Inside

Page 1

inside 10

Jubileum special jaar

Rijnland Zorggroep

inside SPECIAL


voorwoord

rijnland in beeld

Beste lezer, colofon © 2013 Rijnland Zorggroep Deze jubileumeditie van Inside is een uitgave van Rijnland Zorggroep en wordt gedistribueerd onder medewerkers en relaties. www.rijnlandzorggroep.nl Correspondentie: communicatie@rijnland.nl Hoofdredactie: Marcella Kerkman Eindredactie: Maartje Neuteboom, Patricia Prickarts-Kiel, Leonie Hage, Eugène van Rijn (Maters & Hermsen, Leiden) Aan deze editie werkten mee: Tal van enthousiaste medewerkers en vrij­ willigers Fotografie: Lars van den Brink (cover), Diederik van der Laan, Jurgen Huiskes, Michel ter Wolbeek, Hendrik-Jan Brakels,Wil Barkmeijer, Sanneke Fisser, Arno Massee. Vormgeving: Maters & Hermsen, Leiden Drukwerk: Romer bv, Schiedam Oplage: 4.500 Foto’s uit Inside mogen alleen na schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur worden gebruikt

Voor je ligt de jubileumeditie van Inside. Tien jaar geleden, op 1 juli 2003, was de lang voorbereide fusie tussen Verpleeghuis Leythenrode, Verpleeghuis Oudshoorn, Zorgcentrum Noorderbrink en Rijnland Ziekenhuis een feit. Met deze fusie werd de fundering gelegd voor een gezonde toekomst. Na tien jaar kunnen wij met stelligheid zeggen: het gaat goed met Rijnland Zorggroep! Betrokken, betrouwbaar en bekwaam. Dat zijn onze kernwaarden en ze zijn als geen ander op ons van toepassing. Met Planetree hebben we een fantastisch zorgconcept in huis. Het zorgt ervoor dat we bewust aandacht geven. Aan patiënten­en cliënten, maar ook aan elkaar. En dat doen we! Medewerkers voelen zich betrokken bij onze zorggroep en zijn er trots op om hier te werken, zo blijkt uit het medewerker­ tevredenheidsonderzoek. Ook onze financiële positie is ten opzichte van tien jaar geleden sterk verbe­ terd. En last but not least is Rijnland Zorggroep een

gewaardeerde­partner in de regio. In dit nummer staan we stil bij onze successen. Planetree,­zorglogistiek, ­Rijnland centrum voor ouderen­geneeskunde én de bouw en verbouwingen van onze mooie locaties. Het is slechts een greep uit de hoogtepunten van de afgelopen jaren die een plek hebben gekregen in deze jubileumeditie. We kijken ook vooruit. Want om het succes van Rijnland Zorggroep vast te houden, moeten we continue werken aan het verbeteren van onze zorg en onze processen. Met z’n allen moeten we het ­patiënten en cliënten zo aangenaam mogelijk maken, in een voor hen vaak moeilijke­tijd. Een belangrijke­ uitdaging hierbij is om, samen met andere zorg­ aanbieders in de regio, de zorg voor iedereen betaal­ baar te houden. Veel leesplezier! Ron Treffers & Marcel Kuin Raad van Bestuur

Plataan van Hippocrates Rijnland Zorggroep biedt in een veilige omgeving mensgerichte en deskundige­ zorg op het gebied van care én cure. Sinds 2009 is het zorgmodel Planetree daarbij de leidraad. Het is een totaalconcept, gericht

op het voortdurend verho­ gen van de kwaliteit van de zorgverlening. Wist je dat de naam ­Planetree komt van een bijzondere plataan (in het ­Engels: planetree) op het Griekse eiland Kos? Hippocrates, de vader van

de geneeskunde, onderwees zo’n 2400 jaar geleden zijn studenten onder deze plataan. ­­Dit exemplaar op Kos is zo’n vijfhonderd jaar oud, aange­ nomen wordt dat hij afstamt van de originele plataan waaronder Hippocrates zat.

Papier

Deze stapels papieren ­dossiers zijn met de komst van het elektronisch ­patiënten dossier (EPD) echt verleden tijd. Over een paar jaar kunnen we ons de tijd vóór het EPD, met al die stapels papier, niet meer voorstellen. Het EPD is ­efficiënt en voorkomt onleesbare handschriften, dubbel werk of zoekgeraakte gegevens. De afdeling keel-, neus- en oorheelkunde kreeg in 2012 als eerste een digitaal dossier met daarin alle gegevens­van het ­specialisme. Eind dit jaar werken alle poliklinieken met het EPD en starten de verpleegafdelingen met de implementatie.

Snip

Wie goed kijkt herkent in het logo van Rijnland ­Zorggroep de snip. De snip is een erfenis uit het oude logo en verwijst nog altijd naar het Groene Hart en de golvende rivier de Rijn. De snip ken je misschien ook van het vroegere briefje van honderd gulden. Deze vogel heeft een bijzondere­ puntsnavel om kleine insecten uit de modder mee te kunnen vissen. Sinds de jaren ’50 is deze trekvogel in Nederland zeldzamer geworden­door het verdwijnen­van veen en moerassig weiland.


3

juni 2013

inside SPECIAL

Blik van buiten

inhoud

Buitenstaanders over Rijnland Zorggroep

Op weg naar een geïntegreerd zorgbedrijf

pag. 13 Lita Berkhout van ActiVite

Betrokkenen blikken terug

(pag. 4)

pag. 16 Cliënt Mevrouw Zonneveld

pag. 17 Huisarts Marcel Hortensius

Innovatieve zorg voor kwetsbare ouderen (pag. 10)

Op het juiste moment, de juiste plaats, de juiste zorg (pag. 24)

Samenwerking in de regio

pag. 21 Patiënt ­mevrouw Van den Berg-Vogelaar

(pag. 14)

verder: 8. Hier maakt Rijnland Zorggroep het verschil 16. Rijnland Zorggroep in beeld 18. Op de fiets naar de patiënten 22. (Ver)bouwen 26. Wie kent ze niet? 27. RZG in cijfers

pag. 25 Carla Kerner, raad van toezicht Verpleeghuis Leythenrode

pag. 27 Vrijwilliger André Voordouw


inside SPECIAL

4

Betrokkenen kijken terug

De weg naar een

geïntegreerd zorgbedrijf Minder gesol met oudere patiënten die niet weg konden uit het ziekenhuis, fijn werk blijven bieden aan medewerkers en als g ­ rotere partij aantrekkelijk blijven voor zorgverzekeraars en medewerkers.­ Die argumenten noemt Eric van Royen, tussen 1998 en 2008 ­voorzitter van de raad van bestuur, voor de fusie tien jaar geleden. Hij en andere betrokkenen ‘van toen’ kijken terug.

T

oen Eric van Royen werd benaderd voor een functie in Rijnland Ziekenhuis, stond een fusie tussen een cure- en een care-organisatie niet zo zeer op de verlanglijst van het ziekenhuis. Vervolmaken van de fusie tussen het Rijnoord Ziekenhuis in Alphen aan den Rijn en het Elisabeth Ziekenhuis in Leiderdorp stond wel op die lijst, net als de begeleiding van een nieuwbouwproject van het ziekenhuis in Leiderdorp. Zelf voegde hij daar, met collega-bestuurder Jan Kees Cappon, de fusie tussen cure en care aan toe. ‘Ik zag de ellende van ouderen. Het ziekenhuis nam ze alleen op als het echt niet anders kon. Maar als hun behandeling in het ziekenhuis klaar was, konden ze nergens heen. Naar huis konden ze vaak niet, en het verpleeghuis nam ze niet op. Een

ziekenhuis­is een gevaarlijke plek voor mensen die geen behandeling­nodig hebben, je loopt bijvoorbeeld kans op infecties.’ Niet alleen voor ouderen was die situatie ongewenst. ‘Voor artsen in opleiding werkte het ook demotiverend: die kwamen hier om zich te bekwamen in hun professie, maar in de ­praktijk zaten ze eindeloos te bellen met verpleeghuizen. Zonder resultaat.’

