Community building: binnen 4 maanden weer ‘n gezellige flat
Sparren en selfies maken met bewindspersonen
‘Schuldhulpverlening is geen hobbyisme’
PAGINA
PAGINA
PAGINA
10
27
24
Inhoudsopgave
Op woensdag 28 mei vond De DecentralisatiesOp Dag plaats in 28 mei vond De Decentralisati woensdag ’s-Hertogenbosch. Een dag vol inspiratie en informatie die gemeenten ’s-Hertogenbosch. Een dag vol inspiratie en inform helpt om de drie decentralisaties zo goed mogelijk in te voeren. helpt om de drie decentralisaties zo goed mog
Colofon
Concept en redactie: Er waren deze dag drie speciale programma’s opgesteld ééndeze voordag drie speciale programma’s Er waren Jeroen Maters, Fieke Walgreen, ambtenaren één voor wethouders en één voor raadsleden. ambtenaren één voor wethouders en één vo
03
#CongresTTSD Trending Topic
04
Voorwoord
05 06
Wat ik kom halen: tips over het omgaan met burgerinitiatieven (Maters & Hermsen Journalistiek) Bedankt voor uw aanwezigheid Bedankt voor uw aanwezigheid Bronckhorst, Leeuwarden en Maastricht delen praktijkervaring
10
De echte kanteling moet nog beginnen
Robert Jan van Noort (Pankra)
12
Gezocht: wijkteam dat internationaal werkende principes wil toetsen
Fotografie:
14
#CongresTTSD in beeld
16
3 tips om radicaal te transformeren
18
Escalatie en crisis: rollen en verantwoordelijkheden
Serge Ligtenberg RaadsledenAmbtenarenprogramma programma Kijk ook op:
20
Netwerken en ervaringen uitwisselen
22
Komt een burgerinitiatief bij het loket
24
Schuldhulpverlening is geen hobbyisme
26
Marinda, muzikaal intermezzo
27
Sparren met Ronald Plasterk, Martin van Rijn, Jetta Klijnsma
en Jantine Kriens
31
En, kwamen de verwachtingen van bezoekers uit?
Ellen Weber en Sabine de Lucht Art direction & opmaak:
Ambtenarenprogramma
Ronald Plasterk
Wethoudersprogramma
Wethoudersprogramma
www.gemeentenvandetoekomst.nl www.vng.nl In opdracht van het ministerie van BZK en de VNG.
Martin van Rijn
2
Jetta Klijnsma
Teeven Ronald Fred Plasterk
Annemarie Jorritsma Martin van Rijn
Jetta Klijnsma
Samen pionieren in het Sociaal Domein Hét sociale team bestaat niet. Er zijn zelfs gemeenten die ervoor kiezen om géén sociale teams op te richten, zoals Maastricht. Op het Congres Toegang en Teams, dat het Rijk en het VNG Programma Sociale Teams samen organiseerden voor beleidsmedewerkers en medewerkers in de sociale teams, lieten de gemeenten Maastricht, Leeuwarden en Bronckhorst zien hoe zij de toegang hebben georganiseerd. Conclusie: er bestaat geen blauwdruk. Maar wat is het interessant om te zien hoe iedereen dezelfde zoektocht doormaakt; samen staan we voor dezelfde opgave. Na het interactieve ochtendprogramma konden de achthonderd gasten kiezen uit maar liefst veertig verschillende workshops. Dit magazine licht een aantal inspirerende sessies uit. Tijdens de lunch en tussen de workshops door was er tijd voor het uitwisselen van ervaringen. Het is belangrijk dat we elkaar blijven ontmoeten, zodat we elkaar scherp houden. Laten we voorkomen dat we weer de systeemwereld induiken, want de mens staat centraal. ‘Maatwerk is lastig met zoveel regels’, liet een bezoeker weten aan Jetta Klijnsma. Dat is ook het mooie van zo’n congres. Even valt de hiërarchie weg en zijn de lijntjes heel kort. Iedereen kreeg de kans om een vraag te stellen, Op woensdag 28 mei vond De Decentralisaties Dag plaats in in totaal leverde dat 160 prangende vragen op. Ronald Plasterk, Martin ’s-Hertogenbosch. Eenendag vol inspiratie en informatie die gemeenten van Rijn, Jetta Klijnsma Jantine Kriens gingen daar vervolgens over in helpt om de drie decentralisaties zo goed mogelijk in te voeren. gesprek, elk met een groepje deelnemers.
Er waren deze dag driegekregen speciale programma’s opgesteld één voor Wij hopen dat u inzicht heeft in de verschillende aanpakken ambtenaren één voor wethouders en één voor van de sociale teams, geïnspireerd bent geraakt door deraadsleden. vele voorbeelden die de revue passeerden en weer op de hoogte bent van de Bedankt op voor aanwezigheid laatste beleidsontwikkelingen hetuw gebied van Toegang tot zorg en ondersteuning. En dat u elkaar blijft ontmoeten, om deze opgave samen tot een succes te maken. Hopelijk helpt dit digitale magazine om de inspiratie en energie van het Congres Toegang en Teams vast te houden. Ambtenarenprogramma
Raadsledenprogramma
Wethouders-
programma Titus Livius / Directeur Bestuur, Democratie en Financiën, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Marco Florijn / programmaleider Sociale Teams van de VNG
Ronald Plasterk
Martin van Rijn
Jetta Klijnsma
Fred Teeven
3
Annemarie Jorritsma
#CongresTTSD Toegang en Teams Trending Topic Tijdens het congres werd er zoveel getwitterd dat #CongresTTSD zelfs even trending top was. Een bloemlezing.
@RValerianus
@EricWiersma
De benadering van #Maastricht spreekt me wel aan! Niet zomaar achter de kudde, maar uitzoeken wat bij je gemeente past! #CongresTTSD
Niet alleen de beren zien op de weg maar focussen op de kansen #congresttsd
@HannekeVlVl
@barteigeman
Volle bak bij #congresttsd. Zijn wijkteams must of hype? Geen nieuw model! Het gaat om adequate relaties
Goed om als gemeente het verhaal over 3D beleid samen met uitvoerders te vertellen. Nuttige toevoegingen aan elkaar #congresttsd
@JolandaVerkade
@sjaakevers
Geleerd op #congresttsd dat community based werken een belangrijke aanvulling is op het keukentafel gesprek.
In de kern gaat het om loslaten en toelaten. Mooi inspirerend verhaal! #Eindhoven #congresttsd
@johnbeckers
@mjslikke
Kantelen, cocreëren met burgers, samenwerkende professionals, wat moeten veel gemeentes van ver komen. Blij met #Breda #zveb #congresttsd
In de afsluitende workshop op #congresttsd over burgerinitiatief wordt gewone taal gesproken. Hou het simpel. #dorpenzorg
@mjrijn
@sandertennapel
Wijkgericht samenwerken kost tijd, vraagt geduld, vasthoudendheid en langdurig investeren. #congresttsd
Sociale wijkteams houden het praktisch op #congresTTSD. ‘Beginpunt sociale wijkteams is altijd de vraag uit de wijk’.
4
Wat verwacht je van deze dag?
Jelle Merkus beleidsadviseur en gemeente Sittard-Gele ‘Wij staan aan de start van de transformatie van het Sociaal Domein. Vandaag ben ik vooral op zoek naar succesverhalen van andere gemeenten zodat de gemeente Sittard-Geleen daar een paar handvatten uit kan halen om goed van start te gaan. Ook ben ik benieuwd naar de verwachtingen voor de komende jaren. ’
rk Anne Duijn – Van den Hu e, eni mm Kro lid sociaal team bij er ag an em werkzaam als cas ad nst gemeente Zaa
Chantal Dielen proces coördinator soc iale teams gemeente Bergen
‘In de praktijk loop je met deze sociale werkwijze tegen veel protocollen aan, dus ik ben vooral benieuwd hoe andere wijkteams hiermee om gaan. Daarnaast hoop ik veel ideeën op te doen over sociale teams en community building. Die nieuwe input kan ik dan meenemen naar mijn wijkteam en naar de gemeente Zaanstad.’
5
‘Ik hoop vandaag nieuwe inspiratie op te doen voor de inrichting van onze sociale teams. We willen een aanpak die meer gericht is op de wijk omdat we nu vooral bezig zijn met het beantwoorden van individuele vragen. Ook zoeken we nog naar een goede manier om in te gaan op burgerinitiatieven. Daar hoop ik vandaag antwoord op te krijgen.’
Arjan de Vries beleidsmedewerker maatschappelijk e ontwikkeling gemeente Duiven
‘Ik verwacht vandaag veel leuke discussies met collega’s uit het land en hoop nieuwe inspiratie op te doen. Ik kijk vooral uit naar de workshop ‘Radicaal transformeren met bewoners’. Daar hoop ik mooie tips te horen, want inwoners meekrijgen in de veranderingen en samen met hen aan de slag gaan, vind ik nog een lastig onderwerp.’
ZOEKTOCH T NAAR I N VU L L I N G TO EGA N G E N T E A MS
‘We hebben de inwoners nodig’ Sociale teams: must of hype? Terwijl de congresbezoekers met hun smartphone stemmen, geven Arne van Hout uit Bronckhorst, Henry de Boer uit Leeuwarden en Jellemiek Zock uit Maastricht op het podium hun mening over de verschillende stellingen.
6
Nederland is in beweging. Sinds 1 januari 2015 zijn 393 gemeenten verantwoordelijk voor een groot deel van de zorg en ondersteuning. Hoe regel je de toegang? Er bestaat geen blauwdruk. Het staat elke gemeente vrij om een passende invulling te vinden. Vaak vormen sociale teams de brug tussen vragende burgers en aanbiedende gemeenten. Op het Congres Toegang en Teams wisselen gemeenten kennis en ervaring uit. ‘Eerst was het zaak de continuïteit van zorg te waarborgen, nu is het tijd voor de transformatie’, opent dagvoorzitter Ruben Maes de plenaire sessie. ‘We moeten toe naar een nieuwe balans: wat doet de gemeente, wat doen inwoners en wat doen bedrijven? De algemene tendens luidt dat gemeenten minder aan de touwtjes moeten trekken en meer ruimte moeten geven aan burgerinitiatieven. Maar hoe organiseer je informele zorg, terwijl er wel formele structuren zijn? Eén gezin, één plan; is dat de Haarlemmerolie die alle problemen oplost?’ Vragen genoeg om het vandaag met elkaar over te hebben.
DE BOER:
‘Het kost jaren om het netwerk in beeld te krijgen’
Stemmen op stellingen Na het bekijken van de openingsfilm over Bronckhorst, Leeuwarden en Maastricht, praten drie gasten uit deze gemeenten na. Arne van Hout, gemeentesecretaris in Bronckhorst, Jellemiek Zock, directeur Sociale Zaken gemeente Maastricht en Henry de Boer, directeur Coöperatie Amaryllis, betreden het podium. Ondertussen halen de bezoekers hun smartphone tevoorschijn om te stemmen op verschillende stellingen.
Sociale teams: must of hype? Geroezemoes in de zaal. Is het oude wijn in nieuwe zakken? Volgens Van Hout uit Bronckhorst is het een must. ‘Maar het is een hype dat we elkaar kopiëren.’ Zock vindt het een hype waar iedereen achteraan rent. ‘Denk eerst na: wat past bij de omgeving? De gemeente Maastricht focust op werkwijze, rollen en gedrag in plaats van op structuur. Geleidelijk komen we wel tot een nieuwe structuur, waarbij het best mogelijk is dat we uitkomen bij sociale teams.’ De Boer voegt daaraan toe: ‘Datgene wat je ook doet, je moet flexibel zijn, zodat aanpassingen altijd nog mogelijk zijn.’
7
Wat vindt de zaal? Netwerk borgen ‘Een sociaal team moet niet alles zelf kunnen en willen weten, maar over een relevant netwerk beschikken’, luidt de tweede stelling. Maar wat als het netwerk nog niet bekend is? De Boer: ‘In Leeuwarden werken we al lang met wijkteams. Inmiddels hebben we het netwerk wel in beeld, maar dat kost jaren.’ Dagvoorzitter Ruben Maes vraagt of het dat niet kwetsbaar maakt. Zock: ‘Het netwerk moet je daarom ook borgen, zodat samenwerkingspartners weten waar ze moeten zijn als Els weggaat. Hoe je dat doet? Door mensen met elkaar kennis te laten maken en door samen te werken.’ ‘Een sociaal team is er vooral om de samenwerking tussen zorgaanbieders te verbeteren’, luidt de derde stelling. De gasten op het podium schudden hun hoofd. ‘Een sociaal team is er vooral voor de inwoners’, zegt de gemeentesecretaris uit Bronckhorst. Van Hout: ‘Als het team goed functioneert, draagt het bij aan een betere samenwerking tussen zorgaanbieders. Al zijn het vooral de beleidsambtenaren die contact hebben met zorgaanbieders, en niet zozeer de mensen uit het sociaal team.’
1. Een sociaal team moet niet zelf alles willen kunnen en weten, maar overeen relevant netwerk beschikken 95,3%
A. Eens B. Oneens
4,7%
2. Een sociaal team is vooral een maniernom de samenwerking tussen zorgaanbieders te verbeteren 28,9%
A. Eens B. Oneens
71,1%
3. Met een sociaal team kan escalatie van problemen bij burgers worden voorkomen 67%
A. Eens B. Oneens
33%
4. Door het oppakken van enkelvoudige vragen ontstaan wachtlijsten en komt het team niet toe aan huishoudens die hulp echt nodig hebben 45,9%
A. Eens B. Oneens
54,1%
5. Sociale (wijk)teams zouden allemaal outreachend moeten werken om problemen van burgers vroegtijdig te ontdekken 77,9%
A. Eens B. Oneens
22,1%
Escalatie voorkomen ‘Met een sociaal team kan escalatie van problemen bij burgers worden voorkomen’, luidt de vierde stelling. ‘Te ongenuanceerd’, reageert Zock. ‘Een sociaal team an sich kan escalatie niet voorkomen. Het gaat om de samenwerking tussen partijen.’ De Boer voegt daaraan toe dat een sociaal team wel een rol kan spelen in het vroeg signaleren van problemen. Van Hout: ‘Maar een team kan niet ieder incident voorkomen.’ ‘Door het oppakken van enkelvoudige vragen ontstaan wachtlijsten en komt een team niet toe aan huishoudens die echt hulp nodig hebben’, luidt de vijfde stelling. ‘Dat hangt er vanaf hoe je het inricht’, zegt Zock. ‘Je kunt vragen ook per mail of telefoon laten binnenkomen.’ De Boer vertelt waar
8
hij in Leeuwarden tegenaan loopt. ‘Een bewoner die belt met “Ik wil een rolstoel”, wordt sneller geholpen dan iemand met een vage vraag omtrent zijn mobiliteit, omdat in het eerste geval de wettelijke termijn in gaat.’ De Boer vraagt zich af hoe je dat gaat vormgeven. Van Hout: ‘Of een vraag enkelvoudig of meervoudig is, is niet relevant. We moeten niet meer redeneren vanuit onszelf, hoe wij het als gemeente gaan organiseren. Het gaat om de inwoner, en die heeft een vraagstuk.’ ‘Sociale (wijk)teams zouden allemaal outreachend moeten werken om problemen van burgers vroegtijdig te ontdekken’, luidt de laatste stelling. ‘Ondernemen, erop uit gaan. Ontdekken waar je toegevoegde waarde kunt bieden’, De Boer ziet dat
wel zitten. ‘Wijkteammedewerkers moeten veel op straat zijn. Het gaat voor bewoners om de persoon en niet om het wijkteam.’ Zock merkt op dat verenigingen en clubs ook veel kunnen doen.
Teams en Toegang Hoe hebben de gemeenten Bronckhorst, Leeuwarden en Maastricht de toegang tot zorg en ondersteuning georganiseerd?
Goed bezig ‘Het gaat echt heel goed in het land! We zijn met of zonder wijkteams heel goed bezig’, zegt Alice Muller namens de Programmaraad van het VNG-programma Sociale Teams, die inmiddels ook het podium heeft betreden. De zaal kan het compliment van de directeur Welzijn van de gemeente Leeuwarden wel waarderen. Muller: ‘Jullie zijn nu allemaal naar Nieuwegein gekomen. Namens de Programmaraad kan ik jullie vertellen dat we ook werken aan de uitwisseling van kennis en praktijkervaring, zodat gemeenten van elkaar kunnen leren.’
Bronckhorst: elk kerndorp een sociaal team De gemeente Bronckhorst ligt in de Achterhoek, en is ontstaan uit vijf gemeenten. Elke gemeente bestaat weer uit kleine kernen, in totaal zijn er 44. De vijf kerndorpen in deze plattelandsgemeente hebben elk een sociaal team, bestaande uit zes à acht mensen. De medewerkers zijn gedeeltelijk afkomstig uit de gemeente en gedeeltelijk gedetacheerd vanuit instellingen zoals Stichting MEE. Ze staan dichtbij de burger, hebben veel eigen kennis en een groot netwerk.
‘Hebben we de transformatie al voldoende te pakken?’, wil de dagvoorzitter weten. Van Hout vertelt over de zorginstellingen, die ook nog niet in het nieuwe denken zitten. ‘In Bronckhorst hadden we alle maatschappelijke instellingen uitgenodigd. Wat bleek? Zij moesten zich ook aan elkaar voorstellen. Het is dus niet alleen de gemeente die het netwerk nog beter moeten leren kennen, dat gaat ook op voor andere partijen.’
Leeuwarden: wijkteams ondergebracht in zorgcoöperatie De negen sociale wijkteams zijn ondergebracht in Coöperatie Amaryllis. Deze zorgcoöperatie vormt de centrale toegang, en bestaat uit sociaal werkers uit hulpverlenende organisaties. Binnen de wijkteams word geprobeerd om zo generalistisch mogelijk te werken. Kom je uit de verslavingszorg? Dan is het niet vanzelfsprekend dat je een casus oppakt waarin verslaving een rol speelt. Het is eerder de bedoeling dat je een collega begeleidt die daar ervaring in op wil doen. Zo leren de wijkteammedewerkers van elkaar.
‘Gaat het goed komen?’, wil Ruben Maes weten. Want dat het een lange adem vergt, is inmiddels wel duidelijk. Zock: ‘Dat hangt er vanaf hoeveel tijd we krijgen. Twintig jaar lang heeft iedereen in een bepaalde stand gestaan. Dat verander je niet zo maar even.’ Zock verwacht vooral weerstand vanuit de gemeente zelf. ‘De politiek moet ons de ruimte geven.’ De Boer denkt aan de kostencomponent. ‘Wat als er een besparing is gerealiseerd, zonder transformatie. Bestaat de noodzaak dan nog wel om te transformeren?’
Maastricht: geen wijkteams, maar één centrale plek Het team jeugd, het team participatie en het team Wmo van de gemeente Maastricht zitten samen op het Werkplein. Deze gemeente kiest voor één centrale plek, in plaats van het optuigen van sociale teams. Ze leggen niet zelf een netwerk aan in de stad, maar sluiten nauw aan bij bestaande netwerken. Heeft een burger toch professionele hulp nodig? Dan bellen de gemeenteambtenaren iemand uit hun netwerk van professionele specialisten.
Inwoners nodig Iemand uit de zaal wil weten, wat er aan de burgers gevraagd is. ‘Wat willen zij?’ Van Hout vertelt over de grote bezuinigingsoperatie, die vijf jaar geleden in zijn krimpgemeente plaatsvond. ‘Vijfhonderd inwoners vroeg de gemeente om hun mening.’ De bezoeker is nog niet helemaal tevreden met het antwoord. Ze vraagt of je burgers niet altijd bij het beleid zou moeten betrekken. De gemeentesecretaris kaatst de vraag terug. ‘Hoe zou u betrokken willen worden? Eigenlijk zouden we die vraag ook aan burgers moeten stellen. Ik geloof niet in beleidsnota’s die alles in beton gieten. We hebben de inwoners net zo hard nodig als de instellingen.’
Filmpje! Bekijk ook de openingsfilm van het congres, waarin we een bezoek brengen aan deze drie gemeenten: https://vimeo.com/123728715
9
DE KRACH T VA N COM M U N I T Y B U I L D I N G
Binnen 4 maanden weer ‘n gezellige flat Bewoners van de Koornhorst in Amsterdam-Zuidoost vonden hun leefomgeving onveilig, onprettig en anoniem. Mede door community building wonen de vierhonderd bewoners nu weer graag in deze seniorenflat. Dit praktijkvoorbeeld stond centraal tijdens de sessie ‘De echte kanteling moet nog beginnen.’
10 12
Community building Ze zat tijden binnen, maar durft nu weer naar buiten met haar rollator, want deze bewoonster gaat tegenwoordig op stap met haar buren en mede-rollatorgebruikers; de Rollende Doorzetters. Andere bewoners sluiten aan bij de Surinaamse kookworkshop of de breiclub van mevrouw Sedoc en mevrouw de Graf in de recreatiezaal. Sommigen hadden al maanden geen stap in deze ruimte gezet. En de vierhonderd bewoners van de serviceflat praten weer vaker met elkaar. In de hal krijgen sommigen letterlijk een gezicht: er hangen portretfoto’s van een aantal van hen met hun levensmotto erbij. Van een plek waar niemand graag woonde, waar de mensen elkaar niet kenden en sommigen zich onveilig voelden, werd de Koornhorst binnen vier maanden weer een gezellige flat waar mensen betrokken zijn bij elkaar. Community building speelde daarbij een belangrijke rol vertelt één van de ‘bouwers’ Birgit Oelkers. Zij werd samen met haar collega Vroegop van buitenaf aangetrokken om ervoor te zorgen dat mensen zich weer thuis zouden gaan voelen in de Koornhorst. Belangrijke aspecten van deze manier van werken: niet probleemgericht en niet meer individueel, maar gemeenschapsgericht met de focus op kansen.
Mobiel terras Eén van de eerste acties in de flat was een mobiel terras op de gang om in contact te komen met bewoners. ‘De gang was een logische plek. Je komt hier snel mensen tegen en knoopt makkelijk een praatje aan. Ook met degenen die nog nooit een stap in de recreatiezaal hadden gezet, omdat de
sfeer hen daar tegenstond. De gesprekken op he terras vormde de opmaat tot een ‘ideeëndiner’, die de start symboliseerde van de verandering. Bewoners kregen tijdens het diner de kans hun idee te pitchen om de flat weer gezellig en veilig te maken. In de zaal zaten mensen die zo’n idee zouden kunnen realiseren. Daarnaast werden de activiteiten die er al waren met elkaar gedeeld. ‘Haast niemand wist bijvoorbeeld van het bestaan van de nachtgroep af, tot de nachtbewaker er tijdens het diner over vertelde. Een groep bewoners tussen de 75 en 90 jaar, die vanaf 22.30 uur in de hal ging zitten om te kijken wie er zoal binnenkwamen. Zo hielden ze een oogje in het zeil, maar ze hadden het ook gezellig samen. Vierden elkaars verjaardag, belden als iemand niet kwam opdagen.’
Maak het leuk Volgens Oelkers kan community building op veel plekken worden ingezet. Ze heeft nog wel wat tips. ‘Vraag aan mensen wat hun verlangens zijn, waar ze goed in zijn en wat ze zelf willen doen en sluit daarbij aan, ga niet zelf iets aanbieden. Maak het leuk, ook voor jezelf, en vier de hoogtepunten. Zoals Jim Diers, een internationale communitybuilder zegt: ‘Why do you have a meeting if you can have a party?’ En doe dit niet vanuit protocollen, maar omdat je erin gelooft. Je moet wel een beetje recalcitrant zijn. Als je echt wilt kantelen moet deze filosofie van elke laag worden: binnen gemeente, zorginstellingen en bij bewoners. We hebben nog een weg te gaan, want de échte kanteling moet nog beginnen.’
11
Volgens Birgit Oelkers staat community building voor: • Werk vanuit talenten en mogelijkheden, niet vanuit problemen. • Iedereen kan iets bijdragen. Te vaak wordt kracht en kwetsbaarheid als tegenstelling gezien, maar een mens is zowel krachtig als kwetsbaar. Zie het als eenheid. • Gericht op verbindingen en gemeenschappen. Gericht op het groter maken van de kring. • Zie mensen niet alleen als eigenaar van problemen, maar ook als eigenaar van kansen. We richten ons te veel op de hulpvraag. • Maak geen speciale programma’s, sluit aan bij wat er al is en bij de agenda van de gemeenschap. Wees flexibel: houd ruimte voor het onverwachte. We werken nog te veel met plannen en formats. • Richt je op gemeenschappen en gemeenschapskracht. Nu ligt de nadruk vaak te veel op individuele ondersteuning vanuit eigen kracht. • Het gaat om gevoelde verantwoordelijkheid die gedeeld wordt met anderen: je lost de problemen niet voor een ander op, maar met elkaar. Whatever you do for me but without me, you do against me.
Meer informatie of advies over community building? Neem contact op met Birgit Oelkers: oelkers@planenaanpak.nl of Stef Spigt, locatiemanager van de Koornhorst: Sspigt@amstelring.nl.
BAKKER:
‘In Zweden krijgt elke cliënt een casemanager’
12
ST I C H T I N G P LU S
Lessen uit internationaal onderzoek toepassen op sociale wijkteams Van sociale wijkteams naar Community Support Teams? De kersverse Stichting Plus is op zoek naar gemeenten die willen meedoen aan een pilot om principes die in het buitenland werken te toetsen. ‘Als Scandinavië, Engeland en de Verenigde Staten al veel ervaring hebben opgedaan met sociale teams, waarom zouden we dan in Nederland opnieuw het wiel moeten uitvinden?’ Henk Bakker van onderzoeks- en adviesbureau Ecorys trapt de workshop over internationale lessen af. Samen met Frits Bovenberg, voorzitter GGZ+ en Michel de Baan van de gemeente Rotterdam, wil hij lessen uit het buitenland toepassen in de Nederlandse context. Zojuist hebben ze de Stichting Plus in het leven geroepen, met als missie: evidence based practices en veelbelovende methodieken spotten en sneller naar Nederland halen.
tijdens de implementatie. In 56 procent van de gevallen is er vooruitgang te zien, in 26 procent van de gevallen zelfs een grote vooruitgang. Het lijkt dus een veelbelovende methode te zijn. ‘Bovendien organiseer je de continuïteit van het netwerk, en kan de gemeente een terugtrekkende beweging maken.’
