sOLEx: Het Open Lab Ebbinge, tien jaar tijdelijk in Stad

Page 1

sOLEx Het Open Lab Ebbinge, tien jaar tijdelijk in Stad




Wikipedia 16-11-2016:

Solex (bromfiets) Solex is de naam van een Frans bedrijf dat vooral expertise had in de productie van carburateurs. Het bedrijf is daarnaast ook beroemd geworden door de rijwielen met hulpmotor, die het tussen 1946 en 1988 produceerde onder de naam Vélosolex (in Nederland afgekort tot Solex). De volledige bedrijfsnaam was Vélosolex S.I.F.A.C., Courbevoie, Seine. Men begon in 1946 met de productie van 45 cc Clip-on motoren en bromfietsen. Het bekendst werd de kleine bromfiets met een motorblokje dat via een wrijvingswiel het voorwiel aandrijft. De eerste Solex ontstond per toeval toen de Fransen Maurice Goudard en Marcel Mennesson in 1905 een fabriekje begonnen voor kleine motoronderdelen. In 1918 maakte men een fiets met een hulpmotor boven het achterwiel. Hierna werd Solex vooral bekend van de carburateurs voor automobielen. Toen Marcel Menesson begreep dat er na de Tweede Wereldoorlog weinig vraag naar auto’s zou zijn ontwikkelde hij een nieuw hulpmotortje dat boven het voorwiel werd geplaatst. In 1941 werden er al 30 prototypes op bestaande fietsen gebouwd, in 1942 gevolgd door een voorserie die al het beroemde zwanenhalsframe had. De introductie vond in 1946 plaats. Hoewel het blokje in de loop der jaren werd verbeterd bleef het toch in principe gelijk aan het eerste type 129.


sOLEx Stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij Dit boek is een tijdsdocument en bestrijkt een periode van 10 jaar waarin Open Lab Ebbinge (OLE) als aanjager fungeerde van ruimtelijke ontwikkelingen in het Ebbingekwartier in de stad Groningen. Het is een uitgave van de Stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij (sOLEx) in samenwerking met Platform GRAS te Groningen. sOLEx stelde zich tot doel om daar waar de markt en de traditionele planologie in de ontwikkeling van het Ebbingekwartier stagneerden het gebied in gebruik te geven aan de stadsbewoners en de markt weer aan te jagen. sOLEx fungeerde hierbij als hulpmotor en maakte zoveel mogelijk gebruik van hetgeen er al was.


1


Onwaarschijnlijk Voorwoord | Jeroen Saris ‘Het meest waarschijnlijke is het meest onwaarschijnlijke’. Met deze lijfspreuk loste Bill Clifford in de detective van Godfried Bomans de meest onwaarschijnlijke misdaden op. Open Lab Ebbinge (OLE) bewijst de juistheid van deze spreuk. Vaak wordt gedacht dat de financiële crisis in 2008 het succes van experimenten met tijdelijk gebruik heeft bepaald. Als dat al zo zou zijn, dan is dat zeker niet het geval bij OLE. Rond 2002 wees alles erop dat het Ciboga-terrein succesvol zou worden ‘getransformeerd’ tot een brave woonwijk bovenop een parkeergarage. Meerdere partijen – een bank, een grote ontwikkelaar, een aantal bouwers en de gemeente – schraagden het plan. De nieuwe wijk zou hoogstwaarschijnlijk in een jaar of acht gerealiseerd worden. Tot het fundament van het plan, de ondergrondse parkeergarage, begon te lekken en te kraken. Misschien omdat deze garage een voor Groningen onwaarschijnlijke omvang had? Misschien omdat dit plan in strijd was met de geest van de plek? Rustte er een vloek op? In vroeger tijden was het Ciboga-terrein immers de plek waar vernieuwing plaatsvond, met een wereldtentoonstelling in 1903 en later met de komst van de Gasfabriek. Misschien. Maar de tijd verstreek en de kosten liepen snel op. De ene na de andere partner verliet schielijk het consortium en de gemeente bleef samen met de ontwikkelaar achter met een mega parkeergarage en lege handen. De hulp kwam uit onverwachte hoek. De ondernemers in en rond de Nieuwe Ebbingestraat, onder aanvoering van Wilma Naajer, liepen te hoop tegen de overlast, verloedering en het gebrek aan aanloop als gevolg van de opgelopen bouwvertraging. In menige stad zou deze winkelstraat zijn opgegeven: “…winkellinten zijn niet meer van deze tijd … en concentratie in winkelcentra is geboden”. Daar legden de Groningse ondernemers zich niet bij neer. Ze deden een voorstel voor het meest onwaarschijnlijke: het dak van de parkeergarage zou worden benut ten behoeve van tijdelijke publieksfuncties die zo voor

aanloop zouden zorgen. Ondertussen transformeerde aan de andere kant van de bouwput het voormalige Chemisch Laboratorium van de Rijksuniversiteit tot het Paleis van de Creatieve Stad. Kunstenaars, galeries, woningen, een café-restaurant en een onwaarschijnlijk hotel met slechts enkele door kunstenaars ingerichte kamers. Alles kon, dachten de creatieven. Zo werd OLE opgericht en bood zich aan als exploitant van het dak. Ondertussen had de crisis toegeslagen. De gemeente zag zijn kans en deed een bod: jullie krijgen het dak voor niets, maar geen geld, want dat is op. En na vijf jaar: opkrassen! OLE was niet blij verrast, maar eenmaal bijgekomen was het motto: wie niet waagt, wie niet wint. In 2009 presenteren ondernemers van allerlei pluimage zich met de meest onwaarschijnlijke voorstellen, variërend van een gebouw van aardappelzetmeel tot een piramide van containers als jeugdhotel. Voor het plan van OLE komt er, met steun van de gemeente, geld uit Europa en van Mooi Nederland. OLE wordt gerealiseerd en blijkt een groot succes. Er komt publiek, de Silo van de Gasfabriek wordt een levendig café, er vinden festivals plaats en de Nieuwe Ebbingestraat bloeit als nooit tevoren. Er komt meer werk, er trekken meer ondernemers de wijk in en het Creatieve Ebbingekwartier wordt alsnog werkelijkheid. Een sprookje? Nee, het meest onwaarschijnlijke is het waarschijnlijke. Om de toekomst te verkennen zijn er mensen nodig die zich niet laten hinderen door regels, routine, geld, macht of prestige, maar die zich laten leiden door een verlangen, een ondernemende geest en een vooruitziende blik. OLE! Jeroen Saris Voorheen Kwartiermaker Ebbingekwartier

2


De waarde van de crisis Speelkwartier of duurzame ontwikkeling | Essay Peter Michiel Schaap, coördinator Platform GRAS Ruim negen jaar geleden verhuisde GRAS van de Hofstraat naar het Ebbingekwartier. Destijds heette dat trouwens gewoon nog het CiBoGa-terrein. Het uitzicht vanuit ons nieuwe kantoor – het oude drijvende informatiecentrum van CiBoGa – bestond uit een onafgebouwde parkeergarage, omringd door hekwerk en wat zieltogend industrieel erfgoed. Voorbijgangers waren er nauwelijks. Behalve dan de hardpratende junks die dagelijks heen en weer liepen tussen de dagbesteding aan de Oosterhamrikkade en de methadonpost aan de Oostersingel.

3

In het informatiecentrum op de CiBoGa-boot leek haast een neutronenbom gevallen. Alle ambitieuze plannen van ‘de wijk die allang af had moeten zijn’ lagen nog op tafel. De boot en de plannen waren kort na de eeuwwisseling letterlijk verlaten, deels als gevolg van de vorige crisis (de internetbubbel) en de lichte overmoed die in de plannen school. Eén persoon had de crisis overleefd. Op de tweede etage van de boot zat twee dagen per week een ‘vergeten medewerker’ achter haar desk. Mieke beheerde de tentoonstelling over CiBoGa en wees heel af en toe een verdwaalde bezoeker de weg. Samen met Mieke bewoonde GRAS een tijdje de boot. Verder was het stil in dat wat nu het Ebbingekwartier wordt genoemd. Nu, jaren later, kunnen we ons haast niet voorstellen dat CiBoGa er lang zo heeft bijgelegen. Het gaat inmiddels razendsnel met de woningbouw. Nieuwe functies verrijzen en de gaten worden gevuld. Daarbij toonde de zomer van 2016 misschien wel het best de enorme potentie van het terrein. In no time werd het tijdelijke stadsstrand een enorme hit. Iedereen leek de weg naar het Ebbingekwartier te hebben gevonden. Dat het Ebbingekwartier in de lift zit, heeft natuurlijk te maken met een aantrekkende economie en de groeiende vraag naar stedelijk wonen. Maar er zijn meer ingrediënten, zoals de vasthoudendheid van de gemeente die besloot om zonder programmatische zekerheid de immense parkeergarage af te bouwen. Daarnaast heeft CiBoGa geprofiteerd van Open Lab Ebbinge (OLE) dat er ondanks – of misschien juist dankzij – de crisis in slaagde het CiBoGa-terrein vanaf 2009 weer positief op de kaart te zetten. Tijdelijkheid speelde daarbij een belangrijke rol. Daarbij benoemde het OLE zichzelf tot “een nieuwe broedplaats voor creatieve economie en een praktijklaboratorium voor nieuwe vormen van tussentijdse architectuur en stedenbouw.” Met die focus op tijdelijkheid en ‘de tussentijd’ was OLE natuurlijk een kind van z’n tijd. Iedere zichzelf respecterende stad was in de crisis bezig met tijdelijke gebiedsontwikkeling en de rol die de creatieve industrie daarbij zou kunnen spelen. Daarmee creëerden we voor onszelf ruimte om, noodgedwongen, op andere manieren na te denken over de ontwikkeling van onze steden. De oude manier, die ons mede tot de crisis had gebracht, werkte immers niet meer. We moesten op zoek naar nieuwe vormen, nieuwe middelen, programma’s en concepten.

OLE heeft hier zonder twijfel voor gezorgd. Het heeft de kansen en mogelijkheden letterlijk in beeld gebracht en beleefbaar gemaakt. Een belangrijke eerste stap daarbij was het weghalen van de hekken, het investeren in een basiskwaliteit van de openbare ruimte en het aankoppelen van het CiBoGa-terrein op de bloedsomloop van de stad middels het fameuze fietspad. Met deze ingrepen en de vele evenementen, manifestaties en activiteiten die op het terrein vorm kregen, heeft OLE waarde toegevoegd. Natuurlijk staat OLE hierin niet alleen. Op veel andere plekken in Groningen (en natuurlijk ook elders in Nederland) zijn tijdens de crisis waardevolle initiatieven ontstaan en opgebloeid. Neem bijvoorbeeld Tuin in Stad en Toentje: Groninger initiatieven die wortel schoten op stukken grond die eigenlijk bestemd waren voor woningbouw. Net zo interessant overigens zijn en waren de vele panden die in leegstandsbeheer werden gegeven aan (creatieve) ondernemers, kunstenaars en de representanten van een nieuwe maakindustrie. Groninger voorbeelden zijn de bedrijfspandjes bij de Paradijsvogelstraat en veel leegstaande (en inmiddels vaak al gesloopte) bebouwing langs het Oosterhamriktrace. Het probleem van veel van deze initiatieven is dat ze weliswaar waarde hebben toegevoegd maar niet een die zich makkelijk economisch laat uitdrukken. En zo kan het gebeuren dat nu de economische wind weer aantrekt, veel initiatieven plaats moeten maken voor hetgeen er ooit was gepland. Is dat erg? Nee, niet per se. De stad heeft altijd op deze manier gefunctioneerd. Tijdelijkheid is wat dat betreft van alle tijden. Is het dan jammer? Ja, dat is het vaak wel. En in sommige gevallen is het ook best een beetje dom. Want is het niet veel slimmer om tenminste op bepaalde plekken echt te gaan profiteren van de waarde(n) van de crisis? Waarom zouden we de tijdelijke huurders van de overigens zeer charmante naoorlogse bedrijfspandjes niet de kans geven verder te groeien op hun plek en misschien zelfs (deel)eigenaar te laten worden? Waarom zouden we waardevolle ‘crisisinitiatieven’ niet op een slimme manier kunnen mengen met nieuwe (woon)bebouwing? Krijgen we daar niet meteen veel interessantere wijken en buurten van? En is dat misschien niet veel meer waard dan het willens en wetens willen vasthouden aan boekwaarden en ‘oude’ plannen? In dit licht is er zeker de laatste twee jaar wat wonderlijks aan de hand. Met de economische wind weer in de zeilen zien we namelijk weer veel plannen op tafel komen die verdacht veel lijken op het aanbod van voor de crisis. Het is business as usual: jongerenhuisvesting en eengezinswoningen met traditionele plattegronden in – vooruit – een nieuwe duurzame jas met hier en daar een hedendaagse flirt. De projectontwikkelaar is terug, de gemeentelijke afdeling vastgoed ruikt haar kansen en de vlag kan weer uit: we gaan weer geld verdienen!


Wat dat betreft lijkt het er dus sterk op dat we weinig geleerd hebben van de crisisjaren en de opgebouwde waarden onvoldoende herkennen. De term tijdelijkheid klopt wat dat betreft volkomen: de crisis als ruimtelijk speelkwartiertje waarin we even gek en anders mochten doen. Maar daarna: gewoon weer aan de slag. Waar zijn ineens die bijzondere doelgroepen en initiatieven gebleven die we juist de ruimte wilden geven? We waren er allemaal zo trots op, want bottom up…. En wat blijft er over van de ambities om ‘het anders te gaan doen’ en de stadsontwikkeling opnieuw uit te vinden? Dat de stadsontwikkeling nog altijd in crisis is, blijkt wel uit het gemak waarop we de draad weer oppakken. De economische crisis is dan wel voorbij, vakinhoudelijk lijken we maar verdomd weinig opgeschoten. Laat dat een pleidooi zijn om initiatieven als Open Lab Ebbinge juist ook in tijden van economische voorspoed een kans te geven. En dan niet met een ‘tijdelijk’ credo maar met als opgave om duurzame waarde toe te voegen aan de stad en kansen te benutten die vooralsnog blijven liggen. Daarbij zou OLE vooral de opdracht moeten krijgen om het anders te (blijven) doen: van een alternatieve omgang met boekwaarden en bestaand vastgoed tot het goed inzetten van ontwerpkracht, nieuwe ontwikkelmodellen en slimme financieringsvormen. Voor een stad als Groningen gaat het dan bijvoorbeeld om de huisvesting van de groeiende groep mensen die teveel verdienen voor een corporatiewoning en te weinig voor koop of commerciële/particuliere huur. In het verlengde daarvan liggen er kansen in de diversificatie van het stedelijke woningaanbod, de al toenemende internationalisering, het slim mengen van wonen met werken en het ruimte bieden aan nieuwe vormen van bedrijvigheid in een stad die zich afficheert als een City of Talent. En kan dat nog op het CiBoGa-terrein, of beter, op het Ebbingekwartier? Daar lijkt het niet op. Daarvoor gaat het te hard en te snel. Maar gelukkig zijn er nog talloze andere plekken in de stad waar kansen liggen en die om aandacht vragen. Misschien zelfs plekken met een rommelig uitzicht, hekwerken en hard pratende junks. Niet zelden zijn dit de meest kansrijke.

4


Infoversum

podium

duikboot

stadstrand blok 6

UMCG

evenemententerrein blok 7

De Loods

5

Ebbingekwartierterrein

Collegezaal RUG

speelweide Gasfornuis

M0BI

Regulateurshuis

Kinderopvang SKSG

blok 8

Infopaviljoen

Lighthouse

rif

d len

t

Ko

Open Lab Ebbinge

Infotainer

Jongeren huisvesting

Mobiele tuinen De Chemie

Goldberg Escape


Inhoudsopgave Onwaarschijnlijk - Voorwoord - Jeroen Saris .......................................................................................................... 2 De waarde van de crisis - Speelkwartier of duurzame ontwikkeling ..................................................................... 3 - Essay Peter Michiel Schaap, coĂśrdinator Platform GRAS Leeswijzer ................................................................................................................................................................ 8 Creative City Challenge: van bouwput naar creatief platform ................................................................................ 9 Matchmaking: verkennen en verbinden .................................................................................................................. 11 De ogen en oren in het gebied ................................................................................................................................. 14 From space to place, from coldspot to hotspot ....................................................................................................... 15 De tien geboden van sOLEx ..................................................................................................................................... 17 FinanciĂŤn - Facts & Figures investeren tegen de leegstand .................................................................................. 19 Evenementen als instrument bij tijdelijke gebiedsontwikkeling ............................................................................ 27 Succesfactoren: een fietspad als game changer .................................................................................................... 30 Samenwerking en impact op het beleidsdenken .................................................................................................... 31 Kennisontwikkeling in gebiedsontwikkeling ........................................................................................................... 34 Paviljoens en gebouwen .......................................................................................................................................... 35 Colofon ..................................................................................................................................................................... 40

6


7


Leeswijzer De tijdlijn van tien jaar tijdelijke ontwikkeling van Open Lab Ebbinge vormt de rode draad in dit boek. Deze ontwikkeling is beschreven in een tiental thematische hoofdstukken en in een drietal chronologische tijdlijnen. De tijdlijnen lopen synchroon aan elkaar, dwars door het hele boek. Beginnend in 2008 – toen de eerste zaadjes voor Open Lab Ebbinge werden gepland – tot 2018, het jaar waarin de geest van de tijdelijke ontwikkeling het gebied nog steeds beïnvloedt. De tien hoofdstukken staan los van de tijdlijnen, maar vormen wel een logische opeenvolging op elkaar.

Drie tijdlijnen De ontwikkelingen op en bij Open Lab Ebbinge zijn in drie tijdlijnen opgesplitst: ‘organisatie’, ‘hardware’ en ‘spin-off’. De bovenste tijdlijn geeft inzicht in de organisatorische acties die de Stichting Open Lab Ebbinge onderneemt. Het zijn de werkzaamheden waarbinnen kracht, kennis en vaardigheden gebundeld worden om de doelstellingen van de stichting te bereiken, zoals het schrijven van een bidboek, het verzorgen van de gebiedsmarketing, het matchen van ontwikkelaars en gebruikers en het organiseren van het openingsfestival. Daarop volgt de middelste tijdlijn die de ‘hardware’ beschrijft. Het zijn de fysieke resultaten die volgen op de organisatorische acties uit de bovenste ‘organisatorische’ tijdlijn, zoals de bouw van de paviljoens, de inrichting van het terrein en de bouw van woningen. De onderste tijdlijn ‘spin-off’ geeft inzicht in de effecten die de acties uit de tijdlijn ‘organisatie’ en ‘hardware’ hebben op Open Lab Ebbinge en de directe omgeving. Het zijn bijvoorbeeld de vele evenementen die worden georganiseerd, de afname van de leegstand in de Nieuwe Ebbingestraat en alle andere neveneffecten die van betekenis zijn.

ORGANISATIE HARDWARE SPIN-OFF

8


Creative City Challenge van bouwput naar creatief platform

9

Aan het begin van de 21ste eeuw veroverde socioloog en urban planner Richard Florida de harten van menig beleidsmaker met zijn boek The Rise of the Creative Class (2002). De essentie van zijn boek: zet volop in op de creatieve klasse en bijbehorende economie want zij vormen de nieuwe motor voor economische groei. Deze gedachtegang vormde het startpunt voor de beleidsontwikkeling voor de creatieve sector in de stad Groningen.

Tegelijkertijd werden in de zoektocht naar een creatieve zone door de gemeente Groningen een aantal uitgangspunten vastgesteld: de zone moet grenzen aan de binnenstad, een afwijkend profiel hebben ten opzichte van de binnenstad én moet rafelrandjes hebben waar ruimte is voor (betaalbare) ontwikkeling. Aan deze kenmerken voldeed het Ebbingekwartier in ruime mate en werd zodoende betiteld als Creatieve Stadszone.

In 2005 werd in de stad het symposium Groningen Gist georganiseerd. De hype rondom de creatieve stad vierde hoogtij en tijdens het symposium stond er één vraag centraal: ‘is Groningen creatief genoeg en zo nee, wat mist er?’ Een groep ondernemers in het Ebbingekwartier was inmiddels al een aantal jaren actief in het herpositioneren van het gebied. De plannen voor woningbouw op het voormalig Gasfabriekterrein stagneerden en elke ontwikkeling in de omgeving werd in de wacht gezet; deze zouden vanzelf volgen als de bouwactiviteiten vorm zouden krijgen. De redenatie was na een aantal jaren van achteruitgang en verpaupering niet meer hard te maken. Integendeel: de bloei van het Ebbingekwartier zou juist waardevol zijn voor de bouwontwikkelingen op het Gasfabriekterrein, zo beredeneerden de ondernemers. Met de gemeente Groningen en de Groninger City Club, de belangenbehartiger van en voor ondernemers in de Groninger binnenstad, werd een convenant gesloten om een aantal strategische projecten op te zetten.

Deze strategische zet zorgde voor een nieuwe impuls waarop de vervolgmanifestatie Ebbinge Gist in de zomer van 2008 werd georganiseerd. De opgave: dien projecten in ‘binnen het concept van de creatieve stad’ die zorgen voor nieuwe economische ontwikkelingen. De ondernemersvereniging diende onder andere een project in dat dat ging over de ontwikkeling van het CiBoGa-terrein: Van Bouwput tot Creatief Platform. Het idee ging uit van de revitalisering van het terrein van coldspot naar hotspot en omvatte twee onderdelen: evenementen op het braakliggende Gasfabriekterrein en diverse containerbouwwerken om het gebied een tijdelijke invulling te geven en ruimte te scheppen voor bijvoorbeeld atelier- en expositieruimte of outletmogelijkheden voor bestaande winkels. In een pitch werden alle twaalf ingediende projecten voorgesteld waarop er ronde-tafel-gesprekken volgden om met initiatiefnemers en belangstellenden te onderzoeken waar de mogelijkheden lagen om de projecten te realiseren. De tafel van Van Bouwput tot

Verplaatsing monument De Loods

Creatief Platform was matig bezet. Toch ontstond er die dag enthousiasme bij een aantal mensen dat met name geïnteresseerd was in de (gekke) mogelijkheden die tijdelijke bouw zou moeten kunnen opleveren. Op de achterkant van een sigarendoos werd een tekening gemaakt van creatief gestapelde containers. Er was een nieuwe club geboren: Harm Naaijer (gek van follies), Marcus Petstra (creatief met ruimte), Christophe de Jong (ontwikkelaar van niet te mainstream-projecten), David Inden (planeconoom met inzicht om ook buiten de lijntjes te kleuren) schoven aan bij een ondernemer (Wilma Naaijer) die er hartstochtelijk in geloofde dat het Ebbingekwartier bij uitstek de plaats was waar dit alles plaats kon vinden. Dit was immers de plek waar vakmanschap, ondernemerschap en ambacht van oudsher van groot belang waren geweest. In een nieuwe jas moest dit ook voor de toekomst kansen bieden. Dit kersverse team werkte in de maanden na Ebbinge Gist het idee uit waarbij er met grote overtuigingskracht een gemeentelijke subsidie verkregen werd om een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren én een bidbook te schrijven. Het bidbook ‘Open Lab Ebbinge’, dat in mei 2009 afgerond was, vormde de start voor de aanvraag van een aantal grote subsidies en daarmee de oprichting van de Stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij die belast werd met de tijdelijke ontwikkeling van het gebied.

Parkeergarage voor circa 1200 auto’s krijgt deksel

Project van stichting Creatieve Industrie Groningen

Gemeente Groningen geeft opdracht voor quickscan OLE Manifestatie 1e Ebbinge Gist

2008

ORGANISATIE HARDWARE SPIN-OFF


Christophe de Jongh

“We waren eigenlijk een stel nette krakers! We zetten de gemeente en eigenaren onder druk om de grond tijdelijk vrij te geven en om de investeringen in de infrastructuur naar voren te halen�.

10

Jeroen Saris kwartiermaker Ebbingekwartier

Terrein wordt onderdeel van binnenstadsvisie


Matchmaking verkennen en verbinden De ruimtelijke ontwikkelingen van de afgelopen decennia zijn gekenmerkt door toelatingsplanologie. Grootschalige ontwikkelplannen werden op allerlei plekken ‘dichtgeregeld’ en uit de grond gestampt. Eenheid, beheersbaarheid en top-down waren de kernbegrippen. Als reactie op het verdwijnen van de menselijke maat, onder invloed van de toenemende kracht van de professionele burger en mede dankzij de economische crisis, is er de afgelopen vijf jaar langzaam een transitie ten opzichte van de traditionele ontwikkelmethode op gang gekomen. Open Lab Ebbinge is hierin een aansprekend voorbeeld geweest met als strategie bottom-up en top-down juist met elkaar te verbinden in plaats van het één of het ander te laten prevaleren.

Hoe is het begonnen?

11

Open Lab Ebbinge is begonnen als een matchmaking1 kantoor met een loket in de Nieuwe Ebbingestraat, vlakbij het toen nog in te richten projectgebied. Iedereen die het plan had zich te vestigen in het gebied of een idee had voor het gebruik van de openbare ruimte was er welkom. Geïnteresseerden, buurtbewoners, bedrijven, (co-)producenten, eventmanagers, bouwers, ontwerpers, investeerders etc. kwamen langs om hun idee te presenteren. Hoewel er ook een wens leefde om op het gebied van architectuur eens ‘flink uit te pakken’ met aansprekende voorbeelden voor tijdelijke- en modulaire bouw, kwam de (eind)gebruiker altijd op de eerste plaats. Later is dit huwelijksbureau verplaatst naar het Infopaviljoen: een doorlopende balie in het gebied waar ook iedereen welkom was met een idee. En deze ideeën liepen uiteen van het organiseren van evenementen, het plaatsen van een paviljoen tot het plaatsen van kunst in de openbare ruimte. Open Lab Ebbinge probeerde zoveel mogelijk ideeën met de initiatiefnemers tot een plan te brengen en de juiste mensen erbij te zoeken. Vandaar: matchmaking.

Hoe werkt het matchmaking bij sOLEx? Enerzijds was het concept matchmaking bedoeld voor toekomstige paviljoenbouwers en gebruikers, anderzijds ook voor andere gebruikers van het terrein (om er iets te organiseren, maar ook om te recreëren). Het idee was vooral niet om zelf als organisatie allerlei plannen te gaan bedenken en uit te voeren maar juist om initiatiefnemers zelf tot realisatie van hun idee of plan te laten komen. Door het organiseren van bijeenkomsten, het geven van presentaties en het realiseren van publicaties werd het gebied steeds bekender en werden mensen uitgenodigd om met hun plan langs te komen. Door goede gebiedspromotie via traditionele en sociale media en free-publicity heeft OLE het gebied onder de aandacht weten te brengen. Eenmaal bekend en inmiddels ook geliefd, ging het verder als vanzelf. Steeds lag de nadruk op het begrip creatieve industrie2 en voorzieningen die bijdragen aan een daarvoor gunstig klimaat. Met een idee onder de arm kwamen mensen langs om voor zichzelf of namens een bedrijf of organisatie te verkennen of er mogelijkheden waren. Soms kwamen mensen al met een uitgewerkt plan, maar vaak ook niet. Ook lukte het niet altijd om zelf het idee tot een plan uit te werken. Dan deed sOLEx voorstellen voor samenwerkingen met andere(n) partijen en begeleiding naar de juiste kennis of instanties. Nadat gezamenlijk verkend was of de gewenste mogelijkheden er waren en of het idee verder uitgewerkt kon worden tot een plan, werd in overleg met de gemeente een voorstel gedaan voor een plek en een gebruiksperiode. Het voorstel bevatte telkens een aantal randvoorwaarden dat van toepassing was op het initiatief en/of de plek. 1. Matchmaking: Engels: finding partners for single people, Nederlands: koppelen (van twee mensen), de koppelarij.

AM, Nijestee en Gemeente Groningen geven opdracht voor bidbook OLE Bidbook OLE gereed

2009

SOFTWARE ORGANISATIE

HARDWARE HARDWARE SPIN-OFF SPIN-OFF

Oprichting Kernteam Ebbingekwartier


Voor het oprichten van paviljoens of gebouwen voor een bepaalde functie leidde dit vaak tot een bouwaanvraag en een zogenaamde ‘gebruikersovereenkomst’, waarover op voorhand overleg werd gevoerd tussen initiatiefnemer, gemeente en sOLEx. Voor evenementen was dit dikwijls een evenementenvergunning. Maar vaak verliep het gebruik van het terrein uiteindelijk in de informele sfeer: van buitensport, zeer kleinschalige evenementen (vrijgezellenfeesten etc) en graffiti-kunst tot gebruik op individuele basis. Helaas zijn ook veel ideeën niet tot plan uitgewerkt of gerealiseerd. Deels kwam dat doordat niet iedereen intrinsiek gemotiveerd was en/of bij nader inzien niet van plan was zelf het idee uit te voeren. Soms kwamen ook de juiste coalities niet tot stand of waren de ideeën bij nadere verkenning economisch niet uitvoerbaar. De matchmakers van sOLEx zijn telkens, met de inzet van de initiatiefnemers als uitgangspunt, samen met de gemeente op zoek gegaan naar de haalbaarheid van de plannen, de noodzakelijke kennis en partners om van idee naar realisatie te (kunnen) komen. De samenwerking met de gemeente was hierbij telkens cruciaal. Bottom-up met top-down verbonden. Veel paviljoens, (bouw-) projecten, evenementen en ander gebruik van het projectgebied zijn hierdoor, met veel plezier en inzet, tot stand gekomen.

12

2. Creatieve industrie: TNO gaat uit van een afbakening gebaseerd op de SBI classificatie (SBI 2008) binnen de volgende clusters; kunsten en cultureel erfgoed, media en entertainment en creatieve zakelijke dienstverlening (Rutten, Koops en Roso, 2010). Deze afbakening sluit aan bij de CBS-statistieken.

Ateliergeld ten behoeve van Ebbingekwartier

Verwerving hoek Boterdiep Nijestee (blok 8)

Manifestatie 2e Ebbinge Gist

1e grote matchingsbijeenkomst met potentiële paviljoenhouders en gebruikers


13 Open Dag Ebbinge

Oprichting stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij

2010

ORGANISATIE HARDWARE SPIN-OFF

Samenwerkingsovereenkomst tussen Gemeente Groningen en OLE

Startdocumentaire over OLE

Sloop woningen aan Boterdiep

Bouwrijp maken van


De ogen en oren in het gebied Als gebiedsmanager heb je te maken met veel verschillende partijen. Communicatie vormt hierbij een cruciaal onderdeel. Net als laagdrempelig aanspreekbaar én fysiek bereikbaar zijn.

Overlegstructuur & Communicatie Om de slaagkans en het draagvlak van het project zo groot mogelijk te maken, is contact en samenwerking met de partijen die in het gebied ‘spelen’ gewenst. En een gebiedsmanager die op de plek zelf als een spin in het web fungeert en de touwtjes aan elkaar knoopt, essentieel. Om de slaagkans en het draagvlak van het project zo groot mogelijk te maken, is contact en samenwerking met de partijen die in het gebied ‘spelen’ gewenst. En een gebiedsmanager, die op de plek zelf als een spin in het web fungeert en de touwtjes aan elkaar knoopt, essentieel. Met dit doel werd aan het begin van het OLE-project een gebruikersplatform opgericht. Maandelijks hadden alle gebruikers in het gebied overleg. Ook kwamen de wijkagent, Stadsbeheer, Handhaving en de projectleider van de gemeente regelmatig op de koffie om lopende zaken te bespreken. Daarnaast was de gebiedsmanager het aanspreekpunt voor iedereen die enigszins geïnteresseerd was in het organiseren van een evenement of festival op het terrein. En dit was nodig. Het evenemententerrein werd door de bouwactiviteiten wel eens heringericht. Voor organisatoren een onzeker terrein om iets te organiseren, essentieel dus dat er één aanspreekpunt was die gebeld kon worden bij vragen en goed op de hoogte was van de situatie ter plekke.

Maar het gebied is geen eiland, het heeft een relatie met de buurt en de stad. Zo werden de omwonenden via een buurtkrant, nieuwsbrief en social media over alle ontwikkelingen geïnformeerd. En die ontwikkelingen vormden een duidelijk contrast met het braakliggende terrein dat eerst in hun achter- of voortuin lag. Het werd voor de buurt duidelijk wat er met het gebied, dan wel in de tijdelijkheid, ging gebeuren. Dit wordt door een betrokken buurtbewoner om de hoek beaamt: “Door de komst van het Open Lab Ebbinge is er meer vorm en continuïteit in het gebied gekomen. Het was voor mij makkelijk om informatie te verkrijgen en erachter te komen wie ik bij de gemeente moest aanschrijven. Dit gaf voor mij meer duidelijkheid, want daarvoor was het een rumoerige zandwoestijn. Daarnaast was de duikboot op het stadsstrand een leuke bijkomstigheid: mijn kleindochter kon toen net klauteren. Hier hebben we samen veel gespeeld.”

Fysieke bereikbaarheid Het Infopaviljoen, dat prominent in het gebied aanwezig was, vormde misschien wel het belangrijkste communicatiemiddel. Iedereen stapte drempelloos naar binnen met een vraag, klacht of praatje. Daarnaast was het voordelig dat het Infopaviljoen, in tegenstelling tot een gemeenteloket, óp locatie stond. Mogelijkheden in het gebied zijn er gemakkelijk ter plekke uit te leggen.

Regie voeren (grip houden) Door contact te hebben met alle partijen via overleggen, social media en het Infopaviljoen, houd je als stichting grip op het gebied. Je weet wat er speelt en hoe je hierop kunt anticiperen. Maar je wilt ook dat de partijen de gebiedsmanager weten te vinden bij vragen, anders verliest

Bouw paviljoen Rijksuniversiteit Groningen

n het gebied

Go-or-no go moment OLE

de gebiedsmanager zijn rol. Hierbij is het van belang dat de gebiedsmanager laagdrempelig aanspreekbaar is, ook als het Infopaviljoen gesloten is.

Voordelen voor de gemeente Dat een gebiedsmanager in een gebied voordelen heeft voor haar gebruikers en de omwonenden is wel duidelijk. Maar wat is de toegevoegde waarde van een gebiedsmanager voor de gemeente? Joost van Uhm en Sikko Postma, de projectleider en assistent van de gemeente Groningen zeggen het volgende: “De ervaringen van de afgelopen jaren hebben geleerd dat de medewerkers van Open Lab Ebbinge een nuttige rol als vraagbaak voor omgeving en belangstellenden hebben vervuld. Ook hebben ze gefunctioneerd als ‘ogen en oren’ in het gebied en werden misstanden in het gebied snel gesignaleerd waardoor verrommeling en overlast werd voorkomen. In de afgelopen periode heeft OLE de weg binnen de gemeentelijke organisatie goed weten te vinden en waardevolle contacten opgebouwd waardoor snel de juiste lijntjes konden worden gelegd naar onder meer Stadsbeheer en Handhaving, de wijkagent enzovoort. Een gebiedsmanager levert veel voordelen op, zowel voor de gebruikers in het gebied als voor de gemeente. Voorwaarde is wel dat de gebiedsmanager laagdrempelig aanspreekbaar is én contact heeft met alle partijen. Een drempelloos Infoloket dat middenin het gebied aanwezig is, heeft zeker zijn vruchten afgeworpen bij Open Lab Ebbinge.

CCC European Best Collaboration Award Kortrijk

Samenwerking gemeente Groningen Creative City Challenge

EFRO voorbereiding in samenwerking met gemeente Groningen

Start documentaireserie OLE. #1 Het Begin

14


From space to place from coldspot to hotspot De afgelopen 50 jaar is de Nederlandse gebiedsontwikkeling bepaald door lineaire ontwikkelprocessen, blauwdrukdenken en een projectmatig ontwikkelmodel. Ingenieurs bepaalden de ontwikkel- en oplossingsrichting waarin pragmatisme en efficiëntie de rode draad vormden. De ontwikkeling van het Open Lab Ebbinge vormt daar een grote uitzondering op.

15

Rond 2010 ontstond er een kanteling in het denken over de stringente methode van gebiedsontwikkeling. Het bewustzijn groeide dat projectmatige gebiedsontwikkeling steeds slechter aansloot op de unieke mogelijkheden en (complexe) wensen van de plek én de mens. De recente revival van het boek The Death and Life of Great American Cities (1961) van Jane Jacobs is in dat verband kenmerkend. De introductie van de term De Spontane Stad (Urhahn Urban Design, 2010), waarin voor het eerst duidelijk het begrip ‘organische gebiedsontwikkeling’ naar voren kwam, is een ander ijkpunt. De verandering van het denken over gebiedsontwikkeling is voor een groot deel te vatten in het concept dat placemaking heet en waaraan Jane Jacobs in haar boek al aandacht besteedde. Het is in Nederland een relatief

1e keer muziekfestival Eurosonic

nieuw thema binnen de gebiedsontwikkeling en het denken over plekken. De ontwikkeling van Open Lab Ebbinge en haar directe omgeving vertoont grote overeenkomsten met dit concept. Placemaking is zowel een procesmethodiek als een filosofie. Het concept heeft een aantal afwijkende eigenschappen ten opzichte van de meer projectmatige gebiedsontwikkeling. Zo is het startpunt de community en de gebruikers, waarbij uitgegaan wordt van de kracht van een bottom-up ontwikkeling. Placemaking gaat ook over het samen zien van kansen, zoals het ‘pakken van laaghangend fruit’ en het door middel van kleine interventies creëren van een beweging; vanuit de community organiseren gebruikers zich die adaptief reageren op nieuwe mogelijkheden. De factor ‘tijd’ wordt hiermee een belangrijke factor binnen de gebiedsontwikkeling. Placemaking werkt zonder een gesloten eindbeeld; de ontwikkeling is nooit klaar én van tevoren valt niet exact te bepalen hoe het ontwikkeltraject zal verlopen; er wordt met scenario’s gewerkt. Kortom: een organische gebiedsontwikkeling.

2011

ORGANISATIE HARDWARE SPIN-OFF

Tegelijkertijd moest een meer permanente bouwontwikkeling van het gebied mogelijk blijven. Eén van de afspraken voor het gebruik van het terrein was daarom dat het evenemententerrein opgeofferd kon worden, mochten zich nieuwbouwplannen voordoen. Toen dit gebeurde, werd er snel gehandeld en werd het evenemententerrein verplaatst naar een aangrenzend veld zodat events plaats konden blijven vinden. Want de impact van de events was van dermate belang dat ze een belangrijke rol speelden in het nieuwe gebruik van het gebied.

Het startpunt van de organische gebiedsontwikkeling van het Open Lab Ebbinge is Ebbinge Gist in 2008. Tijdens

Start winkelstraatmanagement Ebbingekwartier

Bouw paviljoen SKSG

2e grote matchingsbijeenkomst met potentiële paviljoenhouders en gebruikers

deze bijeenkomst zag een groep mensen een kans om het voormalige CiBoGa-terrein, nu Ebbingekwartier, nieuw leven in te blazen. Zo ontstond e een collectief dat vanuit lokale betrokkenheid kans zag om het gebied nieuw leven in te blazen. Met een aantal relatief kleine interventies, zoals het aanleggen van een tijdelijk evenemententerrein, de openstelling van het gebied, de aanleg van een fietspad en het neerleggen van betonnen platen ontstond een gebied dat uitgebreide gebruiksmogelijkheden bood en de potentie kreeg om een ‘nieuwe’ plek naast de binnenstad van Groningen te worden.

Start subsidieregeling voor kleinschalige initiatieven in het Ebbingekwartier

Opening van het fietspad

Meerdere publicaties in vakbladen, waaronder Blauwe Kamer en Noorderbreedte

Subsidie van VROM Mooi NL

Meerdere publicaties in vakbladen, waaronder Blauwe Kamer en Noorderbreedte


Jelle Valk (WERC)

integrale gebiedsontwikkeling

“De vrijheid die wij voor graffiti en streetart op Open Lab Ebbinge hebben gecreëerd, heeft ervoor gezorgd dat op die plek honderden mensen kunst hebben gemaakt. Dit eigen initiatief van de kunstenaars is voor voorbijgangers en buurtbewoners van grote waarde.”

organische gebiedsontwikkeling

in een keer

geleidelijk aanpak

grootschalig

6m

kleinschalig

1km

100m

schaal van ontwikkeling

20m

projectmatig

50m

procesmatig

2018

wijze van organiseren

De benoeming van het gebied als ‘eerste legale graffitiplek van Groningen’ is een voorbeeld van de kracht van de community. In de samenwerking tussen de Stichting Open Lab Ebbinge, de gemeente Groningen en WERC, destijds gebruikers van het kunstenaarspaviljoen M0Bi, is het gelukt om op een hoogwaardige manier tijdelijke bouwsels te gebruiken voor graffiti jams. Zo zijn er in de ontwikkeling van het gebied enkele momenten geweest die vormgevend en beeldbepalend waren. Momenten die van tevoren niet in een draaiboek stonden ingepland, maar die door de community als kans werden gezien én benut.

2012

2009

€ €€€.€€€

strategisch

plan

eindbeeld

type ontwikkelaar kleine ontwikkelaars en particulieren

grote professionele partijen

rol gemeente

Meer info: www.pps.org/reference/what_is_placemaking/ www.placemakingchicago.com/about/principles.asp

actief en risicodragend

faciliterend volgordelijk

A>B>

16

door elkaar ontwikkeling en beheer

Bron: PBL & UUD, Vormgeven aan de spontane stad (2012)

Presentatie en advies Spoorzone Delft

Bouw paviljoen M0Bi

Nieuwe Ebbingestraat uitgeroepen tot meest gastvrije winkelstraat van Groningen

Bouw Infopaviljoen. Huis vesting stichting OLE

Subsidie EFRO voor aanleg van het terrein(Gemeente Groningen)

Documentaire OLE: #2 Opening fietspad

Projectplan en visiedocument OLE Urban Transformation Hub

Afsprakenkader subsidie gemeente Groningen en OLE

Opening M0Bi


De tien geboden van sOLEx

Van interventies door stedelijke accupunctuur tot een nieuwe dynamischer toekomstvisie Stellingen, pleidooi en mijmeringen over de ontwikkeling van een plek door of met de overheid

Lessons learned - Best practises - Trail on error

#1.

17

Geloof in de creatieve industrie als hefboom voor stedelijke transformatie Als we het hebben over de creatieve industrie bedoelen we vaak een verzameling van beroepen waarbij het gaat om kenniswerken en de creatie van onstoffelijke waarden. In deze context wordt vooral bedoeld: sta mensen met een creatieve insteek toe om invloed te hebben op het ruimtelijk ontwikkelingsproces voor een plek. De hier bedoelde creatieven zijn goed in staat te zien wat er nog niet is. En ze trekken zich niks aan van onmogelijkheden. Zij zien gebrek aan visie als een kans voor een eigen visie. Zij zoeken vaak (betaalbare) ruimte om het eens ánders te kunnen doen. En soms hebben ze helemaal geen plan maar slechts een idee. En als ze een plan hebben, is de kans groot dat het niet ‘jouw plan’ is. Er is echter niets wat succes sterker in de weg kan staan dan je eigen ‘beste plan’. Geef ‘creatieven’ de kans tot (zelf)realisatie. Tijdelijke ontwikkeling en transformatiegebieden bieden daarbij ruimte voor het experiment.

#2.

Geef invloed zonder macht een kans: bottom-up en top-down werken samen De betrokken groep (mensen) bepaalt het speelveld voor een plek ongeacht de formele rol van plaatselijke bewoners, ondernemers en de verschillende betrokken overheidsdiensten. Enerzijds voelen burgers zich niet gehoord en initiatiefnemers zich in de kiem gesmoord. Anderzijds verlangen we van de overheid dat deze bijna bedrijfsmatig werkt en niet teveel mag kosten. ‘Burgerparticipatie’ zou het allemaal moeten oplossen. Maar participeert de overheid nu in de samenleving of participeert de samenleving in de overheid? Zoeken we naar een zelfbenoemde ambtenaar of een participerende burger? Zorg er gewoon voor dat bottom-up en top-down beter gaan samenwerken, verbindt ze. Dat het ‘Dat kan toch

zomaar niet’ en het ‘De overheid wil niks’ verandert in ‘Natuurlijk, dat gaan we samen regelen’. De traditionele situatie van politieke lobby door professionals moet omslaan in nieuw politiek denken dat richting geeft aan een overheidsapparaat dat meer faciliteert. Soms is het handig dit eerst uit te proberen in een tijdelijke situatie.

#3.

Neem een aanloop voordat je samen in het diepe springt Een laagdrempelige reeks van events of ateliers als opmaat naar een nieuwe manier van denken over een plek leidt tot voortdurende aandacht en invloed van buitenaf. Hier is ook de gelegenheid om bottom-up en top-down aan elkaar te laten wennen. Hierdoor ontstaat, als vanzelf, een nieuwe manier van (politiek) denken over het gebied. Uit dit proces komen ook mensen bovendrijven die als ‘oliemannetje’, als ‘doener’ of ‘denker’ zonder functieomschrijving toch prima hun doel kunnen dienen voor de ontwikkeling. Het vertrouwen dat gedurende deze ‘aanloop’ ontstaat, kan toe met minder vastgelegde kaders. Leg dus niet teveel vast wát je wil, maar veeleer hoe je met elkaar wilt omgaan. Formuleer de doelen met een zekere abstractie en bedenk een samenwerkingsmodel. Smeed coalities en werk samen! In het diepe springen doe je niet alleen en niet zómaar. Maak de kansenanalyse net zo belangrijk als de risicoanalyse en test het uit.

#4.

Veroorzaak de ‘steen in de vijver’ en haal daaruit input voor de ontwikkeling van een plek Benut elke aanleiding die er is om een plan voor een plek te testen, op te schudden en de robuustheid ervan te onderzoeken. Gooi die steen in de vijver en organiseer of bedenk iets op een plek waar het niet lijkt te kunnen. Kies een andere insteek en ontdek onvermoede kanten van een plek, van haar omgeving, haar verleden en haar toekomst. Benut ook de fouten of

nieuwe feiten: menselijke, inhoudelijke, indirecte, technische, financiële, beleidsmatige etc. Of die ‘steen in de vijver’ nu door de overheid, de zelfbenoemde ambtenaar of de participerende burger wordt veroorzaakt, doet er niet toe. Naast een groeiende bewustwording dat flexibiliteit geen éénrichtingsverkeer is, gaat het er uiteindelijk om wat het voor een plek kan opleveren. Stedelijke acupunctuur is meer dan alleen een nieuw plan met nieuwe mensen voor een nieuwe plek in de stad; het gaat om het activeren van de plek. Bied de plek deze impuls, probeer het uit en geef ruimte aan non-lineair ontwikkelen (weg met die stip op de horizon).

#5.

Geloof in de maakbaarheid van een plek en de noodzaak van veiligheid Je zou kunnen zeggen: een plek is pas een plek als er mensen komen, óók als je ze niet zelf hebt uitgenodigd. Met de maakbaarheid van ‘een plek’ wordt hier niet bedoeld de realisatie van het zelfbedachte en bestudeerde plan maar veeleer de bereidheid tot het creëren van speelveld en ruimte om een plek organisch te laten groeien. Placemaking is niet louter een kwestie van het kiezen van de juiste marketingstrategie, het scoren op ‘social media’ of het halen van de krant met het volgende vermeende succes. De plek is niet ‘onze plek’ maar een plek voor mensen die er echt wat willen, die er zijn of er komen en ook wat gaan doen. Mensen maken de plek. Mensen komen als er ook andere mensen komen. De plek moet goed toegankelijk zijn en mensen willen zich daarbij veilig voelen, anders komen ze niet. Hierbij speelt de fysieke inrichting van een plek een zeer belangrijke rol. Om van verblijfskwaliteit naar ‘reuring’ te komen is (voor)investeren in de sociale en fysieke ruimte een noodzaak en geeft het mensen de mogelijkheid zich de plek toe te eigenen. Of dit nu tijdelijk of permanent is.


#6.

‘Traffic is key’ voor het verbeteren van een plek op de ‘mental map’ van de stad Stedenbouwkundig wordt wel eens gesproken van ‘een goed dooraderd of doorbloed gebied’ en van ‘aantakking op het stedelijk weefsel’. Daar wordt natuurlijk veel meer mee bedoeld maar het belang van nieuwe ‘traffic’ op een plek door de aanleg van infrastructuur kan niet overschat worden. Aantakking van routes die er zijn, die er waren en die nog gaan komen is van vitaal belang voor de ervaring van de plek op de ‘mental map’ van de stad. Door gebruik te maken van deze infrastructuur ontstaat er toegang tot de plek voor de ervaring van events, uitspanning en ontspanning, vertier, vermaak en kunst. Het idee ‘dat er wat is’ door een juiste inrichting en marketing vergroot het bereik. Deze autonome kwaliteiten bevestigen de plek op de ‘mental map’ en maken het interessant deze te verkennen. Een betere plek in het geheugen van mensen vergroot de kans op succesvolle ontwikkeling en het tweede orde effect (de impact op de omgeving). Tijdelijkheid als schakel tussen toekomst en verleden schept daarbij kansen voor verbinding en transformatie.

#7.

Als je wat wilt, dan moet je er wat voor over hebben Soms wordt gesproken over ‘het vlot trekken van een ontwikkeling’ of het ‘tegengaan van marktfalen’ voor een plek. Vaak wordt bedoeld dat met enige mitigerende maatregelen plannen marginaal worden aangepast teneinde een gunstiger prijs-kwaliteitverhouding te verkrijgen voor het markttechnisch (door een ontwikkelaar) gewenste product. Niet zelden vraagt ‘de markt’ dan ook compensatie van de overheid door aanpassing of vermindering van de regels of een gunstiger prijs. Het mechanisme van ‘ontwikkelaar vraagt en overheid past aan’ hoeft niet de enige strategie te zijn. Lastig is het

als daardoor de stad voor bepaalde doelgroepen steeds minder toegankelijk wordt, er plekken niet in ontwikkeling komen en hun omgeving omlaag trekken of hun potentiële toegevoegde waarde aan de stad niet wordt benut louter omdat ze markttechnisch niet courant lijken. Doelgroepen tot zelfrealisatie laten overgaan, ontwikkelen zonder traditionele ontwikkelaar, eerder ontwikkelen, tijdelijk ontwikkelen, anders promoten, anders omgaan met gebiedsmanagement? Het kan! Maar het kost óók wat. Net zo goed als het meebewegen met de wensen van een ontwikkelaar vaak wat kost. Noem het subsidie, een onrendabele top of beheersmaatregelen. Zolang het gaat om een effectieve inzet van collectieve middelen om een plek te activeren, is het zaak om elke strategie te benutten. Zodoende kan de plek sneller een bijdrage leveren aan de stad, tijdelijk of permanent.

#8.

Niets doen kost ook wat en wat je mist als je niets doet Niets doen op of met een plek kost vaak ook wat door noodzakelijk beheer en handhaving. Rentekosten lopen op en de overheadkosten lopen door. Leegstand en ongewenst gebruik leiden vaak tot verpaupering of verloedering met de daarbij horende kosten en waardevermindering, vaak voelbaar tot ver buiten de plek. Maar het ‘kost’ niet alleen. Het levert soms ook niets op terwijl er intussen al wel sprake zou kunnen zijn van; uitgelokte investeringen, nieuwe economie, realisatie van andere beleidsdoelen (bijvoorbeeld op het gebied van energie of duurzaamheid), andere waarden zoals kwaliteitsbeleving of (het gevoel van) sociale veiligheid maar ook belastingopbrengsten en directe en indirecte werkgelegenheid. Door eerder (en/of tijdelijk) te beginnen, kunnen deze potentiële waarden sneller ontdekt en benut worden.

#9.

Wat je toch al van plan bent doe dat hier en doe dat eerder Niet zelden zijn collectieve voorzieningen of overheid gerelateerde dienstverlening zeer bruikbaar voor de ontwikkeling van een plek. De collectieve wens tot het realiseren van bijvoorbeeld kinderopvangvoorzieningen, scholen en kennisinstellingen, openbare vervoersvoorzieningen, openbare ruimte, recreatieve voorzieningen, commerciële voorzieningen, kunst- en cultuurvoorzieningen, zorgvoorzieningen en overheidsdiensten kunnen als drijvende kracht fungeren voor de ontwikkeling van een plek. Zeker als ze toch al noodzakelijk zijn voor het functioneren van de stad. Het ‘kip en ei’ probleem van ‘eerst ontwikkelingen en dan pas voorzieningen’ is juist in een stedelijke omgeving goed te doorbreken met collectieve voorzieningen. Een kans die permanent of tijdelijk kan worden vormgegeven.

#10.

Maak je eigen gebod en doe het anders Maak van groot klein en andersom, maak van voorkant achterkant of maak alleen maar achterkanten. Maak van simpel ingewikkeld of doe iets helemaal niet. Begin bij het laatste of ergens middenin. Denk langer na of handel juist eerder. Zolang je samen bottom-up en top-down bezig bent om een (nieuwe) plek te maken, is alles geoorloofd in de zoektocht naar wat een plek verlangt, waar de stad om vraagt en wat de mensen willen. Niet alleen vooraf of ‘als het even niet meer wil’ maar voortdurend en zonder terughoudendheid. Als de inflatie de financieringsvoet nadert, is het begrip waardecreatie misschien sowieso wel onstoffelijk geworden en maakt het ook niet veel meer uit of iets tijdelijk of permanent is.

18


Financiën Facts & Figures investeren tegen de leegstand Hoewel het voor de gemeente en de ontwikkelaar (AM Wonen) op voorhand lastig was om een deel van het gebied vrij te geven voor tijdelijk gebruik en de inspanningen daarvoor te financieren, ontstond door een samenloop van omstandigheden een gunstig momentum. Door een aantal technische oorzaken moest het dek van de onder het terrein liggende parkeergarage versneld afgedekt worden met een bovenlaag. De gemeente en de ontwikkelaar kwamen hiervoor tot een kostenmiddeling. Daarnaast tekende zich in 2008 de omvang van de financieel-economische crisis af en waren overheden bezig met een ‘versnellingsagenda’ ten behoeve van de uitvoering van openbare infrastructuur en stimulans van de economie. Al snel werd samen met sOLEx een plan uitgewerkt om op het dek van de parkeergarage, en de daaraan grenzende ruimte, een openbare infrastructuur aan te leggen die het gebruik van het terrein reeds eerder mogelijk zou maken en daarbij zorg droeg voor de afdichting van het dek.

19

De planvorming omvatte de aanleg van een evenemententerrein, een stadsstrand met voorzieningen en de ondergrond voor een tijdelijk dorp met een fietspad. Tevens was het gebruik van het tijdelijke dorp en het evenemententerrein er ook op gericht de ontwikkeling van het Ebbingekwartier als creatief kwartier te stimuleren door meer bezoekers en meer werkgelegenheid naar het gebied te halen. Ook was het de bedoeling om architectonisch aansprekende praktijkvoorbeelden van modulaire bouw in de stedelijke context te demonstreren. De ontwikkeling van het plan werd ondersteund door het Innovatieprogramma Mooi Nederland en de latere gebiedsinrichting werd mede bekostigd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Door op basis van het plan voor tijdelijke inrichting en gebruik meer inves-

Muziekfestival Eurosonic

teringsmiddelen te genereren, ontstond voor de gemeente Groningen ruimte om ook het gebiedsmanagement en het tijdelijk beheer te bekostigen. Hoewel reeds vanaf 2008 door de initiatiefnemers aan het project werd gewerkt, ging het tijdelijk gebruik van het terrein pas echt ‘los’ in de periode medio 2011 t/m medio 2016. De gebiedsinrichting, het management en het beheer ervan vroegen ca. € 3,5 mln aan (voor)investeringen. In deze vijf jaar hebben ongeveer 500.000 mensen het terrein bezocht (exclusief fietsers over het fietspad). Deze bezoekers gaven bijna € 3,5 mln uit in het gebied en de directe omgeving. Er werd in deze periode ca. 15.000 m2 bvo aan tijdelijke gebouwen gerealiseerd en voor ca. € 12,0 mln in tijdelijk vastgoed geïnvesteerd voor diverse functies. Tevens mitigeerde voor ca. € 4,0 mln aan leegstand-opbrengsten van de winkels in het Ebbingekwartier. Ook de permanente bouwontwikkeling kwam weer op gang zodat er in de periode 2009 t/m 2018 naar verwachting totaal 50.000 m2 bvo aan gebouwen (tijdelijk en permanent) gerealiseerd zal worden. Naar verwachting zal eind 2018 ca. € 105 mln aan (vastgoed)investeringen en (leegstand)opbrengsten in het gebied tot stand zijn gekomen. In deze periode is dan voor ca. 1250 fte aan de directe- en indirecte werkgelegenheid bijgedragen. De lokale belastingheffingen (OZB) genereren in deze periode reeds ca. € 1,25 mln. De (voor)investering in het gebied van ca. € 3,5 mln bedragen slechts ca. 3% van het totaalbedrag van ca. € 115,- mln aan investeringen en opbrengsten, hetgeen in deze periode gelijk staat aan ca. 1 jaar rentekosten over dit totaal. Proportioneel gezien is er dus financieel niet veel mis met de strategie van tijdelijke gebiedsontwikkeling.

Restauratie Laatste Pijp

Leegstand in Nieuwe Ebbingestraat loopt terug

Bouw paviljoen Mobiele Tuinen Documentaire OLE: #4 Winkelstraat, ondernemers en bewoners

2012

ORGANISATIE HARDWARE SPIN-OFF

Bouw duikboot van autobanden op stadsstrand

Groninger Frisbee Club

Bouw paviljoen Lighthouse

OLE gaat sociaal op Facebook en Twitter

Publicatie in Vormgeven aan de spontane stad


Tjerd van Riemsdijk (projectleider Ebbingekwartier 2008-2016 – Gemeente Groningen) “Als projectleider moest ik telkens schakelen tussen de meer traditionele insteek waarmee we als gemeenten gewend zijn te werken en de aanpak die het Open Lab voorstaat. De stapsgewijze aanpak op het Ebbingekwartier, waarbij particuliere professionals veel invloed hebben op het ontwikkelproces zou wat mij betreft nog verder ontwikkeld kunnen worden. Mensen zijn veel beter in staat zich te organiseren dan de overheid vaak denkt. Voor het Ebbingkwartier hadden we nog meer kunnen doen als het gaat om de uiteindelijke bebouwing. Hiervoor zijn meer doelgroepen en een veel hoger ontwikkeltempo mogelijk, mits je als overheid samenwerkt met meer private partijen en particuliere initiatieven. Maar gelukkig zijn er ook andere stadsdelen die zich uitstekend lenen voor een vernieuwende aanpak en een activerend beheer.”

20 Open huis tijdens EU Kijkdagen

Bouw paviljoen Het Gasfornuis Lancering www.openlabebbinge.nl

Maakfestival Maker Faire #050

1e streekmarkt Ommelander Markt. Begin maandelijkse serie markten tot en met 2015 Bouw paviljoen Student Onder Dak

Start EBBLab Interactief: lichtarchitectuur en QR-codes in Ebbingekwartier

Opening OLE met tweedaags festival OPEN EBBINGE 2012

Documentaire OLE: #5 Opening Open Lab Ebbinge


INFOGRAFIX / FACTS & FIGURES / DASHBOARD Totaal uitgelokte omzet dagelijkse bezoekers events en paviljoens Ebbingekwartier 2011-2016

Dagelijkse bezoekers events en paviljoens Ebbingekwartier per jaar 120.000

100.000

business en creative economie educatie en wetenschap

80.000

kunst en cultuur maatschappelijk en overig

60.000

21

media en entertainment recreatief en sport

40.000

voedsel, markt en horeca Totaal ca. € 3,4 mln omzet dagelijkse bezoekers in de periode 2011-2016

20.000

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

11%

Totaal ca. 500.000 dagelijkse bezoekers in de periode 2011-2016 (exclusief verkeer fietspad) Geografische context: Bestemmingsplan Ebbingekwartier Bron: SOLEX, © Stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij

Geografische context: Bestemmingsplan Ebbingekwartier Bron: SOLEX, © Stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij

23% 15%

1% 27% 4% 19%


Jaarlijkse toevoegingen tijdelijk en permanent vastgoed Ebbingekwartier en Bodenterrein m2

Uitgelokte investeringen tijdelijk en permanent vastgoed Ebbingekwartier en Bodenterrein 2009-2018

o l e 20 09 20 18

12.000

OLE 2009 2018

10.000

76% permanent vastgoed 8.000

12% media en entertainment 9% maatschappelijk en overig 1% kunst en cultuur

6.000

1% educatie en wetenschap 1% business en creatieve economie

4.000

1% voedsel, markt en horeca

2.000

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

business en creatieve economie

kunst en cultuur

educatie en wetenschap

maatschappelijk en overig

media en entertainment

voedsel, markt en horeca

Geografische context: Bestemmingsplan Ebbingekwartier Bron: BAG, bewerkt en prognoses SOLEX © Stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij

2017

2018

permanent vastgoed Totaal ca. 50.000 m2 in de periode 2009-2018 (bevat prognoses 2016, 2017, 2018)

Totaal ca. € 105 mln aan vastgoedinvesteringen in de periode 2009-2018 (bevat prognoses 2016, 2017, 2018)

Geografische context: Bestemmingsplan Ebbingekwartier Bron: BAG, bewerkt en prognoses SOLEX © Stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij

22


Leegstand m2 winkeloppervlak Ebbingekwartier e.o. 6.000

5.000

4.000

23

3.000

2.000

1.000

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Afname leegstand Ebbingekwartier met ca. 4.000 m 2 in de periode 2009-2018 (bevat prognoses 2016, 2017, 2018) Bron: Locatus, O&S Groningen, BAG, bewerkt en prognoses SOLEX Š Stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij)

2018


Ontwikkeling creatieve industrie Ebbingekwartier e.o.

