2014/2030
...Over de EDBA Het jaar 2014 is voor de EDBA het jaar van verdieping en focus, dat zich vertaalt in onze regieprogramma’s. De EDBA ontwikkelt en realiseert innovatieve programma’s samen met partners om bedrijven te verleiden om voor Almere te kiezen. Het accent ligt op de innovatieve cross-overs tussen de clusters. Vanuit de samenwerking met TNO in het Big Data Value Center (BDVC) is een bredere samenwerking ontstaan met de stad Almere. Naast het BDVC krijgt de samenwerking eveneens gestalte in het Gezondheid & Welzijnsinstituut Almere (GWIA), in het programma De Gezonde Jeugd en zijn de eerste stappen gezet naar een innovatiecentrum voor de circulaire economie in Almere. Uiteindelijk hebben deze intensieve contacten met TNO geleid tot het opzetten van een formele samenwerking tussen TNO en de gemeente Almere. Beide organisaties delen de passie voor maatschappelijke vraagstukken waarbij de kennis van TNO en Almere als living lab een hele natuurlijke samenwerking oplevert. Wij zijn blij met deze samenwerking, want het geeft zoveel meer kracht aan onze programma’s en doelstellingen. De kracht bestaat uit de bundeling van de samenwerking tussen bedrijven, onderzoeks- en onderwijsinstellingen en de overheid in deze op innovatie gerichte platforms. Voor de EDBA een ideaal middel om haar doelstellingen te realiseren. In het afgelopen jaar heeft de EDBA ook weer een aantal leningen verstrekt aan (nieuwe) bedrijven. U kunt daar in dit jaaroverzicht meer over lezen. Almere is onderdeel van de Metropool Regio Amsterdam en de EDBA zoekt bewust de samenwerking op in onze regio. Hopelijk leidt deze samenwerking tot de oprichting van een investeringsfonds voor de gehele regio met een focus op startende bedrijven. De weg naar financiering voor bedrijven is te vergelijken met een wandeling door een flink doolhof. De kennis is sterk versnipperd en moeilijk te vergaren voor ondernemers. We ondersteunen met veel plezier het initiatief van de gemeente Almere en de Kamer van Koophandel voor de oprichting van een Kenniscentrum voor Bedrijfsfinanciering. Tevens wordt een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheid van een crowdfundingsplatform voor Almere. In dit jaaroverzicht kunt u de highlights lezen van ons werk in 2014: de programma’s om economische activiteiten te genereren en de nieuwe bedrijven die wij financieel of op andere wijze ondersteunen. Henk Weyschedé, Directeur Economic Development Board Almere
... Big Data Value Center
2
Interview Endeavour Media
4
De gezonde jeugd
6
Interview Dicolab
8
Nieuwe woonzorgconcepten
10
Interview Het Vaarthuis
12
Distrizorg
14
Interview Veel Beter Fysiotherapie
16
Circulaire economie
18
Interview Retail Reality
20
Luchthaven Lelystad
22
Interview Private Mobility
24
Interview Proxcio
26
Clusters: • • • • •
ICT & Media Handel & Logistiek Health & Wellness Duurzaam Almere Luchthaven Lelystad
3
ict & media
Big Data Value Center: Collaboration is the new competition
We creëren steeds meer data. Negentig procent van alle beschikbare data is in de afgelopen twee jaren gegenereerd. Bij big data gaat het om grote hoeveelheden gevarieerde data met een hoge omloopsnelheid om te komen tot betere besluitvorming en nieuwe inzichten. De big data ontwikkeling is nog maar net begonnen, maar het potentieel is enorm, ook voor de overheid. In Nederland is het nog verdacht rustig aan het big data front. Nog heel voorzichtig worden de eerste stappen gezet. De afgelopen drie jaar hebben TNO en EDBA nauw en intensief samengewerkt aan de opbouw van Big Data Value Center en het benodigde ecosysteem in de Metropool Regio Amsterdam en Nederland. De activiteiten voor het cluster ICT & Media zijn vertaald in het programma Almere Data Capital en geconcretiseerd in een open innovatieplatform en een fysiek centrum: het Big Data Value Center. In het afgelopen jaar is verder gebouwd aan de gewenste netwerkorganisatie, het verwerven van de eerste kleine opdrachten en showcases. Tevens wordt er hard gewerkt aan de continuïteit van het centrum, de ICT infrastructuur en het binden van strategische partners. Samen met TNO zijn de onderzoekslijnen vastgesteld. Meerwaarde uit data
De big data markt is nog in ontwikkeling. Het accent op de vele bijeenkomsten ligt op het inspireren en uitleggen wat organisaties met big data kunnen realiseren. Zo zijn onder meer Cargill, het Verbond van Verzekeraars, het Reumafonds, de Metaalunie, de Kamer van Koophandel en nog veel meer organisaties langs geweest. Uiteraard wordt ook samengewerkt met het ministerie van Economische Zaken in het nationale doorbraakproject big data. Dit jaar zijn ook de eerste kleine commerciële opdrachten succesvol afgerond. De genoemde lijst illustreert ook de diversiteit van partijen en vraagstukken die de revue passeren. Positief dat big data steeds meer beklijft bij tal van organisaties, maar de brede scope waar we mee gestart zijn is op de middellange termijn niet realistisch. De big data markt diversiverseert naar verschillende marktsegmenten, ook het BDVC moet kiezen en een focus aanbrengen.
Uit de ‘klantprofielen’ en de kracht en de legitimiteit van het netwerk van experts, dat we om ons heen verzameld hebben en kunnen inzetten, komt nadrukkelijk een focus naar voren op verstedelijkingsvraagstukken, gezondheid en welzijn en smart industry. De focus voor 2015 ligt op de stedelijke vraagstukken. Enkele voorbeelden ter illustratie: afvalstromen, mobiliteit, ondersteuning wijkteams, openbare veiligheid, predictive models voor gemeentelijke dienstverlening en terugdringen van criminaliteit. Een lange lijst met potentie. De EDBA is vroeg in deze markt gestapt en we worden steeds meer herkend en erkend als het big data centrum voor de metropoolregio Amsterdam. Door het aangaan van strategische samenwerkingen kan deze positie verder versterkt worden. We hopen binnenkort de gesprekken met Waag Society uit Amsterdam, de Economic Board Utrecht, KPN en meerdere softwareleveranciers af te ronden. Zo ontstaat een innovatieplatform met een state of the art infrastructuur voor de hele MRA met laagdrempelige voorzieningen voor bedrijven en organisaties. Nodig om big data mainstream te maken in Nederland. Een heel bijzondere samenwerking is ontstaan met TNO. Naast onze gemeenschappelijke aanpak voor het BDVC zijn er steeds meer projecten waar TNO, de EDBA en de gemeente Almere samenwerken. Dit heeft ertoe geleid dat de Raad van Bestuur van TNO en het college van Almere nu spreken over een strategische samenwerking waar het BDVC een prominente plaats in krijgt. Zo ontstaat een hele mooie verbinding tussen het kennisinstituut TNO en Almere dat haar stad als living lab kan inzetten.
ict & media
endeavour media: Reuzenstappen op de wereldmarkt
Vorig jaar vertelde hij dat de samenwerking met de EDBA zeker zou bijdragen aan een mooie groei in de toekomst. Dat die groei zo nabij zou zijn, dat had Babak Monfared van Endeavour Media niet voorzien. Het jaar 2014 liet hem op de toppen van zijn kunnen lopen met als resultaat dat er dit jaar zeker een hoofdkantoor in Zuid-Amerika zal worden geopend.