Community Support Teams Meer empowerment en meer betrokkenheid van inwoners, familie en naasten bij de zorg, dat willen de mannen ook in Nederland voor elkaar krijgen. Ze willen aan de slag gaan met resource groups en Community Support Teams (CST ) op een gedegen manier implementeren. Naast het versterken van eigen kracht gaan ze ervan uit dat dit een positieve invloed gaat hebben op de manier waarop inwoners, naastbetrokkenen en hulpverleners met elkaar omgaan en samenwerken.
Leren van Zweden De uitwisseling met Zweden was inspirerend. Bakker: ‘Zweden kent meer platteland en minder professionele zorg, waardoor inwoners automatisch een groter beroep moeten doen op hun netwerk. In Zweden krijgt elke cliënt een casemanager. De cliënt nomineert zelf een resource group, een informeel netwerk dat ondersteuning biedt. Dat blijkt te werken. Met zijn allen spreken ze af wat te doen. De praktische en haalbare doelen worden beschreven in maximaal 140 tekens. Elke drie maanden volgt een evaluatie. Een mooie methodische werkwijze om de participatiesamenleving van de grond te krijgen.’
Gezocht: pilotgemeenten Bovenberg: ‘We zijn op zoek naar gemeenten die willen meedoen aan onze pilot, waarin we deze werkende principes toetsen.’ Aan het eind van de congresdag hebben meerdere gemeenten aangegeven dat zij dat wel zien zitten.
Veelbelovende methode
Meer weten? Kijk op www.stichting-plus.nl
Bakker laat cijfers zien over de effectiviteit van het werken met resource groups. Tachtig Zweedse cliënten zijn gevolgd
13
14
15
WO R K S H O P
‘Radicaliseer en transformeer met burgers’ Hoe kunnen gemeenten en bewoners samen de transformatie vorm geven? In Eindhoven en Zaanstad krijgt de samenwerking met bewoners al steeds meer vorm. Aandacht voor twee praktijkvoorbeelden tijdens de sessie Radicaal transformeren met bewoners. Henk is naar eigen zeggen een vreemde eend in de bijt. Hij is namelijk ‘gewoon’ een inwoner uit Eindhoven. Ooit zelf geholpen door het wijkteam, werd hij gevraagd om iets te terug te doen. Met alle liefde, was het antwoord. En zo schoof hij aan bij selectiecommissie voor de invulling van de wijkteams in zijn stad. Hij vindt het heel logisch dat burgers worden betrokken bij de invulling ervan. Zij weten tenslotte als geen ander wat er nodig is. ‘Ik vraag me bij de selectie altijd af: zou ik deze
persoon zelf aan mijn keukentafel willen hebben?’ Het is de nieuwe manier van werken in Eindhoven, vertelt René Kerkwijk, programmeur- ontwikkelaar sociaal domein van de gemeente. Het gaat onder meer uit van wederkerigheid: mensen die zijn geholpen door het wijkteam, worden net als Henk gevraagd om zelf ook te helpen. Bijvoorbeeld bij de invulling van het team. Kerkwijk: ‘Je krijgt dan als het
16
goed is een divers team, omdat het – kort door de bocht gezegd – niet meer zo is dat hbo’ers andere hbo’ers aannemen.’ Inwoners en medewerkers van het wijkteam, bouwden ook samen aan de visie van de wijkteams. Diezelfde visie werd daarna ook door bewoners en medewerkers van het team ‘afgetikt’. Kerkwijk: ‘Als je zelfsturende teams wilt, moet je ook durven loslaten.’ Burgers steeds meer betrekken bij
beleid en uitvoering vraagt een andere rol van gemeenten en gedragsverandering bij ambtenaren, zegt Kerkwijk: ‘We zitten vast in bestaande structuren. Zelf heb ik ook mijn rem moeten loslaten.’ Lachend: ‘Ik ben de afgelopen jaren geradicaliseerd. Mijn vraag aan anderen is: durven wij onze systemen los te laten en radicaal te veranderen?’
Toelaten en loslaten Eelke Blokker, van het Instituut voor Publieke Waarden, deed onderzoek in Zaanstad met als belangrijkste vraag: is het mogelijk om samen met actieve bewoners zelf een wijkteam vorm te geven? Volgens hem is er nog een wereld te winnen.
3 TIPS voor wie ook wil ‘radicaliseren’, van René Kerkwijk:
‘We zien steeds meer initiatieven die worden opgezet door sociaal ondernemers en daar dus ook geld mee (willen) verdienen. Gemeenten vinden dat vaak nog vreemd: burgerinitiatieven zouden het toch gratis moeten doen? Van dat idee moeten ze afstappen. Daarnaast zagen we veel initiatieven die heel goed lieten zien op welke manier ze binnen de overheidsplannen passen, maar wat mij betreft moeten ze juist laten zien waar ze het verschil kunnen maken. Veel initiatieven vonden het moeilijk om die toegevoegde waarde te laten zien. Aan de andere kant moeten gemeenten nadenken wanneer zij een initiatief als toegevoegde waarde zien en hoe ze zo’n initiatief het best kunnen waarderen. Aan de ene kant moet je radicaler toelaten en aan de andere kant radicaler loslaten.’
1. Denk niet te snel dat je overal toestemming voor nodig hebt. Dat is niet zo. Er kan echt zo een bewoner in de selectiecommissie, daar kun je morgen mee beginnen. We hebben richtlijnen te veel tot wetten verheven. Als het ooit anders kan, is het nu. 2. Het gesprek met burgers aangaan moet je altijd doen, maar ga ook eens op pad met iemand van je wijkteam. Praat met de mensen in het veld. 3. Begin gewoon en ga niet eindeloos voorbereiden. Een harde confrontatie met de praktijk is nodig om je werk goed te doen. Ik snap de hang naar veiligheid, maar die moet je nu echt even loslaten.
