Kav i aar en d e
M
s aa
GETIJDEN PARK R IJNHAVEN
DEEL
1
HOOFDSTRUCTUUR
INHOUDSOPGAVE
INZICHT IN DE RUIMTELIJKE HOOFDSTRUCTUUR VAN HET GEBIED MET EEN TOELICHTING OP ZONERING, GEBRUIK EN FUNCTIONEREN VAN HET GEBIED, WAARBIJ WORDT INGEGAAN OP HET ATTRACTIEVE, OPENBARE EN DYNAMISCHE KARAKTER VAN HET GEBIED. 3
BESCHRIJVING VAN HET BEOOGDE PROGRAMMA EN DE LOGICA VAN DIT PROGRAMMA VOOR DE RIJNHAVEN: UNICITEIT, VERSTERKING VOOR BESTAANDE PROGRAMMA’S EN DE IMPULS AAN DELTA INNOVATIE
10 13
PROJECTOVERZICHT
2
INZICHT IN DE RUIMTELIJKE HOOFDSTRUCTUUR VAN HET GEBIED MET EEN TOELICHTING OP ZONERING, GEBRUIK EN FUNCTIONEREN VAN HET GEBIED, WAARBIJ WORDT INGEGAAN OP HET ATTRACTIEVE, OPENBARE EN DYNAMISCHE KARAKTER VAN HET GEBIED. KAART HOOFDSTRUCTUUR 1:1000
Kaart met een weergave in schaal 1:1000 is opgenomen bij de bijlage afbeeldingen van dit document.
De Rijnhaven krijgt in de toekomst, samen met de drie omliggende wijken, een nog grotere internationale aantrekkingskracht. Het wordt een plek waar de relatie zichtbaar wordt tussen mondiale ontwikkelingen, zoals de toenemende urbanisatie en de stijgende waterspiegel, en het leven in de deltasteden. Het Getijdenpark Rijnhaven wordt een plek waar water en land verbonden worden, een plek waar werelden zullen samenkomen. Deze nieuwe plek zal de positie van Rotterdam als voorbeeld van een toekomstige deltastad versterken.
3
De ruimtelijke hoofdstructuur van het ontwerp voor de Rijnhaven bestaat uit drie onderdelen: het getijdenpark, de ontsluitende infrastructuur en het smart grid. Het getijdenpark vormt het fundament van het ontwerp. Het getijdenpark wordt gevormd door drie verschillende eilanden, die bij vloed ontstaan. Aan twee eilanden worden de functies wonen (living) en recreëren (hospitality) toegevoegd. Het derde eiland noemen wij ‘splended isolation’, een plek die openbaar is, maar waar je één bent met natuur en water zonder overige functies. De ontsluitende infrastructuur bestaat uit steigers, die samen met de eilanden, een looppad over het water vormen. Het laatste onderdeel van de structuur is het smart grid. Het grid koppelt de eilanden (vlakken), infrastructuur (lijnen) en bouwwerken (punten) aan een vierde element, de stromen. Fysiek wordt het grid geïntegreerd met het getijdenpark en de ontsluitingsstructuur. TOELICHTING ZONERING In het Getijdenpark Rijnhaven zijn verschillende zones te herkennen. Zo herkennen we de Posthumalaan als belangrijke toegangspoort tot de Rijnhaven. Hier is het Parkgebouw gepositioneerd van waaruit mensen het gebied kunnen verkennen. Het Parkgebouw bevat een parkeervoorziening, appartementen, commerciële- en horeca voorzieningen en vormt een bruisende entree van het gebied. Verderop liggen het getijden-zwembad en zijn diverse energie-elementen geplaatst, die de energiestromen in de Rijnhaven zichtbaar maken. De 3 eilanden, zoals hierboven kort beschreven vormen de andere, meer ecologische zones in de Rijnhaven. De eilanden zijn echte eilanden, maar dan midden in de stad. Hierdoor ontstaat een getijdenpark dat voor menig stadsbewoner een bijzondere ervaring zal zijn en dat tevens een simulatiemodel is van leven met de natuur en de klimaatverandering. De gebruiker staat dichtbij de natuur, op en onder het water. Deze ervaring hebben wij in 3 verschillende eilandtypes weergegeven. De verschillende programmaonderdelen op de kaden en de eilanden zijn nauwkeurig gepositioneerd na een schaduw- en zonstudie in de Rijnhaven. DOORSNEDE NOORD ZUID
DOORSNEDE WEST OOST
4
REFERENTIEBEELDEN GETIJDENPARK
5
REFERENTIEBEELDEN PLEINEN EN STRANDEN
6
REFERENTIEBEELDEN KADEN
7
ZICHT 1
ZICHT 2
ZICHT 3
8
TOELICHTING GEBRUIK EN FUNCTIONEREN VAN HET GEBIED De drie verschillende werelden van de Rijnhaven, met zijn gloednieuwe hoogbouw op de Wilhelminapier, het multiculturele Rotterdam Zuid en het cultureel bruisende en gemengde Katendrecht, uiten zich in drie verschillende stadssferen die zich presenteren aan de drie kades van de Rijnhaven. De Rijnhaven is het hart waarin de stadsdelen samenkomen. De herontwikkeling zorgt voor een grote openbare ruimte waar een diversiteit aan mensen elkaar tegenkomen. Het is een ruimte om te ontmoeten en een ruimte die inspireert tot innovatie. Ook de functies in het gebied dragen bij aan inspiratie en ontmoeting. Het hotel brengt internationale bezoekers naar het gebied, die nieuwe ideeën halen en brengen. Door de hospitality en de woningen is er een continue levendigheid in het gebied. Het Leerlaboratorium en de Werkplaats Rijnhaven zorgen voor de aanwezigheid van jong volwassenen, die door hun opleiding actief bij de ontwikkeling en het beheer van de Rijnhaven betrokken worden. De beleving staat centraal in het ontwerp van het Getijdenpark Rijnhaven. Gebruikers zullen overal de kwaliteit van de plek ervaren, waarbij het aanwezige water voor ruimte, continue beweging en voor een relatie met het verleden zorgt. De innovaties zijn zichtbaar in de vorm van bouwwerken, functies en voorzieningen en maken de gebruiker bewust van een nieuwe toekomst.
GEBRUIKERSSCHETS: MEVROUW LI
Mevrouw Li, werkzaam bij een groot en internationaal opererend bedrijf in Singapore, is voor een congres in Rotterdam. Ze is gister aangekomen en op advies van de congresorganisatie heeft ze een kamer geboekt in het Drijvend Hotel in de Rijnhaven. Het lijkt een goede keuze. Sinds mevrouw Li heeft ingecheckt wordt ze overrompeld door alle indrukken. Het hotel zelf alleen al is even indrukwekkend als interessant. De bijzondere architectuur in het steeds veranderende open landschap van het Getijdenpark. De eilanden die twee keer per dag groter en weer kleiner worden en het schitterende zicht op de hoogbouw op de Wilhelmina pier. Mevrouw Li is wel wat gewend in haar geboortestad, maar een dergelijk park kent Singapore nog niet. De app van het hotel toont continue haar gebruikerssporen en die van de andere hotelbezoekers. Hoeveel water ze verbruikt, hoeveel energie er wordt opgewekt en hoeveel afval haar maaltijd veroorzaakt. Na haar avondmaaltijd, die ter plekke werd geproduceerd door jonge koks, met in de Rijnhaven geproduceerd voedsel, gaat mevrouw Li naar buiten voor een wandeling. Ze loopt over van inspiratie en op haar mobiel spreekt ze het ene na het andere idee in om thuis verder uit te werken. Ze loopt over de steigers richting het restaurant aan de Posthumalaan waar ze getrokken wordt door een groepje mensen. Er groep ondernemers uit de buurt heeft afgesproken om met korte pitches elkaars plannen te delen en verder te helpen. Als ze mevrouw Li opmerken, wordt ze uitgenodigd om aan de sessie deel te nemen., De plannen variëren van de organisatie van een waterevenement tot het opzetten van een nieuwe cursus in het Leerlaboratorium. Mevrouw Li loopt laat weer terug richting haar kamer in het hotel. Het water schittert onder de lampen van de stad, de smart grid-app laat zien dat het energieverbruik de laatste uren sterk is gedaald en dat de energie die wordt opgeleverd door het stijgende water, nu wordt ingezet voor de straatverlichting. Na slechts een dag heeft mevrouw Li al een telefoon vol ideeën.
9
GEBRUIKERSSCHETS: EMMA ZIRAR
Emma Zirar zit in de trein uit Delft richting Rotterdam. Het is een mooie dag, en Emma baalt er wel een beetje van dat ze moet werken. Gelukkig werkt ze sinds kort in de Rijnhaven. Een mooiere omgeving voor een pauzerondje kan ze zich niet voorstellen. Als het weer het ook maar even toelaat, gebruikt Emma haar pauze voor een rondje hardlopen over de eilanden. Ze geniet van het schitterende uitzicht, de mensen op straat en de ruimte midden in de stad. Tijdens het rondje verandert haar zicht continue. Startend met de hoogbouw van de Wilhelmina pier, draait ze daarna haar gezicht naar de Rotterdam, om te eindigen met haar neus in de richting van de hippe Posthumalaan. Het leuke is ook dat er altijd wel iemand mee loopt. De ruimte in de Rijnhaven vraagt er om gebruikt te worden en het is dan ook altijd druk op straat. Als het erg mooi weer is, laat Emma haar hardloopschoenen thuis en duikt ze de haven in voor een paar baantjes in het Getijdenbad. s-Avonds na het werk, loopt Emma zelden direct richting de metrohalte. Regelmatig haalt ze even een kopje koffie aan de kade om samen met haar collega’s de dag nog door te praten. Meestal raken ze dan vanzelf aan de praat met een van de vele internationale bezoekers van het gebied, waardoor ze soms pas laat alsnog richting huis gaat. Gelukkig zijn er genoeg restaurants en kleine eettentjes in de buurt waar ze voor een lekkere maaltijd kan aanschuiven.
BESCHRIJVING VAN HET BEOOGDE PROGRAMMA EN DE LOGICA VAN DIT PROGRAMMA VOOR DE RIJNHAVEN: UNICITEIT, VERSTERKING VOOR BESTAANDE PROGRAMMA’S EN DE IMPULS AAN DELTA INNOVATIE
“We are the first generation to feel the impact of climate change and the last generation that can do something about it’,…” Governor Jay Inslee, Washington State 2013
Kaviaar en de Maas gaat bij de ontwikkeling van het programma uit van een adaptieve ontwikkelfilosofie: vaste ijkpunten kunnen in de loop van de tijd aangevuld worden met opties en kansen. In ons programma kiezen wij voor een drietal thema’s. THEMA 1 Getijdenpark Rijnhaven Het Getijdenpark Rijnhaven staat voor ruimte, rust, verbinden, ecologie, ontmoeten en verbazen in een klimaat adaptieve omgeving. • Ruimte: een samenspel tussen water en land geeft vorm aan een bijzondere, dynamische, spannende, publieke ruimte, midden in de stad. • Rust: een goed balans tussen de hoogbouw, diversiteit en dynamiek van de stad. Een balans in oppervlakte van natuur en bijpassende inspirerende functies. De appartementen en woningen aan de Posthumalaan zijn hier een mooi voorbeeld van. Geïntegreerd met energieopwekking, water en groen, ontstaat hier een voorbeeld van het nieuwe, energie- en waterneutrale bouwen in een open, rustgevende omgeving.
10
• Verbinden: de eilanden structuur vormt op een natuurlijke wijze de verbinding tussen de kades, en tussen de diversiteit aan mensen en gebieden. Het getij geeft dynamiek aan deze verbindingen. Soms wandel je boven het water en soms wandel je op de vaste paden die bij eb ontstaan tussen de eilanden. De verbindingen zijn onderdeel van een smart grid waar energie en stoffenstromen worden uitgewisseld. • Ecologie: de natuur boven en onder water staan met elkaar in nauwe verbinding via voeding en energie. Het creëren van bewustwording van onze ecologie door concrete functies als energie en voedsel te produceren. De voedselketen komt maximaal tot zijn recht in de omliggende horeca waar voeding uit de Rijnhaven wordt verwerkt tot gerechten. • Ontmoeten: het park nodigt uit om te genieten, te beleven, te ondergaan, uit te vinden, mee te doen, te verbazen en vooral te ontmoeten. • Verbazen: kennis over en tonen van innovaties, veranderende klimaatsystemen, ecologie en nieuwe technologieën zoals drijvend bouwen, water toepassingen en ICT toepassingen. In al onze gebouwen zullen deze thema’s worden verbonden en terugkomen. Het maximale waarin dit zal worden getoond is het iconisch, duurzaam, drijvende hotel. THEMA 2 Delta-innovatie Het programma in de Rijnhaven staat ook symbool voor het ontwikkelen van sustainable delta’s op internationale schaal. Met het programma kan de Rijnhaven oplossingsrichtingen tonen die helpen bij de uitdagingen in de wereld. Technologie, samenwerken, leven en innoveren leiden in de Rijnhaven tot een schone, duurzame wereld. Het getijdenpark en elementen gekoppeld aan het getijdenpark worden gerealiseerd samen met het Leerlab Rijnhaven, de werkplaats en de partner- en kennisclub. THEMA 3 Samen ontwikkelen Ons ontwikkelprogramma speelt in op de veranderende maatschappij. Een maatschappij waar steeds meer interactief en iteratief wordt ontwikkeld. Er wordt gebruik gemaakt van talenten binnen netwerken en lokale gemeenschappen. Samen met onze partners, de overheid, de lokale netwerken en buurtgemeenschappen willen wij de plannen voor de Rijnhaven verder vormgeven, Het Leerlaboratorium zal bijdragen aan het ontwikkelen en verspreiden van kennis, zodat deze door andere kan worden gebruikt. Om de thema’s praktisch vorm te geven en te verbinden aan ruimtelijke, economische en sociale baten, hebben we een ontwikkelkader opgesteld. Het kader biedt handvatten om gewenste programmaonderdelen en nieuwe voorstellen te toetsen op toegevoegde waarde. Het ontwikkelkader zal op regelmatige basis worden herijkt. Iedere punt van de zeshoek van het ontwikkelkader benoemt een aspect waar de verschillende onderdelen van de ontwikkeling invulling aan zullen geven. De zes aspecten zijn in de ontwikkelmatrix verder uitgewerkt in criteria.
11
HET ONTWIKKELKADER
Ecologie
Kosten & Waarde
Energie
Leefomgeving
Urban potential
Delta (kennis) economie
ONTWIKKEL MATRIX
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE
Draagt bij aan een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik van
Heeft Internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
innovatie materialen,
allure
en vermindert de
en verhoogt de
verminderen)
gericht op meedoen
processen en
en maakt bewust
ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creÍert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
12
PROJECTOVERZICHT In onderstaande tabel is het overzicht te vinden van de projecten en prestaties. Alle financiele aspecten van de prestaties en projecten, zijn verder ook toegelicht in biedingsproduct 10, toelichting Business Case.
PROJECTENTABEL
NR
Gecommitteerd
TYPE
PROGRAMMA / PROJECT
#
PLANNING
PLANNING
(START BOUW)
OPLEVERING
1
Klein
Parkeervoorziening
Q2 2015
Q2 2045
2
Klein
Ontsluitingstructuur op het water
Q1 2019
Q2 2019
3
Groot
Herinrichting Tillemakade
Q1 2020
Q4 2020
4
Groot
Getijdenpark – Planvorming
Q2 2015
Q1 2017
5
Groot
Getijdenpark – Aanleg onderwaterbodem
Q1 2017
Q4 2022
6
Groot
Verkoop kavel appartementen en comm. voorziening
Q1 2020
Q4 2020
7
Groot
Aanpassen omliggende omgeving
Q1 2021
Q4 2021
8
Groot
Steigers 1, 2 (& 3)
Q1 2021
Q2 2022
9
Groot
Smart Grid, riolering en afwatering
Q1 2021
Q4 2023
10
Groot
Getijdenpark - Groen, verharding, inrichting
Q1 2021
Q4 2023
11
Groot
Verkoop kavels getijdenwoningen en comm. voorziening
5
Q1 2022
Q4 2022
12
Groot
Verkoop kavels appartementen en comm. voorzieningen
100
Q1 2022
Q4 2026
13
Groot
Verkoop parkeren in Parkgebouw
Q1 2026
Q4 2026
14
Klein
Gezonken Schip
pm
pm
15
Klein
Getijden Zwemvoorziening
pm
pm
16
Klein
Drijvend Hotel
pm
pm
randvoorwaardelijk
Vrijwillig gecommiteerd
Flexibel optioneel
40
3
13
PROJECTEN OP KAART
Per onderdeel is een sheet gemaakt. De sheet start met een korte beschrijving, gevolgd door een korte tabel met aanvullende informatie. Tot slot wordt de link met de ruimtelijke, economische en sociale baten gelegd door een stoplichtrapportage te koppelen aan ons ontwikkelkader.
PRESTATIETABEL
NR
Gecommitteerd
TYPE
PROGRAMMA / PRESTATIE
#
PLANNING
PLANNING
(START BOUW)
OPLEVERING
1
Groot
Meerjarig Beheer & onderhoud
Q1 2021
Q2 2045
2
Klein
Leerlaboratorium Rijnhaven
Q1 2020
Q2 2045
3
Groot
Werkplaats Rijnhaven
Q1 2020
Q2 2045
4
Klein
Placemaking
Q1 2020
Q2 2045
randvoorwaardelijk
Gecommitteerd vrijwillig
Flexibel optioneel
14
Herinrichting Tillemakade Project 3
Gecommiteerd randvoorwaardelijk Het realiseren van een aansluiting centraal op de Tillemankade, waarbij de reservering van de gemeente wordt gerespecteerd. De inrichting van de Tillemakade betreft de strook (6 meter) tussen de kade en de reservering van de Posthumalaan conform de Rotterdamse stijl ‘Maaskade’. Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven
Opschortende voorwaarden
Geen
STOPLICHTTABEL HERINRICHTING TILLEMAKADE
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
15
Parkgebouw
Project 13 en gedeeltelijk project 12
Flexibel optioneel Realisatie van een poortgebouw, het Parkgebouw, met daarin 20 appartementen, een parkeervoorziening en 1.000 m2 commerciële voorzieningen. Het Parkgebouw vormt de poort tot het gebied, van waaruit bezoekers het Getijdenpark Rijnhaven kunnen verkennen. Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven.
Aantallen
20 appartementen, parkeren en commerciële voorzieningen.
Exploitatiemodel
Verkoop
Arbeidsplaatsen
Nader te bepalen
Perceelgrootte
3.000 m2
Footprint gebouw
3.000 m2
M2 BVO
2.000 m2 woningen, 1.000 m2 commerciële voorzieningen, 5.000 m2 parkeren.
Hoogte
12,8 m
Opschortende voorwaarden
In het geval een aanblijvende slechte woningmarkt te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan worden werkzaamheden uitgesteld. Oftewel dan wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL PARKGEBOUW
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
REFERENTIEBEELD PARKGEBOUW
17
Ontsluitingsstructuur Steiger 1, 2 (en 3) Project 2 en 8
Flexibel optioneel Realiseren van steigers 1, 2 (en 3). De steigers zijn berijdbaar voor ambulances, politie auto’s en brandweer auto’s. Het smart grid zal gedeeltelijk geïntegreerd worden met de steiger. Steiger 3 zal in een vervolgfase worden gerealiseerd. Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven, hulpdiensten.
Aantallen
3 steigers.
Opschortende voorwaarden steigers 1 en 2
Indien de marktomstandigheden slecht blijven, spreken wij van scenario 2 en worden de werkzaamheden uitgesteld, ofwel dan wordt het gehele project ‘bevroren’. Als de markt aantrekt worden de werkzaamheden opgestart. In dat geval worden steigers 1 en 2 als eerste aangelegd, gelijktijdig met de start van de overige projecten.
Opschortende voorwaarden steiger 3
Idem als boven
STOPLICHTTABEL ONTSLUITINGSSTRUCTUUR STEIGER 1, 2 (EN 3)
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
18
Getijdenpark Project 4 en 5
Flexibel optioneel / Vrijwillig gecommiteerd De aanleg van het getijdenpark, bestaand uit twee projecten: de aanleg van de onderwaterbodem op basis van de door de gemeente gegenereerde grondstromen (vrijwillig gecommiteerd) en de inrichting van eilanden met groen, paden, verlichting, beveiliging enzovoort (flexibel optioneel). Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven
Aantallen
nvt
Exploitatiemodel
Het ontwikkelde getijdengoed is gedurende de concessie in eigendom uitgegeven aan gebruikers / beleggers. Dit eigendom wordt na afloop van de concessie niet overgedragen aan de gemeente maar blijft bij deze eigenaren. De aanleg van de onderwaterbodem en de creatie van de 3 nieuwe landdelen
Opschortende voorwaarden
(vasteland, groot eiland en klein eiland) worden vrijwillig gecommitteerd aangelegd. Het moment van aanleg van de resterende onderdelen als groen, infrastructuur en inrichting is afhankelijk van het marktscenario. In de situatie dat een aanblijvende slechte woningmarkt, te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan worden werkzaamheden uitgesteld. In die situatie wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL GETIJDENPARK
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
19
REFERENTIEBEELDEN GETIJDENPARK
20
Appartementengebouwen
Projecten 6 en 12 (gedeeltelijk)
Flexibel optioneel Realisatie van 3 appartementengebouwen met ieder 40 appartementen, met op de begane grond ruimte voor commerciële voorzieningen.
Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven. 120 appartementen, 3.000 m2 commerciële voorzieningen, 12.000 m2
Aantallen
woonoppervlak.
Exploitatiemodel
Verkoop
Arbeidsplaatsen
Nader te bepalen
Perceelgrootte
1.000 m2
Footprint gebouw
1.000 m2 per gebouw.
M2 BVO
1.000 m2 commerciële voorzieningen per gebouw.
Hoogte
21 meter
Opschortende voorwaarden
In het geval een aanblijvende slechte woningmarkt te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan worden werkzaamheden uitgesteld. Oftewel dan wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL APPARTEMENTENGEBOUWEN
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
21
voegt waarde toe
uniciteit
REFERENTIEBEELD APPARTEMENTGEBOUWEN
22
Smart Grid Project 9
Flexibel optioneel Het realiseren van, daar waar gewenst, voldoende aansluitingen voor energie en afvalstromen. Het zorgdragen voor een neutrale balans binnen het gebied van energie-, water- en afvalstromen door de inzet van een smart grid. Het grid bestaat uit 6 hoofdstromen: water, energie, afval, voeding, materialen en data. Bij het uitwerken van het smart grid zal gebruik gemaakt worden van slimme koppelingen, zoals de koppeling van lichtbronnen en computerschermen aan smartphones. Deze worden gebaseerd op de koppelingen die op het moment van realisatie actueel zijn. Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven.
Opschortende voorwaarden
In het geval een aanblijvende slechte woningmarkt te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan worden werkzaamheden uitgesteld. Oftewel dan wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL SMART GRID
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
23
Getijdenwoningen Project 11
Flexibel optioneel Realisatie van 5 Getijdenwoningen op kavels op het eiland.
Doelgroep
Bezoekers Getijdenpark Rijnhaven.
Aantallen
5 Getijdenwoningen
Exploitatiemodel
Verkoop
Arbeidsplaatsen
Nader te bepalen
Perceelgrootte
600 m2 per kavel
Footprint gebouw
Circa 200 m2 met variërende buitenruimte.
Hoogte
3 meter boven waterspiegel.
Opschortende voorwaarden
In de situatie dat een aanblijvende slechte woningmarkt, te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan worden werkzaamheden uitgesteld. In die situatie wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL GETIJDENWONINGEN
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
24
REFERENTIEBEELD GETIJDENWONING
25
Gezonken schip Project 14
Flexibel optioneel Het laten aanlanden van een schip dat als visueel element en als ecologisch object zal dienen. Het schip zal na verloop van tijd worden opgenomen in de structuur van de natuur. Het gezonken schip vormt een attractie voor bezoekers maar ook een plezierig verblijf voor flora en fauna op en onder het water. Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven.
Opschortende voorwaarden
In het geval een aanblijvende slechte woningmarkt te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan worden werkzaamheden uitgesteld. Oftewel dan wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL GEZONKEN SCHIP
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
26
REFERENTIEBEELD GEZONKEN SCHIP
27
Getijden Zwemvoorziening Project 15
Flexibel optioneel Het realiseren van een zwemgelegenheid in het open water, die voldoet aan de noodzakelijke normen van veiligheid.
Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven.
Eigendomssituatie
Openbaar gebied
Arbeidsplaatsen
ntb
Opschortende voorwaarden
Indien de gewenste veiligheid niet kan worden gerealiseerd. Indien de BC niet haalbaar is. Indien vergunningen niet worden verleend.
STOPLICHT GETIJDEN ZWEMVOORZIENING
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creÍert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
28
REFERENTIEBEELD GETIJDEN ZWEMVOORZIENING
29
Drijvend Hotel Project 16
Flexibel optioneel Realisatie van een Drijvend Hotel, dat in het Getijdenpark Rijnhaven wordt afgemeerd.
Doelgroep
Zakelijke en internationale gasten
Aantallen
5 sterren hotel met ca 150 kamers
Exploitatiemodel
Verkoop van het gebouw aan een belegger, verhuur van kamers door een internationale operator.
Arbeidsplaatsen
Nader te bepalen
Perceelgrootte
Drijflichaam 3.000 m2
Hoogte
9 verdiepingen, 45 meter
Opschortende voorwaarden
• Benodigde vergunningen worden niet verleend • Er zijn geen ontwikkelaars te vinden voor de ontwikkeling van het concept • Er zijn geen exploitanten te vinden • De BC is financieel niet haalbaar
STOPLICHT TABEL DRIJVEND HOTEL
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
30
REFERENTIEBEELD DRIJVEND HOTEL
31
Leerlaboratorium Rijnhaven Prestatie 2
Flexibel optioneel Het Leerlaboratorium is voor ons een belangrijke manier om de Rotterdammers te betrekken bij de Rijnhaven. Zo wordt het Getijdenpark Rijnhaven een sleutel richting een hoger opleidingsniveau, een betere gemiddelde arbeidsparticipatie en een meer innovatieve economie. Om de ambitie gestalte te geven, richten we vanaf de start van de ontwikkeling de het Leerlaboratorium op. Het Leerlab is een plek om elkaar te ontmoeten, te leren en geïnspireerd te raken. Het educatieve programma kenmerkt zich door de directe linken met het Getijdenpark Rijnhaven. Het programma richt zich op primair tot en met universitair onderwijs, met als doel vakmanschap en ondernemerschap te stimuleren. Belangrijke startmodules zijn de programma’s van Rotterdam Vakmanstad (Henk Oosterling) en HIPHOPHUIS, gevolgd door de programma’s die in samenwerking met strategische partners uit het bedrijfsleven en het onderwijs worden vormgegeven. De trajecten zijn gericht op jongeren die: • hun kansen op de arbeidsmarkt willen vergroten; • meer rendement uit hun studie willen halen; • nieuwe kennis en vaardigheden op willen doen; • hun netwerk en leefwereld willen vergroten; • hun grenzen willen verleggen; • willen werken aan hun fysieke, mentale en sociale ontwikkeling. Minimaal één onderwijstraject per opleidingsniveau (PO / VO / MBO / HBO / Universiteit) gekoppeld aan het Getijdenpark
Aard van de prestatie
Rijnhaven. Een WO onderzoeksprogramma dat de verschillende invalshoeken van de Rijnhaven omvat (fysiek, sociaal, economisch, ecologisch, filosofisch). Doelgroep
Leerlingen, studenten en onderzoekers
Opschortende voorwaarden
In de situatie dat een aanblijvende slechte woningmarkt, te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan wordt de start van het Leerlaboratorium uitgesteld. In die situatie wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL LEERLABORATORIUM
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
kennisontwikkeling
32
voegt waarde toe
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
uniciteit
Werkplaats Rijnhaven Prestatie 3
Flexibel optioneel Werken is voor ons ook een belangrijke manier om bij te dragen aan een hoger opleidingsniveau, een betere gemiddelde arbeidsparticipatie en een meer innovatieve economie. Daarom richten we vanaf de start de Werkplaats Rijnhaven op. De Werkplaats Rijnhaven heeft de ambitie om zoveel mogelijk Rotterdammers aan het werk te krijgen door het Getijdenpark Rijnhaven in te zetten als springplank. Dit doen wij door de werkzoekende ervaring op te laten doen in levensechte context van het Getijdenpark Rijnhaven en ze daarna te begeleiden naar een volwaardige (externe) arbeidsplaats. Het betekent overigens niet dat iedere werkzoekende alleen maar gekoppeld is aan de uitvoering van projecten in de Rijnhaven, maar het bekent wel dat de Rijnhaven als basis dient en als context en springplank wordt gebruikt. Werkplaats Rijnhaven; een aanpak die werkt: • Een half jaar serieuze trainingen en workshops • Gemiddeld 2 jaar begeleiding • Combinatie van theorie- & praktijkervaring • Vaste begeleiding in samenwerking met professionals en ondernemers • Eens lid, altijd lid • Een programma waar je écht iets aan hebt Voorwaarden: • Je ontvangt een bijstandsuitkering via de gemeente • Je moet goedkeuring krijgen van jouw coach van het werkplein • Je bent écht gemotiveerd om uit de uitkering te komen • Je bent woonachtig in de gemeente Rotterdam Het programma in het kort: Stap 1. Het volgen een intensieve 2 daagse training en het schrijven van een plan voor je leven gedurende de komende 5 – 10 jaar Stap 2. Inspirerende workshops Stap 3. Persoonlijke- en groepscoaching die aansluit bij jouw volgende stappen Stap 4. Stage in de Rijnhaven en/of bedrijfstak waar je in terecht wilt komen Stap 5. Persoonlijke route met coaching, netwerk en serieuze kansen Stap 6. Coaching & bezoeken van netwerkevenementen om opleiding, baan of bedrijf tot een succes te maken Aard van de prestatie
Onderzoeken van de mogelijkheid tot het oprichten van een Social Impact Bond Rijnhaven die een instroom kent van 50 tot 150 werklozen per jaar.
Doelgroep
Gemixte groep werklozen waarbij de kans op uitstroom richting een reguliere baan in twee jaar reëel is (verschillende leeftijdscategorieën, uitkeringsduur, woongebied).
Opschortende voorwaarden
In de situatie dat een aanblijvende slechte woningmarkt, te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan wordt de start van de Werkplaats Rijnhaven uitgesteld. In die situatie wordt het gehele project ‘bevroren’.
Voorbeeld rekenmechanisme • Het rekenmechanisme is gebaseerd op de huidige SIB constructie die Gemeente Rotterdam hanteert met ABN AMRO, Start Foundation en de Businessclub.
33
• De kengetallen rondom investering en claim zijn gebaseerd op de huidige SIB constructie die Gemeente Rotterdam hanteert met ABN AMRO, Start Foundation en de Businessclub. • Het maximale verlies scenario is gebaseerd op de huidige SIB constructie die Gemeente Rotterdam hanteert met ABN AMRO, Start Foundation en de Businessclub. • Het maximale winst scenario betreft een voorstel van KEDM aan de Gemeente Rotterdam
VOORBEELD REKENMECHANISME
De claim van de private partijen is dat er een besparingspotentie is van 150 x 211 dagen korter uitkering/bijstand x € 39,70 per dag. Dat maakt een totale besparingspotentie van € 1.25 miljoen over een periode van 3 jaar.
SPV Rijnhaven investeert cash € 630.000 over een periode van 3 jaar (€ 210.000 / jr) in 150 baanloze mensen (doelgroep ntb). De investering is opgebouwd volgens onderstaand schema.
2018 – 2022
2022 – 2029
2030 – 2045
Investeringen per groep per jaar
€
70.000
€
140.000
€
210.000
Uitkering /bijstand per dag
€
39.70
€
39.70
€
39.70 211
100
50
Aantal werkelozen per groep
Uitvoering door X olv SPV.
211
211
Aantal dagen korter
150
100%
€
418.835
€
837.670
€
1.256.505
80%
€
335.068
€
670.136
€
1.005.204
Het maximale verlies dat de SPV kan leiden is 60% van de investeringssom, dus bij 0% besparing zijn € 420k van de geïnvesteerde kosten voor de SPV en € 210k voor de gemeente.
De maximale winst die de SPV kan realiseren bedraagt 100% van de besparingspotentie dus € 1.25 miljoen bij het behalen van de afgesproken target. Of € 1 miljoen indien 80% van de target wordt behaald. Deze gelden worden opnieuw geïnvesteerd in de SPV.
STOPLICHTABEL WERKPLAATS RIJNHAVEN
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
kennisontwikkeling
34
voegt waarde toe
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
uniciteit
Placemaking Prestatie 4
Flexibel optioneel Met behulp van placemaking worden de partijen die een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van de Rijnhaven vroegtijdig bij het proces betrokken. De ontwikkeling van de Rijnhaven wordt hiermee in gang gezet en heeft daarmee ook zijn weerslag op de omgeving van de Rijnhaven in de zin van een aantrekkelijke buitenruimte en stimulans voor de lokale economie. Aard van de prestatie
Vanaf 2018 wordt een bedrag gereserveerd voor het opstarten van initiatieven op het gebied van innovatie, duurzaamheid, maatschappelijke waarde en algehele verbetering van het gebied. Hiervoor is een post van € 300.000,– geraamd dat in een Revolving Fund gestort wordt. De baten van de initiatieven vloeien terug in het fonds.
Doelgroep
Omwonenden, toekomstige gebruikers en bewoners Rijnhaven
Opschortende voorwaarden
In de situatie dat een aanblijvende slechte woningmarkt, te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan wordt het werken met placemaking uitgesteld. In die situatie wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTABEL PLACEMAKING
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
35
Kav i aar en d e
M
s aa
GETIJDEN PARK R IJNHAVEN
DEEL
1
HOOFDSTRUCTUUR
INHOUDSOPGAVE
INZICHT IN DE RUIMTELIJKE HOOFDSTRUCTUUR VAN HET GEBIED MET EEN TOELICHTING OP ZONERING, GEBRUIK EN FUNCTIONEREN VAN HET GEBIED, WAARBIJ WORDT INGEGAAN OP HET ATTRACTIEVE, OPENBARE EN DYNAMISCHE KARAKTER VAN HET GEBIED. 3
BESCHRIJVING VAN HET BEOOGDE PROGRAMMA EN DE LOGICA VAN DIT PROGRAMMA VOOR DE RIJNHAVEN: UNICITEIT, VERSTERKING VOOR BESTAANDE PROGRAMMA’S EN DE IMPULS AAN DELTA INNOVATIE
10 13
PROJECTOVERZICHT
2
INZICHT IN DE RUIMTELIJKE HOOFDSTRUCTUUR VAN HET GEBIED MET EEN TOELICHTING OP ZONERING, GEBRUIK EN FUNCTIONEREN VAN HET GEBIED, WAARBIJ WORDT INGEGAAN OP HET ATTRACTIEVE, OPENBARE EN DYNAMISCHE KARAKTER VAN HET GEBIED. KAART HOOFDSTRUCTUUR 1:1000
Kaart met een weergave in schaal 1:1000 is opgenomen bij de bijlage afbeeldingen van dit document.
De Rijnhaven krijgt in de toekomst, samen met de drie omliggende wijken, een nog grotere internationale aantrekkingskracht. Het wordt een plek waar de relatie zichtbaar wordt tussen mondiale ontwikkelingen, zoals de toenemende urbanisatie en de stijgende waterspiegel, en het leven in de deltasteden. Het Getijdenpark Rijnhaven wordt een plek waar water en land verbonden worden, een plek waar werelden zullen samenkomen. Deze nieuwe plek zal de positie van Rotterdam als voorbeeld van een toekomstige deltastad versterken.
3
De ruimtelijke hoofdstructuur van het ontwerp voor de Rijnhaven bestaat uit drie onderdelen: het getijdenpark, de ontsluitende infrastructuur en het smart grid. Het getijdenpark vormt het fundament van het ontwerp. Het getijdenpark wordt gevormd door drie verschillende eilanden, die bij vloed ontstaan. Aan twee eilanden worden de functies wonen (living) en recreëren (hospitality) toegevoegd. Het derde eiland noemen wij ‘splended isolation’, een plek die openbaar is, maar waar je één bent met natuur en water zonder overige functies. De ontsluitende infrastructuur bestaat uit steigers, die samen met de eilanden, een looppad over het water vormen. Het laatste onderdeel van de structuur is het smart grid. Het grid koppelt de eilanden (vlakken), infrastructuur (lijnen) en bouwwerken (punten) aan een vierde element, de stromen. Fysiek wordt het grid geïntegreerd met het getijdenpark en de ontsluitingsstructuur. TOELICHTING ZONERING In het Getijdenpark Rijnhaven zijn verschillende zones te herkennen. Zo herkennen we de Posthumalaan als belangrijke toegangspoort tot de Rijnhaven. Hier is het Parkgebouw gepositioneerd van waaruit mensen het gebied kunnen verkennen. Het Parkgebouw bevat een parkeervoorziening, appartementen, commerciële- en horeca voorzieningen en vormt een bruisende entree van het gebied. Verderop liggen het getijden-zwembad en zijn diverse energie-elementen geplaatst, die de energiestromen in de Rijnhaven zichtbaar maken. De 3 eilanden, zoals hierboven kort beschreven vormen de andere, meer ecologische zones in de Rijnhaven. De eilanden zijn echte eilanden, maar dan midden in de stad. Hierdoor ontstaat een getijdenpark dat voor menig stadsbewoner een bijzondere ervaring zal zijn en dat tevens een simulatiemodel is van leven met de natuur en de klimaatverandering. De gebruiker staat dichtbij de natuur, op en onder het water. Deze ervaring hebben wij in 3 verschillende eilandtypes weergegeven. De verschillende programmaonderdelen op de kaden en de eilanden zijn nauwkeurig gepositioneerd na een schaduw- en zonstudie in de Rijnhaven. DOORSNEDE NOORD ZUID
DOORSNEDE WEST OOST
4
REFERENTIEBEELDEN GETIJDENPARK
5
REFERENTIEBEELDEN PLEINEN EN STRANDEN
6
REFERENTIEBEELDEN KADEN
7
ZICHT 1
ZICHT 2
ZICHT 3
8
TOELICHTING GEBRUIK EN FUNCTIONEREN VAN HET GEBIED De drie verschillende werelden van de Rijnhaven, met zijn gloednieuwe hoogbouw op de Wilhelminapier, het multiculturele Rotterdam Zuid en het cultureel bruisende en gemengde Katendrecht, uiten zich in drie verschillende stadssferen die zich presenteren aan de drie kades van de Rijnhaven. De Rijnhaven is het hart waarin de stadsdelen samenkomen. De herontwikkeling zorgt voor een grote openbare ruimte waar een diversiteit aan mensen elkaar tegenkomen. Het is een ruimte om te ontmoeten en een ruimte die inspireert tot innovatie. Ook de functies in het gebied dragen bij aan inspiratie en ontmoeting. Het hotel brengt internationale bezoekers naar het gebied, die nieuwe ideeën halen en brengen. Door de hospitality en de woningen is er een continue levendigheid in het gebied. Het Leerlaboratorium en de Werkplaats Rijnhaven zorgen voor de aanwezigheid van jong volwassenen, die door hun opleiding actief bij de ontwikkeling en het beheer van de Rijnhaven betrokken worden. De beleving staat centraal in het ontwerp van het Getijdenpark Rijnhaven. Gebruikers zullen overal de kwaliteit van de plek ervaren, waarbij het aanwezige water voor ruimte, continue beweging en voor een relatie met het verleden zorgt. De innovaties zijn zichtbaar in de vorm van bouwwerken, functies en voorzieningen en maken de gebruiker bewust van een nieuwe toekomst.
GEBRUIKERSSCHETS: MEVROUW LI
Mevrouw Li, werkzaam bij een groot en internationaal opererend bedrijf in Singapore, is voor een congres in Rotterdam. Ze is gister aangekomen en op advies van de congresorganisatie heeft ze een kamer geboekt in het Drijvend Hotel in de Rijnhaven. Het lijkt een goede keuze. Sinds mevrouw Li heeft ingecheckt wordt ze overrompeld door alle indrukken. Het hotel zelf alleen al is even indrukwekkend als interessant. De bijzondere architectuur in het steeds veranderende open landschap van het Getijdenpark. De eilanden die twee keer per dag groter en weer kleiner worden en het schitterende zicht op de hoogbouw op de Wilhelmina pier. Mevrouw Li is wel wat gewend in haar geboortestad, maar een dergelijk park kent Singapore nog niet. De app van het hotel toont continue haar gebruikerssporen en die van de andere hotelbezoekers. Hoeveel water ze verbruikt, hoeveel energie er wordt opgewekt en hoeveel afval haar maaltijd veroorzaakt. Na haar avondmaaltijd, die ter plekke werd geproduceerd door jonge koks, met in de Rijnhaven geproduceerd voedsel, gaat mevrouw Li naar buiten voor een wandeling. Ze loopt over van inspiratie en op haar mobiel spreekt ze het ene na het andere idee in om thuis verder uit te werken. Ze loopt over de steigers richting het restaurant aan de Posthumalaan waar ze getrokken wordt door een groepje mensen. Er groep ondernemers uit de buurt heeft afgesproken om met korte pitches elkaars plannen te delen en verder te helpen. Als ze mevrouw Li opmerken, wordt ze uitgenodigd om aan de sessie deel te nemen., De plannen variëren van de organisatie van een waterevenement tot het opzetten van een nieuwe cursus in het Leerlaboratorium. Mevrouw Li loopt laat weer terug richting haar kamer in het hotel. Het water schittert onder de lampen van de stad, de smart grid-app laat zien dat het energieverbruik de laatste uren sterk is gedaald en dat de energie die wordt opgeleverd door het stijgende water, nu wordt ingezet voor de straatverlichting. Na slechts een dag heeft mevrouw Li al een telefoon vol ideeën.
9
GEBRUIKERSSCHETS: EMMA ZIRAR
Emma Zirar zit in de trein uit Delft richting Rotterdam. Het is een mooie dag, en Emma baalt er wel een beetje van dat ze moet werken. Gelukkig werkt ze sinds kort in de Rijnhaven. Een mooiere omgeving voor een pauzerondje kan ze zich niet voorstellen. Als het weer het ook maar even toelaat, gebruikt Emma haar pauze voor een rondje hardlopen over de eilanden. Ze geniet van het schitterende uitzicht, de mensen op straat en de ruimte midden in de stad. Tijdens het rondje verandert haar zicht continue. Startend met de hoogbouw van de Wilhelmina pier, draait ze daarna haar gezicht naar de Rotterdam, om te eindigen met haar neus in de richting van de hippe Posthumalaan. Het leuke is ook dat er altijd wel iemand mee loopt. De ruimte in de Rijnhaven vraagt er om gebruikt te worden en het is dan ook altijd druk op straat. Als het erg mooi weer is, laat Emma haar hardloopschoenen thuis en duikt ze de haven in voor een paar baantjes in het Getijdenbad. s-Avonds na het werk, loopt Emma zelden direct richting de metrohalte. Regelmatig haalt ze even een kopje koffie aan de kade om samen met haar collega’s de dag nog door te praten. Meestal raken ze dan vanzelf aan de praat met een van de vele internationale bezoekers van het gebied, waardoor ze soms pas laat alsnog richting huis gaat. Gelukkig zijn er genoeg restaurants en kleine eettentjes in de buurt waar ze voor een lekkere maaltijd kan aanschuiven.
BESCHRIJVING VAN HET BEOOGDE PROGRAMMA EN DE LOGICA VAN DIT PROGRAMMA VOOR DE RIJNHAVEN: UNICITEIT, VERSTERKING VOOR BESTAANDE PROGRAMMA’S EN DE IMPULS AAN DELTA INNOVATIE
“We are the first generation to feel the impact of climate change and the last generation that can do something about it’,…” Governor Jay Inslee, Washington State 2013
Kaviaar en de Maas gaat bij de ontwikkeling van het programma uit van een adaptieve ontwikkelfilosofie: vaste ijkpunten kunnen in de loop van de tijd aangevuld worden met opties en kansen. In ons programma kiezen wij voor een drietal thema’s. THEMA 1 Getijdenpark Rijnhaven Het Getijdenpark Rijnhaven staat voor ruimte, rust, verbinden, ecologie, ontmoeten en verbazen in een klimaat adaptieve omgeving. • Ruimte: een samenspel tussen water en land geeft vorm aan een bijzondere, dynamische, spannende, publieke ruimte, midden in de stad. • Rust: een goed balans tussen de hoogbouw, diversiteit en dynamiek van de stad. Een balans in oppervlakte van natuur en bijpassende inspirerende functies. De appartementen en woningen aan de Posthumalaan zijn hier een mooi voorbeeld van. Geïntegreerd met energieopwekking, water en groen, ontstaat hier een voorbeeld van het nieuwe, energie- en waterneutrale bouwen in een open, rustgevende omgeving.
10
• Verbinden: de eilanden structuur vormt op een natuurlijke wijze de verbinding tussen de kades, en tussen de diversiteit aan mensen en gebieden. Het getij geeft dynamiek aan deze verbindingen. Soms wandel je boven het water en soms wandel je op de vaste paden die bij eb ontstaan tussen de eilanden. De verbindingen zijn onderdeel van een smart grid waar energie en stoffenstromen worden uitgewisseld. • Ecologie: de natuur boven en onder water staan met elkaar in nauwe verbinding via voeding en energie. Het creëren van bewustwording van onze ecologie door concrete functies als energie en voedsel te produceren. De voedselketen komt maximaal tot zijn recht in de omliggende horeca waar voeding uit de Rijnhaven wordt verwerkt tot gerechten. • Ontmoeten: het park nodigt uit om te genieten, te beleven, te ondergaan, uit te vinden, mee te doen, te verbazen en vooral te ontmoeten. • Verbazen: kennis over en tonen van innovaties, veranderende klimaatsystemen, ecologie en nieuwe technologieën zoals drijvend bouwen, water toepassingen en ICT toepassingen. In al onze gebouwen zullen deze thema’s worden verbonden en terugkomen. Het maximale waarin dit zal worden getoond is het iconisch, duurzaam, drijvende hotel. THEMA 2 Delta-innovatie Het programma in de Rijnhaven staat ook symbool voor het ontwikkelen van sustainable delta’s op internationale schaal. Met het programma kan de Rijnhaven oplossingsrichtingen tonen die helpen bij de uitdagingen in de wereld. Technologie, samenwerken, leven en innoveren leiden in de Rijnhaven tot een schone, duurzame wereld. Het getijdenpark en elementen gekoppeld aan het getijdenpark worden gerealiseerd samen met het Leerlab Rijnhaven, de werkplaats en de partner- en kennisclub. THEMA 3 Samen ontwikkelen Ons ontwikkelprogramma speelt in op de veranderende maatschappij. Een maatschappij waar steeds meer interactief en iteratief wordt ontwikkeld. Er wordt gebruik gemaakt van talenten binnen netwerken en lokale gemeenschappen. Samen met onze partners, de overheid, de lokale netwerken en buurtgemeenschappen willen wij de plannen voor de Rijnhaven verder vormgeven, Het Leerlaboratorium zal bijdragen aan het ontwikkelen en verspreiden van kennis, zodat deze door andere kan worden gebruikt. Om de thema’s praktisch vorm te geven en te verbinden aan ruimtelijke, economische en sociale baten, hebben we een ontwikkelkader opgesteld. Het kader biedt handvatten om gewenste programmaonderdelen en nieuwe voorstellen te toetsen op toegevoegde waarde. Het ontwikkelkader zal op regelmatige basis worden herijkt. Iedere punt van de zeshoek van het ontwikkelkader benoemt een aspect waar de verschillende onderdelen van de ontwikkeling invulling aan zullen geven. De zes aspecten zijn in de ontwikkelmatrix verder uitgewerkt in criteria.
11
HET ONTWIKKELKADER
Ecologie
Kosten & Waarde
Energie
Leefomgeving
Urban potential
Delta (kennis) economie
ONTWIKKEL MATRIX
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE
Draagt bij aan een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik van
Heeft Internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
innovatie materialen,
allure
en vermindert de
en verhoogt de
verminderen)
gericht op meedoen
processen en
en maakt bewust
ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creÍert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
12
PROJECTOVERZICHT In onderstaande tabel is het overzicht te vinden van de projecten en prestaties. Alle financiele aspecten van de prestaties en projecten, zijn verder ook toegelicht in biedingsproduct 10, toelichting Business Case.
PROJECTENTABEL
NR
Gecommitteerd
TYPE
PROGRAMMA / PROJECT
#
PLANNING
PLANNING
(START BOUW)
OPLEVERING
1
Klein
Parkeervoorziening
Q2 2015
Q2 2045
2
Klein
Ontsluitingstructuur op het water
Q1 2019
Q2 2019
3
Groot
Herinrichting Tillemakade
Q1 2020
Q4 2020
4
Groot
Getijdenpark – Planvorming
Q2 2015
Q1 2017
5
Groot
Getijdenpark – Aanleg onderwaterbodem
Q1 2017
Q4 2022
6
Groot
Verkoop kavel appartementen en comm. voorziening
Q1 2020
Q4 2020
7
Groot
Aanpassen omliggende omgeving
Q1 2021
Q4 2021
8
Groot
Steigers 1, 2 (& 3)
Q1 2021
Q2 2022
9
Groot
Smart Grid, riolering en afwatering
Q1 2021
Q4 2023
10
Groot
Getijdenpark - Groen, verharding, inrichting
Q1 2021
Q4 2023
11
Groot
Verkoop kavels getijdenwoningen en comm. voorziening
5
Q1 2022
Q4 2022
12
Groot
Verkoop kavels appartementen en comm. voorzieningen
100
Q1 2022
Q4 2026
13
Groot
Verkoop parkeren in Parkgebouw
Q1 2026
Q4 2026
14
Klein
Gezonken Schip
pm
pm
15
Klein
Getijden Zwemvoorziening
pm
pm
16
Klein
Drijvend Hotel
pm
pm
randvoorwaardelijk
Vrijwillig gecommiteerd
Flexibel optioneel
40
3
13
PROJECTEN OP KAART
Per onderdeel is een sheet gemaakt. De sheet start met een korte beschrijving, gevolgd door een korte tabel met aanvullende informatie. Tot slot wordt de link met de ruimtelijke, economische en sociale baten gelegd door een stoplichtrapportage te koppelen aan ons ontwikkelkader.
PRESTATIETABEL
NR
Gecommitteerd
TYPE
PROGRAMMA / PRESTATIE
#
PLANNING
PLANNING
(START BOUW)
OPLEVERING
1
Groot
Meerjarig Beheer & onderhoud
Q1 2021
Q2 2045
2
Klein
Leerlaboratorium Rijnhaven
Q1 2020
Q2 2045
3
Groot
Werkplaats Rijnhaven
Q1 2020
Q2 2045
4
Klein
Placemaking
Q1 2020
Q2 2045
randvoorwaardelijk
Gecommitteerd vrijwillig
Flexibel optioneel
14
Herinrichting Tillemakade Project 3
Gecommiteerd randvoorwaardelijk Het realiseren van een aansluiting centraal op de Tillemankade, waarbij de reservering van de gemeente wordt gerespecteerd. De inrichting van de Tillemakade betreft de strook (6 meter) tussen de kade en de reservering van de Posthumalaan conform de Rotterdamse stijl ‘Maaskade’. Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven
Opschortende voorwaarden
Geen
STOPLICHTTABEL HERINRICHTING TILLEMAKADE
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
15
Parkgebouw
Project 13 en gedeeltelijk project 12
Flexibel optioneel Realisatie van een poortgebouw, het Parkgebouw, met daarin 20 appartementen, een parkeervoorziening en 1.000 m2 commerciële voorzieningen. Het Parkgebouw vormt de poort tot het gebied, van waaruit bezoekers het Getijdenpark Rijnhaven kunnen verkennen. Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven.
Aantallen
20 appartementen, parkeren en commerciële voorzieningen.
Exploitatiemodel
Verkoop
Arbeidsplaatsen
Nader te bepalen
Perceelgrootte
3.000 m2
Footprint gebouw
3.000 m2
M2 BVO
2.000 m2 woningen, 1.000 m2 commerciële voorzieningen, 5.000 m2 parkeren.
Hoogte
12,8 m
Opschortende voorwaarden
In het geval een aanblijvende slechte woningmarkt te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan worden werkzaamheden uitgesteld. Oftewel dan wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL PARKGEBOUW
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
REFERENTIEBEELD PARKGEBOUW
17
Ontsluitingsstructuur Steiger 1, 2 (en 3) Project 2 en 8
Flexibel optioneel Realiseren van steigers 1, 2 (en 3). De steigers zijn berijdbaar voor ambulances, politie auto’s en brandweer auto’s. Het smart grid zal gedeeltelijk geïntegreerd worden met de steiger. Steiger 3 zal in een vervolgfase worden gerealiseerd. Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven, hulpdiensten.
Aantallen
3 steigers.
Opschortende voorwaarden steigers 1 en 2
Indien de marktomstandigheden slecht blijven, spreken wij van scenario 2 en worden de werkzaamheden uitgesteld, ofwel dan wordt het gehele project ‘bevroren’. Als de markt aantrekt worden de werkzaamheden opgestart. In dat geval worden steigers 1 en 2 als eerste aangelegd, gelijktijdig met de start van de overige projecten.
Opschortende voorwaarden steiger 3
Idem als boven
STOPLICHTTABEL ONTSLUITINGSSTRUCTUUR STEIGER 1, 2 (EN 3)
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
18
Getijdenpark Project 4 en 5
Flexibel optioneel / Vrijwillig gecommiteerd De aanleg van het getijdenpark, bestaand uit twee projecten: de aanleg van de onderwaterbodem op basis van de door de gemeente gegenereerde grondstromen (vrijwillig gecommiteerd) en de inrichting van eilanden met groen, paden, verlichting, beveiliging enzovoort (flexibel optioneel). Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven
Aantallen
nvt
Exploitatiemodel
Het ontwikkelde getijdengoed is gedurende de concessie in eigendom uitgegeven aan gebruikers / beleggers. Dit eigendom wordt na afloop van de concessie niet overgedragen aan de gemeente maar blijft bij deze eigenaren. De aanleg van de onderwaterbodem en de creatie van de 3 nieuwe landdelen
Opschortende voorwaarden
(vasteland, groot eiland en klein eiland) worden vrijwillig gecommitteerd aangelegd. Het moment van aanleg van de resterende onderdelen als groen, infrastructuur en inrichting is afhankelijk van het marktscenario. In de situatie dat een aanblijvende slechte woningmarkt, te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan worden werkzaamheden uitgesteld. In die situatie wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL GETIJDENPARK
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
19
REFERENTIEBEELDEN GETIJDENPARK
20
Appartementengebouwen
Projecten 6 en 12 (gedeeltelijk)
Flexibel optioneel Realisatie van 3 appartementengebouwen met ieder 40 appartementen, met op de begane grond ruimte voor commerciële voorzieningen.
Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven. 120 appartementen, 3.000 m2 commerciële voorzieningen, 12.000 m2
Aantallen
woonoppervlak.
Exploitatiemodel
Verkoop
Arbeidsplaatsen
Nader te bepalen
Perceelgrootte
1.000 m2
Footprint gebouw
1.000 m2 per gebouw.
M2 BVO
1.000 m2 commerciële voorzieningen per gebouw.
Hoogte
21 meter
Opschortende voorwaarden
In het geval een aanblijvende slechte woningmarkt te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan worden werkzaamheden uitgesteld. Oftewel dan wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL APPARTEMENTENGEBOUWEN
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
21
voegt waarde toe
uniciteit
REFERENTIEBEELD APPARTEMENTGEBOUWEN
22
Smart Grid Project 9
Flexibel optioneel Het realiseren van, daar waar gewenst, voldoende aansluitingen voor energie en afvalstromen. Het zorgdragen voor een neutrale balans binnen het gebied van energie-, water- en afvalstromen door de inzet van een smart grid. Het grid bestaat uit 6 hoofdstromen: water, energie, afval, voeding, materialen en data. Bij het uitwerken van het smart grid zal gebruik gemaakt worden van slimme koppelingen, zoals de koppeling van lichtbronnen en computerschermen aan smartphones. Deze worden gebaseerd op de koppelingen die op het moment van realisatie actueel zijn. Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven.
Opschortende voorwaarden
In het geval een aanblijvende slechte woningmarkt te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan worden werkzaamheden uitgesteld. Oftewel dan wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL SMART GRID
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
23
Getijdenwoningen Project 11
Flexibel optioneel Realisatie van 5 Getijdenwoningen op kavels op het eiland.
Doelgroep
Bezoekers Getijdenpark Rijnhaven.
Aantallen
5 Getijdenwoningen
Exploitatiemodel
Verkoop
Arbeidsplaatsen
Nader te bepalen
Perceelgrootte
600 m2 per kavel
Footprint gebouw
Circa 200 m2 met variërende buitenruimte.
Hoogte
3 meter boven waterspiegel.
Opschortende voorwaarden
In de situatie dat een aanblijvende slechte woningmarkt, te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan worden werkzaamheden uitgesteld. In die situatie wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL GETIJDENWONINGEN
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
24
REFERENTIEBEELD GETIJDENWONING
25
Gezonken schip Project 14
Flexibel optioneel Het laten aanlanden van een schip dat als visueel element en als ecologisch object zal dienen. Het schip zal na verloop van tijd worden opgenomen in de structuur van de natuur. Het gezonken schip vormt een attractie voor bezoekers maar ook een plezierig verblijf voor flora en fauna op en onder het water. Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven.
Opschortende voorwaarden
In het geval een aanblijvende slechte woningmarkt te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan worden werkzaamheden uitgesteld. Oftewel dan wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL GEZONKEN SCHIP
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
26
REFERENTIEBEELD GEZONKEN SCHIP
27
Getijden Zwemvoorziening Project 15
Flexibel optioneel Het realiseren van een zwemgelegenheid in het open water, die voldoet aan de noodzakelijke normen van veiligheid.
Doelgroep
Bezoekers en gebruikers Getijdenpark Rijnhaven.
Eigendomssituatie
Openbaar gebied
Arbeidsplaatsen
ntb
Opschortende voorwaarden
Indien de gewenste veiligheid niet kan worden gerealiseerd. Indien de BC niet haalbaar is. Indien vergunningen niet worden verleend.
STOPLICHT GETIJDEN ZWEMVOORZIENING
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creÍert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
28
REFERENTIEBEELD GETIJDEN ZWEMVOORZIENING
29
Drijvend Hotel Project 16
Flexibel optioneel Realisatie van een Drijvend Hotel, dat in het Getijdenpark Rijnhaven wordt afgemeerd.
Doelgroep
Zakelijke en internationale gasten
Aantallen
5 sterren hotel met ca 150 kamers
Exploitatiemodel
Verkoop van het gebouw aan een belegger, verhuur van kamers door een internationale operator.
Arbeidsplaatsen
Nader te bepalen
Perceelgrootte
Drijflichaam 3.000 m2
Hoogte
9 verdiepingen, 45 meter
Opschortende voorwaarden
• Benodigde vergunningen worden niet verleend • Er zijn geen ontwikkelaars te vinden voor de ontwikkeling van het concept • Er zijn geen exploitanten te vinden • De BC is financieel niet haalbaar
STOPLICHT TABEL DRIJVEND HOTEL
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
30
REFERENTIEBEELD DRIJVEND HOTEL
31
Leerlaboratorium Rijnhaven Prestatie 2
Flexibel optioneel Het Leerlaboratorium is voor ons een belangrijke manier om de Rotterdammers te betrekken bij de Rijnhaven. Zo wordt het Getijdenpark Rijnhaven een sleutel richting een hoger opleidingsniveau, een betere gemiddelde arbeidsparticipatie en een meer innovatieve economie. Om de ambitie gestalte te geven, richten we vanaf de start van de ontwikkeling de het Leerlaboratorium op. Het Leerlab is een plek om elkaar te ontmoeten, te leren en geïnspireerd te raken. Het educatieve programma kenmerkt zich door de directe linken met het Getijdenpark Rijnhaven. Het programma richt zich op primair tot en met universitair onderwijs, met als doel vakmanschap en ondernemerschap te stimuleren. Belangrijke startmodules zijn de programma’s van Rotterdam Vakmanstad (Henk Oosterling) en HIPHOPHUIS, gevolgd door de programma’s die in samenwerking met strategische partners uit het bedrijfsleven en het onderwijs worden vormgegeven. De trajecten zijn gericht op jongeren die: • hun kansen op de arbeidsmarkt willen vergroten; • meer rendement uit hun studie willen halen; • nieuwe kennis en vaardigheden op willen doen; • hun netwerk en leefwereld willen vergroten; • hun grenzen willen verleggen; • willen werken aan hun fysieke, mentale en sociale ontwikkeling. Minimaal één onderwijstraject per opleidingsniveau (PO / VO / MBO / HBO / Universiteit) gekoppeld aan het Getijdenpark
Aard van de prestatie
Rijnhaven. Een WO onderzoeksprogramma dat de verschillende invalshoeken van de Rijnhaven omvat (fysiek, sociaal, economisch, ecologisch, filosofisch). Doelgroep
Leerlingen, studenten en onderzoekers
Opschortende voorwaarden
In de situatie dat een aanblijvende slechte woningmarkt, te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan wordt de start van het Leerlaboratorium uitgesteld. In die situatie wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTTABEL LEERLABORATORIUM
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
kennisontwikkeling
32
voegt waarde toe
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
uniciteit
Werkplaats Rijnhaven Prestatie 3
Flexibel optioneel Werken is voor ons ook een belangrijke manier om bij te dragen aan een hoger opleidingsniveau, een betere gemiddelde arbeidsparticipatie en een meer innovatieve economie. Daarom richten we vanaf de start de Werkplaats Rijnhaven op. De Werkplaats Rijnhaven heeft de ambitie om zoveel mogelijk Rotterdammers aan het werk te krijgen door het Getijdenpark Rijnhaven in te zetten als springplank. Dit doen wij door de werkzoekende ervaring op te laten doen in levensechte context van het Getijdenpark Rijnhaven en ze daarna te begeleiden naar een volwaardige (externe) arbeidsplaats. Het betekent overigens niet dat iedere werkzoekende alleen maar gekoppeld is aan de uitvoering van projecten in de Rijnhaven, maar het bekent wel dat de Rijnhaven als basis dient en als context en springplank wordt gebruikt. Werkplaats Rijnhaven; een aanpak die werkt: • Een half jaar serieuze trainingen en workshops • Gemiddeld 2 jaar begeleiding • Combinatie van theorie- & praktijkervaring • Vaste begeleiding in samenwerking met professionals en ondernemers • Eens lid, altijd lid • Een programma waar je écht iets aan hebt Voorwaarden: • Je ontvangt een bijstandsuitkering via de gemeente • Je moet goedkeuring krijgen van jouw coach van het werkplein • Je bent écht gemotiveerd om uit de uitkering te komen • Je bent woonachtig in de gemeente Rotterdam Het programma in het kort: Stap 1. Het volgen een intensieve 2 daagse training en het schrijven van een plan voor je leven gedurende de komende 5 – 10 jaar Stap 2. Inspirerende workshops Stap 3. Persoonlijke- en groepscoaching die aansluit bij jouw volgende stappen Stap 4. Stage in de Rijnhaven en/of bedrijfstak waar je in terecht wilt komen Stap 5. Persoonlijke route met coaching, netwerk en serieuze kansen Stap 6. Coaching & bezoeken van netwerkevenementen om opleiding, baan of bedrijf tot een succes te maken Aard van de prestatie
Onderzoeken van de mogelijkheid tot het oprichten van een Social Impact Bond Rijnhaven die een instroom kent van 50 tot 150 werklozen per jaar.
Doelgroep
Gemixte groep werklozen waarbij de kans op uitstroom richting een reguliere baan in twee jaar reëel is (verschillende leeftijdscategorieën, uitkeringsduur, woongebied).
Opschortende voorwaarden
In de situatie dat een aanblijvende slechte woningmarkt, te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan wordt de start van de Werkplaats Rijnhaven uitgesteld. In die situatie wordt het gehele project ‘bevroren’.
Voorbeeld rekenmechanisme • Het rekenmechanisme is gebaseerd op de huidige SIB constructie die Gemeente Rotterdam hanteert met ABN AMRO, Start Foundation en de Businessclub.
33
• De kengetallen rondom investering en claim zijn gebaseerd op de huidige SIB constructie die Gemeente Rotterdam hanteert met ABN AMRO, Start Foundation en de Businessclub. • Het maximale verlies scenario is gebaseerd op de huidige SIB constructie die Gemeente Rotterdam hanteert met ABN AMRO, Start Foundation en de Businessclub. • Het maximale winst scenario betreft een voorstel van KEDM aan de Gemeente Rotterdam
VOORBEELD REKENMECHANISME
De claim van de private partijen is dat er een besparingspotentie is van 150 x 211 dagen korter uitkering/bijstand x € 39,70 per dag. Dat maakt een totale besparingspotentie van € 1.25 miljoen over een periode van 3 jaar.
SPV Rijnhaven investeert cash € 630.000 over een periode van 3 jaar (€ 210.000 / jr) in 150 baanloze mensen (doelgroep ntb). De investering is opgebouwd volgens onderstaand schema.
2018 – 2022
2022 – 2029
2030 – 2045
Investeringen per groep per jaar
€
70.000
€
140.000
€
210.000
Uitkering /bijstand per dag
€
39.70
€
39.70
€
39.70 211
100
50
Aantal werkelozen per groep
Uitvoering door X olv SPV.
211
211
Aantal dagen korter
150
100%
€
418.835
€
837.670
€
1.256.505
80%
€
335.068
€
670.136
€
1.005.204
Het maximale verlies dat de SPV kan leiden is 60% van de investeringssom, dus bij 0% besparing zijn € 420k van de geïnvesteerde kosten voor de SPV en € 210k voor de gemeente.
De maximale winst die de SPV kan realiseren bedraagt 100% van de besparingspotentie dus € 1.25 miljoen bij het behalen van de afgesproken target. Of € 1 miljoen indien 80% van de target wordt behaald. Deze gelden worden opnieuw geïnvesteerd in de SPV.
STOPLICHTABEL WERKPLAATS RIJNHAVEN
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
kennisontwikkeling
34
voegt waarde toe
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
uniciteit
Placemaking Prestatie 4
Flexibel optioneel Met behulp van placemaking worden de partijen die een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van de Rijnhaven vroegtijdig bij het proces betrokken. De ontwikkeling van de Rijnhaven wordt hiermee in gang gezet en heeft daarmee ook zijn weerslag op de omgeving van de Rijnhaven in de zin van een aantrekkelijke buitenruimte en stimulans voor de lokale economie. Aard van de prestatie
Vanaf 2018 wordt een bedrag gereserveerd voor het opstarten van initiatieven op het gebied van innovatie, duurzaamheid, maatschappelijke waarde en algehele verbetering van het gebied. Hiervoor is een post van € 300.000,– geraamd dat in een Revolving Fund gestort wordt. De baten van de initiatieven vloeien terug in het fonds.
Doelgroep
Omwonenden, toekomstige gebruikers en bewoners Rijnhaven
Opschortende voorwaarden
In de situatie dat een aanblijvende slechte woningmarkt, te grote risico’s voor het Consortium oplevert (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan wordt het werken met placemaking uitgesteld. In die situatie wordt het gehele project ‘bevroren’.
STOPLICHTABEL PLACEMAKING
ECOLOGIE
ENERGIE
URBAN POTENTIAL
DELTA (KENNIS)
LEEFOMGEVING
KOSTEN & WAARDE
ECONOMIE Draagt bij een
Bespaart energie
Verbindt
Maakt gebruik
Heeft internationale
Beperkt kosten
robuuster ecosysteem
(door vraag te
Rotterdammers, is
van innovatieve
allure
en vermindert de
en verhoogt
verminderen)
gericht op meedoen
materialen, processen
en maakt bewust
en ontwikkelingen
biodiversiteit
kapitaalvraag
Verbindt mens en
Is gericht op het
Verbetert
Levert een
Heeft internationaal
Verbindt
natuur – creëert
uitwisselen van
opleidingsniveau
bijdrage aan de
netwerk potentieel
waardestromen en
draagvlak voor de
energie (reststromen
groene economie
benutten)
Benut lokaal en
Wekt duurzame
Levert
Levert
Draagt bij aan
Kent een gezond
natuurlijk potentieel
energie op
werkgelegenheid op
werkgelegenheid op
icoonwaarde en
financieel rendement
kennisontwikkeling
voegt waarde toe
uniciteit
35
Kav i aar en d e
M
s aa
GETIJDEN PARK R IJNHAVEN
DEEL
1
ONTWIKKELSTRATEGIE
INHOUDSOPGAVE
EEN TOELICHTING OP DE ONTWIKKELSTRATEGIE
3
EEN TOELICHTING OP DE MATE VAN ANTIFRAGILITEIT (= DE WIJZE WAAROP DE DYNAMIEK DE KERNWAARDEN VAN HET PLAN VERSTERKT)
4
INZICHT IN DE FINANCIËLE STRATEGIE EN DE SAMENHANG MET DE INHOUDELIJKE ONTWIKKELSTRATEGIE
4
OMGANG MET DE OPTIES – INCLUSIEF OPSCHORTENDE VOORWAARDEN – EN KANSEN – INCLUSIEF DE SPELREGELS OP BASIS WAARVAN KANSEN WORDEN GESELECTEERD
5
2
EEN TOELICHTING OP DE ONTWIKKELSTRATEGIE Wij geloven dat er behoefte is aan een nieuw perspectief op de stedelijke ontwikkeling, om de ontwikkeling van de Rijnhaven ook werkelijk mogelijk te maken. Deze nieuwe ontwikkelstrategie noemen wij ‘Samen ontwikkelen’ en wordt bereikt door de maatschappij daadwerkelijk te betrekken bij de ontwikkeling van het Getijdenpark Rijnhaven. Bij de publiek-private (her)ontwikkeling van de Rijnhaven zullen de Rotterdammers dan ook een belangrijke rol vervullen. Huidige en toekomstige gebruikers en bewoners zullen in de ontwikkeling participeren door mee te leren en mee te werken. De ontwikkelstrategie is grofweg opgeknipt in drie ontwikkelfases. Binnen de aanpak kiezen we voor een expliciet onderscheid tussen: • Proces- en projectmanagement rondom de te realiseren prestaties. • Proces- en stakeholdersmanagement rondom agendasetting, het initiëren en bespreken van potentiële publiek / private samenwerkingskansen, het bespreken van wijzigende omstandigheden, kwesties en (conflicterende) belangen. Ook koppelen wij een partner- en kennisclub aan de ontwikkeling. Via dit netwerk nodigen wij partijen uit om bij te dragen aan de ontwikkeling. Het gebied zal in drie fases ontwikkeld worden. Van de aanleg van de basis en infrastructuur (1) tot de realisatie van (pioniers)- en icoonprojecten die het gebied tot leven wekken en internationale allure geven (2) en het verder aantrekken van investeringen (3). HET FUNDAMENT 0 TOT 7 JAAR Gedurende de eerste 7 jaar wordt het getijdenpark aangelegd, het fundament van het ontwerp dat al snel zichtbaar zal zijn als eerste resultaat van de transformatie van het gebied. Tegelijkertijd wordt het Leerlaboratorium en de Werkplaats Rijnhaven opgericht zodat, jongeren, werkzoekenden, studenten en onderzoekers kunnen bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het park, en kennis kunnen opdoen die hierdoor wordt ontwikkeld. Met de partner- en kennisclub worden toekomstige ontwikkelingen voorbereid. De trusted third party draagt zorg voor agendasetting en professioneel belangenmanagement bij bestuur, politiek en stakeholders. De omliggende leefgemeenschappen worden door middel van placemaking betrokken bij de plannen van het gebied. PIONIER EN ICOONPROJECTEN 7 TOT 15 JAAR In de tweede periode wordt de drijvende infrastructuur aangelegd die het gebied ontsluit. Indien mogelijk worden de flexibele prestaties zoals het smart grid, de getijdenwoningen en de appartementen ontwikkeld. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de veiligheid, onderhoud en beheer. Indien gewenst worden de parkeerfaciliteiten gerealiseerd. Waar mogelijk worden kansen omgezet in te realiseren prestaties. Het gebied wordt inmiddels intensief gebruikt en bezocht. Nationale en internationale partijen zullen belangstelling hebben om grootschalige icoonprojecten realiseren; te denken valt aan het hotel, een kunstobject, enzovoort.
3
KWALITEIT EN IDENTITEIT 15 TOT 30 JAAR In de laatste ontwikkelfase wordt de kwaliteit van de Rijnhaven verder versterkt en verankerd. Het gebied is volop in gebruik en heeft haar naam, als innovatief getijdenpark op het grensgebied van water en land, waar gemaakt. Bewoners genieten van het uitzicht op het water, jongeren en studenten brengen leven en talent naar het waterfront. Maar ook omwonenden, werknemers en internationale (zaken)lieden zijn graag te gast in het Getijdenpark. De Rijnhaven heeft samen met de Kop van Zuid een internationale aantrekkingskracht en heeft Rotterdam nog sterker op de mondiale kaart gezet.
EEN TOELICHTING OP DE MATE VAN ANTIFRAGILITEIT (= DE WIJZE WAAROP DE DYNAMIEK DE KERNWAARDEN VAN HET PLAN VERSTERKT) In ons programma hebben wij gekozen voor een beperkt aantal vaste ijkpunten, in combinatie met de mogelijkheid om dit in de loop der jaren aan te vullen met attractieve en aanvullende programmaonderdelen. De indicatieve fasering en programmering laat zien dat de ontwikkelstrategie gebaseerd is op een grote mate van flexibiliteit. Juist door deze insteek wordt het plan steviger: we gaan in onze ontwikkelstrategie immers al uit van een grote mate van onzekerheid en maken gebruik van de kansen die zich tijdens het proces aandienen. Deze ontwikkelstrategie wordt gesteund door de eerder genoemde basis van proces- en projectmanagement en proces- en stakeholdersmanagement. Een uitwerking op de inrichting van deze processen is te vinden in biedingsproduct 9.
INZICHT IN DE FINANCIËLE STRATEGIE EN DE SAMENHANG MET DE INHOUDELIJKE ONTWIKKELSTRATEGIE De financieringsstrategie is, net als de inhoudelijke ontwikkelstrategie, een samenspel tussen het gecommitteerde deel en een flexibel optioneel deel. Een flexibele financieringsstrategie is essentieel om de aanzienlijke marktrisico’s voor het Consortium en voor de waarde van het gebied te mitigeren. De financiering in de vorm van werkkapitaal draagt zorg voor de realisatie van het gecommitteerde deel. De financiering wordt voorzien door de aandeelhouders van het Consortium. Dankzij fasering van de Business Case is ermee rekening gehouden dat activiteiten tijdelijk gestaakt kunnen worden indien de markt situatie leidt tot een significant verlies voor het Consortium en reductie van maatschappelijke waarde. Over de kwantificering van de risico’s en mogelijke downside risks zullen nog afspraken gemaakt moeten worden. Hierbij zal ‘Samen Ontwikkelen’ het gedachtegoed blijven. Een verdere toelichting op de financiële strategie is te vinden in biedingsproduct 10.
4
OMGANG MET DE OPTIES – INCLUSIEF OPSCHORTENDE VOORWAARDEN – EN KANSEN – INCLUSIEF DE SPELREGELS OP BASIS WAARVAN KANSEN WORDEN GESELECTEERD Om ervoor te zorgen dat het programma samenhang kent en zoveel mogelijk ruimtelijke, economische en sociale baten genereert, hebben wij de ontwikkelfilosofie vertaald naar een ontwikkelkader (zie biedingsproduct 2). Dit kader biedt handvatten aan partners die willen bijdragen en geeft daarnaast de mogelijkheid om voorstellen te toetsen op wenselijkheid. Via de partner- en kennisclub zijn bedrijven, organisaties en individuele deskundigen, aan ons gekoppeld. Ook via de trusted third party worden kansen opgehaald. Het ontwikkelkader alsmede de flexibele optionele prestaties worden door de stuurgroep vastgesteld en indien noodzakelijk bijgesteld. In financiële zin hebben we een budget van € 300.000 gereserveerd om in te zetten op onderzoek en verkenning van innovaties (zie biedingsproduct 9).
5
Kav i aar en d e
M
s aa
GETIJDEN PARK R IJNHAVEN
DEEL
2
PROGRAMMA
INHOUDSOPGAVE
BESCHRIJVING VAN DE SAMENHANG TUSSEN RUIMTELIJKE, ECONOMISCHE EN SOCIALE ONDERDELEN VAN HET PROGRAMMA
3
AANTONEN VAN DE MARKTPOTENTIE VAN DE VOORGESTELDE VRIJWILLIG GECOMMITTEERDE OPGAVE EN PROGRAMMAONDERDELEN IN DE OPTIONELE OPGAVE (COMMERCIËLE / MAATSCHAPPELIJKE VRAAG – AANBODANALYSE)
3
AANPAK OM TE KOMEN TOT REALISATIE VAN CIRCULAIR ECONOMISCHE INITIATIEVEN, DELTA-INNOVATIE, VERGROTING VAN ECOLOGISCHE DIVERSITEIT EN CLUSTERING VAN KNOW HOW EN VOOR VERBETERING VAN ARBEIDSPARTICIPATIE, MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE, OPLEIDINGSNIVEAU EN ONDERNEMERSCHAP
5
2
BESCHRIJVING VAN DE SAMENHANG TUSSEN RUIMTELIJKE, ECONOMISCHE EN SOCIALE ONDERDELEN VAN HET PROGRAMMA Door het wegtrekken van de havenactiviteiten uit de stad ontstaat er ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Rotterdam heeft deze ruimte in het verleden aangegrepen om op innovatieve wijze de problemen van toen op te lossen. Het doortrekken van het centrum van de stad over de Maas (Wilhelminapier) is hier een goed voorbeeld van. Wij pleiten ervoor om de Rijnhaven te zien als een plek waarin verschillende werelden verbonden worden. 1 In economische zin stelt Rotterdam met de herontwikkeling van de Rijnhaven een (inter) nationaal voorbeeld, hoe om te gaan met de vraagstukken die gerelateerd zijn aan het leven met het water, de stad en de toenemende urbanisatie in (delta)steden wereldwijd. Rotterdam loopt voorop in klimaatadaptatie en door de ontwikkeling van het Getijdenpark Rijnhaven voegen we een nieuw wapenfeit toe aan deze goede reputatie. 2 In ruimtelijke en sociale zin vertaalt de ontwikkeling van het Getijdenpark zich in een kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte binnen drie stedenbouwkundig plannen (Kop van Zuid, Katendrecht, Feijenoord). Deze drie werelden uiten zich in drie totaal verschillende stadssferen. Ons plan voor Rijnhaven brengt deze werelden samen in één (getijden)park. Niet alleen door de fysieke ligging, maar ook door het adagium van onze ontwikkelstrategie ‘samen ontwikkelen’, waarbij de bewoners en gebruikers van de omliggende wijken bij de ontwikkeling worden betrokken. Samen creëren we een nieuwe zachte context te midden van de hoogstedelijke randen. Hierdoor wordt er een mooi, waardevol publiek domein aan Rotterdam toegevoegd.
AANTONEN VAN DE MARKTPOTENTIE VAN DE VOORGESTELDE VRIJWILLIG GECOMMITTEERDE OPGAVE EN PROGRAMMAONDERDELEN IN DE OPTIONELE OPGAVE (COMMERCIËLE /MAATSCHAPPELIJKE VRAAG – AANBODANALYSE) Om onze visie op de ontwikkeling van de Rijnhaven te onderstrepen en de marktpotentie aan te tonen, hebben wij aan verschillende partijen gevraagd, of zij de voorgestelde ontwikkeling als geheel, en de programmaonderdelen afzonderlijk, onderschrijven. Deze Letters of Recommendation zijn als bijlage bij deze aanbieding terug te vinden. Onderstaand volgt een onderbouwing op meer specifieke programmaonderdelen: • GETIJDENPARK Met de realisatie van het Getijdenpark Rijnhaven geeft Rotterdam (inter)nationaal het voorbeeld hoe om te gaan met de vraagstukken die gerelateerd zijn aan het leven met het water en de stad en de toenemende urbanisatie in (delta)steden wereldwijd. Rotterdam loopt voorop in klimaatadaptatie en door de ontwikkeling van het Getijdenpark Rijnhaven voegen we een nieuw wapenfeit toe aan deze goede reputatie. Literatuur die de marktpotentie onderbouwd: • Bol, M. (2013). Toepasbare maatregelen in intergetijdengebied. Hogeschool Rotterdam en Gemeente Rotterdam. • Bol, M., en Van der Meer, J. (2014). Ecologisch herstel van de Nieuw Maas: toepassing in Schiehaven en Sint-Janshaven.
Hogeschool Rotterdam en Gemeente Rotterdam.
• Koetsier, L. (2012). Stadshavens doen herleven. Hogeschool Rotterdam. • Leeuwen, J. & Van Velthuijsen, O. (2013). Natuurvriendelijke oevers in de Nieuwe Maas van Rotterdam. Gemeente Rotterdam.
3
• GETIJDENWONINGEN EN APPARTEMENTEN Het bestuurlijk Platform Zuidvleugel heeft in 2008 de Verstedelijkingsstrategie uitgebracht. Deze strategie gaat uit van de lijn dat werk het wonen volgt en bestaat onder andere uit het ontwikkelen van groenblauwe woonmilieus in de Zuidvleugel. Op stadsniveau is in het collegeprogramma de wens opgenomen om de groei van het woningaanbod voor hoger opgeleiden in de binnenstad aanzienlijk te bevorderen. Dit zal gepaard moeten gaan met een attractief en hoogwaardig woningaanbod, en faciliteiten in en rondom de woonwijken. Middels onze plannen voor de Rijnhaven wordt met de bouw van zeer aantrekkelijk woningen hier op ingespeeld. Bouwen aan het water heeft een toegevoegde waarde. Woningen aan het water worden hoger gewaardeerd en de aanwezigheid van het vele water is een van de redenen dat Rotterdam zo’n aantrekkelijke stad is. Gezien de toenemende urbanisatie zijn de ogen internationaal ook steeds meer gericht op ontwikkelen op het water. Literatuur die de marktpotentie onderbouwd: • http://www.zuidvleugel.nl/sites/www.zuidvleugel.nl/files/article/downloads/verstedelijkingsprogramma_zuidvleugel_2010-2020.pdf • http://www.urgenda.nl/documents/Prospectus%20Drijvende%20Stad%20NL.pdf
• HOTEL EN HORECA De gemeente Rotterdam wil goede Horeca initiatieven stimuleren en ziet het belang van Horeca voor de arbeidsmarkt. Het Rondje Rijnhaven is door de gemeente Rotterdam in de Horecanota 2012 – 2016 benoemd als focusgebied. Horeca wordt in dit gebied als een van de dragers gezien. Met name de innovatieve en creatieve horecaconcepten die in de omgeving van de Rijnhaven worden ontwikkeld, worden toegejuicht. Bovendien is het de verwachting dat door de actieve internationale marketing van Rotterdam het toerisme met een bovengemiddelde groei zal stijgen naar 2 – 3 % per jaar. Rotterdam is hot en pakt grote internationale waardering en media. De 1e resultaten van deze aandacht zijn zeer bemoedigend, het aantal hotelgasten is de 1e helft van 2014 met 9,4 % gestegen ten opzichte van de 1e helft van 2013. Volgens het Nederlands Bureau voor Toerisme (NBTC) zal de groei van toeristen naar Nederland en haar grote steden, de komende 10 jaar, toenemen met gemiddeld 1,8 % per jaar. Het NBTC vermeldt in haar Outlook 2025, een verwachte groei van het jaarlijks aantal bezoekers van 12 miljoen per jaar in 2012, naar 16 miljoen per jaar in 2025. Dit is een groei van 4 miljoen bezoekers per jaar in de komende 10 jaar. De omzet per gast per nacht bedraagt nu € 412,–. De economische spin-off van internationaal toerisme is helder en aantrekkelijk. De kwaliteitshoreca en het hotelwezen profiteren daar in het bijzonder van. TOERISTENBEZOEKERS ROTTERDAM (Bron: Rotterdam Partners)
TOERISTENBEZOEKERS ROTTERDAM
2013
Attracties
2.983.679
Musea
929.433
Evenementen
3.701.014
Hotelgasten
Hotelovernachtingen Rotterdam The Hague Airport
1E HELFT 2014
(-8% t.o.v. 2012)
1.490.671
(+3,1% t.o.v. 1e helft 2013)
(+17,5% t.o.v. 2012)
495.305
(-12,8% t.o.v. 1e helft 2013)
(+1% t.o.v. 2012)
1.523.298
(+0,5% t.o.v. 1e helft 2013)
796.000
(+2,3% t.o.v. 2012)
443.000
(+9,4% t.o.v. 1e helft 2013)
1.260.000
(+3,4% t.o.v. 2012)
728.000
(+13,4% t.o.v. 1e helft 2013)
748.198
4 (+49% t.o.v. 2012)
408.451
(+14,9% t.o.v. 1e helft 2013)
• GETIJDENZWEMVOORZIENING – GEZONKEN SCHIP – LIG- EN PASSANTENPLAATSEN Niet alleen voor internationale gasten is de Rijnhaven attractief. De groeiende belangstelling voor Rotterdam heeft een sterke aantrekkingskracht op de regio en Nederland. Ook de bezoekersaantallen van de attracties binnen de gemeente Rotterdam hebben het afgelopen jaar een sterke stijging meegemaakt. Met het aanbod attractieve voorzieningen in de Rijnhaven, mag verwacht worden dat de Rijnhaven zal profiteren van deze stijging. Het getijden zwembad is uniek in de grote stad en zal de lokale bevolking uitnodigen te zwemmen en daarnaast veel kijkers trekken. Dat geldt ook voor het gezonken schip. Het gezonken schip vormt een speelplaats voor planten en vissen en is aantrekkelijk om naar te kijken. De lig- en passantenplaatsen voor jachten zijn een prachtige aanvulling voor de vele bezoekers naar de Rijnhaven maar ook voor de omwonenden en haar gasten. We zien het succes van de Marina in de Entrepot haven en verwachten dat de kleinere Marina in de Rijnhaven dit succes zal evenaren. • LEERLABORATORIUM EN WERKPLAATS RIJNHAVEN De grote vraag naar personeel in de haven- en industriesector wordt veroorzaakt door de komst van Maasvlakte 2, de intensivering van het bestaande gebied en de uitstroom van oudere werknemers door vergrijzing en vertrek. Tegelijkertijd is er een minimale instroom vanuit het onderwijs van de opleidingen techniek, maritiem en logistiek & transport. Daarnaast spelen zaken als het onbekende imago, de slechte bereikbaarheid en de concurrentie met andere sectoren, zoals de zakelijke dienstverlening, een rol. Alles bij elkaar resulteert dit in een schaarste op de (haven)arbeidsmarkt. Schaarste betekent duurdere arbeid en dat draagt niet bij aan onze concurrentiepositie en het vestigingsklimaat van bedrijven. Het opleiden van werkzoekenden sluit dus aan op de aanwezige vraag naar personeel.
AANPAK OM TE KOMEN TOT REALISATIE VAN CIRCULAIR ECONOMISCHE INITIATIEVEN, DELTA-INNOVATIE, VERGROTING VAN ECOLOGISCHE DIVERSITEIT EN CLUSTERING VAN KNOW HOW EN VOOR VERBETERING VAN ARBEIDSPARTICIPATIE, MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE, OPLEIDINGSNIVEAU EN ONDERNEMERSCHAP
Beschrijving van potentiële stakeholders en samenwerkingspartners
‘Samen ontwikkelen’ is de kern van onze ontwikkelstrategie. Deze strategie moet leiden tot ondernemerschap, maximale innovatie in economische en ecologische zin, maatschappelijke participatie en ondernemerschap. Wij onderkennen verschillende typen stakeholders en samenwerkingspartners die actief zijn op lokaal, regionaal, landelijk en internationaal niveau. Juist het verbinden van diverse partners en belangen heeft tot heden geleid tot verrassende uitkomsten.
Organisatie en uitvoering van deze aspecten
Om zoveel mogelijk win-winsituaties te creëren, zorg te dragen voor voldoende draagvlak en in te spelen op kansen en wijzigende omstandigheden, wil Kaviaar en de Maas werken met een partner- en kennisclub en een Trusted third party (TTP).
5
• PARTNER- EN KENNISCLUB Wij zetten in op een partner- en kennisclub om partijen uit te nodigen bij te dragen aan de ontwikkeling én de uitwerking van het programma. Te denken valt bijvoorbeeld aan partijen met ontwikkelbelangen aan de randen van de Rijnhaven, maar ook andere organisaties zijn welkom in de partner- en kennisclub. ‘Samen ontwikkelen’ is het motto! Een overzicht van huidige partijen die deel uitmaken van de partner- en kennisclub is opgenomen in het logo overzicht. Na gunning zullen we een brede uitnodiging versturen aan nieuwe partijen om deel te nemen aan onze partner- en kennisclub. • TRUSTED THIRD PARTY De trusted third party zorgt tijdens het ontwikkelingproces voor directe afstemming en agendasetting met politiek en bestuur op lokaal, landelijk en internationaal niveau, initieert en bespreekt potentiële publiekprivate samenwerkingskansen en bespreekt wijzigende omstandigheden en (conflicterende) belangen tussen de contractpartners en of stakeholders. Na gunning zullen we de partijen die belang hebben bij initiatieven in en rond de Rijnhaven (voor zover nog niet bij de inschrijving betrokken) uitnodigen om nader kennis te maken en om elkaar op de hoogte te brengen van initiatieven, voorgenomen activiteiten en belangen.
Financiële omvang van de aspecten arbeidsparticipatie, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau en ondernemerschap
De financiële omvang van de aspecten arbeidsparticipatie, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau en ondernemerschap is nog niet volledig in kaart gebracht. Het is wel ons streven om met behulp van het Leerlaboratorium, de Werkplaats Rijnhaven en de partner- en kennisclub de financiële omvang van deze aspecten te optimaliseren. In biedingsproduct 10 is een onderbouwing opgenomen van de maatschappelijke baten die worden gerealiseerd door de Werkplaats Rijnhaven.
Beoogd resultaat
Het beoogde resultaat bestaat uit: • Het maximaliseren van het innovatiemilieu door diversiteit te organiseren en te verbinden. • Het ontwikkelen van nieuwe producten, processen en diensten met het doel deze (inter) nationaal te vermarkten. • Het opleiden van het arbeidspotentieel dat Rotterdam rijk is, zodat het bij kan dragen aan een nieuwe economie. • Het maximaliseren van het leervermogen van het ontwikkelproces.
6
Kav i aar en d e
M
s aa
GETIJDEN PARK R IJNHAVEN
DEEL
2
BUITENRUIMTE
INHOUDSOPGAVE
INZICHT IN HET NETWERK VAN BUITENRUIMTE DAT WORDT TOEGEVOEGD (INCL. INZICHT IN HET GECOMMITTEERDE DEEL EN (NOG) NIET GECOMMITTEERDE DEEL EN DE WIJZE WAAROP DEZE SAMENHANGT MET EN HET AANSLUIT OP DE OMGEVING (OVERZICHTSKAART 1:1000)
3
VISIE OP GEBRUIK, INRICHTING EN MATERIALISERING VAN DE BUITENRUIMTE (DOELGROEPEN, SFEER, BELEVING)
6
INZOOMEN OP MINIMAAL DRIE BELANGRIJKE ONDERDELEN VAN DE BUITENRUIMTE (1:200)
7
INZICHT IN DE BUITENRUIMTE DIE NA HET EINDE VAN DE CONCESSIEDUUR OVER ZOU MOETEN GAAN NAAR DE GEMEENTE, INCLUSIEF DE VERWACHTE KOSTEN VOOR BEHEER EN ONDERHOUD HIERVAN.
9
2
INZICHT IN HET NETWERK VAN BUITENRUIMTE DAT WORDT TOEGEVOEGD (INCL. INZICHT IN HET GECOMMITTEERDE DEEL EN (NOG) NIET GECOMMITTEERDE DEEL EN DE WIJZE WAAROP DEZE SAMENHANGT MET EN HET AANSLUIT OP DE OMGEVING (OVERZICHTSKAART 1:1000) Het Getijdenpark Rijnhaven is een nieuw soort park: teruggewonnen uit de oude Rijnhaven, in het teken van eb en vloed en toegankelijk voor iedereen. De buitenruimte van het Getijdenpark Rijnhaven is opgebouwd uit drie verschillende delen: de Getijdenboulevard, het strand en de eilanden en de ontsluitingsstructuur. Ieder van deze delen heeft een eigen rol in de buitenruimte en draagt op een eigen manier bij aan de kwaliteit daarvan. De Getijdenboulevard betreft de inrichting van de kade aan de Posthumalaan, inclusief de appartementen, het Parkgebouw en op termijn mogelijk het datacenter. De drie eilanden zijn gelegen in het water van de Rijnhaven. De ontsluitingsstructuur verbindt de eilanden met de Getijdenboulevard, Wilhelminapier en Katendrecht.
KAART OPBOUW BUITENRUIMTE
3
De verhouding tussen buitenruimte (publiek toegankelijk) en private ruimtes
Het Getijdenpark Rijnhaven vervult de behoefte aan meer binnenstedelijke natuurlijke buitenruimte voor heel Rotterdam. Om aan die behoefte te voldoen, wordt het Getijdenpark zo publiek mogelijk ingericht, het wordt een park van iedereen. De drie eilanden en de boulevard zijn vrij toegankelijk voor iedereen. De bewoners van de getijdenwoningen zijn als het ware gasten in het park, maar hebben vanzelfsprekend een private plek. Dat betekent dat, met uitzondering van de gebouwen, het gehele getijdenpark publiek toegankelijk is en niet wordt afgesloten. Bij benadering is 90 procent van het grondoppervlak van het Getijdenpark publiek toegankelijk, vierentwintig uur per dag, zeven dagen in de week. Ook de natuur wordt maximaal toegankelijk: mensen kunnen vrij gebruik maken van de velden en de stranden, al naar gelang het water het toelaat.
VERHOUDING TUSSEN BUITENRUIMTE EN PRIVATE RUIMTES
Verhouding tussen verschillende gebruikers
Een park maakt geen onderscheid: het is van iedereen. Het park biedt ruimte aan de verschillende gebruikersgroepen die Rotterdam kent. Het internationale imago trekt toeristen en zakenlui van ver over de grenzen naar het drijvende hotel en het unieke landschap met een hoogstedelijke achtergrond. Jeugd gaat op excursie naar de eilanden om te leren over de meest bijzondere natuur die Nederland te bieden heeft: getijdennatuur. Op een meer dagelijkse basis, vormt het Getijdenpark Rijnhaven de welgemiste achtertuin van iedereen die in de buurt woont en werkt. Lunchwandelingen vinden plaats over de eilanden. Omwonenden vinden een plekje op het strand of op een van de velden op de eilanden om elkaar te ontmoeten, voor een namiddag in de zon of het ervaren van de Rijnhaven vanuit een compleet nieuw perspectief! Getijdenpark Rijnhaven is een aantrekkelijke ontmoetingsplek voor iedereen, die met respect voor elkaar en met respect voor de natuur wil recreĂŤren.
4
VERHOUDING TUSSEN VERSCHILLENDE GEBRUIKERS
Verhouding tussen buitenruimten en aanliggende functies
Met het dempen van een deel van de Rijnhaven, wordt er een groot oppervlakte betreedbare buitenruimte aan Rotterdam gegeven: een parkachtig landschap dat in het teken staat van water, getijden en natuur. Dat landschap ontleent kracht en kwaliteit aan de openheid ervan: met de wind in de haren, zand tussen de tenen en zilte druppels op het gezicht. Maar het Getijdenpark is meer dan dat: het is ook een attractie. Met een uniek smart grid, dat over het water zweeft en dwars door het afgezonken schip snijdt, voordat het in het Getijdenpark uitkomt. De rijnaak is een monument voor de scheepvaart, een herinnering aan andere tijden, en tegelijkertijd laat het de veerkracht en vruchtbaarheid van de natuur zien. Het is een baken voor biodiversiteit en de poort naar het park. Eenmaal op het eiland is er meer te doen: er zijn velden om te ballen, of te luisteren naar kleine optredens en stranden om over te dwalen. Er is het unieke bolvormige, drijvende hotel, en de lig- en passantenplaatsen met uitkijkpunt. Waan je hier even Leonardo di Caprio of Kate Winslet en neem een selfie met de stad op de achtergrond.
KAART VERHOUDING BUITENRUIMTEN EN AANLIGGENDE FUNCTIES
5
De benodigde maatvoering i.r.t. te vervullen functies BENODIGDE MAATVOERING IRT TE VERVULLEN FUNCTIES Programma 1. Parkeergebouw a. Woningen b. Horeca c. Parkeren 2. Appartementen 3. Drijvend hotel 4. Getijdenwoningen 5. Afgezonken schip Infrastructuur 6. Getijdenboulevard (incl. pleinen) 7. Smart grid 8. Ontsluitingsstructuur i. Steiger 1 ii. Steiger 2 9. Lig- en passantenplaatsen Landschap 10. Stranden 11. Eilanden (incl. strand en weides) a. Eiland 1 b. Eiland 2 c. Eiland 3 12. Weides
6
VISIE OP GEBRUIK, INRICHTING EN MATERIALISERING VAN DE BUITENRUIMTE (DOELGROEPEN, SFEER, BELEVING)
Doelgroep
Het Getijdenpark Rijnhaven zal gebruikers hebben met uiteenlopende karakters. Het wordt een gebied waar de buurtbewoner zijn dagelijkse avondrondje loopt, waar jonge Rotterdammers elkaar ontmoeten op het strand, maar waar ook de internationale hotelgast een frisse neus haalt na zijn lange congresdag. In biedingsproduct 1 zijn de doelgroepen waar het Getijdenpark Rijnhaven zich in het bijzonder op richt, nader toegelicht. Bij de inrichting en materialisering is met deze gevarieerde groep gebruikers rekening gehouden.
Inrichting
Het Getijdenpark biedt een unieke kijk op de toekomst van oude havens. De oude havens hebben veel betekend voor de stad en nog steeds drukken ze een stempel op wat de stad is, en hoe de stad beleefd wordt: een stevige uitstraling, een stad van maken en makers. Die uitstraling heeft de Rijnhaven ook en het getijdenpark bouwt daarop voort. Het behoudt de drie verschillende kades, en dat wat nu water is, blijft zo open mogelijk. Het onderscheid tussen haven en stad blijft dus overeind. Maar het Getijdenpark voegt nog een belangrijk element toe. Iets dat in de oude haven ondenkbaar was: levendigheid, natuur, en gebruik door de stadsbewoners. Het Getijdenpark Rijnhaven brengt estuariene natuur terug midden in de stad. In een omgeving met relatief weinig grote groengebieden is dit een welkome verrijking. Het Getijdenpark is er niet alleen voor mensen, ook voor flora en fauna is het een unieke standplaats, fourageerplaats, rust- en verblijfplaats. De inrichting is gericht op een zo hoog mogelijke aantrekkingskracht voor planten, insecten en dieren. Hoe groter het aantal soorten dat zich aangetrokken voelt, hoe beter!
Sfeer & beleving
De toekomstige Rijnhaven kenmerkt zich door innovatie, die in het gehele gebied zichtbaar zal zijn. Getijdenwoningen, een smart grid en een drijvende infrastructuur vormen de basis van het vooruitstrevende ontwerp, waarbij het ‘bouwen met de natuur’ een uitgangspunt vormt. Een aanvullend programma met mogelijke nieuwe ontwikkelingen zoals, stadslandbouw op en in het water, en een datacenter dat een rol speelt in de warmtehuishouding van het gebied, vult het pakket innovatieve elementen in het gebied verder aan. Zo wordt de Rijnhaven een gebied waar je de oude haven nog voelt en tegelijkertijd omringd wordt door de nieuwste technieken. Een gebied waar de omgeving continu in beweging is door de ontwikkeling van nieuwe gebouwen, evenementen en experimenten en natuurlijk het getijdenwater zelf.
Materialisering
De toegepaste verhardingen in het Getijdenpark zijn duurzaam en robuust. Daarmee passen ze bij wat Rotterdam is en wat Rotterdam wil uitstralen. Zo wordt de boulevard ingericht volgens de richtlijnen van de Rotterdamse stijl, en ontstaat er een samenhang tussen de Boulevard en de inrichting van de Wilhelminapier en Katendrecht.
