N M F M A G A Z I N E
M UZI EK I N STRUM EN T EN FON D S
2019
41 nieuwe gezichten in 2018. Bekijk alle 441 NMF-musici op de website. Bedankt voor uw steun!
INTERVIEWS MET
Wim Pijbes Annabelle Birnie Shunske Sato Quartetto di Cremona
EN VERDER
Het NMF in wereldperspectief Collecties binnen de collectie Het geheim van de strijkstok Jaaroverzicht 2018
&
Collecties Verzamelingen N M F M A G A Z I N E 2 0 19
Luis Cabrera Martin 1985 Evy Hamers 2005
Viool | Ernst Schmidt | Amsterdam 1924 Vioolstrijkstok | Luis Morizot | Mirecourt 20e eeuw “Ik ben altijd op zoek naar de mooiste klank. Maar het lukte me niet om mijn klankideaal werkelijkheid te laten worden. Met het instrument dat ik nu heb, gaat dat steeds beter. Doordat ik minder hard hoef te werken aan de klank, kan ik meer tijd aan muzikale interpretatie geven.”
Robert van der Padt 1991
Piano | Steinway & Sons | Hamburg 1980
Daan Herweg 1981
Vleugel | Steinway & Sons | Hamburg 1990 “Het instrument biedt buitenaardse verfijning! Als ik langs de Steinway loop, móet ik eenvoudigweg spelen, er is geen keuze. Een goed instrument geeft zoveel inspiratie. Bij het schrijven en arrangeren van nieuw materiaal is dat van doorslaggevend belang.”
Welkom aan deze nieuwe NMF-musici!
Marcel Sutedja 2007
Anonieme ¾-viool | Italië ca. 1731 “Ik ben het NMF erg dankbaar dat ze me de kans hebben gegeven om op deze prachtige Italiaanse viool te spelen. Het is een enorm geluk en ik voel me erg gemotiveerd en geïnspireerd. Ook mijn viooldocenten en de mensen in mijn omgeving die mij steunen ben ik heel dankbaar.”
“Het bespelen van ‘mijn’ Kloz-viool geeft mij iedere dag opnieuw ontzettend veel geluk, inspiratie, plezier, vertrouwen en daarmee het besef van dankbaarheid aan het NMF.”
Welkom aan deze nieuwe NMF-musici! Stella Zake 1994
“Dankzij het NMF speel ik nu op een prachtige viool van een anonieme Italiaanse bouwer, gebouwd begin 20e eeuw. De viool heeft een hele mooie, warme, haast altviool-achtige klank die mij heel erg aanspreekt. Ik kan op deze viool heel veel verschillende klankkleuren maken en ben er erg blij mee.”
“Both instruments are an incredible piece of art by themselves. Is a pure happiness to get to know them and to always be in touch with them, exploring their colours and stylistical qualities. Apart from being able to practice in the most pleasing circumstances, the instruments themselves teach me a lot and contribute to understanding the music. They help me to go deeper into the repertoire and simply become a better musician. The everyday encounter with such instruments definitely boosts the inspiration.”
“Ik ben nog maar veertien, maar met mijn cello van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds voel ik mij een hele volwassen cellist. Ik wil graag laten horen hoe mooi alles kan klinken op zo’n prachtig instrument.”
Viool | Sebastian Kloz | Mittenwald 1758
Anonieme viool | Italië ca. 1920
“This instrument has widened my musical views, my sound imagination and my way to play the bass. It responds and rings freely in all registers and allows me to be flexible to play in different styles. It allows me to be versatile when playing solo, and to have a beautiful, present and powerful sound when playing in a group. It feels as there is no ceiling. I can keep searching for new sounds, colours and lines I couldn’t think of before on a double bass.”
Cello | Jaap Bolink | Amsterdam 1969 Anonieme cellostrijkstok
Maaike van Vossen 2000
Julia Doornebosch 1998
Vleugel | Steinway & Sons | Hamburg 1907 Anonieme fortepiano | Oostenrijk ca. 1790
Douwe Eisses 2004
“Acht jaar was ik afhankelijk van het reserveren van een oefenruimte met vleugel. Het geeft me een enorme rust dat ik niet meer hoef te vechten voor beschikbaarheid en nu thuis een eigen inspirerend instrument tot mijn beschikking heb. Ik kan mijn ochtend beginnen met een kopje thee in de woonkamer terwijl ik een etude speel. Het geeft mij een hele andere benadering van ‘oefenen’. Ik hoef niet in blokken van twee uur te denken, ik kan gewoon spelen om het spelen.”
Olga Pashchenko 1986
Contrabas | Carlo Ferdinando Landolfi | Milaan ca. 1770
Viool | Raffaele en Antonio Gagliano | Napels ca. 1830 “Having this instrument for me opens new musical horizons, inspires to work harder and helps to improve my skills. I have been more motivated to practice and to work on the upcoming projects. Compared to my old violin this violin offers countless possibilities and colors of expression.”
Melle de Vries, 1994
Cello | Fernand Jacquot | Nancy 1914 “Een goed instrument is al snel het halve werk. Ik kan me nu volledig storten op de gehele potentie van het instrument.”
Silke Kolfschoten 2005
Viool | François Caussin | Rouvres la Chétive ca. 1830 Vioolstrijkstok | Albert Nürnberger | Markneukirchen ca. 1900 “Toen ik de eerste noten op deze viool speelde, ging er een wereld voor mij open. Ik kan mooiere, diepere en intensere klanken maken en met meer gevoel een muziekstuk overbrengen.”
&
Collecties Verzamelingen De eerste keer dat ik ermee in aanraking kwam, was zo’n 35 jaar geleden. Ik mocht mijn oma helpen met haar waardevolle postzegelverzameling. Prachtige postzegels met exotische vlinders moesten met beleid (!) met een scherp pincet in haar dierbare postzegelboek worden geplakt. Een fijne herinnering. In die tijd had ik thuis ook een verzameling. Maar dan van smurfen. Wie kent ze niet? Zelfs nu nog gaat er achter de smurfen een obscure verzamelwereld schuil. Mijn verzameling smurfen destijds was onvergelijkbaar met de postzegelverzameling van oma. De uiteindelijke bestemming van de smurfen was geen mooie verzameldoos of opgepoetste vitrinekast, maar een kleedje op een koude, regenachtige Koninginnedag, waar ik ze na krap twee maanden zonder pardon te koop aanbood. Deze verzameling was dus geen lang leven beschoren. Veel mensen verzamelen echter vaak jarenlang, het wordt soms zelfs hun levenswerk. Verzamelaars sjouwen stad en land af voor een nieuwe toevoeging aan hun collectie. En elke keer wordt de verzamelaar er, al is het maar voor héél even, gelukkig van. Verzamelaars beleven er plezier aan en geven er soms al hun geld aan uit. Verzamelingen zorgen niet zelden voor emotionele verhalen en ontroerende momenten. Wat is de filosofie achter al het verzamelen? Wanneer ben je een verzamelaar? Weet je als verzamelaar bij je eerste aankoop dat het een verzameling zal worden? Waarom doe je het? Verzamel je om je kast zo vol mogelijk te krijgen of gaat het een stap verder en wordt de verzameling wellicht een investering op lange termijn? Het begint vaak met een passie, maar het eindigt soms ergens anders. Wanneer is je verzameling compleet? Op welk moment wordt de verzameling een ‘collectie’?
VOORWOORD NMF-DIRECTEUR MANON VEENENDAAL Dit magazine gaat over ‘verzamelingen en collecties’. Het thema verschaft een mooi podium voor onze eigen collectie, met al die prachtige instrumenten en hun talentvolle bespelers. De passie van de musici voor hun vak en de instrumenten spat van het papier af. We koesteren onze kwalitatief hoogwaardige collectie en zijn blij dat onze instrumenten bijdragen aan de maximale prestaties van honderden musici die daar dagelijks op studeren en ermee op vele podia in Nederland verschijnen. Het magazine staat boordevol foto’s, columns en interviews met verzamelaars, professionals in het vak, musici en donateurs. Kortom, de 6e editie van ons NMF Magazine is met dank aan de redactie en de bijdragen van velen, weer een prachtige verzameling verhalen geworden.
Manon hoofdredacteur
1
Interviews Shunske Sato
Wim Pijbes
4
18 Annabelle Birnie
34
48
58 Quartetto di Cremona
Jaaroverzicht 78 Een blik op 2018 80 Instrument voor talent 81 De organisatie 82 2018: een bewogen jaar 84 Het NMF: een vaste factor in het leven van een musicus
87 Onze collectie: dagelijks in gebruik bij honderden professionals 91 Over transparantie en impact 92 De NMF-collectie in beweging 98 Het team van het Muziekinstrumentenfonds 100 Het NMF en de toekomst
Inhoud
9 COLUMN Jet Berkhout IN THE PICTURE 10 Quirine Viersen 28 Dudok Kwartet 30 Olga Pashchenko 40 Hawijch Elders 54 Remy van Kesteren 70 Merel Vercammen 76 Pieter van Loenen RECENT IN DE COLLECTIE 12 Martin + Dolezza 42 Andrej + RoyĂŠ 64 Sasha + 9 bassen
Het geheim van de strijkstok
66
Collecties binnen de collectie
PROJECTINSTRUMENTEN 23 4 Ontdekkingen EN VERDER 39 NMF op de kaart 44 De collectie het podium op 52 441 Musici in het hart 56 Strijkstokken 72 De wonderen zijn de wereld nog niet uit
Doe mee aan de kleurplaatwedstrijd en win een kinderconcert!
Voor kids!
Het NMF internationaal vergeleken
14 Kloppend hart Cremona
32
53
“Gek op excentrieke collectioneurs” 4
interview kunsthistoricus Wim Pijbes Wim Pijbes grossiert tegenwoordig in Rotterdamse kunst- en cultuur projecten. Een filantropische stichting stelt de oud-Rijksmuseum-directeur in staat dromen in daden om te zetten.
TEKST ELLEN SCHOLTENS
FOTO JASPER ZWARTJES
Sinds twee jaar bestaat zijn leven niet meer uit het beheer van museumcollecties. Als directeur van een maatschappelijk investeringsfonds mag Wim Pijbes (57) kunst en cultuur in Rotterdam een boost geven. ‘Geen eenmalige vuurpijlen die vervolgens wegwaaien’, zegt het gezicht van Droom en Daad, maar iets waarin de stad zich kan onderscheiden. Want dat is het doel van de familie Van der Vorm die deze stichting in het leven heeft geroepen. Het meest in de schijnwerpers staat Fenixloods II, de plek waar zovelen naar Amerika vertrokken. Op dit stuk Katen drecht zal de geschiedenis van de miljoenen landverhuizers worden verbeeld. Dan is er het Katoenveem, een kolossaal pakhuis uit 1920 dat ‘de grootste kunstruimte van het land’ moet worden. Maar er klinken ook muzikale dromen in het Scheepvaartkwartier waar Pijbes kantoor houdt, tegenover de Kunsthal waar hij jarenlang directeur was.
5
Ik vind: dingen die goed zijn, zijn gewoon goed. Hetzelfde geldt voor muziek. Iets is uit de mode, maar spoelt vanzelf weer omhoog. Hoe is het om terug te zijn in de haarvaten van Rotterdam?
Aan een glimmend witte tafel met achter zich een muurvullend stadsplattegrond: ‘Nou, ik ben hier wel blijven wonen, ook als directeur van het Rijksmuseum. Maar inderdaad: de stad glijdt uit je systeem als je er alleen in het weekend bent. Een aantal jaren heb ik niet alles meegekregen. Het Rijksmuseum is van de wereld. Ik kocht mijn schoenen in Londen zal ik maar zeggen…’
Je fietst weer door Rotterdam, op zoek naar dromen…
‘We kijken als stichting naar beloftes voor de toekomst. Naar mensen die capaciteit bezitten. Naar projecten die, als je ze bijmest, tot iets moois kunnen uitgroeien. Rotterdam heeft wat dat betreft veel talent. Op allerlei gebieden. Erfgoed telt ook mee. Dat is een stoffig woord voor iets dat van gisteren is, maar waarin je het DNA van een stad kunt lezen. Wij zijn een stad aan de Maas, een handels- en koopmansstad. Een stad voor nieuwkomers ook, met ruimte voor nieuwe ideeën. Daarin kan Rotterdam zich onderscheiden; dat moét ook. Je moet je articuleren. Want wie niet kiest, wordt gekozen. Verder kijken we naar de publieke ruimte. Mensen maken de stad en waar kom je die tegen? In gebouwen, maar vooral in de ruimte ertussen. Cities are full of strangers. Dat zorgt voor een eigen dynamiek. Wij willen dat de ruimte waar men elkaar ontmoet op een leuke, veilige, schone manier functioneert. Daarom kijken we naar Het Park bij de Euromast, In het Batavierhuis in Rotterdam kunnen musici straks repeteren.
6
interview kunsthistoricus Wim Pijbes
een Rijksmonument. Daar willen we het mooiste stadspark van Europa van maken.’
Wat valt er op muzikaal gebied te dromen?
‘Een van de eerste projecten is het Batavierhuis. Musici kunnen er straks repeteren in twaalf tot veertien grote en kleine lokalen. We willen hen ook stimuleren om met elkaar dingen te gaan doen. Daarmee hopen we het talent vast te houden dat in Rotterdam van het conservatorium komt. We laten ons hierbij inspireren door het Amsterdamse muziekpodium Splendor. Zoiets zou ook in Rotterdam kunnen. In 2021 is er een internationale competitie om jonge dirigenten op het podium te krijgen. We werken hierbij samen met het RPhO, de Doelen en Codarts. We willen als stichting niet alleen geld verstrekken; het is een commitment along the way. We kijken met een investeerdersbril en hebben een lange termijnvisie. Verder investeren we in een middenzaal voor popmuziek in de Maassilo en steunen we Classical Next, een jaarlijks evenement in de Doelen. De klassieke muziekwereld uit Europa ontmoet elkaar daar, er worden contacten gelegd, plannen worden gemaakt, er wordt gedebatteerd; alles wat je als professional doet komt er samen. Er zijn publieke momenten, maar het is vooral een professionele meeting. Want ook klassieke muziek moet vernieuwen. Meegaan met de tijd.’
Wanneer is de Rotterdam Renaissance geslaagd?
‘Wij zijn misschien wel het grootste lokale cultuurfonds van Europa. Met een enorme armslag en vrijheid. Tegelijkertijd is een stad veranderen een ontzettend taaie materie. Bovendien: wanneer is iets geslaagd? Ik ben nu 57. Zeg dat ik vijf tot tien jaar de mogelijkheid heb kleur te geven aan dingen. Dan kunnen we een aantal belangrijke stappen zetten. Maar dan ben je er niet. Wat wij doen en waarin we investeren zijn additioneel op ontwikkelingen die gaande zijn. De stad blijft kwetsbaar; door het bombardement en de manier waarop de Wederopbouw is vormgegeven. Wat vooral moet gebeuren is dat highlights met elkaar worden verbonden. Daar ontbreekt het aan in Rotterdam.’
Dat zijn andere taken dan van een museumdirecteur…
‘In het Rijksmuseum kon ik bouwen aan een eeuwenoude collectie. Daarbij heb ik me zo min mogelijk laten afleiden door ingesleten gewoonten of praktische bezwaren. Ik geloof niet in beperkingen, al zijn er criteria waaraan voorwerpen moeten voldoen. Om te beginnen moet een stuk iets toevoegen aan de bestaande collectie. Ook de kwaliteit is belangrijk en de herkomst moet natuurlijk onberispelijk zijn. De Kunsthal had en heeft geen eigen collectie. Daardoor was ik heel erg kien op allerlei mensen die wel verzamelingen hadden. De meest excentrieke collectioneurs heb ik binnen gehad.’
Pijbes veert op: “Ik ben gék op verzamelingen. Wist je dat Nederland het hoogst aantal verzamelingen per capita heeft?” Meteen schakelt hij over naar ‘die mevrouw met die tasjes’, verwijzend naar de Kunsthal-expositie over plastic damestasjes – Lucids - uit de jaren 50. Ook toonde hij Kotak Taji of hanenmesjes die in Indonesië worden gebruikt voor hanengevechten. Met glimoogjes: ‘Ik vind het leuk om triviale dingen te tonen. Sinds 9/11 mag je geen metaal in je handbagage hebben. Op Schiphol lagen in het begin containers vol in beslag genomen nagelknippertjes. Christien Meindertsma maakte daar hele tableaus van. Daar sloeg ik op aan. Maar toen bleek dat ze net een varken uit elkaar had getrokken en had uitgezocht dat er 187 producten van worden gemaakt. Gelatine uit varkenshuid zit zelfs in drop. Dat werd expositie PIG 05049.’
Verzamel je zelf?
‘Op elk strand waar ik kom neem ik een schelpje mee. Maar ik hou niet bij wat ik waar heb gevonden. Het zien, het vinden en het oppakken is het leukst. Op de plekken die ik bezoek koop ik vaak ook kunst, maar dat is eerder een dagboek dan een verzameling. Dat zijn losse treffers waarvoor ik bij niemand verantwoording hoef af te leggen. Het zijn ook allemaal rare dingen. Meer souvenirs, al zitten er ook serieuze dingen bij van 10.000 euro…
7
Wat was de mooiste aankoop in je Rijksmuseumtijd?
Wikt en weegt: ‘Oei, er zijn nogal wat aankopen geweest. In ieder geval Rembrandts Marten en Oopjen, met 160 miljoen euro de duurste museumaankoop ooit ter wereld. Gekocht met het Louvre; dat was nog nooit gebeurd! Maar de aanschaf van een 17e-eeuwse Japanse lakkist vond ik een grotere coup. Die is voor het oog van de wereld voor een recordprijs verworven. Plus twee Boulle-kabinetten, zeg maar de Rembrandt van de meubelkunst. Ook een aantal particuliere schenkingen is mij zeer dierbaar. Zoiets is veel persoonlijker en emotioneler dan je portemonnee trekken. Dat iemand jou een kostbaar bezit toevertrouwt dat voor de eeuwigheid aan publiek kan worden getoond.’
Ik ben ook naar Beyoncé geweest en naar Muse. Ik bezoek ook Lowlands, bijvoorbeeld om Philip Glass te zien. Maar vooral om rond te kijken. Weet je wat het is: voor Carmen van Bizet haalt menig muziekliefhebber zijn neus op. Net als voor De Vier Jaargetijden. Terwijl die uitvoering op oude instrumenten práchtig is. Er bestaat een groot dedain voor dingen voor de massa. Ik wil eerst zelf kijken of luisteren en
er dan iets van vinden. Dat wisselt ook. De laatste tijd vind ik 17e-eeuws glas mooi. Nou, daar liep ik vroeger met een boog omheen. Voor 100.000 euro koop je de Nachtwacht van het glas. Omdat er weinig animo voor is. Antiek is onder gewaardeerd. Ik vind: dingen die goed zijn, zijn gewoon goed. Hetzelfde geldt voor muziek. Iets is uit de mode, maar spoelt vanzelf weer omhoog.’
Het NMF geeft kostbare muziekinstrumenten in bruikleen aan musici. Wat vind je ervan dat een Stradivarius wordt bespééld en niet in een museum te zien is?
Van welke muziek houdt deze Homo Ludens?
Pijbes, die zich op Twitter presenteert als ‘Spelende Mens’: ‘Cello vind ik erg mooi, maar ik kan van alles genieten. Behalve van doedelzak. Richard Strauss en Mahler vind ik fijne componisten, maar ik ben echt een veelvraat. Zo was ik bij het Maria Callas-concert met hologram.
8
Wim Pijbes (57) is geboren in Veendam als zoon van ouders met een winkel in ‘fijne eetwaren’. Hij is getrouwd en heeft twee zoons. Hij studeerde Kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Pijbes was acht jaar directeur van de Kunsthal Rotterdam en vervolgens acht jaar directeur van het Rijksmuseum.
In 2016 bekleedde hij dezelfde functie bij Museum Voorlinden, waar hij thans bestuurslid is. Sinds 2017 geeft hij leiding aan de Stichting Droom en Daad, die investeert in cultuur in Rotterdam. In het tv-programma Panorama Pijbes (NTR, 2018) keek hij naar het Nederlandse landschap door de ogen van kunstschilders.
FOTO JASPER ZWARTJES
‘Een schilderij is gemaakt om naar te kijken. Een Stradivarius is gemaakt om op te spelen. Uitlenen is een goede zaak. Het is toch fantastisch om bijzondere, kwetsbare stukken door te geven aan volgende generaties? Het Rijksmuseum heeft ook muziek instrumenten in z’n bezit. Ik heb destijds een muziekconservator aangesteld. Op de eregalerij organiseert hij kleine concerten op historische instrumenten. Met andere woorden: op de collectie van het Rijks wordt ook gespeeld.’
COLUMN JET BERKHOUT
Miniatuur viool D
e nieuwe viool ligt roerloos op tafel. Net binnen gekomen via Marktplaats. De kam wiebelt, de stemsleutels zijn dol, aan de stok missen haren. Eens kijken hoe mijn dochter reageert. Het begon met Schulhoff. Ik probeerde al dagenlang een onspeelbaar stuk onder de knie te krijgen, maar hoorde geen noot van wat ik speelde door het gebrul aan mijn been. Oké, het was bepaald geen Poesje Mauw, maar deze reactie verdiende ik noch Schulhoff. Pas toen ze aan mijn stok begon te trekken hoorde ik dat ze ‘Ook!’ riep. ‘Ook! Ook!’ En plotseling dacht ik: waarom niet? Ik een viool, zij een viool. Kan ik tenminste studeren. Bovendien, misschien voelt ze werkelijk een diepe liefde voor het instrument. De scheidslijn tussen een drammende dreumes en een premature Paganini is flinterdun. En later, wie weet, een duet! Ik scrollde langs websites van vioolbouwers die hele families voorzagen van alle denkbare formaten. Ja, ze bestonden, miniviooltjes. Ik wilde de telefoon al pakken, maar toen sloeg de twijfel toe. Was dit niet vooral bedoeld als grap? Op mijn muziekschool wemelde het vroeger van de ouders die hun gefnuikte carrières wreekten op hun amper lopende peuters. Hen met zachte dwang het klasje in duwden. ‘Kijk, die snaar met dat rode vlaggetje is de G, strijk maar op de rode. Strijk. Op. De. Rode!’ Een jongetje plaste eens in zijn broek. Niemand durfde iets te zeggen. Denkend aan dat jongetje klapte ik direct mijn laptop dicht. Ik hoorde mijn dochter later al foeteren: ‘Ik was nog geen twee! Ik kon viool amper uitspreken!’ Mijn vriend zei dat ik niet zo moeilijk moest doen. Hoe meer instrumenten in huis, hoe gezelliger. Jullie hadden thuis toch ook een hele zooi? Inderdaad, op zolder lagen zeker vier violen, wat onbestemde strijkstokken, losse sna-
ren, steunen waarvan het schuim uitgedroogd en korrelig was. Het meeste was brandhout, maar je kon er een mooi instrument van fantaseren. Ik rommelde graag op zolder. Zonder dat ik ooit de indruk had dat in mij een Janine Jansen werd beoogd. Ik klikte op een advertentie. ‘Prima miniatuur viool. Met hars en toebehoren.’ Het was moeilijk te zien op de foto, het moest een zelf geknutseld exemplaar zijn. ‘Komt er geluid uit?’ schreef ik. ‘Ja,’ zei de verkoper. Vijftien euro, ik waagde het erop. Twee dagen later arriveerde het kistje, kleiner dan ik dacht, maar van prachtig leer, met zorgvuldig handgeschreven briefje: ‘Hars is helaas gebroken.’ Daarna zag ik de rest van de gebreken. Maar een half uur frutselen later kwam er geluid uit. Heel dun, maar het klonk. ‘Kijk! Voor jou!’ Mijn dochter hobbelt eropaf. ‘Voorzichtig,’ zeg ik. Onmiddellijk begint ze aan de snaren te krabben en klapt de kam. Ze rukt aan de stemsleutels, maar als die niet meegeven, grijpt ze de klankkast en smijt de viool hard handig op tafel. Mijn maag draait zich om. Dan wijst ze naar mijn viool. ‘Die!’ Vlug berg ik de beide violen op. Ik hurk. ‘Laten we een liedje zingen.’
Jet Berkhout (1981) studeerde Nederlands en volgde een minor Muziekwetenschap in Amsterdam. Tijdens haar studie speelde ze viool en piano, onder andere in het VUOrkest, het Nederlands Studenten Orkest en het Ricciotti Ensemble. Na een baan als tvpresentator, ging ze aan de slag als schoonmaakster in de thuiszorg. Over haar ervaringen schreef ze columns in NRC Handelsblad, die ze later uitwerkte tot haar debuut De thuishulp. Sindsdien schreef ze verhalenseries, columns en artikelen voor verschillende kranten en tijdschriften. Sinds 2011 werkt ze als programmamaker en presentator bij Radio 4 en waar mogelijk speelt ze in de marge van schuifdeuren en dorpskerkjes met haar strijkkwartet Striking Four en strijkorkest Lundi Bleu.
9
10
in the picture
&
Quirine Viersen Guarneri-cello filius Andreae uit 1715 sinds mei 2005 in bruikleen
Q
“Mijn instrument is voor mij nog steeds iedere dag een wonder”
FOTO MARCO BORGGREVE
uirine Viersen (1972) behoort internationaal gezien tot een van de meest vooraanstaande muzikale persoonlijkheden. Te midden van een breed spectrum aan componisten keert ze veelvuldig terug naar de Cellosuites van Bach. En dan het liefst “vrij en vol beweging. Alsof ik deze werken steeds voor het eerst uitvoer”, zei ze in een interview. “Elk deel weer zijn eigen karakteristiek, zoals je door een afwisselend landschap trekt, of loopt door een grote kerk. Er zijn zoveel verschillende facetten.” Recent heeft Quirine voor de tweede keer een integrale opname van de Cellosuites van Bach uitgebracht. Niet alleen op cd en digitaal, ook op vinyl! De eerste keer was in 2011. Ze heeft er alle reden toe. Want ze is veranderd. Sinds ze moeder is geworden is er een bewustzijnsproces op gang gekomen dat alles op losse schroeven zette. Daarvan is deze nieuwe opname de weerslag. Muziek als een reis, een levensreis. Het is intens muzikaal, en daarmee diep menselijk.
Sinds 1998 heeft Quirine haar cello in bruikleen van het NMF. “Mijn instrument, intussen al meer dan 300 jaar oud, is voor mij nog steeds iedere dag een ongelooflijk wonder om op te kunnen spelen. Iedere keer als ik de eerste tonen aanstrijk, ben ik verrukt van zijn warme en stralende klank. Het instrument heeft ook een sterk wisselend aanspeelgemak. In het hout zitten heel fascinerende knoesten, iets wat een enorm risico moet zijn geweest voor Guarneri. Ze kunnen er per slot uitvallen, maar als het hout vochtiger wordt, gaan de trillingen er een stuk minder makkelijk doorheen en moet ik heel secuur met mijn streek omgaan, een grote uitdaging. Bijna alsof het een persoon is – ergens is het dat ook, je communiceert met je instrument met het publiek. En die communicatie maakt mijn leven heel rijk.”
11
RECENT IN DE COLLECTIE
SCHARPACH-GITAAR VAN EEUWENOUD KERKHOUT
12
FOTO BRENDON HEINST
MARTIN TEKST KATRIEN KLOOS
Durf
Hoeveel musici zouden het aandurven: een gitaar gemaakt van een dakbalk van een kathedraal uit 1492. Eeuwenoud naaldhout, knoestig, maar van een zeldzame kwaliteit. Gitaarbouwer Theo Scharpach bemachtigde nog een restant en bouwde The Concertura Dolezza. Deze klassieke gitaar is nu de lieveling van gitarist en componist Martin van Hees. Het NMF koppelde de twee en begin februari werd de officiële overeenkomst getekend ten huize van Martins muzieklabel Trptk in Utrecht.
1492 Denk je eens in wat zich gedurende vijf
eeuwen in de kathedraal heeft afgespeeld. Welke trillingen er door het hout zijn gegaan. Ontelbare koren, preken, doopfeesten, huwelijken... muziek sinds de renaissance… Je kunt er heel romantisch over doen, maar voor Theo Scharpach telde met name de eigenschappen van het hout.
Jaarringen uit 1200 Het hout komt uit de
Frauenkirche in München. Het dak van de kathedraal werd gebouwd met sparren uit de Beierse Alpen. De oudste jaarringen dateren van rond 1200. In 1460 werden de bomen gekapt, door boeren aan de kerk geschonken en over de rivier naar München gedreven. Door een bombardement aan het einde van de Tweede Wereldoorlog stortte de kap van de kerk in. De meeste balken verdwenen in vuren en kachels van de bewoners van München, die probeerden te overleven in de belegerde stad. Een vioolbouwer ontdekte de schoonheid van het hout en kon in 1947 nog een paar stukken uit de ruïnes redden. Sindsdien zijn daar meer dan 40 violen en cello’s mee gebouwd. Theo Scharpach hoorde van het bestaan van het bijzondere hout: “Bij een Duitse houthandel zouden nog een aantal planken liggen. Ik was heel benieuwd naar de eigenschappen en ben erheen gegaan. Het beste was natuurlijk al lang weg, ik moest goed zoeken. Eindeloos tikken, kloppen, luisteren, voelen. Je let op de stijfheid en kiest vooral op de klank. Van de 200 bladen vond ik er drie waarmee ik graag wilde werken.”
Cross-over Gitarist en componist Martin van
Hees was intussen op zoek naar een nieuwe gitaar. “Een met meer projectie en helderheid, passend bij mijn hedendaagse muziek, mijn samenspel en de steeds grotere kerken en zalen waarin ik speel. Die bijzondere gitaar van Theo, die móest ik wel proberen. Het hout, de traditionele bouw, de verhoogde toets voor makkelijker spel, de klank, het volume… Een prachtinstrument, maar net buiten mijn bereik.” Geertje van der Linden, collectiebeheerder bij het NMF: “Wij wilden Martin graag helpen. Hij is een kleurrijke speler, boordevol plannen, actief in verschillende ensembles en met een nauwe band met hedendaagse componisten. Wij geven hem graag de kans om met dit bijzondere instrument verder te gaan.” Met de Scharpach-gitaar is Martin in goed gezelschap. Onder de liefhebbers en spelers van zijn instrumenten bevinden zich jazz/gipsy-gitarist Philipp Catherine en nylon-snaar virtuoos Al di Meola. Martin: “Theo is een ‘cross-over’ bouwer, ik ben een ‘cross-over’ speler. Als ik naar het muzikale klimaat in Nederland kijk, is dat ook waar de toekomst ligt. Ik kan niet wachten.”
Prachtige lengte Dan is het moment daar.
Martin opent de koffer. In het diepgroene fluweel ligt The Concertura Dolezza, met haar stoere tekening in het lichthouten, matte bovenblad. Martin neemt haar voorzichtig op schoot. Een beetje gespannen tokkelt hij de eerste akkoorden. Snel herkent hij weer waarom hij voor haar was gevallen: “Ja, het werkt echt heel goed. De klank is zo helder, maar het ronde, dat zit er ook in. En er zit een prachtige lengte in het geluid.” Lachend: “Die vijf eeuwen trillingen, die moeten eruit!” De officiële papieren komen tevoorschijn. En tegen de achtergrond van een prachtige opname van Remgewogen, het titelstuk van Martins laatste soloalbum, worden de handtekeningen gezet.
+ DOLEZZA 13
CREMONA WIL WEER
VAN DE VIOOLBOUW ZIJN
14
Een eeuw geleden waren de vioolbouwers uitgestorven in Cremona, de stad van mist, de geboortegrond van onze moderne strijk instrumenten, en van mythische grootmeesters als Amati, Stradivari en Guarneri. Nu bloeit de kunst er opnieuw, mede dankzij de verzameldrift van het Museo del Violino. ‘We willen verleden, heden en toekomst van de vioolbouw hier verenigen.’
FOTO CRISTIAN CHIODELLI
TEKST JOOST GALEMA Het is eind oktober en de zwaarste herfststormen van de afgelopen jaren teisteren Italië. De bruine rivier Po schuimt en kolkt, maar wanneer aan het einde van de middag de zon even door de wolken breekt, glijdt plotseling een goudgele glans over het water, een kleur die doet denken aan de Amati-violen, die enkele kilometers verderop in het Museo di Violino in Cremona hangen. De spits van de meer dan honderd meter hoge klokkentoren van de Duomo, de Torrazzo, verschuilt zich de volgende ochtend in een laaghangend wolkendek. Met de winter op komst verandert Cremona in een stad van mist en nevels, en van natte straten. Hoe heeft hier ooit de lak kunnen drogen van de beroemdste violen en cello’s uit de muziekgeschiedenis? Slagregens razen over Piazza Guglielmo Marconi, maar het diep doorgroefde gezicht van de oude man vertrekt geen spier, want het gelaat van vioolbouwer Antonio Stradivari is in brons gegoten. Naast hem op de tafel ligt gereedschap: schaaf, stemvork, beitels. In zijn rechterhand houdt hij een kwast die net een laklaag heeft aangebracht op het bovenblad van een viool. Keurend bekijkt Stradivari - zijn ogen half geloken - het strijkinstrument waarvan zijn linker vuist de hals omklemt. Nog geen eeuw geleden was deze stad zijn grote zoon en diens beroep bijna vergeten - er woonde hier toen geen enkele vioolbouwer meer - maar nu staat Stradivari’s bescheiden beeltenis tussen de jonge bomen voor de strakke façade van het Museo del Violino. Begin jaren dertig zagen Italianen Cremona als een vervallen provinciestad, een plek om, wanneer ze toevallig in de buurt waren, hoogstens wat salami te proeven. Maar een Cremonees in dictator Benito Mussolini’s fascistische regering kon zich de naam herinneren van de oude meester Stradivari, wiens tweehonderdste sterfdag naderde. En plotseling werd de vervallen stad in 1937 middelpunt van politieke propaganda - een manier om de glorie van Italië’s verre verleden te benadrukken, zoals drie jaar eerder de wereldtitel voetbal de grootsheid van het heden belichaamde. De ‘aanmoediging’ die Il Duce zijn blauwhemden meegaf voor de WK-finale in Rome, luidde: ‘Winnen of sterven.’ Dat credo vormde de geloofsbelijdenis van de dictatuur.
15
FOTO CRISTIAN CHIODELLI
HISTORIE
Eén rood lampje
Nederlaag
De fascisten spaarden kosten noch moeite. Zo’n 134 oude strijkinstrumenten, waaronder 39 Stradivari’s, keerden terug naar hun geboortegrond voor deze L’Esposizione di Liuteria Antica a Cremona, niet alleen een tentoonstelling, maar ook een concours voor moderne bouwers. In één maand verwelkomde de stad honderdduizend bezoekers. Cremona maakte zich op voor een hernieuwde bloeitijd, maar de Tweede Wereldoorlog smoorde die droom. De nederlaag van Mussolini dompelde Italië aanvankelijk in een crisis. Toch bleef de Stradivari-viering sluimeren in de achterhoofden van de Cremonezen. En begin jaren zestig kreeg dat ontwaakte zelfbewustzijn nieuwe kracht, toen de kunsthistoricus Alfredo Puerari, de directeur van het provinciale toerismebureau, besloot tot de aankoop van een Stradivari-viool. Hij kocht een instrument dat de bijnaam droeg van zijn bekendste bezitter, de Duitse violist Joseph Joachim. In februari 1962 herdoopte de stad die viool uit 1715 tot Cremonese, het eerste van vele strijkinstrumenten, die in de afgelopen halve eeuw thuiskwamen. Lang waren ze te bewonderen in het stadhuis, het Palazzo Comunale, maar zes jaar geleden kreeg de verzameling een nieuw onderkomen in het Museo del Violino, die haar inbedt in de geschiedenis van de vioolbouw.
16
Voor een grote wand staat de rijzige Paolo Bodini, chirurg van origine, maar ook Italiaans senator en voorzitter van The Friends of Stradivari, een mondiaal netwerk van bezitters en onderzoekers van strijkinstrumenten uit het gouden tijdperk van Cremona. Hij wijst naar een wereldkaart, waarop aan de onderkant de decennia verspringen. Aan het begin van dat tijdpad in de zestiende eeuw licht er in Noord-Italië één rood lampje op. ‘Cremona’, glimlacht hij, ‘de wieg van de strijkinstrumenten zoals wij die nu kennen.’ Langzaam floepen er steeds meer rode lampen aan op de kaart. Tirol, geboortegrond van Jacob Stainer. Londen. ‘En halverwege de achttiende eeuw steekt de eerste vioolmaker de oceaan over naar Amerika’, zegt hij. ‘Maar hier begon het halverwege de zestiende eeuw met Andrea Amati, de stamvader van de moderne strijkinstrumenten en het hoofd van een dynastie van vier generaties bouwers.’ Diens kleinzoon Nicolò legde het fundament voor de Cremonese bloei. Na een oorlog en een pestplaag keerde hij in de jaren dertig van de zeventiende eeuw terug in een ontvolkte en verwoeste stad. Ongehuwd en kinderloos had hij geen andere keuze dan het aannemen van leerjongens van buiten, onder hen Andrea Guarneri, Jacob Stainer en Francesco Rugeri. Of hij Stradivari ook onder zijn hoede kreeg, daarover scheiden de geschiedkundige geesten zich. Op zijn vijftigste werd Amati nog vader van een zoon die hem zou opvolgen.
Non plus ultra
Toen Nicolò Amati stierf op zijn achtentachtigste stond Cremona op eenzame hoogte in de vioolbouw. Dat blijkt uit een overgeleverde brief van een monnik uit Venetië, die in 1637 violen aanschafte voor de beroemde astronoom Galileo Galilei. Het was een tijd waarin sterrenkunde en muziek als twee vruchten van dezelfde boom werden beschouwd. ‘Ik kan eenvoudig instrumenten krijgen uit Brescia’, schrijft de geestelijke. ‘Maar de kapelmeester van de San Marco hier, Claudio Monteverdi, beweert dat de violen uit Cremona onvergelijkelijk veel beter zijn. Zij vormen het non plus ultra, het hoogste bereikbare.’ Alle kennis over violen, de bouw en hun voorouders kunnen bezoekers van het museum aan de weet komen via onder meer interactieve tafels. Er staat zelfs een klein atelier van glas, waar elke dag een maker werkt, en je het hout en de lak ruikt. Je kunt onderdelen betasten, voelen hoe dun en vederlicht het bovenblad is. En hier ligt ook de grafsteen van Stradivari, gered van de slopershamer uit de San Domenico-kerk, die in de negentiende eeuw werd afgebroken.
Maar iedereen komt vooral om de werken van de oude meesters te zien, zo’n honderd heeft het museum inmiddels in bezit of bruikleen. Als pronkstuk wijst Bodini naar de Hellier, een van de tien instrumenten - voor zover bekend - die Stradivari rijkelijk versierde met inlegwerk. De violen hangen zwijgend aan dunne draden in glazen sarcofagen. In een van beide zalen weerklinkt uit de verborgen luidsprekers zacht Arvo Pärts Fratres, een gebed voor deze houten broeders. ‘Geen enkele viool kan eeuwig zingen’, verklaart Bodini. ‘Je kunt het leven van zijn stem lang oprekken, maar vroeg of laat verliest hij zijn kracht. En dan is het beter hem te bewaren. Dit museum is een compromis tussen behoud en gebruik. De meeste instrumenten kunnen we enkele keren per jaar laten bespelen, meestal door jonge musici. De talenten kunnen op die manier ervaring opdoen met anders onbereikbare violen en cello’s. En die blijven op hun beurt in goede vorm.’ De filosofie achter de verzameling is om van elke vioolbouwer uit de gouden jaren minimaal één instrument te tonen. Maar het museum werpt zich niet alleen op de rijke historie, benadrukt Bodini. ‘Elke drie jaar houden we een concours voor moderne vioolbouwers. In de negentiende eeuw verdween het ambacht hier volledig.
De laatste makers vertrokken naar Milaan. Tegenwoordig floreert de stad weer met 162 werkplaatsen en zo’n 250 bouwers. We helpen hun met verkoop, vooral in het buitenland. Want een strijkinstrument uit Cremona, de geboortegrond van Stradivari, Amati en Guarneri, spreekt tot de verbeelding, met name van Japanners, Chinezen en Koreanen.’
Epicentrum
Die uitzonderlijke plek in de geschiedenis benut het Museo del Violino het laatste decennium om uit te groeien tot een epicentrum van de vioolbouw. ‘We willen hier verleden, heden en toekomst van dit beroep verenigen’, zegt Bodini. ‘Het museum vormt een brandpunt van kennis, een uniek ecosysteem. We doen materiaalstudie met de universiteit van Pavia, akoestisch onderzoek met de polytechnische faculteit in Milaan, we huis vesten de eerste opleiding in Italië voor restaurateurs, en we delen kennis met lokale bouwers, die hier altijd naar binnen kunnen om de voorbeelden van oude meesters te bekijken. Dus we zien niet enkel nostalgisch om naar een gestold verleden.’
FOTO CRISTIAN CHIODELLI
Pronkstuk
17
“Een goede verzameling verbindt passie met praktijk� 18
interview AFK-directeur Annabelle Birnie Annabelle Birnie, directeur van het Amsterdams Fonds voor de Kunst, is een autoriteit op het gebied van collecties en verzamelingen. Met collectioneren, beheren en ontzamelen bouwde ze dertig jaar ervaring op.
TEKST GUIDO VAN OORSCHOT
FOTO JASPER ZWARTJES
Kunst verzamelen, het lijkt zo eenvoudig. Je ziet een schilderij, je raakt gecharmeerd en je schaft het aan. Je loopt opnieuw iets moois tegen het lijf en doet je tweede aankoop. Nu heb je al een kleine collectie, maar hoe ga je van hieruit verder? Verzamel je te hooi en te gras? Kies je een thema? Maar welk thema dan? Over dit soort vragen denkt Annabelle Birnie, specialist in de kunst van het verzamelen, al drie decennia na. Ze bouwde haar expertise op als galeriehouder, taxateur, beheerder van een bedrijfscollectie en museumdirecteur. Particuliere verzamelaars met keuze stress zochten vaak haar advies. Of Birnie wilde meedenken over de aard en de richting van een collectie. ‘Niemand verzamelt op de bonnefooi’, zegt ze. ‘Vaak hoefde ik maar een stap terug te doen om een lijn te ontdekken. Dan zei ik: zullen we eens kijken wat u daaromheen zoal kunt verzamelen? Werk van andere kunstenaars, stijlen, eeuwen?’
19
Ik reisde de wereld rond voor galeries. Al doende leerde ik de verbinding leggen tussen kunstenaars en verzamelaars. Als íemand ideeën heeft over collecties en verzamelingen, is het Annabelle Birnie. De crux, zegt ze, is verbinding. ‘Een goede verzameling verbindt passie met praktijk. Neem het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds. Jong talent krijgt een prima instrument in handen. Wie een instrument in bruikleen geeft, weet dat het wordt onderhouden én bespeeld. Ik zie een gouden driehoek waarin het NMF met verve zijn verbindende rol speelt.’
De juiste match
Annabelle Birnie spreekt rustig en formuleert afgewogen. Ze laat zich niet afleiden door het verkeer van en naar de Jan Schaeferbrug, dat pal onder haar kantoor in Amsterdam-Oost passeert. Sinds mei 2017 is ze directeur van het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK). Birnie ziet toe op de verdeling van ruim 32 miljoen euro subsidie over de hoofdstedelijke cultuur. En nee, natuurlijk bemoeit ze zich niet met het collectiebeleid van instellingen die het AFK steunt, zoals het Rembrandthuis. ‘Het AFK subsidieert autonomie.’ Birnies moeder was beeldend kunstenaar, haar vader headhunter in de hogere echelons. Ze ontdekte al op jonge leeftijd dat in haar geen kunstenaar school. Op de middelbare school besloot Birnie dat ze museumdirecteur wilde worden. Voor de studie Kunst beleid en -management trok ze naar de Universiteit Utrecht. Drie jaar voor haar afstuderen had ze al werk – zij het niet in een museum. ‘Ik reisde de wereld rond voor galeries. Al doende leerde ik de verbinding leg-
20
interview AFK-directeur Annabelle Birnie
gen tussen kunstenaars en verzamelaars. Een échte verbinding, ik heb nooit gewerkt voor galeries die een glad marketingverhaal ophangen. Aan de ene kant leerde ik kunstenaars en hun beweegredenen doorgronden. Aan de andere kant dacht ik mee met verzamelaars over werk dat in hun collectie zou passen. Het was altijd prettig als ik de juiste match kon maken.’
FOTO JASPER FOTO ANP ZWARTJES
Collectiefilosofie
Van de galeriewereld stapte Birnie over naar het veilingwezen. Als taxateur bij het gerenommeerde veilinghuis Sotheby’s kreeg ze te maken met verzamelingen die op de markt kwamen na dood, scheiding of schuld. ‘Zo ontdekte ik een ander aspect van de commerciële kunstverkoop. Omdat er maar een paar veilingen per jaar zijn, nemen verzamelaars hun beslissing anders. Je kunt niet op je gemak om een object heen blijven lopen. Wie op een veiling niet binnen een seconde beslist, ziet een kunstwerk aan zijn neus voorbijgaan. Overigens heb ik beide types verzamelaar leren waarderen. De manier waarop je beslist hoeft voor de kwaliteit van de beslissing niet uit te maken.’ Waar een taxateur en een verzamelaar op letten? ‘Je beoordeelt de conditie van een object en gaat de herkomst na. Om een prijsbepaling te maken zoek je uit wat vergelijkbare stukken hebben opgebracht. Lukt dat niet, dan schakel je een expert in. En een serieuze verzamelaar neemt natuurlijk het thema van zijn collectie in ogenschouw. Past het object dat je wilt verwerven er werkelijk in?’
Collectiefilosofie heet dat. Birnie kreeg er uitgebreid mee te maken bij ING. Voor de bedrijfscollectie van de bank verzamelde ze – het is een mondvol – hedendaagse Nederlandse figuratieve kunst van na 1945. ‘Ik hield enerzijds de collectiefilosofie in het oog, anderzijds volgde ik nieuwe ontwikkelingen in de kunst en tastte grenzen af. Zo kun je je afvragen wat nu precies ‘figuratief’ is. Een abstracte voorstelling van Karel Appel valt misschien best te herleiden tot iets herkenbaars.’
Verstandig beheer
Tot verstandig collectiebeheer behoort diversiteit. Stel, zegt Birnie, je verzamelt uitsluitend werk van de Nederlandse beeldend kunstenaar en fotograaf Viviane Sassen. ‘Dan heb je ongetwijfeld een fraaie collectie, maar mij lijkt het geen verstandige keus. Een eenzijdige verzameling maakt namelijk kwetsbaar. In de loop van de jaren verandert onherroepelijk je smaak. Je loopt het risico dat je op een dag totaal op je collectie bent
uitgekeken.’ Birnie kent ze, verzamelaars bij wie het eerste object dat ze ooit hebben aangeschaft op de logeerkamer hangt. ‘Ze koesteren het stuk omdát het hun eerste aankoop was, niet omdat ze het nu nog zouden willen verwerven.’ Bij ING ontwikkelde Birnie een programma waarmee particuliere verzamelaars de financiële waarde van hun collectie kunnen beheren. ‘Als je een auto niet onderhoudt, krijgt hij nooit de kans een oldtimer te worden. Hetzelfde geldt voor schilderijen en muziekinstrumenten. Als je ze niet koestert daalt de kwaliteit – en daarmee hun waarde. Ik heb veel verzamelaars handvatten kunnen geven om na te denken over hun collectie. Fijn werk.’
Ontzamelen
Na jaren verkopen, taxateren, aankopen en adviseren maakte Birnie in 2012 alsnog haar jeugddroom waar: ze werd directeur van het Drents Museum in Assen. De collectie kent drie thema’s: archeologie, kunst rond 1900 en heden-
Collectie of verzameling? Vraag naar het verschil tussen een collectie en een verzameling en Annabelle Birnie denkt twee tellen na. Dan zegt ze: ‘Misschien impliceert het hebben van een collectie een grotere verantwoorde lijkheid. We spreken van een verzameling luciferdoosjes en een collectie schilderijen. Het laatste klinkt professioneler en heeft meer statuur. Maar eerlijk gezegd, in de praktijk gebruiken we de begrippen door elkaar.’
21
daagse Nederlandse figuratieve kunst na 1945. Birnie organiseerde succesvolle tentoonstellingen als Amerikaans Realisme en Maya’s – Heersers van het Regenwoud. Ook maakte ze serieus werk van een activiteit die hand in hand gaat met verantwoord collectiebeheer: ontzamelen. ‘Het depot van het Drents Museum was sinds 1854 gevuld geraakt met schenkingen, van karakteristieke hekpaaltjes tot meubilair. We hebben de objecten stuk voor stuk tegen het licht gehouden. Denk aan een 18de-eeuws wiegje waaraan een spijltje mist, terwijl het museum twee gave exemplaren heeft. Zulke objecten hebben we aangeboden aan oudheidkamers en andere musea in de provincie. We hebben een ontzamelprotocol gevolgd en niks overhaast. Het was een traject van onderzoeken, even laten liggen, nog eens naar kijken, advies vragen en verifiëren.’
Muziekinstrumenten kwamen in Birnies loopbaan zelden voorbij. Maar met smaak vertelt ze de anekdote over de boerhoorn. ‘Dat is een koehoorn die wordt bespeeld bij vergaderingen van een boermarke, een Drents collectief van agrariërs met een geschiedenis die eeuwen teruggaat. De inventaris van een boerderij in het dorp waar ik woonde werd met boerhoorn en al opgekocht door het Openluchtmuseum in Arnhem. Van de ene op de andere dag werd het een museumstuk en kon de plaatselijke boermarkevereniging er niet meer op spelen. Ik raakte bij de kwestie betrokken en heb meegedacht. Resultaat: het instrument mocht nog één keer terug, om te worden tentoongesteld in een vitrine. Met een nieuw instrument zet de boermarke nu z’n vergaderritueel voort.’
22
Annabelle Birnie (50) is sinds mei 2017 directeur van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Daarvoor was ze directeur-bestuurder van het Drents Museum voor moderne kunst en archeologie in Assen. Naast haar werkzaamheden op het gebied van beeldende kunst en erfgoed, heeft Birnie zich de afgelopen jaren beziggehouden met culturele beleidsvorming en strategie. Ze deed dat niet alleen vanuit het Drents Museum, maar onder meer ook als bestuurslid van de Museumvereniging, lid van de Raad van Toezicht van Culturele Hoofdstad Leeuwarden 2018
en toezichthouder bij Eurosonic/ Noorderslag, een conferentie en festival rond Europese popmuziek dat jaarlijks plaatsvindt in de stad Groningen. In het verleden werkte Birnie voor ING als Corporate Directeur Sponsoring, Art Management en Events. Ze was verantwoordelijk voor de wereldwijde sponsorships, kunstcollecties en alle grote (culturele) evenementen en samenwerkingen. Birnie studeerde Kunstbeleid en -management aan de Universiteit Utrecht en werkte enkele jaren voor galeries en het veilinghuis Sotheby’s.
FOTO JASPER ZWARTJES
Museumstuk
4
Projectinstrumenten in de collectie
Ontdekkingen
viola d’amore
Het NMF heeft enkele bijzondere instrumenten in de collectie die op projectbasis uitgeleend kunnen worden aan musici of orkesten en ensembles. Vaak gaat het hier om instrumenten die je als musicus niet dagelijks nodig hebt, maar voor het spelen van een bepaald repertoire. Bovendien is het veel te kostbaar om zo’n bijzonder instrument naast je regulier instrument aan te schaffen terwijl je het niet regelmatig bespeelt. GEERTJE VAN DER LINDEN (collectiebeheer): “Wij vinden het belangrijk dat musici de kans krijgen toch op deze instrumenten te spelen. Vandaar dat we ze in onze collectie opnemen. We proberen zo goed mogelijk te luisteren naar de behoeften van musici en daarop in te spelen.” We vroegen een aantal gebruikers waarom ze het instrument leenden en wat hun ervaringen ermee waren. TEKST ANNEKE TOT
cellostrijkstok basse de violon (contra)basklarinet 23
1
VIER ONTDEKKINGEN
Een rijker musicus Marjolein Dispa over de viola d’amore
Viola d’amore Robert Blaszauer, Hongarije, 2006 Marjolein is altvioliste bij Combattimento en het Jenufa Kwartet en docent altviool en kamermuziek aan het Conservatorium van Amster dam. Waarvoor had je de viola d’amore nodig? ‘In een van de projecten van Combattimento afgelopen maart had ik de viola d’amore nodig in een compositie voor twee viola d’amore’s van Heinrich Ignaz Franz Biber. Via de voorzitter van de Stichting Vrienden van Combattimento, hoorde ik dat het NMF beschikte over een viola d’amore. Geweldig dat we deze mochten gebruiken.’ Wat waren je ervaringen met het instrument? ‘Het is een goed uitziend met fraaie klank gebouwd instrument. Maar al snel liep ik tegen een aantal onhandige zaken aan. Doordat de kam iets te plat was, en zeven snaren in plaats van vier, streek ik te gemakkelijk drie snaren tegelijk aan. Vioolbouwer Christian Jünemann heeft deze kam voor een beter speelgemak voor mij op orde gemaakt. Ook heeft hij er een aangepaste kinhouder opgezet. Ik weet dat uit den boze is, maar ergonomisch was dit voor mij nodig. Het is tevens een soort contragewicht van de mooie, maar veel te zware hals. Om nekletsel te voorkomen en zo soepel mogelijk om te kunnen gaan met een lang en zwaar instrument, was dit zeker een goede oplossing. Als altvioliste ben ik hierdoor een rijker musicus geworden en blij om de eerste ontdekkingen te doen met dit mooie instrument.’ Zou je deze viola d’amore nog eens willen lenen of aanbevelen? ‘Voorlopig ben ik er erg blij mee en zal hem zeker nog eens willen lenen, maar wel altijd met een ergonomische kinhouder. Ik raad iedere gebruiker aan om er een kinhouder op te plaatsen die past bij de bespeler.’
24
Een viola d’amore was in de 17e en 18e eeuw een geliefd instrument en bestaat uit 6 of 7 snaren, met daaronder resonantiesnaren, die zorgen voor een tedere klank en lang zingende tonen. Het NMF heeft twee viola d’amore’s in de collectie. Deze, gebouwd door Robert Blaszauer in 2006, heeft het NMF in bruikleen van de Stichting Vrienden Combattimento.
Bijzondere kans Dauwe Lentz over de cellostrijkstok cellostrijkstok “ex-Frieda Belinfante” Emil Werner, Bubenreuth 20e eeuw Dauwe is student sociale wetenschappen, speelt cello in het Utrechts Studenten Orkest en is geselecteerd voor de jaarlijkse tournee van het Nederlands Studenten Orkest (NSO). Het NSO is een jong en lande lijk projectorkest dat ieder jaar opnieuw wordt samengesteld uit ta lentvolle studenten die zich naast hun studie aan een hogeschool of universiteit op hoog niveau bezighouden met klassieke muziek. Het NMF leent voor het project ieder jaar een twintigtal instrumenten uit. De Werner-cellostrijkstok zit overigens in de reguliere collectie van het NMF, maar kon voor een keer op projectbasis worden bespeeld. Waarvoor had je de strijkstok nodig? ‘Eigenlijk heb ik zelf een fijne strijkstok, maar omdat ik in het NSO speel, zag ik hier de kans om een keer met de strijkstok die van Frieda Belinfante was te spelen. Puur vanwege het bijzondere verhaal. Mijn grootvader Piet Lentz, op wiens cello ik overigens speel, kende Frieda. Zij was celliste en is na de oorlog naar Amerika vertrokken. Via een boek over haar, kwam mijn vader twee jaar geleden weer in contact met de partner van Frieda. En zij vroeg aan mijn vader: weet jij misschien iemand voor de strijkstok van Frieda, die heb ik hier nog liggen. Inmiddels had mijn vader contact met het NMF. Hij is vorig jaar naar Amerika gegaan om de strijkstok te halen. Het leek mij dus geweldig om zelf een keer met die stok te spelen.’ Wat zijn je ervaringen met de strijkstok? ‘Het is een mooie stok, hij speelt fijn, maar ik heb zelf ook een mooie stok. Ik merk dus niet zoveel verschil. Het verhaal maakt de strijkstok voor mij bijzonder’.
2 25
Inspirerende klank Lucia Swarts over de basse de violon
FOTO DANA VAN LEEUWEN
VIER ONTDEKKINGEN
3
basse de violon Egidius Snoeck, Brussel ca. 1715 Lucia is eerste celliste bij de Nederlandse Bachvereniging, speelt met het Residentie Bachorkest en het Tulipa Consort, en is als docent verbonden aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Waarvoor had je de basse de violon nodig? ‘Het instrument heb ik al een aantal malen mogen bespelen. Een keer in een Frans programma, een andere keer in een project met mijn orkest van de Nederlandse Bachvereniging, waar we Dido en Aeneas van Purcell uitvoerden. Van Purcell is bekend dat hij de basse de violon in zijn orkest gebruikte. Voor zo’n project is het extra bijzonder en gewenst om op dit instrument te spelen. Wat zijn je ervaringen met het instrument? ‘Ik speel graag op de Snoeck, de klanken zijn opvallend lieflijk en mooi. Een rijk, warm en donker geluid, niet extreem laag maar hij geeft een enorme rijke kleur. Bij het spelen van de ‘ground’ in de ontroerende weeklacht When I’m laid in earth van Purcell, inspireerde de klank van het instrument me zo, dat ik besloot een van de zes solo suites van Bach, die ik in die periode aan het opnemen was, op dit instrument te gaan spelen. Historische instrumenten had je in Bachs tijd in alle soorten en maten en daarom voelde ik ook de vrijheid het zo te doen. De cd is overigens in maart 2019 uitgekomen.’
26
Zou je de basse de violon nog eens willen lenen? Zeker, voor een project in het najaar heb ik de Snoeck alweer gereserveerd. Ook mijn studenten van het Koninklijk Conservatorium spelen binnenkort een Lully-programma op dit instrument.’ De basse de violon was het grootse instrument uit de violen familie. Door het grote formaat vooral geschikt om baslijnen te spelen. In de 16e en 17e eeuw was het instrument een belang rijke basis binnen de kamermuziek, later overgenomen door de contrabas. Het einde van de basse de violon werd ingeluid door het uitvinden van de omwonden snaren in 1680. Door darm snaren te omwinden (met bijvoorbeeld koperdraad), kon met veel kortere snaren lage tonen worden geproduceerd. Het formaat werd teruggebracht naar wat vandaag de dag de cello is. Dankzij genereuze donaties van Stichting Zabawas en het Prins Bernhard Cultuurfonds kon het NMF dit bijzondere instrument in 2012 aankopen.
4
Steeds nieuwe dingen leren Matthías Sigurdsson over de (contra)basklarinet basklarinet Buffet Crampon, 2003 contrabasklarinet Leblanc, 2003
Matthías is klarinettist, live-elektronica-artiest en componist van filmen theatermuziek. Waarvoor had je deze klarinetten nodig? ‘In mijn werk bespeel ik voornamelijk mijn besklarinet. Ik heb geen eigen bas- of contrabasklarinet om de simpele reden dat deze instrumenten erg kostbaar zijn en als beginnend musicus heb ik daar gewoon het geld nog niet voor. Een aantal keren per jaar word ik gevraagd klarinet te spelen in filmmuziek en dan niet alleen de bes-, maar ook de bas- en contrabasklarinet. Een medestudent van het conservatorium had me van het bestaan van het NMF verteld. Ik was dus heel erg blij dat ik beide instrumenten voor de opnames en een weekje studie van het NMF kon lenen.’ Wat waren je ervaringen met de instrumenten? ‘De bas- en een contrabasklarinet zijn beide heel veelzijdig met een eigen karakter. Je kunt ze de meest fraaie melodieën laten zingen, bizarre geluidseffecten creëren, ze zijn echt geweldig om op en mee te spelen! Meestal leen ik ze maar een korte periode voor de opnames en dan probeer ik er wel alles uit te halen en er zoveel mogelijk op te spelen. Ik maak dan opnames voor mezelf en leer steeds nieuwe dingen.’ Zou je deze klarinetten nog eens willen lenen of aanbevelen? ‘Absoluut! Ik ben zo dankbaar dat het NMF het mogelijk maakt dat ik deze voor mij veel te kostbare instrumenten toch kan bespelen. Ik beveel ze van harte aan en ik ben er zuinig op!’
27
28
in the picture
Dudok Kwartet Judith van Driel & Goffriller-viool uit ca. 1725 Marleen Wester & Panormo-viool uit 1810 Marie-Louise de Jong & Möller-alt uit 1946 David Faber & Vuillaume-cello uit 1850 sinds oktober 2017 alle vier een NMF-instrument
H
FOTO MARCO BORGGREVE
et Dudok Quartet Amsterdam is een van de meest veelzijdige strijkkwartetten van dit moment. Muziek die zij spelen is niet oud of nieuw, maar muziek van nu. Muziek die ontroert, ontregelt en een onuitwisbare indruk maakt. “Met onze muziek gaan we in dialoog met het publiek, in concertzalen, op scholen, op festivals, en ook online. We stellen ons kwetsbaar op. Daarin ligt onze kracht. We laten ons eigen hart spreken en zo dringen we door tot de essentie van de muziek.” De musici hebben inmiddels alle vier een instrument van het NMF in bruikleen, waar ze bijzonder gelukkig mee zijn. Primarius Judith vindt het een enorme eer de viool van gerenommeerd violist en vioolpedagoog Bouw Lemkes te bespelen: “Het is een echte kamermuziekviool, met enorm veel diepgang en eindeloze mogelijkheden om te kleuren. Kortom: een droomviool!”
“Met onze muziek gaan we in dialoog met het publiek”
Marleen bespeelt een prachtig warm klinkende viool uit Londen, die eerder werd bespeeld in het Navarra String Quartet. Marie-Louise koos voor een Möller-alt, een prachtig instrument met een warme en volle, en toch ook heldere klank. David raakte aanvankelijk verknocht aan een Bernardel-cello, maar de Vuillaume-cello bleek een betere match, ook met de drie andere instrumenten. “In alle registers is de cello complex, maar nooit op zo’n manier dat de ene laag de andere bedekt. De toon is rond maar toch altijd duidelijk te onderscheiden, ideaal voor ondersteuning van de bovenstemmen.” Het Dudok Quartet maakt een internationale groeispurt door: hun drie laatste albums zijn internationaal lovend ontvangen. Plannen voor een vierde zijn al in de maak. In 2018 won het kwartet de Borletti-Buitoni Trust Award, die musici steun biedt in hun internationale carrière.
29
in the picture
&
Olga Pashchenko Weense fortepiano en Steinway & Sons uit 1907 sinds oktober 2018 in bruikleen
“De instrumenten geven mij vrijheid” D
e Russische pianiste Olga Pashchenko (1986) behoort met haar veelzijdigheid, techniek en gepassioneerde spel tot één van de meest fascinerende pianisten van de jonge generatie. Zij speelt piano sinds haar 6e en treedt op sinds haar 9e. Ze speelt een breed repertoire op diverse toetsinstrumenten, van Bach op klavecimbel, Beethoven op historische piano, tot Ligeti op de moderne Steinway. In 2010 studeerde ze cum laude af aan het Conservatorium van Moskou, waar ze fortepiano, klavecimbel en orgel studeerde. Na haar studie in Rusland volgde zij een masteropleiding fortepiano en klavecimbel in Amsterdam bij Richard Egarr, die ze ook beide cum laude afsloot. Sinds 2017 is zij als hoofdvakdocente fortepiano verbonden aan het Conservatorium van Amsterdam.
30
Olga treedt over de hele wereld op als solist, kamermusicus en met orkesten en is vaak te gast op festivals, zoals het Festival Oude Muziek Utrecht, waar ze in 2014 en 2016 artist in residence was. Ze heeft verschillende cd’s opgenomen en treedt regelmatig op voor radio en tv. Voor haar carrière heeft Olga twee instrumenten van het NMF in bruikleen. Naast de vleugel van Steinway & Sons, heeft zij sinds kort ook een anonieme fortepiano tot haar beschikking. “Het is voor mijn muzikale ontwikkeling heel belangrijk dat ik op traditionele instrumenten kan spelen. Het stelt mij namelijk beter in staat stilistische tradities en ontwikkelingen te ontdekken en begrijpen, maar ook de tijdsperiode zelf. De instrumenten geven mij bovendien de vrijheid om mij toe te leggen op bijzondere projecten en concerten.”
FOTO KAUPO KIKKAS
31
HET NMF IN WERELDPERSPECTIEF
De NMF-collectie internationaal vergeleken EEN BIJDRAGE VAN Frits Schutte | Hidde Bekkers | Theo Laceulle De prijzen van instrumenten zijn vanaf het einde van de vorige eeuw exponentieel gegroeid. Hierdoor konden veel musici de enorme bedragen voor instrumenten van topkwaliteit niet meer betalen. Dit heeft geresulteerd in het oprichten van verschillende instrumentenfondsen over de hele wereld; het NMF is er hier een van. Sinds de oprichting in 1988 onderhoudt het NMF contact met externe muziekinstrumentfondsen, met als doel kennis en ervaringen te delen en dit te vormen tot een passend beleid. Dit magazine biedt natuurlijk een uitgelezen kans om ook u een kijkje te laten nemen in de keuken van andere instrumentenfondsen in binnen- en buitenland.
Toegankelijk
In tegenstelling tot het NMF heeft lang niet ieder fonds alle informatie online toegankelijk gemaakt. We hebben om die reden zoveel mogelijk fondsen benaderd en verzocht om ons actuele informatie te sturen over de samenstelling, omvang en waarde van hun collecties. Daarnaast hebben we gevraagd naar de doelstellingen, criteria, werkwijze en meer. Deze informatie biedt ook de gelegenheid om te laten zien hoe het NMF zich tot die andere fondsen verhoudt, en wat elk fonds onderscheidt van de ander.
Selectie
Op deze bladzijde vindt u een klein overzicht met enkele details van onze collega-organisaties. Dit is slechts een selectie uit de vele organisaties in de wereld waarmee het NMF contact onderhoudt. Deze selectie laat zien waar de organisaties zijn gevestigd en op wat voor manier de collecties zich onderscheiden van het NMF. Neemt u daarnaast ook een kijkje op onze website, waar we deze informatie steeds verder uitbreiden.
32
The Amati Foundation Las Vegas, Nevada, USA jaar van oprichting aantal instrumenten
2000 22.288 instrumenten
waarde collectie aandeel nieuwbouw bijzonderheid
€ 45.000.000 90% van de collectie Zeer grote collectie met voornamelijk beginnersinstrumenten voor muziekeducatieprojecten. Daarnaast de focus op een collectie van hoge kwaliteit moderne instrumenten van de beste levende vioolbouwers.
Canada Council of the Arts Musical Instrument Bank Ottawa, Canada 1985 18 violen, 6 celli en 2 strijkstokken € 46.000.000 0 Kleine collectie van hoogwaardige kwaliteit, bedoeld voor aanstormend Canadees talent die middels een competitie worden geselecteerd voor een instrument.
Royal Academy of Music Londen, Engeland
NMF Amsterdam, Nederland
Stichting Jumpstart Jr. Amsterdam, Nederland
Nippon Music Foundation Tokyo, Japan
1822 562 instrumenten, 184 strijkstokken onbekend 0 Heeft een eigen museum dat dient voor onderzoek en behoud van authentieke en belangrijke instrumenten. Daarnaast lenen ze instrumenten uit aan studenten voor speciale projecten. Het topstuk van de collectie is de Stradivari “Viotti ex-Bruce” uit 1709.
1988 510 instrumenten, 260 strijkstokken € 35.000.000 30% van de collectie Groot aantal oud-Hollandse instrumenten (20%) en plaatst geregeld bouwopdrachten voor nieuwe instrumenten en innovatieve projecten.
2006 23 instrumenten, 1 strijkstok € 3.500.000 0 Richt zich alleen op instrumenten voor de historische uitvoerings praktijk.
1974 21 instrumenten, 0 strijkstokken Héél hoog (hoogste van allemaal) 0 Zeer kleine collectie, maar met alleen topinstrumenten van Guarneri del Gesù en Antonio Stradivari. Ondermeer de lievelingsviool van Eugène Ysaÿe, een Guarneri uit 1741. 33
“Met All of Bach zitten we op een gouden ei” 34
interview artistiek leider Shunske Sato Sinds kort is Shunske Sato artistiek leider van de Nederlandse Bach vereniging. Hij erft ook het reuzen project All of Bach, dat het verzameld werk van de componist in klank en beeld online zet. Elk BWV-nummer wordt omgetoverd tot een audiovisuele vertelling. ‘Beschouw de collectie als ons geschenk aan de wereld.’
FOTO JASPER ZWARTJES
TEKST GUIDO VAN OORSCHOT Tik in op YouTube: BWV 1045. In beeld verschijnt een lijst video’s met de Sin fonia in D-groot van Johann Sebastian Bach. Klik op de bovenste en voel hoe je bloed gaat bruisen. Pauken en trompetten schallen, een violist strooit met dartele solo’s. De video is al ruim 13 duizend keer bekeken. En wereldwijd, als we mogen afgaan op de sliert commentaren die eronder hangt. ‘Greetings from Bo gotà’. ‘Me-ra-vi-glio-so!’ ‘Woooooooow, wonderful composition & performance, greetings from Iraq’. De ploeg die zich in de Amsterdamse Waalse Kerk het vuur uit de sloffen speelt, is de Nederlandse Bachvereniging. De video maakt deel uit van All of Bach, de gestaag groeiende verzameling die de Bachvereniging in 2013 heeft gelanceerd. Het idee: elke compositie van Johann Sebastian komt beschikbaar op internet. Live uitgevoerd, fraai gefilmd en gratis toegankelijk voor iedereen.
35
Voor sommigen benadert Bach het goddelijke, anderen zien hem juist als mens. Voor mij is dat geen paradox. Muziek is sowieso een wonder. ‘Het project is uniek in de wereld’ zegt Shunske Sato, de violist die in BWV 1045 de solo’s uit zijn snaren ranselt. Sinds september 2018 is hij bovendien artistiek leider van de Bachvereniging, als opvolger van Jos van Veldhoven. ‘Natuurlijk bestaan er cd-edities van Bachs complete werk’, zegt hij. ‘Maar wij leveren er als eerste beeld bij. Beschouw de collectie als ons geschenk aan de wereld.’
Kameleon
Sato (34) praat helder Nederlands. Misschien scheelt het dat hij al Duits, Frans, Engels en Japans sprak toen hij in 2013 als concertmeester bij de Bachvereniging aantrad. Op het Utrechtse kantoor laat hij zich geduldig fotograferen, alsof het leven van deze leidsman-violist geen stress kent. Even ontspannen licht hij zijn route naar Nederland toe. ‘Ik ben geboren in Tokio en opgegroeid in de Verenigde Staten. Ik heb viool en barokviool gestudeerd in New York, Parijs en München. Overal heb ik wat meegepikt, qua identiteit voel ik me een kameleon.’ Toen in 2017 bekend werd dat Sato was gekozen tot boegbeeld van de Nederlandse Bachvereniging, reageerde de muziekwereld verrast. Per slot van rekening stapte hij in een roemruchte, bij uitstek Hollandse traditie. De Bachvereniging werd opgericht in 1921 en presenteerde een jaar later zijn eerste Matthäus-Passion in Naarden. Sato’s voorgangers heetten Johan Schoonderbeek, Evert Cornelis, Anthon van der Horst, Charles de Wolff en Jos van Veldhoven.
36
‘Ik was ook verrast’, geeft hij toe. ‘Het bestuur belde met de vraag of ik wilde solliciteren. Voor die beslissing nam ik een paar weken de tijd. Uiteindelijk was de keuze: ga ik door met mijn plezierige leventje als docent en violist, of pak ik de uitdaging aan?’
Breed draagvlak
Ook All of Bach belandde op zijn bord. ‘Ons uitgangspunt: muziek hoor je niet
alleen met je oren, maar ook met je ogen. We smeden elk BWV-nummer om tot een audiovisuele vertelling. Je kunt de camera richten op een stem die invalt, of juist op een interessante instrumentale passage. Of neem de orgelopnames. Bij een regulier concert verdwijnt een kerkorganist achter de pijpen, wij tonen zijn handen en voeten in volle actie.’ In 2014 verschenen de eerste video’s op de website allofbach.com, voorzien van
FOTO NEDERLANDSE BACH VERENIGING
interview artistiek leider Shunske Sato
achtergrondinformatie en interviews met musici. Om de vrijdag wordt de verzameling met nieuwe video’s aangevuld. Richtsnoer is de Bach-Werke-Verzeichnis (BWV). De catalogus verscheen in 1950 en zet alle Bachcomposities per genre op een rij. Het begint met BWV 1, de cantate Wie schön leuchtet der Morgen stern. Na recent wetenschappelijk onderzoek eindigt de telling voorlopig bij BWV 1128, een herontdekte orgelfantasie over de koraal Wo Gott der Herr nicht bei uns hält. ‘We zitten ruwweg op eenderde’, zegt Sato. ‘Het oorspronkelijke plan was All of Bach te voltooien in het seizoen 2021/2022, wanneer de Bachvereniging z’n honderdste verjaardag viert. Die deadline bleek niet haalbaar. Ik heb geen flauw idee wanneer de verzameling compleet is, we kijken niet verder vooruit dan drie, vier jaar. Maar het draagvlak is breed en daar zijn we trots op.’
Praktisch bezig
Uit de losse pols schat Sato dat de collectie uiteindelijk 800 tot 900 items zal omvatten. ‘Her en der vallen BWV-nummers af. Rond sommige composities heerst twijfel: heeft Bach ze inderdaad geschreven? In andere stukken bewerkt Bach zichzelf. En soms denk je: is dit nog wel Bach? Hij heeft bijvoorbeeld pastiches gemaakt door noten van zichzelf in andermans werk te stoppen, of omgekeerd.’ Het is nog een droom, maar Shunske Sato zou All of Bach graag breder inbedden. ‘In onze concertseries doen we dat
al. We combineren Bach met componisten die hij bewonderde, zoals Telemann en Vivaldi. Of we zoomen in op kerkmuziek van vergeten componisten in wie hij kennelijk iets zag, anders had hij hun werk niet uitgevoerd.’ Als componist, denkt Sato, was Bach vooral praktisch bezig. Voor zondag een cantate schrijven. Een verjaardagsstuk voor de vorst. Kamermuziek voor in het koffiehuis. ‘Ik denk dat hij raar zou hebben opgekeken van All of Bach. Hij bouwde niet aan een oeuvre voor de eeuwigheid. Voor sommigen benadert Bach het goddelijke, anderen zien hem juist als mens. Voor mij is dat geen paradox. Muziek is sowieso een wonder.’
Dramatische beeldvoering Aanvankelijk zat All of Bach een beetje verstopt op z’n eigen, prachtige website. Via zoekmachines als Google kwamen individuele composities niet automatisch bovendrijven, zegt Sato. ‘Toch trokken we sinds 2014 ruim een miljoen unieke bezoekers. Toen we vorig jaar ac-
tief werden op YouTube raakte alles in een stroomversnelling. Binnen een paar maanden tijd hadden we anderhalf miljoen views.’ Op de site allofbach.com is de Mat thäus-Passion het meest aangeklikt, 175 duizend keer. De kijkcijferhit van het YouTube-kanaal gaat er met gemak overheen. Zoek maar op: BWV 1008. Achter dit catalogusnummer schuilt de Tweede cellosuite. Sinds de video in oktober 2018 online kwam, werd hij ruim 250 duizend keer bekeken. Sato: ‘De cellosuite met Pincombe wilden we opnemen in Het Concertgebouw. Samen met de regisseur kwamen we tot een dynamische, dramatische beeldvoering. Daarvoor is niet elke cellist geschikt, maar bij Steuart Pincombe hadden we er alle vertrouwen in.’
Gouden ei
Van Sidney tot Seattle zagen Bachliefhebbers inmiddels hoe de camera achter in de Grote Zaal begint en langzaam langs de stoelenrijen naar voren sluipt.
NMF en Nederlandse Bachvereniging
In juni 2019 neemt Shunske Sato voor All of Bach de zes Sonates en Partita’s voor viool solo op. Rond de opnamen vindt een talent ontwikkelingsproject plaats voor jonge topviolisten, in samenwerking met het Nederlands Vioolconcours. Het NMF geeft strijkstokken en instrumenten in bruikleen. Zo kan Sato jonge violisten laten kennis maken met barokke speeltechnieken en stijlen. De opnames verschijnen later op de website en het YouTube-kanaal van All of Bach.
37
Shunske Sato (34) is één van de beste violisten van zijn generatie. Met ingang van het seizoen 2018-2019 is hij artistiek leider van de Nederlandse Bachvereniging. Daarnaast is hij concertmeester van Concerto Köln en wordt hij regelmatig gevraagd als leider bij andere barokorkesten. Ook is hij hoofdvakdocent barokviool aan het Conservatorium van Amsterdam. Sato speelt viool vanaf zijn tweede en studeerde aan de Juilliard School of Music in New York. Hij vervolgde
38
zijn opleiding in Parijs en München. In 2010 won hij de publieksprijs en de tweede prijs van het Johann Sebastian Bach Concours in Leipzig. Hij soleerde over heel de wereld, bij orkesten als The Academy of Ancient Music en het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks. Shunske Sato werd geboren in Japan en groeide op in de Verenigde Staten. Tegenwoordig woont hij in Nederland. Hij is getrouwd met de pianiste Shuann Chai en heeft een dochter.
FOTO JASPER ZWARTJES
Na anderhalve minuut duikt Steuart Pincombe op, met kaalgeschoren hoofd en hipsterbaard. De Amerikaan zit op een schavot, met een barokcello tussen de knieën. In de Prelude cirkelt de camera langzaam om hem heen. In de snelle Courante springt het beeld heen en weer tussen grijpende vingers en een furieuze strijkstok. Bach in eigentijdse beeldtaal, de commentaren liegen er niet om. Fantástico! Majestueuse! 100% knockout! Shunske Sato: ‘Met All of Bach zitten we op een gouden ei, maar ik denk dat er nog meer mee kan. Het moet nóg interessanter, nóg relevanter, met nóg meer educatie, ook voor mensen die niet bij voorbaat Bachliefhebber zijn. Wat mij betreft gaat All of Bach de kant op van Bach for All.’
NMF zet
oud-Hollandse vioolbouw
op de kaart
Ongetwijfeld heeft u weleens een ansichtkaart gekocht in een museumwinkel na het bezoek aan een fraaie tentoonstelling. De meeste van deze kaarten komen van de firma Bekking & Blitz, die gespecialiseerd is in luxe kunstkaarten en kunstcadeaus van bekende en minder bekende kunstenaars. Steeds vaker zijn de primaire kleuren van Mondriaan of de Amandelbloesem van Van Gogh terug te vinden op brillenkokers, paraplu’s en notitieblokjes. Binnenkort schitteren ook 17e- en 18e-eeuwse NMF-instrumenten van Nederlandse bodem op deze producten!
Aanvulling
Er leefde al een tijdje de wens om eigen NMF-kaarten te laten ontwerpen met instrumenten uit de collectie, om zo nu en dan een mooi en toepasselijk bedank- of felicitatiekaartje te kunnen sturen. Maar omdat kaarten maken toch ook weer een extra investering is, werd gezocht naar een andere oplossing. Via de kaartencollecties uit museumwinkels, kwamen we met Bekking & Blitz in contact. Hein Bekking, oprichter van het familiebedrijf in 1929, bleek een enthousiast liefhebber van klassieke muziek en zag direct een mooie aanvulling ontstaan op hun kunstcollectie. Wenskaarten, brillenkokers, notitieblokjes en notenschriften met afbeeldingen van violen, cello’s, strijkstokken… ineens was een collectie ‘NMF-merchandise’ een feit.
Oud-Hollands
Bijzondere instrumenten van de Amsterdamse bouwers Jacobs, Lefebvre en Rombouts, of van de Haagse vioolbouwfamilie Cuypers, verdienen internationaal meer erkenning. Het NMF zet ze daarom graag op de kaart. Met de wenskaarten van Bekking & Blitz komt de NMF-collectie onder de ogen van mensen die het NMF nog niet goed kennen. Ook u kunt daar een actieve rol in spelen door met of zonder reden vrienden een kaartje te sturen met daarop een oud-Hollandse viool of cello.
Samenwerking
Wat bovendien mooi is aan deze samenwerking, is dat het NMF niet zelf hoeft te investeren. Wij hebben de foto’s van onze muziekinstrumenten, gemaakt door fotografe Cathy Levesque, ter beschikking gesteld. Bekking & Blitz ontwerpt en produceert de kaarten en producten en regelt de verkoop en (wereldwijde) distributie. Het is zelfs zo, dat de verkoop een beetje ten goede komt aan het NMF, want van ieder verkocht item gaat 5% naar het NMF.
Bestellen... De NMF-productenlijn bestaat uit losse wenskaarten en een kaartenmapje van 10 wenskaarten met enveloppen (€ 8,99), binnenkort te vinden in boekwinkels of museumshops. Kijk op: www.bekkingblitz.nl
&
in the picture
Hawijch Elders Gennaro Gagliano, Napels ca. 1755 en Persoit-vioolstrijkstok uit ca. 1850 sinds oktober 2017 in bruikleen
“De elegantie van deze viool veroverde snel mijn hart.” D e nu 20-jarige Hawijch Elders volgt haar vioolopleiding aan het Conservatorium van Amsterdam, waar ze geselecteerd is voor het Excellence-programma. In 2013 won ze de 2e prijs tijdens het Prinses Christina Concours. In januari 2018 soleerde ze met het Residentie Orkest o.l.v. Otto Tausk met het Vioolconcert van Antonín Dvořák in de Finale van het Vioolconcours Oskar Back, bekroond met de Publieksprijs en de 2e prijs. Hawijch was te gast bij De wereld Draait Door en Podium Witteman en onlangs sleepte ze nog vier prijzen in de wacht op een internationaal vioolconcours in Italië: het Rodolfo Lipizer Concours. Ze won niet alleen de 2e prijs, maar ook de prijs voor de beste uitvoering van een etude van Lipizer, de prijs voor meest getalenteerde jonge violist én de prijs voor de beste uitvoering van een 20e-eeuwse sonate. Dit jaar is ze als enige Nederlandse geselec-
40
teerd voor de Koningin Elisabethwedstrijd in België. Kortom, ze is een van de grootste vioolbeloften van dit moment. Hawijch heeft sinds kort een uitzonderlijk mooie viool van Gennaro Gagliano in bruikleen. “Toen ik de viool voor het eerst bespeelde ging er een nieuwe wereld aan klanken voor mij open. Door de vele boventonen is de klank heel rijk en projecteert hij ontzettend goed in een concertzaal. De kracht, de warmte, maar vooral de elegantie van deze viool veroverde dan ook snel mijn hart! Ik ben ontzettend dankbaar dat ik op deze prachtige viool mag spelen, en verheug me op alle avonturen samen!” Het NMF kocht deze viool in 2016 aan van een Duitse handelaar dankzij de donatie van een particulier fonds. Vanuit dat fonds konden meerdere instrumenten worden aangekocht, die alle zijn ondergebracht in de ‘collectie Willem G. Vogelaar’.
FOTO KAUPO KIKKAS
41
RECENT IN DE COLLECTIE
NIEUWE ROYÉ-CELLO VOOR JONG CELLOTALENT
ANDREJ 42
FOTO NMF
TEKST KATRIEN KLOOS
December 2018
Op de werkbank van Daniël Royé liggen twee maagdelijk blanke cellodelen op hun vereniging te wachten. Na maanden buigen, schaven, schrapen, snijden, inleggen en eindeloos nameten is het moment bijna daar: het vastlijmen van het bovenblad op de krans en het achterblad. Het sluiten van de cello, een plechtig moment. Drie maanden later: voor Andrej van Brakel (14) gaat er een wonderbaarlijke, nieuwe klankwereld open. Met hart en ziel heeft hij de Royé-cello omarmd.
Mara stradivari In 2003 kreeg
vioolbouwer Daniël Royé de unieke kans om de cello van Heinrich Schiff te bestuderen: de prachtig helder en fluweel klinkende Mara Stradivari uit 1711. “Om een zo goed mogelijk beeld van de klank te krijgen, ben ik intensief gaan luisteren naar Schiff op de cello tijdens repetities en concerten. Daarna mocht ik het instrument minutieus onderzoeken. Het gewicht, de vorm, z’n welvingen, de houtdikte van de bladen op elke plek.” Met de aantekeningen van toen bouwde Daniël deze cello. Het is de veertiende Mara die hij op deze manier maakt. “Elk instrument is uit ander hout gesneden, heeft een eigen persoonlijkheid, een eigen ziel. En steeds weer ben ik vreselijk benieuwd: zijn er karaktertrekken herkenbaar van de wonderbaarlijke Mara Strad van Schiff?”
Glansrijk Andrej van Brakel is net veertien jaar. Hij begon op vierjarige leeftijd met cello spelen en volgde lessen bij Lenian Benjamins. Sinds 2016 studeert hij aan de Young Talent Academy in Rotterdam bij Joachim Eijlander. In 2017 won hij de aanmoedigingsprijs van het Prinses Christina Concours. Hij trad op als solist met het Young Talent Orchestra onder leiding van Mikhail Zemtsov. “Hij is een groot talent. Het gaat heel goed met hem”, zegt Eijlander. “Hij speelde een glansrijk overgangsexamen met het Celloconcert van SaintSaëns en deed mee met een masterclass cello aan Codarts. De cello die hij speelde, hield hem al een tijdje tegen in zijn groei. Het is fantastisch dat hij nu zo’n mooi instrument kan bespelen en zijn leergierigheid en enthousiasme verder en sneller kan ontwikkelen.”
Happy met Mara Andrej en zijn Mara
zijn inmiddels twee maanden samen. Kort na hun kennismaking zagen we ze al samen op YouTube met een mooie vertolking van Chant du Ménestrel van Alexander Glazoenov en Tarantella van David Popper, begeleid op piano door Anastasia Safonova. We ontvangen enthousiaste en liefdevolle berichten. “Ik ben helemaal happy met Mara, ik zal goed voor haar zorgen.” We blijven je volgen Andrej, het ga jullie goed!
Wakker Een van de eerste cellisten die de
nieuwe Mara van Royé mochten wakker spelen was Joachim Eijlander. Royé: “Eerst houd ik een nieuw instrument altijd een paar dagen voor mezelf, om erop te spelen in de beslotenheid van mijn atelier. Dan vraag ik gerenommeerde cellisten om te komen. Dat is altijd erg spannend. Joachim was erg enthousiast over de klank. Hij tipte direct zijn leerling Andrej.”
+ ROYÉ
Miraculeus
De Mara Stradivari die als voorbeeld dien de voor de cello waar Andrej nu op speelt, overleefde in 1963 op miraculeuze wijze een schipbreuk op de Rio del Plato in Zuid-Amerika. De nachtveerboot met het Trio di Trieste aan boord, botste in de mist op een wrak en zonk. Van de 450 passagiers verdronken er 140. De cellokoffer van het Trio kwam na een paar dagen boven water. Toen de koffer werd geopend was het instrument onherkenbaar. De lijm had losgelaten, de cello lag volledig aan stukken. Hij werd hersteld in Londen, om daarna in handen van Heinrich Schiff weer goddelijk te klinken.
43
DE COLLECTIE HET PODIUM OP NMF EVENEMENTEN
SUCCESVOLLE TWEEDE EDITIE BIJ NATUURMONUMENTEN
44
Het NMF Kamermuziekfestival bij Natuurmonumenten werd ondersteund door het Prins Bernhard Cultuurfonds
FOTO MARCO BORGGREVE
De 70 concerten op 20 locaties door heel Nederland waren bijzondere en luisterrijke ervaringen. Was u aanwezig bij het festival? Op onze website kunt u nagenieten.
FOTO BEN HOUDIJK
Wat hebben Natuurmonumenten en het NMF gemeen? Niet veel zou u op het eerste gezicht denken. Niets is minder waar. Net als het NMF, bezit ook Natuurmonumenten een ‘collectie’ cultureel erfgoed. Waar het bij het NMF gaat om muziekinstrumenten, betreft het bij Natuurmonumenten cultuurhistorische locaties. De verbinding tussen de twee goede doelen was dan ook makkelijk gelegd. In 2017 vond de eerste editie van het NMF Kamermuziekfestival bij Natuurmonumenten plaats. Afgelopen april een spetterende tweede editie. Vele boswachters, musici en vrijwilligers hebben laten zien dat goede doelen heel goed op passende thema’s kunnen samenwerken. We zijn ook weer dankbaar voor ieders medewerking!
CONCERTEN IN DE LUNCHPAUZE De gratis toegankelijke lunchconcerten bij diverse concertzalen zijn sinds jaar en dag een begrip. Ze bieden een sympathieke kennismaking met de zaal, met groots (en vaak jong) talent en fantastische muziek. Voor iedereen geschikt en een fijne invulling van uw dag rond lunchtijd. Het NMF werkt al enige tijd samen met het Muziekgebouw aan ’t IJ, het Koninklijk Concertgebouw en De Oosterpoort in Groningen. Topmusici van het NMF bestegen al de podia en verzorgden indrukwekkende concerten: het Dudok Kwartet, violiste Sarah Kapustin, pianist Aidan Mikdad, violiste Hawijch Elders, het Helix Trio met violiste Birthe Blom, het Puellae Kwartet, het Volkmann Trio en nog vele anderen. Graag tot ziens bij één van de volgende lunchconcerten van het NMF. WO 12:30 uur, 1 x per seizoen: Koninklijk Concertgebouw, Amsterdam WO 12:00 uur, 2 x per seizoen: De Oosterpoort, Groningen DO 12:30 uur, 4 x per seizoen: Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam
FOTO RIEN DE JAGER
TRADITIE NMF PRESENTATIECONCERTEN
Een heugelijk feit: voor de vijfde keer slaan het Grachtenfestival, Forteiland Pampus en het NMF de handen ineen voor een ‘grachtconcert’ op het forteiland. Het jaarlijks en tiendaags Grachtenfestival maakt van heel Amsterdam een klassiek podium met meer dan 250 concerten met jonge musici van over de hele wereld. Pampus, gelegen in het IJmeer, is het boegbeeld van de Stelling van Amsterdam en daarmee UNESCO Werelderfgoed. Half verscholen op het kleine, man-made eiland, ligt een gigantisch fort vol museaal en avontuurlijk aanbod. Ideaal voor een heerlijk dagje uitwaaien en een geweldige locatie voor een concert. Dit jaar hoort u altvioliste Iteke Wijbenga en celliste Octavie Dostaler-Lalonde. Misschien dat ze ook al iets op de boot voor u spelen? VR 16 augustus 2019, 11.00 - 16.00 uur Kaarten via www.grachtenfestival.nl
Een nieuwe directeur, een nieuw elan? Niet als het om onze legendarische Presentatieconcerten gaat! Het succesvolle concept dat nog onder leiding van onze vorige directeur Marcel Schopman is ontworpen, zetten we met veel enthousiasme voort. In 2018 zoomden we tijdens de concerten voor het eerst in op onze prachtige collectie en nodigden we een expert uit om over het ‘herstel’ van een oude Steinway-vleugel te vertellen. Op het podium werd het instrument en plein public uit elkaar gehaald en vakkundig weer in elkaar gezet. Bovendien werd dit live gefilmd om de kleinste details
op groot scherm te zien. Een compilatie van deze Steinway-presentatie vindt u op onze website. In 2019 organiseren we weer concerten in het land om te kunnen laten zien wat we doen. We geven inzicht in ons nieuwste project: de bouw van een orgel uit de tijd van Monteverdi. Een unicum in het Nederlandse orgel- en oude-muzieklandschap! U kunt vanaf 1 juli kosteloos kaarten reserveren via onze website. NMF-donateurs hebben voorrang. Kasper Schonewille
FOTO MELLE MEIVOGEL
NMF LIGT VOOR DE VIJFDE KEER VOOR PAMPUS
45
(T)HUISCONCERTEN Het oudste stenen woonhuis aan de Sint Annenstraat in Amsterdam, de thuisbasis van het NMF, blijkt de ideale plek om concerten te organiseren. De huisconcerten zijn een goede gelegenheid om te laten zien wat er met de instrumenten gebeurt: een viool is naar een volgende bespeler gegaan, een nieuwe cello is in de collectie gekomen, een bijzondere strijkstok is weer bij een musicus… we hebben altijd een goed verhaal. We hebben ook goede koffie, thee en huisgebakken taart. Na afloop mag u een kijkje nemen in onze instrumentenkamer, de plek waar enkele instrumenten liggen die erop wachten uitgekozen te worden. Musici maken hier kennis met de beschikbare instrumenten en proberen ze grondig en nauwkeurig uit. Voor deze huisconcerten zijn maximaal 25 plaatsen beschikbaar. Toegang inclusief consumpties is € 22,50. ZET VAST IN DE AGENDA: ZO 29 september 2019 11:00 uur ZO 24 november 2019, 11:00 uur ZO 9 februari 2020, 11:00 uur Reserveren kan via een e-mail aan: reservering@muziekinstrumentenfonds.nl
EEN MOOI CADEAU Harpklanken die uw eigen woonkamer vullen, een strijkkwartet strijkt onstuimig uw lievelingsstuk van Brahms; het is een bijzondere ervaring als musici speciaal voor ú optreden. Die wens kan wellicht in vervulling gaan samen met het NMF. Niet zelden reizen musici van het NMF af naar woonkamers of feestlocaties van onze donateurs, om te bedanken voor een kostbaar instrument dat zij aan het NMF schonken of in bruikleen gaven. Soms willen donateurs iets extra’s doen voor het NMF. Zij vragen bijvoorbeeld voor hun feest geen cadeau aan hun gasten, maar liever een donatie aan het NMF. Dat hartelijke gebaar kan ook met muziek worden versierd door met het NMF een privé-concert te organiseren! Het NMF regelt een ensemble of musicus. Uw bijdrage: u regelt de locatie en het publiek, en met de donaties van uw gasten staat u garant voor de onkostenvergoeding die het NMF aan de musici betaalt. Zo krijgt het NMF én uzelf een prachtig cadeau. Meer informatie en voorwaarden, mail naar info@muziekinstrumentenfonds.nl of bel: 020 622 1255.
MUZIEK IN HENDRICK DE KEYSERS MUSEUMHUIZEN Wie herinnert het zich niet? Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het NMF, organiseerden we samen met Vereniging Hendrick de Keyser een concertweekend met bijna 100 concerten in prachtige panden door heel Nederland. Hendrick de Keyser is de monumentenorganisatie die architectonisch of historisch waardevolle huizen en hun interieurs verwerft, restaureert en verhuurt of openstelt. De ideologie ‘behoud door gebruik’ sluit naadloos aan bij het NMF, dat op zijn beurt waardevolle instrumenten verwerft om (weer) te laten bespelen. Vanaf najaar 2019 blazen we nieuw leven in onze samenwerking in de vorm van de Concertserie Museumhuizen. Hendrick de Keyser heeft 35 bijzondere huizen geselecteerd om open te stellen als Museumhuis. In 4 daarvan kan straks een genoeglijk museumbezoek worden gecombineerd met een concert door NMF-musici! Zo is de ‘beleving’ van het woonhuis nog rijker, want was in de achttiende eeuw een overdadige huiskamer niet dé plek voor een mooi kamermuziekconcert? Concerten vinden plaats in: - Huis Bartolotti, Amsterdam - Villa Rams Woerthe, Steenwijk - Huis van Eysinga, Leeuwarden - Huis Lambert van Meerten, Delft Houdt u de website in de gaten voor de data van de concerten.’n
46
FOTO JESSE KRAAL
DE COLLECTIE HET PODIUM OP NMF EVENEMENTEN
CONCERT MET AFTER-CONCERT DINNER Midden tussen de heemtuinen van Amstelveen en aan het Amsterdamse Bos ligt de Johannes Kapel. De kapel is gebouwd in 1928 naar een ontwerp van architect Arnold Ingwersen. Sinds januari 2018 is dit karakteristieke Amsterdamse School-pand het domein van Ingeborg Merkx met het Spoon Culinair Centrum. Geregeld worden hier concerten georganiseerd, gecombineerd met Ingeborgs grote passie: koken. Ga aan tafel met de muziek en geniet na het concert van een heerlijk diner.
De ongedwongen sfeer nodigt u uit de musici beter te leren kennen. In oktober 2018 plaatste het NMF in de Johannes Kapel een Bösendorfer-vleugel. Deze zal centraal staan tijdens twee NMF-concerten: ZO 16 juni 2019, 16:00 uur ZO 6 oktober 2019, 16:00 uur Reserveren kan via een e-mail aan: info@spoonculinaircentrum.nl Entree is € 15 en met diner € 35 (excl. dranken)
47
IN DETAIL
Het geheim van TEKST FREDERIKE BERNTSEN
Waarom klinkt het legato op die viool toch zo soepel? En die virtuoos gestreken noten, hoe komt het dat die zo sprankelen? Waarschijnlijk wordt er dan knap gespeeld door een excellent musicus op een goed instrument. Maar er is nog een ander geheim: dat van de strijkstok.
48
Bijzonder bezit
Het NMF heeft nogal wat strijkstokken in de collectie, en die zijn van diverse makelij. Barokstokken, klassieke en moderne stokken uit Nederland, Duitsland en Frankrijk, maar ook negentiende-eeuwers uit Parijs en Sint-Petersburg: buitengewoon kostbare exemplaren. Wat te denken van de stok van cellist, dirigent en verzetsstrijder Frieda Belinfante, gebouwd door de Duitse bouwer Emil Werner: cultureel erfgoed binnen de NMF-collectie. De stok werd in 2018 aangekocht, via de Amerikaanse levensgezel van Belinfante, Bobbie Minkin, die een notitie meestuurde naar het NMF: ‘This letter is to verify that the Emil Werner cello bow was a favorite bow of Frieda Belinfante. I inherited this bow from Frieda Belinfante and I am well aware of her fondness for this bow.’ Een bijzonder bezit voor het NMF.
Eigen Karakter
Iedere strijkstok heeft zijn eigen karakter. Een groot aantal factoren is van invloed op de eigenschappen van een stok: het gewicht, de balans, de stijfheid, het gebruikte materiaal, de manier van bouwen, het haar – en nog veel meer. Dat voor een speler een goede stok onontbeerlijk is, blijkt uit de gepassioneerde verhalen van musici. ‘Met een strijkstok dwing je de klank van je instrument af, de stok is misschien wel belangrijker dan de viool zelf’, vindt Hawijch Elders (1998). Ze strijkt sinds kort met een Jean Pierre Persoit, een middennegentiende-eeuwse stok die ze in bruikleen heeft van het NMF. Ze is er laaiend over. ‘Elke strijkstok van Persoit is een meesterwerk, hij bouwde niet volgens een standaardmodel, maar maakte vele verschillende soorten stokken. Mijn strijkstok is zeer veelzijdig. Ik houd enorm van een zangerig geluid, legato, daar heb ik mijn viool, een Gennaro Gagliano, op uitge-
FOTO NIKOLAJ LUND | © CONCERTGEBOUW
de strijkstok kozen, en ook de Persoit. Ik had de stok maar heel even uitgeprobeerd en ik wist al meteen: dit is ’m, deze past bij de klank die ik nastreef. De Persoit waarmee ik speel is heel soepel te hanteren, ik hoef er nauwelijks moeite voor te doen, de klank stroomt. Ik wist niet dat het mogelijk was om zo’n mooi legato te produceren, ik kan met deze stok de dolce-eigenschappen van mijn viool benadrukken. De stok inspireert mij. Het is heel gek, maar ik heb het gevoel dat ik er al jaren mee speel. Een strijkstok is zeer persoonlijk, de ene musicus wil liever een zware en de andere een lichte. Belangrijk is de verdeling van het gewicht. Wanneer de balans niet goed is verdeeld tussen de slof en de punt, is het heel lastig om bepaalde streektechnieken goed toe te kunnen passen. De mijne heeft prachtige verhoudingen.’ Elders lacht: ‘Ik heb geen eigenwijze strijkstok.’
49
IN DETAIL
“Luis Rodriguez bouwt een stok die je past als een handschoen”
Conservatief
Veel strijkers zijn conservatief: de vorm van violen, altviolen, cello’s en contrabassen is al eeuwenlang dezelfde. Een kleine uitzondering vormt de lichte acceptatie van strijkstokken die gebouwd worden van carbon, een koolstofvezel; die vinden langzamerhand hun plaats in de markt, maar blijven vooralsnog een nicheproduct. Die markt gaat, net als bij oude instrumenten, van tijd tot tijd volledig over de kop. De hoogste prijs voor een strijkstok is in 2015 op een veiling in Londen betaald voor een François Xavier Tourte – rond 1800 een belangrijke stokkenmaker: $288.960,-. En het is wachten op het volgende record.
Muziek die zingt
Barok, klassiek, modern: wat is het verschil tussen deze stokken? Basil de Visser, stokkenbouwer in Amsterdam: ‘Strijkstokken hebben zich ontwikkeld vanuit de genoteerde muziek. In barokmuziek moeten de noten heel direct aanpreken. De stokken voor die muziekstijl zijn licht, smal naar de punt en hebben een convexe boog. Ze werden eerst gemaakt van inlands hout, maar later raakte letterhout in de mode, door Columbus naar Europa gebracht. Dat hout gebruik ik ook veel. Klassieke en zeker romantische muziek zingt, je wilt lange lijnen kunnen spelen, en dat lukt het beste met een iets zwaardere en ook langere stok. Het hout is concaaf gebogen, om de spanningsmogelijkheden te vergroten, je kunt iets meer gewicht op de snaren leggen.’
Tovenaar
Worstelen met muziek van Haydn en andere meesters uit de Eerste Weense school? Dat is voor het Dudok Quartet Amsterdam, dat speelt op NMF-instrumenten, verleden tijd met de klassieke strijkstokken van Luis Emilio Rodriguez Carrington. ‘Hij houdt er niet van als je het zegt, voor hem is zijn vak een combinatie van wetenschap en ambacht, maar wij vinden stokkenbouwer Luis Emilio een tovenaar’, zegt David Faber (1985), cellist van het kwartet. ‘Hij observeert het muzikale karakter van de speler en diens natuurlijke choreografie bij het strijken, en bouwt een stok die je past als een handschoen. Klassieke stokken kunnen de muziek laten klinken als een laserstraal, anders dan de moderne stokken die wij gewend
50
Het geheim van de strijkstok zijn. Een klassieke stok is dunner en heeft minder haar dan een moderne stok. Voor de retorische muziek van Haydn is zo’n stok perfect, je kunt er een helder en sprekend geluid mee bewerkstelligen. Maar wat dacht je van Beethoven, Brahms? En twintigste-eeuwse muziek? Het is natuurlijk ook een smaakkwestie, maar met een klassieke stok kun je vanwege de balans en het gewicht een streek langer aanhouden, die is dan wel heel zacht. Bij Ligeti missen we juist die stokeigenschap soms als we met moderne exemplaren spelen. Ik zie echt mogelijkheden. Bij een moderne stok heb je het gevoel van een Cadillac, gewoon gas geven en dan gaat ie wel vooruit. Bij een klassieke moet je alles overboord gooien wat je wist over het hanteren van de moderne strijkstok. Weg met je tot in de puntjes verzorgde streektechniek, je moet op de stok afgaan, die wijst je de weg!’
Pernambuco
In de middeleeuwen was Braziliaans pernambuco zeer gewild vanwege de fraaie rode kleurstof die eruit geproduceerd kon worden. Sinds Tourte is deze houtsoort de standaardkeuze in de stokkenbouw. Het dichte hout laat zich goed bewerken, heeft een grote spankracht en het gepolitoerde oppervlak wordt zeer glad. Wel raken de voorraden pernambuco op, en hoe kleiner de voorraden, hoe hoger de kosten. Er is een ruime keuze aan materialen waarmee de strijkstok verfraaid kan worden. De slof krijgt soms een inleg van parelmoer, de omwikkeling kan van zilver- of zelfs gouddraad zijn gemaakt. Die keuzes veranderen de speelkwaliteit niet, maar hebben wel invloed op de prijs. En natuurlijk is een strijkstok niets zonder beharing. Mongools paardenhaar is de favoriete soort. Of spelers het haar van hun strijkstok regelmatig laten vernieuwen is een kwestie van smaak, net als de vraag hoe vaak en hoe intensief je moet harsen. Basil de Visser: ‘Met een moderne stok, gemaakt van pernambuco, kun je grote zalen bespelen – de balans, bij iedere stok van cruciaal belang, is zo dat je én aan de slof én aan de punt een stevig geluid kunt produceren. Hij is weer wat krachtiger dan een klassieke stok. Tourte is belangrijk geweest. Hij experimenteerde veel en legde de basis voor het stokontwerp zoals we dat nu nog kennen.’
No-nonsensestokken
Voor violiste Birthe Blom (1982) geldt dat een goede stok haar nieuwe elementen in haar spel doet ontdekken. ‘Essentieel’, volgens Blom. Ze heeft een bijzonder exemplaar in huis: een Eugène Sartory, Parijs, begin twintigste eeuw, via het NMF overgenomen van Herman Krebbers. ‘Ik vind het een erg mooie gedachte dat deze stok van Krebbers is geweest – ik heb lessen bij hem gevolgd, als ik een stuk in de vingers had, zetten we samen de puntjes op de i.’ Een Sartory dus, en een Stradivarius uit de NMF-collectie, de “ex-Paul Godwin”. ‘Ik ben een bofferd’, zegt Blom. ‘De Stradivarius waarop ik speel is van nature geen kanon, maar hij projecteert zeer goed in een grote zaal. Het instrument is buitengewoon rijk aan boventonen. Ik zocht naar een stok die de viool zo helder mogelijk kan laten klinken. Mijn Sartory combineert stevigheid met helderheid en hij is makkelijk hanteerbaar, waardoor streektechnieken goed te realiseren zijn. Ik hou van no-nonsensestokken die heel sterk zijn en waarvan het hout bij druk niet gemakkelijk doorbuigt tot op de snaar. Ook snaren met power hebben mijn voorkeur. Past allemaal wel bij mijn karakter, ik hou van een sterke basis. Daarbij: details en contrasten verlies ik niet uit het oog, en ik probeer altijd zo goed mogelijk de verschillende kanten van iets te belichten. Ik denk dat mijn vioolspel dat uitstraalt, en dat komt goeddeels door de strijkstok. Voor mij was het direct duidelijk, deze stok voelt goed, ligt lekker in de hand en kan de klank verwezenlijken die ik in mijn hoofd heb. Het was een superkeuze. Ik kan er voor mijn gevoel ook comfortabel alle muziekstijlen mee spelen. De Stradivarius heeft nog vele geheimen voor me, de stok daarentegen heb ik redelijk goed doorgrond, die vormt de basis waarop ik de vrijheid creëer om mijn viool verder te leren kennen.’ Wat gold in de tijd van Tourte geldt heden ten dage nog steeds: voor een stokkenbouwer is het de grootste uitdaging om iets te vervaardigen dat past bij de klant. Basil de Visser. ‘Je kunt pas begrijpen wat je moet maken als je iemand hebt horen en zien spelen, daardoor raak ik geïnspireerd.’ Op tafel in zijn atelier ligt werk in uitvoering, het hout is geordend en wacht erop door de bouwer nieuw leven ingeblazen te krijgen.
51
Hoe kunt u helpen? Sluit aan bij het NMF!
Samen met u als donateur kan het NMF het beste instrumentarium in handen geven aan musici in Nederland. Gunt u hen een instrument dat inspireert en uitdaagt, zodat zij in hun ontwikkeling of carrière blijven groeien? En vindt u behoud van cultureel erfgoed belangrijk? Steun het NMF dan met een donatie of schenk uw instrument. U kunt ook overwegen het NMF op te nemen in uw testament. Wij gaan hierover graag met u in gesprek. U bent welkom in op het NMF-kantoor in hartje Amsterdam. Het is uiteraard ook geen probleem om bij u langs te komen. Maakt u een afspraak via 020 622 1255 of mailt u naar Manon Veenendaal: veenendaal@ muziekinstrumentenfonds.nl
52
Duurzaam schenken
100% betrokken
We zijn blij met iedere donatie, groot of klein, eenmalig of vast. Maar wie een periodieke schenkingsovereenkomst bij ons afsluit, kiest voor de meest duurzame variant van schenken. U verbindt zich (vanaf € 150 per jaar voor een periode van vijf jaar) langdurig aan onze stichting en helpt ons daarmee nog beter. Het NMF krijgt namelijk nog beter inzicht op inkomsten op de lange termijn. Met een schenkingsovereenkomst schenkt u voordelig, aangezien een gift aan een culturele ANBI (extra) fiscaal aftrekbaar is. U bouwt dan aan een duurzame relatie tussen u, onze musici en onze organisatie. Een periodieke schenkingsovereenkomst verzorgt het NMF met alle plezier en is zo gepiept. Een telefoontje of een e-mail naar Manon volstaat.
We laten graag zien waaraan we uw bijdrage besteden. U ontvangt jaarlijks ons magazine en bulletin, en maandelijks de e-nieuwsbrief. Onze uitgebreide website laat de gehele collectie en alle NMF-musici in woord en beeld zien. En tijdens onze feestelijke Presentatieconcerten en andere evenementen kunt u onze musici live horen, ontmoeten én kennis maken met de instrumenten.
Het 100% particuliere en ongesubsidieerde NMF zorgt met veel trouwe én nieuwe donateurs ieder jaar voor de juiste middelen om zijn doel te bereiken.
Als donateur betrekken wij u graag bij het NMF. Onze trouwe relaties hebben een persoonlijke binding met onze musici, de instrumenten en de organisatie.
Sluit u zich nu bij ons aan en steun het NMF in zijn missie. Gebruik hiervoor bijgaande donatiekaart of ga naar onze website: www.muziekinstrumentenfonds.nl
FOTO MELLE MEIVOGEL
Hier zat een donatiekaart om het NMF te steunen. Die is zo te zien al gebruikt. Gelukkig kunt u ons ook steunen via www.muziekinstrumentenfonds.nl Dank u wel!
Vouw uit, kleur in en win een kinderconcert voor de hele klas Uitvouwen: 441 NMF-musici
Aan één van de muren van het NMF-kantoor hangt een groot doek met foto’s van de ruim 400 NMF-musici. Een indrukwekkend gezicht: zoveel musici bespelen onze collectie en voelen zich gesteund in hun studie of carrière. Het doek trekt veel aandacht. Mensen die bij het NMF langskomen, lopen er direct naartoe en zoeken naarstig naar bekende gezichten. Het overzicht van de musici staat de laatste jaren ook in ons magazine en we hebben af en toe gewisseld van de plek, het formaat en de vorm. Dit keer kunt u alle 441 NMF-musici (van 2018) aan uw eigen muur hangen! Vouw de poster uit, zoek er een mooi plekje voor en uw visite zal er met veel belangstelling naar kijken. Let maar op.
En de (klein-)kinderen kunnen instrumenten kleuren!
Op de achterkant van de poster vindt u de gehele NMF-collectie in beeld, maar nog niet in kleur. Strijkinstrumenten, vleugels, harpen, enkele blaasinstrumenten: onze collectie is divers en kleurrijk. Wist u bijvoorbeeld dat wij een groene Bechstein-vleugel hebben? En een donkergrijze harp? En dat de kleuren van (viool) lak uiteenlopende omschrijvingen hebben, zoals licht geelbruin of diep donkerrood? Wij zijn benieuwd naar de creativiteit van uw (klein-)kinderen en nodigen ze uit de instrumentenkleurplaat naar hartenlust in te kleuren. Stuur ‘m op aan het NMF of maak er een foto van en zet deze op Instagram met de hashtag #muziekinstrumentenfonds. De twee leukste inzendingen winnen een kinderconcert voor de hele klas! Meedoen kan tot 1 oktober 2019.
53
&
in the picture
Remy van Kesteren de nieuwe Salvi “Réus 49” sinds mei 2018 in bruikleen
“De mogelijkheden en klank zijn enorm!” D e muzikant, componist en artistiek leider van het Dutch Harp Festival, Remy van Kesteren (1989), speelt sinds zijn vijfde harp en is na zijn studie aan de conservatoria van Utrecht, Amsterdam en Parijs een eigen weg ingeslagen. “De droom die ik voor me had - de Janine Jansen van de harp worden - bleek uiteindelijk niet de mijne. Toen ik de meeste muziek gespeeld had die voor harp geschreven is, besloot ik zelf te gaan schrijven en mijn eigen muzikale taal te ontdekken. Dat pad bewandel ik sindsdien en ik ben enorm gelukkig dat het NMF mijn zoektocht naar nieuwe artistieke mogelijkheden heeft willen steunen.
Ik droomde van een nieuwe harp, met extra mogelijkheden, meer snaren, zowel akoestisch als elektrisch te versterken en toegerust met een demppedaal. Dankzij de niet aflatende steun van het NMF en de geweldige harpbouwers van het Italiaanse harpmerk Salvi is dat gedroomde instrument nu werkelijkheid geworden: de Réus 49”. Een harp met 49 snaren is bijzonder, want de grootste norma-
54
le harpen die bestaan hebben er hooguit 47. En op een gewone harp kun je niet zomaar twee extra snaren aanbrengen. De trekkracht op de snaren van een klassieke concertharp is normaal zo’n 1.200 kilo. Met twee snaren erbij zou die met honderd kilo toenemen. Het klankbord, zo’n anderhalve millimeter dik, zou kunnen breken door de spanning. De klankkast moest dus groter. Kortom, de bouw was een ingewikkeld proces, dat vier jaar heeft geduurd. In mei 2018 werd de Réus 49 officieel gepresenteerd op het Dutch Harp Festival. “Dit nieuwe instrument ben ik nog steeds aan het ontdekken en de mogelijkheden en klank zijn enorm!” Tegelijk met het uitkomen van zijn nieuwe album in februari is zijn nieuwe tournee met de Réus 49 door Nederland gestart.
FOTO KAUPO NIKOLAJKIKKAS LUND | © CONCERTGEBOUW
55
Strijkstokken
“Instrumenten kunnen ons iets leren. Zeker Strads.� 58
interview Quartetto di Cremona Quartetto di Cremona is een zeldzame kamermuzikale bloem in de achtertuin van operaland Italië. Bijna twee jaar lang kregen deze strijkers het beroemde Paganini-kwartet te leen: vier Stradivari’s verzameld door de mythische 19de-eeuwse vioolvirtuoos. ‘Strads zijn eigenzinnig, ze laten zich niet dwingen, je moet de klank uit het instrument bevrijden.’
TEKST JOOST GALEMA
FOTO NIKOLAJ LUND
In de vier koffers in de lobby van Hotel Impero in Cremona zitten miljoenen euro’s - niet in baar geld, maar in muziekinstrumenten. Simone Gramaglia, de altist van het Quartetto di Cremona, klikt zijn vioolkist open. Maar er gebeurt niets. ‘De geschiedenis zwijgt’, grijnst hij. De opmerking verwijst naar een net opgediste anekdote over Jascha Heifetz. Zo’n halve eeuw geleden klampte een bewonderaar de legendarische musicus aan na een recital. ‘Maestro, wat klinkt uw viool toch prachtig’, zei de oude vrouw. Waarop Heifetz het instrument tegen zijn oor hield en antwoordde: ‘Ik hoor anders niks.’ Gramaglia pakt zijn altviool. ‘Aangezien dit een Strad van Niccolò Paganini was, hoopte ik dat zij uit zichzelf zou spelen, maar helaas… Zo magisch is de wereld nou ook weer niet.’ Hij laat het glanzende houten lichaam verleidelijk draaien in zijn handen. ‘Vrouwelijke vormen’, knikt hij. ‘Ik zie haar als een beeldschoon en krachtig meisje.’
59
De Strad vereist een vederlichte aanpak. Soms moet je tegen je eigen natuur ingaan. ‘Bofkont’, grinnikt tweede violist Paolo Andreoli. Van de vier Strads uit het Paganini-kwartet bespeelt Gramaglia ongetwijfeld de meest kostbare. Er resteert nog slechts een tiental altviolen van Stradivari. Deze zeldzaamheid bracht nazaten van altist Peter Schidlof van het Amadeus Quartet er vijf jaar geleden toe voor de zijne een minimumbedrag te verlangen van liefst 45 miljoen dollar. Die prijskaart werd zelfs fanatieke verzamelaars te gortig. En dus bleef de viool uit 1719 - bijgenaamd The MacDonald - in de kluis, waar hij nu al ruim drie decennia ligt. In historisch opzicht vertegenwoordigt de Paganini-Mendelssohn (1731), die Gramaglia vasthoudt, een grotere waarde. Want voor dit instrument schreef de Franse componist Hector Berlioz - op verzoek van Paganini - het beroemdste altvioolconcert uit de muziekgeschiedenis, Harold en Italie. De virtuoos zelf weigerde het stuk na lezing te vertolken: hij vond dat de solist ‘te veel maten rust had’. Zijn tweede bijnaam dankt de altviool aan een latere eigenaar, bankier en kunstverzamelaar Robert von Mendelssohn, achterkleinkind van de Duitse filosoof Moses Mendelssohn, en daarmee een ver familielid van componist Felix.