Vrees voor lekken

Zowel in Alphen aan den Rijn als Leiderdorp lag een verpleeghuis op een steenworp afstand van het ziekenhuis. Maar contact was er amper, laat staan samenwerking. ‘Daarom was een fusie de enige optie. Samenwerking zou veel te vrijblijvend zijn geweest’, vindt Van Royen. De fusie kwam overigens niet zonder slag of stoot


juni 2013

5

Andy da Costa is als chirurg verbonden aan Rijnland Zorggroep. Ten tijde van de fusie was hij voorzitter van de vereniging medische staf, die de medisch specialisten van het ziekenhuis vertegenwoordigde.

tot stand. Van alle gremia die ermee moesten­ instemmen, vreesden met name de medisch ­specialisten dat er budgetten van het ziekenhuis naar de verpleeghuizen zouden “lekken”. Eric van Royen herinnert zich de cruciale vergadering nog met genoegen. ‘Alleen de medisch specialisten moesten nog hun akkoord geven. Ze kwamen na een schorsing met een vrij vaag gestelde verklaring. Ik heb dat toen uitgelegd aan de voorzitter van de raad van toezicht als een “ja”, maar ik wist dat ze eigenlijk “nee” bedoelden. Daar heb ik later nog wel een ­pittig gesprek over gehad met de medische staf. ­­ Het werkte in mijn voordeel dat ik ook een ­achtergrond als medisch specialist had (nucleair

geneeskundige, red.), anders was ik daar niet mee weggekomen’, lacht hij nu. Chirurg Andy da Costa bevestigt de reserves die de specialisten hadden. Hij zat de vereniging medische staf in die tijd voor. ‘De specialisten zaten niet op de fusie te wachten. Het samengaan tussen de ziekenhuizen in Alphen aan den Rijn en Leiderdorp had een lange nasleep gehad, en bij de nieuwe fusie stond partner Verpleeghuis Leythenrode er financieel niet rooskleurig voor.’ Uiteindelijk pakte het goed uit, vindt ook Da Costa, bijvoorbeeld doordat de aanpak van de verkeerde bed-problematiek goed uitpakte. ‘In het begin liep het nogal stroef. Als er iets niet goed ging, zeiden mijn collega’s meteen “zie je wel

Eric van Royen was van 1998 tot 2008 voorzitter van de raad van bestuur van Rijnland Zorggroep. Hij zit nu nog in de raad van toezicht van een ziekenhuis en is voorzitter van een tennisclub in zijn woonplaats Bergen (Noord-Holland).


inside SPECIAL

6

dat we het niet hadden moeten doen”. Ik zat wekelijks met het bestuur om tafel. Ik zag al iets eerder dat verbeteringen optraden.’

Gezond als een vis

Een jaar na de fusie trok Rijnland Zorggroep Willem­den­Hartog aan als bestuurslid. Hij nam de integratie­van de verplegings- en verzorgingstak (V&V) binnen de zorggroep voor zijn rekening. Hij vond de integratie van cure en care een interessant vraagstuk. Zijn taak was het creëren van trots op het werken in de verpleeghuizen. Hij trof een “behoorlijk armlastig” Verpleeghuis Leythenrode aan. ‘De financiering was net veranderd van budgetten per jaar naar vergoedingen per verrichting. Daardoor had het verpleeghuis een flink gat in de begroting. Omdat er slechts een marginaal eigen vermogen was, stond ik binnen een maand na mijn komst een reorganisatie te verdedigen die 1,8 miljoen euro moest opleveren. Dat lukte, zonder financiële bijdrage van het ziekenhuis.’

Toen Den Hartog de zorggroep in 2009 verliet, was het V&V-deel zo gezond als een vis. ‘Er lag een visie op kleinschalig wonen voor ouderen en de integratie van de geriatrische revalidatie kwam op gang. Mijn vertrek was goed voor de verdere integratie van V&V in de zorggroep.”

Tempo van patiënt

Ook Roeland van Velzen herinnert zich dat het financieel gezond maken van de zorggroep de eerste jaren na de fusie bovenaan de agenda stond. De huisarts­uit Leiderdorp zat van 2004 tot begin 2012 in de raad van toezicht van de zorggroep. De afgelopen­ jaren ziet hij een evenwicht ontstaan tussen de aandacht voor financieel-economische aspecten en kwaliteit. ‘Dat moet ook, want in de zorg kun je niet financieel gezond zijn zonder kwaliteit te leveren.’ De keuze voor geriatrie als specialisme onderschrijft hij. ‘In de regio Leiderdorp en Alphen aan den Rijn wonen meer babyboomers dan gemiddeld in ­Nederland. Daar ligt een grote behoefte aan zorg

Burgemeester Bas Eenhoorn:

‘We moeten reëel zijn’ ‘D

e wens om een 24-uurs ziekenhuis in Alphen aan den Rijn te hebben leeft hier enorm. Dat begrijp ik ook wel. Maar met de huidige discussie­ over kosten in de zorg moeten­we reëel zijn: geen verzekeraar gaat ervoor betalen om zorg 24 uur per dag, 7 dagen per week in Alphen aan den Rijn mogelijk te maken. Je hebt niets aan een competitiestrijd over welke behandeling waar plaatsvindt. We hebben regelmatig overleg met het bestuur van de zorggroep. Dat is open en constructief en we benoemen onze gevoelens. Binnen de grenzen van het mogelijke, denk ik dat het ziekenhuis in Alphen aan den Rijn nu het maximaal haalbare biedt. Patiënten naar Leiderdorp brengen is een stuk voordeliger dan een ziekenhuis­hier dag en nacht open houden. Als de verbinding met openbaar vervoer tussen Alphen aan Rijn en Leiderdorp nog beter wordt, scheelt dat ook al enorm.’

‘De raad van bestuur van Rijnland ­Zorggroep werkt er hard aan om de meerwaarde­tussen care en cure binnen een organisatie te benutten, is mijn waarneming. Als bestuurder kijk ik vooral of de zorg voor de mensen goed is. Of die tot stand komt door één organisatie of door goede samenwerking maakt voor mij niet uit. Het is wel zo dat een grotere organisatie makkelijker financiering kan krijgen dan een kleine. In die zin is het voor de zorggroep voordelig om op grotere schaal te werken.’ ‘Er zijn zorggroepen die het slechter treffen met hun bestuur, zeg ik om op z’n Drents een complimentje uit te delen. Goed bestuur is nodig. Er komt namelijk van alles op de zorg af, zowel in de care als in de cure-sector. Dat de lijn van het kabinet onduidelijk is, maakt het moeilijk om gericht beleid te vormen. Het enige dat vrij zeker is: zorg dat je in de cure voldoende volume houdt en voldoende behandelingen aanbiedt, want daar kijken zorgverzekeraars naar.’

Bas Eenhoorn is waarnemend burgemeester van Alphen aan den Rijn. Vanuit deze functie overlegt hij regelmatig met Rijnland Zorggroep. Hij heeft hierbij speciale aandacht voor het zorgniveau in Alphen aan den Rijn. Eenhoorn is ook voorzitter van de raad van toezicht van een zorggroep in het noordoosten van Nederland.


juni 2013

7

Roeland van Velzen is huisarts in Leiderdorp. Hij was tussen 2004 en begin 2012 lid van de raad van toezicht van Rijnland Zorggroep. Daarnaast bekleedt en bekleedde hij vele bestuursfuncties, onder meer die van voorzitter van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV).

de komende jaren. Juist voor de goede zorg aan de oudere patiënt kan de samenwerking tussen ziekenhuis en verpleeghuis nuttig zijn.’ Een puntje van aandacht noemt hij de behandel­duur. ‘Dat de ligduur daalt is goed, maar een behandeling is meer dan alleen een technische ingreep. Patiënten meten kwaliteit ook af aan de bejegening in het ­ziekenhuis en het eten. En die bejegening wordt beter als een verpleegkundige tijd heeft om de mens achter de patiënt te leren kennen, in plaats van de galblaas in bed 4.’ Pas het tempo in het zieken­huis aan, aan dat van de patiënt, wil Van Velzen hiermee zeggen.

Geïntegreerd zorgbedrijf

Toen Van Royen in 2008 Rijnland Zorggroep verliet, was het een “geïntegreerd zorgbedrijf”. ‘De nieuwbouw van het ziekenhuis in Leiderdorp was binnen budget afgerond. De financiën van de zorggroep waren op orde en we hadden ons verzoend met de

politiek in Alphen aan den Rijn’, somt hij op. ‘Op het gebied van zorg: het gesol met ouderen was voorbij, we hadden op dat moment een huisartsenpost in huis, daar ben ik trots op. En in Leiderdorp hadden­ we een apotheek in het ziekenhuis, dus zoveel ­mogelijk zorg geconcentreerd op dezelfde plek.’ Natuurlijk lukten ook een aantal dingen niet: ‘We wilden eigenlijk ook een alliantie aangaan met een thuiszorgorganisatie, maar dat mocht niet van de overheid. En we wilden ons toen al meer richting geriatrie specialiseren, maar dat heb ik niet voor elkaar gekregen. Goed om te horen dat dit nu wel is gebeurd.’ En hoe kijkt hij vanuit zijn ervaring naar de meerwaarde van care en cure binnen één organisatie?­‘De gedachte is prima. Maar je moet er als bestuur wel lol in hebben om verschillende culturen bij elkaar te brengen. Wij wilden dat graag. Maar als je dat niet hebt, kun je er beter niet aan beginnen.’

Willem den Hartog was van maart 2004 tot november 2009 lid van de raad van bestuur van Rijnland Zorggroep. Hij was binnen het bestuur verantwoordelijk voor de tak Verpleging en Verzorging (V&V). Sinds maart dit jaar­is Den Hartog bestuursvoorzitter van Aveleijn, een zorgorganisatie voor mensen met een v­ erstandelijke ­beperking in Twente.


inside SPECIAL

8

Hier maakt Rijnland Zorggroep het verschil Een greep uit grote en kleine gebeurtenissen

Rijdend buffet

Geen centrale keuken meer, tegenwoordig komt het avondeten op een rijdend buffet bij patiënten langs. Die kunnen zo kiezen waar ze op dat moment trek in hebben en hoeveel er opgeschept wordt. De voedingsassistente maakt ter plekke het bord mooi op en houdt daarbij ­rekening met eventuele ­diëten of voedingsgewoontes­ van de patiënt. Patiënten mogen­zelf kiezen of zij in bed, aan tafel of in een huiskamer de maaltijd willen gebruiken. De maaltijden worden per schaal van vijf porties aangeleverd en opgewarmd. Gevolg: minder verspilling, minder kosten en patiënten genieten van hun maaltijd.

Klein dorp

Wonen ‘net als thuis’, dat is de sfeer van de kleinschalige woongroepen van Verpleeghuis ­Oudshoorn, waarvan de eerste nu een jaar bestaan. De medewerkers en bewoners runnen samen een huishouden. Ze koken, wassen en hebben een gezellige huiskamer. In mei 2012 zijn de eerste zestien woningen in gebruik genomen. Wanneer de laatste zes woningen klaar zijn, vormen alle woningen­ samen een een klein dorp, met een plein met kapper, café, ­uitbureau en een winkeltje.


juni 2013

9

In beweging voor het goede doel Sinds 2000 lopen, fietsen, skeeleren of rennen­ ­medewerkers van ­Rijnland Zorggroep jaarlijks de Zorgrun tussen­Alphen aan den Rijn en Leiderdorp. Met de o ­ pbrengst aan inschrijfgeld steunden zij de afgelopen jaren het z­ usterziekenhuis in Tanzania. 2012 Was een record: de ruim 220 deel­ nemers haalden 1.600 euro op voor het goede doel en de raad van bestuur rondde dit af op 2.000 euro. Daarbovenop­kwam nog 6.000 euro,­­opgehaald door restaurantmedewerker Thea Lamboo met de verkoop van haar kookboek.

Pony in de gang

Sollicitatiegesprek met bewoners De pijlers en componenten van Planetree kennen alle medewerkers inmiddels goed. Maar welk verschil maakt Planetree nu echt? ‘Het sollicitatieproces voor nieuwe medewerkers­op de somatische verpleegafdeling waar chronisch zieke cliënten wonen, is tekenend voor wat P ­ lanetree doet’, vindt Francien de Rooij, Planetree­

coördinator van Verpleeghuis Leythenrode. ‘De cliënten zitten bij de sollicitatiegesprekken van hun potentiële verzorgers en stellen ook vragen. Hun mening wordt meegenomen. Dat doe je alleen als je de bewoners echt een centrale rol geeft.’ Afdeling de Does won hiermee de Planetree Award 2011.

Lekker op vakantie is er voor bewoners van het verpleeghuis meestal niet meer bij. Daarom organiseerden de medewerkers met hulp van vrijwilligers, familie en sponsoren in 2012 voor het eerst een vakantieweek voor bewoners van Verpleeghuis L­ eythenrode. Het was vijf dagen lang feest. Picknick met de ­familie, workshops, films kijken, een concert, playbackshow door de medewerkers, bruin café, huifkartocht of een ­mobiele kinderboerderij. Een beetje regen mocht de pret daarbij niet drukken:­de pony’s en geitjes kwamen gewoon naar binnen. Ook in 2013 werd er weer een succes­ volle vakantieweek georganiseerd.


10

inside SPECIAL

Innovatieve zorg voor kwetsbare ouderen Er komen steeds meer ouderen, die vaker meerdere kwalen hebben. Het Rijnland centrum voor ouderengeneeskunde足werkt aan een multidisciplinaire aanpak voor deze groep 足pati谷nten. Geriater en medisch manager Peter Jue en 足organisatorisch manager Ginette den Boer vertellen over de ambitie om een expertisecentrum te worden.


juni 2013

‘E

en specialisatie op het gebied van ouderen lag sinds de fusie tussen Rijnland Ziekenhuis en de verzorg-­en verpleeghuizen­ natuurlijk meer dan voor de hand’, begint Ginette. Rijnland Zorggroep heeft in haar beleidsvisie opgenomen dat ze hét expertisecentrum wil zijn voor gezond en vitaal ouder worden. Binnen de vakgroepen­in het ziekenhuis wordt daar aan gewerkt en de verzorgen verpleeghuizen zijn van nature al gefocust op o ­ uderen. ‘De meerwaarde van de fusie werd nog niet ten volle benut, aldus Peter. Met de komst van het Rijnland centrum­voor ouderengeneeskunde (RCO) gaan we de meerwaarde pas echt verzilveren. Want juist door de fusie moeten we in staat zijn om mooie en i­ nnovatieve dingen voor ouderen te doen’, betoogt Ginette.

Multidisciplinaire aanpak

De komende jaren groeit de groep (kwetsbare) ouderen met de helft. ­Bovendien vraagt deze groep om een multi­disciplinaire aanpak. ‘Het RCO is o ­ pgericht om meer continuïteit en ­eenheid in de behandeling te brengen,­ van het moment dat een patiënt binnen­ komt in het ziekenhuis totdat hij weer naar huis gaat na revalidatie in het verpleeghuis.’ De patiënt gaat fysiek ­misschien wel van A naar B, van ziekenhuis naar verpleeghuis, maar de behandeling moet één geheel zijn. ‘Bovendien gaan we niet meer uit van wat wij kunnen aanbieden, maar van het doel dat de patiënt wil bereiken.’ Peter geeft een voorbeeld: ‘Als je 88 bent en hier binnenkomt met een gebroken heup, dan vraag je je vooral af: kan ik straks weer zelfstandig thuis wonen? Als we daar vanaf het begin duidelijk over praten met de patiënt en daar de behandeling op inrichten, dan is het voor de patiënt helder wat er allemaal gaat gebeuren en waarom.’ Naadloos en grenzeloos werken, noemt Ginette het. ‘Het plan van de fysiothera-

11

peut in het ziekenhuis moet verder gaan in het verpleeghuis, om een voorbeeld te noemen.’ ‘En de ultieme toekomstdroom is dat die fysiotherapeut met de patiënt meegaat, zelfs totdat die persoon weer thuis is en daar zijn oefeningen moet doen’, gaat Peter door. Ginette: ‘Zo wordt het nog veiliger, want fouten ontstaan vaak op de naden en grenzen, bij overdrachten.’

Huiskamer

Maar naadloos en grenzeloos werken, is makkelijker gezegd dan gedaan. ‘De ­praktijk is soms weerbarstig’, vertelt Ginette. In ketens denken en over muren heen kijken, is niet altijd makkelijk. Maar Ginette en Peter sommen een aantal goede voorbeelden op. De specialisten ouderengeneeskunde van de verpleeghuizen denken in het ziekenhuis mee over de behandelplannen van patiënten.­

‘ We gaan uit van het doel dat de patiënt wil bereiken’ Het bureau zorglogistiek is echt één team geworden dat ervoor zorgt dat de patiënt, op het juiste moment, op de juiste plek, de juiste zorg krijgt. De ­psychologen werken als vakgroep ­psychologie steeds meer samen en maken deel uit van ziekenhuisbehandelteams. Ook de paramedici trekken steeds meer als gezamenlijke vakgroep op. Niet alleen organisatorisch, ook in de inrichting zijn veranderingen aangebracht om een sneller herstel te bevorderen.


inside SPECIAL

12

‘ Zeker bij ouderen hangen de problemen vaak samen’ ­ uderen revalideren beter in een natuurO lijke omgeving die als thuis aanvoelt. Daarom is er nu een huiskamer op de geriatrische trauma-unit. Peter: ‘Het gaat erom dat mensen zo snel mogelijk weer gezond gedrag gaan vertonen. Dat betekent: na een heupoperatie zo snel ­mogelijk uit bed, ontbijten aan een tafel, een krantje lezen, een praatje maken. Mensen eten twee keer zoveel als ze aan een tafel zitten waardoor er minder risico is op ondervoeding. Ook de kans op doorliggen kan tot bijna nul gereduceerd worden. En tot slot: psychische problemen zoals somberheid en verwardheid steken veel minder de kop op.’