7
De ontsluitingsstructuur krijgt een eigen, unieke uitstraling. Daarmee onderscheidt het zich van de omgeving en maakt het van het Getijdenpark een unieke plek. Niet alleen in vergelijking met de stad, of met Nederland, maar in de hele wereld, deels zwevend boven het maaiveld of drijvend op het water en waar nodig uitgerust met glazen balustrades, krijgt het een intrinsieke aantrekkingskracht, en High-Line (New York) achtige kwaliteiten. De beplanting wordt zo natuurlijk mogelijk en is een invulling van wat in een dergelijke natuurlijke omgeving vanzelf zou groeien, passend bij de beoogde estuariene natuur. Maar de beplanting heeft nog een rol: het houdt het zand en het strand op z’n plek. De natuur wordt dus een handje geholpen. De beplanting wordt in een vroeg stadium al gezaaid of aangeplant, en daarna natuurlijk (minimaal) beheerd, zodat de natuur het landschap ook verder kan laten groeien. Er is dus geen eindbeeld. Het natuurlijke landschap kan door de jaren heen veranderen. Wie weet hoe het zich over 15 jaar heeft ontwikkeld? Het Getijdenpark Rijnhaven functioneert als binnenstedelijk natuurlaboratorium.
INZOOMEN OP MINIMAAL DRIE BELANGRIJKE ONDERDELEN VAN DE BUITENRUIMTE (1:200) 1 Getijdenboulevard De ruimte tussen de Posthumalaan en de haven wordt een Getijdeboulevard. Feitelijk wordt het een podium en een tribune tegelijk. Een podium, omdat hier mensen bij elkaar komen. Bewoners en bezoekers komen samen om te verblijven en te flaneren. Een tribune, omdat de Getijdenboulevard een uitkijk biedt over het getijdenpark, de stranden en de eilanden.
GETIJDENBOULEVARD
8
2 Strand en eilanden Eindelijk een strand! Met het Getijdenpark krijgt Rotterdam wat zijn bewoners al jaren wensen: een plek om in buitenwater te zwemmen en met elkaar te kunnen genieten van zon, water en strand. Het Getijdenpark heeft een getijdenbad: een jaarrond toegankelijk bad dat zich met iedere vloed vult met vers water, en dat eventueel met restwarmte van het datacenter verwarmd kan worden tot een comfortabele temperatuur. Rond het Getijdenbad ligt een ruim zandstrand met een terras in het Parkgebouw.
STRAND EN EILANDEN
9
3 Smart grid Hoe gaat Rotterdam om met stofstromen? Het IABR gaf een interessante impuls aan de discussie over het transport en gebruik van water, warmte, energie en afval. Het smart grid van de Rijnhaven laat zien hoe die discussie en visie vertaald kunnen worden naar de werkelijkheid: een innovatief en adaptief netwerk dat energie, landschap en gebruikers met elkaar verbindt. Dit smart grid is zogezegd adaptief. Niet alleen is het een medium voor het transport van energie, water, warmte energie en afval, het past zich ook aan op het dynamische getijdenlandschap. Bij eb en vloed drijven delen van het grid mee omhoog en omlaag op het water. Sommige delen, zoals de doorvaarbare delen, dobberen zelf op drijvers! Ieder drijvende voorziening kan op het grid aangesloten worden. In die zin is het een interface tussen het water en de stad.
SMART GRID
INZICHT IN DE BUITENRUIMTE DIE NA HET EINDE VAN DE CONCESSIEDUUR OVER ZOU MOETEN GAAN NAAR DE GEMEENTE, INCLUSIEF DE VERWACHTE KOSTEN VOOR BEHEER EN ONDERHOUD HIERVAN. Na afloop van de concessieperiode zal het gehele plangebied met uitzondering van de privaat ontwikkelde kavels (woningen, appartementen en de parkeergarage) aan de gemeente worden over gedragen. Voor de onderhoudskosten na overdracht wordt verwezen naar dialoogproduct 10. De huidige inschatting van de beheer- en onderhoudskosten liggen lager dan het door de gemeente aangegeven plafond voor beheer- en onderhoudskosten.
10
Kav i aar en d e
M
s aa
GETIJDEN PARK R IJNHAVEN
DEEL
2
VERKEER
INHOUDSOPGAVE
BESCHRIJVING WELKE MOBILITEITSBEHOEFTE DE ONTWIKKELING ZAL GENEREN EN HOE DEZE WORDT GEACCOMMODEERD
3
MOBILITEITSVISIE: VERVOERSPLAN (GERICHT OP BEOORDELING IN HET KADER VAN EISEN BREEAM, TRA5)
6
BESCHRIJVING HOE WORDT OMGEGAAN MET DE UITGEVRAAGDE PARKEEROPGAVE WILHELMINAPIER
2
10
BESCHRIJVING WELKE MOBILITEITSBEHOEFTE DE ONTWIKKELING ZAL GENEREN EN HOE DEZE WORDT GEACCOMMODEERD De ontwikkeling van de Rijnhaven zal vanzelfsprekend effect hebben op de vervoersstromen in en om het gebied. Om hierop in te kunnen spelen in het ontwerp van het gebied, is een berekening uitgevoerd om de mobiliteitsbehoefte te bepalen.
Programma
Het gecommitteerde programma bestaat uit de volgende verkeersaantrekkende functies: • parkeergarage in het Parkgebouw voor personenauto’s langs de Posthumalaan; • pleinen en stadsstranden langs de randen en op de eilanden. Het flexibele programma bestaat uit de volgende verkeersaantrekkende functies: • vrijstaande woningen, 3 langs de Posthumalaan en 9 op de eilanden; • luxe appartementen, 10 op de bovenlaag van de parkeergarage en 120 in 3 gebouwen van 40 appartementen langs de Hillelaan; • drijvend hotel, met een capaciteit van 150 kamers; • commerciële voorzieningen, circa 4.000 m2
Ritgeneratie autoverkeer van het gecommitteerde programma
De ritgeneratie van het gecommitteerde programma bestaat uit het autoverkeer van en naar de parkeergarage langs de Posthumalaan (max. 430 ppl) voor de functies op de Wilhelminapier. De afwikkeling van het verkeer van en naar de parkeergarage op de wegenstructuur rond de Rijnhaven wordt in hoge mate bepaald door de capaciteit van het kruispunt Erasmusbrug – Wilhelminakade – Posthumalaan en de mogelijkheden voor aansluiting op de Posthumalaan. In het vigerende verkeersmodel van de gemeente is ervan uitgegaan dat de parkeercapaciteit langs de Wilhelminakade zou worden gerealiseerd c.q. via de Wilhelminakade zou worden ontsloten. Door verplaatsing van deze parkeercapaciteit naar een locatie langs de Posthumaweg treedt er een verandering op in de verkeerstromen op de wegenstructuur rond de Rijnhaven en met name op het kruispunt Erasmusbrug – Wilhelminakade – Posthumalaan. De gemeente Rotterdam heeft aangegeven dat de verschuiving van de verkeersstromen een positief effect heeft op de capaciteit van het kruispunt Erasmusbrug – Wilhelminakade – Posthumalaan (er komt een capaciteit beschikbaar van 120 tot 141 mvt/uur tijdens de avondspits). Deze extra capaciteit kan gebruikt worden voor de ontsluiting van nieuwe functies in de Rijnhaven. Met andere worden, de ritgeneratie voor de 430 ppl in de parkeergarage is al opgenomen in de toekomstscenario’s voor de wegenstructuur in dit gebied en legt dus geen extra beslag op de capaciteit van de wegen en kruispunten. Er zal alleen een verschuiving plaatsvinden van verkeerstromen naar de parkeergarage langs de Posthumalaan. De pleinen en stadsstranden zullen slechts in beperkte mate autoverkeer aantrekken. Deze functies trekken bezoekers aan vanuit de stad en niet of nauwelijks van buiten de stad. De bezoekers komen overwegend met de fiets of het openbaar vervoer naar deze voorzieningen. Voor pleinen en stadsstranden zijn geen standaard kencijfers beschikbaar voor het aantal parkeerplaatsen en autoritten. Vooralsnog is de ritproductie gebaseerd op het minimum kencijfer voor parkeren bij een themapark (4 ppl/ha netto) en een gemiddelde verblijfsduur van 4 uur
3
(2 auto’s per ppl per dag = 4 ritten per ppl per dag). Uitgaande van maximaal 6 ha park en strand komt de ritproductie uit op circa 130 ritten per etmaal. Deze ritten vinden vooral in de zomer plaats in de weekenden en op andere vrije dagen. Op werkdagen zal het aantal ritten tijdens de maatgevende avondspits zeer klein zijn (minder dan 10 ritten) en is het effect van deze functies op het wegennet rond de Rijnhaven nauwelijks meetbaar. Om die reden wordt de ritgeneratie voor de pleinen en stadsstranden niet in de berekeningen voor de maatgevende werkdag en maatgevende avondspits opgenomen.
Ritgeneratie autoverkeer van het flexibele programma
De ritgeneratie van het flexibele programma bestaat uit het autoverkeer van en naar de nieuwe functies in het plangebied. Voor het bepalen van de ritproductie is gebruik gemaakt van de Kencijfers Verkeersgeneratie uit het ASVV 2012 (CROW, 2012). Ontbrekende kencijfers zijn afgeleid van vergelijkbare functies en/of teruggerekend vanuit de berekende parkeervraag. In bijlage 6.1 is de berekening van de ritgeneratie opgenomen. In tabel Ritgeneratie functies flexibel programma is een samenvatting gegeven van de ritgeneratie van het flexibel programma. Omdat het programma slechts een beperkte invloed heeft op de verkeerstromen in het gebied, geeft een weergave op de kaart geen extra informatie. Er zijn om die reden geen kaarten met ritgeneraties toegevoegd.
RITGENERATIE FUNCTIES FLEXIBEL PROGRAMMA
RITGENERATIE GEMIDDELDE WERKDAG
MINIMUM
MAXIMUM
Woningen en appartementen, auto op eigen terrein
740
870
mvt/etm
Woningen en appartementen, auto in parkeergarage
130
150
mvt/etm
Hotel en horeca
300
410
mvt/etm
1.170
1.430
mvt/etm
TOTAAL
RITGENERATIE GEMIDDELDE OCHTENDSPITSUUR
MINIMUM
MAXIMUM
Woningen en appartementen, auto op eigen terrein
60
70
mvt/uur
Woningen en appartementen, auto in parkeergarage
10
10
mvt/uur
Hotel en horeca
25
35
mvt/uur
TOTAAL
95
115
mvt/uur
4
RITGENERATIE GEMIDDELDE AVONDSPITSUUR
MINIMUM
MAXIMUM
Woningen en appartementen, auto op eigen terrein
65
80
mvt/uur
Woningen en appartementen, auto in parkeergarage
10
15
mvt/uur
Hotel en horeca
30
35
mvt/uur
115
130
mvt/uur
TOTAAL
Netwerkaanpassingen ten behoeve van het extra programma
Voor de maatgevende avondspits komt de totale ritgeneratie op 115 tot 130 mvt/uur. Deze ritten zullen zich verdelen over drie richtingen via Posthumalaan, Erasmusbrug, Laan op Zuid, Veemstraat en Hillelaan. Indien 50 tot 75 % van de ritten via het kruispunt op de Wilhelminakade wordt afgewikkeld, maken er maximaal 100 mvt/uur in de avondspits gebruik van dit kruispunt. Dit blijft onder de extra beschikbare capaciteit van 120 tot 141 mvt/uur. De andere twee routes worden dan gebruikt door maximaal 50 % van de ritten (= 65 mvt/uur). Dit komt neer op maximaal 35 mvt/uur in de avondspits over de Veemstraat – Laan op Zuid en maximaal 35 mvt/uur in de avondspits Posthumalaan – Hillelaan. Deze toename is dermate gering dat dit niet tot afwikkelingsproblemen zal leiden. Hieruit kan worden geconcludeerd dat er geen netwerkaanpassingen noodzakelijk zijn ten behoeve van het extra programma. De extra verkeersbewegingen (auto) zijn zo gering dat zij passen binnen de beschikbare capaciteit op de wegenstructuur rond de Rijnhaven. ONTSLUITING PARKEERGARAGE EN FUNCTIES LANGS POSTHUMALAAN
5
MOBILITEITSVISIE: VERVOERSPLAN (GERICHT OP BEOORDELING IN HET KADER VAN EISEN BREEAM, TRA5)
Overzicht van maatregelen gericht op het beheren en beheersen van verkeer, met als doel het aantal autokilometers terug te dringen en de bereikbaarheid van het gebied te handhaven of te verbeteren. • VERVOER OVER DE STEIGERS EN / OF OVER HET WATER In de plannen zijn een aantal functies opgenomen die vanaf het land via steigers en / of via het water bereikbaar zijn. We stellen voor om voor de gasten van het hotel en eventueel ook voor de gasten van de horeca, een aanvullend systeem te realiseren om de loopafstand tussen de parkeergarage en OV-haltes te overbruggen. Gedacht kan worden aan kleine elektrische voertuigen (vergelijkbaar met de huidige golfkarren), die pendelen tussen het hotel en parkeergarage en gebruik maken van de steigers. De steigers worden zo uitgevoerd dat naast fietsers en voetgangers ook kleine (elektrische) vervoermiddelen over de steigers kunnen rijden om gasten of bezoekers van en naar het hotel en de horeca te brengen. Daarnaast kunnen hotelgasten en andere bezoekers gebruik maken van bestaande watertaxi’s (openbaar vervoer over water) en nog te ontwikkelen pendels over water (bijvoorbeeld watertaxi’s tussen de parkeergarage en het hotel). De keuze tussen een pendeldienst over water of over de steigers zal bij de ontwikkeling van de functies aan de orde zijn. • OPENBAAR VERVOER De nieuwe functies in de Rijnhaven zijn goed bereikbaar per openbaar vervoer. In de nabijheid van de Rijnhaven liggen metro-, tram- en bushaltes op loopafstand. Er is een globale verkenning uitgevoerd op basis van de haltecirkels voor metro (1.200 m), tram (800 m) en bus (400 m) (zie figuur Ligging metro-, tram- en bushaltes, incl. haltecirkels (globaal)). Hieruit kan worden geconcludeerd dat de nieuwe functies langs de Posthumalaan (de woningen en appartementen) goed bereikbaar zijn met deze vervoersmiddelen. Ook de nieuwe functies in de Rijnhaven zijn goed bereikbaar per metro, tram en bus. De afstanden tot de haltes zijn weliswaar (te) groot, maar de hotelgasten kunnen met een eigen pendeldienst over de steigers naar de haltes gebracht worden (bijvoorbeeld met elektrische golfkarren of (onbemande) shuttlebusjes).
6
LIGGING METRO-, TRAM- EN BUSHALTES, INCL. HALTECIRKELS (GLOBAAL)
Parkeerstrategie
Het parkeren voor de appartementen langs de Posthumalaan gebeurt op eigen terrein of in inpandige garages. Het parkeren voor de functies op de eilanden vindt plaats in de parkeergarage langs de Posthumalaan (t.h.v. de Veemstraat). Voor het bepalen van de benodigde parkeercapaciteit voor het flexibele programma is gebruik gemaakt van de Parkeernormen woonfunctie en niet-woonfuncties van de gemeente Rotterdam. In grote lijnen komen die overeen met de minimum kencijfers voor parkeren uit het ASVV 2012 (CROW, 2012). Ontbrekende kencijfers zijn afgeleid van vergelijkbare functies. In bijlage 6.2 is de berekening van de benodigde parkeercapaciteit opgenomen. In tabel Parkeervraag functies flexibel programma is een samenvatting gegeven van de benodigde parkeercapaciteit voor het flexibel programma, met onderscheid naar de norm en de maatgevende perioden op gemiddelde werkdag en werkdagavond / weekend. Voor de parkeerplaatsen op eigen terrein is voor alle perioden uitgegaan van de norm omdat deze niet door anderen gebruikt kunnen worden.
7
PARKEERVRAAG FUNCTIES FLEXIBEL PROGRAMMA
PARKEERVRAAG FLEXIBEL PROGRAMMA
NORM
WERKDAG
AVOND / WEEKEND
Woningen en appartementen, auto op eigen terrein
124
124
124
ppl
Woningen en appartementen, auto in parkeergarage
21
10
21
ppl
Hotel en horeca
82
21
82
ppl
Parken en stadsstranden
24
6
6
ppl
Totaal op eigen terrein
124
124
124
ppl
Totaal in parkeergarage
127
37
109
ppl
TOTAAL
251
161
233
ppl
In tabel Benodigde capaciteit parkeergarage langs Posthumalaan is een samenvatting gegeven van de benodigde parkeercapaciteit van de parkeergarage, rekening houdend met de claim van 430 ppl op werkdagen, het aanwezigheidspercentage van de overige functies en het dubbelgebruik van de parkeerplaatsen in de parkeergarage.
BENODIGDE CAPACITEIT PARKEERGARAGE LANGS POSTHUMALAAN
CAPACITEIT PARKEERGARAGE
WERKDAG
Parkeerplaatsen voor Wilhelminakade
AVOND / WEEKEND 430
22
ppl
Woningen en appartementen, auto in parkeergarage
10
21
ppl
Hotel en horeca
21
82
ppl
6
6
ppl
467
131
ppl
Parken en stadsstranden TOTAAL
Uit het bovenstaande kan worden afgeleid dat het flexibele programma in de Rijnhaven resulteert in een extra parkeercapaciteit op werkdagen van circa 37 parkeerplaatsen en op werkdagavonden en in het weekend 109 parkeerplaatsen. De parkeergarage dient een capaciteit te hebben van minimaal 467 parkeerplaatsen.
8
De parkeernormen van de gemeente Rotterdam zijn vergelijkbaar met de minimum kencijfers van CROW. Dit houdt in dat in de standaard norm al rekening wordt gehouden met het ‘ontmoedigen van het autogebruik’ in de stad Rotterdam. Gezien de combinatie van het hanteren van een minimum norm, de nabijheid van het openbaar vervoer, de voorgestelde functies in de Rijnhaven en de claim van 430 parkeerplaatsen voor de Wilhelminakade, hebben extra mobiliteitsmaatregelen voor de beoogde functies in de Rijnhaven een relatief gering effect op de maatgevende capaciteit van de parkeergarage. Daarnaast is het aantal benodigde extra parkeerplaatsen voor de functies (37 op werkdagen) zo gering in vergelijking met de vaste claim van 430 parkeerplaatsen voor de Wilhelminakade, dat het effect van mobiliteitsmaatregelen ook zeer gering is. • FIETSPARKEREN Het stallen van de fietsen voor de appartementen langs de Posthumalaan gebeurt op eigen terrein of inpandig. Voor het stallen van de fietsen voor de appartementen op de parkeergarage zal in de parkeergarage ruimte gereserveerd worden. Bij het hotel zal een combinatie komen van een afgesloten stalling voor de hotelgasten en een buitenstalling voor bezoekers. Bij de horeca en bij de stadsstranden zullen openbare fietsenstallingen gecreëerd worden. Voor het bepalen van de benodigde stallingscapaciteit voor het flexibele programma is gebruik gemaakt van de kencijfers voor fietsparkeren uit het ASVV 2012 (CROW, 2012). Ontbrekende kencijfers zijn afgeleid van vergelijkbare functies. In bijlage 6.3 is de berekening van de benodigde fietsparkeercapaciteit opgenomen. In tabel Fietsparkeervraag functies flexibel programma is een samenvatting gegeven van de benodigde stallingcapaciteit voor het flexibel programma. Per functie is alleen de normcapaciteit gegeven, omdat dubbelgebruik van fietsenstallingen bij deze combinatie van functies niet aan de orde is.
FIETSPARKEERVRAAG FUNCTIES FLEXIBEL PROGRAMMA
FIETSPARKEERVRAAG FLEXIBEL PROGRAMMA
NORM
Woningen en appartementen, inpandig/eigen terrein
432
fietspl
30
fietspl
Hotel en horeca
182
fietspl
Parken en stadsstranden
180
fietspl
Appartementen, fiets in parkeergarage
De fietsenstallingen voor bezoekers van de pleinen en stadsstranden worden zo dicht mogelijk bij deze functies gerealiseerd om ‘wildstallen’ van fietsen te voorkomen. De steigers zijn toegankelijk voor fietsers. Bij elke toegang vanaf de steigers naar het plein of stadsstrand dient een fietsenstalling aanwezig te zijn met voldoende capaciteit.
9
VEILIGHEID FIETSERS EN VOETGANGERS Langs de Posthumalaan liggen vrijliggend fietspaden. De Posthumalaan is onderdeel van enkele belangrijke regionale fietsroutes (o.a. de Oude Maasroute en de Zuidwijk route). Parallel aan de Posthumalaan ligt de Tillemakade die gebruikt wordt als voetpad. De steigers van de Rijnhaven wordt ingericht voor het gebruik door fietsers en voetgangers en sluiten aan op de voetgangersroute op de Tillemakade en de fietsroute op de Posthumalaan. De locatie van de aanlandingen zijn zo gekozen dat deze dicht bij de fiets- en voetgangersoversteekplaatsen op de Posthumalaan liggen. Dit betekent dat fietsers en voetgangers de Posthumalaan veilig kunnen oversteken op de daarvoor ingerichte oversteekplaatsen. Aan de westzijde sluit de steiger aan op de Antoine Platekade. Bij de nadere uitwerking zal hier nog een verbinding voor fietsers en voetgangers richting de Wilhelmakade moeten worden gerealiseerd.
BESCHRIJVING HOE WORDT OMGEGAAN MET DE UITGEVRAAGDE PARKEEROPGAVE WILHELMINAPIER
Schetsontwerp van de eventuele parkeergarage voor de parkeeropgave Wilheminapier, inclusief de uitgevraagde parkeeropgave voor de Wilhelminapier SCHETSONTWERP PARKEERGARAGE
Beschrijving van samenhang / relatie tussen eigen parkeeropgave en de uitgevraagde parkeeropgave voor de Wilhelminapier
De parkeergarage komt langs de Posthumalaan ter hoogte van de Veemstraat. De parkeergarage zal worden gebruikt door de in het Parkgebouw bestaande functies op de Kop van Zuid. Hiervoor is een claim van 430 parkeerplaatsen in het plan opgenomen.
LIGGING PARKEERGARAGE LANGS DE POSTHUMALAAN
De in- en uitgang van de parkeergarage ligt tegenover de aansluiting van de Veemstraat. Hiermee wordt voorkomen dat de verkeersafwikkeling op de Posthumalaan wordt verstoord door een extra kruising. Naar verwachting zal de extra tak op de bestaande aansluiting tot gevolg hebben dat er een verkeerslichtenregeling moet worden geplaatst, inclusief de daarbij horende aanleg van opstelstroken. De locatie van de parkeergarage biedt voldoende mogelijkheden om de benodigde extra opstelstroken op de Posthumalaan te realiseren. De parkeergarage is vanaf de Posthumalaan direct te bereiken voor verkeer uit noordelijke en zuidelijke richting. Het verkeer uit zuidoostelijke richting kan op de Laan op Zuid ter hoogte van de Veemstraat niet linksafslaan door de middenberm (met trambaan) en zal via de Laan op Zuid en Wilhelminakade naar de garage moeten rijden (of via de Brede Hilledijk en Hillelaan). Het uitrijdende verkeer kan via de Posthumalaan direct in noordelijke en zuidelijke richting wegrijden. Het uitrijdende verkeer in zuidoostelijke richting kan via de Veemstraat naar de Laan op Zuid rijden. De afstand tussen de in- en uitgang van de parkeergarage en het Wilhelminaplein is ongeveer 300 m. De kans op een blokkade van het kruispunt op het Wilhelminaplein als gevolg van het in- en uitgaande verkeer van de parkeergarage is hierdoor minimaal. De loopafstand van de Wilhelminakade naar de parkeergarage is circa 450 m en loopt via de steigers afwisselend over het water en door een groene parkachtige omgeving. Voor de meeste automobilisten zal deze afstand geen bezwaar zijn om de parkeergarage te gebruiken.
11
Kav i aar en d e
M
s aa
GETIJDEN PARK R IJNHAVEN
DEEL
2
DUURZAAMHEID
INHOUDSOPGAVE
MILIEUAFWEGING OP HOOFDLIJNEN
3
INZICHT IN DE WIJZE WAAROP HET PLAN LEIDT TOT VERBETERING ECOLOGISCHE KWALITEIT
4
INZICHT IN DE ENERGIEVOORZIENING, INCLUSIEF DE WIJZE WAAROP WORDT OMGEGAAN OP DE AANSLUITPLICHT OP HET WARMTENET
4 6
BREEAM-SCORES
2
MILIEUAFWEGING OP HOOFDLIJNEN
Het plan leidt niet tot overschrijding van geluidnormen
Het beoogde plan valt binnen de 50 dB-contouren van de industriegebieden Maashaven en Eemhaven en leidt dus niet tot overschrijving van geluidnormen. In figuur Milieukaart Getijdenpark Rijnhaven is het programma geprojecteerd op de milieukaart.
MILIEUKAART GETIJDENPARK RIJNHAVEN
Als onderdeel van de RO-strategie zal na gunning worden onderzocht, wat de invloed van de beide industriegebieden is op de geluidbelasting op de nieuwe woningen, en wat de eventuele wettelijke consequenties hiervan zijn (o.a. hogere waarde procedure en binnenwaardeonderzoek). Daarnaast dient nog te worden onderzocht wat de invloed van de beoogde ontwikkeling is op de omgeving, en wat de invloed is van de omgeving naar de ontwikkeling van de overige geluidaspecten (rail- en wegverkeer, cumulatie).
Het plan leidt niet tot verslechtering van de bodemkwaliteit
Voor de verondieping van de Rijnhaven is veel grond nodig. De kwaliteit van de grond die in de Rijnhaven verwerkt wordt, zal door middel van partijkeuringen worden vastgesteld. Afhankelijk van de uitkomsten van de keuringen zal worden bekeken waar in het plangebied de grond kan worden verwerkt. Bij de aanvoer van grond zal, conform het gestelde in het PPE, de grondbank van Rotterdam geconsulteerd worden.
3
Beschrijven van soort en omvang van emissies, o.a. als gevolg van luchtkwaliteitbeïnvloedende installaties en mobiliteit, inclusief scheepvaartverkeer Voor de emissies naar luchtkwaliteit, zal de invloed van de woningen op de omgeving niet in betekenende mate bijdragen. Er is daarom geen onderzoek nodig op deze emissies. Voor het leefklimaat ter plaatse van de woningen moet wel onderzoek uitgevoerd worden. Hiervoor wordt onderzocht, wat de invloed van de omgeving (wegverkeer, scheepvaart en installaties van de omliggende industrie) ter plaatse van de woningen is. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de industrie grotendeels is opgenomen in de achtergrond. Het luchtonderzoek beperkt zich tot de toetsing conform de – in de Wet milieubeheer opgenomen – methodiek.
INZICHT IN DE WIJZE WAAROP HET PLAN LEIDT TOT VERBETERING ECOLOGISCHE KWALITEIT Door de Rijnhaven te verondiepen wordt het mogelijk om een nieuw onder – en bovenwaterlandschap te maken, waarbij er waardevolle habitats gecreëerd kunnen worden. De Rijnhaven heeft momenteel een diepte van circa 4 – 7 meter, een diepte die niet meer vereist is omdat de haven, behoudens de kade aan de zuidzijde, geen havenfunctie meer heeft. Om het ecologisch herstel in de Rijnhaven mogelijk te maken, dient de haven verondiept te worden. Hierdoor worden de overgangen van nat naar droog geleidelijker en natuurvriendelijker. Uiteindelijk ontstaat een gebied met een estuariën-karakter, met veel gradiënten. Daardoor groeien er meer (water-) planten en worden waterorganismen (vissen) aangetrokken. Het verondiepen en realiseren van 3 eilanden in het midden van de haven, mogelijk in combinatie met geotubes (of andere oeverbescherming), creëert een groot volume. Dit biedt een voordeel voor natuur, recreatie en de ruimtelijke kwaliteit. Golven in de haven worden gedempt, met positief effect op het onderhoud van de kades en het onderhoud van andere constructies in de haven. Voor de huidige natuurwaarde van de Stadshavens, de visie op het herstellen van de ecologische waarde van de Stadshavens en de manier waarop dit bereikt kan worden, wordt verwezen naar het document Rotterdamse Adaptatiestrategie van de gemeente Rotterdam uit oktober 2013. In dit document wordt ingegaan op de maatregelen die hieruit voortvloeien voor de Rijnhaven. Na gunning zal in de nadere uitwerking van het plan hier verder op worden ingegaan.
INZICHT IN DE ENERGIEVOORZIENING, INCLUSIEF DE WIJZE WAAROP WORDT OMGEGAAN OP DE AANSLUITPLICHT OP HET WARMTENET Ons huidige systeem van energievoorziening is gebaseerd op de criteria betaalbaarheid, beschikbaarheid en betrouwbaarheid. Dit heeft geresulteerd in een systeem dat centraal produceert om dit vervolgens in een richting te transporteren en te distribueren naar de gebruikers. In de loop der jaren zijn meerdere criteria aan het systeem toegevoegd: flexibiliteit, geopolitieke onafhankelijkheid en duurzaamheid. Dit heeft een significante invloed op het ontwerp van deze essentiële levensbehoefte. Energiebronnen zullen verdeeld worden over het netwerk en consumenten worden prosumers. Dit heeft als gevolg dat energiestromen alle kanten op gaan en pieken vaker en heftiger voorkomen. Het huidige netwerk is hier niet op berekend. Om de energievoorziening beheersbaar
4
en betaalbaar te houden in de toekomst, zal er slim moeten worden omgegaan met deze verandering. Na gunning, zal in de verdere uitwerking van het plan hier op worden ingespeeld. Het energieconcept voor de Rijnhaven is gebaseerd op REAP (zie apart tekstblok). Alle nieuwe initiatieven zullen worden getoetst aan deze methode. Vooral de tweede stap, het hergebruiken van reststromen op gebouw- en gebiedsschaal, heeft veel potentie. De optimale uitwisseling van warmte leidt tot zowel ecologisch als economisch rendement.
REAP Sinds de jaren 80 wordt de Trias Energetica gebruikt als methodiek om gebouwen energetisch duurzaam te maken. Het is een leidraad voor een logische milieubewuste aanpak, maar desondanks heeft het in de twintig jaar dat het in gebruik is, niet geleid tot de gewenste duurzaamheid. Vooral de penetratiegraad van duurzame energiebronnen, de tweede stap, is zeer mager, waardoor het duurzaam bouwen in Nederland zich vooral richt op stap 3, die in de praktijk vaak wordt beschouwd als stap 1. Dat er zo weinig is gedaan met zon, wind en andere duurzame bronnen heeft grotendeels te maken met de stap die abrupt volgde na een niet optimaal gereduceerde vraag naar energie, en doordat een belangrijke tussenstap niet expliciet werd genoemd. Twee van onze consortium partners (Doepel Strijkers en TU Delft) hebben in 2009 samen met de Gemeente Rotterdam, de Rotterdamse Energie Aanpak en Planning (REAP) ontwikkeld. REAP introduceert een nieuwe stap. De Nieuwe Stappenstrategie, zoals deze methode wordt genoemd, voegt ten eerste een belangrijke tussenstap in, na de vraagreductie en toepassing van duurzame bronnen, en koppelt er ten tweede een afvalstrategie aan vast. Daarmee is ze ook geïnspireerd door de Cradle-to-Cradle filosofie: 1 Reduceer de vraag (door slim en bioklimatisch ontwerpen) 2 Hergebruik reststromen 3 Pas duurzame bronnen toe en zorg dat afval voedsel is 4 Los de resterende vraag schoon en efficiënt op
Samen met het programmabureau Warmte Koude Zuid Holland zijn wij in gesprek om te kijken hoe wij van elkaar kunnen leren of op elkaar kunnen aansluiten. Het programmabureau onderzoekt de realisatie van een Datacenter in een watergebied en is op zoek naar een locatie in de stad om een dergelijke applicatie te testen. Wij hebben belangstelling om dit met het programmabureau in de Rijnhaven verder te onderzoeken, en zijn de 1e gesprekken gestart. Het Datacenter zou bijvoorbeeld als een Heat Hub kunnen fungeren, een uitwissel installatie die warmte op de juiste temperatuur levert aan de verschillende programma’s in het gebied.
5
Het smart grid maakt het mogelijk, om stromen tussen gebouwen optimaal uit te wisselen, en zodoende tot een optimale warmte-, water-, en stroombalans te komen. De doelstelling van de rijksoverheid, inzake duurzame energie productie, is in 2020 gesteld op 14 % en in 2023 op 16 %. Wij hebben als doel om in de Rijnhaven 100 % duurzame energieproductie te hebben in 2020. We zullen de volgende oplossingen maximaal toepassen: • Zon • Wind • Biomassa • Getijde energie (gebouwde omgeving niveau) • Waterstof • WKO AANSLUITPLICHT OP HET WARMTENET Op dit moment is er binnen het ontwerp van de diverse vastgoedobjecten nog geen duidelijkheid over de aansluiting op het warmtenet. Gedurende de verdere uitwerking van het plan zal hierover in overleg getreden worden met de diverse belanghebbenden partijen.
BREEAM-SCORES In deze paragraaf is per BREEAM credit een toelichting gegeven op de handelingen en randvoorwaarden die voor de ontwikkeling zullen gelden. Eventuele bewijslast of scores kunnen in deze fase van het proces nog niet worden gegeven.
BREEAM-scores op ENE 5 Toepassing hernieuwbare energie
Doel van deze credit is deze toepassing van duurzame energiesystemen in de directe omgeving te stimuleren. Er zal een haalbaarheidsonderzoek worden uitgevoerd naar de toepassing van duurzame energieopwekking ten behoeve van de gebouwen. Doel hiervan is de CO2 uitstoot van het gebouw te reduceren met ten minste 35 % van de referentiesituatie zonder duurzame energieopwekking. Het haalbaarheidsonderzoek zal de toepassing van lokale duurzame energiebronnen ten behoeve van de energievoorziening van het gebouw toetsen op economische en technische aspecten. De lokale duurzame energiebronnen zijn bronnen die, op of nabij het gebouwterrein zelf, al aanwezig zijn. Het haalbaarheidsonderzoek zal in een vroege bouwontwerpfase worden uitgevoerd, zodat eventueel beschikbare en haalbare technieken voor duurzame energieopwekking bij de verdere gebouwontwikkeling kunnen worden betrokken. Indien het haalbaarheidsonderzoek te laat wordt uitgevoerd, zodat bepaalde technieken voor duurzame energieopwekking niet meer kunnen worden toegepast, kan deze credit niet worden toegekend. Uiteindelijk zullen een of meerdere van de, in het haalbaarheidsonderzoek geadviseerde, duurzame energiebronnen daadwerkelijk worden toegepast. Zo, dat een berekende, over alle duurzame bronnen getotaliseerde, CO2 emissiereductie wordt bereikt van ten minste 40 % van de totale gebouwgebonden CO2-emissie, gerekend ten opzichte van de referentiesituatie.
6
BREEAM-scores op MAN 6, Consultatie belanghebbenden
Doel van deze credit is het, bij het ontwerpproces, betrekken van relevante belanghebbenden, onder wie gebouwgebruikers, bedrijven, bewoners en de lokale overheid. Hiervoor wordt consultatie en terugkoppeling ingezet, om zo de lokale betrokkenheid te vergroten en een gebouw te realiseren dat optimaal voor zijn functie geschikt is. Tijdens de voorbereiding van het schetsontwerp zullen we het volgende ondernemen: • Er wordt een consultatieplan met de beschrijving van het consultatieproces en de afbakening van de consultaties opgesteld. Dit plan bevat een planning en een plan van aanpak, waarin duidelijk aangegeven is op welke punten de belanghebbenden kunnen bijdragen aan het project en hoe zij geïnformeerd zullen worden over de voortgang van het project. • Het ontwerpteam zal overleg hebben met (een afvaardiging van) de lokale gemeenschap en andere relevante belanghebbenden. • Het consultatieproces zal schriftelijk gedocumenteerd worden, zodat we achteraf kunnen aantonen dat de acties daadwerkelijk doorlopen zijn. Ook de terugkoppeling over de resultaten van het consultatieproces is hier onderdeel van. Zo ontstaat een dossier met daarin bijvoorbeeld een overzicht van geconsulteerde personen, nieuwsbrieven, posters, circulaires, vergaderagenda’s en verslagen van de vergaderingen met belanghebbenden. • Er zal een overzicht worden opgesteld met partijen die kennis hebben over, en ervaring hebben met, hetzelfde type bestaande gebouwen, om zo kansen voor samenwerking en zakelijk netwerk te signaleren. • Er wordt geïnventariseerd welke wensen toekomstige gebruikers en omwonenden hebben voor de groene en ecologische inrichting, en het gebruik van de buitenruimten. • Bij de lokale gemeenschap zal geïnformeerd worden welke kennis er aanwezig is over de aanwezigheid van (populaties van) planten- en diersoorten. Ook dit proces zal schriftelijk worden gedocumenteerd zodat we dit achteraf kunnen aantonen aan derden. Tijdens het consultatieproces zullen ten minste de volgende punten aan de orde komen: • functionaliteit, gebouwkwaliteit en lokale impact; • tevredenheid van gebouwgebruikers; • productiviteit van gebouwgebruikers; • onderhoudslasten; • inzet van mensen en middelen vooronderhoud; • goede en slechte voorbeelden van gebouwen van hetzelfde type; • invloed van lokaal transport en verkeer; • mogelijkheden voor gedeeld gebruik van voorzieningen en infrastructuur met lokale gemeenschap; • mogelijkheden om het gebouw zo vorm te geven dat het voor educatieve doeleinden gebruikt kan worden; • de terugkoppeling die heeft plaatsgevonden met de insprekers met daarin: 1 wat voorgesteld is tijdens de inspraak; 2 hoe deze suggesties overwogen zijn; 3 het resultaat van de uitvoering van de suggesties of de reden waarom de suggestie niet uitgevoerd is.
7
BREEAM-scores op MAN 8, Sociale veiligheid
Doel van deze credit is het identificeren en stimuleren van effectieve ontwerpmaatregelen, die de sociale veiligheid in de omgeving van het project verhogen door een bescherming te bieden tegen vaak voorkomende criminaliteit (zoals vernielingen, gelegenheidsinbraken, diefstal enzovoort). Tijdens de ontwerpfase zullen we een gekwalificeerde veiligheidsadviseur raadplegen. De aanbevelingen van deze adviseur zullen worden verwerkt in het ontwerp van het gebouw en, voor zover van toepassing, worden verwerkt in de parkeergelegenheid en de directe omgeving van het gebouw. De veiligheidsadviseur die we zullen inschakelen zal minimaal in bezit zijn van één van de onderstaande diploma’s: • Bouwplanadviseur Politiekeurmerk Veilig Wonen® (dus geen preventie-adviseur). Dit diploma is verplicht voor advisering voor volledige PKVW® voor de woningen. • Diploma Crime Prevention Through Environmental Design (CPTED). • Post HBO diploma Security Management van DHM Security Instituut (voorheen van de Haagse Hogeschool). • Diploma CPO (Certified Protection Officer). We zullen er voor zorgen dat de bouwkundige maatregelen die worden getroffen, voldoen aan het niveau B3. Installatietechnische maatregelen die worden getroffen moeten voldoen aan het niveau E3, conform de eisen van de Nationale Beoordelingsrichtlijn BORG 2005. Ook zullen we compartimenterings- en meeneembeperkende maatregelen treffen die voldoen aan niveau C/M3 van de Nationale Beoordelingsrichtlijn BORG 2005.
BREEAM-scores op MAN 12 Levenscycluskostenanalyse
Doel van deze credit is het stimuleren dat een levenscycluskostenanalyse vanaf het opstellen van het programma van eisen wordt uitgevoerd. Zo, dat het ontwerp en de uitvoering over de hele levenscyclus van het gebouw, inclusief onderhoud en beheer, worden geoptimaliseerd. We zullen in de ontwerpfase een levenscycluskostenanalyse op strategisch niveau uitvoeren om zo het ontwerp te optimaliseren. Vervolgens zullen we de aanbevelingen uit de eerste levenscycluskostenanalyse overnemen, en deze aanbevelingen met een tweede gedetailleerde levenscycluskostenanalyse op systeemniveau onderbouwen en verbeteren. De analysewerkzaamheden worden zodanig uitgevoerd dat we kunnen aantonen dat is voldaan aan onderstaande aspecten: • Een eerste levenscycluskostenanalyse is in de ontwerpfase uitgevoerd. • De levenscycluskostenanalyse is uitgevoerd in overeenstemming met NEN-ISO 15686-5:2008. In de analyse zijn de volgende onderdelen over de gehele levensduur van het gebouw bekeken: bouwkosten, onderhoudskosten en energiegebruikskosten. Het consortium beschikt inmiddels al over een zelfontwikkeld analysemodel, dat voldoet aan deze eisen. • Bij de levenscycluskostenanalyse is een berekeningsperiode van 20 en van 50 jaar gehanteerd, zodat er adviezen voor ontwerpkeuzen gegenereerd kunnen worden. De waarden zijn uitgedrukt in reële, verdisconteerde en niet-verdisconteerde kasstromen.
8
• De levenscycluskostenanalyse toont aan dat op strategisch niveau de volgende onderwerpen zijn onderzocht: (hoofd)draagstructuur, gebouwschil, installaties, afwerkingen inclusief huurdersvoorzieningen. • De aanbevelingen zijn meegenomen naar de ontwerpfase. De reden waarom de aanbeveling wel of niet zijn geïmplementeerd in het definitief ontwerp, het bestek en het uiteindelijk opgeleverde gebouw, is schriftelijk vastgelegd. De optie(s) met de laagste verdisconteerde levenscycluskosten zal / zullen onze voorkeur hebben, aangenomen dat die optie(s) één van de volgende resultaten oplevert /opleveren: • het laagste energiegebruik gedurende de gehele levensduur van het gebouw; • een afname van onderhoudsbehoeften / frequentie; • het verlengen van de levensduur van interne systemen en materiaal.
BREEAM-scores op MAT 1 Bouwmaterialen
Doel van deze credit is het identificeren en stimuleren van het gebruik van materialen met een lage milieu-impact, gedurende de volledige levenscyclus van het gebouw. We zullen, aan de hand van de DGBC Materialentool software, minimaal drie materialenopties overwegen die een aanzienlijke impact hebben op de schaduwprijs. In tegenstelling tot wat te verwachten is, blijken niet de materialen van de hoofddraagconstructie, maar de materialen van de installaties (plaatstaal van luchtkanalen, metaal in eventuele koelplafonds, metaal in koelmachines en koeltorens, enzovoort) voor een belangrijk deel (circa 50 %) de uitkomst te bepalen van de resultaten van de schaduwprijsberekening. Omdat door de berekeningsmethodiek conform BREEAM, de schaduwprijzen soms leiden tot materialen die niet erg energiezuinig zijn, zullen we, naast de uitkomsten van de schaduwprijzen, tevens de impact op de energiekosten en de bouwinvesteringen over de gehele levensduur meenemen in de keuze voor bouwmaterialen. Als voorbeeld de schaduwkosten van enkel en driedubbel glas: de berekeningsmethodiek conform BREEAM gaat uit van een levensduur van 50 jaar en de schaduwkosten worden uitgedrukt als een gemiddelde per vierkante meter per resterend levensjaar. Indien een gebouw al 45 jaar oud is, tellen de schaduwkosten van de bestaande materialen nog maar voor 5 jaar / 50 jaar = 10 % mee. Het vervangen van bijvoorbeeld enkel glas, dat nog maar 10 % meetelt, door driedubbel glas, dat ook nog maar 5 jaar meegeteld mag worden, wordt dan zeer opvallend. Het dubbelglas heeft natuurlijk een wat betere schaduwprijs dan enkelglas, maar door de leeftijdscorrectie worden de verschillen genivelleerd. Voor de beoordeling van de milieuprestatie (milieubelasting van de gebruikte materialen), zullen we gebruik maken van de meest recente versie van de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken, inclusief de daarbij behorende Nationale Milieudatabase. We zullen de resultaten uitdrukken in de schaduwprijs in euro/m2 BVO en we zullen er voor zorgen dat onze invoerparameters vermeld staan. De berekening zal worden uitgevoerd door iemand met aantoonbaar ervaring in het maken van materialenberekeningen. Desgewenst kan deze persoon de aandachtspunten in de berekening benoemen en de oplossingen onderbouwen. We streven er naar dat de berekende milieubelasting van de gebruikte materialen tenminste 30 % tot 40 % lager ligt dan de schaduwprijs van 1,0 euro/m2 BVO en 0,8 euro/m2 BVO voor woningen.
9
Kav i aar en d e
M
s aa
GETIJDEN PARK R IJNHAVEN
DEEL
2
VEILIGHEID EN TECHNIEK
INHOUDSOPGAVE
TOEGANKELIJKHEID VAN AANLEGPLAATSEN, VRIJHOUDEN VAARGEUL, AFVAARCAPACITEIT EVENEMENTEN, TOEGANKELIJKHEID KADES T.B.V. ONDERHOUD, LOZINGSPUNTEN.
3
BOUWVEILIGHEID: INZICHT IN WELKE ELEMENTEN IN HET PLAN VOLGENS DE CONCESSIE-HOUDER MOETEN VOLDOEN AAN DE BOUWREGELGEVING EN HOE BOUWBESLUIT EN DE NTA-8111 WORDEN TOEGEPAST.
3
WATERVEILIGHEID: INZICHT IN DE WIJZE WAAROP HET PLAN VOLDOET AAN DE EISEN M.B.T. WATERVEILIGHEID
3
NAUTISCHE VEILIGHEID: INZICHT IN DE WIJZE WAAROP HET PLAN VOLDOET AAN DE EISEN M.B.T. NAUTISCHE VEILIGHEID, WAARONDER EVENTUELE AANVAARBEVEILIGING
5
EXTERNE EN STRALINGSVEILIGHEID: INZICHT IN DE WIJZE WAAROP INVULLING WORDT GEGEVEN AAN DE EISEN M.B.T. EXTERNE VEILIGHEID EN STRALINGSVEILIGHEID (VOOR ZOVER AAN DE ORDE)
5
OPENBARE ORDE EN OPENBARE VEILIGHEID: INZICHT IN DE WIJZE WAAROP HET PLAN VOLDOET AAN DE EISEN M.B.T. OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
5
SOCIALE VEILIGHEID: INZICHT IN DE WIJZE WAAROP HET PLAN VOLDOET AAN DE EISEN M.B.T. SOCIALE VEILIGHEID
6
2
TOEGANKELIJKHEID VAN AANLEGPLAATSEN, VRIJHOUDEN VAARGEUL, AFVAARCAPACITEIT EVENEMENTEN, TOEGANKELIJKHEID KADES T.B.V. ONDERHOUD, LOZINGSPUNTEN. In het plan Getijdenpark Rijnhaven wordt rekening gehouden met de aanlegplaats van de watertaxi ter hoogte van het Luxortheater. Ten behoeve van de bereikbaarheid van deze aanlegplaats zal er, in het ontwerp van de steigers, rekening worden gehouden met de benodigde doorvaarthoogte en breedte. De vaargeul ten behoeve van de bedrijfsvoering van Codrico wordt vrijgehouden van objecten. Daarmee zijn ook de kades aan de zijde van Codrico toegankelijk voor het scheepvaartverkeer dat tijdens de Wereldhavendagen gebruik wil maken van de Rijnhaven. In het plan zijn vooralsnog geen objecten voorzien die een blokkade vormen voor het uitvoeren van onderhoud aan de kades. Bij de aanlandingen van de steigers op de bestaande kades, die in beheer en onderhoud blijven van de gemeente, zal hiermee rekening worden gehouden. De door de gemeente aangedragen lozingspunten blijven, op het lozingspunt in de kade evenwijdig aan de Hillelaan na, vrij. Dit lozingspunt zal worden verlengd, zodat de lozing in de Rijnhaven kan plaatsvinden.
BOUWVEILIGHEID: INZICHT IN WELKE ELEMENTEN IN HET PLAN VOLGENS DE CONCESSIE-HOUDER MOETEN VOLDOEN AAN DE BOUWREGELGEVING EN HOE BOUWBESLUIT EN DE NTA-8111 WORDEN TOEGEPAST. De volgende elementen in het plan zullen voldoen aan de bouwregelgeving: • Appartementengebouwen • Parkgebouw • Getijdenwoningen • Horeca en commerciële voorzieningen • Steigers / bruggen / aanlegplaatsen • Drijvend Hotel • Lig- en passantenplaatsen voor jachten Voor de drijvende bouwwerken zoals het drijvende hotel en eventueel aan te leggen drijvende steigers en aanlegplaatsen, zal de NTA-8111 worden toegepast.
WATERVEILIGHEID: INZICHT IN DE WIJZE WAAROP HET PLAN VOLDOET AAN DE EISEN M.B.T. WATERVEILIGHEID Het gebied van de Rijnhaven ligt buitendijks ten opzichte van de primaire waterkeringen. Aan de noordelijke kant van de Rijnhaven is het Waterschap Schieland en de Krimpenerwaard, de beheerder. Aan de zuidkant ligt het beheer bij het Waterschap Hollandse Delta. De gemeente Rotterdam heeft een duidelijke koers uitgezet naar een robuuste maar flexibele stad, die overstromingen kan weren en het hoofd biedt aan wateroverlast door de klimaatveranderingen. De koers die in de Rotterdamse adaptatie strategie is uitgezet, zetten we in ons ontwerp consistent door.
3
Gebieden die niet bedoeld zijn te overstromen: minimale aanleghoogtes Gebieden die wel zijn bedoeld om periodiek te overstromen: aanleghoogtes, hoogwaterorganisatie en communicatieplan In onze aanpak zullen we de buitendijkse woon- en werkgebieden zo inrichten dat deze in geval van een vaste opstelling een vloerpeil hebben dat hoger ligt dan NAP + 3,60 m. Indien de gebieden drijvend zijn uitgevoerd, zal de bovenkant van het drijvende platform inclusief de daarmee samenhangende infrastructuur, ‘droog en veilig’ blijven. Deze benadering past bij de filosofie van wet-proof bouwen en de voor de buitendijkse gebieden gekozen adaptatie strategie.
Het maaiveld en de bijbehorende infrastructuur zullen, conform de gestelde eisen, aangelegd worden op een niveau van minimaal circa NAP + 3.60 m. In het ontwerp wordt er vanaf het maaiveld, met flauwe taluds, een aansluiting gemaakt op de te hanteren contractdiepte van de haven op NAP - 4,65 m of NAP - 3,00 m. Deze taluds zullen als gevolg van de getijdenwerking meer (HW) of minder (LW) onder water staan. Tussen de eilanden is een smalle geul voorzien die afhankelijk van eb en vloed, of droog of onder water komt te staan. Bijgaande afbeeldingen tonen de overstromingsdieptes in het gebied in de huidige situatie bij hoog water en in 2100.
OVERSTROMINGSDIEPTES HUIDIGE SITUATIE
OVERSTROMINGSDIEPTES 2100
Het calamiteitenplan voor situaties met hoog water in de Rijnhaven, zal aansluiten op de gecoördineerde regionale incidentenbestrijdingsprocedure Rotterdam-Rijnmond. Voor het overgrote deel zullen de rollen van de partijen (gemeente, veiligheidsregio, havenbedrijf, hulpdiensten en waterschap(pen)) hetzelfde zijn. Afhankelijk van de uiteindelijke inrichting en functies in de Rijnhaven, zullen de verantwoordelijkheden vastgesteld worden. Voordeel van de robuuste en adaptieve aanpak is, dat de gebruikers van het gebied minder snel een evacuatiesituatie mee zullen maken. Desondanks blijft het calamiteitenplan zowel voor de situatie in geval van hoog water, als andere mogelijke calamiteiten (bijv. een gasexplosie of brand) essentieel. De communicatie tijdens de calamiteit is ontsloten binnen strakke protocollen. Deze stellen we op nadat de functies en invulling van de ruimte nader zijn uitgewerkt.
4
In alle gebouwen en voorzieningen zal de evacuatieprocedure, in verschillende situaties, worden vastgelegd en herhaaldelijk bij de bewoners, gebruikers en bezoekers bekend worden gemaakt. De veiligheidsprocedures zullen ook met regelmaat moeten worden geoefend.
Vitale infrastructuur: aangeven op welke wijze deze infrastructuur waterrobuust wordt gemaakt
In de inrichtingsvisie voor de Rijnhaven, hanteren we de veiligheidsbenadering niet alleen bij het aanleggen van de terreinen en in de aanlegniveaus van de gebouwen. Ook bij de infrastructuur en de vitale infrastructuur passen we de veiligheidsbenadering toe. Dat betekent dat de woonen werkgebieden worden ontsloten naar de kaden en naar elkaar, waardoor het ontruimen van de locaties in geval van een calamiteit geen belemmering is. Ook zal een deel van de inrichting mogelijk geschikt gemaakt worden voor het verticaal evacueren. Onlosmakelijk hieraan verbonden is het plaatsen van de vitale infrastructuur, zoals elektriciteitsvoorzieningen, water en gas. De elektriciteitskasten zullen of op de hoger gelegen delen van het getijdenpark of op hogere verdiepingen van de gebouwen geplaatst worden. Bij de waterleidingen zorgen we voor gebruik van aanlegmethodes en materialen, die met de effecten van de klimaatverandering mee kunnen gaan. De invulling van deze vitale infrastructuur hangt sterk samen met de uiteindelijke uitwerking van het smart grid.
NAUTISCHE VEILIGHEID: INZICHT IN DE WIJZE WAAROP HET PLAN VOLDOET AAN DE EISEN M.B.T. NAUTISCHE VEILIGHEID, WAARONDER EVENTUELE AANVAARBEVEILIGING De haven biedt voldoende ruimte aan de draaicirkels voor vaartuigen die met de afmetingen en diepgang in deze haven kunnen en willen aanmeren. Het vermengen van de passagiersscheepvaart en pleziervaart met de beroepsvaartuigen leidt mogelijk tot ongewenste situaties. Dit zal door middel van betonning en bebording duidelijk worden gemaakt aan alle gebruikers. In het ontwerp van de steigers (constructief en / of bijbehorende beschermende voorzieningen in de vorm van buispalen) en de positionering van de getijdenwoningen zal rekening gehouden met de aanvaarbeveiliging.
EXTERNE EN STRALINGSVEILIGHEID: INZICHT IN DE WIJZE WAAROP INVULLING WORDT GEGEVEN AAN DE EISEN M.B.T. EXTERNE VEILIGHEID EN STRALINGSVEILIGHEID (VOOR ZOVER AAN DE ORDE) Binnen onze huidige visie op de inrichting van de Rijnhaven zijn geen activiteiten voorzien die van invloed zijn op de externe- en stralingsveiligheid.
5
OPENBARE ORDE EN OPENBARE VEILIGHEID: INZICHT IN DE WIJZE WAAROP HET PLAN VOLDOET AAN DE EISEN M.B.T. OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
Beschrijving van vluchtroutes, evacuatie, crowdmanagement
De woon- en werkgebieden worden ontsloten naar de kaden en naar elkaar, waardoor het ontruimen van de locaties in geval van een calamiteit geen belemmering is. Ook zal een deel van de inrichting mogelijk geschikt gemaakt worden voor het verticaal evacueren.
Beschrijving van toegankelijkheid hulpdiensten en bluswatervoorzieningen
In het ontwerp is rekening gehouden met de toegankelijkheid voor de hulpdiensten. Het gebied is vanuit twee zijden ontsloten: door de aansluiting van het ontwerp op de kruising Posthumalaan / Veemstraat en door de aansluiting via de steigers op de Wilhelminakade. De, in de (hoofd) ontsluitingsroute, opgenomen steigers zullen worden gedimensioneerd op de hulpdiensten. Voor wat betreft de bluswater-voorzieningen is er in het plangebied voldoende open water voorhanden. Dit open water voldoet aan de eisen gesteld in de Handreiking Bluswatervoorziening en Bereikbaarheid van Brandweer Nederland.
SOCIALE VEILIGHEID: INZICHT IN DE WIJZE WAAROP HET PLAN VOLDOET AAN DE EISEN M.B.T. SOCIALE VEILIGHEID In het ontwerp is rekening gehouden met het aanbrengen van openbare verlichting langs de ontsluitingswegen in het plangebied. Gedurende de exploitatiefase zal er vanuit de gebiedsmanagementorganisatie, voor het beheer en onderhoud van het plangebied, ingezet worden op schoon, heel en veilig. Een goed onderhouden gebied draagt bij aan een positieve beleving op het gebied van leefbaarheid en veiligheid.
6
Kav i aar en d e
M
s aa
GETIJDEN PARK R IJNHAVEN
DEEL
4
BUSINESS CASE
INHOUDSOPGAVE
FASERING VAN HET PROJECT IN DE TIJD
3
ONDERBOUWING VAN RELEVANTE KOSTEN, OPBRENGSTEN- EN RISICO-INPUT
4
TOELICHTING RENDEMENT EIGEN VERMOGEN
10
TOELICHTING FINANCIERINGSBRONNEN
11
BEREKENING NETTO CONTANTE WAARDE OP BASIS VAN GEWOGEN GEMIDDELDE VERMOGENSKOSTENVOET
11
HANDLEIDING BUSINESSCASE
12
HOE WENST DE INSCHRIJVER OP HOOFDLIJNEN (INHOUDELIJK) DE FINANCIERING VORM TE GEVEN?
14
HOE WENST DE INSCHRIJVER OP HOOFDLIJNEN HET PROCES OM TE KOMEN TOT FINANCIERING VORM TE GEVEN?
14
WELKE KNELPUNTEN ERVAART DE INSCHRIJVER BIJ DE VORMGEVING VAN DE FINANCIERING?
15
FINANCIËLE RISICO’S
15
BIJLAGES
BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BIJLAGE 5 BIJLAGE 6 BIJLAGE 7 BIJLAGE 8 BIJLAGE 9 BIJLAGE 10 BIJLAGE 11
PARKEREN KREDIETRAMING PLANVORMING REALISATIE ONDERWATERBODEM EN EILANDEN TAXATIE GRONDWAARDEN MAATSCHAPPELIJKE BATEN ANALYSE SUBSIDIES TECHNISCH BEHEER EN ONDERHOUD VERZEKERINGEN PLANSCHADE ORGANISATIEKOSTEN SPV
2
18 21 22 23 24 26 29 30 33 35 39
FASERING VAN HET PROJECT IN DE TIJD PROJECTENTABEL
NR
Gecommitteerd
TYPE
PROGRAMMA / PROJECT
#
PLANNING
PLANNING
(START BOUW)
OPLEVERING
1
Klein
Parkeervoorziening
Q2 2015
Q2 2045
2
Klein
Ontsluitingstructuur op het water
Q1 2019
Q2 2019
3
Groot
Herinrichting Tillemakade
Q1 2020*
Q4 2020*
4
Groot
Getijdenpark - Planvorming
Q2 2015
Q1 2017
5
Groot
Getijdenpark - Aanleg onderwaterbodem
Q1 2017
Q4 2022
6
Groot
Verkoop kavel appartementen en comm. voorziening
Q1 2020
Q4 2020
7
Groot
Aanpassen omliggende omgeving
Q1 2021
Q4 2021
8
Groot
Steigers 1, 2 (& 3)
Q1 2021
Q2 2022
9
Groot
Smart Grid, riolering en afwatering
Q1 2021
Q4 2023
10
Groot
Getijdenpark – Groen, verharding, inrichting
Q1 2021
Q4 2023
11
Groot
Verkoop kavels getijdenwoningen en comm. voorziening
5
Q1 2022
Q4 2022
12
Groot
Verkoop kavels appartementen en comm. voorzieningen
100
Q1 2022
Q4 2026
13
Groot
Verkoop parkeren in Parkgebouw
Q1 2026
Q4 2026
14
Klein
Gezonken Schip
pm
pm
15
Klein
Getijden Zwemvoorziening
pm
pm
16
Klein
Drijvend Hotel
pm
pm
randvoorwaardelijk
Vrijwillig gecommiteerd
Flexibel optioneel
40
3
* Planning Herinrichting Tillemakade is afhankelijk van de verkoop van het eerste kavel voor appartementen. De fasering en de projectnummers corresponderen met de nummers in de Business Case (MS Excel).
3
PRESTATIETABEL
NR
Gecommitteerd
TYPE
PROGRAMMA / PRESTATIE
#
PLANNING
PLANNING
(START BOUW)
OPLEVERING
1
Groot
Meerjarig Beheer & onderhoud
Q1 2021
Q2 2045
2
Klein
Leerlaboratorium Rijnhaven
Q1 2020
Q2 2045
3
Groot
Werkplaats Rijnhaven
Q1 2020
Q2 2045
4
Klein
Placemaking
Q1 2020
Q2 2045
randvoorwaardelijk
Gecommitteerd vrijwillig
Flexibel optioneel
4
Algemene toelichting
Op basis van de onzekerheid op de Rotterdamse woningmarkt voor met name appartementen, loopt de SPV een aanzienlijk financieel risico. De belangrijkste inkomsten van de SPV komen uit de verkoop van bouwrijpe kavels ten behoeve van het ontwikkelen van vastgoed. Flexibiliteit van de business case is noodzakelijk om de marktrisico’s te mitigeren en om de kansen te pakken wanneer deze zich voordoen. Deze flexibiliteit kan worden bereikt door de projecten en prestaties te faseren. Om deze reden hebben wij naast scenario 1, scenario 2 als alternatief toegevoegd. In scenario 2 worden de activiteiten tijdelijk stil gelegd tot de markt voldoende rentabiliteit voor de SPV, en dus ook maatschappelijke waarde, oplevert. Het basis concept is scenario 1 waarbij additionele inkomsten uit de grondexploitatie (upside potential) worden besteed aan investeringen in het gebied. In zowel scenario 1 als scenario 2 worden vanaf 2015 tot en met 2022 de projecten aangelegd volgens de Randvoorwaardelijke en Vrijwillig Gecommitteerde opgave. De aandeelhouders van de SPV (hier genoemd Partij X, Partij Y en Partij Z) voorzien de SPV van werkkapitaal om de financieringsbehoefte van de Planfase te overbruggen tot er inkomsten zijn uit het aanleggen van de onderwaterbodem en de nieuwe gebieden. Partij Y (opgevolgd door Partij Z) voorziet in een achtergestelde lening aan de SPV en Partij X geeft mogelijk uitstel van betaling van haar werkzaamheden in de Planfase. De voorfinanciering kan verrekend worden met de inkomsten uit de aanleg van de onderwaterbodem en de nieuwe gebieden. Deze voorfinanciering is risicokapitaal waarvoor jaarlijks een rente van 15% wordt uitgekeerd. Afhankelijk van de marktsituatie kan in 2020 eventueel worden besloten tot het tijdelijk stilleggen van de activiteiten. Met andere woorden, indien het eerste kavel bouwrijpe grond voor appartementen in 2020 niet kan worden verkocht voor de geraamde prijs dan start scenario 2. Als het 1e kavel voor appartementen en commerciële voorzieningen in 2020 wel kan worden verkocht volgens raming, dan blijft scenario 1 gelden. In dat geval wordt gedurende de periode 2021 tot 2024 de inrichting van het getijdenpark aangelegd en worden de bouwrijpe kavels verkocht voor 5 getijdenwoningen en voor 1 locatie met commerciële voorzieningen op het grote eiland (gebiedsdeel 2). Volgens de planning in de Business Case van scenario 1 ontstaat vanaf 2026 een kredietoverschot op de balans en is financiering niet meer nodig. De aanleg van het getijdenpark inclusief de infrastructuur is afgerond in 2023. Volgens planning worden in 2022, in 2024 en in 2026 de gronden voor respectievelijk het 2de, het 3de en het 4de appartementencomplex uitgegeven. Gelijktijdig met de inkomsten uit de grondexploitatie van de appartementencomplexen zijn er inkomsten uit de ontwikkeling van de commerciële voorzieningen. De noodzakelijke volgordelijkheid van projecten* gebaseerd op de gerelateerde kasstromen: i. IN ii. UIT iii. IN iv. IN v. UIT vi. UIT vii. UIT viii. UIT
Parkeren Planvorming Aanleg onderwaterbodem, vasteland (deel 1) en eilanden (delen 2 en 3) Uitgave 1 kavel appartementen en commerciële voorzieningen Herinrichting Tillemakade Aanpassen omgeving Bouw steigers 1, 2 (& 3) Aanleg smart grid, riolering en afwatering
5
ix. UIT Aanbrengen groen en inrichting vasteland (gebiedsdeel 1) x. IN Uitgave 5 kavels getijdenwoningen en commerciële voorziening xi. UIT Aanbrengen groen en inrichting groot eiland (gebiedsdeel 2) xii. IN Uitgave 2de kavel appartementen en commerciële voorzieningen xiii. UIT Aanbrengen groen en inrichting klein eiland (gebiedsdeel 3) xiv. IN Uitgave 3de en 4de kavel appartementen en commerciële voorzieningen xv. IN Uitgave kavel parkeren in Parkeergebouw * de nummers corresponderen niet met de projectnummers uit de Business Case.