Het aantal creatieve vestgingen en werkzame personen stijgt met meer dan 20% in de periode 2009-2018 (bevat prognoses 2016, 2017, 2018)

250

200

Geografische context: Hortusbuurt-Oost en Gasfabriekterrein Bron: Locatus, O&S Groningen, bewerkt en prognoses SOLEX Š Stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij)

150

100

50

Werkzame personen vestigingen

0 2006

2007

2008

2009

2010 2011

2012

2013 2014

2015 2016

2017

2018

24


Uitgelokte investeringen, omzet en leegstand Ebbingekwartier e.o. uitgelokte investeringen

x € 1.000.000

Totaal ca. € 115 mln investeringen en omzet in de periode 2009-2018 (bevat prognoses 2016, 2017, 2018)

tijdelijk vastgoed Ebbingekwartier en Bodenterrein 2018

mitigeren leegstand winkels

uitgelokte investeringen

Ebbingekwartier (2009=0)

permanent vastgoed

2017

Ebbingekwartier

25

2016

(voor) investeringen

uitgelokte omzet

tijdelijke

evenementen en

totale investeringen,

gebiedsinrichting en

bezoekers

omzet en mitigeren

gebiedsmanagement

Ebbingekwartier

2015

2014

2013

2009

€ 0,7

€-

€ 0,0

€-

€ 0,0

€ 0,7

2010

€ 1,0

€ 0,1

€ 0,0

€-

€ 0,0

€ 1,1

2011

€ 1,0

€ 0,1

€ 0,2

€ 6,6

€ 0,0

€ 8,0

2012

€ 0,3

€ 0,1

€ 0,7

€ 4,5

€ 0,0

€ 5,5

2013

€ 0,1

€ 0,3

€ 0,7

€ 13,8

€ 4,0

€ 18,9

2014

€ 0,2

€ 0,7

€ 0,7

€ 0,1

€ 9,9

€ 11,5

2015

€ 0,1

€ 0,5

€ 0,8

€ 0,1

€ 16,4

€ 17,8

2016

€ 0,1

€ 0,7

€ 0,3

€-

€ 22,7

€ 23,9

2017

€ 0,1

€ 0,7

€ 0,0

€-

€ 13,5

€ 14,2

2018

€ 0,1

€ 0,8

€ 0,0

€-

€ 13,5

€ 14,4

Totaal

€ 3,5

€ 4,0

€ 3,4

€ 25,0

€ 80,0

€ 115,9

perc.

3%

3%

3%

22%

69%

100%

Geografische context: Hortusbuurt-Oost, Gasfabriekterrein en Bodenterrein Bron: O&S Groningen, BAG, Locatus, SOLEX, bewerkt, gekapitaliseerd en prognoses SOLEX © Stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij

2012

2011

2010

2009

€-

€ 2,5

€-

€ 2,5

€ 5,0 € 7,5

€ 10,0 € 12,5 € 15,0 € 17,5 € 20,0 € 22,5 € 25,5


Jaarlijkse werkgelegenheid (uitgelokte) investeringen, omzet en mitigeren Ebbingekwartier e.o. indirecte

Jaarlijkse lokale belastinginkomsten (OZB) direct en indirect Ebbingekwartier e.o. € 250.000

werkgelegenheid

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018

€ 200.000

directe werkgelegenheid

€ 150.000

totaal

2009

7

0

7

2010

12

0

12

2011

16

69

85

2012

13

55

68

2013

18

188

206

2014

27

110

136

2015

22

175

197

2016

21

232

253

2017

15

135

150

2018

18

135

153

totaal

169

1099

1.268

perc.

13%

87%

100%

€ 100.000

250

directe belastinginkomsten (OZB) indirecte belastinginkomsten (OZB)

€ 50.000 200

26

150

100

50

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Totaal ca. 1.100 fte aan directe- en indirecte werkgelegenheid in de periode 2009-2018 (bevat prognoses 2016, 2017, 2018) Geografische context: Hortusbuurt-Oost, Gasfabriekterrein en Bodenterrein Bronnen: gemeente Groningen, BAG, Locatus, SOLEX, bewerkt, gekapitaliseerd en prognoses SOLEX © Stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij

Totaal ca. € 1,25 mln belastinginkomsten (OZB) in de periode 2009-2018, waarvan ca. € 0,5 mln direct en ca. € 0,75 mln indirect (bevat prognoses 2016, 2017, 2018)

Geografische context: Hortusbuurt-Oost, Gasfabriekterrein en Bodenterrein Bronnen: gemeente Groningen, BAG, Locatus, SOLEX, bewerkt, gekapitaliseerd en prognoses SOLEX © Stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij


Evenementen als instrument bij tijdelijke gebiedsontwikkeling De diverse evenementen die op het Ebbingekwartier hebben plaatsgevonden, hebben grote impact op de ontwikkeling van het gebied gehad. Evenementen trekken grote groepen mensen aan, wat resulteert in grotere naamsbekendheid van een plek of stad. Events worden op deze manier ingezet als een strategische vorm van marketing en vormen zo een belangrijk onderdeel van placemaking, zo ook bij Open Lab Ebbinge.

27

Sinds de world expo in London (1851) worden evenementen al gebruikt om een gebiedsontwikkeling op te starten. Zo zijn de Olympische Spelen in Barcelona reden geweest voor de ontwikkeling en modernisering van de gehele stad. Nieuwe wegen werden aangelegd, het metronetwerk werd uitgebreid en de luchthaven verbouwd. Sinds dat moment (1992) is Barcelona zeer populair bij toeristen. En ook in Groningen is een evenement als startpunt van een gebiedsontwikkeling of grote gebiedstransformatie niet nieuw. De stad kent een rijke traditie met meerdere manifestaties, zoals Blue Moon, What a Wonderful World en A Star is Born die elk het beginpunt vormden van de ontwikkeling

van een plek én ook inhoudelijk aansloten bij een specifiek thema dat ging over de desbetreffende gebiedsontwikkeling. Een breed scala aan evenementen vonden hun plek op het Ebbingekwartierterrein. Muziekfestival Eurosonic, openluchtbioscoop Zienemaan & Sterren, het Maakfestival, foodfestival Lepeltje Lepeltje en de maandelijkse Ommelander Markt zijn hier slechts enkele voorbeelden van. Het terrein was en is ook (nog steeds) zeer geliefd bij tal van kleine(re) gebruikers. Door de grote open ruimte, midden in het centrum van Groningen, is het de perfecte locatie om te sporten, recreëren en te ontspannen. Elk evenement heeft zijn eigen aandeel gehad in het (opnieuw) positief op de kaart zetten van het Ebbingekwartier. Door de organisatie van grote festivals maakte een groot publiek (opnieuw) kennis met het gebied én werden de mogelijkheden van het terrein zichtbaar, wat weer andere events aantrok. Evenementen met een creatief karakter waren daarbij extra waardevol, omdat ze de reputatie van het Ebbingekwartier als

creatief kwartier ondersteunden. Ze gaven de plek niet alleen kleur en levendigheid, maar hadden ook een grote aantrekkingskracht op bezoekers, studenten, bewoners, ondernemers en investeerders. sOLEx fungeerde als intermediair tussen de evenementenorganisaties en het Evenementen Management van de gemeente Groningen. Hierdoor was het mogelijk enige regie op het agendabeheer uit te oefenen. De stichting verleidde organisatoren gebruik te maken van het terrein én bouwde een duurzame relatie met ze op. Ook kregen kleinschalige initiatieven, die aansloten bij de identiteit van het Ebbingekwartier, een extra duwtje in de rug door een subsidiefonds. Al deze evenementen hebben een groot effect gehad op de ontwikkeling van het gebied. Per jaar brachten ze meer dan 40.000 bezoekers naar het Ebbingekwartier. Stuk voor stuk mensen die het gebied herontdekten. En daarmee is het gebied aantrekkelijker geworden om te wonen, werken en te recreëren.

Opening paviljoen SKSG

Pink Floyd Project

Opening van het fietspad

Plan OLE terreinaankleding en realisatie

ORGANISATIE HARDWARE SPIN-OFF

Ebbingekwartierterrein Eerste legale graffiti plek van Groningen

Nominatie Europese Regio Star Award

Global Networks bedrijven beachvolleybal


28 Bonkers Dance Event

Oktoberfest

Bouw Infopaviljoen. Huisvesting sOLEx

Afsluiting Creative City Challenge met eind publicatie

Eerste openluchtbioscoop Zienemaan & Sterren - 31 augustus Stadsbeheer krijgt het openbaar gebied in beheer


Harmen Postma (Gemeente Groningen)

“De tijdelijke Stad als ontwikkelstrategie� Daardoor is deze plek in de Stad op de Mental Map van de inwoners van de Stad terecht gekomen. Dat is van onschatbare waarde.

29 Muziekfestival Eurosonic

Mini Maker Fair Festival

Bouw paviljoen De Chemie

222 volgers op Twitter

2013

ORGANISATIE HARDWARE SPIN-OFF

Oprichting gebruikersplatform: maandelijks overleg met paviljoenhouders

Open Ebbinge Festival


Succesfactoren een fietspad als game changer Elk project kent zijn succesfactoren. Het gevoel van de oneindige vrije ruimte op het voormalige vliegveld Tempelhof in Berlijn, de mix aan pop-up-initiatieven die het karakteristieke industriële Honigcomplex tot de nieuwe hotspot van Nijmegen maakt en de perifere ligging van pension Wongema die het dorp Hornhuizen nieuw elan geeft. De binnenstedelijke locatie van Open Lab Ebbinge, met de Martinitoren op steenworp afstand, bood een unieke kans. Dat was vooraf bekend. Vaak voelen de initiatiefnemers de potentie aan, maar weten zij die niet altijd goed te duiden of in te schatten wat de betekenis ervan zal zijn. Maar ook blijkt regelmatig een van tevoren verwachte kleine ingreep een grote impact te hebben en daarmee onverwacht beeldbepalend in het project te worden. Het Open Lab Ebbinge is een succes geworden dankzij een groot aantal factoren. Het druk bereden fietspad, een veelzijdig team en het initiatief dat genomen is vanuit de lokale kracht zijn er enkele van. Vooraf was van een aantal factoren verwacht dat ze bepalend zouden zijn. Twee fysieke ingrepen zijn daar kenmerkend voor: de aanleg van een fietspad dat de binnenstad verbindt met

New Attraction Block Jam

Publicatie in boek Flexibele Stad, oplossingen voor leegstand en krimp

de noordoostelijke stadswijken én het openbaar maken van het terrein. Het fietspad is druk bereden, drukker bereden dan was verwacht; in het begin waren er binnen afzienbare tijd 5000 fietsbewegingen per dag. De spin-off van deze nieuwe verbinding is dat het allemaal mensen zijn die kennismaken met het nieuwe terrein en zo ervaren dat het gebied zich positief ontwikkelt. Een vorm van ‘free publicity’ waarvan de impact van tevoren onderschat was. Het fietspad is daarmee van grote waarde geweest voor de snelle herontdekking van het gebied. Een andere fysieke ingreep is dat de terreinen aan het begin van het project openbaar toegankelijk zijn gemaakt, wat een contrast vormde met de omhekte en gesloten uitstraling van de jaren daarvoor. Het openbaar houden van het terrein is een stevig onderwerp van discussie geweest. Dat er – dankzij de inspanningen van de initiatiefnemers achter OLE – uiteindelijk voor gekozen is om het terrein toch geheel openbaar te maken, heeft ervoor gezorgd dat het terrein een open uitstraling kreeg. En het werd daarmee een directe uitnodiging aan iedereen om er dingen te organiseren; bouw je eigen container, organiseer een

1e Indicolor Festival

Timeshift Festival

Bezoek projectgroep Tussendiepen Drachten

festival, maar organiseer ook kleinere activiteiten zoals bootcampclinics en college’s. Deze twee fysieke ingrepen dragen daarmee direct bij aan de placemaking van het gebied. Er is ook een aantal organisatorische succesfactoren te benoemen: het Infopaviljoen op locatie met een laagdrempelige uitstraling dat geïnteresseerden direct de mogelijkheid bood om informatie over het project te krijgen of om ideeën voor bijvoorbeeld een paviljoen of evenement te pitchen; het kleine, onafhankelijk en veelzijdige team dat vanuit een veelheid aan expertise veel vragen kon beantwoorden en kansen kon benutten en de lokale kracht met een zwerm aan meewerkers. Open Lab Ebbinge werd daarmee een wendbare beweging die kon uitblinken in matchmaking en het regisseren van de ontwikkelingen in het gebied.

Meer weten? Lees dan: - Pioniers in de stad – Wijkondernemers delen kennis en praktijk - Community Lover’s Guide to Groningen

City Leage Frisbee

Energize Festival

Ontwerpvak over OLE door 2e jaars studenten RUG Technische Planologie

3013


Samenwerking en impact op het beleidsdenken

31

Doordat sOLEx als ‘matchmaker’ en ‘placemaker’ telkens een vrije rol tussen topdown en bottom-up heeft nagestreefd, zijn de samenwerkingen aan beide zijden essentieel geweest voor de realisatie van Open Lab Ebbinge. In theorie zou een deel van deze rol ook door de ambtelijke organisatie van een gemeente ingevuld kunnen worden. In de praktijk is die vrije rol echter essentieel geweest om de tijdelijke gebiedsontwikkeling gaande te houden. Als onafhankelijke partij kon sOLEx veel makkelijker het politiek wenselijke standpunt vermijden en laagdrempelig in contact komen met instellingen, ondernemers, bewoners en initiatieven voor het gebied. Soms was het ook een nadeel en moest uitgelegd worden ‘wat we nu toch precies deden’ en ‘waarom’. Ondanks dat er nette doelstellingen zijn geformuleerd en taken zijn gedefinieerd, was dat soms lastig. Ook nu nog. Gelukkig is het uitleggen vaak overbodig. En ook dit boek zal geen eenduidig antwoord op die vraag formuleren. En waarom ook? Uiteindelijk is het toch: liefde voor de Stad. In de praktijk was er sprake van een intensieve samenwerking met de ambtelijke organisatie van de gemeente. In de aansturing van het ontwikkelproject Ebbingekwartier door de beleidsmakers, de projectleider, de juristen en de planeconomen was veel steun voor het project. Vooral de projectleider hield de samenwerking gaande. Ook de medewerking van diverse afdelingen zoals de afdelingen Stedenbouw, Bouwen en Wonen, Stadsbeheer,

de IGG, Cultuur en het Evenementen management was voor het project Open Lab Ebbinge onontbeerlijk. Zonder die steun, het meedenken en vaak ook het vooruitdenken was de realisatie van het project nooit mogelijk geweest. Dat was niet alleen te danken aan een moedige wethouder en een projectleider die ondanks een vrij vage projectomschrijving het project agendeerde en op weg hielp.

Voorbeeld: Vanuit de contractbeheersing was het gewenst dat sOLEx een duidelijk afgebakend stuk terrein kreeg met bij voorkeur een hek eromheen zodat duidelijk zou zijn wat van ‘mijn’ en van ‘dijn’ was. Dat strookte niet met het idee van sOLEx dat de blinde vlek die het CiBoGa-terrein (tegenwoordig Ebbingekwartier) in de stad was, weer open, zichtbaar en bruikbaar voor de stad gemaakt zou worden. De oplossing werd aangedragen door Stadsbeheer die vanuit haar verantwoordelijkheid en het publieke karakter dat de plek ongetwijfeld ging krijgen, juist pleitte voor openbaarheid. Het sociaal veiligmaken van het gebied, de toegang voor de hulpdiensten, het onderhouden van het gebied en de handhaving van de openbare orde en veiligheid waren alleen mogelijk in een ópen situatie. De hekken waren niet gewenst. Uiteindelijk is dit van grote invloed geweest op de noodzakelijk contractvorming en de wijze van samenwerken.

Muziekfestival Eurosonic 4e keer op het Open Lab Ebbinge

Nieuw bestemmingsplan vastgesteld

Opening Lighthouse Muzieklab

Expertmeeting stadsacupunctuur. Onderzoek, presentaties & publicatie

2014

ORGANISATIE HARDWARE SPIN-OFF

Dat het project er kwam, heeft ook te maken met het DNA van Groningen als stad en de rol die de gemeente daarin nam. De wil om te ontdekken, te experimenteren, om het samen anders te regelen, alles in het belang van de stad, was sterk voelbaar en noodzakelijk. Ook was er een ruimtelijke onderbouwing nodig, er moesten bouwen evenementenvergunningen worden afgegeven en er moest een openbare ruimte ontworpen, gerealiseerd en onderhouden worden. En soms was er ook financiering nodig of kon er subsidie worden aangevraagd. Gedurende de samenwerking werd ook het bestemmingsplan Ebbingekwartier overhoop gehaald en werd door de gemeente een stedelijke schaal gezocht die een meer incrementele ontwikkeling in aansluiting op de bestaande stad mogelijk maakte in een grote diversiteit aan functies. Niet alleen het wonen werd van belang maar juist het wonen in een stedelijke context. Hiervoor werd samen met de projectontwikkelaar AM Wonen en sOLEx ook elders in het land inspiratie gevonden. De samenwerking met de gemeente was op vele vlakken van groot belang. Bovendien waren dankzij de gemeente ook projectontwikkelaar AM Wonen, het Groninger Monumentenfonds en later ook woningbouwvereniging Nijestee betrokken bij het project. AM Wonen gaf bijvoorbeeld op een cruciaal moment aan het begin van het project steun aan het opstellen van een ‘bidboek’. Het Groninger Monumentenfonds zorgde samen met een functioneel idee van de

Oplevering stadswoningen blok 4b

Opening restaurant Oberland in De Loods

Bouw paviljoen Goldberg Escape

Aansluiting bij Stadsambassade NL Pakhuis de Zwijger

Matchmaking Regulateurshuis


gemeente en sOLEx voor de uiteindelijk realisatie en exploitatie van twee monumenten, het Regulateurshuis en de Loods. Ook Nijestee gaf steun aan het opstellen van het ‘bidboek’, en participeerde middels een initiatief in Open Lab Ebbinge. Tevens zorgde Nijestee voor een strategische grondverwerving waardoor uiteindelijk de realisatie van een s tudentenhotel mogelijk werd. En ondanks de financieel-economische crisis was Nijestee in staat een permanent woonproject op het Ebbingekwartier en een flink aantal studentenwoningen op het aansluitende Bodenterrein te realiseren. Vanaf het begin is de samenwerking met de ondernemersvereniging Ebbingekwartier van groot belang geweest. Enerzijds als initiator en politieke hefboom, anderzijds als voortdurende spiegel en bewaker van de doelstellingen en het gebiedoverstijgende belang daarvan. Deze samenwerking werd verder vormgegeven: er kwam een Kernteam Ebbingekwartier, waarin de ondernemersvereniging zitting had en sOLEx vertegenwoordigd was, alsmede andere ondernemers en de Stichting Creatieve Industrie Groningen. Doel was om de impact van het project Open Lab Ebbinge in de directe omgeving te vergroten, met daarbij speciale aandacht voor de Nieuwe Ebbingestraat en het Boterdiep (oa. Het Paleis). Hiervoor werd gedurende de jaren 2012 en 2013 ook intensief gewerkt met winkelstraatmanagers.

Ook ondersteunde het kernteam vele buurtinitiatieven van particulieren en ondernemers waardoor een extra impuls aan het gebied gegeven kon worden. In het tijdelijke dorp Open Lab Ebbinge waren de paviljoengebruikers verenigd in het gebruikersplatform waarmee op gezette tijden overleg gevoerd werd. In 2012 en 2013 werd zelfs in samenwerking met de gebruikers een manifestatie georganiseerd om het gebied verder op de kaart te zetten, andere evenementen uit te lokken en ook de doorgaande activiteiten in de paviljoens onder de aandacht te brengen van een breed publiek. Ondanks dat het terrein steeds intensiever gebruikt werd en de populariteit steeg, was het succes van Open Lab Ebbinge niet altijd alleen maar positief voor de paviljoenhouders en de tijdelijk gevestigde (culturele en creatieve) ondernemers. Doordat de bouwontwikkelingen snel op gang kwamen, werd een deel van het terrein weer gebruikt voor reguliere ontwikkelingen met al het lawaai en stof van dien. Al was op voorhand duidelijk dat de gebruiksduur van vijf jaar kort was en het project ook ten doel had het Ebbingekwartier weer ‘op gang te helpen’, voor ondernemers was het soms zwaar om te zien dat ‘business as usual’ weer de overhand nam. Een enigszins verlengde exploitatieduur en een soepele transitie naar een nieuw gebied dragen eraan bij dat de paviljoenhouders een frisse start op een nieuwe plek (kunnen) maken.

Opening De Bovenkamer van Groningen in Watertoren Noorderbinnensingel Verplaatsing evenemententerrein ivm bouw The Student Hotel

Publicatie stadsstrand in NRC Handelsblad

Alles bij elkaar zorgde dit ervoor dat het gebied weer actief gebruikt werd en de leegstand van de winkels in de buurt afnam. Elders in het land en ook in Groningen steeg de leegstand van winkels intussen door naar gemiddeld naar iets meer dan 10% (bron: Locatus, bewerking PBL). Ook de verkoop van kavels voor woningen en andere gebouwen zoals bijvoorbeeld The Student Hotel trok stevig aan en nog voordat de financieel-economische crisis echt voorbij was, stonden de kranen op het Ebbingekwartier in 2015 al weer flink te draaien. Ook ontwikkelaar AM Wonen bemerkte bij haar marktonderzoek voor de nieuwe woningbouw ter plaatse dat de populariteit van het gebied hoog is. Ook de verkoop lijkt voorspoedig te gaan met een overtekening op de voorinschrijving voor Blok 6 op het Ebbingekwartier. Ondanks het feit dat niet alle verbanden tussen de invloed van de tijdelijke gebiedsontwikkeling Open Lab Ebbinge en het huidige succes van het Ebbingekwartier 1:1 te maken zijn, zijn alle betrokkenen het erover eens dat er met het project een significante positieve bijdrage aan is geleverd. De strategie van een tijdelijke invulling en een transitieperiode naar nieuw elan voor een gebied zou vaker overwogen kunnen worden en onderdeel kunnen uitmaken van het beleid voor nieuwe of te transformeren gebieden in en bij de stad.

Opening 3D full dome theater Infoversum Bouw Infotainer

Stadsexpeditie voor deelnemers Stadsambassade NL, Pakhuis de Zwijger

Bouw Courtine Nijestee

Open Lab Route: sfeervol en winters open huis

Publicatie in boek Rekenen op Herbestemming

32


Frank Brander (masterthesis Planologie RUG)

“Vier jaar geleden heb ik voor mijn masterscriptie onderzoek gedaan naar succesfactoren voor organische gebiedsontwikkeling. Fysieke factoren die daaraan bijdragen zijn de aanwezigheid van verschillende functies in en rondom het gebied, de ligging nabij het centrum en de historische gelaagdheid en historische panden van het Ebbingekwartier. Ook de relatief kleine omvang van het gebied en de toegankelijke en aantrekkelijke openbare ruimte dragen bij aan het succes van het Ebbingekwartier.�

12 33 Plan cultuurcluster Ebbingekwartier

Mini animatiefestival

Foodfestivals Lepeltje Lepeltje en de Culinaire Verleiding Aanleg busbaan Kolendrift

Bouw vergt meer communicatie, overleg en afstemming

2015

ORGANISATIE HARDWARE SPIN-OFF

10.000 bezoekers op www.openlabebbinge.nl


Kennisontwikkeling in gebiedsontwikkeling Uit deze publicatie blijkt dat Open Lab Ebbinge op een bijzondere manier ontwikkeld is. Bij de start van het project werd dat al ingezien. Eén van de afspraken tussen de gemeente Groningen en de stichting Open Lab Ebbinge was dan ook dat de opgedane kennis gedeeld zou worden. Dit gebeurde onder andere door het project onder de aandacht te brengen via diverse media. Een strategische aanpak lag hieraan ter grondslag, die naast kennisdeling ook als doel had om het momentum in de ontwikkeling te vergroten. Want regelmatig over het project horen leidt tot mee willen doen. Hierin zit het motto ‘De kracht van herhaling’ van communicatie verscholen. Gedurende de looptijd van het project verschenen er diverse publicaties in rapporten van de Rijksoverheid, vaktijdschriften en boeken met daarin artikelen die het concept en succesfactoren van Open Lab Ebbinge beschreven: “Open Lab Ebbinge laat zien dat direct omwonenden vaak het beste aanvoelen welk (al dan niet tijdelijk) gebruik van braakliggende grond het meest kansrijk is. Als gerealiseerde tijdelijke stad vormt het project een belangrijke referentie voor de herontwikkeling van braakliggende terreinen.” in De flexibele stad; Tom Bergevoet & Maarten van Tuijl (2013), “Medio 2014 lijkt dat [de ontwikkeling van permanente nieuwbouw op het terrein] ook daadwerkelijk te gaan gebeuren als de nieuwbouw wordt ingezet. Dat onderstreept nog eens het succes van de tijdelijke oppepper met OLE.” in Rekenen op herbestemming; Sander Gelinck en Frank Strolenberg (2014) en “Als na vijf jaar de tijdelijke paviljoens moeten vertrekken voor de ontwikkeling van nieuwbouw, dan kan dat alleen maar als een succes worden gezien.” in Vormgeven aan de spontane stad; Planbureau voor de Leefomgeving & Urhahn Urban Design (2012).

promotieonderzoek gedaan naar de “Spatial Quality of Cultural Production Districts” (2012), meegewerkt aan het onderzoek “Stadsacupunctuur” van BNA-onderzoek en PAS bv (2014) en er is aan heel veel masterscripties een bijdrage geleverd. De laatste masterstudent (Guido Musch, Sociale Planologie RUG (2016)) die Open Lab Ebbinge als onderzoeksobject had, omschreef zijn interesse als volgt: “Ik vond Open Lab Ebbinge een interessante casus omdat het een gebied vol geschiedenis en mogelijkheden is. De door OLE benutte mogelijkheden zouden veel invloed kunnen hebben op plannen die later voor het gebied gemaakt worden. Aangezien dit alles met mijn scriptie te maken had, was het een plezier om het Ebbingekwartier te onderzoeken.” Ook de aansluiting bij de Stadsambassade Nederland/ Nieuw Nederland (een initiatief van Pakhuis de Zwijger), is een onderdeel in de kennisdeling. Via dit netwerk tonen lokale stadmakers hun innovatieve – veelal bottom-up – praktijken aan het landelijke netwerk. Voor dit netwerk is een Stadsexpeditie langs onder andere OLE georganiseerd. Het was één van de ruim 100 rondleidingen en lezingen die in 5 jaar tijd werden gegeven. Van Maastricht tot Delft en van Zwolle tot, natuurlijk, Groningen. Al deze interesse en publicaties zeggen iets over de tijdgeest waarin Open Lab Ebbinge is ontwikkeld. Het gaat over “Het nieuwe stadmaken” zoals in het gelijknamige boek (Trancity Valiz (2015)) staat omschreven. Deze publicatie sOLEx geeft inzicht in de vernieuwende ontwikkeling van de tijdelijke stad die op de plek van het voormalige gasfabriekterrein was gehuisvest. Een stukje stad dat volgens een nieuwe manier van stadmaken was ontwikkeld en sporen in het gebied heeft nagelaten. Een nieuw hoofdstuk is geschreven.

Open Lab Ebbinge is onderdeel geweest van diverse onderzoeken; van studenten, promovenda en bedrijven. Er is bijvoorbeeld door Jantien Smit Concert Lighthouse Muzieklab

Tangofestival Oberland

Alle Jakobijn appartementen verkocht Hoogste punt The Student Hotel

Speciale webpagina voor bouwwerkzaamheden op www.openlabebbinge.nl

Brand paviljoen Lighthouse

3413


Paviljoens en gebouwen

35

De Chemie

Goldberg Escape

Periode: 2013 - heden Functie: ondernemersbroedplaats Het paviljoen De Chemie is een broedplaats vol enthousiaste ondernemers. Het gebouw is voorzien van diverse ruimten om in te vergaderen en te werken. Er is een aantal flexibele en vaste werkplekken waardoor er voor de ondernemers de mogelijkheid is om door te groeien.

Periode: 2014 - heden Functie: Escape Room Het concept van de Goldberg Escape is eenvoudig: je wordt met een aantal mensen vrijwillig opgesloten in de container en moet daar binnen een uur uit zien te komen. Maar dat lukt niet door simpelweg een deur te openen, daarvoor moet je onder andere puzzels oplossen.

De Kas

Het Gasfornuis

Periode: 2010 - heden Functie: onderwijshuisvesting Rijksuniversiteit Groningen Het paviljoen De Kas is een duurzame, comfortabele en degelijke, tijdelijke huisvesting voor de Rijksuniversiteit Groningen. Het gebouw bestaat uit twee verdiepingen en biedt 850m2 ruimte voor collegezalen en werkruimtes.

Periode: 2012 - heden Functie: horeca en vergaderruimte Het Gasfornuis is het grootste Boretti Gasfornuis van Europa. Het is elf meter hoog en geheel opgebouwd uit zeecontainers. Daarnaast is het een verwijzing naar het oude gasfabriekterrein waar het fornuis nu staat.

De Oude Gasfabriek

Infopaviljoen Open Lab Ebbinge

Periode: november 2016 - heden Functie: grand café & restaurant Grand café en restaurant De Oude Gasfabriek is gevestigd in de voormalige gemeentelijke gasfabriek. Dit monument, ook wel De Loods genoemd, ligt aan de rand van het Ebbingekwartierterrein. Jarenlang deed dit pand dienst als pompgebouw en filterhuis voor de gasfabriek.

Periode: 2011 - heden Functie: informatiepunt Het infopaviljoen Open Lab Ebbinge is een modulair bedrijfsgebouw en biedt onderdak aan de Stichting Open Lab Ebbinge. Op de begane grond zit een informatiebalie en expositieruimte, op de eerste verdieping bevinden zich een vergaderruimte en extra kantoorruimte.

DOT

Infotainer

Periode: 2014 (infoversum) -2016 / 2016 (DOT) - heden Functie: restaurant en congrescentrum Op het vroegere Bodenterrein zit in het voormalige 3D- theater Infoversum sinds 2016 DOT: een congrescentrum en restaurant met urban streetfood en een groot buitenterras in vintage stijl.

Periode: 2014 - heden Functie: LED-wall en bewegwijzering De lichtkrant en de bewegwijzering op de Infotainer geven passanten informatie over Open Lab Ebbinge en het Ebbingekwartier.

Aanleg stadsstrand #2 bij Infoversum

Opening brasserie Proeflokaal ‘t Kantoor & kioskde Regulateur in Regulateurshuis

Opening vernieuwde Boterdiep met een straatfeest Start bouw appartementencomplex De Jakobijn

Samenwerking met Platform GRAS ‘De Stad Vernieuwt’

2016

ORGANISATIE HARDWARE SPIN-OFF


36 Opening 3e inrit parkeergarage Boterdiep zorgt voor betere verbinding binnenstad

Opening The Student Hotel

Oplevering busbaan Kolendrift Oplevering stadswoningen blok 6B

Voorstelling over CiBoGa tijdens Noorderzon in Simplon

Open Lab Ebbinge symposium, De Stad Vernieuwt Opening De Oude Gasfabriek in De Loods

Opening restaurant en congrescentrum DOT in voormalig Infoversum


Lighthouse

SKSG Kinderdagverblijf Picasso

Periode: 2013 - 2016 Functie: muziekstudio Het Lighthouse was volledig demonteerbaar en opgebouwd uit dragende piepschuim blokken (EPS). Hat paviljoen bood 22 m2 ruimte aan muziekstudio Lighthouse Muzieklab.

Periode: 2011 - heden Functie: kinderdagverblijf De groene piramide wordt door de ontwikkelaar “duurzaam verplaatsbaar vastgoed” genoemd. Dit is geheel in lijn met de hoge bouwkwaliteit van het paviljoen. Op de begane grond zit 350 m2 kinderopvang, op de 1e verdieping kantoorruimte en op de 2e verdieping twee woonstudio’s van 27 m2.

M0Bi

37

Periode: 2012 - heden Functie: expositieruimten, projectruimten en studio’s M0Bi is een podium voor jong denkende beeldenzoeker. Het paviljoen is opgebouwd uit zeecontainers, staalconstructies en transparante bouwplaten en volledig demontabel.

Student onder dak

Mobiele Tuinen

Studentenwoningen Bodenterrein

Periode: 2012 - 2013 Functie: buitenwerkplek Mobiele Tuinen fungeerde als openluchtkantoor voor zzp’-ers, managers die een bilateraal gesprek willen voeren of stichtingsbesturen die liever buiten wilden vergaderen. Het paviljoen bestond uit banken en fruitplanten.

Periode: 2011 - heden Functie: studentenwoningen Op het voormalige Bodenterrein staan 345 woonstudio’s voor jongeren en studenten tot 26 jaar. Deze semi-permanente huisvesting bestaat uit vijf woonblokken met elk drie bouwlagen. Elk woonblok is opgebouwd uit 69 geprefabriceerde studio’s.

Proeflokaal ’t Kantoor en de Regulateurskiosk

The Student Hotel

Periode: 2016 - heden Functie: brasserie en eetcafé Proeflokaal ’t Kantoor en de Regulateurskiosk zijn gevestigd in het voormalige Regulateurshuis. Dit monumentale pand werd in 1892 gebouwd en maakt deel uit van de voormalige gemeentelijke gasfabriek. Nu kun je er terecht voor betaalbare koffie, ontbijt, lunch en diner.

Periode: juli 2016 - heden Functie: hotel The Student Hotel is een long- en shortstay studentenhotel met ruim 350 kamers, een espressobar, sportschool, binnentuin, studieruimten en het openbare restaurant The Pool. Het hotel richt zich voornamelijk op internationale studenten in Groningen.

Publicatie sOLEx verkrijgbaar

2017

ORGANISATIE HARDWARE SPIN-OFF

Periode: 2012 - heden Functie: studentenhuisvesting Het paviljoen van Student onder dak bestaat uit 18 zeecontainers. Elke container is een studentenwoning van 25 m2 en bevat een eigen badkamer met toilet en keuken.


38

Realisatie project #1 ‘De Stad Vernieuwt’

2018

ORGANISATIE HARDWARE SPIN-OFF


39

Foto: P.H. Blouw, www.beeldbankgroningen.nl


Colofon Tekst: David Inden, Gerrit Schuurhuis, Henk Bothof, Jeroen Saris, Mark Sekuur, Peter Michiel Schaap, Wilma Naaijer en Ilse Bekkema Bewerking cijfers: David Inden, Estheticon Projectadvies Fotografie: Mark Sekuur, Prima Focus, tenzij anders vermeld Vormgeving: Gabor Lodi, Lodi Grafisch Ontwerp Illustraties: Liza Renee Verboon, Liza Renee Illustratie Tekstcorrectie: Petra Pauw, Platform GRAS Druk: Zalsman Groningen ISBN/EAN: 978-90-71903-58-8 Copyright 2016 – stichting Open Lab Ebbinge Exploitatiemaatschappij Op de tekst in deze uitgave is een Creative Commons Naamsvermelding-Niet Commercieel van toepassing. Je bent vrij om het werk te delen: te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat. Je bent vrij om het werk te bewerken: te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken, maar enkel onder de volgende voorwaarden: Naamsvermelding — de gebruiker dient de maker van het werk te vermelden, een link naar de licentie te plaatsen en aan te geven of het werk veranderd is. Je mag dat op redelijke wijze doen, maar niet zodanig dat de indruk gewekt wordt dat de licentiegever instemt met je werk of je gebruik van het werk. Niet Commercieel — je mag het werk niet gebruiken voor commerciële doeleinden. Gelijk Delen — als je het werk hebt geremixt, veranderd, of op het werk hebt voortgebouwd, moet je het veranderde materiaal verspreiden onder dezelfde licentie als het originele werk.

40

1903: tijdelijke tentoonstelling van kunst & Nijverheid. Gehouden naast het terrein van de gasfabriek.

www.openlabebbinge.nl Twitter: @openlabebbinge.nl Facebook: Open Lab Ebbinge

foto: www.beeldbankgroningen.nl




sOLEx Open Lab Ebbinge 2008 - 2018

Een terugblik op tien jaar tijdelijkheid in het Ebbingekwartier. Open Lab Ebbinge was een tijdelijke stadswijk in het creatieve kwartier van Groningen. Een unieke locatie met een stadsstrand, evenemententerrein, speelweide en opvallende paviljoens. Een plek waar geĂŤxperimenteerd werd met tijdelijk bouw en nieuwe vormen van gebiedsontwikkeling. In dit boek leest u terug hoe het was. December 2016


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.