3 minute read

Gelezen

In 2015 organiseert het Hospitaalmuseum een tentoonstelling over de zorg voor lichaam en geest in het hospitaalwezen in Europa. Mieke Parez las het boek ‘Aristote au Mont Saint-Michel. Les racines grecques de l’Europa chrétienne’ van Sylvain Gouguenheim vanuit deze optiek.

Een mythe is volgens van Dale een als juist aanvaarde maar ongefundeerde voorstelling. Mythen zijn van alle tijden. Ze bevatten meestal iets van waarheid en veel fantasie en ze zijn doorgaans onschuldig. Als een mythe echter een correcte weergave van de geschiedenis in de weg staat, hebben we een probleem. Dan is het de plicht van de historicus om te reageren. Tenminste, dat denkt Sylvain Gouguenheim, professor middeleeuwse geschiedenis aan de ENS (Ecole Normale Supérieure) van Lyon, Frankrijk. Het werd de aanleiding voor zijn boek ‘Aristote au Mont SaintMichel’. Gouguenheim maakt het zichzelf niet makkelijk: de mythe die hij wil ontkrachten is een stelling die in de jaren 1960 werd geponeerd en sindsdien als evident wordt aanvaard. Ze stelt dat West-Europa een groot deel van zijn culturele identiteit aan de Arabische wereld te danken heeft. Daar werd de Griekse kennis die hier na de val van het Romeinse Rijk was verdwenen, zorgvuldig bewaard, vertaald en aan ons doorgegeven. Zo werd het pad voor de renaissance geëffend. Een verdraaiing van de historische feiten, vindt Gougenheim. Hij start een onderzoek en stelt de resultaten in 2008 voor. En hoe! Om het tegen gevierde iconen als Alain de Libera op te nemen moet je namelijk met een solide tegenargumentatie kunnen uitpakken. In het geval van Gouguenheim is dat een understatement. Met een verpletterende reeks voorbeelden en citaten toont hij aan dat er in West-Europa nooit een breuk met de antieke wereld is geweest. De Griekse logos was en bleef ingebed in onze cultuur. De Kerkvaders lazen en citeerden Plato. Aan het Karolingische hof werden de Griekse manuscripten intensief bestudeerd. Verschillende mini-renaissances volgden elkaar op. De banden met het Byzantijnse rijk werden nooit verbroken, de Griekse kennis werd er gekopieerd en via talrijke Griekse enclaves in Zuid-Europa ononderbroken naar ons doorgesluisd. Medische teksten van Hippokrates en Soranos werden al in de 6de eeuw in Europa verspreid. De monniken van de Mont Saint-Michel, vandaar de titel, vertaalden Aristoteles direct uit het Grieks in het Latijn, lang voor de Arabische vertalingen ons bereikten. En zo kunnen we nog een tijdje doorgaan… De auteur bekijkt de stelling vervolgens van de andere zijde. Was de bewondering voor de antieke cultuur in de Arabische wereld wel zo groot? Minder groot dan gedacht én selectief, stelt Gouguenheim en hij zet een even verbluffende bewijsvoering neer. Griekse wetenschappelijke teksten werden er bewaard en vertaald, ja, maar dan wel door Syriaakse en Arabische christenen, de enigen trouwens die het klassiek Grieks beheersten. De islamitische geleerden namen ervan over wat voor hen nuttig was en niet strijdig met hun religie. De geest van het hellenisme wezen ze echter af. Op Averroës na keek geen enkele denker na Avicenna de teksten van Aristoteles nog in. Die kennis werd ons bovendien helemaal niet aangereikt, we gingen er zelf actief naar op zoek. De drang naar kennis van de kerkelijke geleerden was daarbij de drijvende kracht. En Gouguenheim besluit: L’hellénisation de l’Europe médiévale fut le fruit des Européens. Asjeblieft. Dat dit boek niet onopgemerkt zou blijven is wel duidelijk. Al vlug komt een heftige - en bij momenten bitsige en intellectueel onfatsoenlijke - discussie op gang. Gek, want eigenlijk knoopt Gouguenheims visie weer aan met de gangbare inzichten waarmee onze generatie nog werd opgevoed. Gouguenheims enige vrees is dat zijn discours in foute kringen zou worden gerecupereerd of hijzelf gestigmatiseerd. Daarop tracht hij te anticiperen in een verrassende bijlage die het op zich al de moeite waard maakt om dit boek te lezen. Aan de lezer om ze te ontdekken. ‘Aristote au Mont Saint-Michel’ is een sterk geargumenteerd werk van een respectabele wetenschapper die niet over één nacht ijs is gegaan. Of de auteur ons inderdaad behoedt voor een historische dwaling moet onder mediëvisten worden uitgeklaard. Gouguenheim heeft alvast een punt: na veertig jaar zet hij het wetenschappelijk debat weer in beweging.

Advertisement

Mieke Parez adjunct-conservator van het Hospitaalmuseum

GOUGUENHEIM, Sylvain Aristote au Mont Saint-Michel Les racines grecques de l’Europe chrétienne Editions du Seuil, maart 2008 ISBN 978-2-02-096541-5

This article is from: