2 minute read

De Kilimanjaro op

Next Article
Trailrunning

Trailrunning

OP STAP MET DIRK MOMMAERTS

Advertisement

U en ik wandelen al eens graag in een park of een bos, of in de Ardennen. Dirk Mommaerts zoekt het ruigere werk op, in de wilde natuur, maar toch wandelt hij... in luxe. Hoezo, denkt u? Vertel, Dirk!

“ Ik ben wel sportief, ja. Ik doe yoga en crossfit, ga wat klimmen of train hier thuis op de homegym. Ik vertrouw op mijn basisconditie. Voor de beklimming van de Kilimanjaro heb ik voor de eerste keer mijn beenspieren getraind. Die berg is heel toegankelijk, niet technisch, puur wandelen. Best te doen, als je wat sportief bent en enig doorzettingsvermogen hebt.”

DE KILIMANJARO OP

Dirk heeft graag de nodige recuperatietijd en is eerder blessuregevoelig. “Op de Kilimanjaro ben je tijdens de laatste etappe toch zo’n zesendertig uur op de been, met slechts vier uren rust tussenin. Toch viel dat al bij al wel mee. Die berg deed me zowel fysiek als emotioneel het meeste. Die reis heeft me echt gepakt.”

Op de Kilimanjaro wandel je niet zozeer, het is meer stijgen. “Je wandelt van in het begin heel traag, misschien tegen twee per uur. Topsporters krijgen het daar vaak moeilijk mee, omdat ze te gedreven starten. Dat wreekt zich tegen het einde.”

Aan de Kissing Rock moet je dwars opzij langs de rotswand. “Dat lijkt gevaarlijker dan het is. Je moet er alleen even je aandacht bij houden. Alles wordt voor je gedragen, er gaat een heel team mee. We waren met twaalf toeristen, zes gidsen, tweeëndertig dragers, een kok en een hulpkok. Zij nemen alles mee voor iedereen, van eten tot tenten.”

WEERAFHANKELIJK

Met de fiets kun je grotere afstanden overbruggen en toch ga je traag genoeg om de omgeving in je op te nemen. “Maar als je wandelt, kom je dichter bij de natuur,” argumenteert Dirk. “De natuur is het mooiste wat er is, die blijft mij verbazen. Op een bergtop kan ik urenlang zitten en kijken. Naar dieren heb ik echt leren kijken. In Alaska zag ik voor het eerst in het wild een berin met haar welpje. Fantastisch gewoon!”

Je belandt op reis wel vaker in zwaar weer. “Dat hoort erbij,” vindt Dirk, “en maakt het mee tot wat het is. Het geeft een aparte sfeer en maakt de fysieke prestatie nog wat intenser. Op de Kilimanjaro hadden we bij de beklimming veel wind, mist, sneeuw ook. Daar moet je wel op voorzien zijn, fysiek en mentaal. Vooraf is er een meeting, waarop iedereen elkaar ontmoet en waar ook gepraat wordt over materiaalkeuze.”

“Vergeet niet om ook ‘me-time’ in te plannen.”

Droombestemmingen Dirk onderneemt al zijn wandelreizen met reisorganisator Zuiderhuis. “In Georgië reisden we twee weken. Twee dagen in Tbilisi, de hoofdstad, en dan wandelen met luxe-overnachtingen in hotels. In principe ken je niemand, ook de toeristen niet. Meestal tref je iemand met wie je het goed kunt vinden, en met de anderen ga je normaal om. Een gids geeft het tempo aan, maar je kunt gerust ook wat apart wandelen, als je dat nodig vindt. Je denkt misschien: hoe meer je reist, hoe korter je lijstje met droombestemmingen is. Wel, net niet! Je ontmoet immers mensen die je tips geven, wat je lijstje juist langer maakt.”

This article is from: