6 minute read

Relieken en volksdevotie

Next Article
Belgium

Belgium

oogrelieken, scapulieren, beschermheiligen en andere vormen van volksdevotie.

In 2015 schonk mevrouw Roersch, een dame uit Brugge Sint-Kruis een koffer met diverse reliekogen, attesten, scapulieren en andere vormen van volksdevotie aan de Brugse musea. De inhoud van dat koffertje hadden haar grootmoeder en haar moeder decennia lang zorgvuldig samengebracht en piëteitsvol bewaard. De wens van die dame was dan ook die verzameling in zijn geheel te kunnen doorgeven. Door Benoit KERVYN

Advertisement

Het vereren van relieken is zo oud als het christendom zelf. De eerste christenen vierden de liturgie boven het graf van een martelaar, op die plaatsen kwamen kerken, de lichamen kregen een plaats in of onder het altaar (grafcrypte). De verspreiding van het christendom betekende bijkomende kerken, niet noodzakelijk meer boven een graf. De heilige werd opgegraven (‘elevatio’) en verplaatst (‘translatio’) naar een nieuwe kerk. Eveneens werden de lichamen gefragmenteerd (‘portitio’) en als relieken verspreid over diverse plaatsen vooral richting Constantinopel. Hoewel reeds in 386 de Oost-Romeinse keizer strenge wetten had afgevaardigd, werden de ‘membra martyrum’ snel een voorwerp van handel, ruil, diefstal en… vervalsing.

Zeker in tijden waar de geneeskunde zich herleidde tot het piskijken en aderlaten was met zijn pijn, ziekte en klachten gaan aankloppen bij die welbepaalde heilige het enige soelaas. Het was voor de noodlijdende dan ook van belang om die heilige bij zich te hebben, om zijn steun te voelen. Relieken hebben dan ook altijd een belangrijke rol gespeeld in de (volks)devotie.

Dit bleek nog eens af te leiden uit de tentoonstelling ‘Relieken, reliekhouders, rituelen’

1

gehouden in de Sint-Gilliskerk n.a.v. Erfgoeddag (25 maart- 8 mei 2016, org. Musea Brugge / consulent religieus erfgoed). De kern van de tentoonstelling waren relieken uit de Sint-Gilliskerk zelf, aangevuld met zaken uit privécollecties en enkele exemplaren uit de verzameling van de Hospitaalzusters van SintJan. Ook uit de collectie Musea Brugge was een aantal tertiaire relieken te zien. Deze laatste maken deel uit van een recente schenking gedaan aan de stad Brugge. Misschien eerst verduidelijken wat tertiaire relieken zijn. Er bestaan drie soorten relieken. De belangrijkste zijn de primaire relieken, dit zijn sacrale resten van personen (vandaar ook de term ‘lichamelijke’) zoals bloed, beenderen, tanden, haar. Vervolgens komen de secundaire relieken, dit zijn objecten (kledij, staf, gebruiksvoorwerp, voorwerpen die direct verwijzen naar de terechtstelling) van een heilige en daardoor een heilige status hebben verworven. Ten slotte hebben we de tertiaire relieken of zaken die een primaire of secundaire reliek hebben aangeraakt en daardoor de bovennatuurlijke kracht of ‘virtus’ van die reliek heeft

1 Koffer met 19 e en begin 20 e -eeuwse devotionalia

Foto: Dominique Provost

2 Crucifixen met relieken uit de Romeinse catacombe San Callisto Foto: Dominique Provost

overgenomen, (zoals een splinter die over een kruisreliek is gewreven). De eerste en tweede graadrelieken worden bewaard in al dan niet rijkuitgewerkte reliekhouders in kathedralen, kerken en kloosters. Tertiaire of derde graadrelieken worden bewaard in een reliekoog/reliekdoos of theca, een klein rond of ovalen metalen doosje met glas aan de voorzijde. Aan de achterzijde verzegeld met een was- of lakzegel en veelal voorzien van een attestnummer en datum. De Kerk stemde in dat die tertiaire relieken buiten een kerkgebouw mochten bewaard worden. Vooral in de 19e eeuw, met de katholieke revival, duiken die op in de huisdevotie. Ter bescherming van het gezin tegen allerhande onheil (blikseminslag, ziekte, plotse dood, echtelijke ruzie, brand…) zien we dan vaak diverse dergelijke reliekdoosjes in een groter geheel verwerkt. De versiering binnen een reliekdoos, vaak het werk van begijnen en kloosterzusters, bestaat uit textiel, papiersnippers, glaspasta en metaaldraad.

Een fraai uitgewerkt zwart gelakt houten koffer versierd met inlegwerk (hout, parelmoer en koperen staafjes) herbergt 19e en begin 20eeeuwse devotionalia. De moeder en grootmoeder van de dame die het geheel schonk hadden deze collectie samengesteld. Het omvat enkele crucifixen, paternosters, scapulieren, medailles van diverse bedevaartsoorden en meerdere tertiaire relieken al dan niet met hun certificaten. Het zijn getuigenissen van die specifieke devotie uit onze regio voor pakweg de periode 1850-1930.

Opmerkelijk zijn twee kleine zilveren crucifixen met corpus. De gegraveerde tekst op de achterzijde luidt: ROMA / CATACOMBE / SAN CALLISTO. Op het eerste zicht lijken ze op gewone kruisjes maar bij nader onderzoek bleek dat een schroefknopje aan het voeteinde er voor zorgt dat het kruisje kan scharnieren. De binnenruimte herbergt een kruisje in klei, we mogen aannemen zand afkomstig uit de catacomben. De overige reliekogen herbergen tertiaire relieken van de heiligen Barbara en Jozef, beiden aanroepen tegen een plotse dood. Sterven zonder dat een priester nog op tijd de laatste sacrament zou hebben toegediend aanzag men als een ramp. In de koffer zitten er meerdere relieken en medailles van de heilige Theresia van Lisieux (of Theresia van het Kind Jezus en het Heilig Aanschijn, 1873-1897). Deze Franse karmelietes werd in 1923 zalig verklaard, twee jaar later volgde haar heiligverklaring. Ze was dan ook bijzonder populair en het is dan ook niet te verwonderen dat we haar in deze collectie terugvinden. Een van de kleinoden in de koffer vormt een aaneenschakeling van medailles (zowel van Lisieux als van die andere bekende bedevaartsoord nl. de basiliek Notre-Dame de Fourvière te Lyon), een kruisje met het Heilig Hart en een reliekoog met relieken van de cel van Theresia en een partikel van een Agnus Dei. Relieken van Theresia zijn ook terug te vinden in een rond houten doosje fraai versierd met een ‘hortus conclusus’ of omsloten tuin van papier en rolwerk in metaaldraad. Een zilveren doosje, de grote van een zakhorloge, vormt het onderkomen voor diverse partikels. Ook de Peruaanse dominicanes en heilige Rosa van Lima (heilig verklaard in 1671) genoot van een zekere devotie of interesse van de eigenaressen van het koffertje want naast relieken is er ook een attest of echtheidsverklaring. Bij onderzoek van relieken werd dit altijd bekrachtigd door de

1

3

twijfeld gerekend worden tot de ontelbare bedevaartsouvenirs van het Mariale bedevaartsoord. Mogelijk behoort het klokje tot dezelfde categorie pelgrimsinsignes. Twee scapulieren, waaronder een fraai geborduurd exemplaar, alsook enkele rozenkransen maken eveneens deel uit van dit geheel. Een dergelijke paternoster is opgeborgen in een gevouwen papiertje met volgend handgeschreven opschrift: Petit chapelet des / treize grâces de St / antoine de padoue / qui à touché à ses reliques et à sa statue / miraculeuse à assise en / italie. Al deze voorwerpen zijn stille getuigenissen van de volksdevotie die tot voor het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) deel uitmaakten van het dagelijks leven van onze voorouders. Dergelijke zaken werden op zich gedragen, in de voering van de mantel, in de binnenzak, in de broekzak, in de handtas. Men was ervan overtuigd dat dit bescherming bood tegen allerhande onheil.

kerkelijke overheid. Deze in het Latijn voorgedrukte documenten werden verder ingevuld en voorzien van de handtekening en het lakzegel van de plaatselijke bisschop. Naast de reeds aangehaalde medailles rond de heilige Theresia, zijn er van Lourdes en van Onze-Lieve-Vrouw van de Wonderdadige Medaille (1830, rue du Bac te Parijs), beiden getuigen van de typische devotie uit de 19e eeuw. Eveneens zijn er medailles te plaatsen in de context van WO I. Verder in dit geheel van kleinoden een foedraal, eens de deurtjes geopend, verschijnt een Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, dit kan onge1 Bedevaartsklokje

2 Scapulieren

3 Diverse medailles, reliekogen en een beeldje van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes

4 Echtheidsverklaringen met hun relieken

5 Koffer

Foto’s: Dominique Provost

This article is from: