6 minute read
René De Pauw
voetbal, een verhaal van heldenverering en zelfspot
grafisch werk en schilderij van rené de pauw in het volkskundemuseum Door kristel van audenaeren
Advertisement
wie was rené de pauw? een korte biografische schets Op 13-jarige leeftijd komt René De Pauw (Pittem 1887 – Brussel 1946) in de Katelijnestraat te Brugge wonen. Op 25-jarige leeftijd, in 1912, start hij met een opleiding tot kunstschilder aan de Academie voor Schone Kunsten in Brugge. De Stedelijke Academie wordt dan geleid door Flori Van Acker. Na de Eerste Wereldoorlog trekt De Pauw naar Brussel om daar te werken en te wonen. Vanaf 1920 exposeert hij regelmatig. In 1938 verhuist hij naar de kust. In Heist-aan-Zee blijft hij wonen tot in 1943. De Tweede Wereldoorlog dwingt hem terug naar Brussel. Daar sterft hij in 1946 op 58-jarige leeftijd.
De Pauw schildert bloemstukken, portretten en landschappen, maar daarnaast is hij ook illustrator van boeken én maakt hij karikaturen. Een aantal van zijn schilderijen, zoals de vrouw met de zwarte kat en een portret van Louis Saeys (Cercle Brugge) zijn in de collecties van Musea Brugge opgenomen. Daarnaast zijn er ook verschillende karikaturen verworven. Zo is er een reeks spotprenten van de Eerste Wereldoorlog die dankzij een aankoop van de Vrienden van de Musea compleet gemaakt werd in 2010. In zijn spotprenten neemt hij geregeld figuren uit zijn eigen levensloop op de korrel, zoals de eerder genoemde kunstenaar en directeur Flori Van Acker of andere collega-kunstenaars zoals Achiel Van Sassenbrouck en Louis Reckelbus. Naast deze kleinere werken maakt René De Pauw enkele welbekende monumentale wandschilderingen in situ. De opdracht voor het station van Brugge kreeg hij in 1939 van de Directie der Spoorwegen.
De Pauw is een goede vriend van Albert Dyserinck (1872-1931), voorzitter van Club Brugge en agent van de Gistfabriek (N.G.S.F.) die door een tragisch verkeersongeluk om het leven komt. Dyserinck vertrouwt René De Pauw tal van opdrachten toe. De opdrachten variëren, zo maakt De Pauw menukaarten voor de diners die Dyserinck organiseert. Hoogstwaarschijnlijk geeft Dyserinck ook opdracht voor het maken van spelersportretten, zoals het portret van Hector ‘Torten’ Goetinck. Voetbal blijft René De Pauw duidelijk fascineren, ook na het overlijden van zijn vriend. In 1942 illustreert René De Pauw het boekje ‘Voetbalanecdoten’ van de bekende voetballer en coach Hector ‘Torten’ Goetinck (1886-1943). Goetinck en De Pauw wonen dan beide in Heist-aan-Zee.
zelfspot: voetbalspotprent ‘le soviet du f.c.b.’ Deze prent afkomstig uit de nalatenschap van Albert Dyserinck wordt in 1986 door de Stedelijke Musea aangekocht. Ongetwijfeld heeft Dyserinck zelf opdracht gegeven voor deze karikatuur. Op de tekening zien we het bestuur van Football Club Brugeois en toenmalig sterspeler Charles Cambier afgebeeld. Deze ludieke prent toont F.C.B. op een van de eerste hoogtepunten na de Eerste Wereldoorlog. Op zondag 21 maart 1920 verslaat F.C.B. Racing Mechelen (Union) en wordt Belgisch kampioen na een echt triomfjaar. Van links naar rechts zien we respectievelijk stervoetballer Charles Cambier, ondervoozitter Achilles Grand’Alton, de mascotte van de ploeg Yolande Hubrecht, bestuurslid Joseph Hoste, voorzitter Albert Dyserinck en uiterst rechts bestuurslid Félix Spousta. Charles Cambier was een van de grootste spelers van zijn tijd. Hij was niet alleen sterspeler bij F.C.B., maar ook de spil in het nationale elftal, dat mede dankzij zijn optreden in 1906 de bijnaam ‘de Rode Duivels’ kreeg. Het was na de wedstrijd Nederland-België waar Nederland met 5-0 verloor dat de leider van de Nederlandse ploeg achteraf uitriep: ‘Dat zijn geen voetballers, dat zijn Rode Duivels’. René De Pauw beeldt Cambier hier af alsof hij een kopstoot gaat verkopen. Hij is in het blauwzwart gehuld, de kleuren van de Club (toen en nu). Dat de gezondheidsnormen toen anders waren dan nu blijkt duidelijk uit de sigaret met het pijpje in de mond van Cambier en het jeneverglaasje in zijn hand. Nog een bewijs staat aan de voeten van de voetballer: ‘Caisse de secours privée de Charles Cambier’. Sigaretten en alcohol maakten van hem een goede voetballer, zoveel is duidelijk. Nog meer wijn op de achtergrond: ‘Tonneau de secours du F.C.B’. Een enorme noodvoorraad aan drank dus. Op de muur uiterst rechts hangt trouwens het reglement van het bestuur van F.C.B. Er is maar één artikel: ‘A chaque réunion, au moins un membre doit rester ‘nuchter’. Il sera désigné par le sort’, daaronder de echte handtekening van voorzitter
Dyserinck. Op de prent zien we ondervoorzitter Achilles Grand’Alton discussiëren met bestuurslid Jospeh Hoste. Eén van beiden is mogelijk de geheelonthouder van dienst. Of ze over voetbal of over de Champagne Heidsieck Monopole praten die Hoste in zijn hand heeft, is niet duidelijk. Dyserinck is trouwens de officiële vertegenwoordiger van deze champagne. Op de tafel staat ook een karaf met een glas en daarnaast een zandloper. De zandloper geeft mogelijk de tijd weer die mag gespendeerd worden aan het gesprek tussen de beide bestuursleden. Voorzitter Dyserinck, gezeten op een troonachtige zetel, kijkt genoegzaam glimlachend toe. De mascotte van de ploeg, het jonge meisje Yolande Hubrecht loopt met een grijnslachje door de kamer, een witte lelie in haar hand. Bestuurslid Félix Spousta draagt de voor hem typische hoed. Hij is gekleed als bokser en de neergeslagen scheidsrechter Edgard van Boxtaele ligt knock
out aan zijn voeten. Het bestuur van F.C.B. wordt vergeleken met de opperste Sovjet, oorspronkelijk de raad van arbeiders en soldaten die de Russische republiek stichtten in 1917. Later wordt de Sovjet het (machtige) bestuur van de U.S.S.R. René De Pauw hield wel van deze terminologie. Zo is er ook een prent van hem bekend in privé-bezit waar hij het Brugse College van Burgemeester en Schepenen aanduidt als ‘Le Soviet de la place du Bourg’.
heldenverering: portret van cercle-voetballer louis saeys Van een ander orde is het portret van Louis Saeys. Louis Saeys is de vooroorlogse sterspeler van Cercle Brugge. Louis maakte maar liefst 103 goals voor de ploeg en droeg het groen en zwart gedurende 305 matchen. Hij speelde alleen voor Cercle Brugge en voor de nationale ploeg. Voor de Eerste Wereldoorlog was Saeys een absolute topschutter. In 1914 wordt hij coach van Cercle op 26-jarige leeftijd. De Duitse inval maakt een einde aan dit alles. Op 14 oktober 1914 wordt ook Brugge ingenomen. België is een bezet land. De Belgische voetbalcompetitie ligt stil en dit voor wel 5 seizoenen. Pas na 4 lange jaren en miljoenen oorlogsslachtoffers wordt op 11 november 1918 om 11u ’s morgens de overgave van het Duitse leger getekend. Het portret van Louis Saeys is dan ook zeer markant. De dan 30-jarige voetballer wordt afgebeeld in de traditionele Cercle-kleuren groen en zwart. Louis staat leunend aan de rand van het voetbalveld, de bruine leren bal ligt nog op het veld. Zijn vest draagt hij nonchalant onder de arm. Het is een ontspannen portret, een momentopname na een geslaagde training of na een succesvolle match. Het portret is meer dan louter een voetballersportret, wat trouwens een zeldzaamheid mag genoemd worden. Het kondigt ook eindelijk een nieuw voetbalseizoen aan. Louis Saeys treedt terug aan als coach én speler bij Cercle Brugge. Hij zal echter nooit meer zijn vooroorlogse succes als topschutter kunnen evenaren.
schilderij bij club brugge van hector ‘torten’ goetinck van rené de pauw Tijdens de contacten met Club Brugge in de aanloop naar de tentoonstelling Snapshot 7 werd een ander voetballersportret van René De Pauw gesignaleerd. Het schilderij stelt Hector ‘Torten’ Goetinck voor, gekleed in het blauw en zwart. Musea Brugge onderzoekt samen met Club Brugge hoe ze dit schilderij beter kunnen ontsluiten voor een groter publiek.
1 Uitsnede van René De Pauw, Le Soviet du F.C.B., 1920.
2 René De Pauw, Portret van voetballer Louis Saeys (Cercle Brugge), 1918