3 minute read

Column Marc Bentinck

De Bundeswehr na Merkel

Op 26 september kiest Duitsland een nieuw parlement – en verlaat bondskanselier Angela Merkel na zestien jaar de Duitse politiek. Merkel – die bondskanselier Kohl destijds nog Das Mädchen noemde – laat haar opvolger een Duitsland na dat binnen de EU ongetwijfeld het meeste gewicht in de schaal legt. Duitslands onbetwiste leiderschap op economisch gebied en zijn zware politieke stem binnen de EU en daarbuiten gelden evenwel niet op het gebied van veiligheid en defensie – thema’s die Merkel systematisch wist te ontwijken gedurende haar opeenvolgende kanselierschappen. De gevolgen van Merkels non-leiderschap op dit gebied zijn dan ook patent. Naar algemeen oordeel is de Bundeswehr inmiddels uitgehold tot een onder-bemenste, onder-uitgeruste en ondergefinancierde krijgsmacht, die de verdediging van nationaal en bondgenootschappelijk grondgebied – haar primaire taak – niet meer goed aan kan. En bij haar inzet out-of-area (onder meer in Afghanistan) mag de Bundeswehr van de Duitse politiek doorgaans niet, of slechts onder strikte voorwaarden, in het hogere deel van het geweldsspectrum opereren. Dit militair wegglijden kan de NAVO zich niet permitteren. Het Duitse grondgebied vormt nu eenmaal een cruciaal achterland bij het bondgenootschappelijk weerstaan van Russische agressie tegen een Baltische staat – momenteel het meest waarschijnlijke scenario voor een toekomstige, beperkte conventionele oorlog in Europa. De zorgen over de Bundeswehr zijn binnenskamers in het NAVO-hoofdkwartier, Washington, Londen en Parijs dan ook zeer reëel. Of diezelfde zorgen ook in Den Haag leven, is onduidelijk. Juist ook Nederland zou zich de verwaarlozing van de Bundeswehr moeten aantrekken. Dankbaar gebruikmakend van het Duitse framework nationconcept dat in 2014 werd aangenomen bij de NAVO, hebben wij destijds twee van onze drie brigades bij Duitse divisies ondergebracht. Daarmee konden wij in weerwil van even kortzichtige als straffe bezuinigingen de drie brigade-structuur van de Koninklijke Landmacht in stand houden. En om op legerkorpsniveau te kunnen blijven optreden, is de landmacht aangewezen op het Duits-Nederlandse legerkorps in Münster. De bedroevende operationele inzetbaarheid van beide krijgsmachten staat dan in schril contrast tot hetgeen Berlijn en Den Haag als voorbeelden van toekomstgerichte Europese defensiesamenwerking in Brussel presenteren. Intussen moet de liberale internationale orde dringend worden verdedigd tegen totalitair Chinees expansionisme én tegen Russisch revanchisme. Door in het Europese theater een groter deel van de bondgenootschappelijke defensielast over te nemen, kan Europa de VS tot op zekere hoogte vrijspelen om in Azië de groeiende Chinese militaire dreiging op te vangen. De Europese NAVO-leden zullen met andere woorden een groter aandeel in de bondgenootschappelijke afschrikking, en zo nodig bestrijding, van de Russische militaire dreiging op zich moeten nemen. Het gaat hier om een harde wake-up call, waarop de Europanen verschillend reageren. Militair gesproken voeren de meesten hun defensie-inspanningen weliswaar weer op, onder druk van de nieuwe, harde geopolitieke realiteiten. Toch halen van alle 27 Europese NAVO-bondgenoten maar tien de gezamenlijk overeengekomen norm voor de hoogte van de defensie-uitgaven, te weten 2% van het bruto binnenlands product in 2025. Duitsland staat nog ver af van die 2%-doelstelling: in 2020 besteedde het 1,56 % aan defensie. Met dat laatste stelt Duitsland zich bloot aan beschuldigingen van free rider-gedrag – gedrag dat pijnlijk contrasteert met de leidende rol die het land anderszins in Europa en daarbuiten speelt. Welke regeringscoalitie straks ook aantreedt in Berlijn, zij zal Merkels struisvogelpolitiek op defensiegebied niet veel langer kunnen voortzetten. Immers, door na de conflictueuze Trump-jaren de relatie met Duitsland terecht weer centraal te stellen, confronteert de Biden-administratie de Duitsers óók met de verwachtingen die op hen rusten. En met hun toegeven in de omstreden Russische gaspijpleidingkwestie – voor Washington beslist geen gemakkelijke concessie – voeren de Amerikanen de druk op Duitsland verder op om in de toekomst strategische en morele overwegingen zo nodig te laten prevaleren boven commerciële belangen. Wil Duitsland post-Merkel zijn veiligheids- en defensiebeleid overtuigend herijken, dan zal het allereerst de Bundeswehr willen retoolen en sterker profileren als een legitiem instrument ter bevordering van (bondgenootschappelijke) strategische doelstellingen. Daarvoor zal, nog belangrijker, vanuit de Duitse politiek een mentale omslag moeten worden gemaakt – weg van het naar onmachtig pacifisme neigende Äquidistanz-denken. Bij dat laatste wordt voor Duitsland/Europa feitelijk een soort middenkoers tussen de VS en China/Rusland bepleit. In plaats daarvan zouden Merkels opvolgers werk moeten zien te maken van consequentere naleving van een geostrategisch én moreel imperatief uit de Koude Oorlog dat niets van zijn gelding heeft verloren: de Westbindung van Duitsland.

Advertisement

MARC BENTINCK

This article is from: