Wethouders magazine

Page 1

Wethouders vinden elkaar tijdens het 3D Diner Kim Putters: ‘Niet iedereen kan participeren’

Jetta Klijnsma: ‘Desespereer niet’

Ronald Plasterk: ‘We moeten dóórgaan’’


Inhoudsopgave

Colofon

Pag 3

Voorwoord

Concept en redactie:

Pag 4

#DDD2014 Wat twitterden de wethouders?

Pag 5 Met welke verwachtingen kwamen de wethouders naar Den Bosch toe? Pag 6

De amuse: Plasterk en Jorritsma trappen af

Pag 7

De tips van staatssecretaris Van Rijn

Pag 9 Kim Putters, directeur Sociaal Cultureel Planbureau, waarschuwt Pag 11 Kruisbestuiving en andere goede gesprekken Pag 12 Jetta Klijnsma: ‘Werk is de beste zorg’ Pag 15 Ondertussen bij de raadsleden Pag 16 Ook raadsleden bereiden zich voor op de 3 D’s Pag 18 Inspiratie en informatie in dagprogramma voor beleidsambtenaren Pag 20 Hebben de wethouders nog iets opgestoken?

Maters & Hermsen Journalistiek, Leiden Art direction & opmaak:

Pankra, Den Haag Fotografie:

Marc de Haan en Arno Massee, Leiden In opdracht van het Ministerie van BZK en de VNG


De inspiratie opnieuw beleven In het hele land zijn gemeenten voortvarend aan de slag om de decentralisaties op het gebied van zorg, jeugd en werk te laten slagen. Er zit veel positieve energie bij gemeenten! Er wordt enthousiast en proactief gewerkt met de implementatie van de 3 Decentralisaties. De Decentralisaties Dag in Den Bosch was bedoeld om even terug te gaan naar de praktijk en een kijkje te nemen achter de voordeur in uw gemeente. En vervolgens om goede voorbeelden te delen met collega’s, en inspiratie op te doen om zo de omvangrijke operatie te ondersteunen. In nauwe samenwerking tussen het Rijk en de VNG is deze Decentralisaties Dag georganiseerd. Het programma is ontworpen met alle betrokken ministeries, de VNG en individuele gemeenten. Uiteindelijk lieten meer dan 1000 beleidsambtenaren, 250 gemeenteraadsleden en 150 wethouders zich inspireren in verschillende programmaonderdelen. In deze uitgave Op woensdag 28 mei vond De Decentralisaties Dag plaats in kunt u terug zien hoe dat er uit zag. ’s-Hertogenbosch. Een dag vol inspiratie en informatie die gemeenten helpt om de drie decentralisaties zo goed mogelijk in te voeren. Uit de vele positieve reacties die we die dag hebben gehoord blijkt dat veel deelnemers het een nuttige dag hebben gevonden. Daar zijn wij blij Er waren deze dag drie speciale programma’s opgesteld één voor mee. Want ook wij weten dat de invoering van de decentralisaties geen ambtenaren één voor wethouders en één voor raadsleden. makkelijke opgave is. We hopen daarom dat dit digitale magazine helpt om de inspiratie en de energie van De Decentralisaties Dag opnieuw te Bedankt voor uw aanwezigheid beleven en verder te verspreiden, ook bij uw collega’s die niet in Den Bosch aanwezig waren. Wij wensen u de komende maanden veel succes met de verdere invoering AmbtenarenRaadsledenWethoudersvan de decentralisaties. programma

programma

programma

Karin Sleeking (Vereniging Nederlandse Gemeenten) Laurette Spoelman (ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) Ronald Plasterk

Martin van Rijn

Jetta Klijnsma

Fred Teeven

Annemarie Jorritsma


Wat twitterden de deelnemers over het 3D diner?

#DDD2014 @ThomasGelissen

@kriens

Samen met wethouders @HugoJanssen en Rens Evers in dialoog met @mjvanrijn over toekomst zorg en ondersteuning

Nu spreekt @RPlasterk de wethouders toe: er mag meer van de wet dan je denkt…

@ThomasGelissen

@kriens

Kijk positief terug op #decentralisaties #wethoudersdiner. Leuke formule: nuttige contacten en delen van kennis en ervaringen @VNGemeenten

@kimputters vraagt bij dag van de decentralisaties of wethouders kennis van landelijke kennisinstituten nodig hebben

@JdeJongHoorn

@LaradeBrito

#wethoudersdiner gister was aangenaam en nuttig. Interessante informatie uitgewisseld met collega’s. Leerzaam #decentralisatiedag #vng

Nu @kimputters aan het woord over sociale staat NL: aanpak van clustering problematiek gezondheid, werk en inkomen is de grote opgave

@RobertteBeest

@HNederpelt

Gisteren inspirerende #decentralisatiedag gehad o.a. samen met de collega’s uit #hoorn

Inspirerende en leerzame avond met wethouders over de decentralisaties met o.a. 2mjrijn @Jetta_Klijnsma en @RPlasterk Grote uitdagingen…

@kriens

#jettaklijnsma spreekt de zaal wethouders toe tijdens decentralisatiedag: ‘desespereer niet want uiteindelijk gaat het om jullie keukentafel’

4


Wat komt u hier doen? Wethouders over hun verwachtingen van het 3D Diner.

Rob Christenhusz, wethouder gemeente Old enzaal (Werknemers Groepering )

s, Lea van der Tuin-Kuiper edde ingw Bell te een gem der wethou (CDA)

‘Ik kom mijn financiële zorgen uitspreken’

‘De tijd dringt. Zijn we op de goede weg?’

‘Ik kom mijn zorgen uitspreken. Het wetgevingstraject duurt te lang. Ik wil snel duidelijkheid; er moet nog zoveel gebeuren. Ik ben benieuwd naar de meicirculaire die morgen verschijnt. Zelfs als we er geld bij krijgen, komen we minimaal een miljoen euro tekort. Natuurlijk proberen we het te doen met de middelen uit Den Haag, maar het invoeringsbudget is ontoereikend. De gemeente Oldenzaal moet er fors op toeleggen om op tijd klaar te zijn.’

‘Ik wil me eens goed laten informeren om te kijken of wij op de goede weg zitten. De tijd dringt. Gelukkig heeft de gemeente Bellingwolde precies inzichtelijk om wie ’t gaat. We weten precies welke regelingen er achter elke voordeur schuilgaan. Alle 160 nieuwe cliënten willen we persoonlijk spreken. Ik wil dat mensen hulp dichtbij huis krijgen en daarvoor niet naar de stad Groningen hoeven te gaan. De leefbaarheid in het dorp vind ik erg belangrijk.’

Tip! Kijk op pagina 16 of de verwachtingen uitkwamen! Bram Jacobs, wethouder gemeente Bee

Margriet Jongerius, cht wethouder gemeente Utre (Groen Links)

(CDA)

sel

‘Ik wil in contact treden met andere wethouders’

‘Hoe voer je keukentafelgesprekken in de praktijk uit?’

‘Ik ben pas drie weken wethouder, ik wil graag in contact treden met andere wethouders en betrokkenen om te horen waar het goed gaat, waar het knelt. Ook maak ik me zorgen. Als maatschappelijke organisaties mensen moeten ontslaan omdat het werk door andere partners gedaan moet worden, vind ik niet dat de gemeente die verantwoordelijkheid op zich moet nemen. Ik wil dat het Rijk de frictiekosten op zich neemt.’

‘De transitie loopt wel, dat is vooral een hoop papierwerk. Maar dat is nog geen transformatie. Dat we keukentafelgesprekken moeten voeren is een mooi beleidsuitgangspunt. Maar hoe voer je die gesprekken in de praktijk uit, hoe train je de coaches die de gesprekken gaan voeren? Ook vraag ik me af hoe je de samenwerking met zorgverzekeraars vormgeeft. Wat als de gemeente investeert in preventie, staat daar dan iets tegenover?’

5


Aan tafel! Tijdens het 3D Diner kunnen wethouders met elkaar kennismaken en ervaringen uitwisselen over de decentralisaties. Tussen de gangen door houden bewindslieden speeches om daarna aan tafel te schuiven. Laat de discussie maar beginnen. Terwijl de beleidsambtenaren huiswaarts keren, schuiven de wethouders aan voor het 3D diner, onderdeel van De Decentralisaties Dag. Zo’n 150 wethouders – van Bellingwolde tot Brunssum – nemen in het restaurant van Congrescentrum 1931 plaats. De tiende stoel aan de ronde tafel is gereserveerd: bewindslieden en de directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau brengen de avond roulerend door om zoveel mogelijk wethouders te spreken.

Honger ‘Zo’n 1.800 mensen praten op dit moment over de decentralisaties’, trapt minister Plasterk het diner af. Plasterk merkte eerder die avond al een enorme honger op bij de raadsleden en beleidsambtenaren. De minister vindt het niet gek dat zij veel vragen hebben: ‘Dit is het grootste verandertraject in het binnenlands bestuur van de afgelopen decennia.’

Plasterk richt zich tot de wethouders. ‘U bent bestuurder, manager, maar ook onderdeel van het democratisch proces. Hoe gaat u de raadsleden erbij betrekken?’ Hij refereert aan de verkiezingen, die er tussendoor zijn gefietst, waardoor raadsleden pas laat betrokken zijn en nu in korte tijd veel informatie tot zich moeten nemen. Plasterk weet één ding zeker: ‘Het worden drukke maanden. 1 Januari 2015 is geen schuttingmoment. Daarvoor én daarna zal er veel moeten gebeuren. Het moet goed gaan met de burger. Zodra u merkt, dit is niet goed geregeld, geef het dan aan ons door. We moeten in contact blijven met elkaar.’