Endeavour Media bedenkt een platform voor zijn klanten en verbindt daarmee de échte wereld met de digitale wereld. Dat doen ze door bijvoorbeeld een (onzichtbare) code op een poster te zetten die als je die scant je linea recta naar een bijbehorende site stuurt. Een site met de locatie, met filmpjes, enzovoort. En via de poster kun je bijvoorbeeld ook meteen een coupon downloaden. Ook maakten ze een koelkastmagneet voor Coca Cola. De consument kon via de code op de magneet direct een bestelling plaatsen en de frisdrank werd gratis afgeleverd. Stoute schoenen Het bedrijf, sinds 2013 gevestigd in Almere in het Big Data Value Center, maakte reuzenstappen in 2014. “Eigenlijk begon het met het feit dat ik de stoute schoenen aantrok en mezelf heb geïntroduceerd in Colombia”, vertelt Monfared. “We hebben een app ontwikkeld waarmee we als eerste bedrijf ook op een Windows Phone codes kunnen scannen. We mochten meteen laten zien wat we konden en kregen een enorme klus om voor een grote klant, namelijk JCDecaux in Zuid-Amerika, alle reclameposters in bushaltes interactief te maken. Toen we na heel hard werken de deadline haalden, zijn we zelf gaan kijken in Bogota. Meteen bij de eerste bocht na de luchthaven zijn we de auto uitgesprongen om een foto van de poster te maken. Dat was wel een heel trots moment.”
Coca Cola. Unilever. Nike. Het is slechts een greep uit de merken die met Endeavour Media willen samenwerken.
Coca Cola. Unilever. Nike. Het is slechts een greep uit de merken die met Endeavour willen samenwerken. Monfared: “In Zuid-Amerika, maar ook in Duitsland, Hong Kong en Ierland willen bedrijven met onze techniek werken. De wereld is ons speelveld. We zijn de ontwikkelfase voorbij, maar innovatie blijft natuurlijk doorgaan. Dat hoort ook bij ons bedrijf. We blijven ons gaandeweg ontwikkelen.” Geen wonder dat het bedrijf enorm is gegroeid. In Nederland werken er fulltime vier mensen. Maar wereldwijd zijn er 109 mensen en partners betrokken bij het bedrijf die zich allen met toewijding inzetten voor Endeavour Media. Welkom Vanaf het begin hebben ze zich enorm welkom gevoeld in Almere. Monfared: “De EDBA heeft ons met open armen ontvangen. In het Big Data Value Center, waar we gevestigd zijn, opereren we met gelijkgestemden. Kunnen we onze ideeën meten en kennis delen. De EDBA heeft haar netwerk altijd voor ons opengesteld. Hierdoor zijn al diverse samenwerkingen ontstaan. Heel even werd het wat spannend, want ondanks dat we zo groeiden, kregen we een probleem met onze liquiditeit. Het is heel normaal dat bedrijven pas na 80 dagen betalen. We hadden veel geld geïnvesteerd en dat werd echt te veel. De EDBA heeft ons binnen drie weken kunnen helpen. Hierdoor kunnen we nu in rust verder met plannen voor het nieuwe jaar. Mooie plannen ja, zoals het opzetten van een hoofdkantoor in Bogota.”
7
health & wellness
Regieprogramma De Gezonde Jeugd
Binnen het cluster Health & Wellness ligt de focus op een programma genaamd ‘Living the good life’ dat zich richt op een gezonde jeugd. Preventie kan mens en maatschappij gezonder maken en een oplossing bieden aan de nog steeds toenemende kosten van de gezondheidszorg. Het huidige kabinet heeft plannen in uitvoering waarbij er daadwerkelijk beweging is gekomen in de bekostiging en de uitvoering van de langdurige zorg.
Maar er moet nog veel meer veranderen in de sector. Almere wil met de focus op gezondheid een maatschappelijke beweging met veel draagvlak op gang helpen. Onze stad kent een relatief jonge populatie en een gezonde jeugd is de toekomst. Er liggen veel kansen om samen duurzame veranderingen te initiëren door in te zetten op een gezonde jeugd. Autonomie en vermogen om gezonde keuzes te maken zijn belangrijke voorwaarden om die duurzame veranderingen te realiseren. Om tot een goede programmering te komen van het programma ‘Gezonde jeugd Almere’ start EDBA met het in kaart brengen van lokaal beschikbare data over gezondheid en gezondheidsgedrag bij de Almeerse populatie, en specifiek bij de jeugd. Op basis van deze data wordt de zorgvraag in 2030 voorspeld en kwetsbare groepen geïdentificeerd. Dit onderzoek vormt de bouwsteen voor het implementeren van innovaties in preventie en zorg in de Almeerse regio door het samenbrengen van data, kennis van lokale en nationale partners en e-health bedrijven. Dit biedt mogelijkheden om nieuwe (economische) ontwikkeling naar Almere te halen, die als voorbeeld dient voor de rest van Nederland. ‘Prognoses zorgvraag Almere 2030’ Om een gericht programma ‘Gezonde jeugd Almere’ te ontwikkelen heeft de EDBA TNO gevraagd de toekomstige vraag naar zorg in de gemeente Almere in kaart te brengen, rekening houdend met de demografische ontwikkelingen. TNO heeft een dergelijk project eerder uitgevoerd in andere steden en regio’s in opdracht van Zorginstituut Nederland. Bouwsteen voor het inrichten van een toekomstbestendige gezondheidszorg Op dezelfde wijze zal TNO ter onderbouwing van het programma ‘De Gezonde Jeugd’ een gedegen analyse uitvoeren van representatieve en beschikbare gegevens over gezondheid en het functioneren van inwoners van Almere. Voor de doelgroep Jeugd zal een verdiepende analyse plaatsvinden naar risicogedragingen en beïnvloedbare factoren. Resultaten hiervan zijn bedoeld om richting te geven aan het opzetten van een prospectieve dynamische cohortstudie, die uniek is in Nederland en bijdraagt aan het verbeteren van de gezondheid van jongeren in Almere. Omdat in het onderzoek zoveel mogelijk wordt uitgegaan van beschikbare data wordt samengewerkt met de gemeente Almere, Zorggroep, GGD en GGZ.
Onze stad kent een relatief jonge populatie en een gezonde jeugd is de toekomst.
Programma-aanpak De Gezonde Jeugd Almere In het kader van de verdere economische ontwikkeling van de gemeente heeft de EDBA ervoor gekozen om een totaalaanpak gericht op de ontwikkeling van de Almeerse jeugd te realiseren. Deze totaalaanpak past binnen het beleid om meer economische activiteit binnen Almere te creëren op het snijvlak van gezondheid(szorg), ict-innovaties (e-health en m-health toepassingen) en de verbinding met de wetenschap en beroepsopleidingen. Er wordt gekozen voor een totaalaanpak die zich uitstrekt over meerdere sectoren van de stad (industriële ontwikkeling, infrastructuur, onderwijs, gezondheidszorg) die ook aansluiten bij de beïnvloedende factoren op de ontwikkeling van de jeugd. De doelstelling van deze aanpak is om de verbinding met het bestaande en zich nieuw in Almere te vestigen bedrijfsleven te leggen. Een van de onderleggers van deze totaalaanpak is het gebruik maken van alle data die reeds op diverse plaatsen wordt opgeslagen. Op basis van deze datagedreven onderlegger worden nieuwe inzichten mogelijk. De verwachting is dat deze gecombineerde innovatieve aanpak gericht op de jeugd veel economische activiteit in Almere genereert. De EDBA heeft het Jan van Es Instituut (JVEI) uit Almere gevraagd om de aanpak van het programma te ontwikkelen. Het programma draagt nadrukkelijk een maatschappelijk en een wetenschappelijk karakter. Speciale aandacht wordt besteed aan de schaalbaarheid van de oplossingen die worden ingezet. De oplossingen worden ontwikkeld, uitgetest en geëvalueerd in de Almeerse context, waarmee Almere voor de aanpak van gezondheidsachterstanden bij de jeugd als een living lab kan worden beschouwd. Vervolgens moet bij gebleken succes deze oplossing bedrijfsmatig kunnen worden geëxploiteerd door implementatie in andere gebieden in Nederland. De ambitie is vooral bedrijfseconomisch interessante oplossingen die op meerdere plaatsen zijn te implementeren. Natuurlijk zal het programma De gezonde Jeugd onderdeel vormen van het nieuwe innovatieplatform het Gezondheid & Welzijn Instituut Almere, kortgezegd ‘de innovatiefabriek’. Daar is het uitgangspunt innoveren zonder muren, waar alle stakeholders op het gebied van gezondheid en welzijn met elkaar samenwerken aan innovatieve oplossingen. Op dit moment wordt er al samengewerkt door meer dan 50 organisaties uit het bedrijfsleven, het onderwijs, zorginstellingen (Care en Cure), overheden en Universitaire Medische Centra.
9
ict & media
Dicolab: anders Samenwerken
Wat doe je als je het gek vindt dat maar één mens in controle is over een computer? Dan ontwikkel je software die ervoor zorgt dat je met twee of veel meer mensen tegelijkertijd kunt werken aan welk willekeurig document dan ook. Dat deed Mels Nieuwenhoven met zijn bedrijf Dicolab. “Ons product is uniek in de wereld en onze klanten weten ons al te vinden. Wel willen we nog meer groeien, bekender raken. En daarin heeft de EDBA ons afgelopen jaar ondersteund.” Nieuwenhoven was al in 2005 ervan overtuigd dat samenwerken in één document juist grote voordelen bracht. Zijn bedrijf Dicolab ontwikkelde in de jaren tot 2010 de bijbehorende technologie die in datzelfde jaar ook daadwerkelijk gebruikt kon worden. “Met onze software kunnen mensen in een bestaande omgeving werken”, legt Nieuwenhoven uit. “In beeld zijn er meerdere cursors te zien. Een van onze klanten is Rijkswaterstaat. Zij hebben zes controlerooms verspreid over Nederland die verantwoordelijk zijn voor de informatieborden boven de wegen. Bijvoorbeeld daar waar de file-informatie op verschijnt. Je kunt je voorstellen dat het juist in deze branche, security & monitoring, heel effectief is om met meer mensen tegelijkertijd te kunnen handelen. Je bent niet meer afhankelijk van een persoon die de informatie mag en kan invoeren, maar iedereen kan signaleren en alarmeren via een eigen toetsenbord en eigen muis.”
Psychologie Het is puur psychologie. Want waarom vinden we het heel normaal dat er maar één pijltje op het scherm beweegt, maar voelen meer pijltjes bijna als een inbreuk? Nieuwenhoven vertelt dat dat gevoel bij meer mensen speelt. “We zijn eigenlijk allemaal zo geprogrammeerd dat het normaal is dat je alleen op je computer werkt. Maar het blijkt dat als je de mogelijkheid hebt om samen op elke applicatie, in welk gewenst document dan ook, te werken, er iets moois gebeurt. Namelijk: groepsdynamica. Een onderzoek van TNO heeft dat aangetoond. Zij zagen dat het al heel snel gewoon wordt gevonden dat er meer pijltjes en dus meer mensen aan het werk zijn op een en dezelfde plek. Bij jongeren onder de 20 is er al binnen 10 seconden een hiërarchie bepaald. Bij mensen boven de 20 duurt het ook maar 60 seconden voordat er een natuurlijk proces ontstaat en samenwerken lukt.” Nu hij de ontwikkelfase voorbij is en Dicolab op de kaart staat, is het tijd om een nieuwe stap te maken. “We willen onszelf breder in de markt zetten”, vertelt Nieuwenhoven. “We hebben al veel klanten in de zakelijke wereld en in die wereld kent men ook buiten Nederland onze naam. We richten ons op Security & monitoring maar ook op Healthcare en op de olie- en gasindustrie. Branches waarin het loont als je samenwerkt. Waar snelle oplossingen gewenst zijn. We willen ons groeiproces versnellen. De EDBA heeft ons financieel ondersteund zodat we dat nu met slimme marketing kunnen doen. De EDBA heeft bovendien een groot netwerk waar wij via hen gebruik van konden maken. Onlangs hebben we een kantoor in Amerika geopend, maar ons hoofdkantoor blijft in Almere gevestigd. Hier zit immers de kennis. Wel is het lastig om goede mensen te vinden. Ook daar is de inbreng van de EDBA zeer zinvol. Mensen die bij ons komen werken, leiden we zelf op. Die specifieke kennis willen we behouden en daar willen en moeten we komend jaar in investeren.”
“Het blijkt dat als je de mogelijkheid hebt om samen op elke applicatie, in welk gewenst document dan ook, te kunnen werken, er iets moois gebeurt.”
