6 minute read

Eight volumes of fantasy

Next Article
Luc Peire 100

Luc Peire 100

eight volumes of fantasy maryam najd in het groeningemuseum

1 Maryam Najd, Mediterannean Blanket 1, olieverf op doek, 2016 Foto en courtesy the artist

Advertisement

Vanaf 2 juli 2016 stelt Maryam Najd (Teheran, 1965) haar recentste serie werken voor in het Groeningemuseum. Deze solotentoonstelling werd in samenwerking met het Cultuurcentrum opgestart en maakt deel uit van het artist-in-residence programma van Musea Brugge. Door MICHEL DEWILDE

Maryam Najd verliet Iran in 1991 en zette haar studies hoger kunstonderwijs verder in België, eerst vanaf 1992 aan de Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen en vervolgens aan het HISK te Gent in 1996. Sindsdien ontwikkelde zij een boeiend oeuvre en groeide uit tot een van de interessantste schilders van het laatste decennium.

Najd bouwde een gelaagde beeldtaal op waarbij ze de wereld van de figuratie en de abstractie met elkaar vermengt. Op vlak van de inhoud staat ze bekend als een scherpe observator van de realiteit zoals die wordt weergegeven via de sociale en massamedia. In haar schilderijen verwerkt Najd gevonden beelden en foto’s afkomstig van het internet, de televisie of de gedrukte media. Ze selecteert beelden die haar raken, bewegen, en brengt ze in verband met haar eigen identiteit en de positie als vreemdeling binnen een Westerse maatschappij. Zo bekommert Najd zich bijvoorbeeld om het vaak negatieve beeld van vrouwen opgevoerd door de media, de wanhoop van migranten en vluchtelingen, hun zoektocht naar een veilige omgeving, naar een behoren.

Voor haar project Eight Volumes of Fantasy in het Groeningemuseum, zocht de kunstenares inspiratie in enkele dichtbundels van de in Iran befaamde dichter en schilder Sohrab Sepehri (Kachan 1928 - Teheran 1980). Specifiek richtte de kunstenares zich op extracten uit zijn bekendste werk: Hasht Ketab (The Eight Books, De Acht Boeken) gepubliceerd in 1976. Vanuit deze gedichten gaat Najd dieper in op een van de meest actuele onderwerpen in Europa, met name de recente toevloed van vluchtelingen en hun precaire conditie. Tegelijk legt zij een aantal relaties met werken uit de verza

meling van het museum. In deze tekst gaan we kort in op een aantal aspecten van de opzet van de tentoonstelling.

de tentoonstelling als versvorm Voor de tentoonstelling in het Groeningemuseum bedacht Najd een strakke structuur, vergelijkbaar met de vorm van een gedicht. Ze bouwt haar tentoonstelling op van rechts naar links en deelde de vijf zalen in volgens Sepehri’s dichtbundels, die deel uit maken van zijn cyclus. De kunstenares verspreidt de acht boeken over vier zalen, waarbij de vijfde zaal dienst doet als preludium, een inleiding op haar oeuvre en de tentoonstelling.

Bij de indeling van de zalen kiest ze niet noodzakelijk voor Sepehri’s oorspronkelijke volgorde van de dichtbundels en legt hierdoor andere verbanden. De vergelijking met de structuur van een gedicht treffen we ook aan in de ruimtelijke indeling van elke zaal. Iedere museumzaal wordt beheerst door een monochroom werk dat steeds op de lange muur wordt gehangen. Deze monochrome werken treffen we aan in diverse vormen: enkelvoudig, diptieken, triptieken, horizontaal of verticaal, waarmee Najd op speelse wijze naar de collectie van het museum verwijst. Op die manier ritmeert de kunstenares elke zaal volgens eenzelfde procedé: de omvangrijke monochrome schilderijen beheersen de ruimte en dompelen de toeschouwer onder in een groot kleurvlak.

De rol van deze monochrome werken is van groot belang voor de kunstenares. Najd wenst het aanwezige gedachtengoed en de emoties uit te drukken, zowel met haar figuratieve werken en hun narratie als met abstracte kleurvelden. Deze werken vormen ook een gevoelsmatige, picturale vertaling van Sepheri’s visuele gedichten. Ten slotte dirigeren deze abstracte schilderijen de blik van de toeschouwer naar de figuratieve werken die op de dwarswanden hangen. Op die manier zorgen ze voor momenten van rust en bezinning alsook voor de nodige structuur in het geheel.

de acht boeken: een zoeken naar behoren tot... De laatste zaal van de tentoonstelling vormt in feite het begin van de tentoonstelling, waar ze haar oeuvre verbindt met de verzameling van het museum als met de wereld van de dichter. Zo brengt de kunstenares haar imposant olieverfschilderij Contemplation (2015) in relatie met George Minne’s (1866-1941) sculptuur Drie heilige vrouwen bij het graf (1896) en met Sepehri’s dichtbundels.

Bij een eerste blik vallen de vormelijke overeenkomsten tussen de twee kunstwerken op. In beide gevallen treffen we gehulde vrouwelijke figuren waarvan de identiteit voor de bezoeker verborgen blijft. Deze vorm van verbergen en versluieren komt regelmatig in haar werk voor. De verschillen tussen beide werken schuilen vooral op inhoudelijk vlak. Sluiten Minne’s Drie heilige vrouwen bij het graf nauw aan bij de Middeleeuwse ‘pleuranten’, sculpturen van treurende figuren, dan belichaamt Najd’s schilderij Contemplation een meer ingetogen, meditatieve sfeer. Dit onderscheid tussen vormen van treurnis en bezinning lopen als een rode draad door de tentoonstelling.

Aan de hand van drie werken gaat Najd in de tweede zaal dieper in op Sepehri’s eerste boek met als Engelse vertaling The Death of Colour,

1 2

in combinatie met zijn derde boek Burden of the Sun. 1 Op de linker- en rechterwand van

een indrukwekkend donker monochroom werk hangen twee figuratieve werken. In deze zaal confronteert de kunstenares het schilderij Lord Byron op zijn sterfbed (1826) van Joseph Denis Odevaere (1775-1830) met haar werk Mediterannean Blanket 1 (2016).

In deze beladen omgeving wijst Najd op de desinteresse van de globale media voor de omgekomen vluchtelingen. Tegelijk wijst ze op enkele opmerkelijke gelijkenissen en verschillen tussen beide schilderijen. De vermaarde Engelse poëet Lord Byron (1788-1824) nam vanaf 1823 deel aan de Griekse onafhankelijkheidsoorlog tegen het Ottomaanse Rijk. Hij trok ten strijde en stierf in de slag (1824) rond de Griekse stad Missolonghi, gelegen aan de Middellandse Zee.

De neoklassieke schilder Odevaere voert de dichter op als Griekse held en vrijheidsstrijder getooid met de attributen van de roem, gelegen op een rijkelijk sterfbed, versierd met de vergulde titels van zijn beroemdste gedichten. Maar waar de dichter als held wordt verheerlijkt, verdwijnt de aangespoelde vluchteling van Mediterannean Blanket 1 in een vormloze anonimiteit. Gewikkeld in een gulden thermisch deken, vallen enkel de naakte voeten op, terwijl in de verte onwetende of onverschillige toeristen kuieren op een strand aan de Middellandse Zee. Zo wijst de kunstenares op de paradox van de twee reizigers die elk voor hun eigen beweegredenen op zoek gingen naar een andere wereld, een vorm van bevrijding ook.

Najd verontwaardigt zich over het onbegrip voor de precaire staat van de vluchteling en zijn verlangen naar een veilig onderdak. Het motief van het gouden thermisch deken als symbool voor de vluchteling treffen we ook aan in de vierde zaal van de tentoonstelling. In het schilderij Utopia (2016) zien we een vluchteling op de rug, die een thermisch deken lijkt te zwaaien als een vlag naar de eindeloze zee. Is dit een verwijzing naar zijn land van oorsprong of verdween de zoektocht naar een betere wereld aan de oevers van de Middellandse Zee?

1 Joseph Denis Odevaere, Lord Byron op zijn sterfbed olieverf op doek, 1826 Groeningemuseum Brugge © Lukas – Art in Flanders vzw, foto Dominique Provost / Musea Brugge

2 Maryam Najd, Utopia olieverf op doek, 2016 Foto en courtesy the artist

This article is from: