Frankrijk, Châtel

Page 1

XX

/Snow


châtel Traditioneel chaletdorp in kilometermekka Portes du Soleil tekst: irene bauer. beeld: edoart.nl

Het is geen geheim dat wintersporters Frankrijk vaak met name uitkiezen vanwege de uitgebreide skigebieden en niet voor de grote appartementen. ‘Hoe groter het gebied, des te kleiner en ongezelliger de accommodatie’ wordt wel eens gezegd over de Franse Alpen. Dat dit ook heel goed anders kan, ontdekken we tijdens onze trip naar skigigant Portes du Soleil. In Châtel krijgen we een stukje authentiek Frankrijk voorgeschoteld.

sfeervol Onder het mom ‘wintersport moet voor iedereen toegankelijk zijn’ hebben de Fransen jaren geleden in korte tijd een aantal gigantische skistations uit de grond gestampt. Dat daarbij niet overal evenveel aandacht is besteed aan de architectuur is hier en daar goed te zien. Voor een prikkie huur je een appartement aan de skipiste, dat wel, maar het is soms wel even slikken als je vol verwachting bij een flatgebouw aankomt en je in een piepkleine woonbunker blijkt te verblijven. Als ik te horen krijg dat ik naar een gebied met 650 pistekilometers in twee landen ga, ben ik dan ook erg benieuwd wat voor onderkomen me te wachten staat. Dat het ook anders kan, ervaar ik echter als ik midden februari samen met Timo Hermeler en Edo Jongerius afreis naar het dorpje Châtel in skigebied Les Portes du Soleil. Ik rij vanuit Oostenrijk door Zwitserland, langs het meer van Genève omhoog de bergen in. Langs de weg zie ik dat ik me over de sneeuw in ieder geval geen zorgen hoef te maken. Metershoge sneeuwmuren maken een soort tunnel van de slingerende bergweg. Eerst rijden we door Morgins, een gezellig dorpje vol chalets dat vlak voor de Franse grens ligt. Als we niet veel later de grens oversteken zijn we in Châtel. Ook Châtel blijkt een sfeervol dorp te zijn. Hier geen flatgebouwen of moderne complexen; alle huizen in het dorp zijn in traditionele chaletstijl gebouwd. Aan de rand van het dorp staat ons typisch Franse hotel Le Bergerie. Het is geen chique boel, maar ik heb wel een ruime, gezellige kamer, goed ontbijt, het personeel is aardig en er is zelfs een sauna.

modern avoriaz De volgende ochtend gaan we omhoog richting het bekende Franse skidorp Avoriaz om daarvandaan een grote tour te maken door het gebied. Een stukje onder Avoriaz komen we langs het beroemde geitendorp, een soort verzameling van oude hutjes waar het ’s zomers zwart ziet van de geiten. ’s Winters is er echter geen geit te bekennen en zijn het vooral hongerige skiërs die de plek bezoeken om traditioneel te lunchen. Wij moeten eerst

Afhankelijk van weer, sneeuw- en pistecondities stippel je in Portes du Soleil moeiteloos iedere dag een andere route uit. Met een beetje geluk is er aan poederflanken geen gebrek.

In Châtel geen flatgebouwen en moderne complexen; hier krijg je een stukje authentiek Frankrijk voorgeschoteld.

Snow/XX


XX

/Snow


Portes du Soleil; hoe duidelijk kun je het hebben? Het gebied gaat zo hoog dat je boven het wolkendek komt. Letterlijk een poort naar de zon dus.

“De naam zegt het al: als je maar hoog genoeg gaat, schijnt in Portes du Soleil altijd de zon.” nog wat kilometers maken voordat we de lunch verdiend hebben en gaan een stukje verder omhoog, zodat we een goed uitzicht hebben op het autovrije Avoriaz. Avoriaz is, in tegenstelling tot Châtel, wel een skistation dat vol staat met moderne gebouwen. Of je de bouwwijze mooi vindt is een kwestie van smaak, maar toch hebben de gebouwen in Avoriaz wel iets. Het bijzondere is namelijk dat men de architectuur volledig heeft aangepast aan de natuur en daarmee heeft het dorp zelfs prijzen gewonnen. Ook vertelt de pr-dame van Les Portes du Soleil ons dat de appartementen grondig opnieuw ingedeeld worden. Kleine appartementen worden samengevoegd om aan de vraag naar ruimere accommodatie te kunnen voldoen. Ik vind het een goed plan.

kilometers maken Vanuit het uitzichtpunt over Avoriaz gaan we verder naar boven richting de Zwitserse grens om van daaruit af te dalen naar de Zwitserse dorpjes Les Crosets en Champoussin. Het sneeuwt een beetje en het is mistig en koud, dus ik vind het wel lekker om een beetje in beweging te blijven. Even later nemen we de lange afdaling die door een rustig dal helemaal naar Morgins gaat. Halverwege komen we een oeroude hut tegen waar we ons kunnen opwarmen. Als ik de deur opentrek sla ik bijna steil achterover van de kaaswalm en overal waar ik kijk zie ik koeienbellen; het is overduidelijk dat we ons in Zwitserland bevinden. Ik bestel een Croûte fromage, een stuk brood dat met wijn, ham en kaas in de oven gaat en geserveerd wordt met een gebakken eitje. Natuurlijk komt die zware kost mijn snowboardprestaties niet echt ten goede, maar ik vind dat ik het wel verdiend heb met dat slechte weer. We hebben nog heel wat pistekilometers te gaan voor we weer in Châtel zijn, dus we kunnen niet te lang uitbuiken. We volgen de lange rustige piste die door de bossen naar Morgins gaat. Het lijkt alsof we helemaal alleen zijn in de natuur. Hier en daar moet ik een stukje lopen, omdat de piste wel erg vlak is, maar het is zeker de moeite waard door de mooie bossen. Toch blijkt dat we niet de enigen zijn die dit stukje natuur hebben opgezocht. Hier en daar schieten skiërs en boarders met een vette grijns op hun gezicht tussen de bossen uit, want dit is het perfecte terrein voor tree runs. Ook is het wel prettig dat we met het slechte zicht lekker tussen de bomen kunnen blijven. Zo heeft de wat lagere ligging van het skigebied van Morgins, tot 2000 meter, ook duidelijke voordelen. Beneden aangekomen nemen we snel de bus naar de andere kant van Morgins, vanwaar we direct naar Châtel kunnen skiën. In Châtel vinden we nog een paar flanken waar veel poeder ligt. Het weer is intussen iets beter geworden, dus we nemen vlak voor de liften sluiten nog even de tijd om een paar mooie foto’s te schieten. Als ik de volgende ochtend de gordijnen opentrek zie ik dat het weer perfect is. Geen getreuzel nu, snel graai ik

Naar barretjes en restaurants hoef je in het gezellige Châtel niet op zoek. Ook het vinden van een terrasje in de knusse straten is geen enkel probleem.

Timo Hermeler staat even stil bij het - dit gebied kenmerkende - uitzicht op het meer van Genève.

Snow/XX


XX

/Snow


Vanaf het moment dat Timo Hermeler de perfecte rots in de backcountry van Avoriaz ontdekte, stond hij te trappelen om zich tien meter naar beneden te storten, wat fotograaf Edo Jungerius weer eens spectaculair vast wist te leggen.

“Natrappelend van de adrenaline staan de mannen binnen de korste keren weer naast me. Dit vraagt om meer!” mijn spullen bij elkaar om de berg op te gaan. Omdat we gisteren het gebied al redelijk hebben verkend, weten we precies waar we moeten zijn voor het mooiste landschap en de beste sneeuw. We gaan rechtstreeks naar Avoriaz, waar Timo een grote rots heeft gezien waarvan ’ie graag wil afspringen. Ik heb zo mijn twijfels of het wel verstandig is je zo’n tien meter naar beneden te gooien, maar zolang ik lekker mag blijven spelen op het poederveldje ernaast en Timo niet achterna hoef, vind ik het best. Gelukkig gaat alles goed en staan de mannen even later, natrappelend van de adrenaline, weer naast me. We halen even snel iets te eten bij een barretje op de piste en gaan daarna gelijk weer door om optimaal gebruik te maken van de nog overgebleven poedersneeuw.

lang leve de traditie ’s Avonds gaan we naar een gezellig traditioneel restaurantje pal voor de grens met Zwitserland. Het beste uit de hele omgeving wordt hier geserveerd, dus we bestellen een kaasfondue en allerlei lokale worstjes en andere specialiteiten om erin te dopen. Dit gaat er wel in. Ook hier weten ze dat de onvermijdelijke kaasbal in je buik zich het best laat verteren door er alcohol bij te mixen. Elke hap wordt zorgvuldig weggespoeld met een slok goede wijn en na de maaltijd staat ons een lokaal brouwseltje te wachten. Anders dan in Oostenrijk en Zwitserland is het geen sterke schnaps maar ‘Chèvre’, een licht goedje dat nog het meest weg heeft van champagneschuim met citroensmaak. Vol vertrouwen gooi ik de chèvre naar binnen, die Fransen zullen inmiddels toch wel genoeg ervaring hebben met het onschadelijk maken van een kaasfondue? Op onze derde en laatste dag maken we vanuit Châtel een mooi tochtje naar het Zwitserse Torgon, een deel van het skigebied dat we nog niet hadden gezien. Vlakke beginnerspistes wisselen elkaar af met uitdagende steile hellingen en ook aan deze kant van het gebied kan ik me prima vermaken. Het is lekker rustig en het bijzonder mooie uitzicht over de vallei en het meer van Genève geeft dit deel een heel eigen sfeer. Blijkbaar wordt Torgon ook minder bezocht door off-pisteskiërs, want er is hier nog heel wat poeder blijven liggen. Met minimale moeite vinden we een mooie poederflank tussen de bossen en na een klein stukje hiken kunnen we nog snel even een paar verse sporen zetten. Vanuit Torgon kan je je tocht voortzetten om ook de pistes bij het Franse La Chapelle d’Abondance te verkennen, maar daar hebben wij helaas geen tijd meer voor. Het is onmogelijk om in een paar dagen heel Portes du Soleil te zien, maar dat is ook wat dit gebied zo leuk maakt. Afhankelijk van het weer, de sneeuwcondities en je voorkeur voor de lunch stippel je moeiteloos elke dag weer een nieuwe route uit. Je kunt eindeloos nieuwe pistes, poederhellingen, dorpen en restaurantjes ontdekken. En daar kom ik graag nog een keer voor terug!

Snow/XX


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.