11
health & wellness
Regieprogramma nieuwe woonzorgconcepten
In Nederland is de visie op huisvesting van ouderen en mensen met een beperking de laatste jaren drastisch gewijzigd. Het is tegenwoordig gebruikelijk om te zorgen dat deze mensen langer thuis blijven wonen en onderdeel uit blijven maken van de maatschappij. Dat betekent dat er steeds vaker voor gezorgd wordt dat kleine wooneenheden verrijzen midden in woonwijken. Woningen moeten zodanig worden ontworpen en ingericht, dat de mensen zo veel mogelijk zelfredzaam worden èn blijven. Een hulpmiddel daarbij is de toepassing van Domotica en ICT oplossingen. Tenslotte is het steeds vaker gebruikelijk dat er particuliere initiatieven ontstaan vanuit ouders/verzorgers, die de regie willen blijven voeren over wonen en vervolgens zorg inkopen. De Stichting MET en EDBA willen in deze ontwikkeling in Almere een rol spelen, elk vanuit verschillend maar overlappend motief. Voor de EDBA geldt een economisch motief: de zorgsector is een grote bedrijfstak. De Stichting MET is voortgekomen uit een toonaangevend ouderinitiatief in Almere (WoonMere) en zij ziet kansen om meer, vergelijkbare ouderinitiatieven te entameren en de kennis hierover te delen. Juist in Almere, waar de traditionele intramurale instellingen ontbreken, is behoefte aan kleinschalige woonvormen met zorg. De combinatie van beide – economie en voorzieningenniveau – leidt tot de gezamenlijke ambitie om in de komende 3 jaar tot 5 nieuwe woon-zorginitiatieven te komen. Maar ook voor ouderen zijn er meer voorzieningen nodig. Daarom ondersteunt de EDBA het private initiatief Reedewaard. Een bestaand pand in Almere Haven wordt verbouwd tot appartementen voor dementerende ouderen met de bijpassende zorg. In februari opende Reedewaard haar deuren. Er is al veel belangstelling voor de appartementen en het zorghotel. Het Vaarthuis is ook een prachtig voorbeeld van een woonzorgconcept dat past bij deze tijd en ontwikkeling. wat doen we? ● ● ● ● ● ●
• Agenderen ambities beschreven in notitie ‘Kansen voor kleinschalig wonen met zorg in Almere’ • Nieuwe initiatieven ondersteunen (Het Vaarthuis, Reedewaard) • Nieuwe initiatieven opstarten (ouders interesseren en ondersteunen met nieuwe projecten) • Makelaar tussen organisaties om dingen mogelijk te maken (verbinden waar nodig) • Netwerk opbouwen • Agenderen leegstand (gemeentelijk) vastgoed in relatie tot initiatieven beschermd wonen (bijvoorbeeld herbestemmen schoolgebouwen)
13
health & wellness
Het Vaarthuis: Meer dan een thuis alleen
Het gebeurt zelden dat een ouderinitiatief binnen een aantal jaar gerealiseerd wordt. Het wooninitiatief van Stichting Het Vaarthuis is echter een glansrijke uitzondering. Binnen anderhalf jaar werden de plannen voor twee woonvormen voor jonge mensen met een intensieve begeleidingsvraag realiteit. Voorzitter Janneke Heijstek: “Eind 2014 en begin 2015 konden we de deuren openen. Trots? Dat is een understatement.” Het bestuur van Stichting Het Vaarthuis weet waar zij over praat. Twee van de drie bestuursleden hebben kinderen met autisme en waren samen met andere ouders op zoek naar een passende woonvorm. Een waar jonge mensen vanaf 17 jaar onder begeleiding leren
hoe zij het op eigen benen kunnen redden. Janneke: “Er zijn beschermde woonvormen in Almere, maar veel te weinig en er zijn lange wachtlijsten. We wilden een woonvorm creëren waar jongeren zelfredzaam kunnen worden.
Trainingsplekken in de vorm van kamers met een eigen entree, een eigen keuken, badkamer en toilet. Ook wilden we dat ze met gelijkgestemden konden omgaan. Mensen die net als zij autistisch zijn en veel beter begrijpen wat er in hen omgaat dan mensen zonder autisme.” Met hulp van Goede Stede komt de Stichting in 2013 in aanmerking voor twee schoolgebouwen in de wijk Tussen de Vaarten. Nu, anderhalf jaar later, zijn de twee gebouwen ingericht voor bewoners. Janneke: “Een van de huizen is Het Vaarthuis, hier wonen jongeren met autisme met normale tot meer dan gemiddelde intelligentie. Zij hebben Beschermd Wonen indicaties via de gemeente Almere. Het andere huis is JJ10, hier wonen jongeren met een verstandelijke beperking, al dan niet in combinatie met autisme. Hun zorgvraag past binnen de Wet Langdurige Zorg. Het Vaarthuis Een deel van de jongeren in Het Vaarthuis wordt getraind voor het leven buiten de woonvorm. “Ze hebben alles voor zichzelf op ongeveer 50 m2. We vonden een zorgaanbieder die hulp biedt, maar er niet vanzelfsprekend is. Hulpverleners kunnen niet zomaar de kamers inlopen, zij moeten aanbellen bij hun cliënten. De jongeren ervaren zo hoe ze het alleen kunnen doen en krijgen er zelfvertrouwen door. Ons doel is uiteindelijk dat er geleidelijk aan jongeren doorstromen naar een eigen woning, zodat er weer ruimte komt voor anderen die tijdelijk hulp nodig hebben om te kunnen groeien.”
“Wat helemaal fantastisch was, was dat de EDBA het zo snel kon regelen.”
Dat doorstromen is nog niet zo vanzelfsprekend. “Nee, helaas zijn er veel te weinig betaalbare woningen voor deze doelgroep in Almere”, vertelt Janneke. “Het mooiste scenario zou zijn dat de jongeren naar een woning kunnen dicht in de buurt, nog beter: aan de overkant. Deze omgeving is vertrouwd. Hier hebben zij geleerd op eigen benen te staan. Gelukkig ziet de gemeente Almere hier ook de noodzaak van in en is een Taskforce samengesteld die zich speciaal richt op de doorstroom uit het Beschermd Wonen. Dringend geld nodig Een pittig traject komt nu ten einde. Janneke: “Begin 2014 zijn we de banken gaan benaderen voor een lening. De een na de ander zei nee. We hadden echter heel dringend geld nodig. Particuliere leningen, fondsen aanspreken, niets hielp. We hadden wel toezeggingen voor geld, maar nog niets op de bank. Toen kwam de redding van de EDBA, zij hebben voorgefinancierd. Geweldig… anders hadden we echt een probleem. En wat helemaal fantastisch was, was dat zij het snel konden regelen. Eind 2014 zaten we met de EDBA bij de notaris zodat we nu dit jaar echt meer dan een thuis kunnen zijn voor de bewoners van beide woonvormen.”
15
handel & logistiek
Distrizorg DistriZorg wordt gevormd door een consortium van bedrijven die zich op verschillende logistieke aspecten in de zorg richten. Met DistriZorg slaan die bedrijven de handen ineen om de logistiek in de zorg op een integrale en innovatieve wijze aan te pakken. Distrizorg richt zich op twee projecten; innovatieve logistieke oplossingen voor zorginstellingen en het ontwikkelen van thuiszorg-oplossingen voor mantelverzorgers en professionals.
Het eerste spoor loopt moeizaam. Uit eigen onderzoek door DistriZorg bij het Flevoziekenhuis komt naar voren dat er substantieel kosten, op nationaal niveau meer dan 1 miljard, bespaard kunnen worden. Toch leert de praktijk van alledag dat de ziekenhuizen dit onderwerp niet echt oppakken. De bestuurstafel van menig ziekenhuis heeft nog genoeg andere prioriteiten. Kortom, het idee mag dan wel goed zijn, het heeft geen prioriteit in de ziekenhuiswereld. Alleen bij nieuwbouw lijken er kansen te liggen voor DistriZorg. We gaan de opgebouwde contacten en lopende prospects daarom met een minimum aan kosten en tijd onderhouden. In het tweede project, het ontwikkelen van thuiszorg-oplossingen voor mantelverzorgers en professionals, werkt DistriZorg samen met het lectoraat van Windesheim aan de ontwikkeling van een virtueel platform voor coördinatie en planning van efficiënte cliëntgedreven zorg-thuis-logistiek, dat inspeelt op de veranderende zorgomgeving en voorziet in de behoeftes van cliënten en zorgaanbieders. Mensen worden gestimuleerd om zorg, hulp en/of ondersteuning steeds meer zelf te organiseren. Onder invloed van deze wetswijzigingen verandert de Nederlandse verzorgingsstaat langzaam maar zeker in een participatiesamenleving. In dit nieuwe stelsel worden mensen gestimuleerd om zorg, hulp en/of ondersteuning in hun dagelijkse leven zo lang mogelijk zelf thuis te organiseren en indien nodig in eerste instantie een beroep
te doen op mensen uit hun eigen sociale netwerk. Pas als dit netwerk de benodigde hulp niet kan bieden, komt professionele hulp of ondersteuning in beeld. Daarnaast is het uitgangspunt dat mensen die door een beperking zorg, hulp en/of ondersteuning nodig hebben langer dan voorheen thuis blijven wonen. In combinatie met toenemende vergrijzing van de bevolking, neemt naar verwachting het aantal thuiswonende chronisch zieken, al dan niet met meerdere aandoeningen, de komende jaren fors toe. Logistiek probleem: impact op de logistieke infrastructuur De maatschappelijke ontwikkelingen en het overheidsingrijpen hebben uiteraard consequenties voor zorgbehoevenden, maar brengen ook voor de zorgaanbieders grote uitdagingen mee. De bestaande distributiestructuur van zorgaanbieders zal veranderen van het beleveren van enkele zorgorganisaties in grote volumes (B2B) naar het beleveren van veel cliënten in kleine volumes (B2C). Om deze nieuwe vorm van zorglogistiek efficiënt te laten plaatsvinden zijn slimme fijndistributie oplossingen nodig, waarbij verschillende goederenstromen worden gecoördineerd en gebundeld met behulp van slimme ICT applicaties.
aanvragen: medische hulpmiddelen, medische instrumenten, medische verbruiksgoederen (bijv. incontinentiematerialen), textiel, geneesmiddelen, maaltijden etc. Het virtueel platform (een ict-applicatie) coördineert de binnenkomende bestellingen en plaatst deze door naar de betreffende zorgleveranciers. Vervolgens plant de applicatie de meest efficiënte bezorger en route en zorgt deze voor een snelle en klantvriendelijke levering van alle bestellingen. Het consortium DistriZorg bestaat uit samenwerkende marktleiders (Mediq/ Medeco, Vos Logistics, Hospital Logistics en Vegro) die logistieke innovaties implementeren in de zorg. Natuurlijk zal in dit project ook de gemeente Almere betrokken worden als één van de belangrijke factoren bij de uitvoering van de zorg in Almere.
Met DistriZorg slaan die bedrijven de handen ineen om de logistiek in de zorg op een integrale en innovatieve wijze aan te pakken.
Ontwikkeling virtueel platform De cliënten en zorgleveranciers worden met elkaar verbonden door middel van een virtueel platform. Via dit sectorbrede platform kunnen cliënten op een zeer toegankelijke wijze (één ‘loket’) alle benodigde goederen
17
health & wellness
Veel beter fysiotherapie: Sprekende handen
Waar vinden we 12.000 m2 voor een voetbalveld en mogen we praktijk voeren? De gemeente Almere was even verbaasd over deze vraag van Veel Beter Fysiotherapie. Maar toen ze de businessplannen van de fysiotherapiepraktijk beter bekeken, werd er meteen gezocht naar een passende locatie.
“Veel Almeerse (amateur)sporters. En bekende namen zoals John Heitinga, Daphne Schippers, Kevin Prince Boateng en Churandy Martina.”
“Dat werd Almere Poort. In 2016 openen we daar de deuren van een concept waar sporters niet alleen behandeld worden, maar waar ze tevens kunnen trainen zoals ze dat gewend zijn. Op een heus voetbalveld bijvoorbeeld”, vertelt Camiel van Druten. Het is niet zo dat de praktijk nu pas op zoek hoeft naar klanten. “Nee, we hebben een vast en groot klantenbestand”, vertelt Van Druten niet zonder trots. “Almeerse (amateur)sporters maar het grootste deel komt vanuit het hele land
en zelfs uit het buitenland. Ook bekende namen zoals John Heitinga, Daphne Schippers, Kevin Prince Boateng en Churandy Martina. Ondanks dat we ook nu al alle klanten een topsportbehandeling geven, vonden we wel dat we hen na negen jaar meer konden bieden. Een nog betere plek om ze te behandelen, om ze te laten trainen. We wilden een voetbalveld voor de voetballers. Een atletiekbaan voor de atleten.”
Veel Beter Fysiotherapie bestaat al bijna een decennium. Er werken tien fysiotherapeuten die elkaar aanvullen en verbeteren. “We hebben elk onze kernkwaliteiten waarmee we onze klanten de optimale zorg geven. Samen zijn we de oplossing om van pijn af te komen, zijn we gefocust op resultaat, gaan we samen met klanten naar een hoger level. We laten onze handen spreken. Dat doen we nu op Markerkant en Randstad in Almere Stad. Op de nieuwe locatie in Poort kunnen we straks met wel 20 therapeuten terecht, maar dat groeiproces zal natuurlijk verlopen. We willen alleen maar samenwerken met mensen met hart voor hun vak, met dezelfde mentaliteit en passend bij het team. Mensen die wat extra’s willen op hun vakgebied. Zij versterken onze identiteit en zijn een meerwaarde voor onze klanten.” “Het wordt allerminst een legbatterijpraktijk”, vertelt Van Druten. “Daar bedoel ik mee dat het wel een grote praktijk is, maar heel persoonlijk. Dat hebben we ook in het ontwerp doorgevoerd. De architect heeft ons daarbij geholpen. Zo is straks alles aan elkaar verbonden. De loungeplek waar je andere sporters kunt tegenkomen is verbonden met de trainingsruimtes, met de behandelkamers, de sportvelden en ook met de collegezaal. Dat laatste realiseren we omdat er dagelijks lessen te volgen zijn. Dat doen we nu ook al elke dag via onze eigen Veel Beter Academie. Hier vergaren en delen we kennis.”
“Op de nieuwe locatie in Poort kunnen we straks met wel 20 therapeuten terecht.”
Feedback De gemeente Almere heeft veel geholpen op de weg naar hun vernieuwende plannen. Zo stelde zij de praktijk voor aan de EDBA. Van Druten: “In eerste instantie wilde ik vooral weten wat de EDBA van onze plannen vond. Zij staan immers midden tussen de bedrijven en zien heel wat plannen voorbijkomen. Al heel snel kwam hun feedback. Ze waren enthousiast over de plannen en wilden ons een investering bieden. Dat verraste ons aangenaam. Ook met de feedback waren we heel blij.” Dit jaar wordt er gebouwd en in 2016 zal de praktijk verhuizen naar Almere Poort. Van Druten: “We dragen graag ons steentje bij aan Almere en zijn als commerciële fysiopraktijk uniek in Nederland met dit concept. Tot die tijd? Financieel is alles rond. En weet je wat mooi is? Er zijn steeds meer grote bestaande organisaties die met ons willen samenwerken.”
19
duurzaam almere
regieprogramma circulaire economie
De groeiende wereldbevolking en de behoefte aan welvaartsstijging zijn een gegeven. Om binnen dat gegeven de grenzen van onze mogelijkheden niet te overschrijden, zullen we moeten zorgen voor een enorme verbetering in de wijze waarop we met onze hulpbronnen omgaan. De uitdaging die voor ons ligt is om een transitie te maken naar een samenleving met een economisch systeem dat bijdraagt aan de verandering van een lineaire naar een circulaire economie.
In een transitie naar een circulaire economie wordt, op basis van kostenoverwegingen en/of wet- en regelgeving, in toenemende mate bewust met de inzet van energie en grondstoffen omgesprongen, zonder dat dat gebaseerd is op revolutionair anders ontworpen producten, processen en systemen. Het bestaan van een recycling-infrastructuur, van een actieve reparatie- en onderhoudsmarkt en een levendige tweedehandsmarkt (zie het succes van websites als eBay en Marktplaats.nl) laten zien dat de samenleving in staat is bewegingen te maken richting een meer circulaire economie. In toenemende mate is ook sprake van ketensamenwerking om vormen van industriële symbiose (het hergebruik van reststromen energie, water of materialen) op economisch verantwoorde wijze te kunnen bewerkstelligen.
Bewust spreken we van ‘circulaire economie’. TNO heeft een schatting gemaakt van de effecten van een toename in de circulaire economie voor heel Nederland. Hiermee zijn ongeveer 54.000 banen gemoeid. Daarnaast is er nog een aantal spin-off kansen voor de Nederlandse economie te benoemen, o.a. op het gebied van een sterkere kennispositie. De verandering naar een meer circulaire stad is een gezamenlijke zoektocht voor veel partijen die bij de stedelijke (economische, ruimtelijke en maatschappelijke) ontwikkeling betrokken zijn: bedrijven, overheid, inwoners, kennisinstellingen en de financiële sector. De EDBA ziet kansen voor werkgelegenheid in Almere. Grondstoffen worden teruggewonnen uit afvalstromen en ingezet om nieuwe financiële, economische of andere vormen van waarde voor Almere te realiseren.
Het groenafval van de gemeente Almere kan als grondstof gebruikt worden voor verpakkingsmateriaal, bioplastics, steigers en damwanden. Het is een kwestie van anders organiseren en dan kunnen we uit afval waarde creëren in plaats van de kosten te betalen voor het afvoeren en verwerken.
Open Innovatiecentrum Circulaire Economie
circulaire economie
Output: oplossingen
input: Problemen, kansen Energie neutraal
Living lab/ proeftuinprojecten
Verstedelijking leidt tot inzet van grondstoffen voor de opbouw van een stad, tot toenemende behoefte aan transportstromen van en naar de stad, tot toenemende consumptie en afvalstromen. Het afgelopen jaar heeft de EDBA ingezet op de voorbereidingen voor een programma. Het doel is uiteindelijk een open innovatieplatform. Het regieprogramma circulaire economie bouwt voort op de (bestuurlijke) ambities van de stad en focust op de energieneutrale stad, de afvalloze stad en de Floriade. Wij haken aan bij de bestaande projecten en vraagstukken van de gemeente.
EDBA bewijst dat afval waarde heeft. De insteek van de EDBA is om lokale vraagstukken op het gebied van afvalstromen door (het liefst) lokale bedrijven te laten oplossen. Er is een vingeroefening gedaan met het probleem van de waterplanten in het Almeerse water. Met de horeca-ondernemers aan het water en de gemeente zijn tot ieders tevredenheid afspraken gemaakt over de woekerende waterplanten. De verschil-
Floriade
Stad zonder afval
Circulair beheer
Co-creatie door verbinding • Overheid • Ondernemers • Onderzoek • Onderwijs
Waardecreaties
lende belangen zijn uitgesproken en er zijn maaiplannen gemaakt. Er is ook gesproken over een maaiboot. En last but not least: er zijn bedrijven bij betrokken om te kijken wat je kan doen met het gemaaide afval. Hoe creëer je waarde uit dit afval? Het maaisel kan worden gebruikt voor het maken van papier en verpakkingsmateriaal of voor bio-plastics en composieten om bijvoorbeeld steigers van te maken. Het bewijs is geleverd door de bedrijven Millvision en Rodenburg Biopolymers. Van Almeerse waterplanten is papier vervaardigd. Samen met logistieke bedrijven BBL, Antalis en Staples uit Almere en studenten van de CAH is gekeken naar een mogelijke businesscase voor het circulair maken van deze afvalstroom naar waardecreatie en een nieuw product. Daarvoor is nog veel nodig. De studenten van de CAH hebben berekend dat het Almeerse volume van biomassa te gering is voor de businesscase. Er moet aan de schaalgrootte Flevoland worden gedacht inclusief de agrarische sector. Daarnaast zal er een droogfaciliteit moeten komen, omdat het vervoer van nat materiaal kostbaar is. Kortom, oplossingen zijn er wel, maar er moet nog gewerkt worden aan de businesscase.
Ter voorbereiding van de aanvraag bij het Fonds Verstedelijking Almere heeft de EDBA in 2014 aan TNO de opdracht verleend om de afvalstromen van Almere te onderzoeken. Alle stedelijke afvalstromen worden in kaart gebracht evenals de kosten of opbrengsten voor de verdere verwerking. We hebben het dan over huishoudelijk afval, industrieel afval en al het afval vanuit stadsbeheer. Met de uitkomsten van dit onderzoek willen we via het nog op te richten innovatieplatform Circulaire Economie het onderwijs, onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven uitdagen om te komen tot circulaire oplossingen. Oplossingen die werkgelegenheid opleveren, de kosten van het stadsbeheer verlagen en goed zijn voor het milieu. Ook voor de dienst Stadsontwikkeling van de gemeente liggen er kansen om bij het ontwerp van nieuwe stadsdelen reeds na te denken over een duurzame en circulaire aanpak. Bij de keuze voor innovatieve projecten kijken we in eerste instantie naar de relevante diensten van de gemeente Almere. Daarnaast is de scope niet alleen Almere, maar ook de gehele Noordvleugel van de Randstad. Voor sommige projecten is gewoon een grotere schaal noodzakelijk.
21
ict & media
retail reality: Een app om van te shoppen
Hoe zorg je voor minder leegstand in de winkelstraten? Hoe krijg je mensen naar de stad en nog beter: ook nog eens aan het shoppen? Hans van Goor werkte twee jaar aan de realisatie van de app Funshopper. “Met deze app krijgen we de consument van de bank af en de stad weer levendig. Het bedrijf Funshopper is mede dankzij de investering van de EDBA een feit. In 2015 gaan wij ons ook aan het grote publiek presenteren.
De app Funshopper is volgens Van Goor dé oplossing om de consument weer naar de fysieke winkel terug te brengen. “Het ‘gouden ei’ van de winkelstraat is de beleving en het plezier dat bij winkelen hoort. Het is iets dat een online winkel nooit zal kunnen bieden. Funshopper houdt consumenten steeds op de hoogte van de nieuwste aanbiedingen, van leuke events in de buurt, van een tip voor een restaurantje of gezellige bar”, vertelt Van Goor. Mee met de tijd “Want je kunt als winkelier niet meer blijven doen wat je al 20 jaar doet. Je moet mee met je tijd. En waarom komen mensen naar je winkel? Als je unieke aanbiedingen hebt. Dingen doet of voordelen biedt, die je online niet kunt krijgen. Bijvoorbeeld aanbiedingen die een uur geldig zijn. Met een voordeeltje dat je direct in je handen krijgt, niet pas de volgende dag, door de unieke Shop Now Deals van Funshopper. Of dat je, wanneer je bloemen koopt, een gratis appeltaart kunt halen bij de bakker tegenover de bloemenzaak, door Location Based Marketing. En wat denk je van een kleine bijdrage aan de parkeerkosten, alleen al door het simpele feit dat je een winkel bezoekt of een nieuw product bekijkt. Klik&Verdien heet dat in Funshopper. Je hoeft dan niet eens per se iets te kopen.” De app is gratis voor consumenten. De deelnemende bedrijven betalen een abonnementsprijs om hun aanbiedingen of naam onder de aandacht te brengen via de app. “Dat doen we wel zo bijzonder en persoonlijk mogelijk”, vertelt Van Goor. “Elke week heeft het Marketingcenter van Funshopper persoonlijk contact met ieder bedrijf voor hun nieuws van de week. Zo houden we de content zo actueel en interessant mogelijk. Natuurlijk zullen we het niet nalaten om de winkels pro-actief te adviseren. Hebben winkels meer behoefte aan advies? Dan kunnen ze ons voor een kleine minuutprijs inhuren. Het MarketingCenter van Funshopper is het kloppend hart van het bedrijf waar alle kennis van online marketing en echt winkelen in het hele land bijeenkomt.” Livegang In twee jaar tijd transformeerde zijn idee van wat aantekeningen op het flip-overbord naar de financieringsfase en nu uiteindelijk naar de livegang. Van Goor: “De EDBA heeft ons daarbij enorm geholpen. Zij spraken hun netwerk aan, stelden ons voor aan partners die voor ons van belang waren zoals een technisch bedrijf dat de app kon ontwikkelen. Ook hebben ze ervoor gezorgd dat we in een vroeg stadium vertrouwen kregen, waardoor ook andere financiers in ons wilden investeren. Bovendien heeft de EDBA zelf in het plan geïnvesteerd.” Binnenkort verhuist Funshopper naar het Fashion Dome in Almere. “Een ideale plek”, meent Van Goor. “Omringd door merken en inkopers. Maar bovenal midden in een stad met een groot arbeidspotentieel. De komende drie jaar kan Funshopper gaan groeien naar zo’n 50 tot 75 medewerkers.”
23
luchthaven lelystad
Lelystad airport
De ontwikkeling van Lelystad Airport is belangrijk voor de groei van Mainport Schiphol. In lijn met de afspraken aan de Alderstafel Schiphol over selectieve ontwikkeling zal Amsterdam Airport Schiphol zich richten op het mainportgebonden verkeer en zal Lelystad Airport een alternatief gaan bieden voor het nietmainportgebonden verkeer. Vanwege de voorziene groei van Schiphol en de (Alders-)afspraken over volumebeperkingen en inzet van regionale luchthavens is het noodzakelijk dat de nieuwe luchthaven in 2018 operationeel is.
Lelystad wordt een luchthaven voor leisure verkeer met voor reizigers aantrekkelijke verbindingen naar steden en regio’s in Europa en overige landen rond de Middellandse Zee. Ook worden er mogelijkheden gecreëerd voor business aviation, MRO (Maintenance, Repair and Overhaul) activiteiten, (vlieg-) opleidingen en recreatieve luchtvaart. Dit ondersteunt de selectieve groei van Schiphol en zal bijdragen aan de economische kracht van de regio. Nu de feitelijke ontwikkeling van de luchthaven nog moet starten, is het nog te vroeg voor aankondigingen van luchtvaartmaatschappijen voor vluchten van en naar Lelystad Airport. Wel ontstaat er in toenemende mate interesse in de markt voor Lelystad Airport. De groei van de interesse voor business aviation en MRO-activiteiten wordt met een langere baan en verkeersleiding groter. Dit levert werkgelegenheid voor de regio op.
Er zijn dus volop kansen voor adviseurs, bouwbedrijven, logistieke bedrijven en leveranciers.
De EDBA wacht, samen met vele anderen, op het Luchthavenbesluit. Dit maakt de verdere ontwikkeling van de luchthaven mogelijk, en daarmee ook de economische mogelijkheden voor de regio. Ongeveer eens per kwartaal komt de EDBA-luchthaventafel bij elkaar om de recente ontwikkelingen van de luchthaven met elkaar te delen en te kijken of we elkaar kunnen helpen of versterken. Aan tafel zitten enkele bedrijven die op de luchthaven gevestigd zijn, Lelystad Airport, provincie Flevoland, gemeente Lelystad, OMFL
en OMALA (secretariaat). Mocht de ontwikkeling plotseling in een stroomversnelling gaan, zitten de juiste mensen en organisaties al in een adequate overlegstructuur. In april 2014 heeft Lelystad Airport een Luchthavenbesluit aangevraagd. Zowel de Alderstafel Lelystad als de regionale en nationale politiek zijn in meerderheid positief over deze aanvraag. De Commissie voor de m.e.r. heeft in november het Milieu Effect Rapport volledig bevonden en de Raad van State brengt begin 2015 een advies uit. De verwachting is dat de staatsecretaris van Infrastructuur en Milieu het Luchthavenbesluit rond 1 april 2015 zal afgeven. Directeur Lelystad Airport, Erik Lagerweij: “In 2014 hebben we gezamenlijk belangrijke stappen genomen om een Luchthavenbesluit mogelijk te maken. Dat verwachten we in het voorjaar van 2015. Ondertussen zijn wij bezig met de voorbereidingen om opening in 2018 mogelijk te maken, dan zijn we op tijd om de groei van Schiphol op te vangen. Zo is de aanbesteding al gestart voor de land- en luchtzijdige infrastructuur bestaande uit o.a. de benodigde starten landingsbaan, taxibanen, platformen, toegangswegen en parkeerterreinen op het publieke gedeelte. We willen Lelystad Airport ontwikkelen tot preferred leisure airport om mainport Schiphol te ontlasten. Er zijn dus volop kansen voor adviseurs, bouwbedrijven, logistieke bedrijven en leveranciers. Ook het onderwijs wordt gevraagd het opleidingsaanbod te richten op de kennis die nodig is voor toekomstige werknemers. Kortom, de uitvoeringsfase naar een volwaardige luchthaven staat in de startblokken.”
25
ict & media
Private Mobility: vooruitloper in GSM-integratie
Victor La Bree richtte samen met zakelijk partner Stefan Tobe het bedrijf Private Mobility op. Zij richten zich als MVNE (Mobile Virtual Network Enabler) vooral op serviceproviders die hun diensten ook op het mobiele netwerk beschikbaar willen stellen. Private Mobility zag potentie op de markt en sprong in het diepe om klanten deze dienst aan te bieden. La Bree: “De meeste van de serviceproviders waar Private Mobility zich op richt, bieden vast-mobiel geïntegreerde telefoniediensten aan de zakelijke markt. Deze serviceproviders beantwoorden hiermee aan de toenemende vraag naar het mobiele werken. Maar ook aan de verbeterde controle over bereikbaarheid, de controle over kosten evenals een betere security op mobiele data.” “De EDBA investeerde zodat we iemand konden aannemen die ons helpt om groter te groeien.” Eerste in Nederland Private Mobility is de eerste in Nederland die als MVNE mobiele spraak en data volledig integreert op andere telecomdienstverleners. La Bree: “Hoe we dat doen? Eigenlijk moet je je voorstellen dat we hiervoor drie soorten stekkers leveren. Zo is er een technische voor de integratie van spraak en data, een operationele IT-stekker voor de activatie- en beheerprocessen en een commerciële stekker voor het bieden van concurrerende proposities zoals bundels of onbeperkt bellen. Denk maar aan de pakketten die je van Vodafone kent.”
De gemeente Zaanstad is een van hun eerste klanten. “Bij veel bedrijven is het van belang dat er één nummer is waarmee naar buiten wordt gebeld en één 088-nummer waarmee het bedrijf bereikbaar is met een centrale voicemail. Door met onze simkaart een verlengstuk te maken van de telefooncentrale is het bedrijf en iedere werknemer altijd goed bereikbaar, weet men of iemand in gesprek is onafhankelijk van waar deze persoon zich bevindt.“ Uniek product Almere werd de plek waar Private Mobility zich vestigde. Het Technofonds is hun grootaandeelhouder. Evenals de EDBA die ook in het bedrijf investeerde. La Bree: “Almere kent veel bedrijven die zich bezighouden met ICT, zo opereert er een aantal partners in deze omgeving. Ook willen we jong technisch talent een plek geven om met zijn of haar voeten in de modder te staan bij een leuk technisch bedrijf als het onze. Door de investering van de EDBA konden we iemand aannemen. Deze kleine doorgroei helpt ons om te kunnen groeien naar de uiteindelijke grootte die we voor ogen hebben. Zo willen we in de toekomst nog uitbreiden naar Engeland en Duitsland. We hebben immers een uniek product in handen en lopen in ieder geval in Europa een stap voor in dergelijke ontwikkelingen in de mobiele telefonie. Daar kunnen we veel mee bereiken.”
27
ict & media
PRoxcio: Werken in de cloud
Tijdens een event in Wenen in 2011 besloten Nick Overwater en Bierthoe Kalicharan om een nieuw product op de markt te zetten. De cloud bleek geen hype te zijn, maar toekomst. Een unieke kans om hun ervaringen vanuit hun eigen bedrijven te bundelen. Dat deden zij onder de naam ProXcio, gerund door twee ondernemers die de branche op hun duimpje kennen. “In 2011 zagen we dat de cloud zou blijven”, vertelt Kalicharan. “Ook zagen we dat er geen rekening werd gehouden met beheer en meetbaarheid. Naar ons idee was dat een gat in de markt. Want ging je als klant vóór het cloudtijdperk naar een netwerkbeheerder als er problemen waren – je stuurde wellicht een mailtje of belde even – nu wist je eigenlijk helemaal niet waar je moest zijn met vragen of klachten. Wat als je mail trager wordt binnengehaald? Of nog erger, je systeem stilvalt? Waar ga je dan naartoe? Je kunt bellen met Microsoft. Maar kun je ook laten zien wat er aan de hand is? Kun je aantonen dat je meer wilt voor wat je betaalt? Dat je klachten gegrond zijn? Kortom, er miste een onafhankelijke monitoring tool.”
drie dingen ProXcio wil haar klanten een financieel managementinstrument geven voor het meten van cloudgebruik. Overwater: ”Wij doen hierbij drie dingen. We meten het gebruik, we rekenen het gebruik om in kosten en we rapporteren het gebruik en deze kosten. Met deze gegevens weten klanten of het klopt wat in rekening wordt gebracht. Ook weten ze of ze bepaalde kosten kunnen doorbelasten naar verschillende onderdelen binnen de organisatie. En ze kunnen ook nog eens een analyse maken van het verleden, heden en van de toekomst. Ons product richt zich hiermee in potentie op financieel management van clouddiensten en beperkt zich hierbij niet alleen op Microsoft Azure. In de toekomst zien wij ons product ook toepasbaar binnen de Amazon en Google cloud.” “De EDBA ziet de meerwaarde van een goed ontwikkelproces.” Vorig jaar werd een versie 0.1 op de markt gebracht. Feedback uit de markt gaf aan dat de behoefte zich meer en meer ontwikkelt op het meten van de financiële performance, analyse en rapportage. Via het Technofonds, dat een initiële investering in ProXcio deed, kwamen ze in aanraking met de EDBA. “We hadden al snel een plezierig contact met de EDBA”, vertelt Overwater. “Er was een wederzijds vertrouwen om dingen met
elkaar te doen. De EDBA begrijpt waar we mee bezig zijn. We spreken dezelfde taal. Ze hebben ook in ons geïnvesteerd, maar niet alleen een brok geld verbindt ons. Ze gunnen ons succes. Ze begrijpen dat het tijd nodig heeft om een goed product te ontwikkelen, echt een ondernemersgeest hebben ze. Zal de gemiddelde investeerder vragen: hoeveel klanten heb je? De EDBA ziet de meerwaarde van een goed ontwikkelproces.” testen Nu is het ontwikkelen bijna ten einde. Versie 0.2 wordt na oplevering ter test aangeboden bij twee grote organisaties die de software aan de tand zullen voelen. Na deze test zal het uiteindelijke product op de markt verschijnen. Overwater: “We verwachten dat dit in het voorjaar van 2015 zal zijn.” Kalicharan: “Onze doelgroepen zitten primair aan de financiële zijde zoals ITinkoop- en contractmanagers. Wij willen juist de beslissers bereiken, degenen die ervoor betalen.” 2015 wordt een spannend jaar. Het bedrijf kan nu laten zien wat hun product is en hopelijk groeien. “Toch blijven we redelijk klein”, vertelt Overwater. “Dat komt door de eigenschap van ons product. Daar hebben we niet veel werknemers voor nodig. Wel willen we altijd ervoor zorgen dat we doordacht zijn. Een meerwaarde bieden.”
29
COLOFON Idee/realisatie: Tekst:
most remarkable bv Marianne Clason Vivian Vijn
Druk: Fotografie:
via EGP Maarten Feenstra Richard Terborg e.a
Eindredactie:
EDBA
Dit is een uitgave van de EDBA- 2015
EDBA Economic Development Board Almere