ONDERBOUWING VAN RELEVANTE KOSTEN, OPBRENGSTEN- EN RISICO-INPUT
Toelichting financiële posten in de realisatiefase per projectnummer RANDVOORWAARDELIJK GECOMMITTEERDE PROJECTEN 1 Aanleg parkeervoorziening. Vanaf het moment van gunning (Q2 2015) wordt op het maaiveld een parkeerfaciliteit gerealiseerd die ruimte biedt aan 56 parkeerplaatsen. Dit genereert direct inkomsten. De realisatiekosten zijn begroot op € 100.000,–. Een raming van de realisatiekosten is vermeld in de Bijlage 1 parkeren. Voor toelichting op de parkeerinkomsten, zie deel e parkeerinkomsten. 2 Aanleg ontsluitingsstructuur op het water. Uitgaande van scenario 1 met optimale marktomstandigheden worden de steigers 1, 2 (en 3) aangelegd in 2021 en 2022, zie deel 8. In het geval dat de aanhoudende slechte marktomstandigheden leiden tot scenario 2, zal er een tijdelijke dam met een weg aangelegd worden om toegang te bieden tot de eilanden. Deze kosten worden opgenomen binnen de opbrengsten van aanleg onderwaterbodem en gebieden, zie deel 5. 3 Herinrichting Tillemakade. De kosten voor het herinrichten van het gebied zijn geraamd op € 358.800,–. De uitvoering is afhankelijk van de verkoop van de eerste kavel, volgens planning in Q4 2020. Indien de verkoop van het eerste kavel wordt uitgesteld dan wordt met de herinrichting van de Tillemakade gewacht tot de eerste kavel verkocht is. Een kostenraming is vermeld in de Bijlage 2 kredietraming. VRIJWILLIG GECOMMITTEERDE PROJECTEN 4 Getijdenpark. De tenderkosten, plankosten, de MER/RO-procedure en organisatieontwikkeling zijn in totaal geraamd op € 1.300.000,–. Deze kosten zijn inclusief staartkosten, VAT kosten en onvoorzien. Voor dit bedrag vindt de eerste planvoorbereiding plaats. Daarnaast bestaan de werkzaamheden uit het doen van onderzoeken naar onder andere de stroming en de opbouw van de onderwaterbodem, het aanvragen van vergunningen en de wijziging van het bestemmingsplan. De kosten zijn gespreid over de jaren 2015 t/m 2017. De kosten worden uitgewerkt in de Bijlage 3 planvorming. 5 Aanleg onderwaterbodem en de aanleg van de gebieden vasteland (gebiedsdeel 1), groot eiland (gebiedsdeel 2) en klein eiland (gebiedsdeel 3). De opbrengst voor het aanbrengen van de onderwaterbodem en het opspuiten van het vasteland en de twee eilanden is begroot
6
op € 1.500.000,– te ontvangen van uitvoerder Partij Y. Op moment van schrijven is er geen overeenkomst gesloten over een betaling door baggeraar aan de SPV. De € 1.500.000,– aan inkomsten uit de realisatie van het getijdenpark worden taakstellend in de Business Case opgenomen. De uitvoeringsperiode van het verondiepen en van de aanleg van de eilanden is 2017 t/m 2022. De opbrengst is evenredig verdeeld over de 6 jaren waarbij het grootste deel (vasteland gebiedsdeel 1) als eerste wordt aangelegd, gevolgd door het grote eiland (gebiedsdeel 2) en het kleine eiland (gebiedsdeel 3). De inkomsten van het aanbrengen van de onderwaterbodem worden ook evenredig over de 6 jaren verdeeld. Een begroting is vermeld in de Bijlage 4 realisatie onderwaterbodem en eilanden. FLEXIBELE OPTIONELE PROJECTEN 6 Verkoop kavel appartementen. Er worden in totaal 4 segmenten appartementen uitgegeven, 3 met 40 appartementen en 1 segment met 20 appartementen. De opbrengsten van de verkoop van de segmenten zijn gebaseerd op een grondexploitatie. De eerste 3 segmenten bevatten 40 appartementen ieder met een gemiddelde vloeroppervlakte van 100 m2. Het Consortium verkoopt kavels met bouwrijpe grond aan de ontwikkelende partij. Volgens scenario 1 is 2020 het verwachte moment van de uitgave van de 1ste kavel bouwrijpe grond. De kavel heeft 40 x 20 m = 800 m2 netto en 1.000 m2 bruto footprint bestemd voor de bouw van 1 segment. De grondprijs voor het kavel is € 2.500,– per m2 dus de opbrengst is € 2.500.000,– per kavel. De oplevering van de appartementen is 1 jaar na de uitgave van de kavels. Een uitgebreide onderbouwing van de grondprijs is te vinden in de Bijlage 5 taxatie grondwaarden. 7 Aanpassen omliggende omgeving. De kosten voor het herinrichten van het gebied tussen de Rijnhaven en de Posthumalaan, het aanpassen van het bestaande kruispunt Posthumalaan – Veenstraat en aanpassing van de secundaire ontsluitingsweg zijn geraamd op € 466.250,–. De uitvoering wordt afgerond in Q4 2021. Een kostenraming is vermeld in Bijlage 2 kredietraming. 8 Bouw steigers nr. 1, nr. 2 (& nr. 3). Voor de toegang tot de beide eilanden (gebiedsdeel 2 en gebiedsdeel 3) zijn steigers voorzien. Het ontwerp van deze steigers is robuust omdat ook de hulpdiensten ervan gebruik moeten kunnen maken. Voor de steigers nr. 1 & nr. 2 is een post van € 1.280.000,– begroot. De uitvoering start Q1 2021 en is afgerond in Q4 2021. Daarmee kan er in Q1 2021 begonnen worden met het aanbrengen van groen op en de inrichting van respectievelijk het grote (gebiedsdeel 2) en het kleine eiland (gebiedsdeel 3). Een derde kleine steiger (raming € 138.000,–) wordt aangelegd tussen het grote en het kleine eiland. Een kostenraming is uitgewerkt in Bijlage 2 kredietraming. 9 Smart grid. In de financiële onderbouwing is geen rekening gehouden met het omleggen van bestaande kabels- en leidingen in het plangebied, er is immers geen noodzaak om kabels- en leidingen om te leggen. Voor de nieuwe aanleg van kabels- en leidingen zijn geen kosten gerekend. Uitgangspunt is dat deze over de looptijd van de concessie kostenneutraal worden aangelegd vanuit de gedachte van smart grids. De geraamde kosten van het smart grid zijn € 200.000,–. De aanleg van het smart grid staat gepland in 2021 en 2022. Een kostenraming is opgenomen in Bijlage 2 kredietraming. Riolering en afwatering. Voor het aanbrengen van riolering en afwatering in de nieuw aan te leggen terreinen is respectievelijk € 325.000,– en € 50.000,– begroot. Een kostenraming is opgenomen in Bijlage 2 kredietraming.
7
10 Leveren en aanbrengen groen en verharding (gebiedsdeel 1), groot eiland (deel 2) en klein eiland (gebiedsdeel 3). De totale kosten voor de aanleg van groen en verharding (wegen en voet- en fietspaden) zijn € 692.414,– inclusief het onderhoud van groen en verharding in het 1ste jaar. in deze post is ook het bouwrijp maken van de kavels opgenomen. Een kostenraming is opgenomen in Bijlage 2 kredietraming. Inrichting voor vasteland (gebiedsdeel 1), groot eiland (gebiedsdeel 2) en klein eiland (gebiedsdeel 3). De kosten worden gemaakt voor het aanbrengen van recreatieve voorzieningen, zitplaatsen, prullenbakken, etc. Er is een stelpost opgenomen voor terreininrichting, bebording, etc. De kosten van inrichting zijn geraamd op € 296.000,– Een kostenraming is te vinden in Bijlage 2 kredietraming. 11 Bouw en verkoop getijdenwoningen van 5 kavels op een eiland. Bouw en verkoop van getijdenwoningen is een flexibele optie. De opbrengsten van de verkoop van de 5 getijdenwoningen is gebaseerd op een grondexploitatie. Het Consortium verkoopt kavels met bouwrijpe grond aan de ontwikkelende partij. Er worden kavels uitgegeven van 20 x 30 m = 600 m2 waarvan 10 x 15 = 150 m2 (footprint) bestemd voor de bouw van de getijdenwoning. De geraamde prijs voor de kavels is € 600,– per m2, dus € 360.000,– per kavel. De totale opbrengst van de kavels bestemd voor de getijdenwoningen is € 1.800.000,–. Volgens scenario 1 wordt het kavel uitgegeven in 2022. De oplevering is een jaar na uitgave. Een omschrijving van de geschatte prijzen ter onderbouwing van de grondexploitatie is te vinden in Bijlage 5 taxatie grondwaarden. 12 Bouw en verkoop van appartementen. Volgens scenario 1 worden de 3 resterende segmenten uitgegeven vanaf 2022. Het 2de en het 3de segment bevat ieder 40 appartementen, het 4de en laatste segment bevat 20 appartementen, alle met een gemiddelde vloeroppervlakte van 100 m2. Het Consortium verkoopt kavels met bouwrijpe grond aan de ontwikkelende partij. De opbrengsten van de verkoop van de segmenten zijn gebaseerd op een grondexploitatie. Er worden kavels uitgegeven van 40 x 20 m = 800 m2 netto en 1.000 m2 bruto footprint bestemd voor de bouw van de segmenten. De grondprijs voor de kavels is € 2.500,– per m2 dus € 2.500.000,– per kavel. Het 4de segment wordt gebouwd in het Parkgebouw waarvan de oppervlakte van het kavel en het aantal appartementen nader wordt bepaald. De verkoop van het 3de segment levert ook een opbrengst op van € 2.500.000,–. Het verwachte moment van uitgave van de 3 kavels is 2022, 2024 en 2026. De oplevering van de appartementen is 1 jaar na de uitgave van de kavels. Een uitgebreide onderbouwing van de grondprijs is te vinden in Bijlage 5 taxatie grondwaarden. Verkoop kantoren, commerciële voorzieningen en horeca. De uitgave van de locatie staat gepland gelijktijdig met de uitgave van de appartementen. Een omschrijving van de geschatte prijzen ter onderbouwing van de grondexploitatie is te vinden in Bijlage 5 taxatie grondwaarden. 13 Bouw en verkoop van parkeerfaciliteit aan een exploitant. De parkeergarage wordt pas aangelegd als deze gewenst en noodzakelijk is. De parkeergarage zal worden gerealiseerd als onderdeel van het Parkgebouw en is flexibel qua aanleg met een nader te bepalen aantal parkeerplaatsen. De parkeergarage zal ontwikkeld en eventueel geëxploiteerd worden door een nader te bepalen externe partij. De parkeergarage wordt uiterlijk opgeleverd ten tijde van het 4e segment appartementen in Q4 2026. Voor de verkoop van de betreffende kavel ontvangt de SPV volgens raming € 1.000.000,– Een onderbouwing van de geschatte prijzen, ter onderbouwing van de grondexploitatie is vermeld in Bijlage 1 parkeren.
8
14 Gezonken Schip. De kosten zijn opgenomen in het project. 15 Getijden zwemvoorziening. De kosten zijn opgenomen in het project. 16 Drijvend hotel. In het plangebied wordt mogelijk een drijvend hotel ingevaren. Dit project wordt autonoom gefinancierd, dus niet als onderdeel van de Business Case. N.B. De SPV gaat in overleg met de gemeente over het achterstallig onderhoud aan de kadeconstructies (dit conform de rapportage van gemeentewerken). Vooralsnog is er geen rekening gehouden met herstelkosten voor de kadeconstructies.
Toelichting financiële posten operationele fase per projectnummer A Maatschappelijke baten. Ter vergoeding van de creatie van maatschappelijke waarde door het Consortium is een vergoeding met de gemeente overeengekomen. Een onderbouwing van de geraamde maatschappelijke baten is opgenomen in Bijlage 6 maatschappelijke baten. B Subsidies. Gezien de onzekerheid omtrent het potentieel van subsidies, zijn deze in de Business Case buiten beschouwing gelaten. Een analyse van de mogelijkheden van subsidie voor dit project is vermeld in Bijlage 7 analyse subsidies. C Exploitatie drijfgoed. Een aanname voor een vergoeding van de bewoner dan wel exploitant van het drijvend hotel aan de Concessiehouder is € 5,– per m2 per jaar (gebaseerd op tarief woonboot). Aanname oppervlakte drijvend hotel is 6.000 m2. Aanname vergoeding voor het drijvend hotel is € 30.000,– per jaar. D Park Management Fee. Deze fee wordt gevraagd aan de bewoners ter vergoeding voor het schoon, heel en veilig houden van het getijdenpark. In de eindsituatie zijn er 145 huishoudens gepland. Per huishouden wordt een vergoeding gerekend van € 750,– per jaar, resulterend in € 108.750,– per jaar. E Parkeerinkomsten. De parkeervoorziening levert naar schatting gemiddeld € 150.000,– per jaar op. De onderliggende (conservatieve) aanname is een bezettingsgraad van 4 uur per plaats per dag met een uurtarief van € 2,50. Een uitgebreide onderbouwing van de geschatte opbrengst is opgenomen in Bijlage 1 parkeren. F Technisch beheer en onderhoud. Voor het beheer en onderhoud van het gebied is uitgegaan van een in te richten gebied van circa 7 hectare. Er is gerekend met o.a. beveiliging, gladheidbestrijding en onderhoud van de infrastructuur waaronder de wegen, paden en steigers. De jaarlijkse kosten voor technisch beheer en onderhoud zijn geraamd op € 300.000,– (jr 7 – 16), € 350.000,– (jr 17 – 21) en € 400.000,– (jr 22 – 30). Een onderbouwing van de geraamde kosten is opgenomen in de Bijlage 8 technisch beheer en onderhoud. G Leerlaboratorium Rijnhaven. Vanaf 2020 wordt het Leerlaboratorium opgestart. Hiervoor is een eenmalige post van € 100.000,– geraamd. H Werkplaats Rijnhaven. Vanaf 2020 wordt de Werkplaats Rijnhaven opgestart. In de Rijnhaven zijn 4 belangrijke waardestromen van waaruit maatschappelijke baten ontstaan:
9
1. Maatschappelijke baten die ontstaan door het ecologisch herstel dat zal plaatsvinden door de ontwikkeling van het Getijdenpark; 2. Maatschappelijke baten die ontstaan doordat het waterfront en het Getijdenpark (inter) nationale (stads)bezoekers zullen aantrekken; 3. Maatschappelijk en economische baten die ontstaan door het ontwikkelen van innovatief drijf- en getijdengoed; 4. Maatschappelijke baten die ontstaan door de Werkplaats Rijnhaven te verbinden aan de te realiseren prestaties. Het financiële overzicht van onderdeel 4 is omschreven in Bijlage 6 maatschappelijke baten. I Placemaking. Om de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van de Rijnhaven te benadrukken zal er de eerste jaren van de concessie vanaf 2018 door de GMO vooral worden ingezet op ‘placemaking’. Vanaf 2018 wordt een bedrag gereserveerd voor het opstarten van initiatieven op het gebied van innovatie, duurzaamheid, maatschappelijke waarde en algehele verbetering van het gebied. Met behulp van placemaking worden de partijen die een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van de Rijnhaven vroegtijdig bij het proces betrokken. De ontwikkeling van de Rijnhaven wordt hiermee in gang gezet en heeft daarmee ook zijn weerslag op de omgeving van de Rijnhaven in de zin van een aantrekkelijke buitenruimte en stimulans voor de lokale economie. Hiervoor is een post van € 300.000,– geraamd dat in een Revolving Fund gestort wordt. De baten van de initiatieven vloeien terug in het fonds. J Verzekeringen. De enige benodigde verzekering is wettelijke aansprakelijkheid met een te verwachte premie van ongeveer € 10.000,– per jaar. Een mogelijke onrechtmatige daad door de SPV, bijvoorbeeld een ongeluk van een bezoeker als gevolg van slecht onderhoud, is afgedekt door de WA-verzekering. Uitgangspunt is dat de SPV geen personeel in dienst neemt. Daarmee zijn verzekeringen als beroepsaansprakelijkheid niet relevant. Het bedrijfsrisico van de SPV (bijvoorbeeld bedrijfsschade) wordt contractueel afgedekt met de gebruikers, dan wel bewoners van het concessiegebied. Een onderbouwing van de geraamde premiekosten is opgenomen in Bijlage 9 verzekeringen. K Bankgarantie. Pm L Reservering planschade. Een onderbouwing van de reservering van € 50.000,– voor planschade en nadeelcompensatie is te vinden in Bijlage 10 planschade. M Organisatie SPV. Voor de organisatie van de SPV is begroot € 100.000,– per jaar (jr 3 – 6), € 250.000,– per jaar (jr 7 – 12) en € 150.000,– per jaar (jr 13 – 30). Een onderbouwing van de geraamde kosten is te vinden in de Bijlage 11 organisatiekosten SPV. N Historische apparaatkosten. Pm O Periodieke apparaatkosten. Volgens opgave bestaan de vergoedingen die betaald worden door het Consortium aan de gemeente uit een veelvoud van posten. Deze posten zijn opgenomen in de Business Case. P Fonds ontwikkelmanagement. Revolving Fund. Hierin wordt door de SPV € pm gestort uit de baten dankzij de Placemaking activiteiten.
10
Q Risicofonds. Er wordt een fonds opgericht voor het afdekken van eventuele risico’s gedurende de operationele fase. De risico’s zijn omschreven in de risicomatrix in de bijlage risico’s. Hierin wordt door de SPV € 1.000.000,– gestort na afloop van de realisatiefase in 2027 en 2028. R S
Fonds groot onderhoud. Er wordt een fonds opgericht voor het financieren van groot onderhoud in 2026 en eventueel additioneel gedurende de operationele fase. Hierin wordt door de SPV € 1.000.000,– gestort na afloop van de realisatiefase in 2026. Fonds herinvestering gebied. Er wordt een fonds opgericht voor investering in het concessiegebied, danwel voor de (gedeeltelijke) betaling van de historische apparaatskosten, in samenspraak met de Gemeente. Het jaarlijks resterende bedrag aan vrije liquide middelen, na aftrek van kosten en de rendementen voor de aandeelhouders, wordt gestort in het fonds ten behoeve van herinvestering danwel de betaling van de historische apparaatskosten. Dat betekent dat er vanaf 2026 jaarlijks € pm door de SPV in het fonds wordt gestort afhankelijk van de toename aan vrije liquide middelen in de periode 2026 – 2045 Geschat wordt dat er in totaal minimaal € 5.500.000,– door de SPV aan het fonds wordt overgemaakt gedurende de operationele fase in de periode 2026 – 2045.
TOELICHTING RENDEMENT EIGEN VERMOGEN Voorfinanciering. Door de aandeelhouders in de SPV wordt de financieringsbehoefte ingevuld door middel van een achtergestelde lening. Het werkkapitaal wordt door de aandeelhouders enkel beschikbaar gesteld om de realisatie van de projecten en de prestaties in de beginfase van het project mogelijk te maken. Het werkkapitaal wordt gezien als risicokapitaal met een jaarlijkse rente van 15 %. Maatschappelijke waarde. Er wordt uitgegaan van het principe dat alle resterende gelden, na aftrek van kosten, investeringen in de fondsen en de rendementen voor de aandeelhouders, worden geïnvesteerd in het concessiegebied. Daarmee streeft de SPV naar maximale creatie van maatschappelijke waarde met alle middelen die zij daartoe beschikbaar heeft.
FONDSEN
FONDSEN Fonds ontwikkelmanagement
TOTAAL
2026
2027 – 2028
2029 – 2031
2034
2032 – 2033
2035 – 2044
2045
pm
Risicofonds
1.000.000
Fonds groot onderhoud
1.000.000
1.000.000
Fonds herinvestering gebied
5.500.000
100.000
200.000
300.000
pm
100.000
2.000.000
2.800.000
Totaal donaties aan fondsen
7.500.000
1.100.000
1.2000.000
300.000
0
100.000
2.000.000
2.800.000
1.000.000
11
TOELICHTING FINANCIERINGSBRONNEN Financiering van het SPV werkkapitaal. De aandeelhouders financieren de SPV gedurende de realisatiefase door middel van een achtergestelde lening (AGL) ter overbrugging van de periode met een negatief saldo. Het benodigde werkkapitaal is ongeveer € 7.300.000 en bestaat voornamelijk uit plankosten, de gemeentelijke kosten en kosten voor de bouw van de steigers en aanleg van de infrastructuur. De financieringskosten van het negatief saldo over de periode 2015 – 2026 is gelijk aan het rendement van 15 % dat wordt uitgekeerd in de vorm van rente.
ACHTERGESTELDE LENING (DOOR AANDEELHOUDER(S))
2015 Beginsaldo
2016
2017
2018
2019
2020
(600.000)
(700.000) (1.300.000) (1.000.000)
(600.000)
(5.000.000)
Aflossing
Rente
2022
2023
2024
2025
2026
(600.000) (1.300.000) (2.600.000) (3.600.000) (4.200.000) (2.300.000) (7.300.000) (4.500.000) (6.100.000) (3.400.000) (4.000.000)
Opname
Eindsaldo
2021
1.900.000
(1.600.000) 2.800.000
(600.000) 2.700.000
4.000.000
0 (600.000) (1.300.000) (2.600.000) (3.600.000) (4.200.000) (2.300.000) (7.300.000) (4.500.000) (6.100.000) (3.400.000) (4.000.000) (5.985.000)
(45.000)
(142.500)
(292.500)
(465.000)
(585.000)
(487.500)
(720.000)
(885.000)
(795.000)
(712.500)
(555.000)
(max x,x mio, looptijd xx jaar, i=15%)
BEREKENING NETTO CONTANTE WAARDE OP BASIS VAN GEWOGEN GEMIDDELDE VERMOGENSKOSTENVOET
Berekening discontovoet
Er wordt gerekend met een gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet (WACC) die varieert per jaar omdat de verhouding vreemd vermogen / eigen vermogen per jaar verschillend is. Met andere woorden, er is gekozen voor een variabele WACC vanwege de fluctuatie van de solvabiliteit. Aangezien de financiering plaats vindt zonder eigen vermogen en alleen door middel van vreemd vermogen (achtergestelde lening), is de Cost of Debt = 15 %. Op basis van berekening Business Case is de Netto Contante Waarde NPV = € 0.9 mio. en de IRR van het project is IRR = 20 %.
Handleiding Business Case
De Business Case is opgesteld in MS Excel. Er wordt onderscheid gemaakt tussen scenario (volgens planning) en scenario 2 (bevroren situatie), zijnde de rekensheets van het model. Alleen in de lichtblauwe cellen kan data worden ingevoerd. De kosten / baten en uitgaven / inkomsten worden gelezen uit de sheet Cijfers.
12
(300.000)
Het Consortium Rijnhaven zal Btw-plichtig zijn, echter de business case is opgesteld exclusief BTW. Het opstellen van business case exclusief BTW heeft tot gevolg dat er in de balans geen overlopende positie inzake de BTW is opgenomen. Het niet opnemen van de overlopende BTW heeft eveneens impact tot de mutatie werkkapitaal in het kasstroomoverzicht. Gedurende de looptijd van het project heeft het niet opgenomen van de BTW geen impact op liquiditeitspositie van het Consortium Rijnhaven. De BTW zal maandelijks worden aangegeven waardoor de verschuiving tussen de overlopende posities en de liquide middelen beperkt is tot een maand en het beeld op jaarniveau van de business case niet zal veranderen.
VARIANTEN RESULTATEN MET KORTPARKEREN
β_A
0.8
Corporate Tax Rate
t
25%
Risk free rate
r_f
1.9%
Equity risk premium
(r_M - r_f)
5.8%
Asset beta
Credit spread
3.1%
Total Equity
E
variable
Total net Debt
D
0
Equity weighting
variable
= E/EV
Debt weighting
0
= D/EV
Equity beta
β_E
0.8
= β_A*(1+(1-t)*D/E)
Cost of equity
Re
fixed rate = 15%
= r_f + β_E * (r_M - r_f) or fixed rate
Cost of debt
Rd
15%
After tax WACC
variable
= (D/D+E) * r_D * (1 - t) + (E/D+E) * r_E
Het tabblad Risico’s bevat gevoeligheidsanalyses van de NCW gerelateerd aan: • de grondprijs; • de lange termijn CPI; • de rente achtergestelde lening; • de maatschappelijke baten.
13
Kav i aar en d e
M
s aa
DEEL
4
TOELICHTING OP FINANCIERING
HOE WENST DE INSCHRIJVER OP HOOFDLIJNEN EN (INHOUDELIJK) DE FINANCIERING VORM TE GEVEN? Grontmij, hierna te noemen als Partij X, is de beoogde concessiehouder. Het is vanuit het oogpunt van Grontmij noodzakelijk dat er minimaal 1 en bij voorkeur 2 extra partijen aansluiten. Op basis van verregaande gesprekken wordt gedacht aan Van Oord als deelnemend baggerbedrijf. Gedurende de periode 2015 – 2020 heeft de SPV een financieringsbehoefte van € 4.1 mio., aangezien de kosten van de Planvormingfase en de ambtelijke kosten vooruit lopen op de inkomsten uit de onderwaterbodem en de grondexploitatie. De aandeelhouders van de SPV, op dit moment de niet nader te noemen partij X en een partij Y, voorzien de SPV van de benodigde financiering (werkkapitaal). Eventueel kan aandeelhouder X uitstel van betaling verlenen voor de helft van de plankosten tot 2020. (Dit is niet in de Business Case verwerkt). Aandeelhouder Y voorziet in een achtergestelde lening (AGL) dat verrekend wordt met de inkomsten uit de aanleg van de onderwaterbodem en de nieuwe gebiedsdelen. Voor het voorzien in risicokapitaal ontvangt de Aandeelhouder Y een rente van 15% per jaar. Na afronding van de onderwaterbodem werkzaamheden eind 2022 verlaat partij Y de SPV. In 2020 treedt een ontwikkelende bouwer, Partij Z, toe als aandeelhouder van de SPV. Partij Z neemt de financieringsbehoefte over van Partij Y. In 2021 – 2026 ontstaat een tweede financieringsbehoefte van € 7.3 mio.. Aandeelhouder Z voorziet in een achtergestelde lening (AGL) ter grootte van deze financieringsbehoefte. Dat bedrag wordt in 2026 verrekend met de betaling van de grondopbrengsten aan de SPV. Na afloop van de ontwikkeling en bouw van de appartementen in 2026 verlaat Partij Z de SPV.
HOE WENST DE INSCHRIJVER OP HOOFDLIJNEN HET PROCES OM TE KOMEN TOT FINANCIERING VORM TE GEVEN? De vorm van financiering van de SPV is onderdeel van de afspraken die gemaakt worden met de aandeelhouders bij toetreding tot de SPV. Op basis van recente gesprekken met banken wordt geconcludeerd dat zij niet bereid zijn de SPV vreemd vermogen in de vorm van een lening te verschaffen en daarmee te voorzien in de financieringsbehoefte. Als reden wordt, een gebrek aan vertrouwen in de Rotterdamse woningmarkt, genoemd. De SPV is in gesprek met overige partijen die eventueel bereid zijn te investeren in de SPV door middel van het beschikbaar stellen van eigen vermogen. Gezien de onzekerheid van inkomsten gekoppeld aan de projecten in zowel het gecommitteerde deel als het flexibele deel, is het voor de SPV niet mogelijk een Bankgarantie te geven voor de € 3.0 mio. historische apparaatkosten.
15
WELKE KNELPUNTEN ERVAART DE INSCHRIJVER BIJ DE VORMGEVING VAN DE FINANCIERING? De huidige onzekerheid op de Rotterdams woning- en kantorenmarkt leidt ertoe dat ontwikkelende partijen zich (nog) niet kunnen en (nog) niet willen committeren aan prijs en moment van de afname van de kavels voor de ontwikkeling van het vastgoed. Deze afwachtende houding van de ontwikkelaars heeft tot gevolg dat de SPV zeer grote financiële risico’s loopt indien het zich committeert aan de realisatie van het vastgoed en de inrichting van het getijdenpark inclusief de infrastructuur. Daarom zijn deze projecten benoemd als Flexibel Optioneel. De grote gecommitteerde projecten zijn de planvorming, aanleg onderwaterbodem plus de nieuw te ontwikkelen gebiedsdelen. De SPV loopt een financieel risico indien de uitvoering van de randvoorwaardelijk en de vrijwillig gecommitteerde projecten gezamenlijk een negatief saldo opleveren. Gezien de onzekere marktsituatie is het zeer onwenselijk dat de solvabiliteit van de SPV afhankelijk is van de inkomsten uit de grondexploitatie. Het is daarom voor de SPV essentieel dat Partij Y minimaal € 1.5 mio. bijdraagt voor de aanleg van de onderwaterbodem en de nieuwe gebiedsdelen. € 1.5 mio. is haalbaar op basis van bijvoorbeeld planoptimalisatie in samenspraak met de Gemeente. De € 1.5 mio. bijdrage door Partij Y is taakstellend opgenomen in de Business Case. Alleen dan kunnen de gecommitteerde projecten minimaal kostenneutraal worden uitgevoerd. Daarnaast wordt van Partij Y gevraagd om, evenals Partij X, als aandeelhouder in de SPV een bedrag als achtergestelde lening te voorzien ter overbrugging van de financieringsbehoefte in de periode 2015 – 2020. Er is op dit moment geen overeenkomst met Partij Y over de betaling van € 1.5 mio., noch is er een overeenkomst over de bijdrage aan de financieringsbehoefte. Op moment van schrijven is er geen Partij Z in beeld die bereid is om te voorzien in een achtergestelde lening.
FINANCIËLE RISICO’S Het grootste risico is als gevolg van de slechte markt voor woningen, appartementen en kantoren. De belangrijkste inkomsten van de SPV zijn uit grondexploitatie, zijnde de verkoop van bouwrijpe kavels ten behoeve van het ontwikkelen van vastgoed. in het geval dat verbetering van de vastgoedmarkt uit blijft, gelden er opschortende voorwaarden voor de realisatie van de optionele projecten. De SPV is echter wel verplicht de randvoorwaardelijke en de vrijwillig gecommitteerde projecten volgens de planning uit te voeren. in dat geval zijn er geen inkomsten uit de verkoop van kavels en worden de kosten gedekt door de inkomsten uit de onderwaterbodem. in het geval dat marktverbetering later inzet dan beoogd, wordt scenario 2 in gang gezet waarbij de activiteiten worden gereduceerd tot het minimaal noodzakelijke, een ‘bevroren’ situatie. De realisatie van de gecommitteerde delen (parkeervoorziening, planvorming, realisatie onderwaterbodem en nieuwe gebiedsdelen) moet gefinancierd worden uit inkomsten van de aanleg van de onderwaterbodem en de nieuwe gebieden. Er is een financieringsbehoefte (€ 4.2 mio. in 2015 – 2020 en € 7.3 mio. in 2021 – 2026) die ingevuld moet worden door de aandeelhouders.
16
Kav i aar en d e
M
s aa
DEEL 4 BIJLAGEN
BIJLAGE 1 PARKEREN Deze bijlage beschrijft de mogelijkheid om als exploitant van een parkeerterrein (maaiveld) aan de Posthumalaan / Tillemakade een parkeerterrein voor betalende bezoekers te exploiteren.
Inrichting parkeerterrein
Aan de Posthumalaan / Tillemakade ligt een parkeerterrein met 56 parkeerplaatsen. Dit betreft een parallelweg met aan weerszijden schuine parkeerplaatsen. Momenteel is dit terrein verbonden aan het openbare areaal, maar het zal beschikbaar worden gesteld in het kader van de Concessie Rijnhaven. Hiervoor moet het terrein aan het openbare areaal worden onttrokken. Uitgangspunt is dat de gemeente hier aan meewerkt, omdat hier een raadsbesluit voor nodig is. Wanneer het terrein niet meer openbaar is, zal de gemeente er niet meer handhaven en is er geen sprake meer van een parkeerbelasting, zoals dat nu op straat wel het geval is. Het wordt een commerciĂŤle activiteit, waarover BTW wordt afgedragen. Aan het publiek wordt het feit dat het om een privaat parkeerterrein gaat, duidelijk gemaakt door bijvoorbeeld een slagboom en bebording waarop de regels over het gebruik van de parkeerplaatsen staan aangegeven, met een verwijzing naar de exploitant. De gebruikers van het parkeerterrein moeten dus niet de fout maken om bij de gemeentelijke parkeerautomaten, die in de nabijheid van het parkeerterrein staan, of via de mobiel (parkline), aan de gemeente te betalen. Wij gaan uit van het miniparksysteem van WPS. Aanbevolen wordt alleen cashless te laten betalen. Dit voorkomt inbraak en er is op die manier geen geldafhandeling nodig, waardoor de beheerskosten afnemen, alsmede de kans op fraude. Het miniparksysteem werkt zonder bonnen en bij cashless betalen is de storingskans nihil, omdat er nauwelijks sprake is van bewegende delen in de automaten. Ook hoeft er niets meer te worden gevuld of geledigd, op de betaalbewijzen na. Zonder betaalbewijs functioneert het systeem en de betaalafhandeling overigens ook. Bij het begin en het einde van de parallelweg worden slagbomen geplaatst. Omdat er geen kaartjes worden getrokken bij de slagboom gaat de boom gelijk open als er voldoende plaats is maar ook indien er geen plaatsen meer vrij zijn. In dit laatste geval dienen deze bezoekers wel binnen een bepaalde tijdsduur het terrein te verlaten, wil de slagboom automatisch opengaan bij detectie van dit voertuig. Er is dan weinig opstelruimte voor de toegang nodig. Voor de gebruikers is duidelijk dat dit om een niet openbaar terrein gaat en dat er met het kaartje aan een betaalautomaat achteraf moet worden betaald. Anders gaat de slagboom bij het verlaten van het terrein niet open. Centraal op het parkeerterrein komt een betaalautomaat. Tevens wordt de mogelijkheid geregeld om via de mobiel te betalen. De leverancier van de parkeerautomaten zorgt voor het onderhoud van de parkeerautomaten, zorgt er voor dat de opbrengsten op een door de concessiehouder opgegeven rekening wordt gestort en verzorgt de managementrapportages. Indien gewenst kan de leverancier een 24 / 7 achtervang leveren voor het beantwoorden van vragen van klanten en het oplossen van storingen.
18
In onderstaand overzicht is de globale kostenraming weergegeven voor de oplossingsrichting.
Afsluiting en exploitatie parkeerterrein Parkeersysteem MiniPark Systeem € 45.000,–: • 1 x kentekencamera in • 1 x kentekencamera uit • 1 x een betaalautomaat (cashless – PIN en creditcard) • 2 x slagboom incl. detectielussen en fundaties • 1 x een vri kast met router t.b.v. de communicatie • 1 x installatie Werkzaamheden aanpassing / ombouwing parkeerterrein • Bekabeling (signaal en voeding) € 30.000,– • Creëren inrit € 2.000,– Fundering en herstraten: • Creëren uitrit € 3.500,– Zaagwerk asfalt Fundering Banden Bestraten Diversen • Ca. 50 Stuks afsluit paaltjes € 6.250,– • Aanbrengen bebording € 2.000,– • Verwijderen huidige betaalautomaten: € 1.350,– Totaal ca. € 45.100,– De totale geraamde realisatiekosten (CAPEX) zijn € 90.100,–.
Exploitatie
Het is zonder gegevens over de bezetting van de straatparkeerplaatsen en de omliggende parkeergarages niet in te schatten in welke mate de parkeerplaatsen gebruikt gaan worden. Bekend is dat er in Rotterdam een ruime overmaat aan parkeerplaatsen beschikbaar is. Het beeld op de Kop van Zuid is dat er tijdens kantoortijden een redelijke parkeerbezetting is, op straat en op de parkeerterreinen. Sinds kort is de parkeergarage onder De Rotterdam geopend. Deze garage richt zich, naast de bezoekers van De Rotterdam, ook op de bezoekers van het Luxor Theater. Er zijn een aantal factoren die het parkeerterrein aantrekkelijk (kunnen) maken: • Het voordeel van parkeren voor bezoekers op dit terrein, is dat er achteraf wordt betaald. Men hoeft dus niet tevoren in te schatten hoeveel tijd ze denken te gaan parkeren. Dit is een voordeel ten opzichte van straatparkeren (voor degene die niet met de mobiel betalen). • Veel mensen vinden het prettiger om in de open lucht te parkeren. Daarbij is de auto sneller benaderbaar. Met name voor relatief korte parkeerhandelingen is dit interessant. • Indien er een korting wordt gegeven op het parkeertarief kan er een behoorlijk grote aantrekkende werking ontstaan, met name voor mensen die lang willen parkeren. In theorie kunnen de andere exploitanten gaan volgen, maar gezien het relatief kleine aantal parkeerplaatsen, kan het zijn dat men niet zal volgen met de tarieven. In dat geval zullen de parkeerplaatsen door een interessant tarief een hoge bezetting kennen.
