Filosofie

Page 1

De Herinnering van de Stad Volgens Aldo Rossi, Giorgio Grassi en Ignasi de Sola-Morales

Marloes Dijkink, 0752706 10-11-2014 Philosophy in Architecture, 7X700 Technische Universiteit Eindhoven m.dijkink@student.tue.nl

ABSTRACT

Verschillende architecten en filosofen hebben geschreven over het onderwerp herinnering in de stad. In dit essay worden de visies van Aldo Rossi, Giorgio Grassi en Ignasi de Sola-Morales besproken. Aldo Rossi schreef het boek ´De Architectuur van de Stad´ (1966), over het idee van een architectuur die gebaseerd is op herinneringen. De tekst “Realisme in de architectuur” (1976) van Giorgio Grassi bespreekt de realiteit van de architectuur, in de vorm van collectieve opvattingen en idealen. Ignasi de Sola-Morales’ tekst ´Mnemonia of Retorica´ (1988) beschrijft twee mogelijkheden van representatie van de stad, enerzijds de mnemonische (op het geheugen gebaseerde), anderzijds de retorische wijze. Deze visies worden met elkaar vergeleken en tevens getoetst aan de hand van het San Rocco Woningcomplex en aan Aldo Rossi’s ontwerp van de Analoge Stad; een stad die gebaseerd is op herinneringen. De stad wordt gerepresenteerd door de architectuur. Deze architectuur, gekenmerkt door het type en de vorm, is opgenomen in het collectieve bewustzijn, waardoor het invloed heeft op de perceptie van de stad. Kernwoorden: geheugen – semiotiek – perceptie



Hoe speelt de herinnering een rol in de perceptie van een stad, volgens Aldo Rossi, Giorgio Grassi en Ignasi De Solà-Morales, halverwege de twintigste eeuw? Allereerst zal de visie van Aldo Rossi uitgelegd worden aan de hand van zijn boek L’Architettura della città (1966). Waarna de theorieën van Giorgio Grassi en Ignasi De Solà-Morales zullen volgen. Grassi’s theorie zal worden toegelicht aan de hand van zijn tekst ‘Realisme in de architectuur’ (1976). De visie van De Solà-Morales uit tekst ‘Mnemosis or Retoric’(1988). In de beschouwing zal vervolgens het ontwerp van de analoge stad van Aldo Rossi, net als Rossi´s en Grassi´s ontwerp voor het San Rocco Woningcomplex besproken en vergeleken worden aan de hand van de visies van de drie architecten. Tenslotte zal de conclusie volgen.

2.

ALDO ROSSI

Aldo Rossi (1931-1997) heeft zich onderscheiden als een theoreticus, auteur, kunstenaar, docent en architect. Een van zijn belangrijkste werken is L’Architettura della città (1966), waarin het idee van een architectuur die gebaseerd is op herinneringen wordt uitgelegd. In dit boek stelt Rossi dat de stad wordt gevormd door de architectuur.1 De eerste mensen maakten bouwwerken met als doel hun levensomstandigheden te verbeteren, tevens bouwden zij met een esthetisch oogmerk. Dit kan beschouwd worden als de oorsprong van de architectuur en is daardoor nauw verbonden met het ontstaan van de beschaving. Aangezien de stad wordt gevormd uit de architectuur, kan de stad gezien worden als een menselijke schepping. De stad ontwikkelt zich over een periode, waarbij de stad een eigen bewustzijn en geheugen opdoet. Het oorspronkelijke patroon van de structuur is voor eeuwig opgenomen in de stad, waarbij de stad zich verder ontwikkelt langs de oorspronkelijke structuur.2 In de stad Florence ervaart men bijvoorbeeld naast de concrete realiteit ook herinneringen die naar andere tijden en ervaringen verwijzen. Dit in de vorm van de Duomo, de palazzo’s en de piazza’s. Een blijvende structuur opgenomen in Florence is de rivier de Arno. Een stad wordt volgens Rossi hoofdzakelijk beschreven aan de hand van haar vorm. Kijkend naar steden als

Athene, Rome of Parijs, is waarneembaar dat de vorm is ontstaan door de architectuur van die steden. Volgens Rossi zijn hierbij twee mogelijkheden ten aanzien van de stad. De stad zou hierbij gezien kunnen worden als een ‘artefact’; een complex product van techniek en architectuur in de functie tijd.2 Of de stad wordt gezien als een verzameling van fragmenten, die gekarakteriseerd worden door de architectuur en vorm. Hierbij wordt duidelijk dat in de ogen van Rossi de architectuur een van de kenmerken is van de realiteit van de stedelijke structuur, maar volgens hem is het ook het enige verifieerbare aspect van de realiteit. Het beschrijven van de realiteit wordt bemoeilijkt door de ambiguïteit van onze taal, waardoor bepaalde ondervindingen enkel mogelijk zijn door vroegere ervaringen. Wanneer bijvoorbeeld een persoon juist die straat of dat plein heeft gepasseerd, zal deze persoon een andere ervaring hebben dan een ander.14 De stad wordt daardoor beschouwd als een menselijke zaak bij uitstek. De opvatting van de stad, oftewel de stedelijke feiten, vormt de basis van alle analyses van de stad. Meerdere bekende filosofen zien de stad ook als een menselijke zaak. Filosoof en socioloog Maurice Halbwachs had een vergelijkende analyse. Hij stelde dat de verbeelding en het collectieve geheugen specifieke kenmerken vormen van stedelijke feiten.2 Ook filosoof Carlo Catteneo stelt dat de stad en de regio, de landbouwgronden en de bossen ‘menselijke zaken’ worden, omdat ze een ‘immense vergaarbak van arbeid’ vormen en omdat ze ‘het werk van onze handen’ zijn.2 Rossi concludeert dat aangezien de stad een kunstmatig beginsel heeft, zij ook blijk geeft van waarden, duurzaamheid en een geheugen. De stad is eigenlijk gemaakt van haar geschiedenis.1 De stad wordt door Rossi als artefact beschouwd, met andere woorden een heel oud kunstmatig object. Het verschil tussen het verleden en de toekomst, is dat het verleden gedeeltelijk bewaard blijft in het heden. Volgens Rossi vormt deze ‘duurzaamheid’ een verleden dat nog steeds deel uitmaakt van onze beleving. Monumenten en oude (stedelijke) plattegronden, kortom tastbare objecten uit het verleden, zijn hier voorbeelden van. Marcel Poëte, een Frans stedenbouwkundige, zei hierover: “De steden blijven staan op de assen van hun ontwikkeling, ze bewaren de loop van hun tracés, ze groeien terwijl ze zich blijven conformeren aan een oriëntatie en aan een door de oudste feiten bepaalde betekenis waaraan de herinnering vaak is verdwenen. Soms blijven die feiten zelf bestaan, dankzij een blijvende vitaliteit. Soms verdwijnen ze, maar de vorm en de tastbare tekens, de ‘locus’, zijn blijven bestaan. De meest betekenisvolle duurzaamheid bestaat dientengevolge uit de straten en de plattegrond.” 4

Rossi, A., (1982), The Architecture of the City, MIT Press, Cambridge, Massachusetts, en London Rossi, A.; Heynen, H. (2002). Dat is Architectuur. Rotterdam: Uitgeverij 010 (p. 375-384) 3 AA School of Architecture. (2011). Aldo Rossi vs Andrea Branzi, gevonden op http://aathirdyearhts.files.wordpress.com/2011/09 4 Poëte, citaat; Heynen, H. (2002). Dat is Architectuur. Rotterdam: Uitgeverij 010 (p. 382) 14 Voorthuis, J., college (22-09-2014). 7x700 Philosophy in Architecture. Eindhoven 1

DE HERRINNERING VAN DE STAD

1. INLEIDING Wanneer we een stad bezocht hebben, hebben we er een bepaalde mening over. De een vindt het een prachtige stad, de ander vindt het niks. Deze opvattingen zijn gebaseerd op het geheugen van de persoon en zijn of haar perceptie van de realiteit. Verschillende architecten en filosofen hebben hierover geschreven. Er zijn verschillende visies over hoe een objectieve realiteit bereikt kan worden. Ook de invloed van het (collectieve) geheugen in de stad is onderwerp van discussie. In dit essay zal de volgende onderzoeksvraag beantwoord worden:

3

2


Afbeelding 1: Capriccio van Giovanni Antonio Ganaletto


3.

GEORGIO GRASSI

Giorgio Grassi (1935) studeerde architectuur in Milaan. Evenals Aldo Rossi was hij lange tijd verbonden aan het tijdschrift Casabella-continuità. De architectuur van Grassi laat ook een voortdurende interactie met het verleden zien. In de tekst “Realisme in de architectuur” (1976) vertelt hij dat de architectuur een autonome realiteit vormt, die wordt uitgebeeld in collectieve denkbeelden en maatschappelijke idealen die enerzijds los van de geschiedenis staan, maar altijd een referentiepunt van de architectuur blijven. Een gemeenschappelijke eigenschap van gebouwen is dat ze zich presenteren als een type, zo stelt Grassi. Deze typische vormen van architectuur, vaak bestaande uit tijdloze elementen, zijn vormen die gekozen zijn als definitieve oplossingen voor bepaalde problemen. Het verleden dat wordt blootgegeven door positieve imitatie. Hiermee bedoelt hij niet dat het type nostalgisch wordt nagebootst, maar dat het juist wordt begrepen en overstegen in de huidige cultuur. Op deze manier zorgt de imitatie voor een positieve overdracht in het vakgebied en hebben deze typen daardoor vaak talloze banden met het verleden.5 Rossi heeft hierover een vergelijkbare mening. Hij stelt dat de transformatie van het type in de oertijd begint met de eerste type vormen en woningen, en later met complexere bouwwerken. Dit type ontwikkelt zich vervolgens aan de hand van de behoeften en het schoonheidsideaal van de lokale cultuur. Het type is daarom een complexe en gevarieerde verzameling, en vormt de basis van de architectuur, en daardoor ook van de stad.2 Tevens schrijft Grassi dat de architectuur een maatschappelijke taak te vervullen heeft. De architectuur grijpt immers rechtstreeks in het dagelijks leven in, daarom hebben gebouwen niet alleen een artistieke functie, maar krijgen ze ook een blijvende band met de gebruiker. De historische invloed op de architectuur is de stijl. Deze stijl kan een bepaalde historische functie vervullen. Doordat vormen worden

opgenomen in het collectieve bewustzijn, maar tevens bepaalde idealen representeren, blijft er altijd een spanningsveld bestaan.6 Dit is mooi verwoord door architect Hannes Meyer in Der Sowjetische Architect uit 1942: ‘Zullen wij, architecten van de democratische landen, bereid zijn om de piramides aan de toekomstige maatschappij door te geven.’7 Deze idealen blijven geladen met historische feiten. Meyer kent een symbolische betekenis toe aan deze vormen, maar laat met zijn uitspraak ook zien dat architectonische vormen een blijvende getuigenis zijn van het verleden. Enerzijds vertegenwoordigt de architectuur de huidige situatie, maar wil tevens een herinnering zijn voor de toekomst. Volgens Grassi representeren de middeleeuwse binnenstad, de kathedraal, de paleizen en de pleinen de realiteit van stad in hun vorm en uitdrukking absoluut niet, maar construeren desondanks de stad.5 Hierin hebben Rossi en Grassi een enigszins vergelijkbare mening. Volgens Rossi wordt de stad juist gedefinieerd door deze ‘artefacten’. Een voorbeeld dat Rossi hierbij geeft, is het schilderij ‘Capriccio’ van Giovanni Antonio Ganaletto (1759), waar de Ponte di Rialto, de Basilica Palladiana en een deel van Palazzo Chiericato op staan. Het is niet naar waarheid geschilderd, de gebouwen staan immers op heel andere locaties. Toch wordt het schilderij direct herkend als Venetië.1

4.

IGNASI DE SOLÀ-MORALES

Ignasi De Solà-Morales (1942-2001) was een architect en filosoof. Hij heeft diverse boeken gepubliceerd, waarin de onderwerpen architectuur en stedenbouw, kunst en filosofie, ontwerptheorie en praktijk een rol spelen. De tekst ‘Mnemosis or Retoric’(1988) gaat over hoe de moderne stad gerepresenteerd kan worden, waarbij hij het onderscheid aanduidt tussen het Mnemonische (de herinnering) en het Retorische. Voorheen was het gebruikelijk dat de architectuur zaken representeerde. Er werd zelfs verondersteld dat wanneer er, net als in de schilderkunst, een ruimtelijke realiteit werd gepresenteerd, datgeen wat getoond werd al bestond. Het maken van een schilderij of gebouw was letterlijk een re-presentatie , dat de toeschouwer een verhaal vertelde.8 Tegenwoordig is volgens De Solà-Morales het verkeer de bestaansreden van de stad, hij zegt: “De stad wordt gepresenteerd door de som van de momentane punten waarop goederen en individuen samenkomen in uitwisselingsoperaties met als doel het distribueren van de abstracte waarde geld.”8 Deze mobiliteit en uitwisseling vervangt de vroegere stedelijke processen. Ook de representatie van de

Grassi, G.; Heynen, H. (2002). Dat is Architectuur. Rotterdam: Uitgeverij 010 (p. 486-490) De Paola, P. (2013). Toward a Rational Architectural Practice: The Particular Case of Giorgio Grassi, geraadpleegd op http://www.arcc-journal.org/index.php/repository/article/viewFile/146/114 7 Meyer, citaat; Heynen, H. (2002). Dat is Architectuur. Rotterdam: Uitgeverij 010 (p. 490) 8 De Solà-Morales, I. Heynen, H. (2002). Dat is Architectuur. Rotterdam: Uitgeverij 010 (p.590-594)

DE HERRINNERING VAN DE STAD

De stad bestaat uit stedelijke artefacten, waarvan elk een unieke plaats in de stad heeft en wordt ook wel de locus genoemd. De term ‘locus’ werd in 1965 geïntroduceerd op het 19e congres van het Italiaanse Nationaal Instituut voor Stedenbouw (UNA).3 De verhouding tussen de ‘locus’ en de bewoners van de stad bepaalt volgens Rossi het beeld van de architectuur en het landschap in de stad.1 Bij de analyse van de architectuur in de stad gaat hij er vanuit dat de ‘locus’ de basis van de stedelijke feiten is. Hierdoor is Rossi tijdens zijn onderzoek in staat geweest de complexiteit van stedelijke feiten te verminderen. Het collectieve geheugen, met andere woorden de monumentale bebouwing, transformeert in verloop van tijd door de keuzes van het collectief. De transformatie blijft altijd beperkt, doordat er altijd delen behouden blijven. Op deze manier blijft het geheugen een altijd aanwezige complexe structuur in de stad.

5

5

6


Afbeelding 2: Ontwerp voor een wooneenheid in San Rocco, Monza, Italië (1966)

Afbeelding 3: Aldo Rossi’s Analoge Stad (1976)


Volgens De Solà-Morales zijn er twee globale lijnen die men kan gebruiken om de stad te representeren. Enerzijds het Mnemonische, anderzijds de retorische lijn. In de mnemonische lijn leeft de herinnering van de stad voort in het geheugen. In dit standpunt wordt de historische stad gepresenteerd als een metafoor van de stad. Dit mnemonische standpunt heeft zich ontwikkeld vanaf de tweede wereldoorlog. Ook het CIAM-congres De Kern uit 1951, toont ook dit verlangen naar plaatsen die de essentie van de stad representeren.10 Het Europese architecturale denken richt zich meer op de overblijfselen van de pre-industriële stad, opgevat als een ware representatie van het stedelijke. Het centrum moet niet alleen historische bouwwerken bevatten, maar ook zichtbaar maken, met andere worden re-presenteren. Dit is volgens De Solà-Morales een paradoxale mnemonische omkering, want het is namelijk de herinnering aan een andere vroegere stad. In de stedenbouw gaat het ook over het mnemonische. Er worden opnieuw bepaalde sterke elementen geïntroduceerd in de hedendaagse stad, die dankzij hun suggestieve mnemonische potentie geladen zijn met representatieve betekenissen en waarden. Hiermee wordt het plein of de straat bedoeld, net als opvolgende versies hiervan zoals de boulevard, de promenade en het park. Het retorische staat lijnrecht op het mnemonische, De Solà-Morales is ook de enige van de besproken architecten die deze opvatting heeft. Bij het retorisch standpunt gaat het er voornamelijk om dat de huidige situatie van de stad wordt uitgebeeld, met daarin de nieuwe omstandigheden van de moderne stad. Er heerst een sterk bewustzijn van het huidige stedelijke leven, waarin dynamiek, snelheid en transport een belangrijke rol spelen. De ruimten worden niet langer begrepen als gebieden met exacte functies en grenzen, maar juist in tijdelijkheid en grenzeloos. De stad verandert immers ook steeds onder invloed van beweging, dus de ruimten hebben geen vaste locatie meer nodig. Volgens het retorische standpunt hoeft de stad ook niet langer gerepresenteerd te worden, maar juist gepresenteerd. De retoriek van de hedendaagse stad komt voort uit data, waarbij overbodige taal en het geheugen geen rol speelt.8

5. DISCUSSIE

De drie geanalyseerde schrijvers hebben een vrij vergelijkbare opvattingen over de herinnering en de stad. Allen pogen ze de realiteit zo correct mogelijk te beschrijven, maar gebruiken hiervoor verschillende handvaten. Aldo Rossi gebruikt de architectuur als basis voor het beschrijven van de stad. Deze architectuur is verantwoordelijk voor de vorm van de stad en is gebaseerd op een type. Volgens Grassi speelt de architectuur ook een zeer belangrijke rol in realiteit van de stad. De vorm van de architectuur heeft een historische achtergrond, en staat voor bepaalde idealen, die altijd een rol zullen blijven spelen in het toekomstige (collectieve) geheugen. Enerzijds vertegenwoordigt de architectuur de huidige stad, waarbij het de stad niet representeert, maar wel vormt. De visies van beide architecten hebben veel overeenkomsten. Beiden maken gebruik van een kenmerkende vormentaal in hun ontwerpen. Deze overeenkomsten zegenvierden in het ontwerp voor San Rocco, een woningcomplex in Monza, Italië waar ze samen aan hebben gewerkt. Daar lieten ze hun architectonische begrip voor primaire vormen en typologie zien, dat destijds kenmerkend was voor een moderne Europese stad.6 Het gebouw diende als architectonisch alternatief in de woningbouw en moest tevens de Milanese industrie representeren. De wooneenheid is gebaseerd op het idee van een hof, een term dat in het collectief geheugen refereert naar eeuwenoude bouwtraditie van Lombardije.11 In dit geval wordt geprobeerd de (industrie van de) stad te representeren, een standpunt dat past in de Mnemonische lijn van Ignasi De Solà-Morales. Aangezien het onderwerp van het essay De Herinnering van de Stad is, dienen de drie visies ook vergeleken te worden aan de hand van een stadsontwerp. Op de Biënnale van Venetië heeft Aldo Rossi in 1976 ‘La Città Analoga’ gepresenteerd. Het was een compositie van een analoge stad. Hij presenteerde het plan als kritiek op het hedendaagse stedenbouwkundige tijdperk, waarbij naar zijn mening te snel aannames en zogenoemde oplossingen werden gepresenteerd. In de identificatie van deze stad draait het voornamelijk om de herinnering van de inwoner. Het is eigenlijk een arena van herinneringen en vormen.12 ‘Op dit paneel zijn duidelijk enkele aspecten van de herinnering aangeduid, van een herinnering die een territorium vastlegt, of beter nog, een vaderland, met zijn tekens en beelden,’13 aldus Rossi. Op de collage zijn verschillende artefacten geplaatst, die de stad vormen. Veel van deze gebouwen zijn Rossi’s eigen werken, zoals zijn ontwerp voor de begraafplaats San Caltado, voor een Zwitserse brug in Bellinzova en ook het ontwerp voor San Rocco. Maar er waren tevens een aantal bekende historische

De Solà-Morales, I. citaat; Heynen, H. (2002). Dat is Architectuur. Rotterdam: Uitgeverij 010 (p. 591) Tyrwhitt, J. (1951) A Short Outline of the Core, CIAM 8 , p. 165. 11 Ferlenga, A. (2001). Aldo Rossi Keulen: Konemann Verlagsgesellschaft mbH (p.40) 12 Ferlenga, A. (2001). Aldo Rossi Keulen: Konemann Verlagsgesellschaft mbH (p.72) 13 Rossi, citaat. Ferlenga, A. (2001). Aldo Rossi Keulen: Konemann Verlagsgesellschaft mbH (p.72)

DE HERRINNERING VAN DE STAD

heersende macht wordt vervangen door ‘zwarte dozen’. Met deze zwarte dozen bedoelde hij relaisstations voor telefonische, kinetische, telematische en informatische uitwisseling. In de tijd dat De Solà-Morales deze tekst schreef waren er vele technologische ontwikkelingen in opkomst, zoals de (mobiele) telefonie en het internet. Deze opvatting komt niet voor in de teksten van Rossi en Grassi, waarschijnlijk omdat deze in een eerder tijdsbestek geschreven is. Het belang van representatie wordt echter wel door alle architecten benadrukt.8

9

7

10



elementen aanwezig, met daarbij op de ondergrond het vroegere Lago Maggiore. Deze historische elementen, oftewel monumenten, presenteren de samenkomst van het heden en het verleden. In de collage is een persoon zichtbaar dat door een raam kijkt, dit duidt op zijn of haar perceptie van de stad. Het is eigenlijk een persoonlijke versie van de stad, bestaande uit allerlei gebouwen, straten, pleinen en parken waaraan een herinnering is verbonden. Waarbij het heden en het verleden met elkaar verbonden zijn in het geheugen, in de tastbare vorm van artefacten. Waar De Solà-Morales spreekt over een stad gebaseerd op mobiliteit en dynamiek, is dit in de Analoge Stad van Aldo Rossi absoluut niet aan de orde. Dit heeft er ook mee te maken dat in de stad geen straten zijn opgenomen, het gaat puur om de objecten waarbij herinneringen zijn. De stad wordt wel degelijk representeert, het bestaat uit kenmerkende elementen van de stad, die in het geheugen van de persoon zitten. Dit komt overeen met het mnemonische standpunt van De Solà-Morales. Deze compositie heeft een grote gelijkenis met het eerder besproken schilderij Capriccio van Giovanni Antonio Ganaletto over Venetië, waarbij een beeld wordt getoond dat de stad representeert, maar niet werkelijk zo is. Een standpunt waar Giorgio Grassi zich ook in kan vinden.

Tegenwoordig hebben veel ontwerpers een rationele aanpak, waarbij veel data wordt gebruikt om een analyse van een stad te maken, maar waarbij het mnemonische vaak uit het oog wordt verloren. Wellicht is het een les voor ons, ontwerpers uit de eenentwintigste eeuw, om naast de gebruikelijke rationele, ook de mnemonische invalshoek mee te nemen in onze ontwerpen.

9

Waar alle schrijvers het over eens zijn, is dat de stad een menselijke zaak is. Eigen ervaringen (uit het geheugen) zorgen voor bepaalde herinneringen van de stad, die vaak persoonlijk zijn. Mede door de ambiguïteit van de taal wordt een concrete weergave van de realiteit moeilijk. Volgens Rossi moet men bij de basis beginnen om de stad goed te kunnen beschrijven. Hij stelt dat de architectuur de basis is van de stad, en de types de basis van de architectuur zijn. Deze types zijn vaak typische vormen van de architectuur, die gekozen zijn als definitieve oplossing voor bepaalde problemen. Dit type heeft zich naar gelang van tijd ontwikkeld, en heeft daarom talloze banden met het verleden. Doordat deze typische vormen zijn opgenomen in het collectieve bewustzijn, maar tevens bepaalde idealen representeren, blijft er altijd een spanningsveld bestaan. Ook oude (stedelijke) plattegronden en monumenten zijn een tastbare herinnering van de vroegere stad. Men richt zich steeds meer zichtbaarheid van deze overblijfselen. Zij worden gezien als de representatie van de stad, hoewel ze eigenlijk de vroegere stad representeren.

DE HERRINNERING VAN DE STAD

6. CONCLUSIE



REFERENTIES Literatuur Ferlenga, A. (2001). Aldo Rossi Keulen: Konemann Verlagsgesellschaft mbH Heynen, H. (2002). Dat is Architectuur. Rotterdam: Uitgeverij 010 Rossi, A., (1982), The Architecture of the City, MIT Press, Cambridge, Massachusetts en London Tyrwhitt, J. (1951) A Short Outline of the Core, CIAM 8 Rossi, A., (1993), Aldo Rossi, drawings and paintings, New York: Princeton Architectural Press, Inc. AA School of Architecture. (2011). Aldo Rossi vs Andrea Branzi, gevonden op http://aathirdyearhts.files.wordpress. com/2011/09/hts3_w3_rossi-branzi De Paola, P. (2013). Toward a Rational Architectural Practice: The Particular Case of Giorgio Grassi, geraadpleegd op http://www.arcc-journal.org/index.php/repository/article/viewFile/146/114 Voorthuis, J. (22-09-2014). 7x700 College Afbeeldingen Afbeelding 1”Capriccio,” door Giovanni Antonio Canaletto(1759) Rossi, A., 1982, The Architecture of the City, MIT Press, Cambridge, Massachusetts, and London, England, (p.165) Afbeelding 2 Ontwerp voor een wooneenheid in San Rocco, Monza, Italië (1966) Ferlenga, A. (2001). Aldo Rossi Keulen: Konemann Verlagsgesellschaft mbH, (p. 40)

11

DE HERRINNERING VAN DE STAD

Afbeelding 3 Aldo Rossi’s Analoge Stad (1976) Ferlenga, A. (2001). Aldo Rossi Keulen: Konemann Verlagsgesellschaft mbH, (p. 72)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.