Slim-gejatprijs Annemarie Jorritsma neemt het woord. De voorzitter van de VNG zegt dat het belangrijk is om van elkaar te leren, zodat niet elke gemeente het wiel opnieuw moet uitvinden. ‘Ik zou

6

een slim-gejatprijs in het leven willen roepen.’ Ze vat de achterliggende gedachte van de decentralisaties nog eens samen. ‘Laten we nu eens vanuit de burger denken. Het is onwenselijk dat je op het zwakste moment van je leven moet bedenken bij welke zeven overheidsinstanties je terecht kunt voor zorg of inkomensondersteuning. Dat willen we beter regisseren, in de handen van één iemand leggen. Wat is dan het beste? De eerste bestuurslaag. De gemeente staat het dichtst bij de burger en kan dus het makkelijkst bij iemand thuis aankloppen. De persoon die aan de keukentafel plaatsneemt, is natuurlijk geen gemeenteambtenaar, maar een professional. Een generalist, die doorheeft: dit is een gevalletje jeugdzorg, deze regeling kan helpen.’ Jorritsma vraagt de wethouders in de zaal: ‘Hoe gaat u om met die professional?’


STAATSS ECRETARIS VAN RIJ N:

‘Rustige landing is mogelijk’ Na de amuse spreekt staatssecretaris Van Rijn de zaal toe. ‘Als je vandaag opnieuw zou nadenken over het systeem, dan zou je langdurige zorg zo dicht mogelijk bij huis organiseren en als het thuis niet meer gaat, een plek in een instelling regelen.’ Wat de staatssecretaris maar wil zeggen: als we met zijn allen opnieuw een systeem zouden moeten bedenken om kwetsbare groepen te ondersteunen, zou je zorg en ondersteuning zo dicht mogelijk bij huis organiseren. Dat lijkt Van Rijn logisch als je je afvraagt hoe je het zelf geregeld zou willen hebben als het jou zou overkomen. Van Rijn richt zich tot de wethouders: ‘Op het gebied van zorg en ondersteuning kunnen jullie het aangezicht van Nederland beslissend veranderen. Daar staat u voor.’

Normaal doen De staatssecretaris maakt duidelijk waar we in dat proces staan. De wetten zijn vastgesteld of worden binnenkort besproken. Van Rijn: ‘De vraag is: hoe gaan wij straks met die wetgeving om? In beginsel is een rustige landing mogelijk, als we allemaal normaal doen. Als we kennis dragen van het veld en continuïteit bieden waar nodig. Mijn stelling luidt: mensen gaan niets merken van de transitie.’ Van Rijn geeft zelf alvast antwoord op de stelling: ‘Dat is waar, als we allemaal normaal doen en rustig blijven, merken mensen niets van de transitie. Tegelijkertijd is het ook niet waar: zorg en ondersteuning komen namelijk dichter bij de mensen. Als het goed is, wordt het beter.’ Tot slot geeft Van Rijn de wethouders tips. ‘Heb kennis van hoe het nu geregeld is. Praat met professionals en betrek ervaringsdeskundigen bij de plannen: cliënten, patiënten. Zeg niet: het systeem zegt dat het zo moet, maar houd rekening met de persoon die voor u staat. Redeneer: hoe kan het ondanks het systeem een succes worden?’

7


Discussie met Van Rijn:

‘Er is meer mogelijk dan je denkt’ Van Rijn schuift aan tafel voor het voorgerecht. De twee wethouders uit Brunssum vragen de staatsecretaris of een zachte landing wel mogelijk is met het budget dat ze van het Rijk krijgen. Op huishoudelijke hulp moet bijvoorbeeld 40 procent bezuinigd worden. Van Rijn weet zijn tafelgenoten te vertellen dat die maatregel is verzacht: de gemeenten hoeven de uitgaven maar met 32 procent terug te dringen, zo is net besloten. De wethouders zijn er niet gerust op: het is nog steeds een flinke bezuiniging. Wethouder Gelissen uit Brunssum: ‘Bezuinigen op de thuiszorg betekent dat er mensen worden ontslagen. Als het budget ieder jaar met 10 procent afneemt, in plaats van in één keer 40 procent, zouden we wel de tijd hebben om het werkgelegenheidsvraagstuk op te lossen.’

Wethouder Balk uit Waalre vertelt dat haar gemeente een succesvolle pilot draaide om de uitgaven terug te brengen. ‘We zijn een relatief rijke gemeente, misschien dat dat scheelt, maar het is gelukt om te bezuinigen. De gemeente financiert huishoudelijke hulp nu helemaal niet meer. Een schoonmaakbedrijf regelt alles voor 14,95 euro per uur.’ Van Rijn knikt. ‘Er zijn verschillende varianten denkbaar: je kunt een eigen bijdrage vragen of scherp zijn tijdens de indicatiestelling: wie kan het echt niet zelf regelen?’

Creatief Wethouder Balk weet haar tafelgenoten te inspireren met een ander voorbeeld: de dagbesteding. Ze vroeg het wijkcentrum de activiteiten die er al zijn te omschrijven, en stelde voor om de deel-

8

nemers een kleine bijdrage te vragen. Haar gemeente betaalt één professional, die drie stagiaires uit het MBO begeleidt. ‘Deze nieuwe aanpak leverde al twaalf enthousiaste vrijwilligers op. Oftewel: wees creatief en verknoop meerdere zaken met elkaar.’ Voordat Van Rijn opstaat om naar de volgende tafel te vertrekken, heeft hij nog een tip: ‘Merk je tijdens de uitvoering dat iemand zegt: het mag niet, want dat staat in de grondwet. Neem dan niet te snel aan dat het van de wet moet. Als een regel in de weg staat, koppel het dan aan ons terug. Ook op het gebied van privacy: er mag echt meer dan je denkt.’


K IM P U TTERS :

‘Beleid is gestoeld op aannames’ Kim Putters, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), bestudeert op wetenschappelijke, onafhankelijke manier het sociale domein. Vandaag heeft Putters de evaluatie van de WMO aangeboden. Eens in de twee jaar maakt het SCP de ‘Spiegel van Nederland’, die de sociale staat en kwaliteit van leven in Nederland beschrijft. Putters concludeert dat het erg goed met heel veel mensen, maar dat er voor het eerst in dertig jaar een achteruitgang zichtbaar is in werk en inkomen. Bij 6 à 7 procent van de bevolking stapelen de problemen zich op, van gezondheidsproblemen tot werkloosheid. Bepaalde groepen worden het hardst getroffen: bijstandsmoeders en niet-Westerse allochtonen. Nu er gestreefd wordt naar een participatiesamenleving constateert Putters dat gemeenten nadenken over de vraag: wat ís participeren eigenlijk precies? Hij waarschuwt: onder landelijk en lokaal beleid liggen veel aannames. Allereerst aannames over de omvang en kenmerken van de doelgroep. ‘Er wordt veel in algemene termen gepraat. Bijvoorbeeld over mantelzorgers. Dat zijn veertigplussers, die bereid zijn om mantelzorg te verlenen en dat ook al eerder hebben gedaan. Maar is dat wel zo?’ Ten tweede wordt aangenomen dat mensen op verschillende terreinen meer zelf kunnen doen. ‘Er zijn ook mensen met schulden of beperkingen, die niet kunnen participeren. Heb ook dat in beeld.’ Ten derde vraagt Putters zich af of het mogelijk is: besparen op kosten en tegelijkertijd meer kwaliteit leveren. We zien besparingen, maar staat dat de kwaliteit niet in de weg?’ Tot slot vraagt Putters zich af of er voldoende tijd is om alles waar te maken.

Zelfredzaamheid Putters constateert een positieve beweging. ‘Een aantal stappen vooruit, dan weer een stapje terug, maar per saldo gaan we vooruit. Wel schetst hij nog een aantal dilemma’s. ‘Weten we wat burgers willen? Het lokale bestuur moet meer doen, maar niet voor de burgers denken. Voor je het weet ga je voor mensen bepalen wat participatie is, terwijl je juist oproept tot zelfredzaamheid.’ Putters vraagt de aanwezigen in de zaal of ze voldoende kennis in huis hebben. ‘Wat heeft u nodig van de landelijke kennisinstituten? Laat het ons weten.’

9


Discussie met Putters:

‘De tv staat bij jullie, de gemeente’

Lange adem Wethouder Balk uit Baarlo vindt het een goede zaak dat er op dit moment zoveel zaken tegelijkertijd gebeuren, zoals de ontwikkeling naar passend onderwijs. Balk: ‘Als je vanuit je vroegere jeugd in aanraking komt met mensen met een beperking, is het later ook vanzelfsprekender om iemand met een beperking aan te nemen. Het vergt wel een lange adem.’


Kim Putters schuift aan tafel voor het tweede voorgerecht. Terwijl de soep wordt opgediend vragen de wethouders hem hoe je kwaliteit meet. De ene bejaarde is immers blij met een uur hulp per week, terwijl de ander dat onvoldoende vindt. Oftewel: het is subjectief. Putters: ‘Wij kunnen niet zeggen: jullie presteren onder de maat. Met elkaar moeten jullie bepalen wat jullie verstaan onder kwaliteit. Ik weet: dat is ingewikkeld.’ De discussie gaat verder over de keukentafelgesprekken. Putters geeft aan dat elke gemeente daar zelf zijn eigen weg in moet vinden, want elke politieke partij zal de rol van de overheid anders zien. ‘Streef je als gemeente een bevoogdende rol na, of moeten mensen een appel doen op hun buren?’

Dat vinden sommige wethouders aan tafel maar betuttelend, maar Van den Berg vertelt dat burgers de gesprekken waarderen, ze voelen zich serieus genomen.

‘Wat is uw definitie van participatie eigenlijk?’, wil wethouder Van den Berg uit Nunspeet weten. Zelf formuleert Van den Berg het als een vraag: wat is jouw beperking om te kunnen participeren?

Putters voorspelt dat het de komende jaren veel interessanter wordt om bij een gemeente te werken dan in Den Haag. ‘De tv staat bij jullie.’ De wethouders knikken: werken bij de gemeente is zo

Probleemkinderen Aan tafel zitten veel wethouders uit kleine gemeenten. Wethouder Balk uit Waalre stelt dat gemeenten met minder dan achtduizend inwoners nauwelijks iets zelf kunnen doen. ‘Waalre werkt dan ook samen met meerdere plattelandsgemeenten, en voor wat betreft de Participatiewet zoeken we de samenwerking op met steden. Als kleine gemeente heb je misschien niet alle expertise in huis, maar je hebt wel weer als voordeel dat je alle probleemkinderen bij naam kent.’

11

gek nog niet. Dat merken ze aan de jonge trainees die ze in dienst hebben, die zijn enthousiast en verbaasd dat er zoveel gebeurt bij de gemeente. Wethouder Gelissen uit Brunssum zegt dat hij wel wat ambtenaren kan gebruiken om de WMO taak op de lange termijn goed uit te kunnen voeren. Gelissen: ‘Maar extra ambtenaren aanstellen kost geld. Geld dat de gemeenteraad liever direct uitgeeft aan thuiszorg. Het is lastig om dat te objectiveren.’ ‘Raadsleden zien door de bomen het bos niet meer’, zegt een ander. Weer een ander roept dat raadsleden zich slecht informeren. Slechte zaak, want zij moeten wel beslissen. Wethouder Evers uit Onderbanken vindt dat je dat de raden niet kunt verwijten. ‘We nemen ze zelf niet genoeg bij de hand. Als er een regionaal overleg gepland staat over de Participatiewet, dan moet je vooraf om tafel gaan met de raden om de kaders af te spreken. Nu informeren we de raad pas achteraf, als het regionaal overleg al is geweest.’


J E TTA K L I J NSM A :

‘Werk is de beste zorg’ ‘Het kabinet heeft ondanks de bezuinigingen 100 miljoen euro extra geïnvesteerd in armoedebestrijding. De gemeenten hebben geen specifieke uitkering gekregen, maar mogen zelf beslissen hoe zij dat geld in hun gemeente besteden. Mijn devies: werk is de beste zorg. Ik ben van de Participatiewet. Bij fysieke beperkingen gaat het goed: mensen die slecht ter been zijn, komen prima aan de bak. Bij zintuiglijke of licht verstandelijke beperkingen valt er vaak ook nog een mouw aan te passen. Een groter probleem vormen de mensen met een psychische of psychiatrische aandoening. Aan hen kun je het niet zien, maar ze leven met een groot probleem. Zij komen moeilijk aan de bak. Terwijl werken voor hen vaak écht een medicijn is. Als ze een stekkie hebben, voelen ze zich meteen een stuk beter. Werk en zorg liggen in elkaars verlengde. Als je een baan hebt, is het leven veel eenvoudiger, dan wanneer je werkloos bent. Doen bedrijven voldoende om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te helpen? En wat doet de gemeente? Als bedrijven niet over de brug komen met arbeidsplaatsen, dan moet ik de Quotumwet uit het Sociaal Akkoord hanteren. Laten we er met zijn allen voor zorgen, dat het zover niet hoeft te komen.’

‘Poppelepeetje, wat hebben jullie toch een mooi vak’, spreekt staatssecretaris Klijnsma, waarna ze bevlogen van wal steekt. ‘Interactie met burgers, daar gaat het over. Het gaat over mensen, die door jullie geschraagd moeten worden zodat ze kunnen meedoen. Het zal jullie vast overkomen, dat je tijdens het spreekuur iemand ziet en denkt: als mij dit zou overkomen, zou ik ook aan lager wal raken. Het Leidmotief van dit kabinet is dat we oprecht geloven in de gedecentraliseerde eenheidsstaat. Jullie kunnen veel beter dan in Den Haag redeneren welke hulp iemand nodig heeft. Ik word er warm van als ik zie hoe jullie popelen om dat verder uit te dragen. Desespereer niet, ga vrolijk door. Zorg ervoor dat wij geen reden hebben om te denken dat het een puinhoop wordt. Er mag best eens iets mis gaan. Aan het einde van de rit zijn mensen beter af met het concrete van de gemeente dan met het abstracte van de rijksoverheid.’

12


Bernard ter Haar, DG Participatie en Inkomensondersteuning van het Ministerie SZW, schuift aan voor het hoofdgerecht. Aan tafel gaat de discussie over de Quotumwet, die vooral een beroep doet op grote werkgevers. Wethouder Gelissen uit Brunssum vraagt zich af hoe het moet in zijn regio, waar weinig grote bedrijven zijn, maar vooral MKB. En veel wwb-ers. Zijn collega, wethouder Jansen, vertelt dat werklozen eerst verplicht vier weken moeten solliciteren, voordat ze de wwb kunnen aanvragen. Jansen: ‘Dat werkt, veel mensen vinden toch een baan.’ Toch zitten er ongeveer honderd wwb-ers in het Mensontwikkelbedrijf dat de gemeente Brunssum opzette. Verbazing bij de andere wethouders. Zoveel? Jansen: ‘Het is de bedoeling dat zij in maximaal twee jaar tijd uitstromen naar een betaalde baan bij een hoveniers- of schoonmaakbedrijf. Ik probeer nog een breder pakket aan te bieden, zoals een strijkservice.’


