3 minute read

Nieuwe aanwinst van Johannes Bosboom

een nieuwe aanwinst van johannes bosboom

In 2009 hebben de Vrienden van Musea Brugge op een veiling van Campo een aquarel aangekocht van Johannes Bosboom. Het werk stelt een ‘galante scène’ voor in het interieur van het Brugse Vrije. Dr. Saskia de Bodt is universitair docent bij het Departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis van de Universiteit Utrecht en was bereid de nieuwe aquarel wat naderbij te bekijken. Door Saskia de Bodt.

Advertisement

De Hollandse Gouden Eeuw heeft in het verleden talloze kunstenaars geïnspireerd. Vooral in de 19de eeuw werd het zogenaamde ‘realisme’ van schilders als Johannes Vermeer, Gerard Dou en Gerard ter Borch zeer gewaardeerd. Kunstenaars namen niet alleen de ‘democratische’ onderwerpen over (scènes in binnenhuizen met gewone burgers bij hun dagelijkse beslommeringen), ze imiteerden ook graag de precieze stofuitdrukking van de oude meesters. In België is die invloed van de Hollandse 17de eeuw onder meer te zien bij Alfred Stevens (1823-1906). Ook Johannes Bosboom (1817-1891), de schilder van deze onlangs door Musea Brugge verworven aquarel, was begeesterd door de kunst van de Gouden Eeuw. Bosboom werd in 1817 geboren in Den Haag, waar hij zich onder invloed van zijn leermeester B.J. van Hove (1790- 1880) toelegde op stadsgezichten. Hij was een erudiet en reislustig man en aanvankelijk stond hij sterk onder invloed van de Franse romantiek. Al in 1837 ondernam hij een grote studiereis naar België, gevolgd door bezoeken aan Rouen en andere Franse steden. In 1836 debuteerde Bosboom op de ‘Tentoonstelling van Levende Meesters’ met een interieur van de Sint Jan in Den Bosch. Vanaf die tijd zou hij zich gaan specialiseren in kerkinterieurs en raakte hij meer

1

en meer onder invloed van de oude meesters. Bosboom werd in zijn tijd beschouwd als ‘redder van de Hollandse School’. In zijn lange leven ging hij steeds losser werken. Veel van zijn interieurs zijn doordrenkt met een Rembrantesk licht. Bosboom behoort samen met Jozef Israels tot de nestors van de Haagse School, die vanaf de jaren zeventig met figuren als J.H. Maris, H.J. Weissenbruch, P.J.C. Gabriël voor vernieuwing stond.

De hier getoonde aquarel van Bosboom is typerend voor zijn werk: we zien een oud Nederlands genretafereel op een herkenbare historische locatie. Voor een hoge, rijk met beeldhouwwerk versierde schouw zit een man in zeventiende-eeuwse kledij, met kanten kraag, hoed en degen (een ‘cavalier’) ontspannen in een stoel. Zijn linker voet rust op een rood kussen. Achter hem staat een dame met haardracht zoals we die kennen van schilderijen van Gerard ter Borch en tijdgenoten. Haar rok is deels opgeschort, waardoor een gele onderrok zichtbaar wordt. Met haar rechterhand leunt ze op de stoel. Haar andere hand wijst in de richting van een groot boek dat open ligt op een taboeret naast haar. Op de achtergrond bekijkt een andere cavalier – die zijn hoed blijkbaar heeft afgezet – de wand naast de schouw. Iedere Bruggeling zou de locatie van dit tafereel onmiddellijk kunnen herkennen: het is de Schepenkamer van het Brugse Vrije met de imposante Keizer Karelschouw uit 1529. De hele opbouw daarvan, van de reliëfs en het beeldhouwwerk tot en met de drie koperen handgrepen, is goed herkenbaar. Bosboom heeft vooral ook de centrale figuur, Keizer Karel met uitgestrekt zwaard, adequaat weergegeven. De sfeer, lichtval en de losse lijnen van deze aquarel wijzen erop dat de kunstenaar ter plekke heeft gewerkt. Het kan zijn dat hij het onderwerp eerst in zwart-wit in zijn schetsboek heeft vastgelegd en het daarna in zijn atelier uitwerkte tot een aquarel, zoals hij ook bij zijn vele kerkinterieurs deed. De aquarel is niet gedateerd. Bosboom kwam graag en vaak in België. Hij werd aangetrokken door de overvloed van studieobjecten in dat land, schreef hij in zijn mémoires, en vond de mensen er zeer ‘voorkomend’. Hij maakte onder meer reizen naar de Borinage. Uit correspondentie weten we bovendien dat hij vrienden had in kringen van vrijmetselaars in Antwerpen. Het is niet onmogelijk dat Bosboom het Brugse Vrije bezocht in de zomer van 1856, toen hij, samen met zijn vrouw, de schrijfster A.L.G. Bosboom-Toussaint, op 30 juli zijn naam zette in het Bezoekersregister van het Sint Janshospitaal. Met zijn Memlings was het Janshospitaal toen al één van de belangrijkste toeristische trekpleisters van Brugge. Mevrouw Bosboom zou later een novelle schrijven over Memling, getiteld ‘Een arme die rijk maakt.’ Brugge had klaarblijkelijk indruk gemaakt op het kunstenaarsechtpaar!

Saskia de Bodt, Universiteit Utrecht

1 Johannes Bosboom (1817-1891), Een galante scène, niet gedateerd, aquarel op papier, gesigneerd r.o.: J.Bosboom

This article is from: