Betoog en informatief artikel Schrijfvaardigheid: van mindmap naar eindversie
LG31, TL41, VE41 2020 Helicon Opleidingen Boxtel mvomieke
Inhoudsopgave Tractors zijn mooi…………………………………………………………………………………………………………………………. 2 Stikstofproblematiek in Nederland ……………………………………………………………………………………………………….3 Boeren brengen leven in de wereld………………………………………………………………………………………………………4 Gemengd voeren of voer mengen?...........................................................................................................................................5 Voermengwagen of niet?...........................................................................................................................................................6 Hoveniersvak en seksisme………………………………………………………………………………………………………………..7 Boeren en het klimaatvraagstuk………………………………………………………………………………………………………. ..8 Controle op het RIVM………………………………………………………………………………………………………………………9 Schone aarde……………………………………………………………………………………………………………………………….10 Biologisch logisch?....................................................................................................................................................................11 Chemische versus biologische gewasbescherming……………………………………………………………………………………12 Vergroening…………………………………………………………………………………………………………………………………13 Bemoeienis overheid………………………………………………………………………………………………………………………14 Voeren van varkens……………………………………………………………………………………………………………………… 15 Corona kan een keerpunt zijn……………………………………………………………………………………………………………16 Zaaien op rugmatten………………………………………………………………………………………………………………………17 Een groene stad is belangrijk……………………………………………………………………………………………………………..18 Megastallen…………………………………………………………………………………………………………………………………20 Afrikaanse varkenspest……………………………………………………………………………………………………………………21 Het jaar rond loonwerken………………………………………………………………………………………………………………….22 Motor- en accumachine……………………………………………………………………………………………………………………23 Nederland zit op slot……………………………………………………………………………………………………………………….24 Mest uitrijden………………………………………………………………………………………………………………………………..25 Stikstof, boeren en andere partijen……………………………………………………………………………………………………. . 26 Mest uitrijden………………………………………………… ……………………………………………………………………………26 Gehoorbescherming………………………………………………………………………………………………………………………..27 Grasmatten versus graszaad……………………………………………………………………………………………………………..28 Het gebruik van PBM’s ……………………………………………………………………………………………………………………29 Tuinbomen……………………………………………………………..……………………………………………………………………31 Gras en kunstgras………………………………………………………………………………………………………………………… 32 Vergroening in steden…………………………………………………………………………………………………………………… 33 Koeien wel of niet uiten……………………………………………………………………………………………………………………35 Intensieve veehouderij……………………………………………………………………………………………………………………..36 Controle op het RIVM II………………………………………………………………………………………………………………….. 37 Boeren, stikstof en de luchtkwaliteit……………………………………………………………………………………………………..38 Varkensrechten……………………………………………………………………………………………………………………………..39 Varkenspest………………………………………………………………………………………………………………………………...40 Fokkerij in de veehouderij………………………………………………………………………………………………………………….41 Is dierenarts het beroep van het jaar? …………………………………………………………………………………………………..42 Boer en stikstof……………………………………………………………………………………………………………………………. 43
Schrijfopdracht betoog ……………………………………………………………………………………………………………………44
1
Tractors zijn mooi Zijn tractors nu mooie machines of niet? Mensen zijn het er niet over eens. De meningen daarover zijn verdeeld. Dit komt, omdat veel mensen het harde geluid van de trekkers niet fijn vinden. En dat is ook begrijpelijk, maar als je naar het uiterlijk van een tractor kijkt, bijvoorbeeld naar dat van een Fent 724, dan sta je versteld van hoe mooi een tractor kan zijn. Ik ben dan ook van mening dat tractors mooi zijn en dat harde geluid dat hoort er dan zeker bij. Superveelzijdig Met mij zijn veel mensen het erover eens: trekkers zijn mooie machines. Het zijn bovendien ook nog eens nuttige machines, want één trekker is voor zo veel dingen inzetbaar. Je kan er alles mee doen. Van land omploegen tot het maken van hooibalen en het vervoeren van goederen. Het is gewoon een van de nuttigste machines die er op het moment zijn. Daar valt niks aan te veranderen! Oerend hard Het harde geluid, het grote gewicht en het enorme gevaarte..….. Sommige mensen zullen misschien tegenwerpen dat een tractor weliswaar een puike machine is, maar ook een enorm gevaarte. Want het zijn ook grote machines op de weg, die vaak tot 53 ton wegen. Vaak worden deze grote machines ook nog een bestuurd door jonge jongens van 16 tot 18 jaar. Veel mensen vinden dit ook apart. Want zoals gezegd: de machine met kar weegt al gauw 53 ton. Dat is net zoveel als een vrachtwagen en toch mogen jongens van 16 jaar ermee rijden Dat kan inderdaad wel een risico opleveren, maar daarom is het ook verplicht om een T-rijbewijs te halen en te hebben. Veilig bestuurd is het een machtige machine, maar absoluut geen obstakel voor anderen op de weg. Natuurlijk wordt dat goed in de gaten gehouden door de politie en overheid. De regels en alles eromheen zijn goed geregeld. Gelukkig is iedere tractorbestuurder zich van zijn verantwoordelijkheid op de weg bewust. Daarom stel ik: al is het een machine waarmee oplettend moet worden gereden, de tractor is een veilige en vooral breed inzetbare mooie machine.
Daan
2
Stikstofproblematiek in Nederland Vorig jaar kwamen er protesten tegen de stikstofcrisis, want de boeren waren klaar met het feit dat ze zich altijd maar moeten aanpassen aan wat de overheid wil. Dit, terwijl dat niet eens altijd zomaar mogelijk is. De boeren waren het om die reden dan ook helemaal zat om zich altijd maar in alle bochten te moeten wringen, terwijl de industrie en vliegtuigen zomaar door konden vliegen. Zonder ook maar enig probleem. Miskent Daarom zijn de boeren massaal naar Den Haag gereden en hebben daar geprotesteerd om hun stem te laten horen. Om te laten weten ‘Wij zijn klaar met altijd maar weggeschoven te worden en als slecht gezien te worden.” Disbalans Waarom er zoveel gedoe is om de hele stikstofcrisis komt, omdat - door het teveel aan stikstof - de natuur in onbalans raakt en zo gaan verkeerde planten beter groeien en worden zeldzame planten overwoekerd en kunnen zo uitsterven. Doordat bepaalde planten uitsterven, hebben sommige dieren geen voedsel meer en daardoor gaat zo de hele voedselketen eraan. Om het kort te zeggen heeft een stikstofoverschot een enorme impact op de biodiversiteit. Dit zie je vooral terug in de voedingsarme natuurgebieden, zoals heide, duin en hoogveen. Natuurlijk willen de boeren heel graag helpen, aangezien ze enorm veel geven om de natuur en omdat ze het koeienvoer ook uit de natuur moeten halen. Kortetermijnoplossing Om de natuur te beschermen worden er nu al dingen verzonnen om de boeren te ontlasten, zoals het invoeren van autoloze zondagen en het afkondigen van algehele bouwstops. Maar ook worden er dingen verzonnen, zoals het halveren van de veestapel of het wegkopen van boeren .De grootste en goedkoopste oplossing is boeren allang duidelijk. Het belangrijkste om mee aan de slag te gaan is volgens hen het verschil in de emissie en depositie terugbrengen. 