Jaargang 93 - nr. 4 - december 2016
VOOR HET BEHOUD VAN ERFGOED
Verduurzaam je pand
De straat in Groenlo
Het Franse Klooster
Restaureren is herstellen naar de oorsprong
Wij zijn verbonden met Zuid-Limburg en haar talrijke gerestaureerde kloosters, kerken en kastelen. Onze bouwactiviteiten gaan terug tot 1845. Anderhalve eeuw later is restauratiewerk onze specialiteit. Als drijfveer combineren we passie met een schat aan expertise die we ook toepassen bij renovatie-, nieuwbouw en bouwkundig onderhoud. Moderne technieken zijn vanzelfsprekend maar goed restauratiewerk herken je aan ambachtelijk vervaardigd werk. Een eeuwenoud bouwwerk dwingt dit af. Met een perfectionistische maar pragmatische kijk op bouwzaken zorgen wij voor uw bouwkundig erfgoed.
Sint Gerlach 19 | 6301 JA Valkenburg a.d. Geul | Telefoon (043) 608 94 00 | info@bouwbedrijfcoppes.nl
INHOUD 6 Tips voor verduurzamen van je pand
12 De Bank voor Brabant bedreigd
23 Nederlandse Kastelenstichting een kenniscentrum bij uitstek
32 Groenlo's Kevelderstraat wil weer bruisen
Op stap met Elsa Gorter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fijndistillatie op Nationale Inventaris. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stichting Historische Sluizen en Stuwen 10 jaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
28 34 36
Omslag:
En verder:
De R.K. Johannes de Doperkerk in Hoofd-
Kraak de kluis!. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Heemschut Actief. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Bedreigd - Gered. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Culturele vloggers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Gastcolumn Pieter Siebenga. . . . . . . . . . . . . . . . 27 Verenigingsnieuws. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Lokaal initiatief in Nijkerk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Het Franse Klooster in Sittard. . . . . . . . . . . . . . 42 Heemschut juridisch. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Excursies.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Voordeel als Heemschutter. . . . . . . . . . . . . . . . . 46
dorp. De pannen werden verwijderd en het hele dak bestaat nu uit zonnepanelen. Foto: Chris Booms
Een drukke herfst voor onze vereniging! Medio september werd bekend dat minister Bussemaker met het afschaffen van de fiscale aftrek voor particuliere monumenteigenaren een bedrag van 25 miljoen euro wil bezuinigen. Heemschut kwam direct in actie en was initiatiefnemer van een succesvolle petitie die samen met de Federatie Instandhouding Monumenten en Kunsten ’92 werd gelanceerd. Snel schakelen en veel lobbywerk volgde. Daarbij kwamen onze contacten richting politieke partijen en leden van de Tweede Kamer goed van pas. Met de lobby om te komen tot een Kustpact heeft initiatiefnemer de Vereniging Natuurmonumenten zich enorm ingespannen. Heemschut is medeondertekenaar vanuit haar rol als beschermer van de unieke waarden van het cultuurlandschap langs de kust. Met het afsluiten van het Kustpact is een goede stap gezet richting een meer gecoördineerd beleid. Dergelijke acties zijn jammer genoeg noodzakelijk, maar ze laten zien dat we met een goed netwerk en voldoende ondersteuning adequaat en snel kunnen reageren. Heemschut is op vele fronten actief, fungeert in een prima netwerk en heeft snel toegang tot belanghebbenden. Acties zullen ook de komende jaren noodzakelijk blijven, zeker als de nieuwe Omgevingswet in werking gaat. Uw steun als lid om onze organisatie krachtig en vitaal te houden, blijft daarbij onontbeerlijk.
Karel Loeff, directeur
maart 2013 |
3
INTERIEUR OUDSTE RADIOSTUDIO HERSTELD
4
| september 2016
Hilversum – Muziek centrum van de Omroep
KOP
Op initiatief van het Muziekcentrum van de Omroep is met steun van onder andere de Provincie Noord-Holland, het Prins Bernhard Cultuurfonds, de gemeente Hilversum, en Stichting Dioraphte de VARA Studio 2 in zijn oude staat teruggebracht. Dit najaar is de studio met live-uitzendingen feestelijk opnieuw in gebruik genomen. De oudste radiostudio van Nederland werd in 1931 voor de VARA gebouwd. De ‘Vereniging van Arbeiders Radio Amateurs’ werd opgericht op 1 november 1925. De eerste uitzendingen vonden plaats vanaf 1929 in een villa, gelegen aan de Heuvellaan 33. De aanbouw van een heuse radiostudio werd volledig bekostigd door leden met de actie ‘Geef ons uw kwartje’. Voor de opening trokken meer dan 125.000 trotse leden in optocht langs de studio. Het VARA-complex werd in de jaren ’50, ’60 en ’90 van de vorige eeuw verschillende keren uitgebreid. In totaal heeft het nu elf studio’s en diverse kleinere ruimtes. De villa werd echter gesloopt. Begin jaren ’90 vertrok de VARA naar het Media Park en werden de radio-ensembles, die dringend behoefte hadden aan eigen repetitie- en opnamefaciliteiten, hier in het oude VARA gebouw gehuisvest, waarmee het Muziekcentrum van de Omroep was geboren. Sinds 1995
Foto: MCO, Arie den Dikken
is het tevens de thuisbasis voor de klassieke radio-orkesten, het Metropole Orkest, het Groot Omroepkoor en de Muziekbibliotheek van de Omroep. Met de voltooiing van de restauratie heeft Hilversum een nieuwe stap gezet als cultuurdrager voor een levende omroepgeschiedenis.
december 2016 |
5
Eigenaar monument moet hoofd koel houden
Tips voor verduurzamen van je pand Theo Wortel
Energiebesparing en duurzaamheid zijn steeds belangrijker thema’s, ook bij erfgoed. Veel maatregelen zijn te bedenken, maar werken die ook bij monumenten? Wat kan je doen, wat mag je doen en wat juist niet? Hoe los je problemen op? Met zonnepanelen, terugwinnen van energie, isolatie, of zuiniger gebruik van je monument?
Foto’s: RCE
Binnen- en buitenluiken waren vanouds natuurlijke isolatiemethoden, zeker bij koude winters.
6
| december 2016
Bij erfgoed denkt men over het algemeen al snel dat niets kan en niets mag: bijvoorbeeld geen kunststof kozijnen, geen zonnepanelen. Het blijven daardoor energievreters, is de gedachte. Huub van de Ven van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gaf tijdens een bijeenkomst voor de vrijwilligers van Heemschut een prikkelende presentatie over hoe monumenteneigenaren energie kunnen besparen en hun pand duurzamer kunnen maken. Kern van zijn boodschap: ‘Laat je niet meeslepen door standaard energieconcepten waarbij de milieulat, zoals energieneutraal of nul-op-de-meter, vastligt.’ Niet alleen gaat dit in monumenten snel wringen, het is ook erg duur en vaak onhaalbaar. Het is veel beter om het monument zelf als uitgangspunt te nemen en per situatie het maximale eruit te halen. Dat is vaak meer dan men denkt. Van de Ven: ’Kijk ook verder dan isolatieprogramma’s, zonnepanelen en kleine windturbines. Dat zijn nu de maatregelen waar alle aandacht naar uitgaat.’ Hieronder enkele tips die hij de Heemschutvrijwillergers meegaf.
Mix van snel en handig ‘Het verduurzamen van monumenten begint niet met dit soort grote en soms risicovolle ingrepen, maar met een mix van allerlei slimme en snelle besparingsmaatregelen. Pas daarna lonen grotere maatregelen, zolang die passend zijn en goed doordacht.’ De specialist conservering en restauratie van de RCE vervolgt: ‘Vergeet ook niet dat 1,7 procent van de gebouwen in Nederland rijks-, provinciaal- of gemeentelijk monument is. De redding van het milieu steekt dus niet op de duurzaamheid van uw monument. Wat telt, is dat Nederland als totaal duurzamer wordt.’ Huub van de Ven haalt hiermee de ergste druk van de ketel. Maar zegt hij daarmee dat monumenten minder duurzaam mogen blijven dan niet-monumenten? Mag je als eigenaar van een monument denken ‘Ik doe helemaal niets’? Van de Ven: ‘Je kunt monumenten heel goed duurzamer maken zonder dat dit pijn doet. Dat vraagt alleen wel een andere benadering. Een verbeterslag hoeft geen
Het goed inregelen van een CV-installatie kan veel energie besparen.
aanslag op het monument te zijn. Laat dat helder zijn. Al is de bijdrage van monumenten aan het milieu gering, een lagere energierekening is ook heel wat waard. Het is aan de monumenteneigenaar wat hij met duurzaamheid wil.’ De deskundige van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed wijst erop dat monumenten voor een groot deel al duurzaam zijn. ‘Op materiaalgebied scoren monumenten heel hoog. Dit kan zelfs opwegen tegen de energiezuinigheid van nieuwbouw. Het niet slopen, maar laten staan en goed renoveren van oude gebouwen kan even duurzaam zijn als energiezuinige nieuwbouw. Pas na ongeveer 35 tot 50 jaar begint nieuwbouw beter te scoren, maar op dat moment is meestal al weer renovatie nodig.’ Ander voorbeeld. ‘Kunststof kozijnen kosten bij de fabricage
veel meer energie dan kozijnen van naaldhout. De laatste kunnen bij goed onderhoud eeuwen mee. Kunststof moet na enkele decennia volledig worden vervangen, omdat onderhoud en herstel niet mogelijk zijn.’ Van de Ven noemt het met moderne middelen volledig energieneutraal willen maken van monumenten te hoog gegrepen voor veel panden. En ...voor de meeste portemonnees. ‘Vergeet niet dat energieneutraliteit strenger is dan de toekomstige eisen voor nieuwbouw. Een flinke verbeterslag in grote aantallen monumenten levert veel meer op dan tot het uiterste gaan in een handjevol. Goede besparingen zijn prima mogelijk zonder zo’n vergaande aanpak. Kijk vooral wat het monument aankan. Kies daarbij voor ingrepen die je kunt terugdraaien als ze niet goed uitpakken. Daarmee is al enorme
Informatie voor eigenaren van monumenten Verder lezen? Kijk eerst eens: Op www.monumenten.nl in het dossier ‘Duurzame en energiebesparende maatregelen’. In de vernieuwde gids ‘Monumentaal wonen’ van onder andere de RCE. Een goed vertrekpunt. Op www.cultureelerfgoed.nl. Hier zijn diverse publicaties te vinden, waaronder gidsen over duurzame monumentenzorg, vensterisolatie en zonne-energie.
Op gemeentelijke sites. Deze bieden vaak informatie voor monumenteneigenaren aan. En voor algemene informatie kan men terecht bij het digitale Energieadviesloket van de gemeente. Voor eigenaren die de diepte in willen, is er het boek ‘Duurzaam erfgoed’ van de RCE.
december 2016 |
7
Zonnecollectoren voor warm water, onzichtbaar aangebracht op een rijksmonument.
winst te boeken. Tegen veel lagere kosten en met veel meer gemak.’
Houd je comforteisen passend Op de vraag wat een monumenteneigenaar concreet kan doen, zegt de specialist conservering: ‘Allereerst, energiebesparing begint bij goed onderhoud van het gebouw. Zorg ook voor een goede installatie voor bijvoorbeeld de verwarming en vervang die op tijd. Na 10 jaar is men vaak al beter af met een nieuwe cv-ketel.’ ‘In grotere monumenten valt veel te besparen door de cv-installatie goed in te regelen. Daarnaast: houd je comforteisen passend bij je monument en varieer daar in. Niet overal is hetzelfde hoge comfort nodig. Laat ruimtes die je weinig gebruikt onverwarmd of
half verwarmd. Dit bespaart veel energie. Bovendien fungeren ze als warmtebuffers voor de ruimtes ernaast of eronder die je wel verwarmt. Hierdoor gaat minder warmte verloren. Vergeet ook de verlichting niet. Ledverlichting is de laatste jaren met sprongen vooruit gegaan en doet tegenwoordig niet meer onder voor gloeilampen.’ Het sluiten van luiken en gordijnen en het temperen van de verwarming zijn volgens Van de Ven nog steeds heel goede tips om energie te besparen. ‘Iedere graad dat de thermostaat lager staat, bespaart 7,5 procent op het gasverbruik. Goede tips zijn ook het isoleren van cv-leidingen in onverwarmde ruimten en het dichten van kieren vooral rond oude vensters waar veel kou binnenkomt. Besef dat er bij een historisch venster meer
Hendrick de Keyser: Eerste klap is een daalder waard Isja Finaly, hoofd instandhouding van Hendrick de Keyser vereniging tot behoud van architectonisch of historische belangrijke gebouwen en hun interieur, staat voor 99 procent achter bovengenoemde visie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. ’Bij Hendrick de Keyser kijken we altijd welke maatregel nu echt het meest aantikt (we kunnen immers niet alles
8
| december 2016
en zeker niet tegelijkertijd; we moeten prioriteren stellen). De eerste klap is een daalder waard. Daarna ben je vaak bezig met veel kosten en moeite om er nog een paar procent bij te sprokkelen. Dan geven we dat geld liever ergens anders aan uit.’ Als ander punt noemt Finaly: ’We passen eigenlijk nooit gevelisolatie toe vanwege de bouwfysische consequenties die dat kan hebben. Bij een verandering
warmte verloren gaat door de kieren dan door het glas. Een timmerman inschakelen zodat een venster weer goed sluit, is een goede keus. Vervolgens ’s avonds de gordijnen sluiten. De isolatiewaarde van dikke gordijnen is beter dan van gewoon dubbelglas. Raamluiken zitten daar zelfs ruim boven. Kijk daarna naar tochtstrips. Tegenwoordig kan daar heel veel mee, ook bij historische schuiframen. Een laatste slag kan achterzetbeglazing zijn.’ De boodschap van de deskundige van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed is duidelijk: ‘Monumenteneigenaar, laat je niet meeslepen door grote operaties die je monument energieneutraal en volledig duurzaam moeten maken.’ Van de Ven: ‘De combinatie duurzaamheid en erfgoed kan eenvoudiger en vanzelfsprekender. Bovendien zitten monumenten anders in elkaar dan moderne gebouwen. Ze gaan vooral anders om met vocht. Dit wordt wel eens vergeten, met schade tot gevolg. Die schade uit zich overigens ook op een ander vlak. In Engeland verkopen oude gebouwen met de oorspronkelijke houten vensters beter dan die met moderne kunststof kozijnen. Denk dus niet in standaardproducten en blauwdrukken als energieneutraal. Leg de milieulat niet zonder te kijken op grote hoogte, maar ga uit van wat maximaal haalbaar is in het monument. Dit motiveert veel meer, waardoor men ook eerder de stap maakt naar duurzaamheidsverbeteringen.’ In het geval van
van huurder kijken we wél of we de zoldervloer of de kap eenvoudig kunnen isoleren. Dat levert een warme muts op.’ Een andere maatregel noemt ze het isoleren van houten vloeren vanuit kelder of souterrain. Dat levert dan weer warme voeten op. Finaly is geen voorstander van dikke isolatiepakketten: ’De eerste centimeter geeft het hoogste rendement.’ Hendrick de Keyser dicht ook kieren, maar nooit voor de volle honderd procent.
duurzaamheidsingrepen bij monumenten gaat het altijd om maatwerk. De vraag is of verstrekkers van vergunningen als gemeenten en erfgoedsteunpunten daar geen moeite mee hebben. Van de Ven: ‘Vergis je niet, steeds meer gemeenten hebben een energie- of duurzaamheidsparagraaf in hun welstands- of monumentennota. Dat is een goede zaak. Ook bij de vergunningen voor duurzaamheidsingrepen draait het om de cultuurhistorische waarden en de fysieke of visuele gevolgen daarvan. De uitgangspunten om plannen te bekijken zijn niet anders dan anders. Wel moeten we bij deze maatregelen misschien beter uitleggen wat de gevolgen zijn. En wat goede alternatieven zijn, mochten de gevolgen te ver gaan.’ ‘De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed start overigens binnenkort met een inventarisatie van het gemeentelijke beleid op dit punt. We willen kijken welke slimme lessen daar uit zijn te trekken. Natuurlijk houden we daarbij rekening met lokale verschillen: een
andere omgeving met andere historische waarden kan nu eenmaal tot andere keuzes leiden. Maar op hoofdlijnen is er zeker veel van elkaar te leren.’ ‘Duurzaamheid staat de komende jaren sowieso op de agenda van de RCE. We werken aan publicaties voor het publiek en de professional. Over zonne-energie zijn er nu drie verschenen. Komend jaar volgen er meer over andere onderwerpen. Ten slotte meten we in de praktijk wat verschillende duurzaamheidsmaatregelen daadwerkelijk opleveren. Dit laatste doen we binnen het ministerie van OCW.’ Dat in beschermde stadsgezichten het plaatsen van zonnepanelen in sommige gevallen vergunningvrij is, noemt Huub van de Ven begrijpelijk. ‘Dat geldt ook voor andere ingrepen bij nietmonumenten binnen beschermde gezichten. Zolang zonnepanelen op het schuine achterdakvlak niet zijn te zien vanuit openbaar gebied, is daar geen vergunning voor
nodig. De historische waarden komen er namelijk niet door in het geding. Zodra die waarden wel een rol spelen, zoals bij zijdakvlakken, blijft sprake van een vergunning.’ Tot slot nog twee tips voor eigenaren van monumenten die hard aan de slag willen: ‘Overweeg in dat geval een adviseur in de arm te nemen. Niet een gewone energieadviseur, maar een die ervaring heeft met monumenten. Misschien betekent dat even goed zoeken, maar diverse adviseurs bieden zich aan. Mogelijk kost het wat meer dan een standaardadvies, maar biedt zeker meerwaarde. En niet onbelangrijk: bespreek op tijd uw plannen met de monumentenambtenaar van de gemeente. Wacht hier niet mee tot het moment dat u een vergunning wilt aanvragen, maar doe dit al in een eerder stadium. Dit voorkomt latere verrassingen en tegenvallers in tijd en geld.’
Zwarte zonnepanelen op een aanbouw bij een schuur.
december 2016 |
9
WWW.HOUTEX.NL
Link, follow en like! Steun Heemschut ook online via de social media: • Discussieer mee via LinkedIn • Verspreid nieuwtjes via Twitter • Deel je erfgoedinteresse met vrienden en familie via Facebook Bezoek de Heemschut pagina op Facebook en volg ons via Twitter@heemschut.
SC H AV E RIJ | DROG E RIJ | TR A NSPORT UW SPECIALIST VOOR LEVERING VAN HET JUISTE HOUT! • KENNIS & ERVARING • GROTE VOORRAAD • VELE BEWERKINGSMOGELIJKHEDEN
CA. 75 HOUTSOORTEN RUIM OP VOORRAAD!
WILLEM DE ZWIJGERLAAN 1 | WADDINXVEEN T 0182 – 615933 | E INFO@HOUTEX.NL
Bedrijvenweg 6 7251 KX Vorden 0575-551428 www.smederijoldenhave.nl
160118.indd 1 30-10-12 heemschut-oldenhave 13:47
heemschut-bogaerts 121030.indd 1
De Lintumsmolen Houtzagerij
18-01-16 16:40
Eiken – Douglas – Lariks – Grenen Te zagen op elk gewenste maat. Lengte’s tot 12 meter. Gosselinkweg 6, 7108 BP Winterswijk Tel. 0543-564788, Fax 0543-564362 www.gebinten.nl
Amsterdam Bussum ‘s-Hertogenbosch
WWW.WEIJNTJES.NL 111454-02-12 - Adv C. - Heemschut - 97x62 mm
heemschut-lintusmolen 121022.indd 1
Heemschut is dé particuliere belangenvereniging voor bescherming en instandhouding van monumenten en cultureel erfgoed. Steun ons werk en word lid! Voor 35 euro per jaar draagt ook u bij aan een beter monumentenbeleid. Als welkomstgeschenk ontvangt u bovendien Het Monumentenboek. Ga naar www.heemschut.nl, bel ons op 020-622 52 92 of schrijf naar Heemschut, Nieuwezijds Kolk 28, 1012 PV Amsterdam.
23-10-12 14:04
Kraak de kluis! Vanwege fusies en de opkomst van het internetbankieren zijn veel monumentale bankgebouwen leeg komen te staan. Ook als het lukt om een herbestemming te vinden, blijft de kluis vaak ongebruikt. De oplossing komt van De Nederlandse Kluis, een bedrijf dat leegstaande kluizen hun oorspronkelijke bestemming teruggeeft: ‘We zijn op zoek naar ongebruikte kluizen.’ Eric le Gras
Monumentale uitstraling ‘En dan komen wij in beeld,’ zegt commercieel directeur Corné van Drogenbroek van De Nederlandse Kluis: ‘Overal in de financiële wereld zie je een trend naar digitalisering, maar wij kiezen juist voor fysiek contact met onze cliënten. Daar hoort een voorziening als een kluis bij. Liefst met een monumentale uitstraling.’ De Nederlandse Kluis beschikt al over een paar van die kluizen: ‘Onze kluis in het gebouw van de voormalige Twentse Bank aan de Blaak in Rotterdam heeft een dubbele wand en vier deuren. Het gebouw is verhuurd aan een advocatenkantoor dat geen bestemming heeft voor de kluis en de
eigenaar is blij dat wij die wel hebben. Zo krijgt de kluis weer een functie en dat draagt ook bij aan het behoud van het pand.’
Lipsdeur In Amsterdam verhuurt De Nederlandse Kluis kluisruimte in een gebouw waar een voorloper van ABN AMRO ooit kantoor hield: ‘Daar was al een kluisdeur weggehaald, maar de andere hebben we kunnen behouden. Het is een Lipsdeur van een type dat niet meer gemaakt wordt.’ De kluis van de voormalige vestiging van De Nederlandse Bank in Arnhem heeft een aparte constructie: ‘Het slot zit niet in de deur, maar in het kozijn.’ Van Drogenbroek is druk bezig met het opsporen van andere kluizen: ‘Ik zoek echte pronkstukken en als er Heemschut-leden zijn die tips hebben, dan houd ik me aanbevolen. Om commerciële redenen moeten we ons beperken tot de grotere steden, maar daar dragen we graag bij aan het behoud van ons erfgoed.’ De Nederlandse Kluis is onder andere op zoek naar kluizen in Eindhoven, Tilburg, Breda, Utrecht, Maastricht, Zwolle en Groningen.
www.denederlandsekluis.nl
Foto: Karel Loeff
De kluis van een bank hoort degelijkheid en betrouwbaarheid uit te stralen. De deuren moeten van stevig staal zijn en de aankleding moet tonen dat de bezittingen van de cliënten er veilig zijn. In die zin zijn ze een uithangbord voor de bank. Dat blijft zo, tot de bank vertrekt en het gebouw nieuwe eigenaren krijgt. Die hebben vaak moeite om een bestemming te vinden voor een ruimte die speciaal is gebouwd om waardevolle goederen of documenten veilig te bewaren. De kluis blijft leegstaan en verandert in een blok aan het been.
De kluis, geleverd door Lips, in Paleis Soestdijk.
december 2016 |
11
De Bank voor Brabant bedreigd Architectenbureau Kraaijvanger bouwde omstreeks 1960 in Noord- Brabant een aantal banken voor Van Mierlo & Zn, onder de naam ‘De Bank voor Brabant’. Deze ‘wederopbouwbanken’ zijn gebouwd volgens eenzelfde opzet en voorzien van monumentale kunstwerken. De bank in Eindhoven is in deze reeks de belangrijkste en juist hier dreigt nu sloop. Willem Heijbroek
Eindhoven dateert uit 1958. Herman Kraaijvanger stelt samen met binnenhuisarchitect Grondhout een plan op voor de opname van kunstwerken in het gebouw. Burgemeester Ir H.B.M. Witte van Eindhoven verricht in 1960 de opening. Na de vestiging in Den Bosch is Eindhoven het belangrijkste kantoor en dat werd voorzien van de volgende drie monumentale kunstwerken.
Foto: Willem Heijbroek
Deuromlijsting
Voorgevel bankgebouw Wal 15 Eindhoven ontworpen door Kraaijvanger.
Petrus R. van Mierlo begint samen met zijn zoon in 1884 een bank in Breda. Deze heeft als kleine bank tientallen jaren gefloreerd en wordt in de jaren dertig van de vorige eeuw uitgebreid met een filiaal in Bergen op Zoom. Al snel daarna komen er onder leiding van directeur Van der Schriek kantoren in Roosendaal en Oudenbosch. Deze bedienen geheel West-Brabant en breiden hun activiteiten zelfs uit tot Brussel en Antwerpen. Na de Tweede Wereldoorlog volgt een verdere expansie door een fusie met de Twentsche Bank. De Bank Van Mierlo houdt
12
| december 2016
echter wel zijn eigen naam. Zo ontstaat in 1952 de ‘Bank voor Brabant’ met kantoren in Tilburg, Eindhoven, Den Bosch en Helmond. Voor de bouw hiervan krijgt het katholieke architectenbureau Kraaijvanger, dat in het zuiden goed ligt, de opdracht. Alle kantoren hebben een vergelijkbaar bouwplan en dezelfde karakteristieken. Het geheel wordt in 1964 door de Algemene Bank Nederland (ABN) overgenomen.
Het bankgebouw in Eindhoven Het ontwerp van het bankgebouw Wal 15 in
Niel Steenbergen is opgeleid aan de Tilburgse Academie voor Beeldende en Technische Vakken, ontwikkelt zich verder op het Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen en vertrekt vervolgens naar de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. In 1938 wint hij de Prix de Rome in goud en gaat werken op verschillende plaatsen in Europa. In de Tweede Wereldoorlog weet hij te ontsnappen aan de Cultuurkamer door docent te worden aan de Tilburgse Academie. Met twee andere kunstenaars richt hij de voorloper van Kunstacademie St. Joost in Breda op. Niel Steenbergen is een van de meest gerenommeerde beeldhouwers uit de wederopbouw. Mogelijk is hij ook de maker van een vergelijkbare, wat omvangrijker, omlijsting met ranken en vogels van het bankgebouw in ‘s-Hertogenbosch.
Natuursteenmozaïek Theo Mols volgt vanaf 1947 een tekenopleiding in Tilburg en vervolgens de Middelbare Kunstnijverheidsschool in Eindhoven. Hij
Deuromlijsting met beeldhouwwerk van Niel Steenbergen.
Glas-in-betonraam met betonplastiek buitenzijde, 1960.
Conclusies De voormalige bank in Eindhoven maakt deel uit van een unieke serie van bankgebouwen ontworpen door Herman Kraaij vanger. En vooral hier komt de bijzondere samenwerking tussen architect en kunstenaar, zo kenmerkend voor de wederopbouwperiode, goed tot uitdrukking. Het gebouw is nog in redelijke tot goede staat en ook na de overname door ABNAMRO niet ingrijpend gewijzigd. Het is een belangrijk wederopbouwmonument en vormt in Eindhoven een karakteristiek ensemble in de omgeving met het centrale Plein en het Van Abbe museum. Vanwege de aanwezige waarden heeft Heemschut de gemeenteraad tijdens een positief ontvangen lezing opgeroepen om het bankgebouw te beschermen als gemeentelijk monument.
Foto’s: Willem Heijbroek
wordt lid van de Vereniging van Beoefenaars van de Monumentale Kunsten als onder andere glazenier, vervaardiger van natuur steenmozaïeken, beeldhouwer en monu mentaal schilder. Werk van hem is te vinden in een groot aantal kerken, zorgcentra en ziekenhuizen door het gehele land. Na 1960 nemen de opdrachten voor kerkramen af. Het mozaïek in het Eindhovense bankgebouw stelt een gezin voor en vertoont overeenkomsten met een mozaïek in het portaal van de Dominicuskerk in Rotterdam, opgenomen in de rijksmonumentenlijst. Deze natuursteenmozaïeken zijn van een hoge kwaliteit en vrij zeldzaam binnen zijn oeuvre en verdienen behouden te worden.
Louis van Roode begint in 1928 op veertienjarige leeftijd als grafisch ontwerper voor drukkers en uitgevers en krijgt een opleiding aan de Rotterdamse Academie van Beeldende Kunsten bij Antoon Derkzen van Angeren. Hij ontwikkelt zich tot vrij beeldend kunstenaar. Na de Tweede Wereldoorlog gaat Van Roode zich steeds meer specialiseren in de monumentale kunst, met als eerste opdracht het monument voor de gevallen verzetsstrijders op de begraafplaats Crooswijk in Rotterdam. Het monumentale werk begint erkenning te krijgen na een expositie in het Amsterdamse Stedelijk Museum. De veelzijdigheid van Louis van Roode komt tot uitdrukking in de productie van wandschilderingen, beelden, glas- en keramische mozaïeken, glas-in-betonramen en plastieken. Hij beheerst en ontwikkelt niet alleen veel technieken, maar weet ook leiding te geven aan groepen medewerkers en leerling kunstenaars. Na 1950 gaat hij zich toeleggen op glas- en keramische mozaïeken. Een nieuwe tak van sport zijn de glas-in-betonramen met als hoogtepunt het 53 meter hoge kunstwerk op een zijwand van het districtspostkantoor in Rotterdam. Hij ontwikkelt deze techniek zodanig dat het beton niet alleen als houder van het glas functioneert, maar ook een zelfstandig onderdeel van het kunstwerk uitmaakt. Een eerste toepassing hiervan is het glasin-betonraam voor de bank in Eindhoven. Door de in beton gegoten organische figuren krijgt het kunstwerk een extra dimensie.
Bron: RKD, Den Haag
Foto: Willem Heijbroek
Glas-in-betonraam
Glas-in-betonraam door Louis van Roode,
Detail van raam buitenzijde.
Natuursteenmozaïek door Theo Mols.
binnenzijde. december 2016 |
13
ZUID-HOLLAND
Koni gebouw in gevaar
om de aanwijzing als gemeentelijk monument
pand heeft een frisse actuele uitstraling en een
Oud-Beijerland - Op 11 februari 2014 heeft
weer in te trekken. Heemschut Zuid-Holland
solide constructie, die verschillende vormen
de gemeente Oud-Beijerland besloten om het
heeft hiertegen bezwaar aangetekend. Het
van hergebruik toelaten. Het enige argument
Koni-kantoorpand in Oud-Beijerland, daterend
Koni-kantoorpand is van groot belang als zicht-
om de gemeentelijke monumentenstatus op
uit de wederopbouwperiode, aan te wijzen als
baar blijk van de naoorlogse historie van Oud-
te heffen is het financiële belang van Koni. De
gemeentelijk monument. Op 15 juni 2016,
Beijerland. Juist vanwege de langdurige band
gemeente gaat hierbij voorbij aan het advies
twee jaar later, heeft de gemeente besloten
van het bedrijf Koni met de gemeente. Het
van de Commissie Welstand en Monumenten om af te zien van het voorgenomen besluit tot intrekking. Op basis van jurisprudentie kunnen mogelijke nadelige financiële gevolgen voor de eigenaar geen rol vervullen bij het aanwijzen
Foto: Conny Fleurkens
van een pand tot gemeentelijk monument; in geval van intrekken van de monumentenstatus dient grote betekenis te worden gehecht aan alternatieve mogelijkheden voor een zinvol hergebruik van het gebouw. Coralie Stoop
GELDERLAND
Dreyeroord, martiaal monument
zorgen uitgesproken over de sloopplannen.
Heemschut en de Vereniging Vrijwilligers in de
Renkum - In de regio Arnhem/Nijmegen vond in
Gevraagd wordt om kaders te stellen rond de
Archeologie hebben bezwaar gemaakt tegen
1944, tijdens Operatie Market Garden een van
ruimtelijke ontwikkelingen van het gebouw. Er
de vergunningverlening voor de werkzaamhe-
de grootste luchtlandingen plaats. In en om hotel
moet meer rekening gehouden worden met de
den, omdat een actueel archeologisch onder-
Dreyeroord, bij de Britten bekend als The White
historie en de levende sentimenten dienen te
zoek ontbreekt, waardoor bodemresten kun-
House, werd zwaar gevochten. De geschiede-
worden gerespecteerd. Ook wordt gewezen op
nen worden aangetast.
nis van Dreyeroord begint met de bouw van
de mogelijkheid van plaatsing op de gemeen-
een boerderij rond 1820. In 1883 werd op de
telijke monumentenlijst als ’martiaal pand‘.
plek een uitspanning gevestigd. Na de Tweede Wereldoorlog werd het zwaar beschadigde gebouw gerestaureerd en in gebruik genomen als hotel/pension. Op 1 oktober 2014 werd Dreyeroord gesloten. Sinds enige tijd dreigt nu sloop. Door de beladen geschiedenis roept dit wereldwijd veel emoties op. Uit gemeentelijke stukken blijkt dat in 2004 door de toenmalige monumentencommissie het pand is geplaatst op een lijst met zogenaamde ’martiale monumenten‘, objecten die in de oorlog een belangrijke rol hebben Helaas is met dit advies bijna niets gedaan. Hemschut heeft op 22 juni 2016 in een uitvoerige brief aan zowel het college van B&W van de gemeente Renkum als aan het provinciale bestuur van Gelderland haar grote
14
| december 2016
Foto: Mathijs Witte
gespeeld en daarom beschermenswaardig zijn.
Chris Scharten
NOORD-BRABANT
Onooglijk, maar interessant… Werkendam - In het waterrijke gebied rondom de Biesbosch was het noodzakelijk de waterstand goed te reguleren. Het rivierengebied is lang geteisterd door grote overstromingen. In de 19de eeuw werd besloten de Bergse Maas aan te leggen naar een plan uit 1883, om zo het water tussen de rivieren beter te verdelen. Op kleinere schaal waren poldergemalen nodig om droge voeten te houden. Het poldergemaal Vissershang aan de Vissershang 4 te Hank heeft deel uitgemaakt van een netwerk van 21 poldergemalen. Het werd aangedreven met elektriciteit, wat destijds heel modern was. Hank had namelijk eerder dan Geertruidenberg een eigen elektriciteitscentrale, die in 1902 werd geopend. In Geertruidenberg werd de centrale pas in 1920 in bedrijf genomen. Het gemaal met nummer 18 is in eigendom van de gemeente Werkendam en wordt beheerd door de Archief Kring Hank. Heemschut NoordBrabant is in overleg met de gemeente Werkendam om het gebouwtje aan te laten wijzen als gemeentelijk monument. Cultuurhistorisch is Foto: Claudia Versloot
dit waterbouwkundig object belangrijk. Het vertelt het verhaal van de eerste elektrische polderbemaling. Een wellicht op het eerste gezicht nogal onooglijk object, maar met een uiterst bijzondere en interessante geschiedenis. Miriam van den Dries
Storende installatiekasten
pijpen en airco installaties vanaf de straat
Leeuwarden - Tegenover stadsschouwburg De
gezien onopvallend aangebracht’. Zoals te zien
Harmonie, op de hoek van Groot Schavernek
is op de foto voldoen de aangebrachte instal-
en het Ruiterskwartier, zijn enkele panden na
laties op de Neushoorn niet aan deze door het
een flinke verbouwing herbestemd tot poppo-
bestuur zelf vastgestelde regels. Begin dit jaar
dium Neushoorn. De panden zijn gelegen in
is deze kwestie bij het college van B&W onder
het beschermd stadsgezicht Leeuwarden nabij
de aandacht gebracht. De gemeente zoekt met
een stadgracht, die onderdeel is van een van
diverse partijen, waaronder Hûs en Hiem, naar
de meest belangrijke structuren in de stad. Bij
een passende oplossing. Heemschut Fryslân
de Neushoorn zijn - in afwijking van de omge-
heeft tot op heden nog geen voorstel voor een
vingsvergunning - installatiekasten op het dak
goede oplossing voorbij zien komen en heeft
geplaatst, welke zichtbaar zijn vanaf de open-
inmiddels een verzoek om handhaving bij de
bare ruimte. In de welstandsnota staat het vol-
gemeente Leeuwarden ingediend.
gende criterium: ‘ventilatie-, afvoer- en andere
Claudia Versloot
Foto: Jack Janssen
FRIESLAND
december 2016 |
15
Geen monument, maar toch…!
een van de meest toonaangevende architec-
Haaksbergen - Het pleidooi van Heemschut
ten uit zijn tijd. Het hoofgebouw toont door
Overijssel om het gebouw van de vroegere
zijn strakke stijl de liefde van Bedaux voor ‘de
Haaksbergse Landbouwhuishoudschool - een
klassieke tempelfaçade’. Het is uitgevoerd in
icoon van naoorlogse architectuur – de monu-
een warmrode handvormsteen, waardoor de
mentenstatus te geven was vergeefs. Het pand
vele decoraties nog meer opvallen. Bedaux
zou omgebouwd worden tot zorgwoningen. De
was een meester in het aanbrengen van kleine
gemeente besloot de aanvraag af te wijzen,
versieringen, die hij telkens anders uitvoerde,
daarbij gesteund door de monumentenraad.
zoals lantaarns, deurknoppen en kozijnen.
Echter, de ontwikkelaar bleek gevoelig voor de
Het gebouw in Haaksbergen verraadt door
argumenten van Heemschut en deed de toe-
het torentje met klok, de lange gangen en het
zegging om zowel met het exterieur als het
trappenhuis de katholieke oorsprong van de
interieur gewetensvol om te zullen gaan. Dit
architect. Het heeft daardoor een klooster-
zal ook door de gemeente worden vastgelegd
achtige sfeer.
in het verkoopcontract. Zoveel betrokkenheid,
De Ruisschenborgh is een parel voor het cen-
een mooi resultaat!
trum van Haaksbergen, zeker in combinatie met
Het gebouw van de school De Ruisschen-
de harmonieuze nieuwbouw van het theater De
borgh dankt zijn kwaliteit aan de bekende
Kappen. Deze naam is overigens ontleend aan
architect Jos Bedaux (1910-1989). De uit
de zusters van de school. Ook vormt het pand
Tilburg afkomstige bouwmeester is vooral in
een ensemble met een aantal andere gebou-
Zuid-Nederland bekend en ontwierp meer dan
wen in de jarenvijftigstijl in de omgeving.
vijfhonderd bouwwerken. Hij wordt gezien als
Foto: Jan Astrego
OVERIJSSEL
Jan Astrego
Foto: Stichting Mart van Schijndel
AMSTERDAM
Het jongste monument!
van het Oudhof effectenkantoor treffen we ver-
Amsterdam - Op verzoek van Heemschut
wijzingen aan naar de architectuur van de Hol-
Amsterdam is het gebouw Oudhof, Rokin 99,
landse en Italiaanse Renaissance. Het materi-
aangewezen tot gemeentelijk monument. Het
aalgebruik is echter uitgesproken modern. De
Oudhof effectenkantoor is in 1990 gebouwd
bemoeienis van de architect beperkte zich niet
naar ontwerp van architect Mart van Schijndel
tot de buitenzijde, ook het interieur werd zeer
en is nu het jongste monument van Amster-
zorgvuldig ontworpen. Vlak na de oplevering
dam. Mart van Schijndel heeft een aantal pro-
trok het Oudhof effectenkantoor veel aandacht.
jecten op het gebied van architectuur en interi-
Het werd vanwege zijn opvallende architectuur
eurvormgeving op zijn naam staan. Daarnaast
zeer gemengd ontvangen en behoort tot de
was hij in de jaren tachtig en negentig bekend
meest besproken voorbeelden van moderne
als industrieel ontwerper. Van Schijndel over-
architectuur in de historische binnenstad van
leed in 1999 op 56 jarige leeftijd.
Amsterdam. Heemschut Amsterdam is blij dat
In het Oudhof effectenkantoor bevinden zich
dit voor Nederland zeldzame en hoogwaardige
kantoorruimte en een woning. Het gebouw
voorbeeld van postmodernisme nu een goede
heeft een zeer opvallende, veelal postmo-
bescherming heeft gekregen.
dern genoemde gevel. Het pand behoort tot de bekendste werken van Mart van Schijndel. De architect kreeg van de opdrachtgever alle ruimte om zijn visie uit te werken. In de gevel
16
| december 2016
Norman Vervat
verwante organisaties voor de Statenleden een
nu beloond met een resultaat waarover wij, op
excursie in het gebied georganiseerd. En op de
zijn Gronings uitgedrukt, ‘niet ontevreden’ zijn.
valreep leidde een gerichte actie met een zeer
Maar wij wachten met spanning op de door-
gedreven particulier (Ingrid Mortiers), Libau (de
werking van dit provinciale beleid in de visies
onafhankelijke adviesorganisatie voor ruimte-
en plannen van de gemeenten. Wordt een
lijke kwaliteit) en de hoogleraar landschapsge-
en ander ook concreet vertaald in gemeen-
schiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen
telijke
(Theo Spek) samen met enkele politieke par-
plannen? En belangrijker nog: wordt er ook
Op 1 juni stelde de Provinciale Staten van Gro-
tijen (GroenLinks, PvdA en D66) en betrokken
GEHANDHAAFD? Want dat is het volgende
ningen de nieuwe Omgevingsvisie en -veror-
ambtenaren tot een amendement in de Sta-
onderwerp waar Heemschut Groningen zich de
dening 2016-2020 vast (Zie ook 2016, afl. 1
tenvergadering. Dit amendement kan worden
komende tijd vooral op zal richten.
en 2). Hierin zijn de bescherming van en het
gezien als een aanscherping en completering
omgaan met het landschap, het gebouwde en
van de stimulerende teksten over de integrale
groene erfgoed en de archeologische en aard-
en in samenhang te beschermen waarden,
kundige waarden in één hoofdstuk samenge-
karakteristieken en kwaliteiten in deze gebie-
bracht. Dat is bijzonder want tot nu toe werden
den. In de Omgevingsvisie waren deze kenmer-
deze onderwerpen apart behandeld, met alle
ken van het Groninger Wierdenland en Oldambt
gevolgen van dien!
overigens al opgenomen. De provincie Gronin-
Heemschut Groningen heeft in dit proces een
gen loopt hiermee vooruit op de nieuwe Omge-
belangrijke rol gespeeld. Voortdurend werden
vingswetgeving die over enkele jaren zal worden
er zienswijzen ingediend, werd er ingesproken
ingevoerd en kan als voorbeeld gezien worden.
bij statencommissievergaderingen en vooral
Iets dat navolging verdient!
aan het opbouwen van contacten met bestuur-
Onze jarenlange, voortdurende en niet afla-
ders, politici en ambtenaren. Er verschenen
tende inzet om ‘aan de voorkant’ van de
interviews en artikelen en er werd samen met
beleidsontwikkeling invloed uit te oefenen, is
GRONINGEN
Omgevingsvisie beschermt
omgevingsvisies
en
bestemmings-
Pier Bosch
Foto: Vincent Hirt
ZUID-HOLLAND
Werkgroep Monumentale Kunst
betreft een afbeelding in mozaïek van de heilige
Rotterdam - Louis van Roode (1914-1964)
Clara, afkomstig uit het voormalige Sint Clara
was na de oorlog betrokken bij diverse weder-
Ziekenhuis in Rotterdam-Zuid. Het kunstwerk is
opbouwprojecten in Rotterdam. De kunstenaar
tijdens de verhuizing van het ziekenhuis naar de
voorzag de nieuwe bebouwing in de stad van
nieuwe locatie in de wijk Lombardijen door het
wandschilderingen, mozaïeken en dergelijke.
ziekenhuis gered. Daarna is het in de opslag ver-
Ook elders in Nederland is werk van zijn hand
dwenen en dreigde het alsnog verloren te gaan.
te vinden. Van Roode was zeer veelzijdig,
In de herfst van 2015 heeft Werkgroep Monu-
werkte in diverse technieken en ontwikkelde
mentale Kunst van Heemschut contact gezocht
zich gaandeweg van een figuratief tot abstract
met het ziekenhuis om Clara, na een noodza-
kunstenaar.
kelijke lichte restauratie, een eervolle plek in
Veel werk van Louis van Roode is in de afge-
het nieuwe Maasstad Ziekenhuis te geven. Dit
lopen decennia verloren gegaan door sloop en
voorstel werd positief ontvangen. In mei 2016
renovatie van gebouwen. Groot was dan ook
is met steun van de WMK de restauratie en her-
de vreugde toen medio 2015 bleek dat een
plaatsing van het werk gerealiseerd.
verloren gewaand werk toch nog bestond. Het
Norman Vervat
december 2016 |
17
LIMBURG
tussen Overloon en Venlo. Het raadhuis, in de
zodanige wijziging dat het oude raadhuis
Wanssum - Eind 1944 werd Wanssum zwaar
aan de Maas gelegen Noord-Limburgse plaats,
gespaard blijft. Het is een prominent en beeld-
beschadigd als gevolg van de gevechten tus-
werd opgeblazen. Het in 1940 door Alexander
bepalend gebouw in een dorp dat al veel van
sen Duitse en geallieerde troepen aan het front
Kropholler ontworpen gebouw werd tien jaar
zijn karakteristieken verloren heeft. Een groot
later herbouwd, eveneens naar een ontwerp
deel van de inwoners heeft al laten weten
van Kropholler. Nadat het bij de gemeente-
tegen de sloop van het karakteristieke pand te
lijke herindeling zijn functie verloor, werd er
zijn. Met een wijziging van de plannen moet het
een restaurant in gevestigd. Als uitvloeisel van
mogelijk zijn het te behouden.
maatregelen om de omgeving van de Maas
Wat zich naar het oordeel van de commissie
beter tegen overstroming en wateroverlast te
wreekt, is dat bij de planvorming om de rivier
beschermen, is een gebiedsontwikkelingsplan
veiliger te maken onvoldoende centrale regie
voor Wanssum opgesteld. De aanleg van een
op omgevingskwaliteit wordt gevoerd. Heem-
klimaatbuffer is aangegrepen voor talrijke ver-
schut Limburg heeft dat de provincie al eerder
anderingen in het dorp. Op grond van het plan
laten weten in reactie op de uitwerking van het
moet het oude gemeentehuis verdwijnen.
Deltaprogramma Maas.
Bron: Archief Heemkundevereniging Meerlo-Wanssum
Redt het raadhuis
Heemschut Limburg heeft gevraagd om een
Het raadhuis uit 1954.
DRENTHE
Harde eisen aan windmolens Drouwenermond - Als er al een windmolenpark in de Drentse Monden en Oostermoer moet komen dan een die zo min mogelijk overlast veroorzaakt. Met dat doel diende Heemschut Drenthe een zienswijze in. Het plan schrijft nu nog niet voor dat de nieuwste technieken gebruikt moeten worden, die licht- en geluidsoverlast beperken. Ook is nergens iets vast gelegd over het type molen. Bij drie initiatiefin het landschap. Het plan voorziet in vijftig windturbines van maximaal drie megawatt. Met een maximale hoogte van 145 meter en een maximale rotordiameter van 131 meter. Deze molens zijn in dit open gebied bij helder weer tot op zeker 25 kilometer afstand zichtbaar. Heemschut Drenthe constateert dat het windpark een einde maakt aan de grote openheid van het veenkoloniaal landschap. Het park vormt ook een grote aantasting van het woonen leefklimaat van de inwoners van Drouwenermond. Als minister Kamp in september vijf
Foto: Wikimedia commons, Gouwenaar 2009
nemers is dat vragen om een rommelig geheel
molens zou schrappen, dan zou het dorp niet aan twee kanten worden ingesloten.
18
| december 2016
De kerk van Drouwenermond straks in de schaduw?
Hans Vermeer
NOORD-HOLLAND
Woontorens: moet dat mogen? Haarlem - Als het aan de gemeente Haarlem en projectontwikkelaar HBB ligt, komen er in het centrum van Haarlem twee woontorens. En dat is opvallend, want het historische centrumgebied van Haarlem is tot nu toe verschoond gebleven van hoogbouw. Het Gonnetgebied, waar de torens zijn gepland, ligt in de noordoosthoek van de Haarlemse binnenstad en is een verouderd bedrijventerrein, dat om herontwikkeling vraagt. Een herontwikkeling vinden Heemschut Noord-Holland en haar lokale partner Vereniging Haerlem een goede zaak en die vindt deels al ‘organisch’ plaats. Maar de manier waarop de gemeente en de projectontwikkelaar een deelontwikkeling willen toevoegen, is niet de manier die goed is voor de stad en dit stadsdeel. Het Gonnetgebied leent zich goed om een gemengd woon-/werkgedie uit het HBB-plan blijkt, zal leiden tot een monotone woonfunctie met massieve gebouwen en twee torens, met plinten die niet zullen leiden tot een levendige, openbare ruimte. Ons belangrijkste bezwaar betreft de torens, die tot nu toe not done zijn in het centrum
Foto: Peter Koppen
bied te worden. Maar de massieve verdichting
van Haarlem en die ook een precedentwerking zullen hebben voor nog meer torens in het historische centrum. Verder wil de projectont-
ook niet binnen een eerder door de gemeente
wikkelaar alle bedrijfsgebouwen in het gebied
vastgesteld ruimtelijk-functioneel plan voor het
slopen op één na, het voormalige laboratori-
gebied. Heemschut en de Vereniging Haerlem
umgebouw van Gist Brocadis, een gemeente-
zijn in gesprek met de projectontwikkelaar
lijk monument. Onder de sloop valt een aantal
en de gemeente en hebben daar hun visie
cultuurhistorisch interessante gebouwdelen die
en bezwaren op tafel gelegd. Afhankelijk van
zich goed lenen voor herbestemming en wat
de resultaten van dit overleg zal onze positie
ons betreft dus behouden moeten worden. De
bepaald worden.
gemeente wil de projectontwikkelaar volledige medewerking verlenen. Onder andere door het bestemmingsplan aan te passen. Verschillende onderdelen van het bouwplan zijn strijdig
Peter Koppen
In de rubriek Heemschut Actief publiceren we steeds een aantal activiteiten waar de verschillende commissies van Heemschut zich voor inzetten. Voor de meest actuele beschermingsactiviteiten en de laatste ontwikkelingen volgt u ons op Facebook: Erfgoedvereniging Heemschut. Ook op onze website www. heemschut.nl vindt u regelmatig nieuws over de activiteiten van onze vereniging.
met het huidige bestemmingsplan en passen
december 2016 |
19
Schouwen-Duiveland
Door een actieve erfgoedbeschermer werd Heemschut Zeeland in 2012 gewe zen op de slechte staat waarin het huis Heereweg 8 in Noordgouwe, gemeente Schouwen-Duiveland, verkeerde. In het centrum van het plaatsje werd al eerder een historisch boerderijcomplex met diverse schuren gesloopt. De gemeente had ook al een omgevingsvergunning voor sloop voor dit pand afgegeven. Via het Meldpunt Bedreigd Erfgoed
Zeeland heeft Heemschut Zeeland de gemeente en de eigenaar erop gewezen dat het pand een van de laatste karak teristieke art deco huizen in het dorp Noordgouwe betrof. Daarop vernam de commissie dat het object verkocht was aan de familie Borsboom. Deze bleek andere plannen te hebben en wilde zich ondanks de afgegeven sloopvergunning juist inzetten voor behoud en herstel van de woning.
BEDREIGD
GERED Noordgouwe - Heereweg 8
Het restauratieproces was geen een voudige klus, maar men begon er voort varend aan. Twee jaar na de aankoop was dat al duidelijk te zien. Onlangs kreeg Heemschut Zeeland van de fami lie Borsboom bericht dat het pand nu helemaal gerestaureerd is. De door hen bijgevoegde foto laat zien hoe het pand, dat gedoemd was tot sloop, ten slotte een aanwinst voor Noordgouwe is geworden. Dit bijzondere geval bewijst dat particulier initiatief, visie, inzicht en doorzettingsvermogen uiteinde lijk worden beloond. Niet alleen voor het eigen woongenot, maar ook voor iedereen die het 770 inwoners tellende plaatsje bezoekt, dat bovendien een rijks beschermd dorpsgezicht is.
Nieuwe leden
Culturele vloggers Regelmatig melden zich nieuwe leden aan bij Heemschut. Maar wie zijn zij en waarom voelen zij zich betrokken bij de bescherming van ons erfgoed? In deze rubriek introduceren we een aantal nieuwkomers bij Heemschut. Deze keer Carin Koopman en Kees Prins, culturele vloggers te Kampen. Eric le Gras
Carin en Kees zijn samen lid geworden. Ze kwamen in contact met Heemschut door een excursie langs de Dokkumer Ee in Friesland en een concert in Zwolle. Carin: ‘En daarover hadden we dan weer gehoord via Facebook.’ Daarmee is de toon voor het gesprek gezet. Carin en Kees willen vertellen over social media en wat die voor het culturele erfgoed kunnen betekenen. Carin is kunstenares en maakt filmpjes, waarin ze vertelt over historische panden en plaatsen in Kampen. Kees is ict’er en hanteert de camera: ‘Op www.cultuurZien.nl kun je het resultaat bekijken.’
Foto: Joost Dekker
Interesse kweken
Carin Koopman en Kees Prins in actie.
22
| december 2016
De filmpjes zijn populair, vertelt Carin: ‘We publiceren ze op Facebook, Youtube en ook bij diverse lokale gedrukte en online media. Zo werkt het tegenwoordig als je aandacht wilt vragen voor cultureel erfgoed. Zeker als je ook jongeren wilt bereiken. Met name via de social media verspreidt zo’n video zich via vrienden en volgers.’ De twee nieuwe Heemschutters maken kennelijk wat los, want er zijn regelmatig mensen die reageren. Carin: ‘Als iemand anders iets post dat ons aanspreekt, dan doen wij dat ook. Op den duur kan er zo een
online netwerk ontstaan van mensen met dezelfde belangstelling.’ Volgens Carin en Kees doet Heemschut het trouwens zeker niet slecht op het gebied van de social media. Kees: ‘We zijn natuurlijk niet voor niets via Facebook bij Heemschut terecht gekomen. Als we iets posten, krijgen we ook vaak een positieve reactie van het landelijke bureau van Heemschut. Daar zitten mensen die actief bezig zijn met het onderhouden van contacten via Twitter of Facebook.’
Kennis delen Maar Carin en Kees kunnen zich ook voorstellen dat sommige provinciale Heemschut-afdelingen minder bekend zijn met de mogelijkheden van de sociale media. Carin: ‘Dat zou jammer zijn, want bij het beschermen van monumenten kun je via de social media vaak contact leggen met mensen met wie je kunt samenwerken. Kees en ik werken allebei, dus erg veel tijd hebben we niet. Maar als er Heemschutters met concrete vragen bij ons komen, dan willen we met alle plezier onze kennis over deze vorm van social media delen.’
Special Dag van kasteel. Kastelen zijn een geliefde plek voor jong en oud.
Nederlandse Kastelenstichting
Kennis- en opleidingscentrum bij uitstek Al 70 jaar zet de NKS zich in voor onderzoek naar en kennisverspreiding van kastelen en buitenplaatsen. De begeleiding en de opleiding van een nieuwe generatie onderzoekers en de uitbreiding van samenwerkings verbanden met andere kennisinstituten, staan hoog in het vaandel. Een nieuwe koers is ingezet. Beeldmateriaal: Nederlandse Kastelenstichting
Coosje Berkelbach
december 2016 |
23
Special De Nederlandse Kastelenstichting (NKS) is op 28 november 1945 opgericht. Het programma van de jubileumbijeenkomst, precies 70 jaar later, spreekt boekdelen als het gaat om waar de stichting nu staat. Directeur Heidi van Limburg Stirum heette de bezoekers welkom met een terugblik op de periode rond de oprichting. Gedurende de oorlog hadden kastelen en buitenplaatsen veel te lijden gehad. Maar tijden veranderen en de NKS beweegt mee. Zo bleek uit de terug- en vooruitblik van wetenschappelijk medewerker Fred Vogelzang. Professor Marlite Halbertsma sprak over ‘Erfgoedkennis, erfgoedverhalen, erfgoedinformatie’, want erfgoed staat in de belangstelling en iedereen praat mee. Daarom is het van belang om deze drie van elkaar te scheiden. Dat geldt ook voor de hoeveelheid materiaal die voor handen is op het wereldwijde web, zo bleek uit de bijdrage van Martijn van der Kaaij, ‘De waarde en waarheid van digitale toegankelijkheid’. Met het oog op de toekomst wil de NKS ook haar digitale aanwezigheid op het internet verstevigen. Aan het eind van de bijeenkomst werd een
De nieuwe generatie deskundigen. Studente in de bibliotheek van de NKS in Wijk bij Duurstede.
24
| december 2016
publieksversie gepresenteerd van het proefschrift over Woontorens van Taco Hermans, wetenschappelijk adviseur van de NKS. Want het overbrengen van wetenschappelijke kennis op een groot publiek staat hoog op de agenda van de stichting, die niet voor niets ‘Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats’ aan haar naam toevoegde. Velen kennen de NKS van studiemiddagen en excursies die georganiseerd worden voor de grote groep wetenschappers en liefhebbers van kastelen en buitenplaatsen. En nog eens tienduizenden bezoeken een kasteel of buitenplaats op de eveneens door de NKS georganiseerde Dag van het Kasteel. Maar wat is de NKS nou eigenlijk? Het werk van de vier parttime medewerkers en een grote groep vrijwilligers speelt zich voornamelijk af achter de schermen.
Kenniscentrum Al sinds de oprichting is de NKS een kenniscentrum. Tegenwoordig is, in de grote brei van informatie die beschikbaar is, de vindbaarheid van wetenschappelijke kennis van toenemend belang. Een groot deel van de kantoorruimte van de NKS bestaat uit een van de grootste bibliotheken op het gebied van kastelen en buitenplaatsen, documentatiemateriaal, een beeldbank en een archief. De basis van deze verzameling is de nalatenschap van boeken, foto’s en het archief van de eerste hoogleraar kasteelkunde professor Renaud en de privéverzameling van oud-directeur Phons Schellaert. De collectie is in de loop der jaren aangevuld met vele schenkingen, nieuwe wetenschappelijke publicaties en een schat aan beeldmateriaal. Ode aan de vrijwilligers die zorgvuldig deze vaak niet gedocumenteerde papiermassa en afbeeldingen hebben ontsloten. En ook de digitalisering van de inmiddels ruim zeventigduizend foto’s vordert gestaag. Daarnaast wordt sinds de jaren negentig bij de NKS gewerkt aan het Kastelenlexicon, een nog altijd groeiende online database met informatie over meer dan vijfentwintighonderd bestaande en verdwenen kastelen in Nederland. Deze collectie maakt de NKS nog altijd het kenniscentrum bij uitstek.
Directeur Heidi van Limburg Stirum tijdens de Jubileumbijeenkomst 28 november 2015, de 70ste verjaardag van de NKS.
Nieuwe generatie Bij NKS werken twee parttime wetenschappelijk medewerkers, Ben Olde Meierink en Fred Vogelzang, die gerekend mogen worden tot de grootste kenners op het gebied van kastelen en buitenplaatsen in Nederland. Zij zijn niet alleen onderzoekers, maar hebben ook een grote bevlogenheid om hun enorme kennis over te dragen; ten eerste aan universitaire studenten. Waar kom je tegenwoordig als student nog binnen op een plek waar je het hele wetenschappelijke proces van het scherpstellen van je onderwerpkeuze tot en met de publicatie kunt doorlopen? Bij de NKS wordt je ontvangen door echte kenners, die op de eerste dag de bibliotheek voor je doorspitten en je verbijsterd achterlaten met een grote stapel boeken. Hier leer je onderzoek doen! Je begeeft je in het wetenschappelijke hol van de leeuw, je mag deelnemen aan excursies, congressen en gebruik maken van het enorme netwerk van de NKS, waardoor vrijwel alle kasteeldeuren voor je opengaan. Je ontmoet er medestudenten van andere vakgroepen en universiteiten. Sociaal geografen, kunsthistorici en bouwhistorici, maar ook studenten uit Wageningen weten voor hun bachelor- of masterscriptie hun weg naar Wijk bij Duurstede te vinden. De begeleiders staan altijd voor je klaar, maar daar moet natuurlijk wel wat tegenover staan. Iedere student presenteert zijn of haar onderzoek tijdens een
Special studiemiddag, publiceert het op de website en schrijft een artikel in ‘Kasteel & Buitenplaats’, het tijdschrift van de NKS dat ieder kwartaal uitkomt. Maar het allerbelangrijkste is: Zo wordt een nieuwe generatie opgeleid, waardoor je de toekomst veiligstelt. In de roerige tijden van universiteiten, waarbij vakgroepen komen en gaan, blijft de NKS een stabiele factor op het onderwijsgebied van kastelen en buitenplaatsen.
Samenwerken Samenwerking, een van de steunpilaren van de nieuwe koers van de NKS, geldt ook voor de relatie met de universiteiten. Gezamenlijk wordt gewerkt aan het opstellen van een vijfjarenplan om studenten meer gericht te kunnen inzetten. Wat zijn de actuele onder-
Geschiedenis van de NKS Voor het beheer van de vele landgoederen met kastelen en buitenplaatsen, die in 1945 na de Duitse capitulatie in handen van de overheid kwamen, werd in 1945 het Nederlands Beheersinstituut (NBI) opgericht. Beheer van erfgoed was een vak apart en daarom werd enkele maanden later een adviescommissie ingesteld: De Nederlandse Kastelenstichting (NKS). Drie jaar later, in 1948, heeft de NKS haar werkterrein verlegd van het ondersteunen van eigenaren bij het beheer naar bewustmaking van een breder publiek. In 1980 nam de stichting het initiatief om een leerstoel kastelenkunde in te stellen. Jaap Renaud, autodidact archeoloog en bouwhistoricus, was de eerste hoogleraar. Enkele jaren later werd hij opgevolgd door de stadsarcheoloog van Den Bosch, Hans Janssen. De NKS heeft zich ontwikkeld tot het belangrijkste onafhankelijke kennisinstituut op het gebied van kastelen, buitenplaatsen en hun historische omgeving.
Medewerkers en vrijwilligers van de NKS.
werpen die van invloed zijn op de cultuurhistorische waarde van onze kastelen en buitenplaatsen? Vier belangrijke thema’s staan inmiddels op de agenda. Op het International Planning History Society (IPHS) congres in Delft heeft de NKS afgelopen zomer aandacht gevraagd voor ‘De bedreiging van buitenplaatsen door verstedelijking’. Volgend jaar zal in samenwerking met de TU Delft een extra Engelstalige editie van Kasteel & Buitenplaats worden uitgebracht over dit onderwerp. Hierin zal de noodkreet over die dreiging worden onderbouwd. Met deze editie onder de arm gaat de NKS op zoek naar financiering voor vervolgonderzoek. Een ander onderwerp is ‘Het verdwijnen van het onderhuis’. Aan aandacht voor de belle etage van kastelen is geen gebrek, maar het kasteel als mini-bedrijf met veel personeel, dreigt verloren te gaan. Ook staan ‘Het spanningsveld tussen toerisme en erfgoed’ en ‘Het hergebruik van kastelen en buitenplaatsen’ op de onderzoeksagenda. Over dit laatste onderwerp is al een eerste grote stap gezet. Op het afsluitend sumposium op 3 december is op de Arnhemse buitenplaats Museum Bronbeek de publicatie Nieuwe functies voor kastelen en buitenplaatsen. Een eeuw herbestem-
ming gepresenteerd. Het boek bevat een synthese van verschillende onderzoeken die door studenten onder begeleiding van de NKS zijn verricht.
Kennis en wetenschap Niet alleen kennis opdoen, maar ook het verspreiden van kennis is een belangrijke doelstelling van de NKS. Behalve aandacht voor de wereld van de wetenschap, richt de stichting zich ook op de (bijzonder) geïnteresseerde leek. Op de jaarlijks terugkerende Dag van het Kasteel krijgen alle geïnteresseerden de gelegenheid kastelen en buitenplaatsen te bezoeken. De lijst van wetenschappelijke publicaties in boeken en tijdschriften waarbij de NKS betrokken is, is lang, heel lang. Een belangrijke bron, waar nieuw onderzoek het licht ziet, is het voornoemde tijdschrift Kasteel & Buitenplaats. Naast artikelen over de nieuwste onderzoeken - niet alleen van studenten, maar ook van vele kenners uit het veld - worden de nieuwste publicaties besproken. Daarnaast verschijnen boeken, worden onderzoeksrapporten op de website geplaatst en lezingen gegeven op studiedagen en congressen in binnen- en buitenland. Zo is de NKS altijd vertegenwoordigd op het tweejaarlijks congres Chateau
december 2016 |
25
Special en krijgen een privé rondleiding. Ook hier gaan samenwerking met de eigenaren en kennisoverdracht van de betreffende huizen hand in hand.
Dag van het Kasteel
26
| december 2016
Iedereen heeft wel iets met kastelen en buitenplaatsen: het zijn markante locaties, ze roepen sprookjesachtige herinneringen op en maken onderdeel uit van de diepgewortelde geschiedenis van een plaats. De gemiddelde kasteelbezoeker is wat ouder en wat jonger, want vaak zijn het de grootouders die hun kleinkinderen meenemen voor een eerste bezoek. Voor de tussenliggende generaties zijn het geliefde trouw- en feestlocaties, wandelgebieden en mijmerplekken. Rond deze bijzondere plaatsen hangen altijd veel verhalen. De NKS, kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats, zet zich in om de wetenschappelijke kennis te verspreiden voor een zo breed mogelijk publiek. Er wordt daarbij nauw samengewerkt met andere erfgoedpartners, zoals Heemschut. Zij doet dat omdat ze er van overtuigd is dat deze kennis het leven verrijkt, de beleving van dit bijzondere erfgoed verdiept en het maatschappelijk draagvlak versterkt. Want kastelen en buitenplaatsen zijn het waard te behouden! NKS, kenniscentrum voor kasteel en buitenplaats: www.kastelen.nl Coosje Berkelbach is Freelance architectuurhistoricus
0
86
68
15
137
31
69
39
98
Functies van de ruim 1000 kastelen en buitenplaatsen in Nederland
57
19
particulier bewoond (schatting)
41
ruïne
50
overige
50
gemeentehuis
100
museum
150
horeca
200
evenementen
250
educatieve instelling
300
stadspark
Nederland kent een grote groep geïnteresseerden in kastelen en buitenplaatsen, die financieel een steentje bij wil dragen. Ieder jaar ondersteunen bijna achthonderd donateurs de stichting met een bijdrage van vijfendertig euro. Daar staat veel tegenover. Vier keer per jaar krijgen zij het blad Kasteel & Buitenplaats, is men welkom op studiemiddagen. Bovendien kunnen donateurs zich als eerste inschrijven voor vier tot zes excursies per jaar, die worden georganiseerd door twee enthousiaste vrijwilligers. Kastelen en landhuizen die vaak voor het publiek gesloten blijven, worden voor deze liefhebbers opengesteld. De gasten worden vaak door de huiseigenaren zelf ontvangen
kantoor en bedrijf
Donateurs
culturele instelling
Gaillard, het kastelencongres voor onderzoekers uit heel Europa. Deze organisatie is voornamelijk gericht op middeleeuwse kastelen. Sinds kort is NKS betrokken bij ENCOUNTER (European Network for Country House and Estate Research), een nieuw samenwerkingsverband met de Scandinavische landen en in het bijzonder Denemarken op het gebied van buitenplaatsen.
gezondheidszorg
Amerongen bij de viering van 70 Jaar NKS.
religieuze instelling
Ben Olde Meierink op het dak van kasteel
In 2005 mobiliseerde de NKS de gehele erfgoedwereld voor ‘Het jaar van het Kasteel’. Door deze extra aandacht bleek de belangstelling zo groot, dat dit niet zonder vervolg mocht blijven. Sinds 2008 organiseert de NKS jaarlijks de landelijke Dag van het Kasteel. Inmiddels zijn we bijna tien jaar verder en openen ruim honderd kastelen en buitenplaatsen op Tweede Pinksterdag de deuren om meer dan 70.000 bezoekers te ontvangen. Voor de organisatie is een parttime medewerker aangesteld. Omdat het onmogelijk is iedereen persoonlijk te ondersteunen, worden jaarlijks twee provincies aangewezen als aandachtsgebied. Hier wordt samenwerking gezocht met andere erfgoedorganisaties en inhoudelijke verdieping aangeboden. Nog altijd groeit de belangstelling onder de landgoedeigenaren in binnen- en buitenland. Het succes van de Dag van het Kasteel is dit jaar beloond met een substantiële subsidie gedurende vier jaar van het Fonds voor Cultuurparticipatie.
Voor Jong en Oud
300
Gastcolumn
Samenwerking monumentensector als voorbeeld! Pieter Siebenga
Het is natuurlijk een hele eer te worden gevraag om een bijdrage te leveren in deze aflevering van Heemschut. Helemaal omdat het tegelijk valt met mijn vertrek bij het Nationaal Restauratiefonds. Na ruim achttien jaar bij dit mooie fonds gewerkt te hebben, is het tijd voor een nieuwe stap. Het is dan ook een goed moment om terug te kijken en dat doe ik met enige trots. De sector staat er goed voor. Er is in de afgelopen jaren veel werk verzet door ondernemende eigenaren en door vele organisaties. Mede daardoor staan onze monumenten er goed bij.
van 1997 tot en met 2016 directeur van het Nationaal Restauratiefonds
Dat is uiteraard niet vanzelf gegaan. Dit lukt alleen maar als er goed wordt samengewerkt en er ook voldoende middelen zijn om projecten van de grond te krijgen. Qua samenwerking vind ik de monumentenwereld nog steeds een voorbeeld voor andere sectoren. Uiteraard zijn er soms tegenstellingen en verschillende belangen, maar het einddoel is voor nagenoeg iedereen hetzelfde. Wij staan hier misschien niet altijd voldoende bij stil.
Gelukkig is het Restauratiefonds in staat om eigenaren van monumenten goed te helpen met kennis, financieringsfaciliteiten en het uitbetalen van subsidies. Inmiddels is er een heel bouwwerk van regelingen. Ik merkte in mijn contacten met eigenaren hoe belangrijk het voor hen is om zekerheid te hebben over de financiĂŤle mogelijkheden. Alleen al het voornemen van de minister om de fiscale aftrek voor rijksmonumenten te laten vervallen had daarom een grote impact. De fiscale regeling bestaat al ruim 30 jaar en heeft haar positieve effect meer dan bewezen. Het is van groot belang dat een vervanging in een nieuwe en andere regeling uiterst zorgvuldig gaat plaatsvinden. Via de politiek en door economische ontwikkelingen zullen er altijd onverwachte dingen gebeuren, maar ook voor de komende jaren ben ik ervan overtuigd dat goede oplossingen gevonden worden. De sterke wil en gedrevenheid van eigenaren om hun monument mooi en in stand te houden, heb ik in mijn Restauratiefonds jaren vaak bewonderd. Wat zou het geweldig zijn als zij zich gesteund blijven voelen in hun plannen. Dat wens ik u en hen van harte toe! ď Ž
Foto: Nationaal restauratiefonds
Heemschut vervult in dit geheel een belangrijke rol. Het is namelijk altijd goed als een partij met een andere bril kijkt naar wat er gebeurt rondom de monumenten. Een positief kritische houding helpt vaak bij het bereiken van het beste resultaat. Het is daarom goed om te zien dat wij inmiddels een mooi krachtenveld hebben opgebouwd: naast Heemschut kunnen partijen als Bewoond Bewaard, de Federatie Grote Monumentengemeenten en de Federatie Instandhouding Monumenten elk haar eigen rol vervullen. Hier hebben wij als Restauratiefonds altijd veel baat bij gehad. Het Restauratiefonds heeft immers verstand van financieren, met hart voor monumenten. Dit hart vinden wij ook bij de andere partijen.
december 2016 |
27
Vrijwilliger op stap
‘Oude gebouwen zijn de rode draad in mijn leven’ Elsa Gorter bij het Camperduin.
Elsa Gorter
Foto: Jephta Dullaart
Heemschut Noord-Holland
Van kinds af aan werd Elsa Gorter omringd door erfgoed. Opgegroeid in het naoorlogse Amsterdam hadden haar ouders oog voor het verval van de monumentale binnenstad. De weekenden bracht de familie meestal door bij haar grootouders in Enkhuizen of op de oude woonboot van haar oom en tante tegenover het Zuiderzeemuseum. ‘Interesse in je eigen geschiedenis en leefomgeving is mij met de paplepel ingegoten.’ Jephta Dullaart
28
| december 2016
Beau monde in Domburg Gevraagd naar wanneer Heemschut op haar pad kwam, steekt Elsa haar vinger in de lucht. ‘Wacht, daar komen we zo op’. Vervolgens vraagt ze mij of ik het badpaviljoen in Domburg ken. Ontkennend schud ik mijn hoofd. ‘Domburg was destijds het Saint Tropez van Europa’, vervolgt Elsa haar verhaal. ‘In de zomermaanden zat de Zeeuwse badplaats vol met de beau monde uit heel Europa. De koningin van Roemenië – en zelfs ook Sisi! - kwam naar Domburg voor de massages van de grondlegger van de fysiotherapie, de Amsterdammer Johann Mezger. Zijn borstbeeld staat in het centrum van Domburg. Het in 1889 gebouwde Badpaviljoen was het episch centrum van dit alles, maar eind jaren negentig was er niets meer over van al die pracht en praal. Mede door toedoen van Heemschut, en met name door de geweldige inzet van Willem Heijbroek, is het paviljoen in 2008 in volle glorie hersteld. En nu komt het: ik werd gevraagd met mijn evenementenbureau de heropening te organiseren. Hiervoor toverde ik het gebouw en de hele entourage terug in de tijd naar 1889, inclusief een tableau vivant met een
Foto: Jephta Dullaart
De kustuitbreiding met dubbele duinenrij bij Camperduin
Roemeense koningin, Mondriaan, de architect van Nieukerken, Jan Toorop en Mezger.’
Heemschut virus Een nog inniger band met Heemschut ontstond toen Elsa - wederom met haar eigen bureau – gevraagd werd te helpen bij de organisatie van het honderdjarig jubileum van Heemschut in 2011. ‘Hierdoor heb ik de organisatie heel goed leren kennen. Toen ben ik ook aangestoken door het virus om overal de boodschap van Heemschut uit te dragen: respecteer de gebouwde omgeving en de historische gelaagdheid ervan. Als je het verleden niet kent, kun je niet nadenken over de toekomst. Overal in de wereld nemen Nederlandse toeristen selfies van bekende monumenten en oude gebouwen,
maar in eigen land kijken ze er niet naar om. We moeten het mensen echt aanreiken om naar hun eigen erfgoed te kijken, want zelf gaan ze het niet opzoeken. Behalve op Open Monumentendag, maar daarna gaat het monumentenboek toch meestal weer dicht.’
Belgische toestanden Terug naar de kust. Vanaf het strand bij Camperduin heb je een wijds uitzicht over de lege kust, tot zover het oog reikt. Hier geen ‘Belgische toestanden’ waar de hele kust uit één lintbebouwing lijkt te bestaan. Samen met een aantal milieuorganisaties komt Heemschut in het geweer tegen al te bouwgrage gemeenten en projectontwikkelaars. Er lijkt een haast onstuitbare behoefte aan het plaatsen van kleine huisjes op het
Foto: Elsa Gorter
Het is een snikhete nazomerse dag wanneer Elsa en ik hebben afgesproken bij het bekende strandpaviljoen Struin in Camperduin. We zijn op vertrouwde grond voor het Noord-Hollandse commissielid, want menige zonnige dagen werden doorgebracht in een van de strandhuisjes een paar honderd meter verderop bij Struin. ‘Dat was precies in de periode, dat hier werd gestart met het megaproject ’Kust op Kracht’, kustversterking en uitbreiding van strand en duinen. Toen ik in 2014 bij de commissie kwam, heb ik voor Heemschut tweemaal een excursie over de kustversterking georganiseerd in samenwerking met het Hoogheemraadschap’. In haar professionele leven heeft Elsa Gorter altijd veel met de gebouwde omgeving van doen gehad. Eerst bij de Westland-Utrecht Hypotheekbank en later bij Bouwfonds. En altijd kwamen monumenten de kop opsteken, zoals de sponsoring door Bouwfonds van de Open Monumentendag.
Heemschut-excursie naar het kustversterkingsproject Kust op Kracht.
december 2016 |
29
strand. ‘De kwaliteit van de kust is juist de openheid en leegheid van de omgeving. Zo min mogelijk bouwen is ons standpunt’, vat Elsa het bondig samen. Noord-Holland is een grote en zeer diverse monumentenprovincie. Er is eigenlijk teveel werk voor een commissie bestaande uit elf vrijwilligers, waardoor er soms zaken doorheen glippen. ‘Daarom vind ik het belangrijk dat we de banden aanhalen met andere historische verenigingen en erfgoedvrijwilligers in de provincie. Zij zijn echt de oren en ogen op lokaal niveau. Een aantal keren per jaar zijn we, voorafgaand aan onze reguliere vergadering te gast bij een andere organisatie. Meestal leidt dit tot waardevolle kennisuitwisseling en een betere samenwerking. Overal waar wij komen spreekt men met zeer veel respect over ‘’de grote broer’’ Heemschut.’
Bindmiddel
De Hondsbossche Zeewering met erachter het vlakke Noord-Hollandse polderlandschap.
een overkoepelende branding en integrale communicatie bij Heemschut. De provinciale commissies zouden niet alleen in hun eigen provincie bezig moeten zijn maar ook regelmatiger zaken met elkaar moeten afstemmen. Als uitsmijter heeft Elsa nog een dringend verzoek aan het bestuur: ‘We hebben echt met spoed een Comité
van Aanbeveling nodig die onze vereniging nog beter op de kaart kan zetten. Onder het grote publiek is de naamsbekendheid van Heemschut veel te laag. Herman Pleij - waar ik veel mee heb gewerkt - staat te trappelen om als ambassadeur van Heemschut de boer op te gaan. Zo’n kans mag Heemschut zich niet laten ontglippen!’
Foto: Heemschut
Volgens Elsa zou Heemschut meer gebruik moeten maken van deze reputatie. ‘Ik mis
Foto: Jephta Dullaart
Vrijwilliger op stap
Het Badpaviljoen in Domburg vlak voor de oplevering.
30
| december 2016
Verenigingsnieuws
NIEUWE LEDEN
De heer S. de Groot, Zoeterwoude De heer H.R. Petersen, Tiel De heer J. van Straaten, Almere De heer P.J.B. Groen, Lelystad De heer en mevrouw T. Meedendorp Mevrouw P. van Rooij Németh, Oosterhout De heer G. Figee, Breda De heer A.J. Hovy, Stedum Mevrouw V. de Mandt-Laumen, Nijmegen De heer D. Kortekaas, Haarlem De heer A. Blankert, Bennekom Gemeente Urk, Urk De heer R.J. van den Berg en mevrouw G.W.J. Berendse De heer J. Schelhaas, Zutphen Familie van der Hulst, Oude Mirdum Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Bibliotheek, Amersfoort Mevrouw R.S. Groeneveld, Groningen Mevrouw H. van den Enk, Zutphen Mevrouw A. Van Kleef, Den Haag De heer Wegenwijs, Zutphen De heer S.A.A. Boere, Gouda De heer Marc de Ruiter, Amsterdam Mevrouw J. Hazes, Kolhorn De heer W.J. Schreuder Peters, Groningen De heer J.H.F. Giezen, Groningen De heer B.S. van Keulen, Noordhorn De heer H. Lazeron, Amsterdam Mevrouw J. van den Dool-Phelps, Vught Mevrouw A.J. Hoogland, Langbroek
Erespeld voor Wil Schagen Aan architect Wil Schagen uit Nieuwe Niedorp is de Heemschut erespeld uitgereikt voor zijn beschermingswerk voor Heemschut. Schagen is sinds jaren actief voor de commissie NoordHolland en kreeg deze blijk van waardering niet alleen voor zijn Heemschutwerk, maar ook voor zijn inspanningen voor gebouwd erfgoed, in het bijzonder het behoud van zijn geboorte plaats Kolhorn. Wil Schagen studeerde aan
de Academie van Bouwkunst in Amsterdam en heeft zich gedurende zijn werkzame leven onophoudelijk ingezet om het erfgoed in en rond zijn geboorteplaats te behouden. Dat heeft geresulteerd in vele gerestaureerde panden, zoals de herbouw van het Slot te Schagen, de herbestemming van Fort Kijkduin in Den Helder en de herbestemming van de zeldzame turfschuren in Kolhorn.
Foto: Peter van Aalst
Heemschut heette in het 3de kwartaal van 2016 de volgende leden van harte welkom:
Uitreiking van de erespeld door Heemschut-directeur Karel Loeff.
Peter Nijhof geridderd Op 28 oktober werd, tijdens de presentatie van een nieuw boek over kanalen in Nederland, Peter Nijhof verrast met een bezoek van de burgemeester van Lelystad. Namens Z.M. de Koning is Nijhof onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje Nassau, vanwege zijn jarenlange bijdrage aan het behoud van industrieel erfgoed in Nederland. Nijhof was en is nog steeds bestuurslid van vele stichtingen en organisaties op dit vlak en publiceerde ruim 30 boeken over het onderwerp. Hij is tevens voorzitter van Heemschut Flevoland en lid van het bestuur van onze vereniging.
Foto: Geert de Weger
Bent u nog geen lid van Heemschut? Of zoekt u een origineel cadeau-idee? Wordt dan lid of maak iemand uit uw vriendenkring lid. Als dank krijgt u Het Monumentenboek (winkelwaarde € 14,95) cadeau. Ga naar www.heemschut.nl/doe-mee en meldt u aan.
