Jong Leren Krant

Page 1

Anoeska moet je weten, moet ook tijd hebben om te eten ANDRIES TUNRU

DEZE KRANT IS EEN SPECIALE UITGAVE VAN JONG LEREN, STICHTING VOOR CONFESSIONEEL ONDERWIJS

PROFESSIONEEL

‘We hollen achter de feiten aan’

SCHOOLFOTO’S

2

PAG.

En dit zijn wij allemaal

WERKDRUK/GELUK

3

PAG.

‘Mag het ook een zeven zijn?’

7

PAG.

Jong Leren in cijfers

8 PAG.

JITSKE KRAMER OVER CULTUURVERANDERING

‘Samen die nieuwe totempaal bouwen’ andere culturen gaat, ontmoeten en begroeten. Zoals de tribe van Masai-krijgers. ‘Daar komt power aan te pas. Zie je wel dat ik de sterkste ben?’ Maar het kan ook op een andere manier, leert ze haar gehoor, een eerste ontmoeting is love. Die volkeren zoeken naar verbinding, willen elkaar helpen, geven vertrouwen.’ En ja, waar kies je dan voor? Voor power of voor love?

Jullie gaan latten, hè?

En bij wie gaan we wonen als het huwelijk gesloten is? ‘Jullie gaan latten hè? Maar het stafbureau woont al sinds september samen in Heemstede; dat is wennen hoor.’ Hoe kun je nou efficiënt samengaan, zodat het wat oplevert? Jitske Kramer: ‘Zorg dat zo’n fusie tot nieuwe dingen leidt; ga voor innovatie door van elkaar te leren.’ Een huwelijk én een fusie is het proces van: van twee totempalen één maken. ‘Die nieuwe organisatie: Jong Leren. De uitdaging is nu voor jullie om samen aan die nieuwe totempaal te bouwen.’ Dat doe je door samen cultuur te creëren: wees jezelf én pas je aan, stelt Jitske. Die paradox, daarmee begint het. ‘Hoe bouw je een cultuur zodanig dat het lekker gaat? Waar zit dat eigenlijk in, cultuur van een organisatie? Het zit tussen mensen.’

Verhalen vertellen

Jitske Kramer neemt de toeschouwers in haar keynote speech in woord en beeld mee naar cultuurveranderingen. Hier bij ons. En bij volkeren over de hele wereld. HOOFDDORP ‘Gefeliciteerd. Jullie zijn

samen!’ Corporate antropoloog en expert organisatiecultuur en leiderschap, Jitske Kramer, begint met een felicitatie. Jong Leren is een feit. Het huwelijk is

gesloten. ‘Want’, zo stelt Jitske, ‘een fusie is net een huwelijk. Je ontmoet elkaar, de volgende stap is ja, we willen, in voor- en tegenspoed. En dan is er altijd tegenspoed…’ Antrolopoog Jitske laat zien hoe dat in

Met het vaststellen van je organisatiecultuur krijg je unieke antwoorden op universele vragen: hoe leren kinderen? Wat moeten ze leren voor de toekomst? Wat moeten we veranderen om daarvoor klaar te zijn? Met die vragen van de ontmoeting en hoe nu samen verder, moeten de medewerkers van de nieuwe vereniging aan de slag. Jitske besluit: ‘Geen beleidsvergaderingen en jaarplannen. Maar laten we beginnen met verhalen verspreiden. Cultuur ontstaat in dialoog. Bij kampvuren. Veel geluk samen!’

TALKSHOW MET RICHARD ENGELFRIET

Volgend jaar weer? HOOFDDORP Alles en iedereen kwam langs in de

talkshow bij Richard. Sms’jes met opmerkingen. Leuke sidekick Wietse die aanzoeken kreeg. Het filmpje dat zes leerlingen maakten op de Franciscusschool. Stand-upper Andries Tunru die dicht over Anoeska en haar continurooster. Pieter Paul Verheggen, trends in schoolculturen. Treffende cartoons over de ideale school en onderwijssystemen. Een quiz met een winnaar. De krantenpagina over wat ouders zoeken in een school. Frum van Egmond en haar Noordwijkse methode en deelnemer Donna die met talenten aan de slag wil. En Eef, Peter, Maurice en Tineke. Rene en Rianne. Ze kwamen allemaal langs.

Klapper

En toen was daar het lied. Een klapper van jewelste met directeuren Carla Went en Dirk van ’t Wout achter de microfoon. ‘Het is een nacht’ van Guus Meeuwis, maar dan anders: ‘Het is de kunst om te vernieuwen, echt van binnenuit.’ Een zeer verdiend daverend applaus voor deze twee! Met een toast en vuurwerk maakte het college van bestuur de nieuwe naam bekend: Jong Leren. Gefeliciteerd. Sidekick Wietse weet het wel: zo’n dag doen we volgend jaar weer!


2

3

PROFESSIONELE SCHOOLCULTUUR

‘We hollen alsmaar achter de feiten aan’ Van digitalisering tot vluchtelingenproblematiek – hoe kun je als school steeds opnieuw weer inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen?

Max Schouten (19), eerstejaars student Pabo, stagiair op de Tweemaster in Vijfhuizen

TWEEMASTER Er was eens een betrok-

ken vader met een ICT-bureau, die de leerlingen op de school van zijn kind wel wilde leren programmeren. Geweldig! Dit ene initiatief speelt in op allerlei belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen. Om te beginnen de niet te stuiten digitalisering. Pieter Paul Verheggen, directeur van onderzoeksbureau Motivaction, noemde het in zijn presentatie als de opvallendste trend van deze tijd. Zelfs de meest verstokte onderwijsconservatief zal erkennen: ICT, daar moeten we iets mee als school. Maar wat? En hoe? Een van de aanwezige (jonge) docenten zei het treffend: ‘Ik heb het idee dat we alsmaar achter de feiten aanhollen.’ Het inititatief van de vader sluit ook aan bij een andere door Motivaction gesignaleerde trend: de prestatiesamenleving. Alles (mensen, organisaties, apparaten) moet beter, efficiënter. Scholen zullen meer gebruik gaan maken van expertise, zowel van de eigen mensen als van buitenaf. Het gebeurt al: leerkrachten die ’s ochtends lesgeven aan hun stamgroep, en ’s middags aardrijkskunde, of rekenen, of taal. Beter presteren als school doe je ook

‘I

door ouders meer bij het onderwijs te betrekken, daar is iedereen het over eens. Maar hoe doe je dat? En vooral: in hoeverre? ‘Ouders mogen zich absoluut niet met het curriculum bemoeien’, zegt de een. ‘Maar voelen ze zich dan wel serieus genomen?’ vraagt een ander zich af. Iedereen heeft een mening over onder-

wijs, zegt Verheggen, en dat maakt leerkrachten tot een behoudende beroepsgroep. Maar ook praktische bezwaren staan vernieuwing vaak in de weg. Zo ging het initiatief van de vader met het ICT-bureau uiteindelijk niet door, omdat hij 15.000 euro nodig had om zijn plannen te realiseren. Geld dat er niet was.

EIGENAARSCHAP BIJ LEERLINGEN

Ruimte, richting en ruggensteun SINT FRANCISCUSSCHOOL ‘Welkom,

uw jas mag daar aan de kapstok, hier mag u uw naam­stickertje schrijven en daar staat de koffie.’ Zes kinderen van de Sint Franciscusschool verwelkomen enthousiast de binnenstromende leerkrachten. Ze hebben duidelijk de regie. Even later vraagt Nora Booij, onderwijs­ adviseur bij KPC, de aanwezige leerkrachten of ze vertrouwen hebben in kinderen die de regie over hun eigen leren houden. ‘Is het een utopie?’ Tien vingers. ‘Kunnen kinderen dat juist heel goed?’ Tien andere vingers. De meeste vingers gaan de lucht in voor ‘kinderen kunnen dat een beetje’. With a little help. Wat betekent het voor je werkwijze als kinderen de regie krijgen over hun

HOE ZIET JOUW IDEALE SCHOOL ERUIT?

eigen leerproces? Dat je als leerkracht – ondanks inspectiedwang – de methodes wat vaker loslaat. Dat je kinderen met wat aansturing op pad helpt om zelf de vragen te beantwoorden: wat wil ik leren, hoe ga ik dat doen, welke hulp en hulpmiddelen heb ik daarbij nodig. Dat je ontwikkelgesprekken met kinderen voert, met hen doelen vaststelt en ook met ze reflecteert op het halen van die doelen. Tussen zelf werken – maak de opdracht op pagina 4 – en zelfverantwoordelijk leren – wat kan jij al en wat wil jij nog leren – ligt een hemelsbreed verschil.

Doelengesprek

Geef je kinderen de regie, dan zorgt hun autonomie voor hun intrinsieke motiva-

tie. Zelf doen, voelt fijner en leert dieper. Maar hoe geef je ze de regie? De mantra richting, ruimte en ruggensteun biedt uitkomst. In afzonderlijke workshops buigen de leerkrachten zich hierover: kinderen de ruimte geven, maar ze niet helemaal loslaten. Zodat ze uiteindelijk meer zelfsturing krijgen. Net als in het bedrijfsleven kun je ook met kinderen doelengesprekken en ontwikkelgesprekken houden. Drie, vier keer per jaar vragen: waar heb je hulp bij nodig? Elk kind zal met iets anders komen, de een wil beter leren spellen, de ander wil misschien wel Frans leren. Bijna alle leerkrachten bespreken per les al de doelen met de kinderen, soms ook per dag. Maar over een blok de doelen afspreken gebeurt nog weinig, waarom niet eigenlijk?

Creativiteit

Tijd, ruimte, vaste structuren, toetsen. Het systeem is veelal leidend geworden. ‘Met creativiteit is voor alles een oplossing te vinden, daar ben ik van overtuigd’, vindt Rob, groep-8-leerkracht. Letterlijk geen ruimte in de school? Drie losse lokalen kun je ook opdelen in twaalf aparte delen, waar kinderen in groepjes kunnen samenwerken. En gaat dat mis, dan geef je als leerkracht ruggensteun. Of je laat de kinderen elkaar helpen. Karin geeft haar kinderen in groep 1/2 altijd al de ruimte. Waarom stappen we daar vanaf in groep 3? Stof genoeg om over na te denken en morgen in het team te bespreken. Waar beginnen we is nu nog even onduidelijk, maar dat we eraan beginnen, dat is geen vraag meer. Eigenaarschap heeft de toekomst.

n mijn ideale school is aandacht en begrip voor verschillen tussen kinderen. Culturele verschillen, maar ook verschillen in karakter en in talenten. Elk kind wordt als individu gezien. En, heel belangrijk: mijn ideale school gaat anders om met toetsresultaten. Nu is het vaak zo dat de uitslag van een toets wordt gezien als datgene wat een leerling wel en niet kan, alsof die capaciteiten nu eenmaal vaststaan. Terwijl je ook kunt zeggen: “Hé, dat kind is slecht in rekenen, hoe zou dat komen? Heeft hij of zij wel altijd op de juiste manier les gehad? Is er misschien een speciale aanpak nodig? En hoe zit het met de thuissituatie?” Met andere woorden: toetsresultaten moeten een uitnodiging zijn voor een school om het kind vooruit te helpen, en daarbij ook de hand in eigen boezem te steken.’

vragen aan

Pieter Paul Verheggen van Motivaction:

1

Welke nieuwe maatschappelijke trend is cruciaal voor het onderwijs? De digitalisering. Kinderen leren tegenwoordig na schooltijd net zoveel als in de klas. Daarom moet de docent regisseur worden van de kennisontwikkeling van kinderen.

2

Wat is een zwakke kant van het onderwijs? Onderwijsmensen zijn behoudend, dat maakt het voor bestuurders lastig om vernieuwingen door te voeren.

3

Waarin lopen scholen juist voorop? Het beste uit mensen naar boven halen, dat doet het onderwijs uitstekend.

Nova Zembla nabouwen Jill en Floor (bijna 12) uit groep 8 van de Sint Franciscusschool in Bennebroek zijn wel gewend aan zelfstandig werken, maar gaan na de herfstvakantie aan de slag met de methode VierKeerWijzer. Dan bepalen ze zelf hóe ze gaan leren. Spannend. De vriendinnen gaan samen het huis op Nova Zembla (die van de overwintering) nabouwen. Leren door te doen. Floor: ‘Je komt zo ook meer te weten over de geschiedenis.’ Jill: ‘En aan het eind is er gewoon een toets.’

Tussen droom en daad

W

at nemen Rebecca (remedial teacher) en Kim (onderwijsassistent) bij Bommelstein in Nieuw-Vennep mee van deze ochtend over eigenaarschap? Rebecca: ‘Ik vraag me meteen af: hoe krijgen we iedereen mee? Dat is een taak voor de directie. Als remedial teacher geef ik ’s ochtends les aan ‘de onderkant’. Bij die kinderen zit geen ruimte voor zelfsturend leren, zij moeten het werk maken

dat ze opgedragen krijgen. Maar ’s middags komen de meer begaafde kinderen en die hebben eigenlijk al de regie in handen. Zij bepalen zelf wat ze willen leren. Een voorbeeld? Ze maken nu een achtbaan; hoe pak je dat aan, wat heb je daarvoor nodig? Dat is hier heel geschikt voor. Kim: ‘We doen al veel aan professionalisering. Wanneer gaan we wat in praktijk brengen? Ik had wel iets meer tips willen hebben hoe we dit concreet kunnen maken. Want hoe geef je kinderen letterlijk de ruimte? We zitten vast in een structuur waar dat moeilijk mee samengaat. Die structuur zou eerst moeten worden aangepast.’


3

En dit zijn we allemaal

Maak kennis met de teams van de 29 scholen van Jong Leren. Je vindt ze overal: van Aalsmeer (3) tot Zandvoort (2) en Zwanenburg (2), in Bennebroek en Bloemendaal, Halfweg (2), Heemstede (3) en Haarlemmerliede, Kudelstaart en Lisserbroek, Overveen, Rijsenhout, Vijfhuizen en Vogelenzang. En in Nieuw-Vennep (9)!

De Brug, Aalsmeer ‘In harmonie leren en waarderen door respect en openheid, samenwerken en zelfstandigheid, kansen en talenten.’

De Hoeksteen, Aalsmeer ‘Leerlingen vrede en recht bijbrengen en meegeven. Zodat zij, net als wij, aan een rechtvaardige maatschappij kunnen bouwen.’

De Wegwijzer, Aalsmeer ‘Recht doen aan ieder kind.’

St. Franciscusschool, Bennebroek ‘Optimaal onderwijs voor ieder kind.’

St. Theresia, Bloemendaal ‘Een school, waar leerlingen zich thuis voelen.’

Franciscus, Haarlemmerliede ‘Grootse school door klein te zijn.’


4

Halverwege, Halfweg ‘Kwalitatief onderwijs met duidelijke waarden en normen in een uitdagende leeromgeving.’

St. Jozef, Halfweg ‘Samen staan we sterk.’

De Ark, Heemstede ‘Dé school waar je samen leeft, leert en thuis bent.’

Jacobaschool, Heemstede ‘Zijn wie je bent en uitgedaagd worden te leren, vragen, dromen, durven, doen.’

Valkenburgschool, Heemstede ‘De school voor persoonlijke aandacht’

Graankorrel, Kudelstaart ‘Met ouders werken aan wat elk kind nodig heeft.’

De Reiger, Lisserbroek ‘Samen leren in een veilig nest’

De Ark, Nieuw-Vennep ‘A = Aandacht voor ieder kind; R = Rust en Regelmaat; K = Kennis.’


5

Antonius School, Nieuw-Vennep (locatie Kalslagerring) ‘Een goed fundament draagt bij aan de ontwikkeling van talent.’

Antoniusschool, Nieuw-Vennep (locatie Ridderspoor)

De Avonturijn, Nieuw-Vennep ‘Ga met ons het avontuur aan van leren en werken in een prettige sfeer, gericht op de samenleving.’

Bommelstein, Nieuw-Vennep 2 ‘Samen, actief en betrokken leren.’

Het Mozaïek, Nieuw-Vennep ‘Elk kind is anders, ieder zijn manier. We zijn hier met z’n allen en hebben veel plezier. We zijn allemaal steentjes, heel erg veel… Samen vormen wij een mooi en kleurrijk geheel.’

Opmaat, Nieuw-Vennep ‘Schoolsucces moet samengaan met schoolplezier.’

De Polderrakkers, Nieuw-Vennep ‘Een school waar iedereen meetelt.’

’t Venne, Nieuw-Vennep ‘Een plek waar kinderen graag komen om te leren en waar we ze voorbereiden op de toekomst.’


6

Aloysius, Overveen ‘Harmonie tussen hoofd: uitdagende ontwikkeling die recht doet aan aanleg en mogelijkheden; hart: een omgeving waar zorg is voor elkaar, met respect en eerlijkheid in veiligheid; en handen: ontwikkelen van creativiteit en ervaren van kunst en cultuur.’

Immanuël, Rijsenhout ‘Onze school, een kanjerschool.’

Tweemaster, Vijfhuizen ‘Samen koersend op reis, voor een veilige reis door het basisonderwijs.’

Paradijsvogel, Vogelenzang ‘Kinderen opvoeden tot nieuwsgierige en tolerante wereldburgers.’

Mariaschool, Zandvoort ‘Ieder kind mag zijn zoals het is en worden wat het wil, op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo.’

Nicolaasschool, Zandvoort ‘Kwaliteit van onderwijs met humor en zorg voor elkaar.’

Gaandeweg, Zwanenburg ‘De gezonde keus, waar leren en opgroeien hand in hand gaan.’

Meerbrug, Zwanenburg ‘Evenwicht tussen kennis, persoonlijke ontwikkeling en praktische vaardigheden. Leren is leuk.’


7 IK, DE LEERKRACHT

‘Mag het ook een zeven zijn?’ Werkdruk is geen probleem, aldus gastspreker Eef Dupont. De vraag is: heb je er last van? Ruim honderd leerkrachten onderzoeken op basisschool Het Mozaïek deze ochtend hun werkdruk en werkgeluk. HET MOZAÏEK ‘Ik kom vandaag niet

met een oplossing voor werkdruk’, stelt gastspreker Eef Dupont van het Vervangingsfonds de verwachtingen meteen maar bij. ‘Maar ik wil jullie helpen om er minder last van te hebben.’ Werkdruk is een combinatie van feiten en beleving, vertelt ze. ‘Niet iedereen krijgt stress van een hoge werkdruk.’

Slordig prikbord

Die individuele beleving is vandaag onderwerp van gesprek. Volgens Eef spelen persoonlijke motto’s een rol: wees perfect, wees sterk, doe je best, schiet op en wees aardig. Verdeeld over vijf lokalen buigen de deelnemers zich eerst over perfectionisme. Het blijkt onder leerkrachten een veelvoorkomend fenomeen: de liefde voor structuur, netheid, overzicht. Maar komt dat door eisen van ‘bovenaf’? Of moeten we te veel van onszelf? Worden we echt afgerekend op een slordig prikbord? Of mag het best een zeven zijn? Er zitten veel kanten aan. In een duo werken kan extra stressvol zijn, ‘want je

wil het wel perfect overdragen’; aan de andere kant levert je duo ook steun. Op de ene moet een digitaal systeem perfect worden ingevuld voor planning en evaluatie, op een andere krijgen leerkrachten meer vrijheid.

Nadenkertjes

Daarna wordt er nog druk gepraat over het gevoel dat je alles zelf moet doen, de drang om altijd overal je best voor te doen (‘ook voor die ouder die om half vier aan je bureau staat, terwijl je toetsen wilde gaan nakijken’), de neiging om overal de vaart in te willen houden, en de vooral bij vrouwen veelvoorkomende wens om aardig gevonden te worden.

ONDERWIJSINNOVATIE

‘Er kan veel meer dan je denkt’ Onderwijsvernieuwing is op veel verschillende gebieden toe te passen, van nieuwe manieren van kennisoverdracht tot een Google-account voor iedere leerling. Maar let op: stel jezelf niet meer dan drie doelen tegelijk. DE ARK Op basisschool De Ark in

Heemstede ging het ochtendprogramma van Samen Bouwen over onderwijsvernieuwing. Na de kennismaking, de koffie en de Samen Bouwen-taart brachten gastsprekers Iselien Nabben en Kimon Moerbeek van bureau Kennisland de maatschappelijke en onderwijstrends in beeld, zoals de razendsnelle technologische ontwikkeling en ‘terug naar de community’, leerlingen steeds meer in aanraking laten komen met de buitenwereld. Ook lieten zij zien wat er voor onderwijsvernieuwing nodig is. Experimenteer volop, maar accepteer het ook als het mislukt, was één van de tips.

Vakateliers

Gastspreker Frum van Egmond, grondlegger van de Noordwijkse methode, wist het al vroeg: als kind nam zij zich al voor om later een school te stichten. Jaren, veel research en vooral veel ordenen van ideeën later, kwam zij tot drie schooldoelen. Kennis: leerlingen voorzien van een brede algemene ontwikkeling; inzicht: kinderen leren nadenken over de dingen die ze leren en de sociale vaardigheden

zo goed mogelijk ontwikkelen. Zo ontstond de Noordwijkse methode, die het kind wil laten schitteren met zijn eigen talenten, zodat hij van daaruit een positieve bijdrage kan leveren aan de wereld om hem heen. De dagindeling ziet er in Noordwijk anders uit dan op de meeste scholen. De ochtend staat in het teken van vaste basisvakken als rekenen, taal, lezen, persoonlijke en sociale vaardigheden, Engels, ICT en beweging. ’s Middags staan de vakateliers op het programma: wereldoriëntatie (geschiedenis, aardrijkskunde, actualiteit en godsdienst), biologie, techniek, expressie, koken (Frum: ‘op koken is kennis uit bijna alle vakken toepasbaar’), sport en talen. Door deze indeling houden we leerlingen en leerkrachten gemotiveerd, aldus de bedenker. Tot slot geeft Frum concrete tips voor vernieuwing: ‘stel jezelf continu de vraag: waarom? Waarom willen we dit? Hiermee houd je het doel goed voor ogen. Stel jezelf bovendien niet meer dan drie doelen tegelijk, dan blijft het overzichtelijk. En geef je ideeën een kans. Er kan echt veel meer dan je denkt.’

Opgelost is het probleem van de werkdruk daarmee niet, zoals Eef al aankondigde. Ook in het onderwijs neemt de werkdruk nu eenmaal toe. Maar de tijd nemen om erbij stil te staan, zoals vandaag, helpt wel. ‘Het heeft mij nadenkertjes opgeleverd’, besluit een van de deelnemers.

PROFILERING

Wat zijn sterke kanten van jouw school? Waarmee onderscheidt jouw school zich van andere scholen? Op basisschool Opmaat in Nieuw Vennep gingen leerkrachten aan de slag met die vraag.

‘WERKGELUK ONDER DRUK’

W

at is voor jou werkdruk en wat is werkgeluk? We vroegen het juf Lisanne de Zwart van ’t Venne in Nieuw Vennep. ‘Bij werkdruk denk ik meteen aan de balans die ik zoek tussen thuis en werk. Ik heb twee kinderen van twee en zes jaar. Als ik op mijn werk ben, ben ik daar honderd procent. Maar als ik thuis ben, moet ik ook nog met werk bezig zijn. Ik werk twee dagen en moet tussendoor contact houden met mijn duo. Als de jongste niet wil slapen, zit ik soms om twaalf uur nog dingen af te maken. Op het werk zelf valt de werkdruk voor mij momenteel wel mee. Wat wel spannend is, is dat we gaan werken in groep-overstijgende clusters na de herfstvakantie. En wat ik merk is dat mijn werkgeluk op de proef wordt gesteld. Onlangs zijn we overgegaan van ontwikkelings­ gericht naar opbrengstgericht werken. Van thema’s naar methodes. Daardoor heb je minder eigen inbreng. Ik probeer het nog wel te doen, hoor, spontaan een les maken van een leuke vraag van een leerling. Dat zijn toch de dingen die je werk leuk maken. Meer dan wat er van boven wordt opgelegd aan reken- en taaltaken.’

TOP

5 VEROORZAKERS VAN WERKDRUK 1. Perfectionisme 2. Alles zelf willen doen 3. Slecht NEE kunnen zeggen 4. Altijd haast 5. Aardig gevonden willen worden

Kees van der Giesen, De Hoeksteen in Aalsmeer:

‘N

aast leerkracht ben ik adjunct-directeur en ICT-coördinator op onze school. Ik heb ambulante tijd om deze taken uit te voeren en sta daarnaast voor de klas in groep 6 en 7. Wat betreft onderwijs­ innovatie bevindt onze school zich in een interessante fase. Wij zijn

GESPOT Deze blauwe bal deed de gemoederen op De Ark gisteren hoog oplopen. Gespreksleider Frum van Egmond gooide hem door de zaal om de deelnemers het woord te geven. De eerste worp bleek echter erg ongelukkig: kleuterjuf Liesbeth werd vol op haar hoofd geraakt.

aan het fuseren met De Wegwijzer, een andere school in Aalsmeer. We komen samen in een nieuw gebouw, we hebben goed gekeken naar de kansen voor vernieuwing die deze situatie biedt. Ook op het gebied van ICT willen we innovatief zijn. We hebben sinds kort een flink aantal chromebooks op school, die de kinderen intensief gebruiken. Je kunt in deze tijd je ICT simpelweg niet overslaan bij vernieuwing, terwijl het vaak een ondergeschoven kindje is. Deze bijeenkomst heeft mij zeker verrast: ik had niet gedacht dat de bereidheid tot en de behoefte aan vernieuwing in het onderwijs zo groot is.’

OPMAAT ‘Een school die veiligheid biedt, waar het kind bij de groep hoort en waar duidelijk is wie de baas is. Waar heldere regels gelden, orde is en goede structuur.’ Het zijn volgens pedagoog Peter Peene in een notendop de drie belangrijkste behoeftes van ouders die een school kiezen voor hun kinderen. Maar, zegt Peter: met deze drie behoeften ben je er nog niet. Je komt er als school namelijk niet mee vooruit. Je hebt de basis van de school op orde, maar ouders hebben meer behoeften. Bijvoorbeeld eentje waar het onderwijs volgens Peter nog niet echt raad mee weet: resultaat, succes en ambitie. ‘We appelleren te weinig aan het succes, terwijl ouders trots willen zijn op hun kinderen.’

Sterke kanten van jouw school

Daarna is het tijd om zelf aan de slag te gaan met de ‘school als merk’. Bij één van de workshops is de opdracht: maak een sterkte-zwakteanalyse van je school. Johan, leerkracht groep 8 van Bommelstein, heeft een hele lijst met sterke kanten. Een betrokken team, stuurgroepen die de kwaliteit van onderwijs verbeteren, steeds willen vernieuwen. Maar hij is kritisch: we doen heel veel om goed onderwijs te garanderen, maar aan de andere kant: biedt elke school dat niet? De groep is het erover eens: kwaliteit van onderwijs en een veilig leerklimaat zijn niet per se onderwerpen waarmee je je als school onderscheidt. Je mag er vanuit gaan dat iedere school dat op orde heeft. De tip die leerkrachten krijgen: profileer je op één of twee dingen en ga er dan écht voor. Het voorbeeld van een gezonde school komt voorbij. Geen koffie en koek bij de avondvierdaagse, maar rijstwafels en water. Overal de gezonde keus bieden. Als je weet waarmee je je wilt onderscheiden, zorg er dan ook voor dat je daarmee naar buiten treedt. Tijdens informatieavonden, op de website, in de wandelgangen: zorg ervoor dat iedereen weet wat je sterke kanten zijn.

‘Innovatieve school’ Johan (30), leraar groep 8 van Bommelstein dompelde zich onder in de wereld van profilering, onderscheidend vermogen en sterke merken. Hij vertelt met welk merk hij zijn school vergelijkt.

L

achend: ‘Ik kies ik in ieder geval niet voor Volkswagen, maar ga voor Apple, een innovatief merk. Onze school probeert ook steeds te vernieuwen. Maar het blijft lastig met welke aspecten je je als school profileert. Wat doe je als school echt anders dan andere scholen? Ik neem aan dat alle scholen kwalitatief goed onderwijs en een veilig leerklimaat bieden. Onze school heeft veel enthousiaste, betrokken en gemotiveerde leerkrachten. Belangrijk, omdat je volgens mij alleen leerlingen kunt motiveren als je zelf ook enthousiasme voor het vak uitstraalt. Oprechte aandacht vind ik ook belangrijk. Ik sta iedere morgen bij de deur van m’n lokaal en geef alle kinderen een hand, het is belangrijk dat de kinderen merken dat je ze ziet. “Hé, wat een mooie schoenen heb je aan”, is dan al genoeg. Onze school vindt samenwerken ook belangrijk. De oudere groepen ondersteunen de jongere kinderen. Jongere kinderen leren hiervan en ook voor de oudere kinderen is het leerzaam: je leert de stof extra goed als je het ook kunt uitleggen.’


8

Jong Leren in cijfers

(op 1 oktober 2015)

29 SCHOLEN IN 15 DORPEN BLOEMENDAAL HAARLEMMERLIEDE

OVERVEEN

HAARLEM

HALFWEG

ZANDVOORT

ZWANENBURG STICHTING JONG LEREN

VIJFHUIZEN HEEMSTEDE VOGELENZANG BENNEBROEK

HOOFDDORP

RIJSSENHOUT LISSERBROEK

NIEUW-VENNEP AALSMEER

KUDELSTAART

6273 LEERLINGEN OP 29 SCHOLEN

bovenbouw (8 jaar en ouder)

MEER JONGENS DAN MEISJES

onderbouw (4-7 jarigen)

3227 51,5% 48,5%

3046 53% 47%

3341

MEESTE LEERLINGEN NAAR HAVO

64

2932

21 gl

30 1 praktijkonderwijs kl

vmbo 214

tl

201

bl

vwo havo 217

12 PROCENT VAN DE MEDEWERKERS IS MAN

70 527 MEESTE LEERKRACHTEN WERKEN 3 DAGEN

155

150 116

105

55

65+

6

60-64

54

55-59

74

50-54

67

45-49

68

40-44

68

35-39

78

30-34

79

25-29 20-24

83 20

16 tot 1 d 1 - 2d 2 - 3d 3 - 4d 4 - 5d

5d

COLOFON TEKSTEN Maters & Hermsen: Marieke van Gils, Brigit Kooijman, Maureen Land, Hester Sleeking, Caroline Togni, Fieke Walgreen EINDREDACTIE Caroline Togni FOTOGRAFIE Jurgen Huiskes, Serge Ligtenberg ILLUSTRATIES Suus van den Akker VORMGEVING EN INFOGRAPHICS Jan Peter Hemminga (Maters & Hermsen Vormgeving) DRUK Puntgaaf Drukwerk


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.