17
Een heftige crisis heeft Utrecht nog niet gehad. Toch is de gemeente daarop voorbereid, met het opschalingsmodel zorg en veiligheid. Paul van Dijk, beleidsadviseur en projectleider in de gemeente Utrecht, licht het model toe. ‘Hoe pakken we onze rol in het nieuwe systeem?’ Paul van Dijk vertelt dat de wethouders in zijn gemeente een beetje zenuwachtig werden. Herkenbaar voor de meesten in de zaal. De beleidsadviseur begint zijn workshop met het schetsen van de verschillende verantwoordelijkheden rondom het gezin, op het snijvlak van zorg en veiligheid. Zo is er de zorg voor een veilige leefomgeving, de hulp aan het gezin/ de individuele volwassenen, de veiligheid van het kind en tot slot handhaving en strafrecht. ‘Soms botsen die verantwoordelijkheden’, zegt Van Dijk. Hij noemt het voorbeeld van gezinnen die de wijk uit worden gepest. ‘Uit het perspectief van een veilige leefomgeving wil je dat de omgeving veiliger wordt zodat het gezin er kan blijven wonen. Vanuit het oogpunt van het kind is dat echter onveilig en dus niet wenselijk.’
‘Wie
Snel opschalen ‘Als zaken botsen, is het belangrijk om snel op te schalen.’ Van Dijk onderscheidt drie vormen van opschaling. Ten eerste de opschaling bij vastlopende samenwerking. Ten tweede de opschaling bij een acute crisis. Direct ingrijpen is dan nodig omdat de veiligheid van een gezin in het geding is. Ten derde is er de opschaling bij calamiteiten.
hakt wanneer de bij calamiteiten?’
knoop door
Hoe ziet dat proces eruit? Na signalering van de vastgelopen samenwerking, crisis of calamiteit, wordt er een plan van aanpak opgesteld door de betrokken partijen en vindt afstemming plaats op MT-niveau. Wie vervolgens wordt ingeschakeld, hangt af van het onderwerp. Gaat het alleen om een veilige leefomgeving en de handhaving van strafrecht? Dan volstaat de driehoek burgemeester, hoofdofficier van justitie en de lokale politiechef (en zo nodig korpschef). Gaat het daarbij ook om de veiligheid van het kind, en vindt hulp plaats in het
18
vrijwilliger kader, dan mag naast deze drie personen ook een wethouder aanschuiven.
Oefensessies De gemeente Utrecht deed goede ervaringen op met oefensessies. Raadsleden, wethouders en zorginstellingen oefenden samen een crisissituatie, om te kijken wie welke rol pakt. Wie hakt op welk moment de knoop door? Niet alleen werd duidelijk dat bestuurders alleen op hoofdlijnen informeren, ook weten de partijen elkaar sindsdien beter te vinden. Sinds de simulatie bestaat er namelijk een lijst met daarop de contactgegevens van alle partijen. Van Dijk: ‘Het is net even makkelijker om iemand te bellen, als je zijn gezicht kent.’
Casus: onnatuurlijke dood jongetje De aanwezigen worden aan het werk gezet met een fictieve casus over een melding die binnenkomt bij de alarmcentrale. ‘De politie treft ter plaatse een jongetje aan van 2 jaar oud, dat onwel is geworden. Enkele uren later overlijdt het jongetje in het ziekenhuis. Uit sectie blijkt dat hij een onnatuurlijke dood is gestorven. Het OM stelt een strafrechtelijk onderzoek in. De politie heeft de burgemeester ingelicht en een melding gedaan bij Veilig Thuis. Het blijkt dat het gezin is bekend bij buurtteam Jeugd & Gezin en bij SAVE. De emoties in de buurt lopen hoog op, de pers geeft een podium aan verhalen over de ouders, die vreselijke dingen gedaan zouden hebben.’
Wie bepaalt wanneer iets wel of niet gemeld moet worden als crisis/calamiteit? De deelnemers buigen zich over deze eerste vraag. ‘Diegene die de onnatuurlijke dood constateert’, zegt de een. ‘Of diegene die al eerder denkt: hier is iets aan de hand’, zegt een ander. Ellemieke Rombouts van de afdeling Veiligheid van de gemeente Utrecht, die het opschalingsmodel samen met Van Dijk maakte, benadrukt dat het belangrijk is om op tijd op te schalen. ‘Ga niet door met aanmodderen. We moeten voorkomen dat de burgemeester het afvoerputje wordt van alle zaken die misgaan.’
Burgervader Wat is de rol en de verantwoordelijkheid van de gemeente? Wie is feitelijk verantwoordelijk voor wat en wie voert op basis daarvan het woord naar buiten? ‘Als het OM het onderzoek doet, is de communicatie over het onderzoek aan hen.’ De aanwezigen discussiëren over de rol die de burgemeester in zo’n geval moet hebben. Rombouts: ‘De burgemeester doet geen inhoudelijke uitlatingen over het onderzoek, maar pakt zijn rol als burgervader.’
19
20
21
Komt een burgerinitiatief bij het loket De gemeenten Zwolle, Groningen, Leeuwarden en Emmen wilden heus wel ‘iets’ met burgerinitiatieven in het sociaal domein, maar wat precies? Belevingsbijeenkomsten waarbij de gemeenten en initiatiefnemers elkaar ontmoetten hielpen beide partijen goed op weg. Ook in te zetten voor andere gemeenten. Het zijn twee verschillende werelden: die van de gemeenten en die van initiatiefnemers. ‘De systeemwereld is zo anders dan wat er in de wijken gebeurt’, vertelt initiatiefneemster van de belevingsbijeenkomsten, Laura Hornick. Maar door de bijeenkomsten ontstond meer begrip voor elkaar. ‘Het gaat om het overbruggen van twee werelden: die van de initiatiefnemers die het verschil maken op hun terrein en op hun manier. En de wereld van welwillende ambtenaren die er soms erg alleen voor staan om uit te vinden wat zij met dit initiatief moeten of kunnen.’ Gemeenten leerden tijdens de bijeenkomst hoe ze meer in de ‘ontvangststand’ kunnen staan als het gaat om
burgerinitiatieven. Ze moesten vooral veel luisteren, zonder oordeel. In Zwolle, of liever, het dorp Wijthmen gingen ambtenaren de uitdaging aan om zich een aantal uur lang volledig onder te dompelen in de ervaring van initiatiefnemers van zorg in eigen dorp.
Een mini wijkteam Henk Procé, programmamanager Sociaal Domein van de gemeente Zwolle, was één van hen en het leverde zijn gemeente veel op. ‘We moeten anders leren omgaan met initiatieven van burgers. Binnen onze stad hebben we één zelfstandig dorpje: Wijthmen. Het vergrijst, mede omdat er geen nieuwe huizen worden gebouwd voor jongeren. Dorpsbewoners zijn bij
22
elkaar gaan zitten om te kijken of ze ervoor konden zorgen dat jongeren zouden blijven. Er worden nu acht à twaalf woningen gebouwd. Een hele hoop voor een kleine gemeenschap met 186 huishoudens. Daarnaast ontstond het idee om de wijkverpleegkundigen langs alle huishoudens te laten gaan om te vragen wat iedereen zelf kon bijdragen aan zorg. Er was eerst de angst voor een explosie aan hulpvragen, maar die bleef uit. Mensen gaven zelf simpele oplossingen waardoor ze zelfstandig konden blijven wonen. Af en toe een boodschap, een helpende hand in de huishouding. De Wmo-consulent en de wijkverpleegkundige fungeren nu als mini wijkteam in het dorp en iedereen is vooralsnog erg tevreden.’
Noaberhuizen in Drenthe Niet lullen maar poetsen: sommige burgers gaan gewoon aan de slag en wachten niet op de gemeente. Misschien moet je daar ook wel een nuchtere Drent voor zijn, een type zoals Jan of Wim uit Emmen. Zij organiseren zelf de zorg in hun omgeving, De Monden, in de vorm van ‘Noaberhuizen’: een informatiepunt in de buurt waar bewoners terechtkunnen voor hulp of zorg. Het gaat om praktische hulp zoals vervoer naar het ziekenhuis, maar bewoners vinden er ook informatie over zorg en ondersteuning thuis. Jan: ‘We hebben nog wel tegen de gemeente gezegd dat we aan de slag gingen en dat ze best mochten aansluiten, maar dat we daarop niet gingen wachten. Iedereen praat over participatie, wij noemen dat hier gewoon gezond boerenverstand: je doet met elkaar de dingen die je nodig vindt.’ In 2013 openden ze het eerste Noaberhuus, inmiddels zijn er vier in het Mondengebied. Zowel vrijwilligers als professionals zijn bij deze huizen aangesloten. ‘Wij weten zelf het beste wat burgers willen, we kennen ze. Dat is het voordeel van een klein gebied. Het was meteen ook wel een nadeel: het duurde even voor bewoners hun zorgvragen durfden te delen. De gemeente vraagt wel eens: hoeveel hulpvragen krijgen jullie? Wat maakt dat nou uit? Als wij de mensen maar goed kunnen helpen. Je moet laten zien dat wat je doet, dat je dat goed doet. Daar kan geen pr-machine tegenop. En de gemeente? ‘Die sprong uiteindelijk mee op de laatste wagon die voorbij kwam.’
23
Joke de Kock werkt als manager Schuldhulpverlening bij de gemeente Tilburg en bij de NVVK, de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren. ‘Sociale teams zeggen te makkelijk: Oh, schuldhulpverlening doen we er even bij.’
‘Schuldhulpverlening is geen hobbyisme’ 24
70 procent van de vragen aan het sociaal team gaat volgens Joke de Kock over financiën. ‘Schuldhulpverlening is geen hobbyisme, daar heb je kennis voor nodig!’ trapt De Kock de workshop af. Schulden kwamen vroeger vooral voor bij mensen met een inkomen tot 120 procent van het minimuminkomen. Dat is al lang niet meer zo. Mensen met eigen huizen, zzp’ers en zelfs tweeverdieners met een dubbel modaal inkomen kloppen tegenwoordig aan bij schuldhulpverlening. En waar mensen vroeger vooral schulden hadden bij banken en energiemaatschappijen, zijn het nu ook overheden en zorgverzekeraars die op hun geld wachten.
Onwetendheidsschulden De Kock somt op wat voor soort schulden je kunt onderscheiden. Zo zijn er overlevingsschulden, door te hoge vaste lasten. Overbestedingsschulden, als je meer uitgeeft dan je je kunt permitteren. Aanpassingsschulden, doordat je bijvoorbeeld je baan verliest en je uitgavenpatroon nog niet is afgestemd op de nieuwe situatie. Compensatieschulden, doordat je pijn compenseert met een verslaving. Tot slot de onwetendheidsschulden. Deze groep mensen die het allemaal niet meer snappen groeit. Het gedrag dat mensen met schulden vertonen, varieert van gemotiveerd om de problemen op te lossen, tot mensen die zich in de slachtofferrol plaatsen en met meerdere problemen kampen. De Kock: ‘Mensen die lang onder zware druk leven, kunnen minder aan. De bandbreedte van hun denken wordt smaller. De focus ligt op: ik moet
vandaag overleven. Dat staat haaks op wat wij van ze willen als samenleving.’
Loterij opzeggen Wat zijn de incassomogelijkheden van schuldeisers? De Kock: ‘Je moet de weg weten, om te voorkomen dat je reageert zoals de klant reageert. Sommige partijen dreigen, maar kunnen juridisch gezien niets.’ De manager schuldhulpverlening raadt aan om eerst de basis veilig te stellen. Bed, bad en brood: als dat weer voor elkaar is, krijg je de klant weer stabiel. Bekijk waar de klant recht op heeft. Denk aan huurtoeslag, kwijtschelding van waterschapslasten of de voedselbank. Ook betekent het een aanpassing in gedrag. De auto de deur uit, abonnementen opzeggen en (meer) gaan werken. ‘In de praktijk blijkt het opzeggen van de loterij nog het lastigst voor klanten. Want wat als de postcodeloterij in mijn straat valt? Daar gaat mijn kans om in één klap mijn schulden af te betalen.’
Schulden saneren Tot slot raadt ze de aanwezigen aan om vooral praktisch te zijn. Bemiddelen kost drie jaar tijd. Volgens De Kock is het niet realistisch om te verwachten dat iemand die al een tijd werkloos is snel werk vindt. ‘Saneer de schulden liever! Dat gebeurt veel te weinig. De NVVK heeft convenanten afgesloten met vele schuldeisers, van de NS tot aan zorgverzekeraars. Gemeenten kunnen gebruik van maken deze convenanten. http://www.nvvk.eu/schuldhulpverlening/ zoek/?s=convenant
25
Checklist:
voorkom nieuwe schulden Als bed, bad en brood voor elkaar zijn, is het tijd om het gedrag van de schuldenaar onder de loep te nemen. Een checklist: • loterijen opzeggen • abonnementen opzeggen • bezuinigen op energie • budgetcursus volgen • ‘nee’ zeggen tegen de kinderen • verleidingen leren weerstaan • auto weg doen • (meer) gaan werken • kostgeld vragen aan kinderen • naar eigen gedrag leren kijken • verantwoordelijkheid nemen • eerst nadenken, dan kopen • sparen voor onvoorziene uitgaven
Muzikale oppepper Ze zag het niet, maar de zaal kwam langzaam los tijdens haar optreden. Na een dag vol workshops was het muzikale optreden van Marinda Wijnen (22) een fijne energizer vlak voor het plenaire slot. Met een stem om kippenvel van te krijgen, zong ze het nummer Firework van Kate Perry. Haar visuele handicap weerhoudt Marinda er niet van om regelmatig op te treden bij verschillende gelegenheden ( interesse: www.facebook.com/marindamusic). Haar spraakgestuurde iPhone is haar belangrijkste hulpmiddel. Ze vraagt zich daarom wel eens af waarom die smartphone dan niet wordt vergoed door de verzekeraar. Het apparaat helpt haar namelijk wel om een zo zelfstandig mogelijk leven te leiden. ‘Ik snap wel dat een verzekeraar daar nu niet veel mee kan hoor, maar hij is toch een stuk goedkoper dan de vijf verschillende hulpmiddelen die ik door mijn iPhone niet nodig heb.’
26 18
P L E N A I R E S LOT
‘We blijven de komende tijd in gesprek met gemeenten’ Maar liefst 160 vragen hadden de congresgangers voor de verschillende bewindspersonen. In het plenaire slot tijd voor een aantal antwoorden. Een vraag die veel gemeenten bezighoudt: Wanneer zijn we tevreden over de sociale teams?
27
Het slot van de dag. Tijd voor de drie aanwezige bewindspersonen om op het podium te verschijnen. Ronald Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Jetta Klijnsma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Martin van Rijn, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Jantine Kriens, directeur VNG, worden vergezeld door de groepjes congresdeelnemers met wie ze zich net over de vragen hebben gebogen. De selfies zijn stille getuigen van de discussies. Minister Plasterk heeft de indruk dat de gemeenten goed op weg zijn en dat zij steeds meer op een integrale manier werken, maar dat de transformatie
nog in volle gang is. ‘Veel gemeenten hebben de handen vol aan het waarborgen van de zorg. Van echte innovatie is daarom nu nog geen sprake, die kanteling moet nog komen.’ Kriens herkent dat. ‘We zijn op sommige punten nog zoekende en lerende met elkaar. Ik vind niet dat we alleen moeten kijken naar wat niet kan, maar samen ook de ruimte moeten zoeken om dingen anders te kunnen doen.’
Wanneer is een sociaal team geslaagd De deelnemers aan het congres hebben aan het begin van de dag met hun smartphone vragen ingestuurd voor de verschillende bewindspersonen. 160 vragen kwam er in totaal binnen.
28
Een vraag die veel gemeenten bezighoudt: Wanneer zijn we tevreden over de sociale wijkteams? Van Rijn: ‘Ik snap deze vraag heel goed. Mensen zoeken houvast en willen weten of ze goed bezig zijn. Een belangrijk doel van de decentralisaties is om de zorg dichter bij burgers te organiseren en toegankelijker en efficiënter te maken. Sociale teams moet daarbij geen doel zijn maar een middel. En het beginpunt is altijd de vraag uit de wijk.’ Klijnsma vult aan: ‘Ik hoorde een mooi voorbeeld van een kleine gemeente, waarbij niet het wijkteam maar de huisartsen de spil vormen. Juist als iedere gemeente de toegang anders regelt, is de decentralisatie geslaagd.’
PLASTERK
‘We moeten samen de ruimte zoeken om dingen anders te doen’
21
VAN RIJN:
‘Diversiteit vraag om minder regels’
Ook landelijke wet- en regelgeving was een belangrijk onderwerp van discussie. Eén van de deelnemers: ‘We hebben soms last van al die regels. Die regels beperken ons als wij maatwerk willen leveren.’ Klijnsma: ‘Ik hoor graag over dit soort worstelingen, zodat wij kunnen kijken wat we
daaraan kunnen doen. Wij willen juist horen wat wel en wat niet werkt. De lol van een wet is namelijk, dat je die ook kunt veranderen.’ Waar Plasterk meteen lachend op reageert: ‘Je kunt je er ook gewoon aan houden.’ Van Rijn: ‘Diversiteit vraagt om minder regels, we moeten daar samen naar
30
kijken.’ Kriens: ‘De realiteit is natuurlijk ook dat er nu eenmaal wetten en regels zijn, bijvoorbeeld op het gebied van privacy. Met regels afschaffen kom je er dan niet.’ Plasterk: ‘Maar het is wel goed als we daar samen naar kijken. De komende tijd zullen we dus nog veel met elkaar in gesprek gaan.’
En, kwamen je verwachtingen uit?
Jelle Merkus beleidsadviseur en gemeente Sittard-Gele ‘De boodschap die ik vandaag meeneem, is dat er niet één oplossing is. Elke gemeente moet zelf bekijken wat de goede invulling is. Om daar achter te komen moeten we vooral de wijk in gaan en met mensen over het onderwerp gaan praten. Uit deze dag blijkt wel dat het transformeren van het Sociaal Domein nog altijd een zoektocht is. En dat die verandering veel tijd kost.’
rk Anne Duijn – Van den Hu e, eni mm Kro lid sociaal team bij er ag an em werkzaam als cas ad nst gemeente Zaa
Chantal Dielen proces coördinator soc iale teams gemeente Bergen
‘Jammer genoeg kon ik niet nog meer workshops volgen, ze zouden er een dagje aan moeten plakken! Door het netwerken in de pauzes heb ik een goed beeld gekregen van hoe andere gemeenten de transformatie aanpakken. In mijn eerste workshop ‘De echte kanteling moet nog beginnen’ heb ik leuke ideeën op gedaan voor community building bij ouderen in verzorgingstehuizen.’
31
‘Iedereen blijft een beetje zoekende, dat merk je op zo’n groot congres. En dat is begrijpelijk, er bestaan geen concrete handleidingen voor sociale wijkteams. Ik heb vandaag geleerd om onbevooroordeeld te luisteren naar burgerinitiatieven in plaats van gelijk de beleidsvoorschriften erbij te pakken en de voorstellen gelijk af te wijzen.’
Arjan de Vries beleidsmedewerker maatschappelijk e ontwikkeling gemeente Duiven
‘Ik heb veel gehad aan de workshop ‘radicaal transformeren met bewoners’. Het heeft me getriggerd om na te denken over financiële regelingen voor burgerinitiatieven en over manieren waarop je de toegevoegde waarde ervan toetst. De workshop leerde me ook dat je als gemeente niet moeilijk moet doen over het feit dat burgers geld verdienen met hun initiatieven.’