3 minute read
ooh, oman!
Vrouwvriendelijk, veilig en nog niet platgewalst door toeristen. Meridian Travel reist af naar Oman en ervaart de mystieke schoonheid van oases, berglandschappen en woestijn. Een bestemming die op niemands bucketlist zou misstaan. TEKST
Openingsfoto Op pad in Wadi Shab Linkerpagina van boven naar beneden De heren van de Canvas Club bereiden het ontbijt voor na een nacht in de woestijn Al Sharqiya Sands; Een kameel in Al Sharqiya Sands
Het wemelt van mannen in witte gewaden en platte mutsen in de aankomsthal van Muscat International Airport. Ze houden kartonnen bordjes omhoog met sierlijke Arabische tekens en buitenlandse namen, waartussen ik die van mij probeer te ontdekken. Buiten ronken motoren van wachtende auto’s en taxi’s, af en toe een waait een vlaag warme wind door de opengaande schuifdeuren. Ik ben opgetogen, zin om een nieuw avontuur in te duiken, en als ik de neven Hamid en Almundhir Al Zakwani zie staan met hun vriendelijke ogen boven gesoigneerde baarden, weet ik dat het goed zit. Zij zullen mij de komende dagen hun land laten zien, proeven, voelen en ruiken.
Oman ligt op het Arabische Schiereiland in het Midden-Oosten en grenst aan de Verenigde Arabische Emiraten, Saoedi-Arabië en Jemen. Met meer dan 3000 kilometer kustlijn tikt Oman de Arabische Zee, de Golf van Oman en de Golf van Aden aan. De drie miljoen inwoners zijn Arabieren, Bedoeïnen (nomaden) en Jebels (bergvolk). Onderweg naar mijn hotel duikt langs de goed onderhouden driebaanswegen steeds het portret op van ‘his majesty’, zoals Hamid en Almundhir hun vorige sultan Qaboos bin Said steevast noemen. “Hij legde deze mooie driebaanswegen aan, zorgde voor onderwijs voor elk kind en zette politiebureaus op in het hele land. Daar kan iedereen ook terecht voor paspoorten en geboortecertificaten, zodat ook de armere mensen daarvoor niet helemaal naar Muscat af hoeven te reizen. Vrouwen krijgen in Oman gelijke kansen als mannen, worden evenveel betaald en hebben goede banen. Ja, his majesty zorgde goed voor zijn volk”, vinden ze. Zijn opvolger sinds 2020, neef sultan Haitham bin Tariq, kan hem moeilijk evenaren. “Al doet hij het niet slecht”, aldus de twee tevreden neven.
‘Rechtervoet eerst’
De Sultan Qaboos moskee, is de grootste van Oman. Het is dé publiekstrekker van Muscat en ook een van de weinige moskeeën die toegankelijk is voor nietmoslims. Gehuld in broek tot over de enkels, lange mouwen en een hoofddoek wandel ik met Hamid en Almundhir over witmarmeren tegels naar de entree langs een strak aangelegde tuin vol bloemen en palmbomen. De schoenen gaan uit. “Rechtervoet eerst”, corrigeert Hamid me bij de drempel. Hij komt hier vaak om te bidden. Binnen valt mijn mond open van verba- zing. De ruimte is van top tot teen versierd met glinsterende mozaïektegels. Onder een gigantische centrale koepel hangt een Swarovski kristallen kroonluchter van 14 meter lang en 8 ton zwaar. Op de vloer ligt het op één na grootste Perzische tapijt ter wereld van 70 bij 60 meter. En dan te bedenken dat hier 20.000 man kan samenkomen voor gebed, met in de ruimte ernaast nog eens 900 vrouwen. Zie dan maar eens niét in hogere sferen te komen. Gelovig of niet.
Muttrah Souq
Als de avond valt en het koeler wordt, wandelen we langs de boulevard in het historische gedeelte van Muscat, Muttrah genaamd. We duiken via een van de zijstraten de Muttrah souq in, een wirwar van steegjes met kleine winkels volgestampt met lampen, sieraden, kruiden en kleding. Overal kringelt frankincense omhoog, een wierrook van hars dat van oudsher werd gebruikt voor gebeden en rituelen. Luidruchtige verkopers proberen me hun winkeltje binnen te lokken. “Dat zijn geen Omani”, zegt Almundhir lichtelijk geërgerd, terwijl hij mij een andere kant op dirigeert. “Die schreeuwen niet en zijn niet opdringerig. Dat past ons niet.” Ik koop een zijden sjaal bij een rustige oude heer voordat we teruglopen naar de haven ter afsluiting van de dag. Het is een mooi gezicht, de luxe schepen en houten dhows, de krommende boulevard met haar lichtjes en de witte gebouwen en bergen erachter.
Big business
Op twee uur rijden van Muscat ligt Nizwa, omgeven door palmbomen en bergen. Ooit was dit de hoofdstad van Oman. Nizwa is bekend om haar ondergrondse viaduct, De Falaj Daris, de oude stadsmuren en het Nizwa Fort. De nacht heb ik doorgebracht in het Antique Inn, een oud fort uit de 17e eeuw dat enkele jaren terug is omgebouwd tot charmant hotel met zandstenen booggangen, wandtapijten en een dakterras met prachtig uitzicht. De zon legt een gouden gloed over de stad. Ik ben vroeg opgestaan om in het centrum de wekelijkse geitenmarkt op vrijdagochtend bij te wonen. Als ik aankom is het er al een drukte van belang. Zodra het startsein wordt gegeven begint het geschreeuw en lopen handelaren rondjes om een podium en showen hun geiten. Af en toe staan ze stil bij een geïnteresseerde die de tanden van de geit inspecteert, even op de vacht klopt en de staart omhooghoudt. Dat het big business is, blijkt wel uit de bedragen die een