspire- ren door de Hanswijkkerk in Mechelen en de kerk van Zemst. Voor de glasramen hebben we het geluk gehad dat glazenier Frans Crickx uit Brussel deze heeft wil- len uitvoeren. Als ge de kapel binnenkomt ziet ge links drie glasramen met een episode uit het leven van de Zalige Imelda. De glazenier heeft mijn gelaat afgebeeld als overste van de jonge Imelda. Rechts, bij het bin- nenkomen, zijn er drie glasramen die een tafereel uit het leven van de Heilige Aloysius uitbeelden. De pries- ter naast de bisschop heeft het gezicht van Eerwaarde Heer Puttemans gekregen. E.H. Puttemans heeft de kapel trouwens in 1932 ingezegend.
Eerwaarde Moeder, is het sanatorium ook gebouwd zoals gepland?
Het sanatorium is met de nieuwe plannen van archi- tect Minner gebouwd door aannemer Albert Van Winkel. Een kleine boerderij, een groentetuin en een gebouw voor de communauteit waren er al. De kapel is tegen het gebouw van de communauteit aange- bouwd. Het groot paviljoen, dat zuidwaarts gericht is, is toen ook gebouwd. Beneden zijn er 56 bedden en 4 bedden voor isolatie. Op de verdieping zijn er nog eens 44 bedden en 6 bedden voor isolatie. Dat zijn samen 110 bedden voor vrouwen met tuberculose.
Er waren op de plannen ook vier kleine paviljoenen voor samen 122 bedden voorzien. Maar dat plan is gesupprimeerd en vervangen door de bouw van één langwerpige en moderne kuurgalerij. Van 1929 tot 1933 is er echt veel gebouwd op het domein. Zo zijn er toen ook een keuken, een refter, een wasserij en een economaat opgetrokken.
Aan de entree van het domein zijn er ook nog de woningen voor de hoofdgeneesheer en de aalmoezenier gebouwd. We mogen toch ook eens stoefen! Alle gebouwen voldoen aan de meest moderne eisen. Het is een echt modelsanatorium geworden. De kamers liggen ver uiteen, want dat is nodig voor een sanatorium. Er zijn ook een dagzaal, een kleedkamer en slaapkamers voor de verpleegsters. Natuurlijk zijn er ook lig- en stortbaden, lavabo’s voorzien. Omzeggens alle moderniteit is voorzien: chauffage en elektriek. Ook de bedden hebben goeie ressorts. De tuin is ook ‘magnifique’! De septische putten en de regenwaterputten zijn zo goed als mogelijk gecamoufleerd door planten, struiken en bomen. En de wegen zijn goed aangelegd. Op de hoofdwegen kan zelfs een camion rijden als dat nodig is. De smalle wegels kunt ge ook met een velo of een rolstoel berijden. Ik zou het nog bijna vergeten te zeggen, maar we hebben ook een laboratorium met microscoop, glazen potten en reageerbuisjes, enzovoort. Bovendien hebben we ook een röntgenapparaat.
Eerwaarde Moeder, U heeft bij Uw intrede in het klooster voor de naam Imelda gekozen?
We kiezen een nieuwe identiteit als ons aan God gewijd leven begint. Zodoende ruilen we onze doopnaam in voor de naam van een heilige. Voor mij is de Zalige Imelda Lambertini een bron van inspiratie en kracht. Daarom heb ik deze kloosternaam gekozen, weet ge.
De Zalige Imelda was de dochter van graaf Egano Lambertini in de Italiaanse stad Bologna. Zij zou geboren zijn rond het jaar 1320 en is gestorven op 12 mei 1333. Op haar tiende werd zij voor haar opvoeding toevertrouwd aan de zusters dominicanessen van het plaatselijke klooster Val di Pietra. Kort daarna was zij – en ze was echt nog heel jong - tot de zusters toegetreden. Vanwege haar leeftijd hebben haar ouders daar toestemming voor moeten geven. Als kloosterzuster verlangde zij ernaar de heilige communie te mogen ontvangen om zo nog meer verenigd te zijn met haar geliefde Jezus. Zij was, naar de opvattingen van haar tijd, nog te jong om Ons Heer te mogen ontvangen. Telkens als de zusters tijdens de mis te communie gingen, bleef zij alleen in de koorbanken achter en bracht haar offer van verlangen.
Tot die gedenkwaardige 12e mei van het jaar 1333. Terwijl de zusters te communie gingen, zag zij vanuit de hemel een hostie naar haar neerdalen. Zij spreidde haar armen en opende haar mond om hem te ontvangen. Maar de hostie bleef – en iedereen kon dat zien - boven haar zweven. Daarop kwam de priester dichterbij, nam de hostie en diende die toe aan Imelda. Het geluk straalde van haar af. Ze bleef geruime tijd stilzitten om te bidden. Zelfs toen de zusters opstonden, bleef zij nog zitten. Toen men haar een teken wilde geven, merkte men dat zij gestorven was. Op dat moment was zij nog geen dertien jaar oud.
Het verhaal staat mooi afgebeeld op de glasramen links bij het binnenkomen van onze kapel. Ik hoop en bid telkens na mijn dagelijkse communie dat de Zalige Imelda ooit heilig wordt verklaard.
Eerwaarde Moeder, heeft U ook nog een boodschap voor onze lezers?
‘Ubi caritas et amor, Deus ibi est’. Dat zingen we dagelijks in het klooster. Ge kunt dat vertalen als: ‘Waar vriendschap heerst en liefde, daar is God’.