40% van de uitstoot van stikstof in Nederland komt van de omringende buurlanden. De andere 60% proberen we zo minimaal te houden. Het van agrariërs afkomstige aandeel daarin, komt uit dierlijke mest. De stikstof uit drijfmest (mest en urine samen) wordt namelijk omgezet in ammoniak. Als dat verdampt, kan het schade toebrengen aan de natuur om ons heen. Stikstof uit vaste mest daarentegen kan in de juiste verhoudingen juist supergoed zijn voor de bodem en de natuur. Voor de scheiding van mest en urine brengen de boeren hiertoe emissiearme vloeren in de stallen aan. Een oplossing die wel lastig is uit te voeren, gezien de kosten die hieraan verbonden zijn. Misschien is het ook een ‘te simpele benadering’, aangezien de reductie op de lange termijn heel erg kan tegenvallen. Er is nog veel te ontwikkelen, Langetermijnvisie Voor de langetermijn moet iets verzonnen worden wat de hoeveelheid fosfaat, stikstof en broeikasgassen gelijk houdt aan elkaar. In dat geval is er in principe niet zoveel aan de hand. Als we alleen kijken naar een oplossing in de stal, komen we er nooit. Dat is veel te kortzichtig gedacht, zolang er niet ook gekeken wordt naar het voer of de mestkwaliteit. Maatregelen die misschien wel kunnen werken, zijn minder eiwitrijke voeding voeren, veel weidegang en het herstel van het bodemleven, zodat er minder kunstmest nodig is. Hier is alleen wel tijd voor nodig, die niet altijd gegeven wordt. Toch, uiteindelijk zal dat effectiever en goedkoper zijn dan hoe het nu is. Minder stikstof in voer en minder kunstmest op het land zal de bodem zeker ten goede komen en ook zorgen voor minder stikstofverliezen. Waardering Er wordt door de boeren al veel gedaan, waarvoor zij geen complimenten krijgen. Kringlooplandbouw is al lang een begrip dat goed werkt, maar de tijd die ervoor nodig is om dat te realiseren, is te kort en daar zullen we wat mee moeten. Maaike Bron: https://wij.land/stikstof-de-oplossing-is-er-al/
3
Boeren brengen leven in de wereld Veel jonge mensen staan na hun middelbare school voor een grote keuze, namelijk wat ze moeten gaan studeren. Helaas is dit voor veel jonge mensen een groot probleem. Als studenten er voor kiezen om boer te worden, spelen ze een grote rol in de samenleving. Ik vind daarom dat er heel veel mensen boer moeten worden. Smakelijk rund Als boer zijnde speel je een grote rol in de voedselproductie. Neem nu bijvoorbeeld een koeienboer, die zorgt ervoor dat de dieren een goed leven leiden en daarna verantwoord worden geslacht in slachthuizen. Dit is goed, omdat er heel veel mensen zijn die rundvlees eten. Als de boeren dus geen koeien meer houden, komen er dus ook in andere voedselketens tekorten, omdat mensen dus iets anders moeten eten dan rundvlees. Bovendien komen er steeds meer mensen in de wereld, die allemaal goede voeding nodig hebben. Varkenslap Hetzelfde geldt voor varken(svlees). Varkensvlees is over het algemeen wel goedkoper dan rundvlees, maar dat neemt niet weg dat het belangrijk is voor de economie. Doordat varkens (net als koeien) vervoerd worden per vrachtwagen, hebben andere mensen in andere sectoren er ook profijt van. Denk bijvoorbeeld maar aan vrachtwagenchauffeurs en slagers. Melk, de witte motor Verder zijn boeren ook goed voor de productie van melk. Koeien kunnen gemolken worden met behulp van een melkmachine. Hierdoor hebben mensen weer verse melk en hebben ze dus een gevarieerdere maaltijd. Denk ook eens aan de kaasboeren of andere ketens die iets doen met zuivelproducten. Als de boeren geen melk meer leveren, gaan die failliet. Kortgezegd: ik vind dus dat je voor het vak van boer moet kiezen, omdat de wereldbevolking toeneemt en er dus steeds meer vraag is naar voedsel. Boeren zorgen daarvoor.
4
Gemengd voeren of voer mengen? Mengen is een werkwoord. Het kost veel tijd om te mengen en het moet heel zorgvuldig worden uitgevoerd. Het komt regelmatig voor dat het mengen van voer misgaat. Terwijl met een paar kleine aanpassingen een prachtig resultaat kan worden bereikt. Als melkveehouder wil je dat de koeien aan het voerhek niet kunnen kiezen. Iedere koe zou hetzelfde te eten moeten krijgen en wel op elk moment van de dag. Dit zorgt ervoor dat de koe zoveel mogelijk drogestof binnenkrijgt. Dat zorgt op haar beurt weer voor een goed pensmilieu, een hoge melkproductie, goed verteerde mest en het belangrijkste van alles: je krijgt vooral gezonde koeien. Maatwerk Gemengd voeren is maatwerk per bedrijf. Het drogestofgehalte en de deeltjeslengte zijn een middel om tot een goed gemengd rantsoen te komen. Het resultaat is afhankelijk van een uitgekiend samenspel tussen onder andere de voermengwagen, de voeders, de deeltjeslengte, de drogestof en het aandeel krachtvoer in de normale voeding. Zin en onzin van water Dat het geheel ertoe doet, daarvoor vormt het toevoegen van water een mooi voorbeeld. Als water ervoor zorgt dat het de opname van drogestof bevordert en kieskeurig eten tegengaat, dan heeft het toevoegen van water zin. Belangrijk is dan wel dat je een voormengsel maakt. Dit mengsel moet 40 tot 45 procent drogestof bevatten. Het papje dat dan ontstaat, zorgt ervoor dat het meel aan het ruwvoer plakt en de koe daardoor het geheel eet en daarmee alle stoffen binnenkrijgt. Papje maken Om tot een voormengsel van 40 tot 45 procent drogestof te komen, voeg je 1 tot 1,5 liter water per kilo meel toe. Begin met het meel en voeg daarna pas het water toe, zodat het meel van de vijzels wordt gespoeld. Meng vervolgens net zolang tot je na een paar minuten een papje krijgt. Vervolgens kun je de rest van het voer toevoegen; te beginnen met het mineralenmengsel. Geen nacht laten staan Sommige melkveehouders laten dit mengsel een nacht inweken. Dit is eigenlijk niet slim, omdat de voedingswaarde van het voer dan minder wordt. Wanneer door het inweken de resultaten juist wel verbeteren, dan is een verkeerd grondstoffenmengsel gebruikt. Het voer wordt er met het inweken ook niet lekkerder op vanwege de oliĂŤn en vetten die erin zitten. Dan kun je beter snellere oplosbare grondstoffen kiezen, zodat je minder last hebt van een lagere voedingswaarde. Na het voeren Ben je klaar met voeren? Maak de mengwagen dan regelmatig schoon. Draai hem na het voeren goed leeg, zodat er geen voer achterblijft. Zo krijgen broei en schimmels geen kans. Als het warm is, gebruik dan een broeiremmer in het rantsoen. Dan blijft het voer fris en smakelijk. Voer goed mengen: een goede start voor gezonde koeien. Britt
5
Voermengwagen of niet? Ik ga dieper in op de voor- en nadelen van een (zelfrijdende) voermengwagen en ik put hierbij uit een aantal artikelen waarin voor- en tegenstanders hun mening geven. De vraag luidt: een voermengwagen aanschaffen of niet? Het antwoord daarop is niet eenduidig. De aanschaf van een voermenwagen hangt samen met de grootte van je bedrijf. Afwegen Sommigen boeren kunnen prima uit de voeten zonder voermengwagne en zijn tevreden over de werkwijze zoals het gaat. Er zijn ook veel veehouders die ronduit niet enthousiast zijn over een voermengwagen gezien de aanschaf- en reparatiekosten ervan. Want de aanschaf van een voermengwagen kan in de papieren lopen, met de hand mengen is goedkoper. Bovendien is er geen garantie voor een hogere voereffiĂŤntie, meer voeropname en een hogere melkproductie. Mocht je besluiten om samen met een veehouder in de buurt een voermengwagen aan te schaffen, dan moet je er wel rekening mee houden dat als er dierziekten uitbreken, je dan toch echt een probleem hebt vanwege de kans op overdracht. Er zijn echter genoeg redenen om het wel te doen. Aangezien melkveehouderijen in de toekomst alleen maar groter worden, kan het toch zeker ook wel interessant zijn om een voermengwagen aan te schaffen. Je zou de kosten ook kunnen delen met een veehouderij in de buurt of het voermengen kunnen uitbesteden aan een loonbedrijf. De eventuele reparatiekosten zijn dan voor het loonbedrijf. Verder bespaart uitbesteden tijd en personeel. Het voermengen is ook veel nauwkeuriger in te stellen. Ik denk dat je goed moet kijken naar de grootte van je bedrijf en of het slim is om een voermengwagen aan te schaffen, waarbij je dan zeker de kosten en mogelijkheden daarin gaat uitrekenen.
Britt
Bron: Groenkennis.net Edepot
6
Hoveniersvak en seksisme Het hoveniersvak wordt toch wel gezien als een beroep voor mannen. Er is in dit vak sprake van neerbuigendheid tegenover vrouwen. Ik zou hierin graag verandering willen aanbrengen, maar dit kan ik niet alleen! Spierballen Collega’s in het hoveniersvak doen anders als er een vrouw met ze aan het werk is. Hierbij kun je denken aan het aanpassen van het taalgebruik, waarbij mannen niet de opmerkingen maken die ze normaal wel maken. Ook merk ik als stageloper dat ze veel meer het zware werk zelf doen, terwijl het eigenlijk voor mij als stageloper bedoelt was. Bijvoorbeeld als het gaat om het verrijden van kruiwagens met zand en het bestraten. Ze denken dan dat dit te zwaar is voor een vrouw, maar de vrouw weet dat ze dit moet doen in dit beroep. Deze vrouw weet dit en is hiermee akkoord gegaan toen ze ervoor koos. Dus dan wil zij ook de kans krijgen om wat klinkers erin te slaan. Mannenwerk Klanten kijken vreemd naar een vrouw die hovenier is. Als ik op stage ben, dan vragen klanten vaak of ik dit echt wil doen en hoe ik tegen het zware werk aankijk. Ik vertel deze klanten dan duidelijk dat ik hiervoor zelf heb gekozen en dat het zware werk erbij hoort. Dit zware werk vinden zij mannenwerk, maar ik zeg dan dat dit voor mensen is die niet te flauw zijn. Dit is ook zo, ik doe namelijk ook het zware werk. Sommige mensen zijn er zwaar op tegen, wat ik voornamelijk heb gemerkt bij vooral oudere klanten. Vakvrouw Ik krijg altijd de vraag of ik niet wil gaan ontwerpen in plaats van de hele dag in weer en wind buiten staan. Deze vraag heb ik al heel vaak gekregen. Maar de vraag reikt nog verder: de vraag richt zich niet alleen op het ontwerpen, maar er wordt ook gevraagd of ik later op kantoor wil gaan zitten. Mensen geloven het niet snel dat een meisje echt buiten wil staan met bijvoorbeeld een heggenschaar of bosmaaier. Ze denken gelijk dat een meisje die de hoveniersopleiding doet, wilt gaan ontwerpen of een kantoorbaan in het groen wil. Dit is echt niet altijd het geval. Oog voor detail Als een hoveniersbedrijf de keuze krijgt tussen een man en een vrouw, kiest dit bedrijf toch voor de man. De man heeft namelijk meer kracht en kan je meer inzetten voor zwaar werk. Waarom, een vrouw kan dat ook. Daarbij hebben vrouwen meer oog voor de afwerking. Mannen vinden het vaak sneller goed dan vrouwen. De vrouwen laten vaak alles netjes achter en mannen laten soms meer restanten liggen. Klanten zeggen ook dat het soms fijner is om hun wensen te vertellen aan een vrouw. Deze zijn volgens hen iets makkelijker te benaderen. Gelijke kansen Vrouwen moeten een eerlijke kans krijgen in het hoveniersvak. Dat is nu niet het geval. Dit heb ik zelf ook al meegemaakt. Je collega’s doen anders tegen jou dan tegen de rest en klanten vinden het maar raar. Er wordt gedacht dat je voor een kantoorbaan gaat en niet voor het buitenwerken. Een vrouw kijkt anders naar dingen, zoals kleine details en toch geven ze bij gelijke werkervaring de baan aan de man. Zo hoort het niet. Dit is niet eerlijk. Evelien Bron :https://b105aonline.wordpress.com/2019/01/30/denk-jij-dat-vrouwen-geen-hovenier-kunnen-zijn-echt-wel/
7
Boeren en het klimaatvraagstuk De laatste tijd staan de media vol met artikelen over het klimaatprobleem. Met name de veehouderij in Nederland wordt als een van de grootste veroorzakers van dit probleem gezien. Maar is dit wel terecht, de veehouderij heeft immers al heel veel gedaan aan het klimaatprobleem. Mijn stelling luidt dus: heeft de veehouderij genoeg bijgedragen aan de oplossing van het klimaatprobleem? Ja, dus! Ik vind dat de veehouderij genoeg heeft bijgedragen, omdat er al veel minder dieren zijn. Met name in de melkveehouderij is het aantal koeien sinds 2015 sterk gedaald als gevolg van de fosfaatwet en ook is in de varkenshouderij de techniek sterk verbeterd. Denk hierbij aan de installatie van vele luchtwassers. Verder wordt er volop gewerkt met emissiearme vloeren en is er ook op het gebied van voeding al veel stikstof gereduceerd. Opvolgen wetgeving Er zijn veel minder dieren dan in voorgaande tijden; dit komt door het fosfaatreductieplan van 2017, waarbij elke veehouder terug moest naar het aantal van 2 juli 2015 en daarbij nog eens 10% minder dieren mocht houden. Technische oplossingen Daarnaast zijn de technieken in de varkenshouderij om ammoniak te reduceren verder verbeterd en is er een flinke winst behaald door de luchtwasser, die de lucht door middel van water zuivert voordat deze weer de buitenlucht ingaat. EfficiĂŤnte benutting grondstoffen Ook wordt er wordt gerichter gevoerd, dus is er een betere benutting van het voer waardoor de uitstoot ook sterk is afgenomen. De betere benutting van het voer en het voeren van minder eiwit hebben ook nog eens invloed op de kwaliteit van de melk en de gezondheid van de koeien. Mooi meegenomen. Invloed andere sectoren Er kan nog enige reductie worden behaald in de veehouderij, omdat er nog veel dieren zijn en er een nog betere benutting van het voer wenselijk is. Al moet gezegd worden dat er een keer een grens is, omdat de veehouders ook nog hun brood moeten verdienen en je niet zomaar iemands levenswerk af kunt pakken om de emissierechten er vervolgens bij een andere sector als de luchtvaart bij te doen. De veehouderij doet al veel en kan op dit moment niet meer bijdragen aan de reductie van schadelijke stoffen en daarom mogen ze de oplossingen ook eens bij andere sectoren gaan zoeken. Slot Ik ben van mening dat de veehouderij zijn best of soms zelfs teveel heeft gedaan om de reductie van schadelijke stoffen mogelijk te maken en dat ze de aanpak eens bij een andere sector moeten gaan zoeken.
Stijn V.
8
Controle op het RIVM De laatste tijd brengt het RIVM steeds vaker verslagen uit waarin uitkomsten staan die achteraf helemaal niet blijken te kloppen. Dit hebben we zelf bijvoorbeeld meegemaakt bij de stakingen van de boeren, welke ook plaatsvonden omdat de berekeningen die het RIVM had gedaan niet bleken te kloppen. De boeren kwamen hierachter door herberekeningen van het Mestdagfonds, de belangenvereniging van boeren. Vanwege de hoge impact dienen berekeningen van het RIVM te worden gecontroleerd, voordat hun berekeningen naar buiten worden gebracht. Impact Allereerst is uit onderzoeken gebleken dat berekeningen van het RIVM niet kloppen. Daarbij worden de meeste onderzoeken ook niet gekeurd door een instantie van buitenaf die onafhankelijk is. Het risico hiervan is dat mensen gaan staken, omdat de resultaten niet kloppen en afwijken van wat reĂŤel is. Wanneer je bijvoorbeeld moet inkrimpen, omdat er teveel stikstof wordt uitgestoten door de melkveehouderij, terwijl dat niet zo is. Of ingeval je moet stoppen op een locatie, omdat je te dichtbij een Natura 2000 gebied zit. Terwijl dat achteraf gezien niet terecht is. Dit geeft veel onrust bij groepen waarvoor de resultaten van groot belang zijn. Met stakingen als gevolg. Ten tweede worden zoals ik eerder al benoemde de resultaten eerst gepubliceerd en pas later herrekend. Het RIVM heeft toegegeven dat ze fout zaten met de berekeningen die ze hebben gemaakt en dat ze herrekend gingen worden. Die is gedaan door het Mestdagfonds. Hun berekening kwam een 20 % lager uit dan de berekeningen van het RIVM. Ook dit is een fout die veel impact heeft op de bevolking en veel stress veroorzaakt bij ondernemers; zowel in de bouw als ook in de veehouderij. Zorgvuldig Overigens is het de taak van het RIVM om berekeningen te maken en een inzicht te krijgen over wat er gebeurt in ons land Nederland. En dit zou ook niet gecontroleerd hoeven worden, omdat ze hier met onderzoekers aan werken en dit hun baan is. Maar wanneer er herberekeningen worden gemaakt en deze blijken niet te kloppen, gaan mensen zich daarom zorgen maken en controleren of het wel klopt. Dit geldt natuurlijk bovenal voor ondernemers die er veel mee te maken hebben. Wanneer het RIVM toegeeft dat de herrekening klopt, weet je zeker dat het toch beter gecontroleerd had kunnen worden voordat het gepubliceerd werd. Dit had niet alleen bij veel ondernemers in de bouw en veehouderij minder stress veroorzaakt, maar ook bij vissers. Conclusie Ik ben van mening dat het RIVM gecontroleerd moet worden, voordat ze iets uitbrengen wat achteraf niet blijkt te kloppen. Want niemand zit erop te wachten dat er onnodig maatschappelijke onrust ontstaat. Joey
9
Schone aarde Het stikstofbeleid is al een hele tijd bezig. Wat is nou goed voor het milieu en wat niet? De een zegt dit en de ander dat, maar wat is het beste voor ons allemaal? In 2019 is de Raad van State fanatiek bezig geweest met het stikstofbeleid in debatten, met verboden en geboden opstellen en het aanpassen van maatregelen. Al gelang de groepering met voor- en nadelen. Meer doen De Raad van State heeft besloten dat de boeren de veestapel moesten halveren en dat je op de snelwegen geen 120 km/uur, maar slechts 100 km/u moet rijden. Maar wat gaat er gebeuren met de vliegtuigen? Schiphol stond op het punt om uit te breiden en in Maastricht hebben ze nu ook een vliegveld gebouwd, maar waar blijft het idee om dan ook hiervoor maatregelen te treffen? Met alleen de boeren en de rijvoertuigen kom je er niet. Samen doen Wat er eigenlijk gedaan moet worden, is dat het hele land meehelpt in het terugdringen van deze stikstofcrisis. Wat er dan gedaan kan worden? Vaker de fiets pakken of het openbaarvervoer, minder vliegtuigen laten vliegen, autobanden vaker op spanning houden en al die kleine dingen. We moeten met z’n allen Nederland en de aarde schoonhouden, zodat andere generaties er ook nog iets aan hebben in plaats van een wereld over te laten waar je niks meer op kan doen. Toekomst Al er een mogelijkheid komt om op Mars te wonen, dan wordt dat als er niets verandert de tweede planeet die door toedoen van de mensheid uitgeput raakt.
Roberto
Citaat “Alle sectoren moeten evenredig bijdragen aan vermindering van stikstof” Deelvragen Welke sectoren hebben ermee te maken met het stikstofbeleid Op welke manieren willen ze dit oplossen Zijn er al een aantal boeren ermee bezig Kernzin trefwoord
trefwoord in de kernzin
https://wij.land/stikstof-de-oplossing-is-eral/?gclid=Cj0KCQiA4sjyBRC5ARIsAEHsELHaIWzy3Xk2cTEdNExiKWw5m6OvmVEbGGOjw5UnjCffwWwIS7hd0kaAvbMEALw_wcB https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/ministerie-van-landbouw-negeerde-waarschuwingen-overstikstofbeleid~bd608c24/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.nl%2F https://www.trouw.nl/binnenland/nederland-zet-zich-klem-met-striktestikstofberekeningen~bc1b6572/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.nl%2F
10
Biologisch logisch? Alle boeren moeten biologisch worden, is de mening van veel mensen. Maar willen zij ook meer betalen voor de producten? Nee joh, dat is een stap te ver. Maar waarom ook zouden alle producten per se biologisch moeten worden? Biologisch is niet per se beter voor het dier. De omgang van de boer met het dier bepaalt immers het welzijn van dieren! Hart voor dieren Steeds meer mensen willen biologische producten, omdat deze volgens hen beter zijn. Maar waarom dan? Ten eerste hebben alle boeren het beste voor met hun dieren; er zijn simpelweg geen boeren die niet van hun dieren houden. Alle boeren hebben voor het beroep gekozen, omdat zij van de dieren houden. Geld staat zeker niet voorop. Bovendien is biologisch niet per se beter voor het dier. Puur natuur? Ten tweede is de Nederlandse koe die op melkveehouderijen wordt gebruikt niet meer zoals hij was in de vroegere natuur. De koeien worden tegenwoordig zo gefokt dat zij veel melk geven met mooie voedingsgehaltes. Evengoed genieten zij van een goed leven; een leven zonder problemen, zowel in de gangbare sector als ook in de biologische melkveehouderij. Het dier wordt er dus niet ineens beter van wanneer ze volgens biologisch protocol worden gehouden. Dierenzorg In de Nederlandse melkveehouderij zijn er immers bepaalde waarden en normen waar de boeren zich aan (moeten) houden; deze zijn gangbaar voor zowel biologische als voor conventionele boeren. Wel zijn er verschillen in de richtlijnen voor buitenverblijf en medicatie. Dat het medicijngebruik bij conventionele boeren wat hoger ligt, is logisch. Er verblijven immers meer dieren op het boerenbedrijf. Een dier in nood heeft baat bij medicatie. De medicatie helpt om ziekten te overwinnen en verkleint de kans op sterven. Het maakt dus onderdeel uit van goede dierenverzorging. Kortom: er is ruimte voor zowel de biologische- als voor de conventionele veehouderij. Voor de dieren zelf is de een niet per se beter dan de ander. De omgang van de boer met het vee is bepalend voor het welzijn van de dieren. Dรกรกr draait het om.
Bram v/d H
11
Chemische versus biologische gewasbescherming De laatste jaren wordt er veel gediscussieerd over wel of geen chemische bestrijdingsmiddelen. Ik denk dat we in de landbouw niet zonder chemische bestrijdingsmiddelen kunnen, maar dat je het wel kan combineren met biologische middelen. De landbouw heeft profijt van een mix van chemische en biologische bestrijdingsmiddelen. Als je alleen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt, is dat slecht voor het milieu. Roundup is bijvoorbeeld heel erg slecht voor de bijen en andere insecten. In het voorjaar zie je hele akkers geel of bruin worden door chemische middelen die daar worden gebruikt en het is nog niet helemaal duidelijk of deze schadelijk zijn of niet. Als je dan in plaats van chemische middelen te gebruiken het land omploegt, dan heb je hetzelfde resultaat. Onkruidvrije akkers. Alleen duurt het veel langer. Wikken en wegen Een voordeel is dat chemische bestrijdingsmiddelen goedkoper zijn en sneller werken, het nadeel is echter wel dat veel producten die chemisch behandeld zijn, lastiger te verkopen zijn. Biologisch geteelde producten zijn weliswaar eveneens duurder om op de markt te brengen, maar ze brengen vaak ook meer op. Van de regering moet er groener worden gewerkt, maar dat wordt nog niet voldoende beloond. De biologische landbouw kan echter niet de hele wereld bevoorraden met voedsel, maar is wel beter voor de omgeving. De gewone landbouw met gebruik van chemische middelen kan dat echter wel, maar dat gaat dan weer ten koste van de omgeving. Als je deze twee combineert, bijvoorbeeld het midden van het land behandelen met chemische middelen en de buitenkant ploegen, dan belast je het milieu al een stuk minder. Daarom zullen er compromissen gesloten moeten worden door de biologische en chemische industrie bij het voorkomen en bestrijden van ziekten en plagen. Daardoor blijft ook de natuur in de toekomst nog mooi voor iedereen. Het is dus geen kwestie van of-of, maar van en-en.
Cas
12
Vergroening Door het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) neemt het aanbod van vlinderbloemigen zoals luzerne, klaver, lupine en veldbonen vanuit de akkerbouw waarschijnlijk toe. Dat komt, omdat landbouwers met meer dan 30 hectare bouwland aan de vergroeningseis moeten voldoen. Ook veehouders met minder dan 30 hectare bouwland als ook boeren met minder dan 75 procent grasland hebben met deze eis te maken. Meer eiwit Een van de mogelijkheden om aan de verplichting van de vergroeningseis te voldoen, is het telen van een eiwitgewas in combinatie met een vanggewas. ‘Hierdoor zal de Nederlandse akkerbouwer meer eiwit voor de veehouder gaan produceren’, geeft Leo Tjoonk van Agrifirm Plant aan. Tjoonk sprak deze verwachting uit tijdens een themadag van De Nederlandse Vereniging voor Weide- en Voederbouw, met als onderwerp: ‘Wat betekenen GLB en derogatie voor teelt en gebruik van andere voedergewassen dan snijmais?’ Focus op bemesting en opbrengst De themadag vond plaats in Winterwijk, een van de gebieden waar een GLB-pilot heeft gedraaid. Er lag onder andere een demoveld met akkerranden, ook een optie om aan de vergroeningseis te voldoen. Over de toepassing van alternatieve voedergewassen op melkveebedrijven verschilden de meningen van de sprekers enigszins. ‘Veehouders kunnen zich beter eerst focussen op het exacter meten van bemesting en opbrengsten, voordat ze zich gaan verdiepen in een derde gewas’, stelde Tjoonk. Meer grasklaver In een mengsel van gras en klaver zagen velen wel een ideale aanvulling in het bouwplan van veehouders. Dat is niet alleen vanwege de gewenste stikstofbinding en de beproefde goede productiecijfers. In Vlaanderen komt daar nog eens een subsidie voor eiwitteelt van 450 tot 600 euro per hectare bij. Aanpassingen voor klimaatveranderingen Ketenorganisatie ZuivelNL stelt financiering beschikbaar voor studies naar de mogelijkheden voor samenwerking tussen veehouders en akkerbouwers na een positief advies van de themagroep Onderzoek en Innovatie. Zo zal er een modelstudie worden uitgevoerd naar het optimaliseren van een gezamenlijk grondgebruik tussen akkerbouw en melkveehouderij. Hierbij wordt gekeken naar de effecten op economie, organische stofvoorziening, stikstofbenutting, biodiversiteit, broeikasgasemissie en bodemgezondheid. De tweede studie verkent de mogelijkheden voor aanpassingen in het bouwplan om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen en meer eiwit te telen. Elf telers startten in 2013 met een unieke praktijktest voor soja in Nederland. Soja biedt voordelen voor zowel akkerbouwers als veehouders. Sojateelt in Noordwest-Europa geeft akkerbouwers de gelegenheid om een extra gewas op te nemen in de vruchtwisseling, wat een positief effect heeft op de bodemvruchtbaarheid. Het lokaal verwerken van in Nederland geteelde soja op bijvoorbeeld het eigen erf draagt bij aan het sluiten van kringlopen. Verbetering bemestingsadvies De Commissie Bemestingsadvies Grasland en Voedergewassen krijgt geld voor de ontwikkeling van betere bemestingsadviezen voor stikstof op grasland en in een vruchtwisseling van gras- en bouwland. Daarnaast wordt onderzoek gefinancierd naar methoden om de opname van weidegras beter in te rekenen in de KringloopWijzer. Luuk en Willem Bron: https://veeteelt.nl/nieuws/meer-aanbod-vlinderbloemigen-vanuit-akkerbouw https://veeteelt.nl/nieuws/zuivelnl-financiert-onderzoek-naar-samenwerking-met-akkerbouwers
13
Bemoeienis overheid Het voorstel van D66 om de veestapel te halveren als oplossing voor het stikstofprobleem? De overheidsgedachte om de veestapel te halveren, getuigt niet van kennis van zaken. De realiteit dat de overheid overgaat tot het uitkopen van boeren, is dat de oplossing voor het stikstofprobleem? Op welke feiten en aannames is dat beleid gestoeld? Wat betekent dat in bredere zin voor de maatschappij? Het klimaatprobleem wordt het beste opgelost als de overheid zich afzijdig houdt. De overheid is teveel bezig alles in goede banen te leiden, wat wil zeggen dat er teveel geregeld wordt en te weinig geluisterd. Het feit dat ze geen cijfers hebben van de industrie is belachelijk, gezien het feit dat de veehouderij alles maar moet gaan oplossen. Zo moeten boeren de veestapel halveren. Er is zelfs een stopregeling ingezet, zodat ze hen kunnen wegkopen. De cijfers erachter blijven onduidelijk. Absurd Het is nogal absurd dat er geen cijfers bekend zijn van de industrie, terwijl er feitelijk gezien veel meer uitgestoten wordt in de industrie dan door de veehouderijen. De uitstoot in de industrie is bovendien afkomstig van allemaal chemische afvalstoffen, terwijl die van de veehouders afkomstig zijn van natuurlijke bronnen. Over het algemeen zijn chemische stoffen schadelijker dan natuurlijke afvalstoffen. Ook vliegtuigen stoten enorm veel stikstof uit, maar er worden geen vluchten geschrapt. Als de provinciale overheid, een bepaald ministerie zouden luisteren, zou iedereen er al beter van worden. Anderzijds is het natuurlijk wel zo dat iemand het in goede banen moet leiden en er dus wel iemand de leiding mag nemen. Het klimaatprobleem wordt naar mijn idee het beste opgelost als de overheid zich afzijdig houdt. Er mag zeker wel iemand de leiding nemen, maar wel iemand die het ook vanuit het oogpunt van de boeren bekijkt en niet alleen naar de cijfers kijkt. In ieder geval moet daarbij naar andere sectoren worden gekeken, waaronder de (vliegtuig)industrie, want daar kan zeker nog wat verbeteren.
