3 minute read
Column Marc Bentinck
Grensoverschrijdend
Dat Poetins Rusland ‘grensoverschrijdend’ optreedt wisten wij al sinds de korte oorlog met Georgië in 2008, gevolgd door de bezetting van de Krim in 2014 en de daaropvolgende destabilisatie van Oost-Oekraïne via ‘separatisten’. Maar met de vooropgezette, frontale aanval op Oekraïne vanaf 23 februari, ingeluid door het binnentrekken van Russische ‘vredestroepen’ in Oost-Oekraïne, heeft Poetin niet alleen de Oekraïense grens opnieuw geschonden, maar vooral ook zijn eigen Rubicon overschreden. Tegen alle regels van het internationale en humanitaire recht in en tot afgrijzen van de internationale gemeenschap, wordt op uitermate bloedige wijze op 1500 km van Brussel een vrije en soevereine Europese natie verkracht. De gevolgen van deze internationaal breed veroordeelde vlucht naar voren zullen Poetin, zijn entourage en Rusland zelf moeten dragen. Op het moment van schrijven stuiten de Russische invasietroepen nog altijd op taai Oekraïens verzet. Hun hoofddoel blijft het onthoofden van de Oekraïense leiding en deze te vervangen door een marionettenregering. Daarmee zijn de dagen dat in Europa rauwe machtspolitiek werd bedreven volop terug van weggeweest: voor het westen een reality check van existentiële orde. Ontnuchterend is hoe de VS ondanks hun goed georganiseerde crisisdiplomatie Poetin niet hebben kunnen weerhouden van agressie. Ook Macron, als EU-voorzitter van dienst, mag met al zijn inpraten op Poetin voorlopig terugzien op een uitermate frustrerende ervaring. Kortom, het destructieve optreden van neigbourhood bully Rusland heeft de Europeanen, en Duitsland in het bijzonder, ruw doen ontwaken uit de misvatting dat met Poetin uiteindelijk te leven viel. Hier wordt een niet-NAVO-lid gewurgd dat het Westen sinds zijn onafhankelijkheid niettemin dicht aan de borst heeft gehouden. Daarmee is het ook meteen een hoofdprijs die voor Rusland te winnen valt bij de systematische herovering van zijn ‘nabije buitenland’. En een brute onderwerping van Oekraïne zal niet halthouden bij de oostgrenzen van de NAVO. Gedreven door zijn paranoïde omsingelingscomplex, heeft Poetin al aangegeven de kring van mogelijke bedreigingen wijder te willen trekken. Daarmee worden de Baltische landen en Polen straks de nieuwe frontlijnstaten. Rusland en Oekraïne zouden een principeakkoord over het instellen van vluchtelingencorridors hebben bereikt. Een staakt-het-vuren blijft evenwel nog uit. Duidelijk is dat de Europese veiligheidsorde op drift is geraakt. Stabiliserende diplomatie lijkt even uitgespeeld, nu Poetin eerdere gesprekken vooral gebruikte om het Westen te misleiden. Eén vaardigheid uit de Koude Oorlog zullen westerse politici en diplomaten opnieuw moeten leren: de omgang met mensen van het kaliber Poetin, waarbij eigen kracht en koelbloedigheid wél helpen, en jammerend demoniseren níet. Voor nu is het Westen aangewezen op het sanctiewapen én op militaire afschrikking. Het eerste instrument wordt inmiddels volop ingezet. Het tweede instrument zal veel verder moeten gaan dan de inmiddels genomen crisismaatregelen zoals het inzetten van delen van de NATO Response Force. Er zullen Amerikaanse tankbrigades permanent in Polen moeten worden gelegerd – zoals Warschau al jaren vraagt – en additionele Amerikaanse luchtmacht-squadrons naar Europa overgevlogen. Maar bovenal staan wij Europeanen nu voor niets minder dan de grondige wederopbouw van onze volstrekt verschrompelde krijgsmachten – een dwingende opdracht, met name ook aan de Nederlandse politiek. Tot dusver heeft een saamhorig Westen, met de internationale gemeenschap aan zijn zijde, Poetins uitdaging slagvaardig tegemoet kunnen treden. Opmerkelijk is hoe snel Europeanen en Amerikanen, naadloos samenwerkend via EU, NAVO en VN, elkaar hebben weten te vinden in een breed opgezet verzet tegen Russische agressie. Ronduit spectaculair is de radicale koerswijziging van het vanouds Russlandverstehende Duitsland (opschorting van de gaspijpleiding Nord Stream 2, wapenleveranties aan Oekraïne, drastische opvoering van de defensie-uitgaven). Geopperd wordt dat juist het shockeffect van deze ongekende confrontatie met Poetins Rusland een heuse Europese defensie versneld op gang zal brengen. Dat zal dan niet ten koste mogen gaan van westelijke saamhorigheid. Zeker in het licht van Poetins nauwelijks verholen, uitzinnige nucleaire chantagepogingen, moeten de transatlantische bondgenoten het meer dan ooit hebben van de – metterdaad beleden – ondeelbaarheid van hun veiligheid. Voor de Noord-Atlantische Raad blijft daarbij een centrale consultatie- en aansturingsrol weggelegd. Met aldus volgehouden, besluitvaardige éénsgezindheid zal het Westen Ruslands demonen uit een onverwerkt verleden moeten kunnen managen. Totdat, op een dag, de Russische burgers zelf Poetins doodlopende onderdrukking van zich zullen afschudden, in het besef dat Rusland ‘óf een imperiale macht óf een democratie kan zijn, maar niet beide tegelijkertijd’ (Brzezinski).
Advertisement