Het aandeel van Afrika aan voedselbehoefte. Bijdrage voor de Afrika dag van de Evert Vermeerstichting in de Balie in november a.s. Drs. M.Seip, antropoloog, gespecialiseerd in Afrika, Universiteit Leiden. De industriële voedselplanning met gefermenteerde zaden en chemische bestrijdings- en bemestingsproducten is veel te duur gebleken voor de agrariërs in Afrika. Ook in het Westen ontstaat steeds meer verzet tegen deze vorm van voedselvoorziening, waarbij steeds meer producten op steeds kleinere oppervlakte geproduceerd wordt. De westerse consument wordt steeds weer geconfronteerd met de uitwassen van dit beleid en keert zich ervan af. Grootschalige landbouw en veeteelt in Afrika komt door de aanwezigheid van water een kilometer onder de grond steeds meer in de mogelijkheden. Het is aan te raden, dat de basis van die landbouw niet gevonden moet worden in de industriële landbouw en veeteelt. Het begrip duurzaamheid is hier meer op zijn plaats, maar dat betekend dat een groot aantal maatregelen en eisen in de landbouw en veeteelt moet komen te vervallen, daar zij op een achterhaalde methode gebaseerd zijn. Uitgaande van particuliere landbouw en veeteelt methoden, is het raadzaam met Lease contracten te werken, waarbij afspraken gemaakt worden op te leveren producten. Het binnenlands kapitaal in Afrika is niet onder de mensen. Producten kunnen alleen op afspraken gemaakt worden, waarbij de schaalgrote van de productieve gronden beperkt moet blijven tot die grootte, dat zij door privé personen bebouwd kunnen werden. Aan te raden is daarbij zoveel mogelijk natuurlijke bemesting te gebruiken, de kwaliteit van het product als uitgangspunt te nemen en niet de
grootste hoeveelheid. De conservering van de producten op conventionele manier te introduceren, door het te drogen, in te vriezen, te roken of op andere wijze te koken, te snijden, te kruiden tot eindproducten. Het zal duidelijk zijn, dat deze methode van landbouw niet goedkoop zal zijn, het grote investeringen vergt en daarom op lange termijn moet worden beoordeeld. Buitenlandse maatschappijen moeten met binnenlandse bevolking samenwerken in Lease contracten. De behoefte aan de hoeveelheid moet geen uitgangspunt zijn om niet in de fouten te vervallen van de westerse methode, waarvan steeds meer mensen zich afkeren. Ook in de landbouw en veeteelt gaat het om de vraag en niet om de vermeende noodzakelijk hoeveelheid, die meestal nogal arbitraire is, gezien het te grote aantal te dikke mensen in westerse maatschappijen. De politiek kan daarbij het voortouw nemen door herziening van regelgeving, het opnieuw formuleren van uitgangspunten. Drs. M. Seip, antropoloog