Maaike
14
Voeren van varkens Varkens hebben een kwalitatief goed voer nodig om de maximale groei te behalen, zoals varkensboeren graag willen. In dit artikel gaan we uitleggen en informatie geven hoe je dit kunt behalen. Voeropname Voeropname is een belangrijk onderdeel van het voeren van dieren; bij de voeropname kijk je naar hoeveel voer een varken per dag opneemt. Als je de gemiddelde voeropname van de varkens weet, dan weet je ook hoeveel voer je moet bestellen. Dit is altijd handig, want dan zie je tegelijkertijd ook snel wanneer er minder word gegeten door de varkens. Want dan kun je ook vervolgens ook meteen kijken of er ziektes zijn of dat er dergelijke dingen spelen. Voederconversie De voederconversie is zeer belangrijk in de varkenshouderij, want voederconversie wil zeggen: hoeveel gram groei een varkens kan behalen door 1 kg voer te eten. Dus hieruit kun je precies afleiden of het voer goed bij de dieren past of juist niet. Want dit kan veel schelen in de voerkosten. Door een bank wordt er gekeken naar technische resultaten en daarbij kijken ze dan ook naar de voederconversie, want wanneer deze veel te laag is dan kan een bank besluiten dat je geen lening krijgt totdat de voederconversie goed genoeg is. Dan moet je een aanpassing gaan doen in het voer. Verschillende soorten voer Je hebt voor varkens verschillende soorten voer. Dit komt doordat het varken groeit en dus steeds in een andere levensfase terechtkomt. Zo heb je vanaf kleins af aan al biggenkorreltjes, vervolgens wordt dit dan biggenbrok en dat gaat weer over in vleesvarkensvoer. En dan heb je voor zeugendracht speciaal voer voor tijdens de zwangerschap. En dan kraamhokvoer, zodat de zeug goed voor haar biggen kan zorgen door melk te maken. En voor in de dekstal is er flushingvoer. Dit is heel licht voer, zodat ze veel energie krijgt om de bevruchting te volbrengen. Je kunt ook medicijnen over het voer strooien; dat heet feedmix. Wat zit er in varkensvoer Varkensvoer heeft zeer veel ingrediënten, maar de belangrijkste ingrediënten zijn graansoorten en peulvruchten. Restproducten uit de maalindustrie en uit de bio-energie. Verder tapioca, sojaschroot, veekoeken, vetten en oliën. Daarnaast ook melasse, vismeel, krijt en zout. En premix. Elk ingrediënt heeft zijn eigen aandeel in het varkensvoer, zodat het varken de maximale groei heeft. Per levensfase veranderen de ingrediënten dus. Zo zit er in drachtvoer meer calcium, want de zeug moet zelf ook nog bot aanmaken, maar tegelijkertijd ook zorgen voor calcium voor de biggen. Concurrentie In de sector diervoedering is er veel concurrentie tussen leveranciers; iedereen weet wat het beste is om te voeren en ze maken allemaal reclame. Maar de kunst is om daar niet heel veel van aan te trekken en gewoon het voer samen te stellen dat voor jouw dieren het beste is. Bedenk wat je doel is. Wanneer je vleesdieren hebt, heb je voer nodig waardoor ze snel groeien. Maar bij zeugen kijk je naar voer dat de zeug stabiel houdt en de biggen goed voedt.
15
Corona kan een keerpunt zijn Corona laat de boer niet ongemoeid. Vele boerende ondernemers zien de afzet in een keer wegvallen, prijzen maken plotseling een vrije val, arbeiders komen niet meer opdagen of je cliënten vertellen dat ze hun dagactiviteiten niet meer op het bedrijf kunnen doorbrengen. Zomaar enkele gevolgen op conto van het nieuwe virus Corona. Waar gaat het over? De ondernemers in de landbouwsectoren merkten in de eerste paar weken nog weinig van de crisis die er op dit moment gaande is. Boeren en tuinders hebben wel vaker voor erge stormen gestaan, maar deze crisis is toch anders dan anders. De uitbraak van het virus dat in no-time over de hele wereld rondgaat, ontregelt werkelijk alles en geeft veel onzekerheid en stress. Ook bij de helft van de boeren en tuinders van wie het bedrijf nog niet direct is geraakt. Bij de andere helft loopt de financiële schade op van tienduizenden euro’s tot een ton. Dit hangt voornamelijk ook af van aan welke melkfabriek je levert. Dit is voornamelijk aan de orde bij melkveehouders die leveren aan een melkfabriek die aan het buitenland levert. Dat komt omdat de export helemaal stilligt. Keerpunt De crisis kan echter ook een keerpunt zijn in hoe de samenleving kijkt naar de eigen voedselproductie met een herwaardering van de lokale afzet en het lokaal netwerk. Kortom: het gaat dan om de verbinding van boeren en tuinders met hun omgeving. Het is juist een aparte en bijzondere tijd om de boerenpositie in de maatschappij te versterken. Die ontwikkeling zal niet van bovenaf komen, maar van de agrarische sector zelf. Waarom? “De samenleving kijkt nu anders naar de eigen voedselproductie” zo zegt Esther de Snoo, hoofdredacteur Nieuwe Oogst. “Natuurlijk komt dit doordat consumenten nu de tijd hebben om naar een boerderijwinkel, melktappunt, eierenautomaat of bloemenstal te fietsen. En het weer werkt ook mee.” De vraag is: hoe kunnen boeren en tuinders deze afzet en aandacht behouden, ook na de coronacrisistijd? Hoe? Hoe willen ze dit gaan doen? Hierbij kan ik alleen maar een voorbeeld noemen: de aardbijen van Jan. Als je dit in de regio Noord-Brabant zegt, weet iedereen wel waar je het over hebt. Bij de aardbijenteler is het op het moment zelfs zo druk, dat er soms wel uren achter elkaar een rij staat. En ze hebben er door de drukte de openingstijden moeten aanpassen. Dit is een goed initiatief om de afzet van de telers goed te onderhouden. Een idee wat ook kan worden toegepast door de melkveehouderij, alleen dan in de vorm van melk en smoothies. Mensen hebben tijd en kunnen nu vooral gaan uitzoeken waar in de buurt het lekkere eten te vinden is. Maak hier gebruik van agrarische sector. Dit is alles wat ik daar over wil zeggen! Voor wie? Ook voor melkveehouders geldt deze oproep tot omdenken, aangezien deze groep gewend is om alleen maar hard werkend te produceren. Ook zij moeten het vanuit een ander daglicht gaan zien, om zo toch ook de afzet hoog te houden. Waarom? In Engeland is het nu al aan de orde dat ze de melk niet eens meer komen ophalen door het ziekteverzuim bij de melkfabrikanten. Als dit in Nederland gebeurt, kan het veel veehouders de kop kosten en afgelopen zijn met hun bedrijf. Daarom lijkt mij dit een prima oplossing. Maar er moet wel een doordacht kostenplaatje aan vastzitten.