Bewogen historie
De geschiedenis van het Paganini-kwartet begon met een bankroet. Toen violist Paganini (1782-1840) rond zijn vijftigste het einde voorvoelde van de loopbaan als rondreizend virtuoos, bezon hij zich op nieuwe manieren om zijn rijkdom in stand te houden. Maar dat fortuin ver-
60
FOTO NIKOLAJ LUND
interview Quartetto di Cremona
dampte door een onverstandige investering in een casino in Parijs. Paganini moest dus op zoek naar inkomsten. Hij zag een nieuwe goudmijn in de ontluikende handel in strijkinstrumenten uit de glorietijd van Cremona. In de Noord-Italiaanse stad steeg de vioolbouw in de zeventiende en achttiende eeuw tot ongekende hoogte onder de vaardige handen van vooral de families Amati en Guarneri en de eenzelvige Antonio Stradivari, de absolute meester. ‘Cremonezen beweren dat hun vioolbouwers deden wat in hun macht lag’, zei de vroege verzamelaar graaf Cozio di Salabue, ‘behalve Stradivari, de magiër die met instrumenten deed wat hij wilde.’ Paganini bedacht dat de Cremonese violen aanzienlijk in waarde konden stijgen wanneer hij ze verbond met zijn eigen mythe. En daarom begon hij een netwerk van handelaren, via wie hij anoniem violen en cello’s kon aanschaffen. Een van zijn ingevingen was het samenstellen van een strijkkwartet met Stradivari’s. Een jaar voor zijn dood is het zover. Hij schrijft in een brief aan een handelaar: ‘Mijn vreugde geldt het bezit van deze mooie cello. Ik zal hem altijd bij me houden, samen met de viool die het kwartet volledig maakt.’ Primarius werd de Comte Cozio di Sala bue (1727), door Paganini tot olifant betiteld vanwege de brede afmetingen en zijn rijke klank in de laagte. Als zijn tweede viool koos hij de bijna vijftig jaar oudere Desaint (1680), vermoedelijk niet omdat hij bij de andere drie paste, maar omdat het instrument op zichzelf niet genoeg geld zou opbrengen. De Men
delssohn-altviool en de Ladenburg-cello (1736) completeerden het kwartet. Toen Paganini stierf, bezat hij liefst elf Strads, waaronder het kwartet. Zijn plan werkte ten dele. De meeste instrumenten kregen voor een goede prijs een andere eigenaar, maar het lukte zoon Achille en de Parijse vioolbouwer en handelaar Jean-Baptiste Vuillaume niet om het strijkkwartet te verkopen. Twaalf jaar na Paganini’s dood besloten beide mannen het daarom te splitsen. Hierna leidden de instrumenten afzonderlijke levens. De nieuwe bezitters leverden hun de bijnamen Desaint, Mendelssohn en Ladenburg op. Bijna een eeuw later slaagde de New Yorkse handelaar Emil Hermann erin het viertal weer samen te brengen. Het Paganini-kwartet vormde het pronkstuk van de Stradivari-expositie in Philadelphia in 1944, het driehonderdste geboortejaar van de vioolbouwer. Een decennium besteedde Hermann aan de hereniging, deels uit idealisme maar eveneens gokkend op een recordopbrengst. Het leek vergeefs. Er meldden zich geen kopers. Twee jaar nadien liep cellist Robert Maas de winkel van Hermann binnen en ontdekte het Paganini-viertal. Hij stond toen op het punt een strijkkwartet te vormen met onder meer violist Henri Temianka. Maas kon rekenen op de steun van Anna Clark, de rijke weduwe van een Amerikaanse politicus en industrieel. Hij haalde haar over de instrumenten te kopen. De musici kregen ze van haar in bruikleen, en noemden zichzelf het Paganini Quartet. Na haar dood liet Clark de Strads na aan de Corcoran Gallery of Art in Washington, en legde testamen-
61
Niet dwingen
En ook de Italiaanse musici moeten de instrumenten dit voorjaar weer afstaan. Door een machtswissel bij de Nippon Music Foundation komen ze niet meer in aanmerking voor de uitleen. ‘Ik geloof dat het nieuwe bestuur zich uitsluitend wil richten op jong talent’, vertelt altist Simone Gramaglia. ‘En als veertigers vallen wij kennelijk niet in die groep.’ Hij zegt het zonder spijt of wrok. ‘Het was mooi zolang het duurde.’ ‘Zonde is het wel’, vindt primarius Cristiano Gualco. ‘Want voor je het weet gaan deze vier Stradivari’s voortdurend van hand tot hand. Dat gaat tegen hun natuur in. Deze instrumenten bezitten een eigenzinnig karakter, waardoor het een paar jaar duurt voor ze onder nieuwe vingers tot volle bloei komen. Het is zelden
62
liefde op het eerste gezicht. Ik kan niet diep de snaren in zoals op mijn andere viool. De Strad vereist een vederlichte aanpak. Soms moet je tegen je eigen natuur ingaan.’ Tweede violist Paolo Andreoli had daarmee de meeste moeite, erkent hij. ‘Het beangstigde me, omdat de Desaint niet de toon voortbracht die ik in gedachten had. Het was moeilijk ermee in gesprek te gaan. En ik wil geen slaaf van mijn viool worden. Haar klank was warm en donker. Ik miste de helderheid die een tweede viool nodig heeft, om vanuit de achtergrond soms naar voren te treden, om met het evenwicht binnen het kwartet te kunnen spelen.’ Het debat of deze veel oudere tweede viool muzikaal goed in het kwartet past, woedt al sinds Hermann driekwart eeuw terug de vier instrumenten herenigde. Zij is zo’n halve eeuw ouder dan de andere drie Stradivari’s. ‘Mijn cello is de laatste die hij bouwde’, zegt Giovanni Scaglione. ‘Een jaar voor zijn dood, op zijn tweeënnegentigste.’ Niettemin hebben de anderhalf jaar met het Paganini-kwartet zijn vruchten afgeworpen, vindt primarius Gualco. ‘Deze zomer reisden we voor concerten naar Albanië. We moesten de Strads thuislaten, want niemand wil ze in zo’n land verzekeren. Dus onze andere instrumenten gingen mee. En die bleken plotseling veel rijker van klank dan vroeger. Alsof we beter wisten hoe we met hen moeten omgaan. Instrumenten kunnen ons iets leren. Zeker Strads. Die kan je niet intuïtief benaderen, daar moet je bij nadenken. Guarneri’s bijvoorbeeld stellen een musi-
cus in staat om diep de snaren in te duiken. Daarom zijn zij bij veel solisten geliefd, want met een orkest achter je, wil je het gevoel hebben dat je ervoor kunt gaan. In Berlijn sprak ik met Lukas Hagen over zijn ervaringen met het Paganini-kwartet. Hij zei: “Oefen geen druk uit. Zelfs wanneer je haar niet kunt horen, vertrouw erop dat de viool voor het publiek verstaanbaar is. Het is de enige weg.” En Hagen had gelijk. De klank laat zich niet dwingen, je moet haar uit het instrument bevrijden.’
FOTO NIKOLAJ LUND
tair vast dat de instrumenten nooit meer van elkaar mochten scheiden. Het museum bleef aanvankelijk de Paganini’s uitlenen, onder meer aan het Cleveland Quartet, maar ze waren een fremdkörper in de collectie. Daarom werden ze halfweg de jaren negentig verkocht aan de Japanse Nippon Music Foundation voor vijftien miljoen dollar. Die stelde ze ter beschikking aan het Tokyo String Quartet, dat de Paganini’s zo’n anderhalf decennium bespeelde. Toen het Japanse ensemble acht jaar geleden ophield te bestaan, begonnen de Paganini’s een zwervend bestaan. Vier jaar woonden ze in Salzburg bij het Hagen Kwartet, en anderhalf jaar geleden gingen ze over in handen van het Italiaanse Quartetto di Cremona.
interview Quartetto di Cremona
Quartetto di Cremona Italië staat niet bekend om zijn kamermusici. Toch bracht het land een van de beroemdste en beste strijkkwartetten uit de twintigste eeuw voort: het Quartetto Italiano (1945-1980). Het Quartetto di Cremona groeide uit tot diens erfgenaam. Primarius Cristiano Gualco en altist Simone Gramaglia begonnen ermee, rond de eeuwwisseling, toen zij studeerden aan de Cremonese Accademia Walter Stauffer, een opleiding voor strijkers. n die eerste jaren volgden zij onder meer masterclasses bij landgenoot Piero Farulli, de oud-altist van het Quartetto Italiano, ‘die vooral de betekenis van de noten benadrukte’, zegt Gualco. Later vulde het jonge strijkkwartet die kennis aan bij de Duitser Hatto Beyerle, voormalig altist van het Alban Berg Quartett.
‘Dat bleek een botsing van inzichten’, zegt Gramaglia. ‘Want hij vond dat je de snellere metronoom-aanwijzingen van Beethoven in ogenschouw moest nemen. Voor Farulli daarentegen moest het tempo altijd de weerspiegeling vormen van het kloppen van een hart, niet van het tikken van een metronoom. Die twee uiteenlopende filosofieën stelden ons in staat een eigen weg te vinden: een mengsel van Beyerle’s analytische benadering en Farulli’s pathos.’ Voor de volledige opnamen van de Beethoven-kwartetten bij label Audite won het Quartetto di Cremona twee jaar geleden talloze prijzen, waaronder de Duitse ECHO Klassik. En half maart kreeg het kwartet de prestigieuze Franco Buitoni Award, waaraan een geldbedrag van zo’n 35.000 euro is verbonden.
Niccolò Paganini (1782 – 1840)
63
RECENT IN DE COLLECTIE
KLANKTEST VOOR JONG CONTRABASTALENT
SASHA 64
FOTO FOPPE SCHUT
TEKST KATRIEN KLOOS
“And? What do you feel?”, roept
Olivier Thiery vanuit de zaal naar Sasha Witteveen op het podium. Sasha mocht in februari 2019 negen contrabassen uitproberen. De 15-jarige contrabasstudente deed bij het NMF een aanvraag voor een bas die past bij haar veelbelovende ontwikkeling. Dankzij een genereuze gift van een betrokken particuliere donateur konden we op zoek naar een mooie contrabas voor onze collectie, én voor Sasha. We organiseerden een klanktest in de Haitinkzaal van het Conservatorium van Amsterdam. Het plan was om vier instrumenten te testen, maar gaandeweg meldden zich steeds meer topbassen aan.
Foedralen en ritsen Negen contrabassen
worden het podium opgedragen en uit hun foedralen geritst. De een nog mooier dan de andere. Een nieuwe Italiaan, Landolfi-model, speciaal op Sasha’s maat gebouwd door Sergio Scaramelli uit Ferrara – ze bezocht afgelopen zomer zijn atelier tijdens een Italiaans muziekfestival. Twee 19e-eeuwse Italianen, een iets jongere Zuid-Italiaan, een grote Fransoos, drie fraaie Duitsers, een prachtige blankhouten Nederlander, nog ongelakt. Bouwer Jurgen Preyer: “Het geluid kan nog alle kanten op, voelt zich nog helemaal vrij.” En een bijzondere bas met een prachtig gevlamd achterblad van muschel ahorn. Dit instrument was ooit eigendom van Eduard van Beinum.
Baskennis Gelukkig wordt Sasha bij deze
bijna onmogelijke keuze bijgestaan door twee grootheden op de bas: haar docent Olivier Thiery, contrabassist bij het Concertgebouworkest en zijn oud-leerling Ricardo Neto, onlangs benoemd tot bassist van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Aan de ene kant is het een feest, met
zoveel mooie instrumenten en baskennis bij elkaar. Aan de andere kant ontzettend spannend, vooral voor Sasha zelf. In de zaal zitten behalve twee collectiebeheerders van het NMF ook zes contrabaskenners, bouwers en restauratoren. Mee te luisteren en te fluisteren bij dit basvergelijk en erg nieuwsgierig hoe de bassen klinken in zo’n mooie grote zaal bespeeld door zulke topbassisten.
Roffels en glissandi Bij de keuze voor de
bas voor Sasha gaat het om de klank, maar ook of de bas qua vorm en omvang bij haar past. Sasha speelt en voelt wat prettig is. De zware Franse bas valt af, de grote Duitse ook. Dan nemen Olivier en Ricardo de instrumenten onder handen. Sasha verhuist naar de zaal. “Het is zo fijn dat ook Ricardo is gekomen. Ik ken vooral het spel van Olivier. Nu kan ik extra goed luisteren naar de klank.” Zware roffels, hoge glissandi, alles trekken de bassisten uit de kast. Sasha luistert, speelt en wikt en weegt. De contrabassen verhuizen van links naar rechts op het podium – de ‘ja-neestapels’ – en twee uur later zijn er nog twee over. Een piepjonge en een stokoude Italiaan. Sasha heeft ze alle twee meegenomen om ze beter te leren kennen en er intensief op te spelen in de lessen van Olivier.
Speelgemak Enkele weken later kregen we
bericht. Het is de Scaramelli geworden! Sasha: “Die past me het best. Het voelt alsof hij op alle manieren voor mij is gemaakt. De klank, de vorm, het speelgemak. Ik ben er heel blij mee!” De krasse oude Italiaan ging trouwens ook nog niet terug naar huis. Olivier was erg onder de indruk van hem en gaf hem op proef door aan een collega-bassist.
+ 9 BASSEN 65
Collecties binnen de collectie TEKST FRITS SCHUTTE
Max Rodriguez
Röntgen
Elk instrument en iedere strijkstok in de collectie van het NMF heeft een eigen geschiedenis. Achter ieder ‘collectiestuk’ schuilt een verhaal waarvan de inhoud met de jaren dankzij de bespelers steeds breder en kleurrijker wordt. Elk onderdeel van onze collectie staat dus op zich, zou je zeggen. Maar dat is toch niet helemaal waar. Een flink aantal instrumenten en strijkstokken maakt deel uit van een collectie binnen onze collectie.
2014
Een familieaangelegenheid
De samenstelling van die collecties zegt vaak veel over de oorspronkelijke eigenaar of soms zelfs over een hele familie waarin de collectie door de generaties heen tot stand kwam. Of het zegt iets over degene of de familie die een som geld beschikbaar stelde zodat het NMF een collectie kon samenstellen. Collecties staan op zich en hebben een eigen verhaal, een verhaal dat gedeeld wordt door de onderdelen van die collectie. We lichten een paar van die verhalen uit.
66
Willem Vogelaar
Kersjes-van de Groenekan
Max Rodriguez– collectie
Nooit meer in de handel
Daniel ter Berg
Buziau
Max Rodriguez (1907-1991) was cellist in het Concertgebouworkest met een opvallend grote interesse voor oude strijkinstrumenten en -stokken. Hij bleek oog te hebben voor kwaliteit, want hij verzamelde een aantal hoogwaardige instrumenten en strijkstokken die vandaag de dag zeer waardevol zijn. Denk bijvoorbeeld aan de Guadagnini-cello die nu door Viola de Hoog wordt bespeeld, of aan de zeldzame Guarneri del Gesù-viool die sinds de schenking 800% in waarde steeg. Een viool- en een cellostrijkstok van de Russische bouwer Nikolaus Kittel verdubbelden in waarde nadat experts uitgebreid onderzoek naar deze bouwer deden en daar in 2011 een boek over uitgaven. De Kittel-cellostok (in bruikleen bij Joachim Eijlander) bleek zo bijzonder, dat hij werd geselecteerd om in werkelijke grootte te worden afgebeeld in het boek. In zijn tijd moesten Max Rodriguez en zijn vrouw al een flinke financiële aderlating doen voor de aankopen, maar van explosieve waardestijgingen was toen nog geen sprake. Max zag met lede ogen aan hoe het in de loop der jaren vooral voor een jongere generatie collega’s steeds moeilijker werd om een hoogwaardig instrument (of strijkstok) in eigendom te krijgen. Hij meende dat de prijsopdrijvende werking vanuit de handel de belangrijkste oorzaak daarvan was en hij nam zich dan ook voor om de door hem opgebouwde collectie nooit meer te laten verhandelen. Zo groeide het idee om de collectie in zijn geheel in bruikleen te geven aan het NMF. Na zijn dood gaf Hedwig Rodriguez hier gehoor aan. In 1997 besloot ze de bruikleen om te zetten in een schenking, met uitzondering van een cello en een paar strijkstokken, die door het NMF werden aangekocht. Eén van de voorwaarden bij de schenking was dat de collectie in zijn volledigheid bij het NMF zou blijven. De Max Rodriguez-collectie bestaat uit vier Italiaanse meesterinstrumenten en zestien waardevolle strijkstokken en is daarmee de grootste en meest waardevolle ‘interne’ collectie bij het NMF. Huidige waarde € 4.600.000
Oskar Back 67
Kersjesvan de Groenekan–collectie
Ode aan een levenspartner
Het was najaar 1999 toen dirigent Anton Kersjes ons kantoor belde met de vraag of we een keer met hem wilde komen praten. Kort daarna gingen de toenmalige NMF-directeur en ik bij hem op bezoek in zijn huis in Blaricum. Na koffie, koek en een paar prachtige anekdotes uit zijn rijke carrière, bracht hij het onderwerp op zijn recent overleden echtgenote Margreet van de Groenekan. Zij was zelf een begenadigd violiste geweest en in haar nalatenschap bevonden zich vier violen, een cello en tien strijkstokken. De Lupot-viool, een Italiaanse viool uit de vroege 17e eeuw en de strijkstokken van topbouwers Fétique en Lamy vormen de hoogwaardige kern van de collectie. Maar ook de Erhard Uebel-viool (Amsterdam 1942) moet genoemd worden. Volgens Kersjes was dat de favoriete viool van zijn vrouw. Rosanne Philippens kreeg deze viool van het NMF in bruikleen en won er in 2009 het Oskar Back-concours mee. Kersjes vond dat de collectie bij het NMF het beste op zijn plaats zou zijn en hij wist dat hij daarmee de bedoelingen van zijn echtgenote eer aandeed. In 1994 hadden zij samen het Kersjes van de Groenekan Fonds opgericht met als doel jonge muziektalenten te stimuleren en te steunen in hun ontwikkeling. Hun fonds was er echter niet op ingericht om instrumenten in bruikleen te geven en het was voor Anton Kersjes een geruststelling te weten dat de collectie bij het NMF in goede handen zou zijn. Alsof dat nog niet genoeg was, vertelde hij ons dat hij bovendien had besloten om ook zijn geliefde Bechstein-vleugel aan het NMF te schenken, maar daar wilde hij nog tot aan zijn dood zelf gebruik van maken. Zo kwamen de violen, cello en stokken in 2000 in onze collectie, en kregen we de Bechstein na het overlijden van Anton Kersjes in 2004. Huidige waarde € 460.000
68
Röntgen– collectie
Een muzikale familie
Edvard Röntgen (1902-1969) was de vierde zoon van componist Julius Röntgen. Edvard studeerde cello bij onder meer Pablo Casals en Isaac Mossel en werkte tot aan zijn pensioen in het Residentie Orkest, waar hij de positie van tweede solocellist vervulde. Samen met zijn broers Joachim en Johannes vormde hij het Röntgen-pianotrio. Edvards weduwe (Freda Röntgen-Chériex) en zijn zoon Julius besloten begin jaren 90 het grootste deel van zijn instrumenten- en stokkencollectie aan het NMF in bruikleen te geven, met als doel om de collectie bijeen te houden en jonge musici de kans te bieden de instrumenten te bespelen. Topstuk uit de collectie is de cello van Gennaro Gagliano uit Napels, 1734. Edvard had deze cello geërfd van zijn halfbroer Engelbert, solocellist van het orkest van de Metropolitan Opera en lid van het Woodstock String Quartet. De Gagliano werd door het NMF de eerste jaren in bruikleen gegeven aan Cecilia van Hoof, die in het Residentieorkest dezelfde plaats innam als Edvard Röntgen. Sinds 2001 wordt de cello bespeeld door Michael Müller, nu aanvoerder in het Radio Filharmonisch Orkest en tot 2012 cellist van het gerenommeerde Parkanyi kwartet. In 1992 kon het NMF de Gagliano-cello aankopen. De collectie bestaat verder uit een cello van Wilhelm Paul Kunze uit Den Haag 1927, een ¾-cello uit Mittenwald eind 18e eeuw en vijf hoogwaardige cellostokken van bouwers als Hill, Fétique en Bernardel. Huidige waarde € 564.000
De Willem Vogelaarcollectie ‘Een familieaangelegenheid’
De grootste schenking van de afgelopen tien jaar is afkomstig van de familie Vogelaar. Oud-directeur Marcel Schopman legde het verhaal achter deze familie prachtig vast in een interview met Floris Vogelaar (te lezen op onze website). Floris was degene die in 2014 contact opnam met het NMF om de mogelijkheden te bespreken rond een vermogen dat was opgenomen in een stichting die hij met zijn broer Willem had opgericht. Willem was in 1997 overleden en Floris wilde het oorspronkelijke idee ten uitvoer brengen om een instrumentencollectie aan te leggen die in bruikleen gegeven zou worden aan talentvolle musici. In eerste instantie was het plan om dit in eigen beheer te doen, maar toen het NMF in beeld kwam, groeide het besef dat de selectie, aankoopprocedure en het beheer bij het NMF in professionele handen zou zijn. Allereerst werd de Yamaha-vleugel van Willem Vogelaar aan het NMF geschonken. Met het beschikbare bedrag van ruim acht ton heeft het NMF op zorgvuldige wijze, en in nauw overleg met Floris Vogelaar, een prachtige collectie samengesteld. Zo konden we twee oudhollandse cello’s van respectievelijk Joh. Theodorus (1771) en Joh. Bernardus Cuypers (1810) aan de collectie toevoegen. Ook selecteerden we een unieke Engelse bas (± 1800) en een Italiaanse bas van Cesare Candi (± 1920). De kostbaarste aankoop betreft de Gennaro Gagliano-viool (± 1755) uit Napels. Al deze instrumenten worden bespeeld door toptalenten. Ruim een maand geleden is door bouwer Gerard Tuinman in Utrecht de laatste hand gelegd aan een fortepiano met twee uitwisselbare klavieren, naar een origineel van Johann Andreas Stein uit 1783. Hiermee is de Willem Vogelaar-collectie compleet! Huidige waarde € 885.500
Enkele andere collecties NMF
Daniel ter Berg-collectie
Een collectie van 35 strijkstokken, een viool en een altviool, alle gebouwd door Daniel ter Berg. De collectie werd in 1995 aan het NMF geschonken door de moeder van Daniel ter Berg. Daniel ter Berg (1950-1983) was een zeer veelbelovende stokkenbouwer. Waarde € 110.000
Buziau-collectie
Deze collectie van 19 strijkstokken en 2 violen werd in 1995 aan het NMF in bruikleen gegeven door de dochter en erfgename van Eugène Raoul Buziau (1909-1990). Buziau was onder meer violist in het Residentie Orkest. In 2004 werd de bruikleen omgezet in een schenking, op één vioolstrijkstok van Victor Fétique na, die door het NMF werd aangekocht. Deze strijkstok vindt u overigens terug op pagina 56. Waarde € 84.500
Oskar Back-collectie
Deze collectie van 12 violen werd jarenlang beheerd door het Studiefonds Oskar Back (SOB) die ze in bruikleen gaf aan conservatoriumstudenten en prijswinnaars van het Oskar Back-concours. In 2009 besloot het bestuur van het SOB de 11 violen aan het NMF te schenken. Eén viool (de ‘ex-Paul Godwin’ Stradivarius) werd aan het NMF deels verkocht en deels geschonken. Waarde € 966.000
69
&
in the picture
Merel Vercammen Postacchini-viool uit ca. 1810 sinds oktober 2014 in bruikleen
“Ik probeer altijd weer nieuwe klankkleuren te vinden” “O
p de bres voor vrouwelijke componisten”, kopte de Telegraaf over violiste Merel Vercammen (1988) in oktober 2018. Merel begon op jonge leeftijd met vioolspelen. Ze kreeg studiebeurzen, won vele prijzen, nam deel aan masterclasses, festivals en gaf concerten in de meeste landen van Europa. Ze staat bekend om haar poëtische spel. ’Ik ben altijd op zoek naar hoe ik de poëtische zeggingskracht in mijn spel kan vergroten en daarbij probeer ik altijd weer nieuwe klankkleuren op mijn viool te vinden. Dankzij het NMF kan ik deze zoektocht sinds 2014 voortzetten op een prachtige Italiaanse viool van Postacchini!’ Merel is niet de violiste die volgzaam doet wat van een klassiek violiste verwacht wordt. ‘Ik houd van de weg van de meeste weerstand. Als ik mijn eigen repertoire samenstel, dan heeft Beethoven minder mijn voorkeur. Mijn projecten zijn vaak wat eigenwijzer.’ Zo stond ze als improvisator en gastsolist veertig keer in de voorstelling van Herman van Veen in Carré. Ook ontwikkelde ze een interactieve voorstelling over
70
muziek en het brein, waarin het publiek live ontdekt of je slimmer kunt worden door het luisteren naar muziek. ‘Ik kies stukken met een verhaal en ik geef graag onbekende muziek, vrouwen en componisten van nu een podium. Hun werk kan iets vertellen over de tijd waarin we staan. Zo is het ook met Mathilde Wantenaar, ze daagt me uit om mijn instrument vanuit een andere invalshoek te benaderen.’ Haar debuutalbum Symbiosis, dat in maart dit jaar verscheen, is het resultaat van een lange samenwerking met deze jonge componiste (1993). Samen met de Russische pianiste Dina Ivanova (prijswinnares van het laatste Liszt Concours) laat Merel ook een laatromantische sonate klinken van de onbekende vrouwelijke componiste Poldowski, dochter van Wieniawski.
FOTO MARCO BORGGREVE
71
TEKST THIJS DEMEULEMEESTER
De wonderen zijn de wereld nog niet uit
Draken op sterk water, opgezette dodo’s, kunstwerken in ivoor, exotische muziekinstrumenten. In de renaissance ontstond de mode om de wonderlijkste objecten te verzamelen in één wunderkammer. Die traditie legde de basis voor de musea van nu. Een inleiding. ‘Ze kopen curiositeiten omdat ze zeldzaam of oud zijn. Maar het resultaat is niks meer dan bric-à-brac.’ Galileo Galilei (1564-1642) had het niet zo op wunderkammern, laat staat op hun eigenaars. Hij vond die verzamelaars ‘met hun versteende krabben, gedroogde kameleons en spinnen in een blokje amber’ nogal banaal. En hun curiositeitenverzamelingen noemde hij ‘onsamenhangend en onvolledig’. Hij had natuurlijk een punt: een wunderkammer ís per definitie heterogeen. Zeker door de ogen van een wiskundige annex astronoom, die de wereld en de kosmos op een wetenschappelijke manier benadert. Wat hoorde er zoal in een klassieke wunderkammer in de tijd van Galilei? Traditioneel waren er vier verzameldomeinen, die in een curiositeitenkabinet vertegenwoordigd moesten zijn. Naturalia zijn de wonderen uit de natuur, denk maar aan schelpen, mineralen of ‘spinnen in een blokje amber’. Preciosa zijn wonderen van de mens: handgemaakte ambachtelijke kunstwerken, bijvoorbeeld een pronkbeker in gedraaid ivoor of prestigieus zilverwerk. Exotica zijn reisobjecten, meegebracht van verre, onbekende oorden. En scientifica zijn wetenschappelijke instrumenten, bijvoorbeeld zonnewijzers of scheepskompassen, die academische eruditie uitstralen. Een beetje wunderkammer had objecten uit die vier deelgebieden. Het doel was om in één kamer ‘een samenvatting van de wereld’ te stockeren, met allerlei wonderlijke objecten en kunstwerken, zowel van menselijke als natuurlijke origine. Een bestof van het universum dus, zowel op vlak van kunst, natuur, wetenschap als ambacht.
Is een koraal versteend bloed?
Écht curieus wordt het als een object net tussen twee categorieën van de wunderkammer valt. Als je het op het eerste zicht niet goed kan thuisbrengen, wordt twijfel plots entertainment. Een voorbeeld van zo’n twijfelgeval: wanneer een goudsmid een zeldzame schelp verwerkt tot een prachtige drinkbeker: hoort dat object dan bij de kunstwerken van de mens (preciosa) of bij de kunstwerken uit de natuur (naturalia)? Is zo’n beker een ode aan de
schepping of net een uiting van menselijke superioriteit? Scherp gesteld: is de mens of de natuur de grootste kunstenaar op aarde? Een gelijkaardige discussie stelt zich bij een bloedkoraal: is dat een dier of een plant? Of toch een mythologisch wezen, ‘versteend zeewier, ontstaan uit het bloed van Medusa’ zoals Ovidius schreef? Wie een koraal in zijn wunderkammer had, had meteen gesprekstof met zijn bezoekers. Entertainment verzekerd. Dat gold ook voor een landschapssteen. In plakjes gezaagd lijken goedgekozen fragmenten van die natuursteen immers op een geschilderd landschapje. En als je die steen dan nog mooi inkadert, zorgt die ‘pietra paesina’ al helemaal voor verwarring. Je kan je de vraaggesprekken in de toenmalige wunderkammern zo inbeelden. ‘Raad eens: is dit het werk van de mens of van de natuur?’ Met wetenschap hadden die wunderkammern in de 15de, 16de en 17de eeuw niks te maken. Je macht, kennis en rijkdom ermee showen: daar draaide het om. Lees: uitpakken met wat je hebt én wat je weet. Een curiositeitenkabinet was een soort collectiedepot, dat verwondering moest uitlokken bij de bezoeker. Casper F. Neickel had in zijn boek ‘Museographia’ een goeie tip voor bezoekers aan een wunderkammer: ‘Zorg dat je handen schoon zijn. Loop gedwee achter de gids aan. Toon geen bewondering voor dingen die niet echt zeldzaam zijn. Anders maak je jezelf belachelijk.’ Een kunstkamer was ook een persoonlijke PR-stunt, want wie over al die kunstobjecten of wonderen der natuur iets kon vertellen, moest wel ‘een man van de wereld’ zijn: een verstandig, bereisd, belezen persoon met een kosmopolitische smaak. Anders gezegd: wie zo’n interessante collectie had, moest wel een interessante mens zijn.
Duurste schelp ter wereld
De opkomst van de wunderkammer ligt niet toevallig in de late 15de eeuw, toen de ontdekkingsreizigers zoals Colombus de toenmalige bekende wereld een stuk groter maakten. Hun expedities waren letterlijk grensverleggend. En dat had ook zijn gevolgen voor de toenmalige verzamelaars. Dankzij de ontdekkingsreizen (en later ook de
73
kolonisatiegolven) kwamen almaar nieuwe curiositeiten op de markt. En dat aanbod was evengoed onderhevig aan hypes en modes, net als hedendaagse kunst nu. Bepaalde schelpen, denk maar aan nautilussen of tulbandschelpen, waren zo’n hype, dat er volop mee gespeculeerd werd. De wenteltrap (Epitonium Scalare), een spiraalvormige schelp, was een tijdlang de duurste schelp ter wereld. Tot 4.000 gulden werd er in de 18e eeuw voor betaald, 15 keer zoveel als het jaarloon van een gemiddelde arbeider toen. Nu kost zo’n schelpje nog geen vijf euro.
Muziek in de wunderkammer
Zat er ook muziek in die kunstkamers? Werden muziekinstrumenten verzameld als preciosa? Wie stillevens uit de Gouden Eeuw bekijkt, ziet regelmatig muziekinstrumenten opduiken tussen andere wunderkammerobjecten: nautilusbekers, zilverwerk, exotische schelpen of Chinees porselein. Het betekent dat ze effectief verzameld werden én beschouwd werden als een kostbaarheid. In Schloss Ambras, bij Innsbruck, had aartshertog Ferdinand II van Oostenrijk (1529-1595) een wereldberoemde wunderkammer met encyclopedische ambitie. Tot zijn verzameling kunstobjecten behoorden ook veel muziekinstrumenten, waaronder een West-Afrikaanse traverso in ivoor. Ook in het 16de-eeuwse Spanje schreef markies Pedro Fajardo muziekgeschiedenis in de wunderkammertraditie. In zijn burcht in Vélez Blanco bewaarde hij een uitmuntende verzameling klavier- en snaarinstrumenten, waaronder een claviorganum:
74
een zeldzame kruising tussen een orgel en een klavecimbel. Die verzamelaars zochten natuurlijk niet zelf naar al die wonderlijke objecten. Gespecialiseerde dealers in wunderkammerobjecten, zoals de Augsburgse Philipp Hainhofer (15781647), reisden van kasteel tot koninklijk hof in Europa, om zeldzame vondsten aan te prijzen. Zij speelden niet alleen een diplomatieke rol tussen die machtshebbers, ze zochten ook op bestelling gericht naar de kostbaarste verzamelobjecten. Omdat hij best wat muziekinstrumenten plaatste in belangrijke collecties, schreef Hainhofer zelfs een handleiding over hoe je zo’n instrumenten in ideale omstandigheden moest bewaren.
Bakermat van de musea
We vergeten het weleens, maar de wunderkammern liggen in de 18de eeuw aan de basis van de huidige musea. In de late 15de eeuw en vroege 16de eeuw doken de eerste serieuze private verzamelingen op in Italië. Eerst bij clerici, aristocraten, wetenschappers, apothekers, dokters en mensen met een vrij beroep. John Tradescant (1570-1638) verzamelde samen met zijn zoon zoveel opgezette dieren in zijn wunderkammer, dat zijn collectie ‘De Ark’ werd genoemd. Hij had onder meer walvistanden, testikels van een bever, een zeemeermin, een draak en een opgezette dodo in huis. ‘Als je er een dagje rondloopt, zie je meer curiositeiten dan je anders in je hele leven zou zien. Zelfs al deed je niks anders dan reizen’, zei een geanimeerde bezoeker achteraf. Tradescants collectie belandde deels in het National History Museum van Oxford, terwijl de immen-
De wonderen zijn de wereld nog niet uit
se collectie van Hans Sloane – 73 000 stukken – in 1753 testamentair de basis vormde voor het British Museum. De eerste natuurhistorische musea in Londen, Brussel, Parijs en Wenen zijn in de late 18de eeuw en vroege 19de eeuw in het leven geroepen als instituut om de natuur te ordenen, te bewaren, te archiveren en te bestuderen. Al was het entertainmentgehalte niet helemaal verdwenen in die musea: opgezette wilde dieren stonden niet zelden in spectaculaire etalages met geschilderde decors. Ze waren het 19de eeuwse equivalent van een BBC-natuurdocumentaire.
Turtles
De jongste jaren woedt de wunderkammer hype weer volop. Er is weer vraag naar opgezette dieren, taxidermiecursussen boomen, op belangrijke antiekbeurzen worden naturalia of fossielen verkocht, in musea zie je ‘wunderkammerachtige’ opstellingen van heel uiteenlopende kunstobjecten. Een onsamenhangende smaak heet tegenwoordig ‘eclectisch’ en als je een heterogene collectie hebt, kan je dat gewoon een ‘hedendaags curiositeitenkabinet’ noemen. Maar hoe vertaal je het wunderkammerconcept naar de 21ste eeuw? Wat zijn de naturalia, preciosa, exotica en scientifica van nu? Wat is
nog exceptioneel in een wereld waar ontdekkingsreizigers haast niks meer te ontginnen hebben? Theatrum Mundi, een galerie uit het Italiaanse Arezzo, is gespecialiseerd in de ‘Wunderkammer van de toekomst’. Zij vinden bijvoorbeeld meteorieten of originele astronautenpakken hedendaagse voorbeelden van exotica: souvenirs van expedities naar onbekend terrein, in casu: het heelal. Theatrum Mundi gaat redelijk ver in het oprekken van de traditionele wunderkammerdefinitie. De scientifica van deze tijd zijn volgens hen bijvoorbeeld de eerste Macintosh-computer of het prototype van de Tesla: technologische doorbraken die de wetenschap vooruit helpen én onze tijd typeren. De galerie zoekt ook gericht naar props uit de filmindustrie. Een origineel Turtlespak, ontworpen door Jim ‘Sesamstraat’ Henson? Het astronautenpak dat Ben Affleck droeg tijdens de opnames van Armageddon? In Arezzo plaatsen ze dat soort memorabilia broederlijk naast zeldzame mineralen, narwaltanden en historische meetinstrumenten. Zinvol of niet? Zo’n Turtlespak aan je muur is alleszins een even grote conversatiestarter als een draak op sterk water 500 jaar geleden. Benieuwd wat Galileo Galilei daarvan zou vinden.
75
76
in the picture
&
Pieter van Loenen Sartory-strijkstok uit ca. 1920 sinds februari 2013 in bruikleen
P
ieter van Loenen (1993) is finalist van de Dutch Classical Talent Award. In maart en april 2019 was hij met een bijzonder soloprogramma op tournee langs de grote concertzalen van Nederland. De jury: “Van Loenen staat soeverein, vol zelfvertrouwen op het podium en met zijn diep muzikale spel neemt hij iedereen mee in zijn verhaal.”
FOTO MARCO BORGGREVE
Op jonge leeftijd begon Pieter met vioolspelen. Hij studeerde bij Vera Beths in Den Haag en bij de Noorse vioolvirtuoos Terje Moe Hansen in Oslo. In 2016 won hij de 2e Prijs van het Nederlandse Vioolconcours Oskar Back en hij studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag af met een 10 met onderscheiding en ontving hiervoor de Fock-medaille voor het beste eindexamen. Met het Nationale Ballet werkte hij samen in het eerste virtual reality-ballet ter wereld, waarin hij de muzikale hoofdrol vertolkte.
“Mijn stok en viool zijn ideale partners”
Pieters (eigen) viool is gebouwd in 2011 door Marc de Sterke. Hij speelt met een strijkstok van de invloedrijke Franse stokkenbouwer Eugène Sartory, die hij in bruikleen heeft van het NMF. “Als je zelf een strijkinstrument bespeelt, weet je hoe belangrijk de rol van een strijkstok is. Het is voor mij een absolute buitenkans geweest de afgelopen jaren een Sartory-stok van het NMF te mogen gebruiken.
Een goede stok leert je spelen en dat is wat deze Sartory nu al een aantal jaar voor mij doet. Ik heb geleerd dat ik deze stok gewoon zijn gang kan laten gaan: hoe minder ik hem probeer te bedwingen, hoe meer kleuren er mogelijk blijken te zijn. Dit heeft er ook mee te maken dat mijn stok en mijn viool ideale partners zijn.”
77
Een blik op 2018 1 directeur/bestuurder 4 medewerkers 4,9 fte 3 zzp’ers
Raad 5 leden van Toezicht
(onbezoldigd)
1.401 donateurs
8 vrijwilligers vaste
4
31
raden en commissies
304
periodieke schenkingsovereenkomsten
NMF is onafhankelijk en ontvangt geen structurele subsidies
€ 1.754.000
jaar geleden opgericht
totale inkomsten
€ 1.370.000 totale uitgaven
€ 384.000* resultaat
46
georganiseerde concerten
14
samenwerkingen
* De definitieve cijfers over 2018 stellen wij per 1 juni 2019 beschikbaar via onze website in de jaarrekening.
400
30
doorgaans 400 musici worden langdurig gesteund door het NMF
79% 64% 78
heeft de Nederlandse nationaliteit is vrouw
gemiddelde leeftijd NMF-musici
21% 36%
heeft de buitenlandse nationaliteit is man
onze verschillende inkomstenbronnen
9%
inkomsten uit bruikleenvergoeding musici
3%
inkomsten stichtingen en fondsen
26%
onze uitgaven
besteed aan beheer en administratie
16%
besteed aan werving baten
88%
67%
inkomsten particuliere donaties
104 242 431
instrumenten en stokken in bruikleen van derden geschonken instrumenten en stokken aangekochte instrumenten en stokken
besteed aan doelstelling
9
33
bouwopdrachten, waarvan 4 voltooid nieuwe aanwinsten in totaal
â‚Ź 33.005.238
totale collectiewaarde
â‚Ź 3.300.000
73 projectinstrumenten en 68
duurste instrument
oudste instrument uit jongste instrument uit
1634 2018
aantal musici in de leeftijd van: 41-55 jaar 26-40 jaar 19-25 jaar 11-18 jaar
strijkinstrumenten
projectstrijkstokken
47% Nederlandse is van
bodem
34% van Nederlandse bodem
nieuwbouw (50 jaar of jonger), waarvan 81%
41 175 120 39
cultureel erfgoed (ouder dan 50 jaar en boven â‚Ź 50.000)
20% is oud-Italiaans (50 jaar of ouder)
oud-Hollandse instrumenten (50 jaar of ouder)
7% (100 jaar of ouder)
heel oud-Hollandse instrumenten
27% 20% 79
NMF Instrument voor talent Een hoogwaardig muziekinstrument dat uitdaagt en inspireert in bruikleen geven aan conservatoriumstudenten en professionele musici die dit niet zelf kunnen bekostigen. Dat is wat het NMF doet. Een passend instrument draagt, samen met een grote dosis doorzettingsvermogen, een goed netwerk en talent, bij aan de maximale prestaties van een musicus tijdens een muziekstudie- of carrière. Instrumenten van de hoogste kwaliteit kosten echter veel geld. Met het kundige en enthousiaste team en met de hulp van vele trouwe begunstigers ondersteunt het NMF met succes structureel circa 400 musici. Inmiddels is het NMF een niet meer weg te denken speler geworden in het Nederlandse muziekleven en heeft het NMF zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een organisatie die in grote lijnen drie specifieke doelen heeft:
1. Instrumenten in bruikleen geven
Het NMF helpt met het in bruikleen geven van honderden instrumenten en strijkstokken een brede groep musici voor wie een aankoop uit eigen middelen buiten hun bereik ligt. Het NMF helpt beroepsmusici, conservatoriumstudenten en jonge talentvolle musici, die actief zijn in het Nederlandse muziekleven. Ook topsolisten die de allerbeste instrumenten nodig hebben, krijgen hulp van het NMF. Het NMF geeft hen tegen een geringe vergoeding een instrument in handen, waarmee ze uitblinken, zich kunnen onderscheiden en blijven ontwikkelen. Zo wordt ook het Nederlandse muziekleven structureel gesteund. Het NMF ondersteunt momenteel voornamelijk strijkers, pianisten en harpisten, maar steeds meer komen daar ook musici bij die andere instrumenten nodig hebben in hun muziekpraktijk.
3. Educatie
Het NMF voorziet zijn musici op het gebied van verschillende educatieve zaken. Zo biedt het NMF door de organisatie van een vijftigtal concerten per jaar (die het NMF in eigen beheer en in samenwerking met andere organisaties organiseert) podiumervaring aan een grote groep musici. Daarnaast weten jonge musici zich vaak gesteund door het NMF doordat het zijn kennis en netwerk deelt op het gebied van het zoeken naar een passend instrument, uit de NMF-collectie of anderszins. Het NMF weet zich verder omringd door vele experts en heeft in 31 jaar veel kennis en ervaring opgedaan op het gebied van onderhoud van en reizen met instrumenten. Ook hierin voorziet het NMF zijn musici van de juiste en noodzakelijke informatie. Kortom, het NMF ondersteunt op vele manieren de doelgroep in de verschillende fases van hun carrière.
Bekijk de poster in het midden van dit magazine voor een overzicht van onze collectie en musici.
worden verzorgd door de musici met een instrument uit de collectie.
2. Cultureel erfgoed verwerven en behouden
Het NMF erkent de waarde van zowel oude als nieuwe instrumenten, het cultureel erfgoed van vandaag en morgen. De, men mag wel zeggen, museale collectie ligt niet in een museum, maar wordt dagelijks door vele musici gebruikt! In Nederland zijn vanaf de 17de eeuw belangrijke vioolbouwers werkzaam geweest. Ook de collectie van het NMF bevat zeldzame oud-Hollandse strijkinstrumenten en wordt zowel in binnen- als buitenland daarom zeer gewaardeerd. Daarnaast plaatst het NMF met enige regelmaat bouwopdrachten bij hedendaagse Nederlandse bouwers. Deze instrumenten worden het cultureel erfgoed van morgen. Het NMF zorgt er dus voor dat oude en nieuwe instrumenten behouden blijven in Nederland voor toekomstige generaties.
Kijk op pagina 87 voor meer inzicht in de collectie van het NMF en op pagina 92 voor een overzicht met nieuwbouwopdrachten.
Wist u dat er veel oud-Hollandse instrumenten gebouwd zijn in de
Kijk op onze website voor een overzicht van alle concerten die
Wist u dat het NMF in april 2019 maar liefst 200 musici een podium gaf in één weekend tijdens het NMF Kamermuziekfestival bij Natuurmonumenten?
100% particulier
Het NMF ontvangt geen subsidie van de overheid. 88% van de inkomsten is afkomstig van particuliere donateurs (9% wordt door de musici betaald als bruikleenvergoeding). Samen met onze achterban zorgen we ervoor dat de musici de beste instrumenten in handen hebben. Onze trouwe particuliere donateurs en warme relaties hebben een persoonlijke verbinding met onze musici, de instrumenten en de organisatie. Donateurs zijn welkom bij het NMF en onze jaarlijkse evenementen, met als hoogtepunt natuurlijk de Presentatieconcerten en het NMF Kamer muziekfestival bij Natuurmonumenten.
Meer lezen? In het jaarverslag van 2019 (per 1 juni online
oude binnenstad van Amsterdam, daar waar het NMF nu kantoor
beschikbaar) treft u alles over onze droom en hoe wij die willen
houdt?
bereiken. In 2019 wordt ook het beleidsplan voor de periode 2020-2022 geschreven, waarin onze plannen voor de komende jaren
80
uitgebreid aan bod komen.
De organisatie
JAAROVERZICHT 2018
Het NMF is een onafhankelijke stichting met 6 bevlogen medewerkers en 8 vaste vrijwilligers. Samen met een trouwe achterban helpt het NMF rond de 400 musici in Nederland door aan hen een kwalitatief hoogwaardig en passend instrument in bruikleen te geven.
Ons kantoor
Het NMF houdt kantoor in het oudste stenen woonhuis van Amsterdam uit 1565 aan de Sint Annenstraat 12, dat het NMF huurt van Stadsherstel. Hier ontvangt het NMF talloze musici, vrijwilligers en donateurs. Ook de Instrumentencommissie vergadert hier enkele malen per jaar. Het kantoor van het NMF is op werkdagen geopend van 9:30 tot 17:30 uur. Wilt u langskomen? Bijvoorbeeld om ons kantoor te bezichtigen, een kijkje te nemen in de instrumentenkamer of gewoon een vraag te stellen? Maakt u dan een afspraak. Wij ontvangen u graag! Op kantoor vinden regelmatig NMF Huisconcerten plaats. Lees hierover op pagina 46.
Ons team
De medewerkers van het NMF hebben veel kennis in huis en vormen samen een hecht team. Het team wordt, daar waar nog meer kennis noodzakelijk is, bijgestaan door een aantal flexibele professionals. Gelukkig wordt het bureau ook gesteund door een groep van ongeveer acht vaste vrijwilligers die regelmatig helpen bij allerlei klussen. Ze werken op kantoor onder meer mee aan de donateursadministratie, de collectiehistorie, de pers, de archivering en de concertorganisatie. Maak op onze website nader kennis met het NMF-team en de vrijwilligers en lees waarom zij zich inzetten voor musici in Nederland.
Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht staat de directeur/bestuurder terzijde met advies over beleidsvoornemens en houdt op hoofdlijnen actief toezicht op de algemene gang van zaken. De taken en bevoegdheden van de Raad zijn in een reglement vastgelegd. De Raad komt, samen met de directeur/bestuurder, vier keer per jaar bijeen. De leden ontvangen geen beloning of salaris. Maak op onze website nader kennis met de leden van de Raad van Toezicht. mr. E.H. (Els) Swaab, voorzitter drs. L.H. (Louise) van Deth drs. Q.M. (Quirijn) Korthals Altes mr. S.A. (Simon) Reinink dr. S.C. (Suzanne) Wolff
Instrumentencommissie
De Instrumentencommissie is een zeer belangrijk adviesorgaan van het NMF. Als permanent en geheel onafhankelijke commissie buigt zij zich over de aanvragen van de musici, begeleidt zij het aankoopbeleid en adviseert zij over de samenstelling van de collectie. De commissie bestaat uit specialisten uit de muziekwereld, met ieder kennis op het gebied van talentontwikkeling en/ of een specifieke instrumentengroep. De Instrumentencommissie komt jaarlijks vier keer bijeen op het NMF-kantoor. Monique Bartels cellodocente Giselle Bergman altviooldocente Jurjen Hempel dirigent Kees Koelman viooldocent Maria Kuster oud-adjunct directeur Codarts Rotterdam David Kuyken pianodocent Peter Stotijn contrabasdocent Francis Wammes honorair directeur Stichting KAM Coosje Wijzenbeek viooldocente
Externe beoordeling
De verantwoording over de inkomsten en bestedingen wordt jaarlijks gecontroleerd door een externe accountant. Maar er is ook een externe toezichthouder, het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF), die controleert of wij ons houden aan de kwaliteitseisen van de Erkenningsregeling. Goed nieuws: het CBF heeft ons onlangs getoetst en heeft de CBF-Erkenning (voorheen CBF-keur) wederom aan het NMF toegekend.
Culturele ANBI-status
Het NMF is door de Belastingdienst aangewezen als een culturele ANBI, een Algemeen Nut Beogende Instelling. Het NMF hoeft daarom geen erfbelasting of schenkingsrecht te betalen. Donateurs van het NMF kunnen hun giften aftrekken van de inkomsten- of vennootschapsbelasting (uiteraard binnen de geldende regels).
2018: een bewogen jaar 2018
2017
Terugkijkend op het jaar 2018, kunnen we wel constateren dat het een bewogen jaar voor het NMF is geweest. Vooral op organisatorisch vlak vonden e motionele gebeurtenissen plaats.
Vertrek Marcel Schopman
Het muziekinstrumentenfonds is een krachtig instrument dat klein van omvang is, maar groot van betekenis. Degene die hier een grote en belangrijke rol in heeft gespeeld, is oud-directeur Marcel Schopman. Bijna 15 jaar lang heeft Marcel, onder toeziend oog van voormalig voorzitter Wim Dik, zich met ziel en zaligheid ingezet om het NMF te maken tot wat het nu is: een financieel gezonde, transparante, communicatieve organisatie met een goede reputatie. Hij heeft een zelfstandig, creatief en loyaal team opgebouwd, dat samen veel kennis en ervaring bezit. Marcels kernkwaliteit was ontegenzeggelijk verbinding. Verbinding tussen het NMF en de trouwe donateurs, de vrijwilligers, de musici en de vele samenwerkingspartners. Hij kondigde in juni 2018 zijn vertrek als directeur aan. Een onverwachte zet voor velen. Het NMF-team dankt hem zeer en kijkt terug op een bijzondere, intensieve en mooie periode met deze verbindende directeur aan het roer. Het vertrek van Marcel Schopman als directeur van het NMF markeert het begin van een nieuwe fase, waarin het NMF met een andere dynamiek en nieuwe ideeën met vertrouwen de toekomst tegemoet ziet.
2016
2015
2014
2013
2012
Lees onze inspiratie en onze focus op de pagina’s 100-103 of download het jaarverslag vanaf 1 juni van onze website.
2011
2010
2004 2009
82
2005
2007 2008
JAAROVERZICHT JAAROVERZICHT 2018 2018 In memoriam Pieter Moerenhout
FOTO SJAAK RAMAKERS
In de zomer overleed Pieter Moerenhout, de geestelijk vader van het NMF, op 88-jarige leeftijd. Verdrietig nieuws. Wat zijn we hem veel dank verschuldigd voor het opbouwen van het NMF en voor wat hij muzikaal Nederland heeft nagelaten. De zoektocht in 1984 naar een goede viool voor zijn eigen dochter Saskia, confronteerde Pieter met de problematiek van kostbare strijkinstrumenten. Aan de keukentafel ontstond het idee van een instrumentenfonds en vijf intensieve jaren later was het hem gelukt een team van betrokken en deskundige mensen om zich heen te verzamelen waarmee in 1988 de stichting kon worden opgericht. Met Theo Olof (de eerste bestuursvoorzitter van het NMF) aan zijn zijde, schoof Pieter aan bij het Prins Bernhard Cultuurfonds dat met een genereuze bijdrage het NMF uit de startblokken hielp. ‘De dwaze droom van een vent die niemand kent’, zoals Pieter het zelf omschreef, bleek werkelijkheid te zijn geworden.
24 jaar trouwe dienst
Na 24 jaar trouwe dienst, nam Jan Verheugt in september 2018 afscheid als vicevoorzitter van de Raad van Toezicht. Jaar in, jaar uit, stelde Jan zijn tijd, liefde voor muziek en kennis van strijkinstrumenten onbezoldigd ter beschikking aan het NMF. Deze combinatie maakt hem onmisbaar voor het NMF. Gelukkig hoefde Jan niet lang na te denken toen we hem vroegen om toe te treden tot onze Raad van Advies, en heeft hij ons in die korte periode al van veel wijze raad voorzien.
Lees een compleet interview met Jan Verheugt naar aanleiding van zijn vertrek uit de Raad van Toezicht
FOTO JESSE KRAAL
op onze website.
83
Het NMF: een vaste factor in het leven van een musicus Het Nederlandse professionele muziekleven kent musici van uiteenlopende aard. We zien musici die dagelijks keihard studeren én musici die meer op hun talent kunnen bogen. Musici die fluitend het podium opgaan én musici die soms last hebben van zenuwen. We zien solisten en orkest- en kamermuziekmusici. Ondernemende, traditionele, dikke, dunne, Nederlandse, buitenlandse, jonge, oude, beroemde en startende musici. Zoveel musici, zoveel verschillen. Maar deze musici hebben één ding gemeen: het leven van een musicus is keihard werken en het is een absolute noodzaak (en geen luxe) om een instrument te bespelen dat bij de musicus past. Alleen, muziekinstrumenten van goede kwaliteit zijn voor professionele musici en conservatoriumstudenten vaak onbetaalbaar. Daarom helpt het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (NMF) door aan hen de beste instrumenten in bruikleen te geven.
Perfecte match tussen musicus en instrument
Elke musicus wil in muzikaal opzicht kunnen groeien en zich kunnen ontwikkelen. Het is dus belangrijk dat je als musicus een goed instrument hebt dat ook nog past bij het niveau en de ontwikkeling. Soms beperkt het instrument van de musicus deze groei. Professionele musici en conservatoriumstudenten kunnen een aanvraag indienen voor een ander, vaak beter instrument uit de unieke, waardevolle collectie van het NMF. Het NMF helpt daarmee een zeer brede groep musici voor wie een aankoop uit eigen middelen werkelijk buiten bereik ligt. Het NMF streeft ernaar de perfecte match tussen musicus en instrument te maken en is al 31 jaar een niet meer weg te denken instituut voor musici in Nederland.
• een rol spelen in het Nederlandse muziekleven • voldoende artistieke kwaliteit in huis hebben • een sterke motivatie hebben • duidelijke ideeën over ambities en toekomst hebben • een zekere mate van ondernemerschap bezitten om vorm te geven aan de carrière.
Onze focus: ondernemerschap, artistieke kwaliteit en zeggingskracht van de musicus die een aanvraag doet, vinden we steeds belangrijker. Ook zelfontwikkeling, weten wat je ‘unique selling points’ zijn, podiumpresentatie, het ontwikkelen van een eigen concept – het zijn zaken die er allemaal bij horen als je als musicus succesvol wilt zijn. Ook deze kwaliteiten beoordeelt de Instrumentencommissie. Video-opnames zijn om die reden
Wilt u weten welke musici het NMF ondersteunt? Kijk op onze
cruciaal bij het beoordelen van de aanvraag. Het NMF sluit in het
website of bekijk onze poster middenin ons magazine! U kent vast
beleid zoveel mogelijk aan bij het Opleidingsprofiel Muziek van de
meer NMF-musici dan u in eerste instantie zou denken. U komt
gezamenlijke Nederlandse muziekvakopleidingen.
onze musici en instrumenten namelijk tegen op bijna alle Nederlandse grote én kleine podia.
Een aanvraag doen
Musici die tegen de beperkingen van hun huidige instrument aanlopen of plotseling niet meer kunnen beschikken over hun instrument (bijvoorbeeld doordat de bruikleen van een particulier ophoudt), kunnen een instrument aanvragen bij het NMF. De speciaal daarvoor ingestelde Instrumentencommissie buigt zich over deze aanvragen en toetst deze aan de volgende criteria. De aanvrager moet: • professioneel musicus zijn of willen worden • niet zelf in staat zijn een instrument aan te schaffen dat past bij zijn/haar niveau
84
Aanvraagprocedure: elke aanvraag wordt met veel persoonlijke aandacht en zorgvuldigheid behandeld. Het NMF vindt dit erg belangrijk en zoekt tegelijkertijd verbetering in de procedure zodat tijd, aandacht en output per aanvraag in balans zijn. In de toekomst willen we de aanvraagprocedure voor musici vereenvoudigen en zorgen dat musici sneller geholpen kunnen worden. De aanvraagmodule via de website wordt daarom sterk verbeterd en we gaan intern een andere structuur aanbrengen in het proces van aanvraag tot bruikleen.
“Erfgoed en cultuur laten ons zien waar we vandaan komen, houden ons een spiegel voor in het heden en zijn zo van grote betekenis voor de toekomst van het land.” Z.M. Koning Willem-Alexander in zijn troonrede van 2018.
NMF: een zekere factor voor musici
De kracht van het NMF is onder andere dat het NMF een vaste, zekere factor in het bestaan van de musici vormt. Indien nodig, blijft het NMF de musicus gedurende de hele loopbaan ondersteunen met een instrument uit de collectie van het NMF. De musicus die een instrument in bruikleen heeft, moet eens in de vijf jaar een ‘verlengingsverzoek’ indienen om in aanmerking te blijven komen voor het instrument. Het NMF beoordeelt de verlengingsverzoeken zeer kritisch en evalueert of een voortzetting van de bruikleen gerechtvaardigd is op basis van de geldende criteria.
De verlengingsverzoeken bevatten vaak gedreven motivaties van musici die hun instrument niet kunnen missen en gebruik willen blijven maken van de faciliteiten en instrumenten van het NMF.
Het NMF vindt het belangrijk om samen met de musicus te kijken of er mogelijkheden zijn om zelf een instrument aan te kopen. In de toekomst zal het NMF de musicus hierbij nog beter de juiste weg wijzen.
Tijdelijke bruikleen van onze projectinstrumenten
OLIVIER THIERY | FOTO MARCO BORGGREVE
Professionele musici, orkesten en ensembles kunnen ook voor het tijdelijk lenen van bepaalde instrumenten terecht bij het NMF. Zo beschikt het NMF over een aantal ‘projectinstrumenten’: een (contra)basklarinet en een contrabasfluit, een basse de violon, enkele violones, twee viola d’amores, een discant gamba en een bijzondere collectie klassieke- en barokstrijkstokken. Het NMF geeft deze instrumenten tegen een kleine vergoeding in bruikleen.
85
Bruikleen door organisaties
Bent u benieuwd naar enkele leuke weetjes? Kijkt u op pagina 78 voor een helder overzicht!
Bedient het NMF geen amateurs? Nee. De noodzaak is daar kleiner en het NMF wil gericht keuzes maken.
Opvallend in 2018:
name voor wat betreft het solo- en kamermuziekrepertoire, waarin de studenten zich steeds meer ontwikkelen.
Internationale carrières
In 2018 is het aantal musici met niet-Nederlandse nationaliteit, die in Nederland komen studeren of zich hier permanent vestigen, gestegen. Nederlandse musici, op hun beurt, reizen steeds vaker naar het buitenland voor een studie of bouwen aan een internationale carrière. In 2018 was bij het NMF 38% van de aanvragen afkomstig van musici met een niet-Nederlandse nationaliteit. Echter, het gemiddeld percentage over de afgelopen 5 jaar was 20%. In 2018 lag dat percentage dus wat hoger.
Er dienden maar liefst 101 musici een aanvraag in, ten opzichte van 56 musici in 2017. Het gemiddelde over meerdere jaren is echter
meer aanvragen van buitenlandse musici komen. Het dwingt ons
gelijk gebleven (± 75 aanvragen per jaar).
na te denken over de huidige bruikleencriteria en -voorwaarden,
In 2018 kreeg het NMF 15 aanvragen voor een vleugel, ten opzichte
maar ook over bijvoorbeeld de communicatie in het Engels.
van 5 aanvragen gemiddeld per jaar over de laatste vijf jaar.
Binnenkort zullen zowel een groot deel van de website als de
Hoogstwaarschijnlijk heeft dat te maken met het feit dat het NMF
aanvraagprocedure beschikbaar komen in het Engels.
conservatoria actief heeft benaderd om de mogelijkheid van bruikleen onder de aandacht te brengen.
In 2018 kreeg het NMF 11 aanvragen voor een contrabas, ten opzichte van 3 aanvragen gemiddeld per jaar over de laatste vijf jaar. Waarschijnlijk heeft dat te maken met het gestegen niveau van jonge contrabasstudenten. Steeds vaker blijkt het eigen instrument een belemmering te vormen tijdens de studie, met
86
Toch houden we nauwlettend in de gaten of er in de toekomst
De musicus hoeft geen Nederlandse musicus te zijn en het criterium rondom in Nederland woonachtig zijn, is al jaren geleden verruimd. De Instrumentencommissie beoordeelt nu vooral het aantal speelbeurten in Nederland (de zichtbaarheid op de Nederlandse podia).
NOA EYL | FOTO MARCO BORGGREVE
Het NMF geeft tegenwoordig ook vleugels in bruikleen aan andere dan particuliere musici, zoals (kamermuziek)organisaties en conservatoria. Zo kunnen nog meer musici van de mogelijkheden van het NMF gebruikmaken.
JAAROVERZICHT 2018
Onze collectie: dagelijks in gebruik bij honderden professionals Unieke bestemming
Het NMF is in 1988 opgericht en heeft sindsdien gewerkt aan het zorgvuldig opbouwen van een kwalitatief hoogwaardige collectie met muziekinstrumenten en strijkstokken. Vooral de zinvolle bestemming die het NMF aan de instrumenten geeft, maakt de NMF-collectie wereldwijd uniek. De instrumenten en strijkstokken liggen niet in een museum of depot en worden ook niet aangekocht ter investering, maar dagelijks gebruikt door honderden talentvolle musici op de Nederlandse podia. De instrumenten geven de musici een enorme impuls aan hun muzikale studie of carrière. Tegelijkertijd verrijken de instrumenten de kwaliteit van het Nederlandse (én internationale) muziekleven. Lees welke musici het NMF ondersteunt op pagina 84 of bekijk de
Diverse samenstelling
Het NMF is trots op de prachtige collectie die inmiddels ruim 500 hoogwaardige instrumenten en ruim 250 strijkstokken omvat. De waarde van onze instrumenten begint bij zo’n € 10.000 per instrument en loopt op tot meer dan € 3 miljoen voor het duurste instrument, met een totale waarde van meer dan 34 miljoen euro. De NMF-collectie bestaat voor het grootste deel uit strijkinstrumenten en strijkstokken, pedaalharpen, hoogwaardige vleugels en fortepiano’s, maar er is zeker ook een groeiend aantal projectinstrumenten en andersoortige instrumenten. De samenstelling van de NMF-collectie wordt hierdoor steeds diverser. Van barokviool tot flamencogitaar, van contrabasklarinet tot orgel en van hedendaagse bouwers tot oude meesters.
poster middenin dit blad.
Voor de exacte samenstelling van onze collectie, verwijzen we u
Ontdek enkele andere belangrijke instrumentencollecties in de
graag naar de poster. Leest u ook het artikel ‘Collecties binnen de
wereld in het artikel op pagina 32.
collectie’ op pag. 66.
De NMF-collectie is divers en kleurrijk. Nodig uw (klein)kind uit om mee te doen aan de kleurwedstrijd op de poster en win samen een
OLGA PASHCHENKO | FOTO KAUPO KIKKAS
kinderconcert!
De instrumenten geven de musici een enorme impuls aan hun muzikale studie of carrière.
87
Dat wat is nagelaten, wordt met passie en enthousiasme gebruikt en behouden we voor toekomstige generaties.
Toename projectinstrumenten
Soms hebben musici een bepaald instrument nodig voor enkel een speciaal muziekstuk of project. De onalledaagse contrabasen basklarinet bijvoorbeeld, komen niet veelvuldig voor in muziekstukken, maar kunnen op zijn tijd voor musici onontbeerlijk zijn. Hetzelfde geldt voor de in 2017 aangekochte contrabasfluit, die regelmatig bij de studenten en docenten van de Neflac (Nederlandse Fluit Academie) in bruikleen is voor speciale projecten. Daarnaast bieden we op projectbasis twee viola d’amores, een basse de violon, een discant gamba en enkele violones aan. Een apart onderdeel van de projectinstrumenten vormt de collectie klassieke- en barokstrijkstokken die het NMF gedeeltelijk of in zijn geheel (bijvoorbeeld aan een orkest of aan een individu) op projectbasis kan uitlenen. De stokken zijn door hedendaagse bouwers in opdracht voor het NMF gemaakt, naar authentieke modellen. Zowel studenten als professionele musici kunnen in aanmerking komen voor tijdelijke bruikleen. De aanvragen voor projectinstrumenten nemen toe. Dit zou een gevolg zou kunnen zijn van het feit dat musici zich tegenwoordig breder oriënteren en er een bredere muziekpraktijk op na houden, en dus moeten beschikken over meerdere instrumenten.
Lees enkele ervaringen van musici over het in bruikleen krijgen van projectinstrumenten- en strijkstokken op pag. 23.
Professionele musici, conservatoriumstudenten, orkesten en ensembles kunnen projectinstrumenten gemakkelijk reserveren met slechts één telefoontje.
Het NMF krijgt meer vleugels
Bij de categorie toetsinstrumenten neemt zowel de vraag als het aanbod toe. Bij vleugels is er sprake van een zichtbare groei van het aantal schenkingen en legaten, waardoor het NMF steeds meer pianisten kan helpen aan een passend instrument. Het NMF heeft enkele historische toetsinstrumenten op conservatoria geplaatst waardoor een hele groep studenten toegang tot deze instrumenten krijgt. Het NMF geeft daarnaast vaker vleugels in bruikleen aan (kleinschalige) concertorganisaties. Een uitdaging bij de vleugels is het feit dat naarmate er meer vleugels in onze collectie komen, de onderhoudskosten ook zullen stijgen.
Het NMF is van plan het huidige vleugelbeleid te evalueren, samen met de in 2017 opgerichte ‘commissie vleugels’. Deze commissie
88
EMMA KROON | FOTO MARCO BORGGREVE
adviseert het NMF over het vleugelbeleid en beoordeelt de aanvragen van organisaties die een vleugel bij het NMF aanvragen.
Bekijk op onze website welke organisaties en musici een vleugel van het NMF in bruikleen hebben.
Professionele musici, conservatoriumstudenten en concertorganisaties kunnen een aanvraag indienen voor een vleugel.
Vernieuwing in het veld en de collectie
We zien dat de collectie aan de ‘onderkant’ een zekere grens heeft bereikt. Het NMF is immers in staat de meeste musici in die categorie snel en naar wens te kunnen helpen. Alleen in het allerhoogste segment topinstrumenten voor topmusici, moet het NMF eens in de zoveel tijd noodzakelijk uitbreiden. Dit gaat dan om zeer hoogwaardige instrumenten die vanzelfsprekend een hoge waarde hebben. Vooral op het gebied van ‘bijzondere instrumenten’ ziet het NMF noodzaak tot uitbreiding van de collectie. Het NMF signaleert namelijk vernieuwing binnen het muzikale veld, wat ook een ander instrumentarium voor de musicus vergt. Dit verklaart wellicht ook een toename van de vraag naar bijzondere instrumenten, en ook instrumenten die op een andere manier worden ingezet. Denk hier bijvoorbeeld aan de triple harp (een barokharp) voor Gwyneth Wentink of de fortepiano voor jazzmusicus Rembrandt Frerichs. Beide musici gebruiken de instrumenten op zowel authentieke als vernieuwende wijze. Het NMF gaat mee in deze ontwikkeling en zet zich daarom in voor een aantal unieke projecten. Zo heeft het in 2018 bijgedragen aan de ontwikkeling van een groter model harp, de bouw van een fortepiano met twee verwisselbare mechanieken, de bouw van een hoogwaardige marimba, een triple harp en de bouw van een orgel uit de tijd van Monteverdi.
Lees verder op de pagina’s 92-97 over deze bijzondere projecten.
Het NMF heeft eind 2018 het collectiebeleid onder de loep genomen. Het NMF heeft onderzocht hoe onze organisatie zich verhoudt tot (de spelers in) het muzikale veld door middel van kwalitatief onderzoek. Dit onderzoek gaan we in 2019 verdiepen. Lees meer over onze plannen op pagina 100.
Wat is cultureel erfgoed? De Erfgoedinspectie heeft bepaald dat alle instrumenten die ouder zijn dan 50 jaar en een waarde vertegenwoordigen vanaf € 50.000, cultureel erfgoed zijn. 27% van de collectie is cultureel erfgoed. Een deel hiervan is nationaal cultureel erfgoed. Het zijn zeldzame oud-Hollandse strijkinstrumenten van bouwers uit de 17de- en 18de eeuw, zoals Jacobs, Rombouts, Cuypers en Verbeek. Vanwege deze collectie weten ook internationale bouwers en onderzoekers de weg naar het NMF te vinden. Met ruim 140 moderne instrumenten (34% van de collectie instrumenten), in de meeste gevallen in opdracht van het NMF
DANIEL ROWLAND | FOTO MARCO BORGGREVE
Cultureel erfgoed
Het is een absolute noodzaak een instrument te bespelen dat bij je past. 89
en vervaardigd door – met name – Nederlandse hedendaagse bouwers, legt het NMF ook de basis voor toekomstig nationaal cultureel erfgoed. Opvallend in de collectie zijn de instrumenten van Nederlandse beroemde musici, zoals bijvoorbeeld de Bergonzi-viool van Herman Krebbers, de Pique-viool van Theo Olof of de Bechstein-vleugel van Anton Kersjes. Het NMF is er trots op dat het in staat is dat wat is nagelaten door vorige generaties, te behouden en te laten gebruiken door de huidige generatie en daardoor ook voor toekomstige generaties mogelijk te maken!
Op onze website kunt u zelf bekijken welke oud-Hollandse instrumenten we in de collectie hebben en wie ze bespelen.
Het NMF organiseert in samenwerking met andere erfgoedinstellingen regelmatig activiteiten waarbij cultureel erfgoed in het zonnetje wordt gezet. Zoals met Natuurmonumenten en Vereniging Hendrick de Keyser. Lees hierover op pagina 44 en ontmoet ons bij een evenement.
Wist u dat het NMF zijn oud-Hollandse instrumenten op de kaart heeft gezet? Kijk gauw op pagina 39 en koop prachtige wenskaarten!
Grote zorgplicht, kwaliteit hooghouden en onderhoud
Het NMF ervaart een grote verantwoordelijkheid om de met zorg opgebouwde collectie in topconditie te houden en goed voor de instrumenten te zorgen. Dat vertaalt zich in uiterst professioneel beheer door de twee collectiebeheerders die zich gesteund weten door de assistent-collectiebeheerder, enkele vrijwilligers en de beste experts op ieder hun eigen vakgebied. Uiteraard dragen de musici zelf ook een grote verantwoordelijkheid. Daarom betrekt het NMF hen actief bij de zorg voor het instrument dat zij bespelen. Een keer per jaar laten zij het instrument controleren door een expert, die het NMF rapporteert over de conditie van het instrument.
een grote bewustwording van de verantwoordelijkheden die de musicus draagt. We willen musici op een toegankelijke en laagdrempelige wijze gaan informeren over de algemene voorwaarden van het in bruikleen krijgen van het instrument.
algemene voorwaarden voor musici? Bekijk deze dan op onze site!
Een toegankelijke collectie in woord, beeld en geluid
Het NMF vindt het heel belangrijk dat het publiek toegang heeft tot onze collectie. Gelukkig is de collectie erg toegankelijk! In de eerste plaats natuurlijk in de concertzaal: op bijna alle Nederlandse en internationale podia zijn de instrumenten, doordat ze dagelijks bespeeld worden door conservatoriumstudenten en professionals, te beluisteren. Het NMF organiseert daarnaast zelf jaarlijks tientallen concerten waarmee onze musici een podium wordt geboden en de klank van onze instrumenten de zalen vult. De collectie schittert ook in beeld op onze website met prachtige foto’s en waardevolle achtergrondinformatie over instrument, bouwer én natuurlijk de bespeler. De collectie maken we ‘tastbaar’ door middel van hoogwaardige fotografie die het mogelijk maakt de belangrijkste aspecten van instrumenten en stokken tot in detail te kunnen bekijken; u kunt ze bijna aanraken. Het zichtbaar maken van de collectie is mede mogelijk gemaakt door een genereuze gift van de Stichting Dioraphte.
90
Wat is een website van het muziekinstrumentenfonds zonder muziek? Het is onze ultieme wens om een digitaal klankarchief te ontwikkelen met van elk belangrijk instrument een audiofragment. Onze instrumenten worden dan zowel in beeld als geluid ook online voor iedereen toegankelijk! Hiervoor gaan we apart fondsenwervingstraject opstarten.
Om onze instrumenten en musici aan de donateurs te presenteren, organiseren we verschillende evenementen. Kijkt u op onze website in de agenda en kom langs!
Bent u misschien benieuwd naar de verplichtingen en de
Bekijk onze collectie op onze vernieuwde website
De instrumenten worden door onze musici met de allergrootste
www.muziekinstrumentenfonds.nl en vind uit waar de instrumenten
zorg gebruikt. Het NMF zal ook in de toekomst blijven focussen op
te horen zijn!
JAAROVERZICHT 2018
Over transparantie en impact Het NMF is een goed doel. En als goed doel hebben we een maatschappelijke verantwoordelijkheid om deskundig, onafhankelijk, kostenbewust en eerlijk te handelen. Maar ook ‘transparantie’ en ‘impact’ zijn gevleugelde woorden bij goede doelen in het algemeen, en bij ons in het bijzonder! Wij begrijpen heel goed dat u wilt weten waar wij uw donatie aan besteden, en wat dat betekent voor onze musici. Het staat dus hoog op onze agenda en we laten u graag met ons meekijken.
CBF-Erkenning
De verantwoording over de inkomsten en bestedingen wordt jaarlijks gecontroleerd door onze accountant. Maar er is ook een externe toezichthouder, het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF), die controleert of wij ons houden aan de kwaliteitseisen van de Erkenningsregeling. Goed nieuws: het CBF heeft ons onlangs getoetst en heeft de CBF-Erkenning (voorheen CBF-keur) wederom aan het NMF toegekend.
Jaarverslag versus magazine
Een van de manieren om inzicht te geven in onze manier van werken, is ons jaarverslag. Daarin leggen we uitgebreid en transparant verantwoording af over het gevoerde beleid, de inkomsten en uitgaven en de behaalde resultaten. Niet iedereen is echter geïnteresseerd in het hele jaarverslag. Wat onze betrokken en potentiële donateurs vooral willen zien en horen, zijn de echte, passievolle verhalen achter de cijfers. Dit magazine staat er boordevol van! De meest relevante zaken uit het jaarverslag hebben we natuurlijk ook in dit magazine meegenomen, maar het complete jaarverslag komt digitaal op onze site per 1 juni beschikbaar en in kleine oplage in print. Kijk op: muziekinstrumentenfonds.nl.
Zorgvuldig overwegen
Vraagt u zich af of dit magazine niet een beetje te kostbaar is? Uiteraard vragen wij ons dat ook af. En elk jaar opnieuw maken we de afweging: wel of niet? Klopt het nog wel wat we doen? Voor wie doen we het en wat levert het op? In 2018 hebben we daarom een onderzoek onder de lezers van het NMF Magazine gehouden. We kunnen zeer trots zijn op de uitslagen, want wat blijkt: de meeste lezers willen het NMF Magazine voor geen goud missen, het geeft een goed beeld van waarom we bestaan, en men wordt geënthousiasmeerd om het NMF te (blijven) steunen. Ten opzichte van andere bladen is het NMF Magazine een
bewaarexemplaar en de minimale leestijd is vele malen hoger dan bij andere bladen… Kritisch bekeken levert het magazine dus meer op dan dat het kost. Vandaar, na zorgvuldige overweging, wederom met gepaste trots een nieuwe editie!
Help het NMF te promoten
We willen dat zoveel mogelijk mensen kennismaken met het NMF, met onze musici en de collectie. Heeft u het magazine uit? Maakt u er alstublieft een andere geïnteresseerde blij mee. U kunt ook altijd nog een extra exemplaar bij ons bestellen. Doe dit via: muziekinstrumentenfonds.nl.
Nieuwe site NMF
Tot slot nog dit: het NMF heeft een nieuwe site. Dit was een noodgedwongen beslissing vanwege het faillietgaan van ons internetbureau. ‘Elk nadeel heb z’n voordeel’, want de technieken op onze vorige site waren wel toe aan een flinke inhaalslag. In samenwerking met een nieuwe bouwer, is er een nieuwe, frisse site gemaakt, helemaal up to date met de nieuwste technieken. De site geeft nog beter inzicht in de collectie, de instrumenten, de verhalen en de activiteiten van het NMF. Surf naar www.muziekinstrumentenfonds.nl. Meldt u zich dan ook direct aan voor de e-nieuwsbrief, onderaan onze website. Als abonnee van de e-nieuwsbrief ontvangt u maandelijks het laatste nieuws over het NMF, zoals de nieuwe aanwinsten in de collectie, interviews met de musici en informatie over NMF-evenementen. Volg het NMF ook op social media onder de naam muziekinstrumentenfonds.
91
AANWINSTEN EN
BOUWOPDRACHTEN 2018
de NMF-collectie in beweging TOEVOEGINGEN 2018 8 vleugels 1 virginaal 1 fortepiano 4 violen 1 altviool 3 cello’s 1 contrabas 1 viola d’amore 1 harp 1 marimba 11 strijkstokken Totale waarde: ruim € 1,4 miljoen
92
BOUWOPDRACHTEN IN 2018
Voltooide bouwopdrachten
49-snarige harp Salvi marimba van Adams basse de violon-strijkstok van Luis Emilio Rodriguez cello Hein Woldring
Geplaatste bouwopdrachten fortepiano Gerard Tuinman altfluit Eva Kingma triple harp Claus Hüttel cello Daniel Royé Monteverdi-orgel firma Klop
JAAROVERZICHT 2018 TOEVOEGINGEN 2018 TIEN TOETSINSTRUMENTEN
Prachtige kwaliteit
hogeschool in Hamburg) probeerde het instrument uit en raakte zeer onder de indruk van de uitzonderlijk mooie klankkwaliteit. Ook de verfijnde decoratie van het virginaal spreekt tot de verbeelding. Het NMF heeft het virginaal in bruikleen gegeven aan het Conservatorium van Amsterdam, waardoor het toegankelijk is geworden voor alle toetsenisten die studeren aan de afdeling Oude Muziek. VIOOL VAN NICOLÒ AMATI (1643)
Zeldzame Amati In 2018 zijn in totaal tien toetsinstrumenten van zeer hoge kwaliteit aan de collectie toegevoegd. Acht vleugels, van de merken Bösendorfer (3), Steinway (2), Bechstein (2) en Boston (1), werden aan ons geschonken of gelegateerd. Het blijft bijzonder om te zien met hoeveel zorg en liefde die vleugels zijn gekoesterd door hun voormalige eigenaren. Een van de Bechstein-vleugels moest met een enorme hoogwerker vanaf een 16e verdieping naar beneden getakeld worden. Op onze website staat een filmpje van deze indrukwekkend operatie! Onder de toetsinstrumenten bevinden zich ook twee historische exemplaren. Een anonieme fortepiano uit de omgeving van Wenen ± 1790 (geschonken door een particulier) bleek bij beoordeling door een expert uiterst zeldzaam en van een prachtige kwaliteit. Olga Pashchenko kon haar geluk dan ook niet op toen ze hoorde dat zij dit instrument in bruikleen kon krijgen. Eind van het jaar kreeg het NMF een virginaal geschonken uit de privécollectie van een liefhebber van historische toetsinstrumenten. Een virginaal is de vroegste en eenvoudigste vorm van het klavecimbel. Dit exemplaar is in 1971 gebouwd door de gerenommeerde Nederlandse bouwer Willem Kroesbergen, en is een kopie van een virginaal van de Antwerpse Andreas Ruckers uit eind 16e eeuw. Menno van Delft (docent aan het Conservatorium van Amsterdam en de
OUDFRANSE VIOOL, SCHOOL SALOMON (± 1760)
Beste vond de ware
Voor de jonge violiste Beste Sevindik was het NMF al langere tijd op zoek naar een geschikt instrument. Tijdens de proefsessie sloeg de vonk net niet over. Totdat we uit een legaat een Oudfranse viool kregen uit de school van Salomon, gebouwd rond 1760. Deze viool kwam net terug van een onderhouds- en restauratiebeurt, toen Beste bij ons op kantoor was om opnieuw een aantal violen te proberen. De oude Salomon mocht ook worden uitgeprobeerd en Cupido schoot meteen raak: Beste vond de ware! We wensen haar heel veel geluk met de mooie Oudfranse viool. HONDERD JAAR OUDE MÖLLER (1918)
Twee in één
In het magazine van vorig jaar staat een interview met violiste Lucy van Dael, eigenaresse van deze zeldzame Amati-viool. Ze vertelt daarin met verve over haar eerste ontmoeting met een Amati-viool in een museum in Cremona, en over hoe ze op slag verliefd werd op de klank van dat instrument. Ze had toen niet voor mogelijk gehouden dat ze zelf ooit een Amati-viool in bezit zou krijgen. Het lot was haar gunstig gezind, want via de Nederlandse bouwer/handelaar Willem Bouman werd ze jaren later zelf de gelukkige eigenaar van een echte Amati. Van Dael is helaas zelf niet meer in staat om te spelen en een onbespeelde Amati is wat haar betreft geen optie. Om die reden besloot ze haar viool begin 2018 aan het NMF in bruikleen te geven. Cecilia Bernardini is sindsdien de gelukkige bespeelster.
Van een 94-jarige dame kreeg het NMF een mooie viool geschonken, gebouwd in 1918 door de Amsterdamse vioolbouwer Paul Max Möller. We zijn heel blij om haar te kunnen melden dat de honderd jaar oude viool een veelbelovende jonge bespeelster heeft gevonden: de 15-jarige Teddy Sickinge. Samen met haar lerares Emma Breedveld klopte Teddy bij het NMF aan voor een goede viool die recht zou doen aan Teddy’s talent. Ze probeerde een aantal violen uit de NMF-collectie en viel voor een prachtig helder instrument, en ook voor een viool met een bijzondere, diepe, warme klank. Welke van de twee moest ze kiezen? Net op dat moment kwam de Möller binnen. Voor Teddy was het meteen duidelijk: de Möller verenigde de mooie eigenschappen van de twee violen, een buitengewone helderheid én de volle warme klank aan de onderkant.
93
AANWINSTEN EN BOUWOPDRACHTEN
EEN CAPICCHIONI MET GROTE KLANKKWALITEIT (1943)
20ste-eeuwse Italiaanse viool
Het NMF kreeg een mooie 20ste-eeuwse Italiaanse viool in bruikleen, gebouwd door Marino Capicchioni in Rimini in 1943, zijn gouden periode. Musici als David Oistrakh en Yehudi Menuhin kochten violen van hem. Capicchioni ging als tiener in de leer bij een timmerman. Op zijn negentiende bouwde hij zijn eerste gitaar en leerde het vak in een gitaarfabriek in Frankrijk. Terug in Italië opende hij zijn eigen werkplaats in Rimini en begon violen te bouwen. Uit de instrumenten die hij maakte in de jaren 20 en 30 blijkt een grote technische beheersing van het vak. Hij gebruikte de beste houtsoorten en materialen en zijn werk liet steeds meer een eigen karakter zien. Op een nieuwe bespeler die valt voor zijn grote klankkwaliteit hoeft de Capicchioni vast niet lang te wachten. OUDE ENGELSE CELLO
Op onderzoek uit
‘J.B. LeFebvre fecit in Amsterdam 176.’, staat er op het etiket van een mooie cello die we onlangs in bruikleen kregen. Maar nader onderzoek wees uit dat het waarschijnlijk gaat om een Engelse cello uit de school van Peter Wamsley (ca. 1670-1744), die zijn werkplaats in Londen had en de Prins van Wales tot zijn vooraanstaande beschermheren rekende. De herkomst is misschien nog niet helemaal duidelijk, dat het gaat om een prachtig instrument wel. We duiken nog even verder in zijn geschiedenis, en gaan intussen op zoek naar een passende bespeler.
94
CELLO VAN ANGELO RADRIZZANI (1917)
Goudgeel
Nog een mooie cello konden we verwelkomen: een Zwitsers-Italiaanse cello gemaakt door Angelo Radrizzani in 1917. Radrizzani werd geboren in Milaan, was een leerling van Degani in Venetië en vestigde zijn werkplaats in Vevey, Zwitserland. De prachtige goudgele cello is in zeer goede staat. De gelukkige nieuwe bespeler is celliste Liesbeth Bosboom. De cello is voor het NMF aangekocht en zodoende in bruikleen gegeven door de eigenaresse. Zij, Liesbeth én de cello hebben elkaar inmiddels al nader leren kennen tijdens een intiem huisconcert op het NMF-kantoor. CONTRABAS VAN C.F. LANDOLFI (± 1770)
Overtuigd authentiek
Begin 2016 startte het NMF een selectietraject voor een hoogwaardige contrabas om die in bruikleen te kunnen geven aan Luis Cabrera, onder meer aanvoerder van het Nederlands Philharmonisch Orkest. Via een breed internationaal netwerk van handelaren kwamen meerdere contrabassen naar Nederland. Een te hoge vraagprijs, een te slechte staat
van onderhoud of gebrek aan consensus rondom de authenticiteit waren vaak redenen om instrumenten in een vroeg stadium al af te wijzen. Bassen die wel voldeden, vielen af op basis van klankkwaliteit. Voor het NMF een normale gang van zaken bij een selectietraject voor een contrabas. Eind zomer 2017 kreeg het NMF bericht over een zeldzame bas van Carlo Ferdinando Landolfi, in de verkoop bij een Engelse firma. De bas was lange tijd bespeeld John A. Schaeffer (1951-1996), aanvoerder van het New York Philharmonic Orchestra en werd de laatste jaren bespeeld door Leon Bosch, een virtuoze bassist van topniveau. De bas kwam naar Nederland en het NMF onderwierp het instrument aan uitgebreid onderzoek op staat, authenticiteit en uiteraard de klank. Het instrument overtuigde op alle aspecten en kon in april 2018 door het NMF worden aangekocht. De koop was mogelijk dankzij een grote nalatenschap die het NMF eind 2017 ontving.
JAAROVERZICHT 2018 VIOLA D’AMORE VAN ROBERT BLASZAUER (2006)
Verliefd op viola d’amore
Van de Stichting Vrienden Combattimento kreeg het NMF een viola d’amore in bruikleen, gebouwd door Robert Blaszauer in Hongarije, 2006. Dit zeldzame barokinstrument met z’n lieflijke, warme geluid heeft zeven melodiesnaren en zeven resonantiesnaren, waardoor de noten veel langer doorzingen dan bij een gewone viool. Typerend is het hoofd van Cupido op de kop: geblinddoekt, want de liefde is blind. En f-gaten in de vorm van een vlam: het vuur van de liefde. Combattimento leent de viola d’amore met enige regelmaat zelf van het NMF. Daarnaast is het instrument op projectbasis beschikbaar voor andere renaissance- en barokensembles.
CELLOSTRIJKSTOK VAN EMIL WERNER “EX-FRIEDA BELINFANTE” (20STE EEUW)
Als stokken konden spreken…
De 20ste-eeuwse cellostrijkstok gebouwd door Emil Werner in Bubenreuth, Duitsland, zou ons meenemen naar het bewogen leven van Frieda Belinfante, een inspirerende, onafhankelijke, wilskrachtige vrouw, en niet alleen in de muziek. Hoewel ze al jong uitblonk als celliste, ging haar werkelijke passie uit naar het dirigeren. Maar dirigeren was mannenwerk. In die tijd stonden vrouwen hoogstens voor een amateurorkest. Ze werd verliefd op dirigente Henriëtte Bosmans, woonde zeven jaar met haar samen. Al te openlijk moest ze niet voor haar geaardheid uitkomen, dat maakte de kans op een baan nog veel moeilijker. Ze richtte haar eigen orkest op, trad op in het Concertgebouw en won de eerste prijs in een dirigentenconcours. Maar de oorlog maakte abrupt een einde aan haar muzikale carrière. In de oorlog rolde ze al snel in het verzet. Ze vervalste persoonsbewijzen en was een van de drijvende krachten achter de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister. Als enige ontkwam ze aan de vergelding van de Duitsers. Ze vluchtte naar het neutrale Zwitserland waar ze in een kamp een moeilijke tijd doormaakte ver van de muziek. Na de oorlog probeerde ze de draad weer op te pikken. Maar al haar kunstenaars- en verzetsvrienden waren dood en als vrouwelijke dirigente kwam ze niet aan het werk. Gedesillusioneerd vertrok
ze naar Amerika. Daar bouwde ze al snel een mooie muziekcarrière op. Ze werd een veelgevraagd celliste en muziekdocente. In 1954 was ze de eerste vrouwelijke dirigent van de VS die voor een professioneel symfonieorkest stond dat ze zelf had opgericht. Ze stierf in 1994, 90 jaar oud, met de Amerikaanse nationaliteit. Of Frieda’s strijkstok als het aan haar zelf had gelegen ooit weer naar Nederland zou zijn teruggekeerd? We weten het niet. Frieda’s laatste levenspartner en de zoon van een cellist die met Frieda samenspeelde, maakten het mogelijk de stok ten verkoop aan te bieden aan het NMF.
BOUWOPDRACHTEN 2018
Kruispunt van bouw opdrachten in 2018
In 2018 kwamen in totaal negen bouwopdrachten samen. Naast de Réus 49 voor Remy van Kesteren, werd ook een marimba van de Nederlandse firma Adams voltooid voor de jonge speler David Kuijken. Nieuwe opdrachten gingen naar een Duitse en zes Nederlandse instrumentenbouwers. Fortepianobouwer Gerard Tuinman in Utrecht bouwde aan een kopie van een Johann Andreas Stein-fortepiano uit 1783. Het instrument kreeg twee uitwisselbare klavieren, zodat bespeler Artem Belogurov beide kan inzetten om zo een breder repertoire uit te kunnen voeren. De fortepiano werd in maart 2019 geleverd. De Drentse Eva Kingma bouwde een altfluit voor jazz-fluitist Remi J. Edson, die hij onlangs voor het eerst kon bespelen. Vioolbouwers Hein Woldring (Groningen) en Daniel Royé (Amsterdam) bouwden beiden een cello in opdracht van het NMF. De Woldring was nog net in 2018 voltooid, de Royé iets later in 2019. Met deze opdrachten verving het NMF twee instrumenten van dezelfde bouwers die aan hun bespelers werden verkocht.
95
AANWINSTEN EN BOUWOPDRACHTEN
Voor harpiste Gwyneth Wentink liet het NMF een triple harp bouwen bij de Duitse bouwer Claus Hüttel, die opgehaald werd in maart 2019. Deze opdracht is mogelijk gemaakt dankzij de steun van vele particulieren die naar aanleiding van de fondsenwervingsactie voor dit project doneerden.
traject van zo’n vier jaar presenteerde het NMF, samen met Remy, de 49-snarige Salvi-harp aan de wereld tijdens het Internationale Harpfestival in Utrecht. Voor het eerst in meer dan 100 jaar stond er een harp die wezenlijk anders was dan zijn voorgangers: elektroakoestisch, met twee extra snaren, een grotere klankkast en een zeer geavanceerd dempings systeem. Deze harp is het toonbeeld van innovatie in muziek en instrumentenbouw. De Réus 49 past in de context van een moderne muziekwereld en biedt muzikaal ontdekkingsreiziger Remy van Kesteren de kans om nieuwe muziek te componeren en uit te voeren.
fabriekshal van Adams sloeg en tikte hij urenlang op honderden palissander staven tot de mooiste 61 op de marimba lagen. In maart haalden we samen met David het gloednieuwe instrument op. Tien (!) gigbags sjouwden we naar Davids zolderkamer. Daar stond binnen no time een schitterend instrument waarop David zich als talentvol marimbist kan ontwikkelen. CELLO VAN HENDRIK WOLDRING (2018)
Een twaalf jaar jonger zusje
MARIMBA VAN ADAMS (2018)
Vijf octaven palissander
HARP VAN SALVI (2018)
Réus 49
Het heeft al uitgebreid in de media gestaan, maar toch willen we graag de voltooiing van de harp die het NMF voor Remy van Kesteren liet bouwen onder de aandacht brengen. Na een intensief
96
Het NMF verwelkomde de allereerste marimba in zijn collectie: een prachtige 5-octaafs concertmarimba met palissander toetsen. Het instrument is gebouwd in Ittervoort door de internationaal geprezen firma Adams. Aanleiding: de veelbelovende jonge percussionist David Kuijken. David klopte aan bij het NMF met de wens om een hoogwaardige marimba te kunnen bespelen. Daarbij stevig aangemoedigd door Ramon Lormans, zijn docent aan de Sweelinck Academie in Amsterdam, en een van de meest gevraagde marimbaspelers van dit moment. Via Ramon en David leerden wij in korte tijd de wereld van de marimba kennen. We probeerden samen veel verschillende instrumenten uit en de marimba van Limburgse makelij bleek het mooist. Hoogstpersoonlijk zette Ramon zich in voor de selectie van de best klinkende toetsen. In de grote
In onze collectie bevond zich een cello gebouwd in 2006 door de Groningse bouwer Hendrik Woldring. Esther Garcia Calvo, studente aan het Utrechts Conservatorium, was vijf jaar lang haar bespeler. De Spaanse celliste raakte met de jaren meer en meer verknocht aan haar Groningse instrument en liet doorschemeren dat ze hem dolgraag van ons zou willen kopen. Dat kan, als wij een vergelijkbaar instrument kunnen bemachtigen. We vroegen Woldring of hij opnieuw een cello voor ons zou willen bouwen. Esther is nu de gelukkige bezitter van de Woldring-cello uit 2006 en wij konden een twaalf jaar jonger zusje verwelkomen, geboren in september 2018. Beide gebouwd naar hetzelfde model
JAAROVERZICHT 2018 van de Duits-Italiaanse vioolbouwer David Tecchler uit 1703, met dubbele inleg, horizontale vlam en goudbruine lakkleur. We zijn benieuwd wie binnenkort zijn oog op de nieuwe Woldringtelg laat vallen. En verheugen ons alvast op een intiem familieconcert met de twee zusjes! BASSE DE VIOLON-STRIJKSTOK VAN LUIS EMILIO RODRIGUEZ (2018)
Voor de Snoeck
De zeldzame oude Snoeck van het NMF klinkt nog veel mooier nu die wordt aangestreken door een speciale basse de violon-strijkstok. De basse de violon, een voorloper van de cello, gebouwd door Egidius Snoeck in Brussel rond 1715, konden we in 2012 aankopen dankzij financiële steun van fondsen. Het instrument werd tot nu toe bespeeld met een cellostrijkstok, maar die is eigenlijk te licht. In samenwerking met Viola de Hoog, celliste en buitengewoon kenner van historische instrumenten en hun uitvoeringspraktijk, bouwde de Haagse strijkstokkenbouwer Luis Emilio Rodriguez Carrington een passende strijkstok voor de Snoeck. “Hij klinkt ineens zo anders, zoveel mooier!” volgens Viola. “Ik ben vreselijk trots op wat Luis gedaan heeft. De Snoeck krijgt een nieuw leven.” Snoeck en strijkstok worden voortaan samen uitgeleend op projectbasis aan musici of ensembles.
Zijn aanvraag werd breed ondersteund vanuit de ‘wereld’ van de historische uitvoeringspraktijk, want het blijkt zo ongeveer de enige ‘missing link’ in de uitvoering van vroege barokmuziek. Het kistorgel dat doorgaans wordt gebruikt door barokensembles, is een zwak aftreksel van het organo di legno dat oorspronkelijk werd gebruikt. Een kistorgel heeft allerlei voordelen, te beginnen met het handzame formaat en de elektronische windvoorziening. Het kistorgel kan makkelijk worden getransporteerd en opgeslagen en er is geen assistent nodig om de (oorspronkelijke) windbalgen te bedienen. Maar al die voordelen zijn ten koste gegaan van de klankkwaliteiten. Het grootste verschil zit hem in het feit dat het organo di legno open pijpen heeft, terwijl het kistorgel ‘gedekte’ pijpen heeft. Een open 8-voets pijp heeft een lengte van 240 cm. Met het dekken van een pijp wordt de lage toon
bereikt met een veel kortere pijp. Handzaam, maar netjes gezegd, niet mooi. Het NMF is samen met Krijn Koetsveld en orgelbouwer Klop in Garderen een traject gestart om naar een instrument toe te werken dat qua klankkwaliteit het originele orgel zo dicht mogelijk nadert. Het zal een enorme uitdaging worden om een orgel te bouwen dat aan die eis voldoet, en toch ook transportabel blijft. Het NMF laat zich in het traject bijstaan door organist Pieter van Dijk. Wij nodigen u van harte uit om de stappen in dit traject te volgen op onze website. U leert dan over het voordeel van een ‘hangende tractuur’, het belang van het ‘abstract’, een Duits of een Italiaans labium, waarom een verkropte pijp noodzakelijk is en hoe fichte en cipres compleet anders klinken. Het uiteindelijke instrument kan worden aangekocht dankzij de donatie van één particulier. Wij zijn deze donateur enorm veel dank verschuldigd!
MONTEVERDI-ORGEL DOOR DE FIRMA KLOP
Verwacht in 2020
Het meest prestigieuze en uitdagende bouwproject dat in 2018 van start ging, is de bouw van een verplaatsbaar continuo-orgel, in stijl van de late 16e en vroege 17e eeuw in Italië. In de originele partituren van Claudio Monteverdi staat een dergelijk instrument al voorgeschreven. Het gaat om een orgel met houten pijpen (‘organo di legno’) met een 4-voets en 8-voets register. Krijn Koetsveld, organist, zanger en dirigent, deed bij het NMF een aanvraag voor dit instrument.
97
HET TEAM VAN HET MUZIEKINSTRUMENTENFONDS Lennart van der Sman
productie en promotie ls@muziekinstrumentenfonds.nl
Verzameldroom
De naam van de kunstenaar van dit minuscule etsje (nummer 129 van 300) kan ik niet goed lezen, maar ik was blij verrast door deze ontdekking! Gevonden toen ik het lijstje voor 50 cent kocht in de kringloopwinkel. Tot nu toe mijn enige ‘kunstvondst’, maar ik hoop dat er vele volgen.
Frits Schutte
hoofd collectie schutte@muziekinstrumentenfonds.nl
Loterij
Ik ben geen echte verzamelaar, maar zou dat ongetwijfeld wel worden na het winnen van een loterij. Ik zou dan in ieder geval hedendaagse kunst en design verzamelen. Zo nu en dan doe ik een impulsaankoop, zoals deze Art Deco-beer die op mij een grote aantrekkingskracht heeft door zijn eenvoud.
Geertje van der Linden
collectiebeheer vanderlinden@muziekinstrumentenfonds.nl
Geluk
Fietsen geeft mij een heerlijk gevoel van vrijheid, of het nu gaat om het ’Turks Fruit-gevoel’ achterop door Amsterdam, een zomeravondtochtje door de polder of met cello op de rug naar een repetitie (op mijn fijne single speed). Ik heb geen verzameling fietsen (want die moeten ook weleens plaats voor elkaar maken), maar een verzameling geluks momenten!
Marie-Therese Kuijkhoven officemanagement en nalatenschappen mtk@muziekinstrumentenfonds.nl
Oldtimer
Het leven is een avontuur, geniet van de rit.
Manon Veenendaal
directeur/bestuurder veenendaal@muziekinstrumentenfonds.nl
Iefke Wang
assistent collectiebeheer iefke@muziekinstrumentenfonds.nl
Bloesem
Als ik in een landhuis zou wonen, zou ik de tuin vol zetten met allerlei soorten bloesembomen en ander groen. Ook een aantal katjes op vier poten zou ik er dan huisvesten.
Steven Heybroek
financiën en database heybroek@muziekinstrumentenfonds.nl
Praktisch nut
Ik verzamel eigenlijk heel weinig, maar als ik iets verzamel is dat vooral mooi keukengereedschap. Ik hou van mooie objecten en als die ook nog eens praktisch nut hebben, word ik daar helemaal blij van. In de keuken, waar we toch veel zijn, kunnen we daar dagelijks van genieten. Eigenlijk kan ik bijna geen keukenzaak voorbijlopen zonder er even te gaan neuzen.
Ontzamelpolicy
Vrijwel de grootste verzameling die ik in huis heb, zijn de stapels bladmuziek die ik in de loop der jaren heb opgebouwd. In verband met de ‘ont’zamelpolicy thuis, sta ik voor de cruciale vraag: wat te doen met deze voor 98% ongebruikte bladmuziek?
Het NMF en de toekomst Alles en iedereen is aan verandering onderhevig. Als mens en als organisatie moet je in staat zijn in die verandering mee te gaan en je van tijd tot tijd aan de verandering aanpassen. De veranderingen in de huidige maatschappij lijken steeds meer impact te hebben en steeds sneller te gaan, op het gebied van bijvoorbeeld technologie, verstedelijking, bevolkingsgroei, de economie. De uitdagingen vliegen ons om de oren. Hoe vinden we een antwoord op de immigratie- en klimaatproblematiek en andere lastige vraagstukken? We kunnen onze ogen hier niet meer voor sluiten en we worden gedwongen met antwoorden te komen. ‘Innovatie, creatie en inclusie’ zijn hierbij sleutelwoorden die vaak worden gebruikt. ‘Kunst en cultuur’ kan hier in onze samenleving een ondersteunende rol in spelen. Muziek bijvoorbeeld vormt een verbindende factor in betere, maar ook in moeilijkere tijden. Muziek is een universele taal en bijna iedereen houdt ervan. Wat is het NMF trots dat het fonds al 31 jaar structureel 400 musici ondersteunt, die eraan bijdragen culturele activiteiten in leven te houden. Zij zorgen er met z’n allen voor dat muziek gewaarborgd blijft, op het allerhoogste niveau, met veel plezier en vreugde.
Uitdagingen
Ook musici hebben te maken met maatschappelijke en culturele veranderingen. Het veld van de klassieke muziek is bijvoorbeeld gekrompen en kwetsbaarder geworden. Het inkomen van de meeste musici is teruggelopen en wordt steeds onzekerder. Musici moeten zich breder ontwikkelen en hun kansen spreiden op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd wordt het muzikale veld internationaler en de concurrentie wordt groter doordat het gemiddeld niveau van de jonge generatie conservatoriumstudenten steeds hoger wordt. De uitdagingen waar musici voor staan, vragen steeds meer om artistieke eigenheid, creativiteit, ondernemerschap en een goed netwerk. Om een succesvolle carrière te kunnen opbouwen, is er dus steeds meer nodig dan talent, een gedegen opleiding en een goed instrument! Het NMF signaleert en erkent deze uitdagingen waar musici voor staan. En ook het NMF moet meegaan in deze ontwikkelingen. Gelukkig is het NMF voor een professioneel musicus, indien nodig gedurende de hele muzikale carrière, een zekere factor en een steun in de rug.
Onze missie en visie
De missie van het NMF is al 31 jaar onverkort hetzelfde: het in bruikleen geven van kwalitatief hoogwaardige muziekinstrumenten aan professionele musici en conservatoriumstudenten. En die is nog steeds relevant en urgent. De invulling van onze missie verandert van tijd tot tijd. Het vertrek van directeur Marcel Schopman riep de veel gestelde vraag op welke focus het NMF de komende jaren zal hebben. 2018 was in zekere zin een turbulent jaar (zie pag. 82 in dit Ma-
100
gazine), maar dit bood ook een kans voor herbezinning op de positie van het NMF. We hebben nieuwe, inspirerende plannen. Uiteraard met respect voor het verleden. We behouden al het goede. Hetgeen we in al die jaren zo zorgvuldig hebben opgebouwd, zoals de betrokken donateurs en een kundig, loyaal en sterk team. En vooral het waarom we ons met z’n allen voor deze musici inzetten. Luister naar hen. Niet alleen naar hun spel, maar ook naar wat ze vertellen over wat het instrument voor hen betekent. Het bestaansrecht van het NMF is direct duidelijk.
Onderzoek onder de doelgroep: professionele musici en conservatoriumstudenten
Het NMF volgt de ontwikkelingen in het beleid van de overheid, onderwijsinstellingen en beroepssector in de podiumkunsten op de voet. Het NMF bekijkt zorgvuldig waar de vraag naar kwalitatief hoogwaardige instrumenten ligt, en probeert aan te sluiten op deze vraag. Het NMF ondersteunt momenteel voornamelijk strijkers, pianisten en harpisten. Maar de vraag rijst onherroepelijk of er misschien ook nog andere musici zijn, die instrumenten bespelen die nog niet in onze collectie zitten. En of we de huidige doelgroep nog wel op de juiste en meest succesvolle manier bedienen. Om die vragen te beantwoorden, vinden wij dat er een grootschalig onderzoek nodig is onder NMF-musici, conservatoriumstudenten en alle andere professionele musici die in Nederland actief zijn. Met het onderzoek willen we ook bepalen hoe we nog beter kunnen aansluiten op met name conservatoria, podia en eventueel orkesten. Wat heeft de NMF-doelgroep nodig om de kans op een succesvolle professionele carrière te vergoten? En wat heeft de (toekomstige) NMF-bruiklener nodig om het NMF-instrument
JAAROVERZICHT JAAROVERZICHT 2018 2018 zo optimaal mogelijk te kunnen benutten, in te zetten en tot zijn recht te laten komen? Het onderzoek biedt ons de kans om aannames te verifiëren en conclusies te onderbouwen. Maar we zoeken ook nieuwe inzichten en willen kritisch naar onszelf (laten) kijken.
We koesteren onze prachtige collectie
De kwalitatief hoogwaardige collectie met muziekinstrumenten (zie ook pag. 87) vinden wij er een om trots op te zijn en koesteren we. De prachtige instrumenten, de waarde, de kwaliteit, het aantal musici dat we ermee kunnen bedienen... Kwaliteit is bij het NMF heel belangrijk. Dat geldt uiteraard ook voor de collectie. De collectie gaan wij in de komende maanden uitgebreid analyseren en bekijken waar een kwaliteitsverbetering kan worden gemaakt. Het is belangrijk dat alle NMF-instrumenten optimaal kunnen worden ingezet en tot zijn recht kunnen komen. Daar waar de collectie vroeger flink moest worden uitgebreid in het lage segment, ligt onze prioriteit tegenwoordig meer bij de verfijning van de collectie. Alleen uitbreiding van de collectie is gewenst in het allerhoogste prijssegment en instrumenten die nog niet in onze collectie zitten, zoals bijvoorbeeld de altfluit, een gitaar en de marimba. Verder willen we investeren in innovatieve projecten, zoals de harp met twee extra snaren (de ‘Réus 49’ voor topharpist Remy van Kesteren) die we recent hebben laten bouwen, en de bouwopdracht die we hebben uitgezet voor een orgel uit de tijd van Monteverdi. Ook zal onze aandacht meer uitgaan naar instrumenten die in Nederland gebouwd zijn; het cultureel erfgoed van vandaag en morgen. Het NMF zorgt ervoor dat dit erfgoed actief gebruikt wordt en behouden voor de toekomst.
Het NMF is een organisatie die breed geworteld is in de muziekwereld. Het NMF kijkt al ruim 30 jaar mee over de schouders van een doelgroep die zich uitstrekt over de volle breedte, van het 10-jarig talent tot de doorgewinterde prof. Daardoor kunnen wij tendensen vroeg waarnemen en daarop inspelen, in het belang van onze doelgroep. Het netwerk van de belanghebbenden van het NMF strekt zich over dezelfde breedte uit. Deze unieke spilpositie, in combinatie met de onafhankelijkheid van onze organisatie, maakt dat het NMF een platform is waar kennis (over bijvoorbeeld vioolbouw, instrumentenzorg, kennis over de muziekwereld) verzameld wordt en gedeeld kan worden met de eigen doelgroep. Vanuit de verantwoordelijkheid die het NMF draagt om de in bruikleen gegeven instrumenten zo optimaal mogelijk in te zetten, lijkt het logisch om ook vanuit het NMF verder te kijken dan alleen de bruikleen zelf. Het NMF kan een platform zijn voor
DAVID KUIJKEN | FOTO MELLE MEIVOGEL
Platform
101
Impact
Bij goede doelen is impact een favoriet onderwerp en dat is zeker niet voor niets. Ook het NMF is het als goed doel aan zijn achterban verplicht om impact te meten en zo goed mogelijk te laten zien waar we de donaties en legaten aan besteden. Het NMF heeft hierbij op de andere goede doelen een streepje voor, omdat het van zich kan laten horen! De 400 musici die wij steunen, laten jaarlijks bij duizenden concerten hun instrumenten van het NMF klinken. Ook op onze website zijn alle musici en instrumenten zichtbaar. Onze droom is de instrumenten niet alleen te laten zien, maar ook online te laten horen. Het draait tenslotte om de muziek!
Achterban
Goede doelen zijn populair. Dit heeft onder andere economische redenen (NL is rijk), demografische redenen (NL vergrijst), sociaal-culturele redenen (mensen willen verantwoordelijkheid dragen) en politieke redenen (overheid trekt zich terug). Tegelijkertijd is er meer concurrentie bij andere (culturele) goede doelen en besteden vermogensfondsen minder geld aan het NMF. En niet te onderschatten: de trend is om je als donateur niet meer structureel te verbinden aan een organisatie, maar te geven aan kortlopende projecten. Zoals bijvoorbeeld door bij te dragen aan een bepaald instrument. Ook bij het NMF zie je deze trend en het NMF biedt uiteraard de mogelijkheden om een persoonlijk geefplan op te stellen en de donateur te verbinden aan een musicus of instrument. Ook bijdragen aan exploitatiekosten is in Nederland minder aantrekkelijk dan in sommige andere landen en het is dan ook moeilijker om daar geld voor te vinden. Maar kosten gaan voor de baten. We hoeven ons daar niet voor te schamen en het NMF zal in de komende tijd zoeken naar donateurs en grote gevers die specifiek aan de exploitatie willen bijdragen. Gelukkig weten kleine familiefondsen en stichtingen het NMF steeds vaker te vinden. Dit heeft waarschijnlijk alles te maken met de zichtbaarheid van het NMF. Daarom blijven we werken aan lucratieve samenwerkingen (zoals met Natuurmonumenten tijdens het NMF Kamermuziekfestival), het organiseren van (privé-)concerten in samenwerking met an-
102
dere organisaties, de inzet van de musici om het NMF zichtbaar te maken, een sterk social-media-plan en meer. Het NMF kan voorts rekenen op de steun van een zeer trouwe groep aan donateurs die gezamenlijk zorgen voor 88% van de inkomsten van het NMF. Helaas is het aantal donateurs in 2018 met 12,9% gedaald ten opzichte van 2017. Het is hier dus op zijn plaats om kritisch te zijn en te blijven en te streven naar een grotere groep donateurs die zich aan ons wil verbinden en musici wil ondersteunen. De gemiddelde leeftijd van de donateur bij het NMF is 74. Het NMF voelt ook een maatschappelijke verplichting en ziet een kans om een jongere doelgroep aan het NMF te gaan binden en gaat daar in de toekomst werk van maken. We zoeken niet alleen meer en jongere donateurs, we zoeken ook meer donateurs die ons structureel willen ondersteunen. Het NMF is een voor 100% particuliere stichting en begint ieder jaar weer opnieuw met het werven van voldoende geld om de doelstelling zo goed mogelijk uit te voeren. Het is daarom belangrijk om donateurs te zoeken die willen schenken voor een langere periode, waardoor het NMF voor een hoger bedrag en voor een langere periode (minimaal vijf jaar) verzekerd is van inkomsten. Dit is overigens voor de schenker ook de meest voordelige vorm van schenken. Het NMF ziet op dit gebied veel kansen. Er zijn altijd mensen die jonge musici een kans willen geven en daar dan vervolgens zelf ook weer van kunnen genieten. Het NMF heeft de passie en wilskracht van de jeugdige musici – vaak jonge mensen in een buitengewoon belangrijke fase van hun carrière, die er ‘vol’ tegenaan gaan om het uiterste uit henzelf en hun instrument te halen. Dat is bijzonder en uniek. Dat creëert een energiestroom die zijn weerga niet kent.
Kijk op pag. 52 voor meer informatie over de meest voordelige vorm van schenken aan het NMF.
Intern
Afgelopen jaar was een dynamisch jaar. Het vertrek van directeur Marcel Schopman, en de komst van de nieuwe directeur, leidde het NMF onherroepelijk naar een nieuwe fase. De overgang verliep organisch en het inspirerende, toegewijde, kundige en enthousiaste NMF-team heeft keihard gewerkt. In een half jaar is ontzettend veel gebeurd. Door ex-directeur Marcel Schopman is bij zijn afscheid het NMF Steunfonds opgericht. Dit interne fonds zal musici, die moeite hebben de bruikleenvergoeding te betalen, helpen. Samen met Geertje van der Linden en Frits Schutte (afdeling collectie) is er een nieuwe visie op de collectie en musici geformuleerd. We zijn de collectie en aanvragen op grote schaal aan het FOTO MARCO BORGGREVE
musici in de ontwikkeling van hun carrière en is een verbindende factor. Zo zal het een grotere rol willen spelen in het bieden van een onderling netwerk door de musici zowel online als een fysiek platform te bieden. Kortom, het NMF wil in de toekomst zijn netwerk en kennis nog meer gaan inzetten ten behoeve van zijn musici en de prachtige instrumentencollectie.
JAAROVERZICHT 2018
HAWIJCH ELDERS | FOTO KAUPO KIKKAS
analyseren en op zoek naar een extra kracht. Een extern bureau heeft onze procedures vastgelegd en gecheckt op efficiëntie. Onze financiële collega Steven Heybroek heeft samen met onze accountant de financiële procedures vastgelegd en de financiële verslaglegging voor de Raad van Toezicht herzien. Lennart van der Sman (productie en promotie) en Steven hebben hard gewerkt om een nieuwe website te laten bouwen, we hebben een spetterend ‘NMF Kamermuziekfestival bij Natuurmonumenten’ neergezet, en andere belangrijke verbindingen met organisaties gelegd. We bieden een podium aan honderden musici en ons NMF Magazine mag er weer zijn. Dit alles kan niet zonder de hulp van vrijwilligers. Dankbaar zijn we voor het feit dat ook weer meer vrijwilligers zich op vaste basis, onder de kundige leiding van Marie-Therese Kuijkhoven, aan het NMF hebben verbonden. En zo zet het NMF onherroepelijk zijn missie voort: het in bruikleen geven van kwalitatief hoogwaardige, passende muziekinstrumenten aan honderden professionele musici en conservatoriumstudenten. We danken iedereen die hier, in welke vorm dan ook, een steentje aan bijdraagt en hopen dat we nog vele succesvolle jaren tegemoet gaan!
We willen investeren in innovatieve projecten en de verfijning van onze collectie. 103
U mist mogelijk belangrijk nieuws! Even checken
Door de verscherpte regelgeving op het gebied van privacy, hebben wij besloten iedereen die de digitale nieuwbrief van ons ontving, opnieuw om toestemming te vragen die brief te versturen. Wellicht is deze e-mail waarin we uw toestemming vroegen aan uw aandacht ontsnapt en ontvangt u dus onze e-nieuwsbrief niet meer. Wilt u de brief toch graag ontvangen, meldt u zich dan weer even aan (onderaan) op onze site: www.muziekinstrumentenfonds.nl.
Mis niets
Als abonnee van de e-nieuwsbrief ontvangt u het laatste nieuws over het NMF, zoals de nieuwe aanwinsten in de collectie, interviews met onze musici en komende evenementen. Lezers lopen nooit aanbiedingen of voorrang mis!
Gebruik persoonlijke gegevens
Het NMF gaat vertrouwelijk om met uw persoonlijke gegevens. We gebruiken ze om u te informeren over ons werk en voor fondsenwerving. Wilt u meer weten? Lees dan onze privacyverklaring op onze website.
Colofon Jaargang 7, mei 2019
redactie Manon Veenendaal hoofdredacteur Lennart van der Sman eindredacteur Frits Schutte | Anneke Tot | Berry van de Ven redactielid grafisch ontwerp & productie www.conceptcommunicatie.nl illustraties Jannemieke Oostra | foto’s instrumenten Cathy Levesque foto medewerkers Sarah Wijzenbeek cover Remy van Kesteren | foto Kaupo Kikkas foto's achterzijde en binnenzijde omslag Melle Meivogel oplage 12.000 Vragen over dit magazine, uw donateurschap of over schenken aan het NMF? Stichting Nationaal Muziekinstrumenten Fonds Postbus 11912 | 1001 GX Amsterdam Sint Annenstraat 12 | 1012 HE Amsterdam 020 622 1255 info@muziekinstrumentenfonds.nl www.muziekinstrumentenfonds.nl KVK 41205257 IBAN NL58 ABNA 0555 0286 66 beschermheer Z.K.H. Prins Constantijn erevoorzitter prof. ir. W. Dik oprichter Pieter Moerenhout †Alle rechten voorbehouden. Alle musici die zijn afgebeeld in dit magazine hebben of hadden tot voor kort een instrument of strijkstok van het NMF in bruikleen, tenzij anders vermeld. Een ieder die meent rechten te kunnen ontlenen aan deze uitgave, wordt vriendelijk verzocht contact met het NMF op te nemen.
104
Luis Cabrera Martin 1985 Evy Hamers 2005
Viool | Ernst Schmidt | Amsterdam 1924 Vioolstrijkstok | Luis Morizot | Mirecourt 20e eeuw “Ik ben altijd op zoek naar de mooiste klank. Maar het lukte me niet om mijn klankideaal werkelijkheid te laten worden. Met het instrument dat ik nu heb, gaat dat steeds beter. Doordat ik minder hard hoef te werken aan de klank, kan ik meer tijd aan muzikale interpretatie geven.”
Robert van der Padt 1991
Piano | Steinway & Sons | Hamburg 1980
Daan Herweg 1981
Vleugel | Steinway & Sons | Hamburg 1990 “Het instrument biedt buitenaardse verfijning! Als ik langs de Steinway loop, móet ik eenvoudigweg spelen, er is geen keuze. Een goed instrument geeft zoveel inspiratie. Bij het schrijven en arrangeren van nieuw materiaal is dat van doorslaggevend belang.”
Welkom aan deze nieuwe NMF-musici!
Marcel Sutedja 2007
Anonieme ¾-viool | Italië ca. 1731 “Ik ben het NMF erg dankbaar dat ze me de kans hebben gegeven om op deze prachtige Italiaanse viool te spelen. Het is een enorm geluk en ik voel me erg gemotiveerd en geïnspireerd. Ook mijn viooldocenten en de mensen in mijn omgeving die mij steunen ben ik heel dankbaar.”
“Het bespelen van ‘mijn’ Kloz-viool geeft mij iedere dag opnieuw ontzettend veel geluk, inspiratie, plezier, vertrouwen en daarmee het besef van dankbaarheid aan het NMF.”
Welkom aan deze nieuwe NMF-musici! Stella Zake 1994
“Dankzij het NMF speel ik nu op een prachtige viool van een anonieme Italiaanse bouwer, gebouwd begin 20e eeuw. De viool heeft een hele mooie, warme, haast altviool-achtige klank die mij heel erg aanspreekt. Ik kan op deze viool heel veel verschillende klankkleuren maken en ben er erg blij mee.”
“Both instruments are an incredible piece of art by themselves. Is a pure happiness to get to know them and to always be in touch with them, exploring their colours and stylistical qualities. Apart from being able to practice in the most pleasing circumstances, the instruments themselves teach me a lot and contribute to understanding the music. They help me to go deeper into the repertoire and simply become a better musician. The everyday encounter with such instruments definitely boosts the inspiration.”
“Ik ben nog maar veertien, maar met mijn cello van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds voel ik mij een hele volwassen cellist. Ik wil graag laten horen hoe mooi alles kan klinken op zo’n prachtig instrument.”
Viool | Sebastian Kloz | Mittenwald 1758
Anonieme viool | Italië ca. 1920
“This instrument has widened my musical views, my sound imagination and my way to play the bass. It responds and rings freely in all registers and allows me to be flexible to play in different styles. It allows me to be versatile when playing solo, and to have a beautiful, present and powerful sound when playing in a group. It feels as there is no ceiling. I can keep searching for new sounds, colours and lines I couldn’t think of before on a double bass.”
Cello | Jaap Bolink | Amsterdam 1969 Anonieme cellostrijkstok
Maaike van Vossen 2000
Julia Doornebosch 1998
Vleugel | Steinway & Sons | Hamburg 1907 Anonieme fortepiano | Oostenrijk ca. 1790
Douwe Eisses 2004
“Acht jaar was ik afhankelijk van het reserveren van een oefenruimte met vleugel. Het geeft me een enorme rust dat ik niet meer hoef te vechten voor beschikbaarheid en nu thuis een eigen inspirerend instrument tot mijn beschikking heb. Ik kan mijn ochtend beginnen met een kopje thee in de woonkamer terwijl ik een etude speel. Het geeft mij een hele andere benadering van ‘oefenen’. Ik hoef niet in blokken van twee uur te denken, ik kan gewoon spelen om het spelen.”
Olga Pashchenko 1986
Contrabas | Carlo Ferdinando Landolfi | Milaan ca. 1770
Viool | Raffaele en Antonio Gagliano | Napels ca. 1830 “Having this instrument for me opens new musical horizons, inspires to work harder and helps to improve my skills. I have been more motivated to practice and to work on the upcoming projects. Compared to my old violin this violin offers countless possibilities and colors of expression.”
Melle de Vries, 1994
Cello | Fernand Jacquot | Nancy 1914 “Een goed instrument is al snel het halve werk. Ik kan me nu volledig storten op de gehele potentie van het instrument.”
Silke Kolfschoten 2005
Viool | François Caussin | Rouvres la Chétive ca. 1830 Vioolstrijkstok | Albert Nürnberger | Markneukirchen ca. 1900 “Toen ik de eerste noten op deze viool speelde, ging er een wereld voor mij open. Ik kan mooiere, diepere en intensere klanken maken en met meer gevoel een muziekstuk overbrengen.”
N M F M A G A Z I N E
M UZI EK I N STRUM EN T EN FON D S
2019
41 nieuwe gezichten in 2018. Bekijk alle 441 NMF-musici op de website. Bedankt voor uw steun!
INTERVIEWS MET
Wim Pijbes Annabelle Birnie Shunske Sato Quartetto di Cremona
EN VERDER
Het NMF in wereldperspectief Collecties binnen de collectie Het geheim van de strijkstok Jaaroverzicht 2018
&
Collecties Verzamelingen N M F M A G A Z I N E 2 0 19