Peter Nijhof met burgemeester Ina Adema.
december 2016 |
31
De straat
Kevelderstraat wil weer bruisen Bijzondere kelder in Groenlo Groenlo, is dat niet dat vestingstadje in de Achterhoek waar het Grolschbier in 1615 begon te vloeien? Ja, om precies te zijn: Dat gebeurde in de Kevelderstraat. Waar, naast de waterput van de brouwer en de kerker onder het oude gemeentehuis, een prachtige kelder uit 1600 bewaard werd. Met dank aan Heemschut Gelderland. Tijd voor een kijkje.
Foto’s: auteur
Theo Wortel
Muurreclame aan de zijgevel van het Grolschhuis.
De Kevelderstraat in Groenlo is geen lange straat, maar wel een met een rijk en gevarieerd verleden. Peter Ballast, monumentenambtenaar van de gemeente Oost-Gelre, en Peter te Plate, actief lid van de klankbordgroep van burgers in Groenlo, leiden me rond. We beginnen met een mooi verhaal achter een lelijke gevel. De broers Hans en Jos Klein Gunnewiek kochten vier jaar
32
| december 2016
geleden de vervallen panden met de nummers 22 en 24. Nummer 24 was gemeentelijk monument vanwege het vakwerk aan de zijkant. Het plan was om een pand af te breken en het geheel te vervangen door een complex met acht appartementen en horeca beneden. Heemschut Gelderland vond sloop van de mogelijk 400 jaar oude panden zonde
en vroeg net als de gemeentelijke monumentencommissie om een bouwhistorisch onderzoek. Bij dat onderzoek werd de bijzondere kelder uit 1600 ontdekt. De eigenaren wijzigden hun plannen zodat de kelder behouden kon blijven en nu een horecabestemming krijgt. De gevel van 24 wordt hersteld naar de situatie van 1937. De broers Klein Gunnewiek kunnen nu wel de helft minder appartementen realiseren. Ze zijn echte Grollenaren, zoals dat hier heet. Hans: ’We willen Groenlo graag iets nalaten waar we trots op kunnen zijn.’ Maar de broers zijn ook ondernemers. Hans Klein Gunnewiek constateert dat het allemaal wel erg lang duurt. ’De gemeente is eerst positief, maar als er iemand klaagt, verandert dat meteen.’ Hij vindt ook dat er wel erg veel onderzoeken gedaan moeten worden: ’Naar vleermuizen, naar asbest en naar nog heel wat meer. Had ik dit alles vooraf geweten, had ik het niet gedaan. Rendabel is het al lang niet meer. Onze vrouwen verklaren ons voor gek.’ Hij laat het van de subsidie afhangen of er volgend jaar gebouwd wordt.
Procedures respecteren ieders belang Peter Ballast vindt niet dat de procedures te lang en te ingewikkeld zijn. ’De gemeente Oost-Gelre wil ieders belang respecteren. In dit geval duurde het lang omdat het monu-
hebben we de gracht verbreed en daarbij wandel-, loop- en vaarroutes gemaakt. Toen merkte je pas goed hoe enthousiast iedereen werd.’ Ballast: ’Je krijgt ook makkelijker subsidie als je een totaalplan hebt met bijbehorende cofinanciering.’
Vier winkels leeg
Peter te Plate en Peter Ballast bij Kevelderstraat 24.
ment heel anders was dan gedacht. Dan begin je weer bij nul. Bovendien woonden er nog mensen in de panden.’ Peter te Plate is enthousiast lid van de klankbordgroep die meedenkt bij de gemeentelijke plannen vanuit het Programma Stad Groenlo. Hij ziet dat als dé manier om draagvlak te krijgen en procedures te verkorten. In Groenlo werken burgers en organisaties, sinds de start van het Programma Stad Groenlo in juli 2012, mee aan plannen. Ambtenaren vonden dat eerst eng, maar zien ook dat het werkt. Burgerparticipatie ten voeten uit!
7,5 miljoen euro Ballast: ’Met het Programma Stad Groenlo kwam 7,5 miljoen euro beschikbaar. Als eerste hebben we de Markt aangepakt. Een doorgaande straat waar het verkeer de kopjes van tafel knalde. Nu kun je er heerlijk op een terras zitten.’ Te Plate: ‘Vervolgens
In de Kevelderstraat alleen al staan vier winkels leeg. De belastingdienst bevordert de leegstand met een vergoeding voor leegstaande bedrijfspanden. Eigenaren hebben er ook moeite mee om hun verlies te nemen. De gemeente bestrijdt de leegstand door winkelgebieden in te dikken, winkels subsidie te geven om te verplaatsen en winkelpanden een woonbestemming te geven. Dat laatste blijkt behoorlijk ingewikkeld. Als ik mijn gidsen bedankt heb, loop ik nog even binnen bij Tom en Brigitte Rooks, uitbaters sinds 1985 van Brouwhuys De Lange Gang. In 1615 begon op deze plek bierbrouwerij Grolsch. In 1988 liet Rooks de waterput restaureren, die bijdroeg aan het succes van Grolsch. Het echtpaar kijkt al jaren aan tegen de deprimerende gevels van de nummers 22 en 24.
Moderne verkeersremmer Aan de stamtafel borrelt nog een probleem op. De hypermoderne elektronische verkeersremmer. ’Deze verkeerspaal stond er zomaar. Ik moest de grootste moeite doen een ontheffing te krijgen‘, klaagt Brigitte. Volgens het echtpaar Rooks dat ook bij hun zaak woont, moet het verkeer van de Markt ook door de Kevelderstraat. Ik stap naar buiten in de overtuiging dat ze daar in Groenlo wel uitkomen. Klein probleem toch voor een vroegere vestingstad met 10.000 inwoners, die elk jaar 300.000 toeristen in vrede ziet komen en gaan. Ik stel me de kelder uit 1600 voor terwijl ik langs de droef stemmende gevels van Hema en Kruidvat loop. Wat als die landelijke concerns daar nou eens wat variatie in zouden aanbrengen?
Bedenkingen van ondernemer Brigitte: ’In 1985 was dit een gezellige straat met eenvoudige winkels. We hadden hiertegenover een groenteboer, later speel-o-theek. Verder in de straat een bakker, elektronicazaak, klussenbedrijf en een antiekzaak. De ondernemers versierden samen de straat, organiseerden braderieën en ontmoetten elkaar op de jaarlijkse feestavond. Nu zijn we een zeer klein achterafstraatje.’ Tom en Brigitte Rooks vinden dat de gemeente de horeca-eis voor nieuwe zaken in de Kevelderstraat los moet laten. Tom: ’De straat is te smal voor horeca met terrassen aan weerszijden als er ook vrachtwagens rijden.’ Zij vinden dat er in Groenlo en in de Kevelderstraat al genoeg horeca is. ’We hebben hier liever ambachtelijke winkeltjes. Geef ondernemers de vrijheid een galerie te beginnen.’ Tom Rooks bij de gerestaureerde waterput.
december 2016 |
33
Verborgen hoekje van de Jordaan herbergt uniek bedrijf
Fijndistillatie opgenomen in Nationale Inventaris De Driehoekstraat bevindt zich letterlijk in het meest noordelijke puntje van de Amsterdamse Jordaan. Vanaf 1922 is de firma distilleerderij Van Wees hier gevestigd. Heemschut ondersteunde de voordracht tot opname van deze bijzondere bedrijfstak in de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Koninkrijk Nederland.
Foto’s: auteur
Karel Loeff
De karakteristieke panden van Van Wees in de Driehoekstraat.
34
| december 2016
Fenny van Wees is directeur van de distilleerderij en de derde generatie. Grootvader Adriaan van Wees nam in 1922 een wijnkoperij annex distilleerderij over van Henri Matveld aan de Marnixstraat. Hij verplaatste het bedrijf naar de Brouwersgracht, waar hij een pakhuis aankocht. In de daarop volgende decennia breidde hij de firma uit naar de achtergelegen Driehoekstraat, waar hij de nummers 4, 6, 8 en 10 kocht, en later ook de tegenover gelegen panden. Een aantal van de oude woningen werd afgebroken en er verrees een nieuw bedrijfspand. Hier bevindt zich nog steeds de opslag van het bedrijf. Het prominent gelegen hoekpand op nummer 10, uniek gelegen in de ‘gaffel’ van de straat, is nu de ontvangstruimte. Fenny van Wees heeft het tijdens haar rondgang door het bedrijf steevast niet over proeven. Geur, dat is de basis. Ruiken, ruiken en nog eens ruiken. Smaak is een afgeleide van de geur. Haar vakkennis maakt indruk. Het is vanuit de liefde voor het vak dat ze, met steun van Heemschut, een aanvraag indiende voor een plaats op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Koninkrijk Nederland. ’Wij vechten
Fenny van Wees in de distilleerderij.
eigenlijk tegen de bierkaai. En dat komt voort uit een veranderde wetgeving. Distilleerderijen vertellen van alles over ingrediënten en hun productieproces, maar ík kan ruiken wat ze echt doen. Ik kan bovendien jullie het verschil laten ruiken tussen wat wij maken en wat anderen doen.’
Verschillende merknamen Van een uitgebreid bedrijf in alles (grootvader handelde in wijn, had een limonadefabriek en distilleerde) is Van Wees nu een gespecialiseerde firma in gestookte sterke drank. ’Veel mensen weten niets van het productieproces, laat staan van de ingrediënten, dat maakt mede dat mensen ook geen geur en smaak kunnen onderscheiden.’ Een rondgang door het bedrijf begint aan de overzijde van de ontvangstruimte. In een aantal ruimtes staan koperen stookketels, potten van Duits grèsaardewerk, maar liggen ook zakjes met kruiden van de firma Hooij en staan oude en moderne instrumenten om de juiste verhoudingen af te wegen. ’Het proces is eigenlijk niet ingewikkeld. Alcohol verdampt op 78 graden en water op 100 graden. Wat we doen is dat we door te stoken de esprit, de geest van het product opvangen. Om een zuiver product te krijgen, moet je meerdere keren stoken. Het alcoholpercentage gaat daarbij in stappen omhoog. Van ruwnat tot enkelnat en bestnat, van 6 naar 12 naar 24 en uiteindelijk naar 48 procent. Wij voegen daarna kruiden toe, zoals echte jeneverbessen. Zo maken we uiteindelijk (dubbel gebeide) jenever.’ De jenevers worden verkocht onder het merk ‘de Ooievaar’ en ‘A. van Wees’. ’Mijn grootvader had vier zonen. Zijn ideaal was vier filialen te stichten. Zo had hij een vestiging in Eindhoven en toog hij naar Den Haag. Daar nam hij de Ooievaar over, een distilleerderij uit 1782. Uiteindelijk is dit Haagse merk dus nu Amsterdams…’
Ruiken, niet proeven Fenny vertelt hoe de meeste collega’s werken met kunstmatige aroma’s. ‘Dat is veel goedkoper. Maar ik kan je zo de verschillen laten ruiken en proeven. Ik haal 80 kilo
aardbeien bij een teler die ze speciaal voor ons laat doorrijpen. Dat komt bij het stoken de smaak meer ten goede. Sommige collega’s gebruiken kunstmatige essences. Maar wat je dan proeft is even de smaak van aardbei en daarna niets. Alleen de suiker is wat rest.’ Tijdens haar rondgang vult de directeur regelmatig een glaasje met een klein bodempje. ’Ruik!’ zegt ze dan. Op onze vraag hoe het dan zit met de Italiaanse limoncello zegt ze: ’Dat is niet gestookt maar getrokken.’ Om vervolgens uit een plastic flacon een klein bodempje in een glas te schenken. Het geurt naar afwasmiddel, zo lijkt het. Zeker in vergelijking met de gestookte gin van Van Wees, die wordt gemaakt met de Japanse Yuzu vrucht. Een veel lichter aroma, dat veel meer de zinnen prikkelt, stijgt op in de neus van de verslaggever… De dry gin verkoopt Van Wees opvallend genoeg vooral naar Engeland. Vandaar het merk ’Three Corner‘. ’Ik ben gestopt met het aanbieden aan grote Nederlandse slijters’, aldus Fenny. ‘Maar al onze producten zijn te koop via de webshop. We maken ook rumbonen en likeurbonbons.’ Op onze vraag of de prijs door al die natuurlijke ingrediënten niet gigantisch is, antwoordt ze ontkennend. ’Ja, we zijn duurder dan de doorsnee drank, die vaak wordt gestookt van suikerbieten in plaats van graan en wordt verrijkt met kunstmatige essences. Maar met natuurlijke ingrediënten kan je ook een behoorlijke productie draaien.’
In de kelder liggen verschillende jenevers jaren gelagerd in houten vaten.
Volgende generatie De beschermde status van immaterieel erfgoed die deze zomer is toegekend verheugt Fenny. ’Ik hoop dat deze traditionele productiewijze leidt tot meer erkenning van het ambacht én onderscheidende wetgeving. Vanwege het gebrek aan wetgeving mag iedereen nu van alles op het etiket zetten. En dat komt de kwaliteit en kennis bij de consument niet altijd ten goede.’ Fenny wil het liefst mensen laten delen in haar kennis, door ze mee te nemen in het ervaren van geuren. ’Ik ben bezig met een boek en in gesprek met onderzoekers van
Kruiden van Jacob Hooy vormen de ingrediënten.
de Universiteit van Nijmegen.’ Twee dochters staan klaar om het bedrijf voort te zetten in dit verborgen stukje van de Jordaan. ’En gelukkig is mijn vader er nog. Als hij gaat vertellen over vroeger, dan weet je helemaal niet wat je hoort...’
december 2016 |
35
Stichting Historische Sluizen en Stuwen 10 jaar jong Bevlogen deskundigen zetten zich belangeloos in voor het behoud van historische sluizen en stuwen. In de tien jaar dat de stichting Historische Sluizen en Stuwen Nederland (HSSN) bestaat, is veel kennis toegankelijk gemaakt en telt de historische waarde mee bij behoud en herstel. Karel Loeff
Foto: coll. P. Nijhof
Peter Nijhof was in zijn werkzame leven actief als specialist industrieel erfgoed bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het was in 2006 dat hij met ir. Jan Arends en en wijlen ir. George Niemeijer, beiden werkzaam bij de TU Delft op de afdeling Bouwkunde, samen kwam om een nieuw initiatief vorm te geven. Met Sjaak Dehing en Jan Pieter Janse richtte hij in Gouda op 16 juni van dat jaar een nieuwe stichting op. De bundeling van krachten werd daarmee geformaliseerd. Een van de doelstellingen was de kennis over sluizen en stuwen te bundelen. Hiertoe wordt gewerkt aan een database waarin alle sluizen en stuwen in Nederland moeten worden opgenomen. De opzet is gereed en nog dit jaar zal worden begonnen met het invullen. Daarvoor is de hulp van vrijwilligers en beheerders van sluizen en stuwen noodzakelijk. De database zal via een website raadpleegbaar zijn. GeĂŻnteresseerden kunnen dan via een link op de website informatie putten over alle Nederlandse sluizen. Daarnaast is een andere doelstelling eigenaren van sluizen en stuwen, zoals waterschap-
De oprichters van de stichting, van links naar rechts Jan Arends, Sjaak Dehing, Peter Nijhof, George Niemeijer en Jan Pieter Janse. 36
| december 2016
pen, maar ook het bedrijfsleven en erfgoedorganisaties van advies te voorzien bij het behoud en herstel van historisch waardevolle objecten. De kennis van de bestuursleden en hun adviseurs is inmiddels op vele plekken ingezet en heeft ertoe geleid dat sluizen en stuwen meer dan tien jaar geleden in de belangstelling zijn komen te staan.
Vanaf de invoering van de Monumentenwet in 1961 werden slechts een beperkt aantal oudere sluizen aangewezen als rijksmonument. Dat veranderde in de jaren ’90 van de twintigste eeuw toen in het kader van het Monumenten Selectie Project sluizen uit de periode 1850-1940 werden toegevoegd. Van naoorlogse sluizen en stuwen zijn tot op heden slechts enkele exemplaren behouden door bescherming. Het aantal suizen en stuwen dat is beschermd in het kader van een gemeentelijke verordening is onbekend. De wettelijke bescherming is in veel gevallen essentieel om bij te dragen aan de bewustwording dat deze technische kunstwerken ook op een verantwoorde manier worden aangepast om te voldoen aan de eisen van de moderne tijd. Ook kan het helpen bij fondsenwerving in de gevallen, waar sluizen buiten gebruik zijn gesteld en dringend aan restauratie toe zijn. Nog steeds zijn er slui-
Voor geïnteresseerden en personen die zich bezig houden met de waardering en instandhouding van sluizen en stuwen zijn twee publicaties zeker niet te missen. Beide zijn geschreven door G.J. Arends, secretaris van de HSSN. Sluizen en stuwen: de ontwikkeling van de sluis- en stuwbouw in Nederland tot 1940 dateert uit 1994. Historische sluizen en stuwen, waardering en instandhouding verscheen in 2004. Beide publicaties zijn verkrijgbaar via de stichting HSSN: www.sluizenenstuwen.nl
Foto: HSSN
Inventarisatie
De Keenesluis is ernstig in verval en wacht op herstel.
zen die een probleem vormen en zonder de inzet van actieve burgers niet zouden worden behouden of gerestaureerd. Een voorbeeld waarbij de vereniging Heemschut is betrokken is de Keenesluis in de gemeente Moerdijk, waar een actieve stichting zich nu inzet voor de restauratie. Een ander voorbeeld zijn de historisch uiterst waardevolle sluizen bij Halfweg. Deze mogelijk oudste sluizen van Nederland zijn wel gemeentelijk monument, maar nog steeds geen rijksmonument.
Nationale Sluizendag Schutsluizen fungeren in de meeste gevallen nog steeds voor het scheepvaartverkeer. De aanpassingen die noodzakelijk zijn om deze sluizen in vol bedrijf te houden zijn constant en soms heel ingrijpend. Dat maakt dat historisch besef meer dan eens noodzakelijk is. Een andere specifieke categorie zijn de sluizen die fungeerden in militaire verdedigingssystemen. Veel van deze inundatiesluizen zijn inmiddels gerestaureerd. Dit komt vooral vanwege de aandacht voor de verschillende waterlinies, de plaatsing van de Stelling van Amsterdam op de Werelderfgoedlijst en de voorgenomen uitbreiding met de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De HSSN organiseert de Nationale Sluizendag mede om partijen te informeren en bij elkaar te brengen. Tijdens deze ontmoetingsdag, telkens op een andere plaats in
Nederland, worden aan de hand van thematische onderwerpen verschillende casussen over behoud, bescherming, herstel en aanpassing besproken. Ook rijkt de stichting op de Sluizendag de HSSN-prijs uit voor de beste restauratie. Voor meer informatie zie www.sluizenenstuwen.nl en www.keenesluis.nl
Sluizen dienen ter regulering van de waterstand. Zij kenmerken zich door een beweegbare waterkering. Schutsluizen geven tevens de mogelijkheid waterwegen aan beide zijden van de sluis met elkaar te verbinden; ook als de waterstand niet gelijk is. De meest voorkomende sluizen zijn die voor de waterhuishouding met als belangrijkste categorie de uitwateringssluizen voor afvoer van overtollig water en het keren van ongewenst buitenwater. De tweede groep omvat de scheepvaartsluizen met als meest kenmerkende vertegenwoordiger de schutsluis. Vroeger werd ook gebruik gemaakt van een spuisluis, die zorgde voor diepgang van de vaarweg. Militaire sluizen waaronder inundatiesluizen om land onder water te zetten vormen de derde groep.
december 2016 |
37
Lokaal initiatief
Redding Nijkerkse eierhal ‘Ik moet de eierhal redden.’ Dat dacht Nico Poorter toen hij hoorde over de plannen om het historische gebouw in zijn geboorteplaats Nijkerk te slopen. Hoe een combinatie van mildheid en vasthoudendheid succesrijk kan zijn.
Foto: auteur
Eric le Gras
Nico Poorter in de herbestemde eierhal.
Poorter woont tegenwoordig in Putten, maar voelt zich nog steeds ‘Niekarker’: ‘Dat gevoel zit diep. Toen ik in december 1999 hoorde over de sloopplannen voor de eierhal en de andere bebouwing rond het Molenplein heb ik meteen gebeld met Peter Nijhof, coördinator Industrieel Erfgoed bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Die kwam dezelfde dag en schreef die avond nog een rapport waarin hij stelde dat de eierhal weliswaar gerestaureerd zou moeten worden en in potentie een rijksmonument was.’ Die constatering kwam
38
| december 2016
net op tijd, want de gemeente had de sloopvergunning al afgegeven. Projectontwikkelaar Aprisco mocht niet alleen de eierhal, maar ook de romp van de afgebrande Oostermolen, de tabakspakhuizen aan het Molenplein en ook de nabijgelegen Marechausseekazerne slopen. Poorter: ‘Gebouwen die essentieel zijn voor de historie van Nijkerk.’ De eierhal was bovendien de huiskamer van de stad. Het gebouw diende als school, feest-, tentoonstellingsruimte en daklozenopvang en Poorter zag er de Volendamse band The Cats nog optreden. Samen met andere Niekarkers richtte hij de Stichting Stadsgezicht op, die de strijd aanging: ‘Bij de gemeente drong het besef door dat het Molenplein waardevol was en veel burgers begrepen dat ook. Uiteindelijk ging de projectontwikkelaar overstag, maar onder de voorwaarde dat de molenromp gesloopt moest worden. Een andere stichting heeft zich nog voor de molen ingezet, maar dat mislukte.’ Eigenlijk was ook de Stichting Stadsgezicht voor het behoud van de molen: ‘Toch hebben we ons bij de sloop neergelegd. Deels omdat het hele reddingsplan anders zou worden afgeblazen en ook omdat we kozen voor een vasthoudende maar milde aanpak en goede contacten met alle betrokkenen.’ Inhoudelijke steun kreeg de Stichting van
Heemschut: ‘Als we vragen hadden, bijvoorbeeld op het gebied van wet- en regelgeving, konden we altijd terecht. Met die kennis stonden we sterker.’ Fons Asselbergs werd door de gemeente aangetrokken om de restauratie van de eierhal te begeleiden. En het werkte. Poorter kijkt met trots uit over het Molenplein: ‘Helaas zonder Oostermolen, maar in de eierhal zit nu een kledingwinkel en in de tabakspakhuizen streek een horecaondernemer neer. Het leeft hier weer.’ De Stichting Stadsgezicht blijft trouwens actief: ‘ We richten ons op de Holkerstraat. Ook daar dreigen dingen te gebeuren die ten koste gaan van het Nijkerkse erfgoed.’
Een sprekend Monument De eierhal aan het Nijkerkse Molenplein is een ontwerp van gemeenteopzichter Van Rootselaar. Het gebouw uit 1928 is de opvolger van de oude hal die in 1920 afbrandde. Meer over het behoud van de eierhal en het Molenplein in het boek ‘Eierhal Nijkerk – Sprekend Monument’, voor 9,50 euro verkrijgbaar via nicopoorter@planet.nl.
Erfgoednieuws
Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018 De Europese Commissie heeft voorgesteld het Europees cultureel erfgoed in 2018 speciale aandacht te geven. De commissie meent dat erfgoed de kern is van de gemeenschappelijke herinnering en identiteit van de Europese burgers. Die burgers moeten het gevoel krijgen dat zij deel uitmaken van Europa en in het bijzonder van de Europese Unie. Het cultureel erfgoed in Europa, dat herinnert aan deze Europese waarden en geschiedenis, dient behouden te worden. Dat dit niet vanzelfsprekend is, zien we aan de vernietiging van erfgoed in het Midden-Oosten door oorlogshandelingen. Erfgoed kan dienen als bindmiddel tussen culturen en volkeren en erfgoed levert bovendien banen op. Op 30 augustus 2016 stuurde de Europese Commissie het uitgewerkte voorstel voor het Europees Jaar van
het Cultureel Erfgoed 2018 naar het Europees Parlement en de Europese Raad. Die hebben ingestemd met het voorstel en ook Nederland is positief over dit initiatief. Vanuit onze Europese zusterorganisatie Europa Nostra is flinke lobby gevoerd om dit Europese Jaar van de grond te krijgen. Het is een belangrijke erkenning voor erfgoed als intrinsieke Europese waarde. Samen met Europa Nostra, de Nederlandse overheid en andere erfgoedorganisaties hoopt Heemschut bij te dragen aan het vieren en het versterken van de Europese dimensie van ons gezamenlijke erfgoed. Via het Erfgoedplatform van Kunsten ’92 wordt er gewerkt aan een vanuit diverse organisaties gedragen plan, waaraan dit jaar in Nederland verder vorm en inhoud gegeven moet worden.
Vrijwilligers gevraagd voor commissies in Zuid-Holland en Gelderland Heemschut Zuid-Holland is op zoek naar een pr-vrijwilliger. Hij of zij coördineert en verzorgt in overleg met de commissieleden de standpunten van de commissie naar de lokale en regionale pers. De vrijwilliger heeft goede schriftelijke vaardigheden. De werkzaamheden zijn onder andere het aanspreekpunt zijn voor de media bij lokale of provinciale aangelegenheden en het beheer van het provinciale twitter-account. De pr-vrijwilliger is verantwoordelijk voor de contacten met het landelijk bureau van Heemschut en levert input voor de Heemschut-Facebookpagina, de website en het tijdschrift. De pr-medewerker zorgt voor de lokale en provinciale bekendheid van
Heemschut. Daarom neemt de commissie deel aan beurzen, manifestaties, de Open Monumentendag of informatiemarkten. Hij of zij neemt een leidende rol in de werving van nieuwe leden door de productie en distributie van een folder en het geven of coördineren van lezingen voor geïnteresseerden. Twee keer per jaar bezoek de pr-medewerker de landelijke pr-bijeenkomt, waar kennis wordt uitgewisseld en afspraken gemaakt. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met de voorzitter van Heemschut Zuid-Holland de heer Chris van Oordt: vopczh@gmail.com of 06-2919 0834.
Heemschut Gelderland is een actieve commissie die in verschillende regio’s van Gelderland, zoals de Achterhoek, Veluwe, Betuwe en land van Maas en Waal, opkomt voor de belangen van ons cultureel erfgoed. De commissie bestrijkt een groot gebied met veel erfgoed en veel te behouden landschap. Meer vrijwilligers betekent meer behoud! Naast commissieleden met specifieke kennis op het gebied van architectuur en/of erfgoedbescherming zoeken we ook rapporteurs die ons op de hoogte houden van bedreigd erfgoed in de eigen regio. Heemschut Gelderland hoort graag of u zich actief wilt inzetten of alleen als aangever (rapporteur of correspondent). Wij kijken dan samen wat de mogelijkheden zijn om bij te dragen aan erfgoedbehoud in uw eigen regio en binnen onze provincie. Voor verdere informatie en aanmelding graag een email aan: heemschutgelderland@gmail.com.
december 2016 |
39
Bomen in het boeren land gaan voor de bijl
40
| september 2016
Minder wetten en regeltjes. Het lijkt een loffelijk streven, maar de beperkingen die de overheid ons oplegt kunnen ook zinvol zijn. Een voorbeeld is de regelgeving die bomen en daarmee ook kwetsbare landschappen beschermt. Ga maar kijken bij de Trekgatenweg tussen Alteveer en Hollandscheveld even ten zuiden van Hoogeveen. Of blijf er ook maar weg. Veel meer dan kaal boerenland, een agrarisch industriegebied, krijg je niet te zien. De foto, rechtsboven, uit 2009 toont dat het niet altijd zo was. Een bomenrij doorbrak destijds de eentonigheid
2009
en maakte het landschap kleinschaliger. Dat veranderde toen de gemeente Hoogeveen de regels voor het kappen van bomen aanpaste. In plaats van ‘nee, tenzij’ werd het ‘ja, tenzij’. Alleen 1800 bomen op een lijst van waardevolle bomen genieten nu nog bescherming. De rest is vogelvrij. En dat zijn vooral bomen in het boerenland. Rijtjes langs sloten of solitaire bomen op een afgelegen hoekje. Wel is er nog de landelijk geldende Boswet, die bosjes en bomenrijen met meer dan negentien bomen vrijwaart van kappen zonder vergunning. Helaas is de handhaving van die wet, een provinciale taak, niet eenvoudig. De foto, rechtsonder, uit 2015 en de grote foto uit 2016, tonen de gevolgen. Een kaal landschap, waarin iedere relatie met het historische boerenland is verdwenen en waar geen plaats is voor weidevogels als de kievit of planten als de pinksterbloem. Een industrieterrein, meer rest er eigenlijk niet. De situatie aan de Trekgatenweg is niet
2015
Foto’s: Hans Dekker
uniek. Sterker nog: in vergelijking met andere gemeenten doet Hoogeveen het niet eens zo slecht. Overal in Nederland gaat waardevol agrarisch landschap voor de bijl. Tijd voor lokale organisaties om samen met Heemschut in actie te komen...
december 2016 |
41
Het Franse Klooster in Sittard Volgens het Masterplan ‘Zitterd Revisited’ zou het hele oude ziekenhuisterrein in de stad moeten wijken. Samen met plaatselijke erfgoedverenigingen wist Heemschut het Franse klooster, het oudste bouwdeel, te behoeden voor sloop en op de monumentenlijst te krijgen. Het is de bedoeling dat er een culturele bestemming in komt. Zover is het echter nog niet. Frans Hoebens
Het klooster verkeerde in een slechte staat. Maar de stichting Behoud het Franse Klooster stelde een herbestemmingsplan op en adopteerde het complex voor sociaal-culturele manifestaties. Een definitieve bestemming is echter nog niet gevonden, maar er is al veel bereikt. Achter de naam Het Franse Klooster schuilt een interessante geschiedenis, die het
behoud van dit complex extra waardevol maakt. Waarom heet dit ziekenhuisrelict eigenlijk Het Franse Klooster? In 1871 begon in het verenigde Duitsland de Kulturkampf als gevolg van de politieke ruzie tussen paus Pius IX en bondskanselier Bismarck. Alle ongeveer zeventig Duitse kloosters werden daarop gesloten en ver-
huisden, veelal met hun internaten, vooral naar Limburg. Minder bekend zijn de zestig kloosters die in Limburg gebouwd of bewoond werden door uit Frankrijk verdreven orden en congregaties. In 1882 werden ook daar de kloosters verboden, zoals al eerder gebeurde tijdens de Franse Revolutie (1791-1805). Waarop baseerde Frankrijk die uitwijzing?
Het lot van kloosterorden
De voorgevel van het Franse Klooster in het verleden.
42
| december 2016
De Franse Revolutie had niets op met kloostergemeenschappen. Maar toen Napoleon in 1806 de verbroken relatie met het Vaticaan had verbeterd, mochten katholieken zich weer verenigen. Tijdens de Restauratie, de romantische periode rond 1825, kreeg de clerus weer aanzien, aangevoerd door de anti-revolutionaire jezuïeten. Dat werd het Franse parlement te gortig en in 1830 werden de besloten orden verbannen, zoals de benedictijnen, kartuizers, franciscanen en cisterciënzers. Drie jaar later werd dit decreet herroepen en keizer Napoleon III (1851-1870) verleende weer steun aan de Kerk. Direct na de in 1871 verloren FransDuitse Oorlog werd kerkelijk bezit toch weer staatseigendom. Tijdens de Derde Republiek (1880-1891) moesten de Franse geestelijken hun zetel in de nationale schoolraad opgeven en werd hen verboden om lager onderwijs te geven. Onderwijzende broeders en seminaristen
dienden zich ook aan te melden voor drie jaar legerdienst. De oversten zonden nu, veelal via België, verkenners naar Brabant en Limburg en werden daar verwelkomd. Franse trappisten vestigden zich bij voorbeeld in Koningshoeven bij Tilburg, in Tegelen en in Echt. De opstelling van de Franse katholieken en vooral van de jezuïeten tijdens het proces tegen de Joodse kapitein Dreyfuss in 1894, door Emile Zola gelaakt in zijn aanklacht J´accuse, betekende een zwaarder republikeins offensief. Minister Waldeck-Rousseau verweet de religieuzen nu ook dat zij de jeugd opleidden tot een middeleeuwse doctrine die in Frankrijk uit den boze was. Zijn ‘laïcisatiewet’ bepaalde dat religieuzen alleen een verblijfsvergunning behielden als zij in hun eigen behoefte konden voorzien. Zusters die verbonden waren aan de écoles libres kregen geen salaris meer van rijkswege, de doodsteek voor door kloosterlingen geleide internaten. Het kabinet van Émile Combes (1902-1905) paste deze wet strikt toe. Nadat de paus en de benedictijner abt van Solemnes zich in 1907 met succes tegen de maatregelen keerden, konden veel religieuzen terugkeren naar Frankrijk. Meer dan duizend kloosterlingen hadden Frankrijk al verlaten en zich overwegend gevestigd in België en in de Zuidelijke Nederlanden.
Rivaliteit Veel Franse religieuzen verplaatsten hun moederklooster naar Noord-Brabant. Zij zouden later ook vele onderwijsinstellingen beheren boven de rivieren. Maar in Limburg dreigde er een ‘stammenoorlog’. De Franse vluchtelingen zochten ook daar locaties om hun zorg- en onderwijsposities voort te zetten, die al door Nederlandse en in toenemende mate ook door Duitse kloosterlingen, waren ingenomen. De pastoors vreesden dat hun parochianen kloosterkerken gingen bezoeken in plaats van de dorpskerk. Gemeentebesturen die verantwoordelijk waren voor het openbaar onderwijs stonden niet langer achter de binnenkomst van nog meer buitenlandse kloosterlingen. Bisschop Drehmans stelde in 1910 met steun van zijn
Het Franse Klooster zoals het er nu bijstaat.
kapittel vijf voorwaarden aan de vestiging van buitenlandse kloosterlingen, waaronder het verbod om de kloosterkapel open te stellen aan parochianen.
Zorgcentrum De bevolkingsgroei vooral in de Mijnstreek leidde tot een gastvrijer beleid. Toen het kabinet Kuyper het bijzonder onderwijs stimuleerde, kwam er toch openbaar protest. Een onderwijzer aan de openbare school van Schaesberg schreef in de krant: ‘Het is uiterst lucratief voor buitenlandse congregaties om scholen te stichten, maar de religieuzen zijn weinig bekend met onze maatschappij en zij werken onder de prijs. Openbare scholen zijn voldoende katholiek met het kruisbeeld in de klas en met godsdienstlessen.’ In 1912 verzuchtte de bisschop dat er in Limburg naast Nederlandse en Duitse nu ook zo’n vijfhonderd klooster-
lingen uit Frankrijk woonden. In achtenvijftig kloosters, waarvan de meeste gesticht waren zonder overleg met hem. De Franse kloosterlingen zochten geen aansluiting bij de Nederlandse, laat staan bij Duitse kloostergemeenschappen. Toch keerden maar enkele congregaties terug naar Frankrijk. De ‘blijvers’ verspreidden zich verder in de provincie, waaronder de Filles de la Divine Providence die vanuit Sittard in de Westelijke Mijnstreek zes nevenkloosters vestigden. Deze congregatie had zich al in 1905 vernoemd, evenals een Duitse congregatie in Steyl, tot Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid, maar hun eerste zorgcentrum, het gasthuis in Sittard, is altijd het Franse Klooster blijven heten.
Ir F.Q. Hoebens is vice-voorzitter van Heemschut-Limburg.
december 2016 |
43
Heemschut juridisch
Monumentenstatus, een last? Bij ons beschermingswerk komt het voor dat er een juridische procedure gevoerd moet worden. Heemschut wil haar leden graag informeren over de afloop van twee van dergelijke gevallen in de afgelopen maanden.
Sloop Finse School De gemeente Groningen is eigenaar van twee monumentale houten schoolgebouwen, een kleuterschool en een lagere school, in de wijk Helpman. De tegenover elkaar gelegen panden zijn in 1950 gebouwd en vormen een prachtig en voor Nederland zeldzaam ensemble. De kleuterschool heeft veel achterstallig onderhoud en de gemeente Groningen wil daar graag van af. Ze vindt de kosten voor het wegwerken van het onderhoudsgebrek en een restauratie te hoog. Daarom heeft het college van B&W zichzelf op 18 december 2014 een sloopvergunning verleend. Heemschut Groningen en het Cuypersgenootschap zijn in beroep gegaan tegen dit besluit. Zij vinden dat het belang van behoud van het gebouw moet gaan boven het belang van de gemeente tot sloop. In een deskundigenrapport laten beide organisaties zien dat restauratie en exploitatie van het gebouw goed mogelijk zijn. De rechtbank Groningen stelt de erfgoedorganisaties in het gelijk. Het College heeft onvoldoende het belang van sloop kunnen onderbouwen en dient dit nader te motiveren. Tot die tijd is het besluit opgeschort.
monumentenstatus van het pand in te trekken. Het college ziet nieuwe omstandigheden en feiten om aan de aanwezigheid van monumentale waarden van het pand te twijfelen. Daarnaast laat het college het financieel (onverkoopbaarheid) en economisch belang (onderhoudsgebrek) van de eigenaar meewegen. Heemschut Noord-Brabant en het Cuypersgenootschap hebben tegen dit besluit beroep ingesteld. Evenals de monumentencommissie vinden zij dat het pand genoeg monumentale waarden bezit om een monumentenstatus te rechtvaardigen. Daarnaast is die status geen sta-in-de-weg voor veranderingen. De eigenaar kan wijzigingen aanbrengen aan een monument via een omgevingsvergunning.
Intrekken monumentenstatus Het vrijstaande houten huis aan de Warandelaan 43 in Oosterhout (NB) van de inmiddels overleden kunstenaar Niel Steenbergen werd door de gemeente Oosterhout in 2001 als gemeentelijk monument aangewezen. In mei 2014 besloot het college van B&W, op verzoek van de eigenaren, de
44
| december 2016
De rechtbank Breda stelt in haar uitspraak het college in het gelijk. Het college heeft middels deskundigenrapporten voldoende aannemelijk gemaakt dat het pand geen monument meer is. De rechtbank haalt daarmee de gebrekkige redengevende monumentbeschrijving en het advies van de monumentencommissie onderuit. Wel oordeelt de rechter dat het financiĂŤle en economisch belang van de eigenaar geen rol mag spelen in de belangenafweging. Bovenstaande uitspraken laten zien dat het cruciaal is dat Heemschut en andere partijen bij de stap naar de rechtbank zorgen voor een stevige onderbouwing van standpunten. Deugdelijke welstands- en monumentenadviezen en contra-expertises kunnen hierin een sleutelrol vervullen. ď Ž
Foto: Miriam van den Dries
Mathijs Witte en Norman Vervat
Warandelaan 43, Oosterhout.
Excursies
De Jordaan: van orgel tot drinkebroer De Jordaan is misschien wel de bekendste buurt van Amsterdam. Inmiddels behoorlijk veranderd zowel qua samenstelling van de bevolking als cultuur. Je vindt er nog steeds een aantal echte typische Amsterdamse familiebedrijven en instellingen. Heemschut gaat een bezoek brengen aan de Jordaan op vrijdagmiddag 20 en 27 januari. De excursie voert langs de Firma A. van Wees die de Amsterdamse traditie van het fijn distilleren van jenevers en likeuren in ere houdt. Hier krijgen we een rondleiding. Vervolgens wordt de werkplaats en het museum van draaiorgels van een van de bekendste en tevens oudste draaiorgelfamilies van Nederland, Perlee, aangedaan. We bezoeken ook enkele historische cafés en hofjes in de Jordaan. Voor wat warmte en gezelligheid eindigen we in het proeflokaal De Admiraal van A. van Wees voor het proeven van likeuren en jenevers. Omdat we veel lopen en trapjes op en af moeten, is de excursie minder geschikt voor mensen die slecht ter been zijn. De kosten bedragen 40 euro, inclusief drankjes, hapjes, rondleidingen en entrees.
Vooraankondiging Heemschut Zuid-Holland organiseert op zaterdagmiddag 22 april 2017 een excursie met een boottocht van Delft naar Overschie. We starten bij de Hooikade, vlakbij de plek waar Vermeer zijn Gezicht op Delft heeft geschilderd. Van daar varen we over de Schie langs het Kruithuis en het pas gerestaureerde jaagbruggetje. Onderweg krijgt u tekst en uitleg. Bij Overschie besteden we aandacht aan de geplande bochtafsnijding
van de Schie en de betekenis hiervan voor de cultuurhistorie van het gebied en Oud Overschie zelf. Na de vaartocht lopen we naar Museum Oud Overschie, dat gevestigd is in een aantal historische panden en ook een buitenmuseum heeft. We sluiten de excursie af met een borrel. Hierna wordt u met een bus teruggebracht naar de Hooikade in Delft. Noteert u 22 april in uw agenda! Aanmelden kan vanaf voorjaar 2017.
Nieuwjaars bijeenkomst Het bestuur van Heemschut nodigt u van harte uit voor een nieuwjaarsbijeenkomst op vrijdag 13 januari 2017. Deze keer gaan we naar Arnhem, waar u voorafgaand aan de bijeenkomst kunt deelnemen aan een gratis rondleiding door de binnenstad van Arnhem. Indien mogelijk bezoeken we daarbij de historische middeleeuwse kelders. Aansluitend is er gelegenheid om -met uitzicht op de stad- het glas te heffen waarbij u wordt bijgepraat over enkele gevoerde acties en de plannen voor Heemschut in het nieuwe jaar. Inloop is vanaf 14.00 uur in De Rozet, einde van de middag is 18.00 uur. In verband met de organisatie is aanmelding verplicht.
Aanmelden voor deze evenementen kan via 020-6225292 of info@heemschut.nl.
december 2016 |
45
AANBIEDINGEN
ls Voordeel a
Colofon
Werken langs de Waal. Industrieel erfgoed in Nijmegen Onlangs werd in Nijmegen het eerste exemplaar van het boek Werken langs de Waal. Industrieel erfgoed in Nijmegen uitgereikt aan burgemeester Hubert Bruls. Architectuurhistoricus Michiel Kruidenier en architectuurfotograaf Thea van den Heuvel laten met dit boek zien wat industrieel erfgoed eigenlijk is, wat er in Nijmegen nog bewaard is gebleven en hoe het is gesteld met de toekomst van deze gebouwen. Nijmegen kent een rijk industrieel verleden. De wasmiddelen van Dobbelman, de rumbonen van Van Dungen en de soepen
van Honig kregen landelijke bekendheid. In 1960 was Nijmegen, na Eindhoven, Enschede en Tilburg, de vierde industriestad van Nederland. Tegenwoordig is daar nauwelijks meer iets van over. Bedrijven fuseerden, gingen failliet of de productie werd overgeplaatst naar het buitenland. De meeste gebouwen werden aan het eind van de twintigste eeuw afgebroken. Van de ruim honderd industriële objecten die de stad momenteel nog kent, worden er in dit boek 24 uitgebreid besproken. Het is een boek met smeuïge anekdotes, historische feiten, schitterende architectuurfoto’s en nooit eerder gepubliceerd archiefmateriaal. Het nodigt uit tot discussie over de grote herbestemmingsopgaven waar de stad momenteel voor staat. Kortom: een boek waar verleden, heden en toekomst samenkomen. De prijs van het boek is € 19,95. Voor lezers van Heemschut is er een korting van ruim 15%. Bestellen kan door € 16,95 (+ € 4,50 verzendkosten) over te maken op rekening NL35 ABNA 06082.78.394. ten name van De Onderste Steen, onder vermelding van ‘actie Heemschut’. Stuurt u tegelijkertijd een e-mail naar info@onderstesteen.com met uw adresgegevens.
Word lid van Heemschut! Ja, ik ondersteun de doelstelling van Heemschut en word lid. Naam:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De heer mevrouw firma organisatie Adres:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Postcode:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Plaats:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Telefoon:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Email:.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Handtekening:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het lidmaatschap bedraagt minimaal € 35,- per jaar, jongeren <25 € 15,-, bedrijven € 70,-. U ontvangt van ons een acceptgirokaart en Het monumentenboek als welkomstgeschenk. U kunt deze bon in een ongefrankeerde envelop sturen naar: Bond Heemschut, Antwoordnummer 3808, 1000 PB Amsterdam 46
| juni 2013
Heemschut is het kwartaaltijdschrift voor leden van de Bond Heemschut, de vereniging tot bescherming van cultuurmonumenten in Nederland. Opgericht in 1911. Beschermvrouwe: Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix der Nederlanden. Jaargang 93 no. 4, december 2016 Redactie Anne-Marie ten Cate, eindredactie Jephta Dullaart Eric le Gras Willem Heijbroek Karel Loeff, hoofdredactie Norman Vervat Mathijs Witte Redactieadres redactie@heemschut.nl Grafische productie en bladcoördinatie Pack & Parcel BV, Nieuwegein m.m.v. Pencilpoint - Reclamemakers & Vormgevers, Woerden Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort 023-571 47 45 zandvoort@bureauvanvliet.com Losse nummers Prijs € 5,95, incl. verzendkosten € 7,50. Bestellen via www.heemschut.nl Erfgoedvereniging Bond Heemschut Nieuwezijds Kolk 28, 1012 PV Amsterdam 020-622 52 92 www.heemschut.nl info@heemschut.nl Contributie Individuele leden minimaal € 35,Gezinslidmaatschap € 45,Jongerenlidmaatschap (tot 25 jaar) € 15,Rechtspersonen en bedrijven € 70,Opzegging alleen schriftelijk en voor 1 december. ISSN 0017-9515 Rabo-rekening nummer IBAN NL 36 RABO 01462.53.388 Excursie-rekening IBAN NL 33 RABO 01462.53.442
Waarborg voor kwaliteit Vertrouw de restauratie van monumenten toe aan een expert. Kijk voor aangesloten leden op www.vakgroeprestauratie.nl
Vakgroep Restauratie De Vakgroep Restauratie is de branchevereniging van gecertificeerde restauratie bouwbedrijven
Partners in restauratie, onderhoud en herbestemming
sinds 1922
Heemschut-lid?
Meubelmakerij specialiseerd in Antiekrestauratie (eigenaar A.G.M.Willemsen)
Molenallee 5 7384 AM Wilp E-mail: info@hekkers-spijker.nl
Geef uw emailadres aan ons door!
Telefoon: 0571 - 26 20 07 Telefax: 0571 - 26 21 23 Internet: www.hekkers-spijker.nl
Wilt u als Heemschut-lid tussentijds ook op de hoogte blijven van het laatste erfgoednieuws? Geef dan uw
heemschut-hekkers 131202.indd 1
03-12-13 09:45
emailadres aan ons door! U ontvangt gedurende het lidmaatschapsjaar vier keer een email met informatie over actuele erfgoedzaken en excursies. Daarnaast ontvangt u twee keer per jaar onze boekentips in de vorm van een handig digitaal overzicht. Mail naar info@heemschut.nl. Geen email of internet? Bel of schrijf ons, en wij zetten u op de verzendlijst voor een geprint exemplaar.
heemschut-van ijken 121022.indd 1
22-10-12 09:35
“Vlak voor de oorlog huisden er Nederlandse soldaten in Oud-Poelgeest, tijdens de oorlog Duitse en na de oorlog Canadese. Later werd het kasteel verhuurd aan studentenverenigingen. Dat weet ik nog uit eigen ervaring in 1961. Het kasteel verkeerde toen in een deplorabele toestand. De eigenaar, gemeente Oegstgeest, besloot in 1986 het kasteel te verkopen. Dat deed een aantal Leidenaren dermate pijn, dat zij besloten een beheerstichting in het leven te roepen om het kasteel en landgoed te behouden voor de regio. Terecht, want het is een groene oase midden in de drukke Randstad. Het kasteel ziet er na de restauratie van 2012 mooier uit dan ooit. Vanuit cultuur-historisch perspectief is de ‘Drakenzaal’ in eclectische stijl het meest waardevol, deze zaal is een van de mooiste trouwlocaties in de regio. Maar voor mijzelf is de bij het kasteel horende kapel even dierbaar. Dat is het onderkomen van de vrijwilligers, waar ik er een van ben.” Prof. dr. H.J.M. Völker-Dieben voorzitter stichting Erfgoed Oud-Poelgeest
D
onatus verzekert vertrouwd sinds 1852
www.donatus.nl tel. 073 - 5221700
Monumenten worden met veel zorg omgeven door hun eigenaren en beheerders. Dat is belangrijk en nodig. Net als het kiezen van de juiste verzekering. Al sinds 1852 heeft Donatus ervaring in het verzekeren van monumentale kerken en gebouwen. Als onderlinge maatschappij werken wij zonder winstoogmerk. Wij hebben dan ook geen klanten, maar leden. Maak vrijblijvend kennis met Donatus. Onze expertise zal u verbazen en verrassen, evenals onze jaarlijkse premierestitutie.