‘Ga met elkaar in gesprek’


‘We moeten doorgaan’ Voordat het toetje op tafel komt, sluiten Jorritsma en Plasterk het diner af. Jorritsma: ‘Er zijn 403 gemeenten. Hoe voorkomen we dat we alle 403 het wiel opnieuw moeten uitvinden? De best practices willen we toegankelijk maken. Dé methode is: ga met elkaar in gesprek. Gezond verstand is nog belangrijker. Ook beleidsambtenaren hebben grote behoefte om ervaringen uit te wisselen. Bij raadsleden proefde ik vanavond de grootste onzekerheid. Mensen, denk om die Raad! Betrek zowel de coalitie als de oppositie bij het proces. De verschillen tussen politieke partijen komen later wel tot uiting. Mensen moeten weten waar ze terecht kunnen. En mensen die nu zorg krijgen, moeten weten waar ze aan toe zijn. Mensen mogen niet tussen wal en schip vallen.’

Plasterk zegt het enthousiasme van de wethouders op te merken: ‘Ik proef bij jullie de houding van: laat ons dit nou maar doen. Het is een traject, zal heus wel eens wat mis gaan. Wat er ook in politiek Den Haag gebeurt, we moeten doorgaan. We hebben overwogen om een toetsmoment in te bouwen, maar gemeenten willen weten waar ze aan toe zijn. Het is dan ook beter om nu door te gaan. Plasterk heeft nog een nieuwtje: in samenspraak met de VNG wordt er een transitiecommissie aangesteld. Tot slot roept de minister op om de ruimte te zoeken. ‘Heeft u toch veel last van regeltjes, zoek dan de marge op. Ga er relaxed mee om.’

15


Ook raadsleden bereiden zich voor op de 3 D’s Tijdens De Decentralisaties Dag volgden raadsleden in de avonduren hun eigen programma. Maar liefst 250 volksvertegenwoordigers hadden op 28 mei de weg naar Den Bosch gevonden. Heikele onderwerpen: de information overload, regionale samenwerking én lastige gesprekken bij de slager. De gemeenteraadsleden waren verdeeld over 26 ronde tafels. Daar spraken zij met elkaar en ook, eventjes, met topbestuurders van de VNG en bewindslieden. Zo raadde minister Plasterk de raadsleden aan om zich niet blind te staren op 1 januari 2015. “Dan begint het pas.” Hij bereidde de raadsleden voor op een overgangsfase die jaren kan duren. “Het Rijk moeten leren loslaten, maar we moeten niet zeggen: hier heb je de hele handel, bekijk het maar. We moeten ook, in goede samenspraak, een vinger aan de pols houden.” Als iets duidelijk werd, dan is het wel dat raadsleden er niet alleen voor staan. Namens de VNG verzekerde Annemarie Jorritsma er alles aan te doen om raadsleden ‘snel op vlieghoogte’ te brengen. Staatssecretaris Van Rijn pleitte voor een platform waar raadsleden best practices kunnen delen. Jantine Kriens, voorzitter van de directieraad van de VNG, beloofde de beschikbare media en instrumenten nog eens kritisch tegen het licht te houden.

Détente rond 3D’s En zoals er saamhorigheid neerdaalde vanuit het ‘gevende’ Rijk naar de ‘ontvangende’ gemeente, zo klonk ook herhaaldelijk een pleidooi voor harmonie tussen gemeentebestuur en gemeenteraad. Spreker Frank Rozenberg, als raadslid voor een lokale partij in Voorburg net benoemd tot wethouder,

16

riep op tot een politiek détente rond de 3D’s. “Ga geen robbertjes politiek uitvechten. Er zullen fouten worden gemaakt. Die schrijnende situaties komen. Hoe ga je daarmee om? Bent u olie op het vuur of pakt u het samen met elkaar verantwoordelijk op?” Ook andere sprekers sloten zich bij die boodschap aan. Daarnaast was een vaak benoemde kwestie de information overload die op raadsleden afkomt. Raadslid Marieke Witzel uit de gemeente West Maas en Waal gaf haar collega’s nuttige tips


en relativeerde. “Vooral tegen nieuwe raadsleden wil ik zeggen: gun jezelf de tijd. Neem het jezelf niet kwalijk dat je het niet allemaal weet.”

Put dempen Een opvallend geluid liet hoogleraar Ira Helsloot horen. De expert in veiligheidsdenken waarschuwde voor overreacties na incidenten. “Na elk incident hebben we de neiging om te zeggen: dit nooit weer. ‘Die put gaan we dempen!’ Maar de wereld is een gatenkaas van putten waar kalveren in verdrinken. Het dempen van die ene put is zinloos.” Helsloot kreeg veel bijval van het publiek. Een raadslid vanuit de zaal: “We moeten er aan wennen dat het af en toe ‘Enschede’ is.”

‘Rolzuiver’ Tenslotte was er veel aandacht voor het fenomeen rolzuiverheid. Want het gevaar voor een raadslid schuilt erin dat hij de komende tijd op verkeerde stoelen gaat zitten. Een humoristische simulatie van ‘moeilijke gesprekken bij de slager’ versterkte dat idee. In toneelstukjes rond het fictieve raadslid Jack bootsten ‘verander-acteurs’ van Het Consulaat na hoe raadsleden wél en niet kunnen reageren op lastige vragen van burgers. Jack: “De zaak met het PGB zit zo, dat het geld nu gere-alloceerd wordt voor andere doeleinden.” Bezorgde moeder: “Gerealloceerd? U bent er toch voor ons? Ik heb op u gestemd!” Raadsleden in de zaal konden suggesties doen voor verbetering die

17

vervolgens live werden uitgespeeld. Spelenderwijs kwamen de deelnemers erachter wat werkt en wat minder goed werkt. Zo bleek de genoemde rolzuiverheid belangrijk. Een raadslid moet niet op de stoel van de wethouder, ambtenaar of hulpverlener gaan zitten.


Inspiratie en informatie in dagprogramma voor beleidsambtenaren Decentraliseren is niet per se makkelijk, maar op vele plaatsen in het land werken mensen hard om er een succes van te maken. Die boodschap bleef hangen na het dagprogramma op de Decentralisaties Dag. Meer dan duizend beleidsambtenaren, dienstverleners in de vakgebieden werk, zorg en jeugd, rijksambtenaren en gemeenteraadsleden lieten zich inspireren en informeren. De bezoekers woonden allemaal een centrale inspiratiesessie bij, keken aan de hand van acteurs mee aan de keukentafel, wisselden aan ronde tafels ervaringen en best practices uit en konden in twee ronden kiezen uit 31 presentaties over aan de werk, zorg en jeugd gelieerde onderwerpen. In de inspiratiesessie gaat het over kansen en mogelijkheden om de decentralisaties te laten slagen. Dat het niet makkelijk is en dat er nog veel onzekerheid is op verschillende niveaus gaan de presentatoren en sprekers niet uit de weg. Maar cultuurpsycholoog, oud Eerste-Kamerlid en co-presentator Jos van der Lans laat zich in de inspiratiesessie niet voor niets een optimist noemen. “Nu is er een kans om eindelijk iets te doen aan de bureaucratie van de verzorgingsstaat �, stelt hij. Trendwatcher Philip Idenburg doet in de sessie uit de doeken dat de overheid een enorme transformatie staat te wachten: van de top-down geregelde verzorgingsstaat werd de overheid al meer toezichthouder in de periode van marktwerking in de jaren ’90 van de vorige eeuw. De decentralisaties kunnen alleen slagen, betoogde Idenburg, wanneer overheid en burger erin slagen om duurzaam als partners samen te werken. De mate waarin die transformatie lukt,

18

bepaalt volgens Idenburg het slagen van de decentralisaties. Als snapte hij best dat de aandacht van gemeenten en Rijk nu vooral uitgaan naar de transitie, naar het overdragen van regels en budgetten.

Inspiratie uit het land Aan de keukentafel op het podium kwamen daarna inspirerende voorbeelden uit het hele land voorbij die tonen dat de decentralisaties kunnen slagen. Zo schrapte de Drentse gemeente Noordenveld onnodige processen uit de Wmo-dienstverlening. De klanttevredenheid ging omhoog, het aantal aanvragen dat wacht op behandeling drastisch omlaag en de antwoordpe-


oog voor wie we het doen. Het gaat om de burgers”, stelt een ronde-tafelvoorzitter. “In tijden van onzekerheid en verandering hebben organisaties de neiging zich naar binnen te keren. Maar het is de bedoeling om de burger te blijven informeren en ondersteunen.”

riode is gemiddeld twee weken, terwijl zes weken is toegestaan. “Laat de decentralisatie maar komen”, blaakte Greta Hoving uit de noordelijke gemeente van het zelfvertrouwen. Verpleegkundige Emile de Roy van Zuydewijn richtte in 2005 zijn eigen thuiszorgorganisatie op in Amsterdam. Hij bedacht de wijkverpleeghulp, iemand die cliënten meerdere soorten persoonlijke zorg biedt, zodat er niet dagelijks zeven verschillende mensen over de vloer komen, bij wijze van spreken. Inmiddels heeft emile.nu vijf teams van zorgverleners en ‘poetshulpen’ actief in Amsterdam. Doordat de teams uit studenten bestaan, is de zorg niet alleen persoonlijk, maar ook nog goedkoop.

Blik op de keukentafel In nagespeelde cases kwamen alle ambtenaren in aanraking met de werkelijkheid van de keukentafel. Nou ja, werkelijkheid: acteurs speelden

waargebeurde cases na achter de voordeuren van het 3D Dorp. Want regels bedenken en uitvoeren op het stadhuis moet gebeuren, maar wat zeg je precies als je aan de keukentafel zit tegenover een mens van vlees en bloed? Belangrijkste les/tip uit de cases: vraag ook naar zaken die je niet hoort maar wel ziet, want zonder dat ‘kader’ te kennen, is de kans op een geslaagd resultaat erg klein.

Uitwisselen Aan ronde tafels ontmoetten de congresgangers elkaar om geconcentreerd concrete ervaringen en tips uit te wisselen. Een greep uit de gehoorde adviezen: ga in een gemeente na welke vormen van hulp en zorg al worden geboden, bijvoorbeeld door de kerk. Sluit daarbij aan, dat is beter en efficiënter dan dezelfde hulp vanuit de gemeente te organiseren. En misschien een voor de hand liggende: “Verlies niet uit het

19

In 31 verschillende presentaties kwamen zeer uiteenlopende aspecten van de komende decentralisaties nog een aan de orde. ‘Hoe ga je om met de gemeenteraad’ was een onderwerp, ‘De rol van de wijkverpleegkundige in sociale teams’ kwam aan de orde, er was aandacht voor de ‘Top 10 valkuilen van transitiemanagement’, maar het ging ook over de decentralisaties in relatie tot mensenrechtenverplichtingen.

Beginnen Pas toen VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma, minister Ronald Plasterk, staatssecretaris Martin van Rijn en topambtenaar Bernard ter Haar aan het eind van het dagprogramma op het podium verschenen, bleek dat de decentralisaties wat gemeenten betreft nog niet helemaal in kannen en kruiken zijn. Een vraag aan minister Plasterk luidde wat hij van plan was te doen met het advies van de Algemene Rekenkamer om een time-outmoment in te bouwen. Daar voelt Plasterk niets voor. “We houden voortdurend de vinger aan de pols, niet op één peilmoment in het najaar”, antwoordde hij. “En op 1 januari is het natuurlijk niet klaar, dan gaat het pas beginnen.”


En, nog iets opgestoken? Hoe kijken de wethouders terug op het diner? s, Lea van der Tuin-Kuiper edde ingw Bell te een gem der wethou (CDA)

Rob Christenhusz, wethouder gemeente Old enzaal (Werknemers Groepering )

‘Met nog meer energie aan de slag’

‘Ik wacht met spanning op de meicirculaire’

‘Boeiend en inspirerend was het. Ik ga nu met nog meer energie aan de slag. Goed om te horen dat we allemaal het beste willen voor onze cliënten. Ik ben benieuwd naar de best practices. Verrassend vond ik het om te merken dat Bellingwolde een van de weinige gemeenten is die precies weet wat er achter welke voordeur gebeurt. We hadden het geluk iemand te vinden die de mensen kent en handig is met ICT. De komende tijd gaan we een groot beroep doen op de inwoners. Bij ons noemen we dat noaberschap.’

‘Ik moest eerder weg bij het diner, maar ik heb overdag tijdens de Decentralisaties Dag wel verschillende werksessies bijgewoond. Interessant, maar ik kreeg niet echt de gelegenheid om mijn zorgen te uiten. Ik wacht met spanning op de meicirculaire, dan hebben we eindelijk duidelijkheid over ons budget.’

Bram Jacobs, wethouder gemeente Bee

Margriet Jongerius, cht wethouder gemeente Utre (Groen Links)

(CDA)

sel

‘Goed om te vergelijken met andere gemeente’

‘Gedeelde zorgen over demente bejaarden’

‘Ik zat naast een wethouder uit een gemeente met een vergelijkbaar inwoneraantal. Dat biedt meteen een goede vergelijking. Belangrijk vond ik het appèl van staatssecretaris Klijnsma om ook stakeholders mee te nemen. Ik heb veel energie en inspiratie opgedaan om te blijven investeren en in te zetten op de transformatie opgave. Aan tafel bleek wel dat iedere gemeente hier op lokale wijze invulling aan geeft. De kracht van kleinschalige, voor de burgers herkenbare initiatieven, is essentieel om de transformatie succesvol te realiseren. Wat ik overdag tijdens het congres verhelderend vond, was de concept training over gesprekstechnieken, om aan de slag te kunnen met de keukentafelgesprekken.’

‘Fijn om te merken dat mijn zorgen gedeeld worden. Aan mijn tafel maakten we ons zorgen over demente bejaarden in zorgzwaartegroep 3, die nog wel thuis wonen maar onvoorspelbare momenten kennen. Hoe zorg je ervoor dat er geen ongelukken gebeuren? Ik heb vanavond gehoord dat we niet 40 procent moeten bezuinigen op huishoudelijke hulp, maar ‘slechts’ 32 procent. Wat de frictiekosten betreft: het ministerie van VWS blijft volhouden dat zij het geld niet hebben. Maar wij ook niet. We moeten samen kijken hoe we de arbeidsplaatsen zo kunnen afbouwen dat er geen grote frictiekosten komen.’

20


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.