19
In de tabel is een aantal scenario’s met en zonder korting op het parkeertarief weergegeven. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • Exclusief beheer- en onderhoudskosten parkeerterrein (bestrating, schoonmaken etc.). Deze zijn inbegrepen in het technisch beheer en onderhoud van het concessiegebied. • Inclusief 24 / 7 / 365 afhandeling intercom-oproepen. • Inclusief ombouw openbaar parkeerterrein naar afgesloten privaat parkeerterrein met parkeerapparatuur. • Exclusief BTW.
Business Case
Voor de Business Case worden de volgende aannames gedaan voor de exploitatie van het parkeerterrein aan de Posthumalaan/Tillemakade: Verwachte bezoekduur per dag per parkeerplaats: 4 uur Parkeertarief € 2,50 per uur Inkomsten: € 167.000,– per jaar (in de BC is rekening gehouden met : € 150.000,–)
VARIANTEN RESULTATEN MET KORTPARKEREN
Aantal plaatsen Bezoekduur
56
56
56
56
56
56
56
56
56
56
56
56
2
3
5
8
4
6
8
10
4
6
8
10
per dag per pp Uurtarief
E
3,33
3,33
3,33
3,33
2,50
2,50
2,50
2,50
2,00
2,00
2,00
2,00
NCW
E 686,212
1.170.723
1.655.234
3.593.278
1.172.178
1.899.672
2.627.166
3.354.660
881.181
1.463.176
2.045.171
2.627.166
Resultaat
76.794
133.047
189.299
414.308
133.216
217.678
302.141
386.604
99.430
167.001
234.571
302.141
per jaar*
79.527
137.186
194.844
425.478
137.359
223.933
310.507
397.082
102.729
171.988
241.248
310.507
82.292
141.392
200.492
436.892
141.569
230.308
319.047
407.786
106.074
177.065
248.056
319.047
85.093
145.670
206.248
448.558
145.852
236.810
327.767
418.724
109.469
182.235
255.001
327.767
87.933
150.025
212.117
460.485
150.212
243.443
336.674
429.905
112.919
187.504
262.089
336.674
90.817
154.461
218.105
472.682
154.652
250.214
345.776
441.338
116.427
192.877
269.326
345.776
93.746
158.981
224.216
485.158
159.177
257.128
355.079
453.030
119.996
198.357
276.718
355.079
96.724
163.590
230.456
497.921
163.791
264.190
364.590
464.990
123.631
203.950
284.270
364.590
99.753
168.291
236.829
510.981
168.497
271.407
374.316
477.226
127.333
209.661
291.989
374.316
102.838
173.089
243.340
524.346
173.300
278.782
384.265
489.747
131.107
215.493
299.879
384.265
na 10 jaar*
* Excl. beheer- en onderhoudskosten parkeerterrein. Incl. 24/7/365 afhandeling intercom-oproepen. Incl. ombouw openbaar parkeerterrein naar afgesloten privaat parkeerterrein met parkeerapparatuur Excl. kosten voor aanbrengen ondergrondse kabels en leidingen
20
BIJLAGE 2 KREDIETRAMING
21
BIJLAGE 3 PLANVORMING
22
BIJLAGE 4 REALISATIE ONDERWATERBODEM EN EILANDEN
23
BIJLAGE 5 TAXATIE GRONDWAARDEN MARKTONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN BEPALING GRONDWAARDES CONCESSIE RIJNHAVEN
Getijdenwoningen
Het plan is om circa 5 woningen met een bijzonder duurzaam karakter te positioneren op een eiland in de Rijnhaven. De kavels zijn landgebonden. In de Business Case zijn deze gewaardeerd op € 360.000 per kavel; 600 m2 x € 600,–.
Grondprijzenbeleid en aanbod in Rotterdam
De gemeente heeft zelf in diverse projecten vrije kavels tot 1.500 m2 te koop staan. De prijzen variëren tussen € 400,– en € 575,– per m2 excl. BTW voor kavels van gemiddeld 200 tot 400 m2, en enkele grotere kavels. Echter, deze projecten zijn voornamelijk gelegen in de noordrand van Rotterdam, in de wijken Zestienhoven, Nesselande, Hillegersberg en Kralingen. Er is één uitschieter aan de Ringvaartweg, waar een reeds gerealiseerde woning te koop staat. De vraagprijs van € 2.100.000,– kan worden teruggerekend naar een grondwaarde die ruimschoots boven de € 750,– per m2 uitkomt. De waarde van dit kavel moet worden geschat tussen € 700.000,– en € 900.000,–. In het havengebied zijn weinig referenties te vinden. Voor stadswoningen langs de Maas varieert de prijs tussen € 575,– en € 700,– per m2. De waarde wordt hier grotendeels bepaald door de intensiteit van bebouwing: veel BVO’s op weinig kaveloppervlak. Hoe groter het kavel, hoe lager de waarde per m2. Voor kavels boven 400 m2 is de locatie onderscheidend voor de prijs. De kavels voor getijdenwoningen moeten zich dus onderscheiden door hun unieke plek en zo concurreren met kavels die in de noordelijke rand van Rotterdam te koop zijn. Onze prijsstelling zit daar licht boven. Er moet een markt worden aangeboord van kopers die een unieke plek zoeken en ook bereid zijn te innoveren, gezien onze visie op het gebied. Het unieke karakter van de plek is, ten opzichte van een ‘makkelijke’ keuze in een standaard woonwijk, tegelijkertijd ook een handicap. Zoals ook een makelaar onlangs aangaf, moet je wel de kopers weten te vinden, die bereid zijn tot een dergelijke investering, ondanks dat het een typisch Rotterdamse niche is. Optimalisatiemogelijkheden tussen vraag en aanbod zitten ook in de kavelprijs in relatie tot de omvang van het kavel, of in relatie tot de gemeenschappelijke omgeving.
Appartementen
De prijs van appartementen op de Wilhelminapier varieert van € 3.000 tot € 4.000 per m2 gebruiksoppervlak, afhankelijk van het gebouw en de verdieping. Appartementen in de buurt zijn geprijsd van € 2.300 tot € 2.400 per m2. In de Business Case is het de ambitie om passend bij de uitstraling van de Wilhelminapier te ontwikkelen. Echter, deze appartementen liggen niet aan de Maas. We rekenen daarom met een waarde van € 2.250 per m2, beneden aan de landzijde, tot € 2.750 per m2 voor de bovenste verdiepingen aan de waterzijde. De gemiddelde waarde is € 2.500 per m2. Als we van deze appartementen een conservatieve grondwaarde uitrekenen, dan varieert deze van € 595 tot € 925 per m2 gebruiksoppervlak: een grondquote van 28 – 35 %. Als gemiddelde waarde is € 625 per m2 grondoppervlakte gehanteerd. Voor de Business Case komt de waarde per segment dan uit op: 40 appartementen x 100 m2 = € 2.500.000,–.
24
Wat de markt de komende 30 jaar gaat doen, is moeilijk te voorspellen en ligt vooral in dit segment vrij gevoelig. Voorlopig wordt nog een daling verwacht, hoewel de goede locaties ook weer een stijging laten zien. De gemeente heeft nog de nodige ambities in de herontwikkeling van havengebieden, ook in hoogbouw. Prijsontwikkeling zal door vraag en aanbod worden bepaald. Wij hebben appartementen van 100 m2 grondoppervlakte als rekeneenheid gebruikt. Op dit moment heeft de gemeente in haar volkshuisvestingsbeleid opgenomen, dat ze geen kleine appartementen wil toevoegen aan de voorraad (beneden de 80 m2) omdat die in het bestaande woningbestand al heel veel aanwezig zijn. De marktpotentie ligt daar volgens verschillende ontwikkelaars wel. Beleggers zijn op zoek naar huurappartementen in een breed scala van oppervlaktes en prijsniveaus. Variatie in het aanbod en flexibiliteit om optimaal op de marktvraag te kunnen inspelen, verhoogt de kans op een succesvolle verkoop en verhuur.
Kantoren, commerciële voorzieningen en horeca
In de plinten van de appartementen (4 st) en op het grote eiland is gerekend met 5 eenheden commerciële voorzieningen van ieder 1.000 m2. De huurwaarde van winkels en horeca is veiligheidshalve ingeschat op € 200 tot € 225 per m2. De huurwaarde is zeer afhankelijk van omgevingsfactoren. Voor kantoren is gerekend met € 150 per m2 huurwaarde. Met een mix van horeca, winkels en kantoren zou een plint van € 1.300 per m2 BVO een grondwaarden van € 550 tot € 700 per m2 BVO kunnen vertegenwoordigen. Voorzichtigheidshalve is in de Business Case gerekend met een grondwaarde van € 500.000,– per eenheid omdat de samenstelling en de hoeveelheid commerciële voorzieningen die het gebied kan dragen nu nog niet is in te schatten voor de termijn waarop dit gaat spelen.
Parkeren
Vooralsnog zijn voor parkeren onder woningen geen onrendabele kosten opgenomen. De omgeving en de wijze van bouwen (bijvoorbeeld half verdiept, of in combinatie met voorzieningen in de omgeving) laten voldoende ruimte om tot een optimalisering te komen en om een onrendabele top parkeren te voorkomen.
25
BIJLAGE 6 MAATSCHAPPELIJKE BATEN In de Rijnhaven zijn 4 belangrijke waardestromen van waaruit maatschappelijke baten ontstaan: 1 Maatschappelijke baten die ontstaan door het ecologisch herstel, dat zal plaatsvinden door de ontwikkeling van het Getijdenpark. 2 Maatschappelijke baten die ontstaan doordat het waterfront en het Getijdenpark (inter)nationale (stads)bezoekers zullen aantrekken. 3 Maatschappelijk en economische baten die ontstaan door het ontwikkelen van innovatief drijf- en getijdengoed. 4 Maatschappelijke baten die ontstaan door het Leerlaboratorium en de Werkplaats Rijnhaven te verbinden aan de te realiseren prestaties. Voor de Business Case worden de maatschappelijke baten van de Werkplaats Rijnhaven gekwantificeerd. De bedragen hebben geen betrekking op de maatschappelijke baten die wij zien ontstaan vanuit de andere waardestromen. Ten aanzien van de overige baten ligt hier nog een gezamenlijke publiek-private opdracht.
Voorbeeld rekenmechanisme. Type prestatie
Flexibele opties
Aard van de prestatie
• Oprichten van een Social Impact Bond Rijnhaven die een instroom kent van 150 werklozen per jaar oplopend van 50 in 2018 tot 150 in 2030.
Geplande startdatum
2 jaar na gunning
Datum van volbrenging
In jaar 3 is de aard van de prestatie volbracht. Waarna iedere 2 jaar het programma wordt herijkt + optie tot verlenging.
Doelgroep
Gemixte groep werklozen waarbij de kans op uitstroom richting een reguliere baan in twee jaar reëel is (verschillende leeftijdscategorieën, uitkeringsduur, woongebied).
Omvang
Oplopende instroom van 50 werklozen per jaar in 2018 tot 150 per jaar in 2030.
Opschortende voorwaarden
• In het geval dat een aanblijvende slechte woningmarkt te grote risico’s oplevert voor het Consortium (scenario 2), met zeer negatieve financiële gevolgen, dan worden werkzaamheden uitgesteld. Ofwel dan wordt het gehele project ‘bevroren’.
Financiering
• Social Impact Bond deal met Gemeente Rotterdam die leidt tot een positief rendement. SPV Rijnhaven investeert in cash € 70.000 – € 210.000 per jaar en bepaalt in samenspraak met de Gemeente Rotterdam de claim + risicoverdeling (zie voorbeeld rekenmechanisme). • Beschikbaarheid juiste doelgroep (verschillende leeftijdscategorieën, 26
uitkeringsduur, woongebied). • Voldoende strategische partners uit het bedrijfsleven (minimaal 20).
• Het rekenmechanisme is gebaseerd op de huidige SIB constructie, die de gemeente Rotterdam hanteert met ABN AMRO, Start Foundation en de Businessclub. • De kengetallen rondom investering en claim zijn gebaseerd op de huidige SIB constructie die Gemeente Rotterdam hanteert met ABN AMRO, Start Foundation en de Businessclub. • Het maximale verlies scenario is gebaseerd op de huidige SIB constructie die Gemeente Rotterdam hanteert met ABN AMRO, Start Foundation en de Businessclub. • Het maximale winst scenario betreft een voorstel van KEDM aan de Gemeente Rotterdam
Maatschappelijke waarden BC 2020 – 2023
2024 – 2031
2032 – 2045
Investering per groep per jaar
€ 70.000
€ 140.000
€ 210.000
Uitkering / bijstand per dag
€ 39,70
€ 39,70
€ 39,70
Aantal dagen korter
211
211
211
Aantal werkelozen per groep
50
100
150
100 %
€ 418.835
€ 837.670
€ 1.256.505
80 %
€ 335.068
€ 670.136
€ 1.005.204
27
28
BIJLAGE 7 ANALYSE SUBSIDIE
29
BIJLAGE 8 TECHNISCH BEHEER EN ONDERHOUD TERREINMANAGEMENT RIJNHAVEN – TECHNISCH BEHEER & ONDERHOUD
Uitgangspunten • • • • •
Ontvangen informatie per mail van J. Jansson d.d. 26 augustus jl. en 10 november jl. 1e 7 jaar reserveren voor planvorming, procedures, verontdieping en aanleg eilanden 23 jaar beheer & onderhoud alle assets in buitenruimte 26.765 m2 groen Afschrijving / vervangingswaarde na consessie afhankelijk van levensduur asset
Uitsluitingen
• Calamiteiten (hoog water) / hufterproof / vandalisme • m2 taluds / getijde-oevers • Beveiliging
B&O Groenvoorzieningen • • • • •
Hoge beeldkwaliteit Totale oppervlakte: 26.765 m2 (7.974 + 18.791) Uitgangspunten groen overeenkomstig kredietraming d.d. 27-10-2014 Beheer, onderhoud en vervanging/afschrijving: 23 jaar – € 3,00 per m2; – Jaarlijkse afschrijving / vervanging: € 0,64 per m2; – Afronding: -/- € 295 per jaar Totale onderhoudskosten: 23 x € 80.000
B&O Fiets / wandelpaden
• Totale oppervlakte: 1.806 m2 asfaltverharding ((66 + 450) x 3,5) • Uitgangspunten verharding overeenkomstig kredietraming d.d. 27-10-2014 • Aanvullende uitgangspunten: – Geen of incidenteel vrachtverkeer; – Technische levensduur: 20 jaar; – Minimale restzetting ondergrond onder zandfundering • Beheer, onderhoud en vervanging/afschrijving: 23 jaar – CROW hanteert voor dit wegtype (fietspad) een onderhoudscyclus van 40 tot 50 jaar afhankelijk van de ondergrond. Gerekend is met veen (25 Mpa); – Onderhoudsbudget (inclusief reconstructie op het einde van de levensduur): € 2,40 per m2; – Onvoorzien / afronding: € 665,60 per jaar; – Totale onderhoudskosten: 23 x € 5.000 • Gladheidbestrijding: 23 jaar – Afhankelijk van meerdere factoren, waarvan belangrijkste factoren: • weer (= onvoorspelbaar risico!) • (Overheid)beleid: prioritering (hoofd)wegen / paden • verharding op steigers / bruggen buiten beschouwing gelaten
30
•
– Landelijke ervaringscijfers (langjarig gemiddelde): • zachte winter: ca 15 strooi / veegbeurten per jaar • gemiddelde winter: 29 strooi / veegbeurten per jaar • strenge winter: ca 45 strooi / veegbeurten per jaar – Uurtarief strooi / veegwagen (all-in (incl. zout)): ca € 125; – Duur 1 strooi / veegbeurt: ca 2 uur; – Jaarlijkse kosten: • zachte winter: ca € 4.000; • gemiddelde winter: ca € 7.500; • strenge winter: ca € 12.000 – Onvoorzien / afronding: € 500 per jaar; – Totale kosten gladheidbestrijding: 23 x € 8.000 Totale onderhoudskosten: 23 x € 13.000
B&O Overige inrichting • • • •
Lichtmasten: – Uitgangspunten lichtmasten overeenkomstig kredietraming d.d. 27-10-2014; – Aanvullend uitgangspunt: technische levensduur gesteld op 20 jaar; – Aanleg in 8e jaar; – 23 jaar b&o; – 22 lichtmasten; – Aanlegkosten (kredietraming 27-01-2014): € 1.275 per stuk; – Onvoorzien / afronding: € 97,50 per jaar; – Totale onderhoudskosten: 23 x € 1.500 Inrichting (kredietraming 1.4): – Uitgangspunten inrichting overeenkomstig kredietraming d.d. 27-10-2014; – Aanvullend uitgangspunt: technische levensduur:gemiddeld gesteld op 30 jaar; – Aanleg in 8e jaar; – 23 jaar b&o; – Aanlegkosten (kredietraming 27-01-2014): € 296.000; – Onvoorzien / afronding: € 133 per jaar; – Totale onderhoudskosten: 23 x € 10.000 Onvoorzien / afronding (jaarlijks): € 1.500 (a.g.v. stelpost) Totale onderhoudskosten: 23 x € 13.000
• • •
Steiger / Brug 1 (Lengte 110 m1)
Vast onderhoud: € 5.000 Reservering klein & groot onderhoud: € 12.500 Totale onderhoudskosten: € 17.500
Steiger / Brug 2 (Lengte 140 m1)
• Vast onderhoud: € 5.000 • Reservering klein & groot onderhoud: € 17.000 • Totale onderhoudskosten: € 22.000
31
Herinrichting tussen Rijnhaven en bestaande Posthumalaan • • • • • • •
Buiten beschouwing gelaten omdat ontwerp / inrichting ontbreekt Advies: m2-prijzen als hierboven hanteren o.b.v. onderverdeling van 11.500 m2 Verharding (2.600 m2), € 1,75/m2: € 4.450 Asfalt (parkeerplaats 2.400 m2), € 3,00/m2: € 7.200 Groen (3.200 m2): € 11.648 Onvoorzien / afronding: € 202 per jaar Totale onderhoudskosten: € 23.500
Onderhoud Vaargeul Codrico
• Uitgangspunt jaarlijks te verwijderen slib: 500 m3 • Baggeren en afvoeren: € 10/m3 • Totale onderhoudskosten: € 5.000
Kruising ontsluitingsweg met Postumalaan/Veemstraat
• Buiten beschouwing gelaten omdat ontwerp / inrichting (VRI?) ontbreekt • Advies: b&o buiten concessiegebied bij huidige eigenaar laten, anders m2-prijzen als hierboven hanteren o.b.v. ontwerp / inrichting
B&O Resumé
ONDERDEEL
PER JAAR (IN €)
Groenvoorzieningen
€ 80.000
Fiets/wandelpaden
€ 13.000
Overige inrichting
€ 13.000
Steiger / brug
€ 39.500
Herinrichting tussen Rijnhaven en Posthumalaan
€ 23.500
Onderhoud Vaargeul Codrico
€ 5.000
Onvoorzien
€ 10.000
Beveiliging (budgettering vanuit opstalexploitatie)
PM
Totaal jaarlijks Terreinmanagement (jaar 8 t/m 30) Prijspeil 2014
Exclusief Staartkosten, VAT, Indexering en BTW
32
BIJLAGE 9 VERZEKERINGEN RIJNHAVEN BV De SPV, “Rijnhaven BV” (fictieve naam), heeft geen eigen personeel in dienst. Derden detacheren medewerkers bij de BV en / of onderaannemers verlenen diensten aan de BV. De werkzaamheden van de BV bestaan uit: • bouw- en woonrijp maken locatie Rijnhaven te Rotterdam ten behoeve van wonen, recreatie en werken; • realisatie en verkoop bouwgronden; • bouw van infrastructuur zoals wegen, paden en bruggen. De geschatte uitvoering is vijf jaar. De geschatte omzet van de BV is EUR 15 miljoen over deze periode. Daarna volgt beheer en onderhoud, voor de duur van 25 jaar. De geschatte omzet voor de BV is EUR 0.5 miljoen per jaar.
Premie WA
Een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering die verzekerd schade aan derden en / of ondergeschikten in geval van onrechtmatige daad die toerekenbaar is aan de BV zal in de eerste jaren maximaal € 7.500 per jaar kosten. Verzekerde som is tweemaal € 1.000.000,–. In de beheer en onderhoudsperiode zal een bedrag van € 1.500 moeten volstaan als jaarlijkse premie. Bovengenoemde indicaties is gebaseerd op in verleden gesloten wettelijke aansprakelijkheidsverzekeringen waar Grontmij bij betrokken was en is.
Overige verzekeringen • Beroepsaansprakelijkheidverzekering Activiteiten van de BV komen niet in aanmerking voor een dergelijke verzekering. De “Rijnhaven BV” zal leveranciers en dienstverleners juist moeten aanspreken in geval van schade door beroepsfouten. • Constructie All Risks verzekering (car) Deze sluit men af doch in beginsel wordt de plicht tot afsluiten van de car bij de aannemer gelegd die het werk uitvoert in opdracht van de BV. Het kan een optie zijn dit als opdrachtgever boven aan de keten zelf te doen om goed grip te houden op dekking en schade. Vraag wie de polis afsluit heeft echter geen invloed op de lasten (budgetneutraal). • Ongevallenverzekering en dergelijke Deze is niet nodig, geen eigen personeel in dienst • Inventaris / materieel / opstallen, ‘bezitsverzekeringen’ De “ BV Rijnhaven” heeft (nagenoeg) geen bezittingen zoals opstallen, inventaris, machinepark etc. met uitzondering van na oplevering een aantal bruggen en zaken zoals straatmeubilair, beschoeiingen, lantaarnpalen etcetera. Degelijke buitenzaken verzekerd men niet. De zaken met grootste waarde zoals de drie bruggen vallen onder de CAR verzekering voor materiële schade door ontwerp-, uitvoeringsfouten en van buiten komende onheilen.
33
Na die termijn geen verzekeringdekking onder de car verzekering doch daarna zullen de bruggen ook niet meer verloren kunnen gaan (tenzij een derde partij schade toebrengt door een aanrijding en of aanvaring. Doch dan is het zaak de schade te verhalen op de partij die de schade heeft veroorzaakt.
34
BIJLAGE 10 PLANSCHADE
Aanpak
Er is geen contact geweest met belanghebbenden en de gemeente Rotterdam. Gelet op de tijdsdruk en informatievoorziening is er geen kennis genomen van het vigerende bestemmingsplan (dit is niet verstrekt door de opdrachtgever en kon ook niet worden opgevraagd bij de gemeente Rotterdam). De ervaring leert dat dit soort gebieden vaak de bestemming gewater en of havendoeleinden hebben. Dit is dan ook het uitgangspunt voor deze analyse. Verder is informatie ingewonnen over het project (zie bronnen) en is de situatie ter plaatse beoordeeld aan de hand van Google maps. De nadruk bij de werkwijze ligt op het lean-and-mean opstellen van een analyse op basis van kennis en ervaringen. Dit heeft dan ook geresulteerd in een beknopte analyse. Gelet op de fase waarin het project zich bevindt is dit dan ook de meest geëigende werkwijze.
Planschade
Planschade is de schade die ontstaat op het moment dat er sprake is van een planologi-sche wijziging èn deze wijziging leidt tot een nadelige situatie die zich vertaalt in een daling van de waarde van het object of het inkomen direct na de peildatum. Daarnaast komt alleen definitieve planschade voor vergoeding in aanmerking. Bij planschade is niet van belang wat er feitelijk is of wordt gerealiseerd, maar wat er maximaal gerealiseerd kon of kan worden onder het bestemmingsplan. Bij een planvergelijk moet dan ook uitgegaan worden van de planologische maximale invulling, zowel in het vigerende regime (oud) als in het nieuwe regime (nieuw). De ervaring leert dan ook dat bij water- of havendoeleinden, vooral aan water en aan haven gebonden gebruik mogelijk is. De bebouwingmogelijkheden zijn relatief beperkt. Wel moet rekening worden gehouden met de hoogte van gangbare schepen en hun lading (bijvoorbeeld containers). Daarnaast kan havengebruik zeer intensief zijn en dus ook overlast veroorzaken. Planschade bestaat uit 2 soorten: directe en indirecte planschade. Binnen de deelgebieden kan direct planschade ontstaan, dit zal echter nihil zijn: • Een belanghebbende (eigenaar) zal enerzijds onderdeel uitmaken van het project en dus gediend zijn bij de planologische wijziging. • Anderzijds zal de eventuele schade reeds anderszins vergoed zijn, doordat de grond aangekocht zal moeten worden om de ontwikkeling mogelijk te maken. Schadever-goeding is dan al in de koopprijs meegenomen. Op basis van de eigendomposities valt op, dat de meeste gronden waarop de ontwikkelingen plaatsvinden in eigendom zijn bij de gemeente Rotterdam of Rijkswaterstaat. De kans dat bevoegd gezag zelf planschade gaat indienen tegen een eigen project is zeer onwaarschijnlijk en de ervaring is dan ook dat overheidspartijen dit nooit doen. Indirecte planschade kan zich wel voordoen. Deze planschade ontstaat buiten het plangebied, dan wel in het deel waarop het planologische regime niet wordt gewijzigd. Vooral langs de randen kan dit spelen.
35
Voor planschade gelden in hoofdzaak de volgende schadefactoren: verlies van waardebepalend uitzicht, schaduwwerking, privacyverlies, omgevingsverslechtering, verkeerstoename en parkeeroverlast en eventuele voordelen. Voor de analyse van het plangebied is gebruik gemaakt van de kaart met de ruimtelijke hoofdstructuur zoals opgenomen in biedingsproduct 2. Aan de Noordzijde (Antoine Platekade) liggen een aantal woongebouwen met kantoren en restaurants in de plint. Direct planschade is hier niet aan de orde. Voor indirecte schade geldt het volgende: het geprojecteerde eiland komt op enige afstand van de huidige bebouwing te liggen. Nu er geen hoogbouw op het eiland komt is er geen sprake van planschade. Schade als gevolg van privacy-, uitzichtverlies en verlies van bezonning zal niet aan de orde zijn. Weliswaar verandert het gebruik ter plaatse, maar deze wijziging heeft een positief ef-fect op het woonmilieu en levert dus een voordeel op. Gelet op andere herontwikkelingen in havengebieden (Hamburg, Stockholm, Amsterdam) is de verwachting dan ook dat hier geen planschade zal ontstaan. Aan de Westzijde (Tillemakade en Hillelaan) zal geen sprake zijn van directe schade omdat de herontwikkeling plaatsvindt langs de huidige kade en in het water. Ook van in directe planschade zal geen planschade ontstaan. Schade als gevolg van privacy-, uitzichtverlies en verlies van bezonning zal niet aan de orde zijn. In de nieuwe situatie zal er alleen maar sprake zijn van een voordeel voor de aangrenzende kantoorpanden en instellingen. Er zal namelijk een nieuwe boulevard worden aangelegd en hierdoor zal het een aantrekkelijke vestigingsplaats worden. Aan de Zuidzijde (Rijnhaven Zuidzijde en Veerlaan) is het oude havengebied gelegen. Ook hier zal geen sprake zijn van direct planshade. Met name langs de Rijnhaven Zuidzijde liggen diverse kleinere bedrijfjes en verzamelgebouwen. Ondergetekende merkt op dat deze alleen maar zullen profiteren van de ontwikkelingen in Rijnhaven. Feitelijk ligt hier nog één bedrijf dat direct gebruik maakt van zijn ligging aan het water. Echter in het huidige plan is hiermee rekening gehouden. Daarnaast zal rekening gehouden worden met de milieuzonering van het betreffende bedrijf bij het ontwerp van het bestemmingsplan. Om die reden wordt hier ook geen planschade verwacht. De Rijnhaven mond uit in de nieuwe Maas aan de westzijde, hier zijn geen schadegevoelige objecten aanwezig.
Conclusie Planschade
Op basis van de voorliggende gegevens is de kans op planschade nihil. Daarnaast is het normaal maatschappelijk risico aan ontwikkeling onderhevig en zou voor het onderhavige plangebied in lijn met de huidige jurisprudentie ook een hoger normaal maatschappelijk risico gehanteerd kunnen worden1. Gelet op het bovenstaande en de te ondertekenen planschadeovereenkomst met de gemeente Rotterdam lijkt een bankgarantie of een conveniërende zekerheid niet noodzakelijk. Ter indicatie: De gemeente mag per ingediend planschadeverzoek een recht heffen van 300 euro (afhankelijk van de verordening). Wanneer een verzoek door een schadebeoordelingscommissie moet worden beoordeeld kost dat gemiddeld 2.500 euro. Het is niet uitgesloten dat van deze
36
kosten sprake zal zijn. Echter gelet op het feit dat ook de omgeving wordt betrokken in deze ontwikkeling, zullen waarschijnlijk weinig verzoeken worden ingediend. Het aantal verzoeken kan beïnvloed worden door vroegtijdig ook de omgeving te consul-teren en te informeren over de gebiedsontwikkeling. Ook het managen van de verwach-tingen ten aanzien van planschadeclaims kan leiden tot minder verzoeken.
Nadeelcompensatie
Van nadeelcompensatie is sprake wanneer men schade leidt als gevolg van overheidsbesluiten, dan wel feitelijk handelen door of namens de overheid. Het is bij nadeelcompensatie van belang dat hier sprake is van een tegemoetkoming in de schade en rekening gehouden dient te worden met het normaal maatschappelijk en ondernemersrisico. Met name het normaal maatschappelijk en ondernemersrisico zorgen ervoor dat veelal geen nadeelcompensatie wordt uitgekeerd. Hiervoor wordt immers vaak een drempel gehanteerd van 10 – 15 % van de jaaromzet. Enkel de schade die hierboven uitkomt, komt voor vergoeding in aanmerking. Op basis van jurisprudentie heeft Rijkswaterstaat onlangs haar beleidsregel aangepast en dit kan gezien worden als een leidraad voor alle nadeel-compensatie zaken2. Wat verder van belang is bij nadeelcompensatie is de jurispudentie inzake filiaal vs. onderneming3. Wat hier speelt is dat in veel gevallen niet enkel gekeken moet worden naar de omzet van een filiaal, maar van de hele onderneming. Van belang is dat een filiaal zowel in economische als juridische zin een onlosmakelijk onderdeel van de hele onderneming moet zijn, wil men als filiaal aanspraak kunnen maken op nadeelcompensatie. Dit speelt met name bij grotere winkelketens (H&M, Action, Kruidvat). En leidt dan ook vaak tot het niet uitkeren van een tegemoetkoming. Gelet op de ontwikkelingen in het plangebied kan nadeelcompensatie spelen bij met name winkels, restaurants en ondernemingen als deze voor langere tijd onbereikbaar zijn en hierdoor omzet missen. Maar ook een vervoerder zoals de watertaxi, RET of Connexxion zou nadeelcompensatie kunnen claimen voor het feit dat zij bijvoorbeeld moeten omvaren en omrijden of minder passagiers hebben. Wel is het zo dat als men vroegtijdig in het proces alle stakeholders betrekt, de werkzaamheden vaak zodanig georganiseerd4 kunnen worden dat verlies van omzet zeer beperkt zal blijven. En het aantal claims om nadeelcompensatie nihil zal zijn. Deze ervaring hebben wij onder andere opgedaan rondom de herinrichting van de Arena Boulevard in Amsterdam. Dit vergt wel een zeer actieve rol van de ontwikkelaar op het gebied van stakeholder- en omgevingsmanagement. Echter een dergelijke rol is bij dit soort binnenstedelijke herontwikkeling eerder regel dan uitzondering. Het aantal verzoeken kan tevens beïnvloed worden door vroegtijdig ook de omgeving te consulteren en te informeren over de gebiedsontwikkeling. Ook het managen van de verwachtingen ten aanzien van nadeelcompensatieclaims kan leiden tot minder verzoeken
Conclusie Nadeelcompensatie
Gelet op het feit dat altijd een deel van de schade zal vallen onder het normaal maatschappelijk en / of ondernemersrisico (10 – 15 % van de jaaromzet) is de kans redelijk klein dat er nadeelcompensatie ontstaat die voor vergoeding in aanmerking komt.
37
Ter indicatie: Een verzoek tot nadeelcompensatie kan bij de gemeente worden ingediend. Wanneer een verzoek door een schadebeoordelingscommissie moet worden beoordeeld kost dat gemiddeld 2.500 euro. Het is niet uitgesloten dat van deze kosten sprake zal zijn. Echter gelet op de gewenste ontwikkeling zullen waarschijnlijk weinig verzoeken worden ingediend. Actiepunten: • In deze analyse is geen onderzoek gedaan naar de aanwezige winkels, filialen en ondernemingen in het plangebied. • Door vroegtijdig te investeren in stakeholder- en omgevingsmanagement kan het aantal claims beperkt worden tot nihil. Advies reservering Business Case Op dit moment is geen planschade en nadeelcompensatie verwacht. Zoals het plan er nu uitziet en gelet op de tijd tot realisatie is het aannemelijk dat dit ook zo zal blijven. Hierbij is het wel van belang dat de belangen van de stakeholders een plek krijgen in de verdere uitwerking. Wel is het zo dat eventuele claims afgehandeld dienen te worden door de gemeente (en de door haar in te schakelen adviescommissie) en de advieskosten hiervan zullen op grond van de anterieure overeenkomst verhaald worden op de ontwikkelaar. Dat er enige kosten zullen zijn, is dan ook evident. Het is dan ook verstandig om wel een bedrag op te nemen. Uitgaande van maximaal 20 claims, is een bedrag van 50.000 euro redelijk. 1 2 3 4
AbRvS 30 april 2014, nr. 201305373/1/A2 Stcrt 2014-16584 AbRvS 13 maart 2013, nr 201202459/1/T1/A2 Hier moet met name gedacht worden aan routes voor leveranciers en klanten, tijdige informatie voorziening, open en bereikbaar houden, etc.
Bronnen • Bijlage 8_Kaart flankerende verplichtingen Kop van Zuid en Katendrecht; • Bijlage 11_Rechten van Derden; • Bijlage 17_Kaart Concessiegebied; • Concessieovereenkomst 7 novmber 2014; • Hoeveelheden ondergrond Rijnhaven met ontwerp RHR SO Mas
38
BIJLAGE 11 ORGANISATIEKOSTEN SPV
Organisatiekosten SPV Voor de organisatie van de SPV is begroot € 100.000,– per jaar (jr 3 – 6), € 250.000,– per jaar (jr 7 – 12) en € 150.000,– per jaar (jr 13 – 30). Jaar 3 – 6: Een inschatting van kosten op basis van de volgende posities: Functie Duur FTE Programma Directeur 1 dg / wk 0,2 FTE Secretaresse 1 dg / wk 0,2 FTE + Kosten € 80.000,– per jaar excl. BTW Alg. kosten € 10.000,– W & R € 10.000,– + TOTAAL € 100.000,– Jaar 7 – 12: Een inschatting van kosten op basis van de volgende posities: Functie Duur FTE Programma Directeur 2 dg / wk 0,4 FTE Project coördinator / ondersteuning (Third Trusted Party en Vz Stuurgroep) 2 dg / wk 0,4 FTE Secretaresse 2 dg / wk 0,4 FTE + Kosten € 200.000,– per jaar excl. BTW Alg. kosten € 25.000,– W & R € 25.000,– + TOTAAL € 250.000,– Jaar 13 – 30: Een inschatting van kosten op basis van de volgende posities: Functie Duur FTE Programma Directeur 1 dg / wk 0,2 FTE Park Manager 2 dg / wk 0,4 FTE Secretaresse 2 dg / wk 0,4 FTE + Kosten € 120.000,– per jaar excl. BTW Alg. kosten € 15.000,– W & R € 15.000,– + TOTAAL € 150.000,–
39
Kav i aar en d e
M
s aa
GETIJDEN PARK R IJNHAVEN
DEEL
3
PROCESAANPAK
INHOUDSOPGAVE
PROCESAANPAK
3
9
SAMENWERKING CONCESSIEHOUDER EN GEMEENTE OP HOOFDLIJNEN
ORGANISATIE
11
14
AANPASSINGEN CONCESSIEOVEREENKOMST
2
PROCESAANPAK
Samenhang tussen de procesaanpak en de ontwikkelstrategie
Kaviaar en de Maas kiest voor een ontwikkelstrategie die verschillende ontwikkelsnelheden kent. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwikkelingen die jaarlijks, doorlopend of per ontwikkelperiode worden vormgegeven en getoetst. Door deze ontwikkeleenheden te hanteren en te vertalen in werkprocessen kan er optimaal worden ingespeeld op lopende initiatieven, nieuwe kansen en wijzigende omstandigheden. Op deze manier ontstaat er ook maximale ruimte voor de toepassing van innovaties. Het schema Samenhang ontwikkelstrategie en procesaanpak toont de processtappen in de drie ontwikkeleenheden.
SAMENHANG ONTWIKKELSTRATEGIE EN PROCESAANPAK
STAP 1 Vaststellen ontwikkelkader (stuurgroep).
STAP 2 Vaststellen voorgenomen gecommitteerde en flexibele prestaties voor betreffende ontwikkelperiode (stuurgroep).
STAP 3 Vertalen van voorgenomen prestaties naar een conceptprogramma (programmabureau).
PER ONTWIKKELPERIODE
STAP 4 Toetsing bij stakeholders, partner- en kennisclub, politiek en bestuur (TTP).
Periode 0 – 5 jr Periode 5 – 10 jr Periode 10 – 20 jr Periode 20 – 30 jr (ntb)
STAP 5 Verwerken aanpassingen (programmabureau).
STAP 6 Vaststellen definitief programma voor de betreffende ontwikkelperiode (stuurgroep).
1. WERKPROCES PROGRAMMAREALISATIE Verdere uitwerking en realisatie van het programma (programmabureau ism de partner- en kennisclub).
2. WERKPROCES AFSTEMMING EN AGENDASETTING Ophalen nieuwe kansen en wijzigende omstandigheden bij stakeholders, partneren kennisclub, politiek en bestuur (TTP).
Jaarlijkse toetsing en evaluatie van programma en prestaties (stuurgroep).
Jaarlijks inbrengen van nieuwe voorstellen en relevante ontwikkelingen bij de stuurgroep
DOORLOPEND
JAARLIJKS Ter bespreking en evaluatie en besluitvorming (stuurgroep)
3
Antifragiliteit / omgaan met wijzigende omstandigheden
Om enerzijds in te zetten op realisatiekracht, maar anderzijds adequaat om te springen met wijzigende omstandigheden maken we in onze aanpak expliciet onderscheid tussen: • Proces- en projectmanagement rondom de realiseren prestaties. Hierbij maken we ondermeer gebruik van een partner- en kennisclub die zich aan de ontwikkeling verbindt. • Proces- en stakeholdersmanagement rondom agendasetting, het initiëren en bespreken van potentiële publiek / private samenwerkingskansen, het bespreken van wijzigende omstandigheden, issues en (conflicterende) belangen. Hiervoor introduceren we een trusted third party (TTP). De volgende schema’s tonen de werkprocessen programmarealisatie waarin de partner- en kennisclub een belangrijke rol hebben en het werkproces TTP. De rollen van deze twee actoren worden op een andere pagina in dit biedingsproduct toegelicht.
WERKPROCES PROGRAMMAREALISATIE
Vastgestelde programma door de stuurgroep
(Vrijwillig) gecommiteerde opgaven
Optionele opgaven
Ontwikkelen SO en/of prestatievoorstel ism partner- en kennisclub
Haalbaarheidsonderzoek ism partner- kennisclub
Ontwikkelen VO en/of prestatievoorstel ism partner- en kennisclub
Feedback door gemeente
Selectie beoogde realisatiepartners
Werkproces (vrijwillig) gecommiteerde opgaven starten
Ontwikkelen DO en/of prestatievoorstel ism beoogde realisatiepartners
Feedback door gemeente
Go
Vergunningen traject
No Go
Aanpassen en opnieuw voorleggen
Escalatieprocedure
Werkvoorbereiding
Realisatie
4
Haalbaar
Niet haalbaar
Vaststelling in stuurgroep
WERKPROCES TRUSTED THIRD PARTY
1. Agendasetting
2. Publiek-private samenwerkingskansen
3. Pro-actief management van issues en mogelijke (conflicterende) belangen contractpartners en / of stakeholders
Afstemming politiek en bestuur op lokaal, regionaal, landelijk en internationaal niveau. Verkennen van kansen, belemmeringen en het synchroniseren agenda’s.
Ism publiek-private stakeholders samenwerkingskansen signaleren en verkennen. Publiek-private stakeholders ondersteunen in het uitwerken van samenwerkingskansen.
Terugkoppeling richting stuurgroep
RO-strategie
VISIE OP DE TE VOLGEN RO-STRATEGIE Een gebiedsconcessie met een looptijd van 30 jaar is uniek en onderscheidend in Nederland. Om tegemoet te komen aan een dergelijke lange periode voorziet het wetsontwerp van de Omgevingswet in instrumenten die ruimte laten voor flexibele en gefaseerde uitvoering. Deze wet zal waarschijnlijk in 2018 in werking treden. Er kan nu al worden gewerkt in de geest van de Omgevingswet. Volgens deze wet is de zorg voor de fysieke leefomgeving niet langer een zuivere overheidstaak. Kaviaar en de Maas wil hierbij aansluiten en de verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van de leefomgeving in en om de Rijnhaven. Ze heeft daarvoor echter wel voldoende ontwikkelruimte nodig om de Rijnhaven te transformeren. Onze RO strategie, en daarmee de inzet van het gekozen instrumentarium, zal dus voorzien in ontwikkelruimte en in tussentijdse momenten waarin de gemeente haar invloed kan uitoefenen op kwaliteit, voortgang en draagvlak van de ontwikkeling. INSTRUMENTARIUM Vooruitlopend op de Omgevingswet biedt de Crisis- en Herstelwet nu al ruimte om te experimenteren met een bredere reikwijdte van het bestemmingsplan. Met de bredere reikwijdte is het bestemmingsplan vormvrij, dat wil zeggen dat er geen voorgeschreven standaard bestemmingen worden vastgelegd en er een looptijd van ten minste 20 jaar wordt gehanteerd. Beide mogelijkheden komen goed van pas voor het flexibele deel van de ontwikkeling. De vrije vorm geeft de mogelijkheid doelvoorschriften op te nemen in plaats van regels en deze doelvoorschriften te koppelen aan specifieke functies op specifieke locaties binnen de Rijnhaven. Een andere belangrijke reden om te kiezen voor deze planvorm is de mogelijkheid om onderzoeksverplichtingen te koppelen aan concrete initiatieven waardoor niet op voorhand alle mogelijke ontwikkelscenario’s moeten worden doorgerekend. Het bestemmingsplan geeft in deze planvorm, op hoofdlijnen aan welke ontwikkelingen (verplicht, vrijwillig en optioneel) zijn voorzien en legt deze in zogenaamde voorwaardelijke verplichtingen vast, waar de gemeente een ontwikkeling aan toetst in het kader van de vergunningverlening. De voorwaardelijke verplichtingen kunnen betrekking hebben op geluid, parkeren, duurzaamheid, openbare toegankelijkheid, welstand, etc. Omdat de voorwaardelijke verplichtingen te koppelen zijn aan dynamisch beleid heeft de gemeente Rotterdam gedurende de looptijd van het bestemmingsplan
5
de mogelijkheid haar toetsingskader aan te passen aan het beleid dat actueel is ten tijde van de vergunningsaanvraag. Met het actuele beleid kan de gemeente haar invloed op het proces en draagvlak in de omgeving borgen. RO PROCESAANPAK Het RO proces is opgebouwd uit 6 stappen waarin de gemeente en de contractpartners samen optrekken. STAP 1 Opstellen Nota van Uitgangspunten In de Nota van Uitgangspunten wordt een gezamenlijke strategie vastgelegd met betrekking tot het RO instrumentarium, de structuurvisie, het bestemmingsplan, MER en de vergunningverlening. Daarin worden ook de voor- en nadelen afgewogen van de door Rotterdam eerder gehanteerde werkwijze rondom structuurvisie en bestemmingsplannen per 10 jaar. Ook een regulier bestemmingsplan kan globaal en flexibel worden ingericht waarbij een goed deel van de onderzoeksverplichtingen kan worden uitgesteld tot aan het moment dat een initiatief in de Rijnhaven voldoende concreet is. STAP 2 Vaststellen van de Nota van Uitgangspunten door gemeenteraad De betrokkenheid van de gemeenteraad vertaalt zich in het vaststellen van de Nota van Uitgangspunten. De gemeente onderschrijft de doelstellingen van het gekozen RO instrumentarium en kiest voor het bieden van planologische ruimte in ruil voor een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving in de Rijnhaven. STAP 3 Uitvoeren kaderstellend onderzoek + opstellen planologisch instrumentarium Het consortium voert de benodigde kaderstellende onderzoeken uit en stelt het materiĂŤle instrumentarium op zoals vastgelegd in de Nota van Uitgangspunten. Het instrumentarium schetst de bandbreedte van de voorgenomen ontwikkelingen binnen het concessiegebied en maakt de milieutechnische, economische en maatschappelijke haalbaarheid op hoofdlijnen inzichtelijk. De instrumenten borgen de rechtszekerheid voor het consortium en de belanghebbenden in het gebied. Het bestemmingsplan is zodanig ingericht dat concrete initiatieven snel worden vergund. Snelheid en voorspelbaarheid van vergunningverlening door de gemeente hoeft niet ten koste te gaan van tussentijdse beĂŻnvloedingsmogelijkheden. Daarvoor wordt het systeem in het leven geroepen met voorwaardelijke verplichtingen en daaraan gekoppeld beleid, dat mee kan bewegen met ontwikkelingen en behoeften in het gebied. STAP 4 Vaststellen planologisch instrumentarium door gemeenteraad Het instrumentarium komt in onderlinge afstemming tot stand tussen het consortium en de gemeente. Dit leidt tot gedragen plannen die door de gemeenteraad worden vastgesteld.
6
STAP 5 Toetsen van concrete ontwikkelingen aan het vastgestelde planologisch kader Ten behoeve van concrete initiatieven worden detailonderzoeken uitgevoerd. Deze werkwijze voorkomt onnodig onderzoek en besluiten op vergunningen worden onderbouwd met een actuele en proportionele gegevens. STAP 6 Vergunnen van concrete ontwikkelingen De laatste stap van de zorgvuldige voorbereiding vormt het verlenen van de vergunningen. ROLVERDELING CONCESSIEHOUDER / GEMEENTE De procedure om tot een vastgesteld instrumentarium te komen is een zorgvuldig en uitgebreid proces waarbij wij graag willen samenwerken. Gezamenlijk willen wij bepalen hoe de verschillende belangen in het gebied kunnen worden samen gebracht. De overeenstemming wordt vastgelegd in de Nota van Uitgangspunten. Vervolgens stellen de contractpartners de instrumenten op en sturen op een zo strak mogelijke planning. Ze zorgen voor de coördinatie van alle aspecten van het instrumentarium en overleggen de keuzes die worden gemaakt over de inhoud en vorm met de gemeente. De gemeente heeft hierin een belangrijke rol bij het in procedure brengen van het instrumentarium. De gemeente verricht hiervoor de volgende werkzaamheden: • • •
zorgdragen dat de conceptstukken tijdig bij het besluitvormend orgaan worden geagendeerd en behandeld; zorgdragen dat de conceptstukken hieraan voorafgaand (indien gewenst) een interne ronde maken bij de gemeente; zorgdragen voor de publicaties.
Draagvlak bij stakeholders, politiek en bestuur en aansluiting bij initiatieven in en rondom de Rijnhaven
Om te zorgen voor voldoende draagvlak tijdens het proces, om te kunnen inspelen op kansen en wijzigende omstandigheden en om zoveel mogelijk win-winsituaties te creëren, stelt Kaviaar en de Maas voor te werken met een trusted third party (TTP) en een partner- en kennisclub. TOELICHTING TRUSTED THIRD PARTY De trusted third party zorgt tijdens het ontwikkelingsproces voor directe afstemming en agendasetting met politiek en bestuur op lokaal, landelijk en internationaal niveau, initiëert en bespreekt potentiële publiek-private samenwerkingskansen en bespreekt wijzigende omstandigheden en/ of (conflicterende) belangen tussen de contractpartners en/of stakeholders. Na gunning zullen we de partijen die belang hebben bij initiatieven in en rond de Rijnhaven (voor zover nog niet bij de inschrijving betrokken) uitnodigen om nader kennis te maken en om elkaar op de hoogte te brengen van initiatieven, voorgenomen activiteiten en belangen. De TTP zet in op: • Het onderhouden van contacten met stakeholders, de partner- en kennisclub, politiek en bestuur en bespreekt kansen, belemmeringen en agendasetting. • Het signaleren, initiëren en ondersteunen van partijen bij het verzilveren van potentiële publiek-private samenwerkingskansen. De TTP heeft hierdoor een belangrijke rol in het managen van de meerwaarde van het project.
7
• Het bespreken van mogelijke problemen en conflicterende belangen, het signaleren van wijzigende omstandigheden en het formuleren (namens partijen) van voorstellen hoe hier mee om te gaan • Deelname in de stuurgroep, waarbij de TTP advies geeft over de publiekprivate samenwerking in brede zin met als doel het project te realiseren volgens de vastgestelde visie en prestaties • De-escaleren van potentiële conflicten, doordat de TTP het eerste escalatie niveau tussen projectdirecteur SPV en projectdirecteur gemeente is, alvorens de Raad van Deskundigen wordt ingeroepen. • De-escaleren van potentiële conflicten , doordat de TTP het eerste escalatieniveau tussen derden en de projectdirecteur SPV is. TOELICHTING PARTNER- EN KENNISCLUB Naast de rol van TTP zetten wij in op een partner- en kennisclub om zodoende partijen uit te nodigen bij te dragen aan de ontwikkeling én de uitwerking van het programma. Te denken valt bijvoorbeeld aan partijen met ontwikkelbelangen aan de randen van de Rijnhaven, maar ook ander organisaties zijn welkom in de partner- en kennisclub. Samen ontwikkelen is het motto! Een overzicht van huidige partijen die deel uitmaken van de partner- en kennisclub is opgenomen in het logo overzicht. Na gunning zullen we een brede uitnodiging versturen aan nieuwe partijen om deel te nemen aan onze open partner- en kennisclub. De partner- en kennisclub is: • Een netwerk van partijen die het project met kennis en contacten ondersteunen, een netwerk dat door het programmabureau in de planvorming en uitvoering wordt betrokken en in wisselende samenstelling bijdraagt aan de ontwikkeling van de te leveren prestaties. • Een open, maar niet vrijblijvende groep. Deelnemers zijn verplicht kennis in te brengen. Als tegenprestatie voor deelname aan de partner- en kennisclub worden opdrachten met voorrang uitgezet in het netwerk. • De club wordt 2 keer per jaar geïnformeerd (door de projectdirecteur SPV en projectdirecteur gemeente) over de voortgang van de gehele ontwikkeling.
Aansluiten bij gangbare besluitvormingsprocessen binnen de gemeente
De procesaanpak takt via verschillende actoren aan bij de besluitvormingsprocessen binnen de gemeente. Zowel de gezamenlijke stuurgroep, als de gezamenlijke projectgroep en de trusted third party ondersteunen deze aansluiting. De samenstelling en het functioneren van deze actoren is te vinden in paragraaf Procesaanpak in dit biedingsproduct.
Inrichting van de beheersaspecten, zoals verwoord in de Rotterdamse Standaard voor Projectmatig Werken
De beheersaspecten Geld, Risico, Organisatie, Tijd, Informatie, Communicatie en Kwaliteit worden binnen het programmabureau geborgd. Een nadere toelichting op de organisatie van het programmabureau is te vinden in paragraaf Organisatie in dit biedingsproduct.
Aansluiten bij en versterken van initiatieven in en rond de Rijnhaven
De ontwikkelstrategie speelt op verschillende manieren in op het aansluiten bij en versterken van initiatieven: • Door onderscheid te maken tussen ontwikkelingen die jaarlijks, doorlopend of per ontwikkelperiode worden vormgegeven en getoetst, kan er optimaal worden ingespeeld op lopende initiatieven.
8
• Na gunning zullen we de partijen die belang hebben bij initiatieven in en rond de Rijnhaven (voor zover nog niet bij de inschrijving betrokken) uitnodigen om nader kennis te maken en elkaar op de hoogte te brengen van initiatieven, voorgenomen activiteiten en belangen.
SAMENWERKING CONCESSIEHOUDER EN GEMEENTE OP HOOFDLIJNEN Onze visie op samenwerken vloeit voort uit onze ambitie en onze inzichten die wij gedurende dit proces hebben opgedaan en noemen wij ‘Samen ontwikkelen’. Samen met de gemeente, samen met de partner- en kennisclub, samen met toekomstige gebruikers, samen met het Leerlaboratorium en de Werkplaats Rijnhaven. Om de ambities te realiseren en de samenwerking te faciliteren wordt er door de contractpartners een Special Purpose Vehicle opgericht. Binnen de SPV worden de beheersaspecten Risicoverdeling en Geld, conform contract geborgd.
Onze inzichten De verhouding tussen organisaties, overheid en de samenleving is voor goed veranderd en vraagt om een andere rol “Alles wat we sinds de Tweede Wereld Oorlog hebben opgezet aan werkwijzen en denkwijzen komt ter discussie. ‘Bouwen voor de groei’, ‘meters maken’, ‘aantallen halen’; het zijn holle frases geworden. We hebben een nieuw type afspraken en nieuwe deals nodig. En we moeten de vrijheid geven en nemen om dingen te laten gebeuren.”
Samenwerken is een antwoord om in die veranderende werkelijkheid vanuit een gedeelde ambitie meer ruimte te geven aan initiatieven uit de samenleving en de markt “Met een adaptieve agenda zeggen we duidelijk wat we wel willen en wat onze eigen inzet en rol zal zijn. Maar scheppen we ook ruimte voor het zelforganiserende vermogen.”
9
Dit is een fundamenteel andere manier van werken dan we gewend zijn, waardoor leren en experimenteren de komende periode noodzakelijk zijn “We vallen vaak terug in onze oude reflexen van top-down aansturen. We hebben dat dan niet eens door. Omdat we elkaar al een tijdje kennen, kennen we ook elkaars vragen en antwoorden. Om te veranderen moeten we patronen doorbreken en dat kan alleen door nieuwe partners te blijven betrekken met een frisse blik en een andere taal.”
Samenwerkingsmodel gemeente Rotterdam en contractpartners SAMENWERKINGSMODEL GEMEENTE ROTTERDAM EN CONTRACTPARTNERS
GEMEENTE
CONSORTIUM
FINANCIERING
Stuurgroep Contact Gemeente
Aandeelhouders SPV
SPV
GEMEENTE
Trusted third party
Projectteam Gemeente
Gemeenschappelijke projectgroep
Exploitatie opbrengsten park management
Programma bureau Realisatie van visie en concept
GEMEENTE
SAMENWERKING
Derde geldstromen -Private investeerders - Subsidies
CONTRACTPARTNERS
DERDEN Gemeentedeel risico- en taakverdeling zoals afgesproken in concept
Partner en Kennisclub
Consortiumdeel Realiseren gecommiteerd en flexibel deel zoals afgesproken in contract
SPV Om de ambities te realiseren wordt er door de contractpartners een Special Purpose Vehicle (SPV) opgericht. De SPV is gebaseerd op de gecontracteerde risico- en taakverdeling en bestaat gedurende 30 jaar uit ĂŠĂŠn vaste partner en in wisselende samenstellingen uit aanvullende partners die programmaonderdelen realiseren die op dat moment aan de orde zijn. Zo kan steeds ruimte worden geboden aan de beste partij voor de specifieke (deel)ontwikkeling. Grontmij is voornemers om gedurende 30 jaar in te stappen en het contract te beheren. Van Oord zou hierbij in willen stappen gedurende de eerste 10 jaar van de ontwikkeling. Daarnaast zijn wij in gesprek met verschillende vastgoedpartners. STUURGROEP De stuurgroep bestaat uit een vertegenwoordiging vanuit de contractpartners (de directeur programmabureau), de gemeente Rotterdam (directeur project Rijnhaven) en de Trusted third party. De stuurgroep vergadert 4 keer per jaar en bespreekt de voortgang conform afspraken contract. De gezamenlijke stuurgroep ondersteunt tevens de aansluiting op gangbare besluitvormingsprocessen binnen de gemeente. De voorzitter van de stuurgroep betreft een onafhankelijke derde, geflankeerd door een secretaris en wordt bij voorkeur door beide partijen gefinancierd. Wij stellen voor deze rol in te laten vullen door Twynstra Gudde.
10
GEZAMENLIJKE PROJECTGROEP De gezamenlijke projectgroep bestaat uit een vertegenwoordiging vanuit het programmabureau en de gemeente Rotterdam. Het programmabureau heeft hierin een initiĂŤrende rol, de gemeente een faciliterende rol. De projectgroep vergadert 6 keer per jaar (of zoveel vaker als nodig is) en bespreekt de inhoudelijke ontwikkeling conform afspraken in het contract. De projectdirecteur is voorzitter van de projectgroep. De gezamenlijke projectgroep ondersteunt tevens de aansluiting op gangbare besluitvormingsprocessen binnen de gemeente. TRUSTED THIRD PARTY De rol van TTP is eerder beschreven. De rol van TTP ondersteunt tevens de aansluiting op gangbare besluitvormingsprocessen binnen de gemeente. De TTP wordt bij voorkeur door beide partijen gefinancierd, wij stellen voor deze rol in te laten vullen door Twynstra Gudde.
ORGANISATIE Door de SPV wordt ook een programmabureau opgericht dat zorg draagt voor het algemene management van de concessie en verantwoordelijkheid draagt voor het realiseren van de prestaties conform contract. Binnen het programmabureau worden ook de beheeraspecten Geld, Risico, Organisatie, Tijd, Informatie, Communicatie en Kwaliteit geborgd.
Organogram programmabureau ORGANOGRAM PROGRAMMABUREAU
Projectdirecteur
Staf
Programma
Partner- en kennisclub
Gebiedsmanagement
Vergunningen en procedures
Contractering / risicomanagement
Placemaking
Werkvoorbereiding
FinanciĂŤn
Bureau facilitair / beheer / onderhoud (na realisatie)
Realisatie
Subsidies
Leerlaboratorium en Werkplaats Rijnhaven
WORDT INGEVULD DOOR CONTRACTPARTNERS WORDT INGEVULD IN SAMENWERKING MET DE GEMEENTE DERDEN
Communicatie / marketing
11
PROJECTDIRECTEUR Ten behoeve van de algehele aansturing wordt er een projectdirecteur aangesteld. De projectdirecteur is verantwoordelijk voor het algemene management van de concessie en voor het realiseren van de prestaties conform contract. De projectdirecteur stuurt het programmabureau aan en is de schakel naar de partner- en kennisclub en gesprekspartner voor de gemeente en de trusted third party. De projectdirecteur stuurt op de beheeraspecten Geld, Risico’s, Tijd, Kwaliteit, Organisatie, Communicatie en Informatie. PARTNER- EN KENNISCLUB De rol en opzet van de partner- en kennisclub is eerder beschreven. Het doel is om bij te dragen aan de uitwerking en ontwikkeling van het programma en om toe te werken naar een entiteit die nauw verbonden is en blijft bij de herontwikkeling van de Rijnhaven. LEERLABORATORIUM EN DE WERKPLAATS RIJNHAVEN In biedingsproduct 2 zijn deze programmaonderdelen beschreven. De SPV stelt ten behoeve van realisatie van deze onderdelen een kwartiermaker aan. Het doel is om zodoende bij te dragen aan de uitwerking en ontwikkeling van deze programmaonderdelen en om toe te werken naar een andere financieringsconstructie (SIB / onderzoeksfunding) en verhouding tot de SPV. ROLLEN GEMEENTE Zoals eerder beschreven wordt er inzet verwacht van de gemeente binnen de voorgestelde RO-strategie, in de adviesraad, de stuurgroep evenals in de gezamenlijke projectgroep. Daarnaast willen wij tot inhoudelijke afspraken komen rondom gezamenlijke inspanning op vergunningen, communicatie en subsidies. Ook willen wij tot financiÍle afspraken komen rondom de inzet van de voorzitter en secretaris van de stuurgroep en de trusted third party.
Competenties
In onderstaande tabel zijn de competenties weergegeven waarover de organisatie en haar plannen in onze ogen moeten beschikken om deze concessie tot een succes te maken. Deze competenties zijn belegd bij de contractpartners, bij de partner- en kennisclub, bij de trusted third party, bij betrokken experts en zijn terug te vinden in de wijze van werken. De competenties zijn deels bewezen door de reeds ontwikkelde plannen en eerder geleverde referenties.
12
COMPETENTIETABEL
Conceptueel vermogen
Ambitie, visie, conceptueel- innovatief- en leervermogen, creativiteit, visie en
Creativiteit
strategische oriëntatie ontstaan door verschillende invalshoeken en netwerken
Innovatief vermogen
bij elkaar te brengen. Door experts, doeners en creatievellingen gezamenlijk te
Leervermogen
laten werken aan een uitdaging. Door jong en oud te verenigen. Door ruimte te
Oordeelsvorming
houden voor spontane plannen. En ruimte te maken voor reflectie.
Visie
Hierin is Kaviaar en de Maas in de afgelopen 3 jaar succesvol geweest en dit
Aanpassingsvermogen / Flexibiliteit
proces betreft ook de kern van onze ontwikkelstrategie. Wij hebben vertrouwen
Ambitie
in de borging van deze competenties omdat:
Initiatiefrijk
1. Wij onze ontwikkelstrategie ‘samen ontwikkelen’ hebben vertaald in onze
Samenwerken
werkprocessen en organisatieopzet.
Netwerken
2. Omdat de ‘ontwikkelaars’ van het eerste uur nog even enthousiast en
Zelfontwikkeling
betrokken zijn en betrokken zijn bij de realisatie van onze plannen 3. We diverse netwerken aan ons hebben weten te verbinden en dit in de toekomst borgen middels de partner- en kennisclub, de TTP en het Leerlaboratorium en de Werkplaats Rijnhaven.
Volharden
Risico dragen, ondernemerszin en volharden zijn competenties die wij aantonen
Discipline
middels het definitief inschrijven op deze vernieuwende gebiedsontwikkeling.
Durf
Het betekent ook dat de contractpartners zich verantwoordelijk voelen om
Onderhandelen
deze ontwikkeling te doen slagen. Zij hebben jarenlange ervaring in het
Resultaatgerichtheid
realiseren van prestaties conform contract. De opgestelde processchema’s
Organisatiebewustzijn
geven invulling aan het planmatig werken, het ondernemen en risico dragen en
Ondernemen / risico dragen
de resultaatgerichtheid. De verscheidenheid in partners en de opzet van een
Voortgang bewaken
partner- en kennisclub draagt tijdens het hele proces zorg voor een organisatie
Planmatig werken
die representatief is voor de samenleving.
Verantwoordelijk Representativiteit Communiceren
Al tijdens het inschrijvingsproces hebben de partners van het consortium
Overtuigingskracht
getoond over overtuigingskracht te beschikken. Met het consultatieplan en
Luisteren
de partner- en kennisclub toont het consortium over omgevingsbewustzijn en
Integriteit
oordeelsvorming te beschikken. De besluitvormingsprocessen dragen zorg
Inlevingsvermogen
voor de integriteit en oordeelsvorming.
Omgevingsbewustzijn Oordeelsvorming
Visie op overdracht
Onze visie op overdracht is dat het beëindigen van de concessie tussentijds, na 10 of 20 jaar, kan plaatsvinden of na afloop van de 30 jaar-termijn. Iedere vijf jaar vindt er een evaluatie plaats en bespreken we hoe de zaken ervoor staan en of tussentijdse beëindiging wenselijk is, indien de ontwikkelingen niet verlopen zoals gewenst. Twee jaar voorafgaand aan het verlopen van de 10 of 20 jaar termijn besluiten partijen tot uitkoop of voortzetting. In dat geval treden partijen in overleg over de afhandeling. Ten aanzien van erfpacht, beheer en onderhoud stellen wij ons het volgende voor:
13
• Het ontwikkelde vastgoed is gedurende de concessie in volle eigendom uitgegeven aan gebruikers / beleggers. Dit eigendom wordt na afloop van de concessie niet overgedragen aan de gemeente maar blijft bij deze eigenaren. • De erfpacht voor de publieke delen van het gebied (het park, de steigers, etc.) wordt door de SPV terug overgedragen aan de gemeente. Deze overdracht vindt plaats onder door partijen nader te bepalen condities. De prijs wordt bepaald op basis van de waardeontwikkeling van het gebied volgens een door partijen nader te bepalen berekeningsmethodiek. Een scenario kan zijn dat het Consortium na 30 jaar het gebied zonder verrekening terug geeft aan de gemeente. In dat geval zouden als vergoeding de periodieke apparaatskosten niet in rekening bij het Consortium worden gebracht. • Voor het beheer en de exploitatie van het gebied is gedurende de concessie door de SPV een exploitatiemaatschappij opgericht die oa. zorg draagt voor beheer en onderhoud (parkmanagement). De gemeente kan er na afloop van de concessie voor kiezen om deze exploitatiemaatschappij voort te (laten) zetten en hierin zelf geheel of gedeeltelijk deelnemer te worden. Indien de gemeente een eigen exploitatievorm wenst op te zetten, wordt de exploitatiemaatschappij opgeheven en worden de verplichtingen hieruit overgedragen aan de gemeente. Uit de middelen van de SPV worden het rendement voor de aandeelhouders en de betalingen aan de fondsen (groot onderhoud en risico) gedaan. Er wordt naar gestreefd alle resterende middelen in het gebied te investeren.
AANPASSINGEN CONCESSIEOVEREENKOMST De bij de inschrijving gevoegde concessieovereenkomst vereist aanpassing. De gekozen contractvorm van een DBFMO biedt niet de flexibiliteit en gelijkwaardigheid die nodig is voor een gezamenlijke en innovatieve ontwikkeling. Dit uit zich in het bijzonder in de volgende elementen: • Het contract wordt geregeerd door strakke afsprakenkaders en boetes. Een innovatieve en flexibele ontwikkeling is meer gebaat bij een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en private partners en de mogelijkheid om samen in te kunnen spelen op dynamische ontwikkelingen. Een positieve stimulans door incentives past hier beter bij dan een negatieve prikkel door boetebepalingen. • Alle risico’s die verbonden zijn aan de concessie zijn voor rekening en risico van de concessiehouder. Gelet op het innovatieve karakter van de ontwikkeling (nieuwe deltatechnologie, watergebonden bouwen) en de lange tijdsperiode van 30 jaar, doet een risicoverdeling die gebaseerd is op rollen en functies meer recht aan de belangen van partijen. • De kosten- en batenverdeling is onevenwichtig. Het stellen van een bankgarantie van 3 mio euro bij gunning is niet realistisch gebleken; naast het feit dat financiers vanwege de termijn en de onzekerheid van de ontwikkeling niet bereid kunnen worden gevonden om deze garantie te stellen, legt het moment en de omvang van dit bedrag een grote last op de businesscase die eenzijdig op de concessiehouder drukt. We stellen voor om in gezamenlijk overleg met u te bespreken welke vorm en welke condities passend zijn bij deze ontwikkeling.
14