Goede voorbeeld

Ondanks de goede voorbeelden die Ginette en Peter noemen, is er nog een lange weg te gaan tot het RCO het expertise­centrum is dat het wil zijn. Peter: ‘We willen dat partijen in de zorg zoals huisartsen, maar ook andere ­verzorgings- en verpleeghuizen ons zien als hét centrum waar ze terecht kunnen met problemen waar ze zelf moeilijk uitkomen. Dat moeten we worden door zelf het goede voorbeeld te laten zien en door goed te communiceren met andere zorgaanbieders. Maar om als goed voorbeeld te dienen, moeten we nog veel meer samen­werken.’ Ginette: ‘ De behandelaars van het RCO verlenen hun diensten om die reden nu ook al aan veel omliggende

verzorgingshuizen. En de specialisten ouderengeneeskunde ontwikkelen een samenwerkingsmodule met de huisartsen. ­Voor een professional binnen het RCO zijn de grenzen van het werk dus al vervaagd. Het werkgebied strekt zich uit van ziekenhuis tot verpleeghuis en van omliggende verzorgingshuizen tot en met de thuissituatie van de patiënt. ­Vanzelfsprekend hoort samenwerken met al deze partijen tot hun scope.’ Peter besluit: ‘In de geneeskunde zijn we

van oudsher opgevoed dat ons werk is opgebouwd uit ziekten en organen, dus dat is soms best lastig. Ik vergeet nooit meer de patiënt die bij een consult over dementie ook iets zei over pijn in zijn enkel. Zijn vrouw zei toen: “Bert, dat is iets anders, daar gaat een andere dokter over”. Waarop hij antwoordde: “Maar ik ben maar één Bert”. En zo is het. Zeker bij ouderen hangen problemen vaak samen en daar moeten wij als zorggroep mee leren omgaan.’


juni 2013

13

blik van buiten Lita Berkhout

Verbinden van care en cure Lita Berkhout, voorzitter raad van bestuur ActiVite, en alle professionals van ActiVite werken veelvuldig samen met Rijnland Zorggroep. ‘We vinden elkaar vooral op het ­snijvlak van care en cure.’ Op wat voor manier heeft ActiVite te maken met Rijnland Zorggroep? ‘Rijnland Zorggroep is voor ons een betrouwbare collega-instelling. We komen elkaar op allerlei plekken tegen in de zorg, bijvoorbeeld in de ouderen­ zorg, op de wondpoli, maar ook bij andere samenwerkingsverbanden, zoals Ketenzorg Dementie Zuid-Holland­ Noord. Hierdoor werken onze verpleegkundigen intensief samen met zorgprofessionals van Rijnland Zorggroep. Ook op bestuurlijk niveau is er regelmatig contact. Die contacten hebben geleid tot de oprichting van het Transmuraal Netwerk Zuid-Holland Noord, waarin diverse zorgorganisaties samenwerken om goede ketenzorg te

bieden en te borgen. Dankzij de kennis­ uitwisseling van onze professionals kunnen we betere zorg bieden aan de cliënt.’ Hoe heeft u de fusie ervaren? ‘Ik heb de fusie natuurlijk meer van een afstand meegemaakt, als buitenstaander en niet als fusiepartner. Maar ik denk dat het wel een goede keuze is geweest, omdat bij Rijnland Zorggroep nu nog nadrukkelijker dan voorheen care en cure met elkaar verbonden zijn. Het ziekenhuis met verpleeghuizen biedt de organisatie meer kansen. Dat schept een band want bij ons is deze verbinding er ook. Wij leveren ook ­integrale zorg.’

Geeft dat een extra dimensie aan de samenwerking? ‘Zeker wel, los van het feit dat we min of meer hetzelfde werkgebied hebben, delen we dezelfde visie. Rijnland Zorggroep en in het bijzonder het huidige bestuur, is na de fusie nog meer gericht op het verbinden van care en cure en dat sluit heel goed aan bij onze visie en activiteiten.’ Welke voordelen levert dat op? ‘Rijnland Zorggroep staat open voor voorstellen van onze kant. Zoals voor onze suggestie om ziekenhuisbezoeken waar mogelijk te vervangen door een bezoek aan huis door één van onze ­gespecialiseerde verpleegkundigen. Dat is minder belastend voor onze cliënt en in veel gevallen minder duur. We proberen­ maximaal te profiteren van elkaars expertise en knowhow. We komen elkaar letterlijk ook veel tegen. Het is fijn als je dan goed met elkaar kunt samenwerken en elkaars visie deelt. Daar wordt de zorg aan onze cliënt alleen maar beter van.’


14

Spin in het web Om de beste kwaliteit zorg te kunnen leveren, werkt Rijnland Zorggroep samen met veel ­partners in de regio. Een toelichting op een aantal belangrijke samenwerkingsverbanden. Rijnland Zorggroep – Diaconessenhuis Leiden

Rijnland Zorggroep en het Diaconessenhuis Leiden hebben de afgelopen jaren al op verschillende terreinen samengewerkt. De contacten tussen zowel maatschappen als raden van bestuur zijn het afgelopen jaar geïntensiveerd door de r­ egionale ontwikkelingen, met name die in het licht van de regiovisie samen

met het LUMC. Om die ontwikkelingen te kunnen faciliteren hebben Rijnland Zorggroep en het Diaconessenhuis Leiden onlangs bekendgemaakt onderzoek te gaan doen naar een intensievere vorm van samenwerking, bijvoorbeeld een bestuurlijke fusie. Het doel van de samenwerking is dat patiënten in de regio gebruik kunnen blijven maken van een breed aanbod van ziekenhuiszorg

van hoge kwaliteit, met alle poliklinische en basis ziekenhuiszorg op alle locaties en profilering per locatie. Door de samenwerking blijven de ziekenhuizen ook een aantrekkelijke werkplek voor medisch specialisten en medewerkers.

Rijnland Zorggroep – LUMC

Op meerdere terreinen werken Rijnland Zorggroep en het Leids Universitair ­Medisch Centrum (LUMC) samen. ­ Rijnland Ziekenhuis is onder meer ­erkend als één van de opleidingsziekenhuizen van het LUMC en ook is er samenwerking op het gebied van de reumatologische en neurochirurgische patiëntenzorg. Rijnland Zorggroep en het LUMC vinden


15

kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg in de regio verbeteren. Verschillende teams van medisch specialisten onderzoeken de mogelijkheden voor nieuwe samenwerkingsverbanden. Er zijn teams voor oncologie, vaatzorg en acute zorg en voor de regionale speerpunten ouderenzorg en beweging. Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid ondersteunt het initiatief.

Rijnland Zorggroep – huisartsen

elkaar sinds eind 2010 ook op het gebied van nucleaire geneeskunde. Frits Smit is als nucleair geneeskundige verbonden aan Rijnland Ziekenhuis. Hij werkt daarnaast een dag in de week als sectiehoofd nucleaire geneeskunde in het LUMC. Het is een wens van beide ziekenhuizen de samenwerking op het gebied van nucleaire geneeskunde verder te intensiveren. Dat biedt voordelen voor beide ziekenhuizen. Rijnland Ziekenhuis heeft de ambitie om meer opleiding en wetenschap in huis te halen, het LUMC profiteert van de investeringen van Rijnland Ziekenhuis in kennis en apparatuur. Bovendien is samenwerking tussen universitaire en perifere ziekenhuizen zeer gewenst. In de toekomst gaan ook de afdelingen radiologie en nucleaire geneeskunde intensief samenwerken, in 2015 krijgen zij een gezamenlijke opleiding.

Regiovisie

Het Diaconessenhuis Leiden, het LUMC en Rijnland Zorggroep willen samen de

Rijnland Zorggroep begon een aantal­jaar geleden als één van de eerste ziekenhuizen met een relatiebeheerder voor huisartsen. Een belangrijke functie, ­aangezien vijftig procent van de patiënten­van Rijnland Zorggroep binnenkomt op advies van een huisarts. Het relatiebeheer heeft al veel opgeleverd: zo is de informatievoorziening naar huisartsen goed gestroomlijnd, onder meer via de uitgifte van de huisartsennieuwsbrief Rijnland Kort. Ook organiseert de zorggroep jaarlijks één groot centraal symposium voor huisartsen. Gezamenlijk is gewerkt aan afspraken en protocollen om de zorg voor patiënten met hartfalen te optimaliseren.­ Daarnaast vindt inhoudelijk overleg plaats over bijvoorbeeld ZorgDomein en nascholing. Bereikbaarheid blijft een belangrijk onderwerp voor beide partijen. Overleg hierover heeft geleid tot een aparte telefoonlijn voor huisartsen op de poliklinieken. Andersom hebben veel huisartsen nu een speciale overleglijn. Het allerbelangrijkste volgens relatie­ beheerder Hans Kruidenberg, is dat beide partijen elkaar durven aanspreken. ‘Dat klinkt logisch’, zegt hij, ‘maar in het verleden­gebeurde dit te weinig. Alleen als je van elkaar weet wat de knelpunten zijn, kun je ze samen oplossen.’

­­ Rijnland Zorggroep – Stichting Samenwerkende Huisarts­ diensten Rijnland (SHR)

Rijnland Zorggroep en SHR ondertekenden onlangs een intentieverklaring om de samenwerking op het gebied van spoedzorg in de regio voort te zetten en verder te verbeteren. Straks kan een ­patiënt zich melden op één punt in Rijnland Ziekenhuis locatie Leiderdorp voor spoedzorg. Daar beoordeelt de huisarts, als poortwachter, of de patiënt kan worden geholpen op de huisartsen post of wordt doorverwezen naar spoedeisende hulp.

Het werken met één loket geeft duidelijkheid aan patiënten en bespaart ook kosten.

Rijnland Zorggroep – ActiVite

Rijnland Zorggroep en ActiVite vinden elkaar op zowel de intramurale als de ­extramurale zorg. Zo kiest Activite ­bewust voor de inzet van behandelaars­ van Rijnland Zorggroep. Deze behandelaars hebben veel expertise op het gebied van ouderengeneeskunde, zoals bijvoorbeeld de specialisten ouderengeneeskunde­en de paramedici als fysiotherapeuten en psychologen. Ook in de extramurale zorg (zorg aan thuiswonende cliënten) werkt Rijnland Zorggroep nauw samen met Activite. Te denken valt hierbij aan het gezamenlijk­ vormgeven van casemanagement ­dementie, aan het gezamenlijk oppakken­ van specialistische zorg thuis en aan de versnelling van het ontslagproces naar huis. Beiden proberen dit laatste zo snel en digitaal als mogelijk te regelen. Activite heeft als thuiszorgorganisatie “de wijk” als focus en kan dus voor en na ziekenhuisopname veel betekenen voor een naadloze overgang voor de patiënt tussen beide organisaties. Ginette den Boer, organisatorisch manager van het Rijnland centrum voor ouderengeneeskunde: ‘De samenwerking is gebaseerd op wederzijds vertrouwen en synergie.­­ Iedere organisatie doet waar hij goed in is.’

Transmuraal netwerk

Chronisch zieke en kwetsbare ouderen hebben vaak met meerdere zorgverleners te maken. Om ervoor te zorgen dat de zorg van deze aanbieders aansluit op de wensen en de behoeften van de patiënt, is het Transmuraal Netwerk Zuid-Holland Noord opgericht. De focus ligt op het uitwisselen en borgen van de aanwezige kennis en het coördineren, initiëren en integreren van diverse zorgprojecten, -ketens en –vernieuwingen waardoor de kwaliteit van zorg verbetert. Patiënten hebben een grote participatie en zeggenschap in het zorgproces. De participanten zijn ActiVite, Rijnlands Revalidatie Centrum, Rijnland Zorggroep, Diaconessenhuis Leiden, LUMC, Marente, Topaz, GGZ Rivierduinen en Huisartsenvereniging Rijnland.


inside SPECIAL

16

Mevrouw blik Zonneveld van buiten

‘ i k kies voor stamppot’ Mevrouw Zonneveld (95) woont sinds zes jaar in Verpleeghuis Oudshoorn. Ze maakt graag woordzoekers en is blij als de zon schijnt. ‘Dan kunnen we lekker buiten zitten.’ Voelt u zich hier thuis? ‘Zeker. Ik hoor er echt bij. Ze vinden me de vrolijkste van de afdeling. Ik zeur niet vaak en ben altijd opgewekt. Dat zit nu eenmaal in mijn karakter. Ik ben blij met de mensen die mij hier helpen. Mijn dochter komt ook vaak langs. Ik heb twee kinderen, kleinkinderen en zelfs achterkleinkinderen.’ Wat vindt u het leukst om te doen? ‘Het liefst doe ik een spelletje. Vragen­ derwijs vind ik het leukst. Je krijgt

verschillende vragen over bijvoorbeeld het koningshuis of films. Ik weet niet alles hoor. Verder lees ik veel en doe ik graag puzzels zoals woordzoekers. ’s Avonds kijk ik televisie op m’n kamer. De wereld draait door zet ik elke dag aan. Gisteren heb ik ook een leuk programma gekeken, maar ik kan nu even niet op de naam komen. Soms vergeet ik weleens wat. Vroeger borduurde, haakte of breide ik ook veel, maar dat lukt niet meer. Mijn handen werken niet mee.

Jammer. Breien is weer helemaal hip heb ik begrepen.’ En wat doet u verder op een dag? ‘We eten ’s middags en ’s avonds altijd samen. Verder heb ik op dinsdag en donderdag therapie om mijn spieren een beetje te laten bewegen. En als de zon schijnt, zitten we lekker buiten.’ Wat vindt u minder leuk? ‘Het eten is niet altijd lekker. Gisteren heb ik het niet opgegeten. Ik houd van stamppot en rode kool: Hollandse kost. Moderne gerechten zijn niet aan mij besteed. We verhuizen straks naar de nieuwbouw en gaan dan zelf koken. Daar verheug ik me op. Ik kies natuurlijk voor stamppot.’


juni 2013

17

blik van buiten Marcel Hortensius

‘ H et is prettig dat we gehoord worden’ Als arts bij huisartsenpraktijk Prelude in Alphen aan den Rijn heeft Marcel Hortensius regelmatig contact met ­Rijnland Zorggroep. Hij verwijst veel van zijn patiënten ­ door naar één van de ziekenhuizen van Rijnland Zorggroep. Op welke manier heeft u te maken met Rijnland Zorggroep? ‘Negentig procent van de patiënten die ik als huisarts doorverwijs naar specialisten, stuur ik naar Rijnland Ziekenhuis locatie Alphen aan den Rijn of Leiderdorp. De overige patiënten gaan vaak voor derdelijnszorg naar het LUMC of andere centra in Nederland.’

met het bestuur. Hier krijgen we de kans om mee te denken over beleid, bijvoorbeeld over de sluiting van de OKruimte in Alphen aan den Rijn. Rijnland Zorggroep­luisterde naar onze bezwaren en die van onze patiënten. Wij willen deze zorg graag in de buurt houden. We zijn een belangrijke partner en het is prettig dat we worden gehoord.’

Bent u tevreden over de samenwerking? ‘Het doorverwijzen verloopt altijd ­prettig en snel. Specialisten zijn over het ­algemeen goed te bereiken. Ook als secretaris van de Huisartsenvereniging Rijnland kom ik in aanraking met de zorggroep. Op initiatief van Rijnland ­Ziekenhuis hebben we jaarlijks overleg

Kan de samenwerking nog beter? ‘We zijn op dit moment bezig met het elektronische verwijsportaal ZorgDomein zodat we straks sneller en gerichter kunnen doorverwijzen. Zo sturen wij verwijzingen vanaf juni meteen digitaal naar de specialisten. Patiënten hoeven bij het maken van de afspraak alleen

nog maar de betreffende zorgdomeincode te noemen die verwijst naar de digitale verwijzing. Daarnaast maken wij nieuwe afspraken over de werkwijze bij een aantal mogelijke aandoeningen. Het doel is om te komen tot nog meer combinatie­afspraken, waarmee voor­ komen wordt dat patiënten vaak naar het ziekenhuis moeten. Als ik bijvoorbeeld bij iemand nierstenen vermoed, vraag ik straks een echo en foto aan en daarna meteen een afspraak bij de uroloog. Nu gaat zo’n patiënt eerst naar de uroloog. Als hij mijn vermoeden van nierstenen zou bevestigen,­dan wordt pas een echo aangevraagd. De nieuwe werkwijze is sneller en fijner voor de patiënt.’ Nog een tip voor de medewerkers van Rijnland Zorggroep? ‘Soms verwijzen zij patiënten intern door en dat vind ik jammer. Ik heb in sommige situaties liever dat er eerst telefonisch met mij overlegd wordt. Ik ken de patiënt beter en houd daarom liever de regie.’


inside SPECIAL

18

Rijnland Zorggroep over tien jaar

‘Op de fiets naar de patiënten’

Tien jaar vooruitkijken in de zorg is zo goed als onmogelijk. Maar feit is dat de gezondheidszorg er in 2023 compleet anders uitziet dan nu. Daarover zijn bestuurders Ron Treffers, Marcel Kuin en voorzitter van de raad van toezicht Erry Stoové het eens. Ze spreken over vijf thema’s.

1. Organisatie van de zorg Ron Treffers: ‘Over tien jaar bestaat Rijnland Zorggroep in deze huidige vorm niet meer. Onze locaties zijn er nog en er is voldoende werk voor artsen, verpleegkundigen, verzorgenden,­en ondersteunend personeel. Dat verandert de komende jaren niet. Maar er zijn over tien jaar geen ziekenhuizen meer die alles aanbieden. We groeien veel meer toe naar een zorgnetwerk in de regio. De meest voorkomende zorg zal voor patiënten in de regio beschikbaar blijven, maar niet meer overal. De eerste intake en bijvoorbeeld eerste hulp is nog steeds voor iedereen dichtbij, maar specialistische ingrepen kunnen verder van huis plaatsvinden. Het kan zijn dat ­patiënten voor een bepaald soort zorg straks nog maar op één ­locatie in de regio terecht kunnen.’

Erry Stoové: ‘Ik voorspel een

vermindering in ziekenhuis­ organisaties. In bestuurlijke zin ­welteverstaan, want de zorg zelf gaat steeds meer plaatsvinden in kleinere locaties. Planetree is daarbij leidend: dat wordt het beeld. Kleinschalige zorg in woonomgevingen waar mensen zich thuis voelen. Daarnaast wordt technologie nog belangrijker: uitslagen moeten sneller bij de patiënt komen, er kan steeds meer worden onderzocht. Artsen op de verschillende locaties in de regio zullen – vanwege de komst van grotere netwerkorganisaties – meer gaan samenwerken en dus moet er meer worden overlegd. Ook daar speelt technologie een belangrijke rol, denk bijvoorbeeld aan video conferencing.’

Ron Treffers: ‘We groeien toe naar een zorgnetwerk in de regio’


juni 2013

19

2. Organisatie van Rijnland Zorggroep Erry Stoové: ‘We groeien toe naar

zogeheten “centers of excellence”. Dat wil zeggen: ziekenhuizen kiezen één of twee specialismen waarin ze excelleren. Dat worden de parade­ paardjes en daar mogen ze ook best reclame voor maken. Rijnland Zorggroep­excelleert op dit moment in geriatrie. Dat betekent overigens niet dat je de overige specialismen maar moet afstoten. Dat zou ook niet verstandig zijn, want de zorgvraag is lastig te voorspellen. Nu is er veel vraag naar zorg voor ouderen, dat kan over vijf jaar weer heel anders zijn. Dan moet je bijsturen en een ander specialisme kiezen waarin je excelleert.­ Die nieuw te kiezen specialismen moet je dan wel in huis hebben.’

Ron Treffers: ‘De specialismen

op zich verdwijnen niet, misschien worden dat er met de huidige kennis juist nog wel meer. Ze worden alleen anders georganiseerd. We gaan

meer multidisciplinair werken, de zorg rond de diagnose organiseren in plaats van rond de domeinen in de zorggroep. Sommige organisaties hebben bijvoorbeeld al een slaapcentrum, waar een psycholoog, een diëtist, een kno-arts, een longarts en een neuroloog samenwerken rond patiënten met slaapstoornissen. Wij hebben iets dergelijks voor de behandeling van dikke darmkanker:­ hier werken maag-darm-lever specialisten en chirurgen samen. De patiënten liggen op een gemengde afdeling. Bij multidisciplinair samen­ werken moet je wel zorgen dat iemand de regie houdt. Er is op dit moment een opleiding voor ziekenhuisarts. Zie zo’n arts als de huisarts van het ziekenhuis. Hij is aanspreekpunt voor de patiënt en zoekt op basis van een klacht of diagnose de juiste specialist erbij; in feite net als de rol van de specialist ouderengeneeskunde in het verpleeghuis.’

Erry Stoové: ‘De zorgroute moet worden uitgedacht vanuit de patiënt’

3. Groei van de groep

Marcel Kuin: ‘We groeien waar-

schijnlijk niet in aantal medewerkers. Sterker nog: de komende jaren moeten we meer doen met hetzelfde aantal mensen. Er wordt nog meer geautomatiseerd en gedigitaliseerd, dat maakt toenemende productiviteit haalbaar. We zijn ook steeds meer aan het uitbesteden, bijvoorbeeld het laboratorium en de catering. En aan de kant van de verpleeghuizen zien we dat de overheid de AWBZ gaat inperken, waardoor deze zorg alleen nog voor de cliënten met een zwaardere zorgvraag beschikbaar zal zijn. Groei is daarom geen ambitie

van Rijnland Zorggroep, alhoewel zorg natuurlijk een arbeidsintensief beroep blijft.’

Ron Treffers: ‘We hoeven ook niet groter­te worden. Dat we in het zorgnetwerk meer moeten samenwerken is duidelijk – als we niks doen, degraderen we tot een onbelangrijk ziekenhuisje zonder de “leuke zorg” waarmee je juist goede artsen kunt aantrekken. Het maakt mij niet veel uit in welke rechtsvorm dat gebeurt. Fusies hebben voor- en nadelen. De zeer ingewikkelde manier van verrekenen in de zorg maakt fuseren nu aantrekkelijk: binnen één

organisatie is verrekenen makkelijker dan tussen verschillende organisaties. Onze ambitie is om in de ­regio de beste zorg te bieden. En om te zorgen dat deze zorg goed georganiseerd is. ­Daarbinnen zien we een prominente rol voor Rijnland Zorggroep.’

Erry Stoové: ‘Ik pleit voor fuseren ­in plaats van samenwerken. Je organisatie wordt robuuster als je fuseert en je creëert er eenheidsgevoel mee. Je gaat samen een verplichting aan dat het goed gaat met de organisatie. Alleen samenwerken op bepaalde onderwerpen is wat vrijblijvend.’


inside SPECIAL

20

4. Financiering van zorg Marcel Kuin: ‘Zowel overheid, zorgverzekeraars als de zorg­ aanbieders vinden dat de patiënt centraal moet staan. Maar doordat marktwerking is geïntroduceerd, moeten ziekenhuizen en V&V tegelijkertijd ook winst maken. De Planetree-filosofie is een antwoord op beide ontwikkelingen: Planetree stelt mensen centraal, dat is goed voor patiënten en cliënten. Een tevreden patiënt komt de volgende­ keer bij jou terug en vertelt het­­ door­aan mensen om hem heen. Mond-tot-mond reclame is eveneens belangrijk voor onze verpleging & verzorging. Commercieel gezien werkt het dus ook dat we de patiënt en cliënt centraal stellen. Dat leidt tot meer klanten en tot een organisatie die beter draait.’

Ron Treffers: ‘De huidige wijze van zorgfinanciering stimuleert de zorg niet. Een voorbeeld: specialisten­kunnen e-consulten

aanbieden. Dat zou tien procent van de bezoeken aan een specialist overbodig maken. Maar de zorgverzekeraars kennen geen vergoeding voor een e-consult. Dus bieden wij ze niet aan, want ze kosten ons geld. Dat is te gek voor woorden natuurlijk!’

Erry Stoové: ‘Financiering is inderdaad een probleem. Voor investeringen in apparatuur is geld nodig. Omdat dat een probleem is, moeten zorginstellingen misschien op zoek naar andere investeerders, naar nieuwe verdienmodellen.’ Ron Treffers: ‘Toch blijft het lastig om de toekomst te voorspellen. In de zorg is de dag van morgen al lastig te voorspellen, laat staan hoe de wereld er over tien jaar uitziet. Maar één ding is duidelijk: de patiënt heeft straks de regie en Rijnland Zorggroep gaat daarin mee.’

M arcel Kuin: ‘Een tevreden patiënt komt de volgende keer terug en vertelt het door’

5. Rond de patiënt organiseren

Erry Stoové: ‘De patiënt staat c­ entraal, de hele zorgroute moet vanuit hem worden uitgedacht. Nu zie je dat patiënten soms afspraken bij verschillende specialisten in dezelfde week hebben. Beter is ­natuurlijk om deze patiënt op één dag alle onderzoeken te laten onder­ gaan. Dat vraagt om een andere organisatie binnen de ziekenhuizen, voor de patiënt wordt het alleen maar makkelijker.’ Marcel Kuin: ‘Organiseren rond de patiënt betekent ook dat mensen­ niet altijd naar het ziekenhuis

hoeven voor een afspraak. Artsen en verpleegkundigen zullen steeds meer op verschillende locaties werken, mobieler worden. Waarom zou een specialist bijvoorbeeld geen spreekuur lopen in Verpleeghuis Oudshoorn? In netwerkorganisaties werkt het personeel sowieso vaker op de verschillende locaties, zoals dat nu al gebeurt tussen Leiderdorp en Alphen aan den Rijn. Een andere ontwikkeling is dat we ‘makkelijke’ patiënten steeds minder zien. Dit heeft gevolgen voor verpleeg­ kundigen. Op de dagopname zijn nog algemeen verpleegkundigen

aan het werk. Maar patiënten die langer blijven, komen te liggen op de meer specialistische afdelingen, en daar moet het verplegend personeel voor worden opgeleid.’

Ron Treffers: ‘Zoals ik het nu zie,

gaan artsen en verpleegkundigen mobieler zorg aanbieden, aan huis bij patiënten en cliënten. Het streven is dat patiënten zo lang mogelijk thuis blijven wonen en dus moeten artsen en verpleegkundigen op de fiets of in de auto stappen. Het is niet de vraag of dat haalbaar is, het wordt realiteit.’


juni 2013

21

blik van buiten Mevrouw van den BergVogelaar

‘ Altijd blij als ik hier weer terug ben’ Mevrouw van den Berg-Vogelaar komt al tweeënhalf jaar drie keer per week in Rijnland Ziekenhuis locatie Leiderdorp voor nierdialyse. ‘Je bent een bevoorrecht mens als je hier verzorgd wordt.’

‘H

et voelt als een tweede thuis. Ze zijn hier ontzettend lief, voor iedereen. Ik vind het hart­ verwarmend. De verpleging neemt echt de tijd voor je en geeft je het gevoel dat het belangrijk is dat je je uitspreekt. Wat me altijd bijblijft, is hoe ik werd opgevangen toen ik mijn man verloren had. Hij was op maandagavond overleden en ik moest op dinsdag dialyseren. Dat

kon ik niet overslaan. Ze vroegen mij toen of ik wilde praten, of juist niet. Ze leefden heel erg mee. Natuurlijk had ik ook steun aan mijn kinderen, maar die komen niet vier uur naast me zitten tijdens de dialyse. Ze konden mij met een gerust hart hier achterlaten. Een vervelende ervaring heb ik hier niet gehad. Wel zit je op de afdeling met oudere mensen, die op een gegeven ­moment

zieker worden en dan ineens weg zijn. Je vraagt elkaar dan: waar is die of die eigenlijk? Dan vertellen de verpleegkundigen dat de behandeling is gestopt. Zo heb ik er al veel zien vertrekken om me heen. Omdat ik op de wachtlijst sta voor een nieuwe nier, ben ik op veel afdelingen onderzocht. Om in aanmerking te komen moet je verder namelijk heel gezond zijn. Ik ben op de hartafdeling onderzocht, bij de kaakchirurg, er zijn foto’s gemaakt, scans, noem maar op. En overal werd ik met respect behandeld en was iedereen even aardig en lief. Ik heb een zwak voor dit ziekenhuis. In het Diaconessenhuis en het LUMC ben ik ook geweest. Maar ik ben altijd blij als ik hier weer terug ben.’


22

(Ver)bouwen Zorg van de beste kwaliteit bieden in een omgeving waar 足mensen zich thuis voelen. Rijnland Zorggroep past haar 足locaties op die vraag aan. Een greep uit bouw en verbouw van alle locaties door de 足jaren heen.


juni 2013

23

Verpleeghuis Oudshoorn

In mei 2012 werd het­­eerste deel van de nieuwbouw van ­Verpleeghuis Oudshoorn opgeleverd. De eerste bewoners gingen direct over naar het nieuwe concept van kleinschalig wonen. Medio februari­2013 werd de bouw tijdelijk stil gelegd toen bekend werd dat de aannemer failliet was gegaan. Gelukkig kon er snel een contract met een nieuwe aannemer worden afgesloten en werd de bouw na zes weken hervat.

Zorgcentrum Noorderbrink

In 2011 kreeg Zorgcentrum Noorderbrink, net als Verpleeghuis Leythenrode en Rijnland Ziekenhuis locatie Leiderdorp belettering in onze zorggroephuisstijl. In Zorgcentrum Noorderbrink was ook de winkel op de begane grond nogal gedateerd en ongezellig. ­Daarom heeft een team van vrijwilligers deze begin 2013 gerestyled. Het is nu een ‘echte’ supermarkt met een groter assortiment, afgestemd op de wensen en behoeften van de bewoners.

Ziekenhuis Alphen aan den Rijn

Op 24 januari 2009 werd het ziekenhuis in Alphen aan den Rijn o ­ fficieel heropend. Mevrouw Wermeskerken schonk bij de opening de poort van­­Villa Rijnoord. In deze villa had haar man, dokter Wermeskerken, een huisartsenpraktijk. Het ziekenhuis staat op de plek van deze villa.

Ziekenhuis Leiderdorp

Het ziekenhuis Leiderdorp ligt aan de Simon Smitweg. Deze weg is vernoemd naar Simon Smit, hij bracht eind negentiende eeuw zieken met een handkar naar het hospitaal. Bij de vernieuwbouw van het ziekenhuis in 2007 werd rekening gehouden met de toekomst. De nieuwbouw is zo ontworpen dat als het stergebouw wordt gesloopt, op die plek de gespiegelde versie van de huidige uitbreiding kan worden gerealiseerd.

Verpleeghuis Leythenrode

In het kader van Planetree zijn de Pyramide en een aantal ruimtes op de begane grond van Verpleeghuis Leythenrode grondig opgeknapt. Het meubilair, de counter, de aankleding én de verlichting in de Pyramide­ hebben een geweldige metamorfose­ ­ondergaan. Ook is de winkel nu in de nieuwe counter geïntegreerd. Daarnaast is de serre niet langer een rookruimte, maar een ruimte die door cliënten kan worden gereserveerd voor verjaardagsdiners of andere feestjes.


inside SPECIAL

24

Op het juiste moment, de juiste plaats, de juiste zorg

Landelijk gezien behaalt Rijnland Ziekenhuis de tweede plaats als het gaat om de korte ligduur. Dorie van Hooff, adviseur ­kwaliteit, zorglogistiek en risicomanagement, legt aan de hand van voorbeelden uit hoe dat komt.

Z

wangere vrouwen met een licht verhoogde bloeddruk of een groeiachterstand bij het kind lagen tot vorig jaar langere tijd in het ziekenhuis. Tegenwoordig kunnen ze thuis blijven. Daar krijgen deze vrouwen op vaste dagen bezoek van een specialistisch opgeleide verpleegkundige die hun medische toestand checkt. Het is één van de voorbeelden hoe Rijnland­Ziekenhuis werkt aan een kortere ligduur van patiënten in het ziekenhuis.

Direct revalideren

En zo zijn er meer voorbeelden. In Rijnland­ Ziekenhuis worden sinds kort mensen met een heup- of knieprothese nog maar drie dagen opgenomen. Op de dag van de operatie begint direct het ­revalideren. De patiënt gaat dezelfde dag alweer uit het bed om te bewegen. Uit onderzoek blijkt dat deze patiënten sneller herstellen. Zo beginnen we bij mensen met een hersen­infarct ook snel met revalidatie. Deze mensen blijven vaak twee tot vier dagen in het ziekenhuis. Dorie licht toe: ‘Zodra deze ­patiënten binnenkomen, maken we afspraken met het

revalidatiecentrum zodat ze daar aansluitend terecht kunnen. Door de ziekenhuisopname en nazorg goed op elkaar af te stemmen, zijn we beter op de hoogte van elkaars werk. Dat leidt tot minder misverstanden en tot betere zorg.’

Kritisch

Patiënten willen het liefst zo kort mogelijk in een ziekenhuis liggen, want thuis is de kans op ­infecties kleiner en in een thuis­ omgeving voelen patiënten zich prettiger. Rijnland ­Ziekenhuis ontwikkelde zorgpaden om de processen doelmatiger, efficiënter, klantvriendelijker­en veiliger te organiseren. De zorgpaden zijn ontwikkeld om kritisch naar deze processen te kijken. Dorie: ­‘Patiënten willen makkelijk toegang tot de zorg hebben, niet lang wachten op een diagnose en nazorg die goed aansluit op ziekenhuisopname.­Met specialisten spreken we af hoe lang patiënten­ opgenomen worden en wat medisch verantwoord is. We maken onder meer afspraken over de voeding en zorgen ervoor dat patiënten­ zich in een veilige omgeving kunnen bewegen.­ Kortom, we geven patiënten op het juiste ­moment, op de juiste plaats, de juiste zorg.’ De Nederlandse ziekenhuizen zoeken naar ­oplossingen om de ligduur van patiënten verder te verkorten. Dat kan op allerlei manieren, dus ook organisatorisch.


juni 2013

25

blik van buiten

Carla Kerner

‘ Jammer genoeg gaat het nog te vaak over financiën’ Carla Kerner was lid van de raad van toezicht van Verpleeghuis Leythenrode toen de fusie werd voorbereid. ‘Het was een onvermijdelijke stap’, zegt ze in retrospectief. Was u vertrouwd met het onderwerp zorg? ‘Jazeker, van 1990 tot 1998 was ik wethouder van Leiderdorp. Volksgezondheid maakte destijds deel uit van mijn portefeuille.­Als wethouder kwam ik regelmatig over de vloer bij zorg­ instellingen zoals destijds het Elisabeth Ziekenhuis. In die tijd was van een fusie nog zeker geen sprake. De fusieplannen kwamen pas in beeld toen ik in 1998 lid werd van de raad van t­ oezicht van ­Verpleeghuis Leythenrode.’ Hoe keek u aan tegen die fusieplannen? ‘Het was onontkoombaar. De overheadkosten waren te hoog, het was gewoon financieel niet op te brengen om op eigen benen te staan. De verkeerde bed problematiek – patiënten die in een ziekenhuis liggen, maar eigenlijk in een verpleeghuis horen – was voor het ­ziekenhuis een reden om intensiever

samen te willen werken. Het verbaasde me dus niet dat er gesprekken op gang kwamen om te kijken wat we voor elkaar konden betekenen op het gebied van kwaliteit en efficiency. Daar stond ik zeker achter, want ik vind het belangrijk dat er goede zorg in de regio voorhanden is. ’ Wat was uw rol in dat fusieproces? ‘Als lid van de raad van toezicht ben je bij zo’n fusieproces op afstand betrokken.­Ik herinner mij dat de ­medewerkers van het verpleeghuis niet stonden te trappelen. Men was bang ondergesneeuwd te raken in die grote organisatie. Om die angst en twijfel weg te nemen en om medewerkers te overtuigen van het belang van de fusie, waren er personeelsbijeenkomsten. Hier waren de raad van bestuur, de ondernemingsraad en de cliëntenraad bij aanwezig en ik heb er ook veel bezocht.’

Is de fusie geslaagd? ‘Ja, de problemen van toen zijn opgelost. Na de fusie ben ik in de raad van toezicht van de nieuwe zorggroep gekomen en heb ervaren dat de roep om bezuiniging en efficiencyverhoging blijft. Het gaat jammer genoeg te vaak over financiën en te weinig over de handen aan het bed.’ Wat is u speciaal bijgebleven uit die fusieperiode? ‘Ik kan niet echt speciaal iets noemen. Ik herinner mij nog wel goed de sessie waarin­een delegatie van medewerkers, onder leiding van een externe deskundige, op zoek ging naar een geschikte naam voor de nieuwe gefuseerde instelling. Tientallen namen passeerden de ­revue, waarbij talloze variaties op het woord Rijn. Maar die vielen onverbiddelijk­af omdat dat niet origineel genoeg was. We kwamen er niet uit. Uiteindelijk verzon de toenmalige raad van bestuur,­ in ­samenspraak met die externe ­deskundige de naam Alatus. Die naam was geen lang leven beschoren en uiteindelijk werd het Rijnland Zorggroep. Toch iets met Rijn…’


inside SPECIAL

26

‘ Ik behoor zelf bijna tot de doelgroep’ Wie kent ze niet? Vijf bekende gezichten vertellen over hun hoogtepunt van de afgelopen tien jaar.

Marja van Eeden, cluster leidinggevende, afdeling de Laeck, Verpleeghuis Leythenrode: 1

Al 25 jaar hier werkzaam, en het bevalt ­Marja nog erg goed. ‘Er zijn door de j­ aren heen steeds veranderingen geweest.­ ­Bijvoorbeeld meer werken met computers­ en vergaderingen met steeds meer mensen uit de hele zorggroep. We zijn met de tijd meegegaan. En ik verander gewoon mee.’ Het hoogtepunt van de afgelopen tien jaar? ‘De verschuiving van verantwoordelijkheden.­Tien jaar geleden was ik verantwoordelijk voor dagelijkse zorg en nu voor de totale bedrijfsvoering binnen mijn afdeling, als integraal leidinggevende.’

Humphrey Bacilio, cluster leidinggevende, Korenveld 11,12,13 en 14 Verpleeghuis Oudshoorn: 2

‘Ik behoor zelf al bijna tot de doelgroep ­ouderen, zo lang werk ik er al’, grapt Humphrey. Hij kwam in dienst op 1 juli 1982 en gaat over een jaar met pensioen. Hij is blij met de overgang naar kleinschalig wonen. Nu wonen er acht in plaats van 32 bewoners in een woning. ‘Ik ben trots dat we laten zien dat dit soort persoonlijke zorg mogelijk is. Dat is voor mij echt het h ­ oogtepunt.’ 3 Hedwig Kemme, medisch specialist oogheelkunde:

Hedwig Kemme begon haar carrière in het LUMC, ging vanaf 1987 werken in Rijnoord en sinds de fusie in 1992 werkt ze op beide locaties van Rijnland Ziekenhuis. ‘Ik werk onder andere op de polikliniek. Ik verricht staar- en scheelziensoperaties en medische laserbehandelingen. Eigenlijk alles wat je in een groot ziekenhuis mag verwachten’,

zegt Hedwig. Terugkijkend, herinnert ze zich vooral de verhuizing naar de nieuwbouw in Leiderdorp, acht jaar geleden. ‘We kregen veel meer en grotere ruimtes om in te ­werken. De werkruimte voor onze ­assistentes was wel drie keer zo groot als voorheen. Een verademing.’

Carla Schretlen, HR adviseur, afdeling HRM: 4

‘De laatste tien jaar werk ik als HR adviseur voor onze zorggroep, maar ik ben in 1976 begonnen als leerling verpleegkundige in Rijnoord’, zegt Carla Schretlen. Haar hoogte­punt? Ze noemt er drie: de nieuwbouw van Verpleeghuis Oudshoorn, de oprichting van het Rijnland Centrum voor Ouderen­geneeskunde en de introductie van ­Planetree. ‘Sommige collega’s waren hier in het begin wat sceptisch over. Maar als je nu ziet hoeveel kleine dingen we al hebben verbeterd, dan mag iedereen daar tevreden over zijn. Planetree werkt echt.’

Hendrik Jan van der Pluym, medewerker patiëntenvoorlichting Rijnland Ziekenhuis locatie Leiderdorp: 5

‘In 28 jaar heb ik hier aardig wat verschillende­functies gehad’, vertelt Hendrik Jan van der Pluym. Hij was hoofd restaurant, werkte voor de organisatie van symposia en is nu al zes jaar medewerker patiëntenvoorlichting. Ik begroet iedereen.­ Soms loopt er iemand in tranen langs, richting de buitendeur. Die mensen spreek ik aan en geef ik een kop thee. Zodat ze weer wat gekalmeerd naar huis kunnen. Iemand komt me dan vaak later bedanken, dat zijn de mooie momenten.’


inside SPECIAL

juni 2013

blik van buiten André Voordouw

RZG in cijfers

1946,62

Totaal aantal bevallingen in 2003: 1430. In 2012:

1590

Het totaal aantal fte in loondienst in 2012. In 2003: 1609.

8500 ‘ Een glimlach is meer dan genoeg’ Met een duofiets bezorgt André Voordouw elke maandag­ ochtend één van de bewoners van Verpleeghuis Leythenrode een ritje door Leiderdorp. Hij is sinds twee jaar vrijwilliger. Waarom bent u vrijwilliger geworden? ‘Ik heb het in m’n leven altijd goed gehad en ik vind het fijn dat ik nu iets terug kan doen voor anderen. Pas geleden fietste ik met een bewoonster door Leiderdorp. Ze genoot zó van onze fietstocht. Deze vrouw had lang in het ziekenhuis gelegen en was nu aan het revalideren. Het verpleeghuis heeft een duofiets waarbij je naast elkaar zit en allebei kunt trappen. Ik maak graag een praatje tijdens het fietsen en vind het leuk om iets te vertellen over de flora en fauna die we tegenkomen. De meeste mensen vinden het vooral fijn dat ze weer even “zuurstof kunnen happen”.’ Zorgt Verpleeghuis Leythenrode goed voor haar vrijwilligers? ‘Zeker. De aanpak is heel professioneel.

We worden op de hoogte gehouden van wat er speelt. Ik rijd bijvoorbeeld af en toe met de bus om bewoners­ te vervoeren.­Laatst was er iets gerepareerd­en dan krijgen wij daarover een mail. En voordat ik met de bus op pad ging, reed er twee keer een meer ervaren bestuurder mee. Je rijdt vaak met rolstoelen in je auto en dat betekent dat je rustiger moet rijden. Je moet

kg koffie

Jaarlijks wordt er binnen de zorg­groep 8500 kg ­koffie gedronken. Dit is koffie voor eigen mede­ werkers, maar ook koffie voor cliënten en patiënten.

weten hoe je de rolstoelen goed vastzet en in en uit de bus rijdt. Ook krijgen alle vrijwillige chauffeurs een lichte medische keuring.’ Wat zijn de mooiste momenten als vrijwilliger? ‘We zijn laatst met een aantal bewoners de hele dag naar de Keukenhof geweest. Dat is voor mij ook een uitstapje. En ik begeleid bewoners tijdens het zwemmen, ook daar beleef ik zelf veel plezier aan. Maar de dankbaarheid van bewoners is onbetaalbaar. Soms vragen mensen na een ritje op de fiets wat ik van ze krijg. Een glimlach is meer dan genoeg, zeg ik dan.’

Aantal vrijwilligers in 2003: 799. In 2013 875 vrijwilligers

1 96 7 3

Totaal aantal klinische en poliklinische operaties in 2012: 19.673. In 2003: 17.917

1

Dit is ook André

André Voordouw woont samen met z’n vrouw Lida in Leiderdorp. Hij is sinds vier jaar met pensioen, daarvoor werkte hij veertig jaar in verschillende leidinggevende functies in de autobranche. Hij zwemt elke week, past op z’n kleinkinderen, loopt het Pieterpad en is beschermer van nesten van weidevogels. Daarnaast fietst hij met vrienden elke dinsdag zo’n zestig kilometer. ‘We noemen ons de krasse knarren. Al die activiteiten, ik kan me haast niet voorstellen dat ik er vroeger ook nog bij heb gewerkt.’

Meals on wheels werkt

-44,3%

2 3

De voedselinname steeg van 450 gram naar 570 gram (+27%) De verspilling is teruggedrongen tot 19,5%, het uiteindelijke doel is 15%. De resten op borden zijn verminderd van 11,4 kilo naar 6,35 kilo (-44,3%)


2


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.