Joey Bron: Nieuwe Oogst, Boerderij
16
Zaaien op rugmatten Er is discussie over de wijze van landbewerking van braakliggend land vóór het inzaaien van gewassen. De vraag spitst zich toe op het diep omploegen of het werken met rugmatten, die het ploegen nagenoeg overbodig maken. Het advies is om niet te ploegen, maar te rugmatten. Het werken op ruggen levert betere resultaten op. Niet ploegen Zodra je de mais op ruggen zaait, hoef je de grond niet te ploegen. Dit komt, omdat als je een machine hebt die de mais op ruggen kan zaaien, deze machine ook ruggen kan maken. En dus kan hij zuivere grond op het maiszaad leggen. Dit is nodig om de plant makkelijk te laten uitkomen. Hoger rendement Als je het maisland niet ploegt, kun je veel kosten besparen en meer opbrengst krijgen op verschillende manieren die ik zo ga toelichten. Zelf gebruiken wij deze methoden ook en we zijn er erg over te spreken, want het bevalt supergoed. Bodemleven Door het ploegen van de grond wordt de grond veel omgedraaid en zo worden er deeltjes van het bodemleven van elkaar losgemaakt, waardoor het bodemleven vermindert. Door het niet-ploegen van de grond blijft het mooier aan elkaar en houd je een betere structuur, dus ook een beter bodemleven. Het bodemleven is belangrijk om de voedingsstoffen voor de plant bij de wortels te krijgen. Dit gaat natuurlijk niet vanzelf, het gaat niet zonder een goede bodemstructuur. Beter benut De mest die je in de grond onderwerkt, ploeg je normaal een stuk dieper in de grond, omdat je de grond omdraait. Zodra je de grond niet ploegt, blijft de mest ook meer bovenin bij de wortels van de plant zitten. Wanneer je ruggen aanbrengt met de rijen op ruggen, dan zit de mest ook meteen bij de wortels in de rug. Ondertussen doe je dus meteen aan rijenbemesting, wat waarschijnlijk toch verplicht gaat worden in combinatie met ruitzaaien om oppervlakkige afspoeling naar nabijgelegen wateren bij normale weersomstandigheden (neerslag) te voorkomen. Een positief bijeffect dat het water zich regelmatig verdeelt over het land, waardoor zich minder natte en droge plekken kunnen vormen en de kans op nat-en droogteschade kleiner wordt. Brandstof Het ploegen kost ook veel brandstof, dus die kun je ook veel besparen. Het zaaien kost natuurlijk iets meer vermogen en brandstof dan normaal, maar lang niet zoveel als het ploegen en normaal zaaien samen Rug warmer Door ruggen te maken, krijg je meer oppervlakte die warm kan worden. Warme grond heeft mais vooral in het begin nodig om snel te kunnen kiemen. Mais heeft sowieso warmte nodig, omdat het een tropisch gewas is. Die groeien het beste bij warmte en water. Alle reden dus om voortaan niet te ploegen, maar te rugmatten.
Lens
17
Een groene stad is belangrijk De laatste tijd zie je het steeds vaker, voortuintjes die helemaal verhard zijn, steden die bijna geen groen op hun markten of pleinen gebruiken, meer bebouwing. Dit zijn allemaal dingen die er voor zorgen dat wij onze eigen leefomgeving helemaal aan het verpesten zijn. In deze tekst geef ik u een paar argumenten waarom dit zo niet verder kan. Groen zorgt voor rust De laatste jaren is de wereld alleen maar drukker en drukker geworden; kijk naar de pleinen en de markten, overal lopen honderden mensen. Vaak hebben deze mensen ook een hoop stress. Als deze pleinen en markten allemaal aangeplant worden met groen, scheelt dit een hoop stress. Uit onderzoek blijkt namelijk dat 70% van de mensen die tijdens de pauzes de stad ingaat minder stress ervaart als de omgeving aangeplant is met groen. Dit betekent dus dat in steden pleinen en markten direct vergroend moeten worden. Groen zorgt voor verkoeling Niet alleen zorgt groen voor rust, maar ook voor verkoeling. Door de opwarming van de aarde is het klimaat in Nederland erg veranderd. Zo hebben we eigenlijk bijna geen echte winters meer en is het in de zomer extreem warm. Dit zorgt er dus ook voor dat de steden een soort van warmtebron worden door alle verstening en geen groen. Ook hier is onderzoek naar gedaan en daar kwam het volgende resultaat uit. In Den Bosch werd vorige zomer op de parade (waar veel bomen staan) een temperatuur gemeten van 30 graden. Vervolgens werd de temperatuur op de markt gemeten (waar geen groen is) en schrik niet, maar daar was het bijna 10 graden warmer. Dit geeft dus aan dat groen daadwerkelijk voor verkoeling zorgt. Groen zorgt voor minder CO2 uitstoot De laatste tijd hoor je niet anders. Op het nieuws, in de krant, je kunt er niet omheen. De CO2 uitstoot is de laatste jaren erg gestegen. Dit heeft ernstige gevolgen voor het klimaat en daar zullen wij op dit moment nog niet zo’n last van hebben, maar dit zal met de jaren steeds erger worden. Ik hoef u waarschijnlijk niet te vertellen dat bomen CO2 opnemen. Door het aanplanten van bomen, kunnen we er dus voor zorgen dat de lucht in Nederland een stuk schoner wordt. Ik vind zelfs dat alle gemeentes verplicht bomen moeten aanplanten tegen de uitstoot van CO2. Ik weet ook heus wel dat het probleem dan niet ineens verholpen is, maar ik denk dat dit een goed initiatief kan zijn en dat er misschien wel meer landen gaan volgen. Kortom groen is gewoon erg belangrijk en kan er dus voor zorgen dat het leven een stuk schoner en aangenamer wordt. Echter is het zaak dat gemeentes hier dan wel voor openstaan, maar als uiteindelijk iedereen zo ver is, kunnen we samen werken aan een groen Nederland. Ik hoop ú met dit verhaal in ieder geval te hebben overgehaald.
18
Niek
19
Afrikaanse varkenspest Voor veel varkensboeren is de Afrikaanse varkenspest een groot probleem, maar dit probleem lijkt steeds dichterbij te komen. Hoe je de ziekte zo goed mogelijk en de gevolgen kunt voorkomen, lees je in dit artikel. Afrikaanse varkenspest De Afrikaanse varkenspest is een dierziekte die varkens treft; de varkens voelen zich dan slecht en overlijden hoogstwaarschijnlijk hieraan. De ziekte is vrijwel altijd aanwezig, maar gaat dan rond in Azië. Waar zit de Afrikaanse varkenspest Eerst zat de Afrikaanse varkens pest in Azië, maar meer dan een jaar geleden kwam de pest in China de hoek omkijken. Met als gevolg dat er miljoenen varkens zijn geruimd. China is nog steeds niet pestvrij en is nog steeds aan het ruimen, want in China zitten de meeste varkens van de wereld. Van China trok de pest meer richting Oekraïne en Polen. Maar rond 14 september 2019 waren er ook wilde zwijnen positief getest in België en daardoor brak toen ook in Nederland de angst lichtelijk uit. Maar ook in Frankrijk. De Franse regering had zelfs mensen van het leger op de grens gezet om de grensovergangen dicht te houden. Het laatste half jaar is het echter zeer rustig in België en hoor je er vrij weinig meer over. Dus daar lijkt het virus zich stil te houden. In Polen ging het integendeel flink mis en verspreidde het virus zich richting de Duitse grens. Momenteel bevindt het virus zich op 10 km van de Duitse grens. Voorkomen van de Afrikaanse varkenspest Alle varkensboeren hebben natuurlijk schrik voor de Afrikaanse varkenspest, maar gedeeltelijk kun je het zelf voorkomen. Door namelijk niet in de bossen te gaan wandelen, geen vlees uit een besmet land te eten, geen jagers op je bedrijf toe te laten en goed te douchen. Wanneer je buitenlands personeel uit een besmet land hebt, deze andere kleding te laten dragen en te laten douchen en tot slot bijvoorbeeld bij het transport van dieren met je eigen veewagen te rijden. Gevolgen van de Afrikaanse varkenspest Wanneer er in Nederland Afrikaanse varkenspest uitbreekt, heeft dit voor iedereen gevolgen. Het vlees zal duurder worden en mensen wordt verboden om te gaan wandelen in de bossen. Maar de grootste gevolgen zijn er natuurlijk voor de varkensboeren. Wanneer een bedrijf positief is getest, worden alle dieren geruimd evenals alle varkensbedrijven die in een straal van 10 km liggen eromheen liggen. Verder worden alle locaties van de positief geteste boer geruimd, ook al zijn ze niet positief getest dit noemen we preventief ruimen. Wanneer de dieren zijn geruimd, kan de boer alles op het bedrijf grondig gaan reinigen en ontsmetten, waarna controles door de inspectie volgen om te kijken of het bedrijf schoon kan worden verklaard en dan moet je bovendien nog wachten op goedkeuring van de overheid of je weer varkens mag gaan inleggen. Al met al is de Afrikaanse pest dus een hele nare ziekte die we moeten zien te voorkomen. Dit kunnen we niet alleen, dit moeten we samen doen. Rick Bronnen https://www.boerenbusiness.nl/varkens/artikel/10885940/duitsland-druk-bezig-met-avp-preventie https://www.boerenbusiness.nl/varkens/artikel/10885044/indonesi-bevestigt-afrikaanse-varkenspest https://www.boerenbusiness.nl/varkens/artikel/10882494/belgi-ziet-nieuwe-gevallen-afrikaanse-varkenspest
20
Megastallen Er is vaak een discussie over een megastal, want sommige mensen vinden dat dit zielig is voor de dieren en ook schatten zij in dat er een groter risico is op brand. Dat is niet zo. Een megastal heeft zeker veel voordelen. Mensen zeggen dat er een groter risico is op brand in een megastal. Dit hoeft niet, want in deze stallen zitten volop brandbeveiligingen. De megastallen van tegenwoordig worden veilig gebouwd met allerlei back ups, zodat er vrij weinig mis kan gaan, In een oude stal is dit waarschijnlijk niet zo. Hoewel de ventilatoren zorgen voor constante frisse lucht voor dier en boer, maken deze wel dat een eventuele brand harder om zich heen kan grijpen. Dus zo heeft iedereen over brandgevaar een mening met een kern van waarheid. Want hoewel er veel voor is te zeggen, voelt het ook een beetje dubbel: als er brand is, dan overlijden er wel in één keer in een klap meer dieren. Toch weegt dit risico niet op tegen het dagelijkse welzijn van de dieren. De ventilatoren zorgen immers iedere dag voor een frisse stal. Teveel dieren Mensen vinden een megastal zielig, omdat het onderhand net een fabriek lijkt. Toch is dit is helemaal niet waar. De boer heeft gekozen voor een megastal, omdat hier arbeidstechnisch veel voordelen aan vastzitten. Zo kan de boer een hogere productie krijgen, waarbij hij tegelijkertijd meer dieren in een bepaalde tijd kan verzorgen. Geholpen door alle mechanica gaat de hygiëne in de stallen erop vooruit. Het hoeft dus helemaal niet verkeerd te zijn wanneer er meerdere dieren in een stal liggen en bovendien is de hygiëne in een stal beter, want dan hoeven de dieren niet per se naar buiten. Want het is juist buiten dat dieren allerlei virussen opdoen, terwijl dankzij de technische snufjes het klimaat in de stallen constant in de gaten wordt gehouden. Oog voor mens en dier Ook wordt in een moderne stal de oppervlakte van de stal beter benut, zonder dat dit ten koste gaat van de leefruimte van de dieren. Er is ruimte voor dieren van verschillende leeftijden. Zo kan een boer verantwoord een grote veestapel bedienen om ook als boerenbedrijf economisch gezond te blijven, want uiteindelijk kunnen boeren niet klein blijven en zijn ze dus ook wel enigszins gedwongen om megastallen te realiseren. Daar heeft de consument ook profijt van. Conclusie Er zijn dus veel verschillende meningen over megastallen. Welke mag iedereen voor zichzelf uitmaken. Nogal vaak gaat het over dierenwelzijn en brandgevaar. Het boerenbedrijf met megastallen is veilig voor mens en dier en draagt alles bij elkaar opgeteld bij aan het welzijn van mens én dier.
Rick
21
Het jaar rond loonwerken Wat doet een loonwerker zoal en waarom? Een loonwerker komt bij de boeren om al het tractorwerk te verrichten. Daarvoor betaalt de boer, want deze heeft vaak geen tijd om dat allemaal zelf nog erbij te doen. Bovendien loont het voor een loonwerker om de machines aan te schaffen, maar voor een boer zelf zijn deze vaak te duur. Dus huurt hij de loonwerker in. Groot materieel Een loonwerker werkt vaak met grote machines. Bijvoorbeeld met een hakselaar, een ploeg en een grote silagewagen, maar ook met grote harken. Zo zijn er nog heel veel andere machines waarmee hij werkt. Want voor allerlei werkzaamheden zijn er machines, want loonwerk is een specialisatie. Seizoenen In de winter hebben loonwerkers niet veel te doen, want dan hoeft er op het land niet veel te gebeuren. Dus dan heb je mooi de tijd om alles te repareren en onderhoud te plegen. Want in het seizoen wordt er veel mee gewerkt, dus gaat er ook veel kapot. Het onderhoud wordt dan dus vaak gedaan in de winter. Maar in het voorjaar is het weer hard werken. Want dan moeten alle gewassen op tijd de grond in en moet er mest worden gereden. Ook het land wordt dan bewerkt om het zaaiklaar te leggen. Daarna is het alweer tijd om het gras te hakselen. Dan is er ook veel werk aan de winkel. Want eerst is er het maaien en daarna nog het schudden. Dat is nodig om het droog te maken. Vervolgens vindt het harken in rijen plaats, zodat ze er met de hakselaar overheen kunnen. Daarna moet er opnieuw weer mest overheen om het gras te laten groeien. Tot slot moet het ook dan ook nog worden beregend. Zo hebben de loonwerkers eigenlijk heel het jaar rond door werk. Loonwerken is mijn beroep en het werken bij een loonwerker vind ik dan ook heel leuk, omdat je veel afwisseling hebt in je werk. Ook omdat je vaak met leuke collega’s kunt werken. Je moet vaak wel veel uren maken, maar dat hoort erbij. Daar krijg je echter goed voor betaald en je eet gezamenlijk bij de boer. Dit wil dit later zeker gaan doen!
Ruud
22
Motor- of accumachine Er word steeds meer gewerkt met accuheggenscharen door de hovenieren. Ook bij het bedrijf waar ik werk. De laatste tijd zijn steeds meer hoveniers aan het overstappen van motorisch aangedreven machines naar accumachines. Er ligt steeds vaker een accubosmaaier of -blazer in het werkbusje, terwijl er steeds minder motorbosmaaiers of - blazers te vinden zijn. Zelf vind ik dit goed nieuws, omdat accumachines veel meer voordelen hebben dan motormachines; zowel voor ons als mens als voor het milieu. Ik vind dan ook dat elke hovenier moet overstappen van motormachines naar accumachines. Een van de grootste voordelen is dat accumachines geen uitlaatgassen hebben, wat zowel goed voor het milieu is als voor de gezondheid. Zo fijn is het voor jou als hovenier namelijk niet om heel de tijd vieze lucht in te ademen en gezond is het natuurlijk ook niet echt. Ook voor het bedrijf is accumateriaal veel beter. Je hoeft geen brandstof te kopen en alleen het blad kan kapot gaan. Met het wegvallen van de brandstof bespaar je enorm veel geld. Dat kan zo € 50 per snoeibeurt schelen. Bij de motorheggenschaar kan ook de motor kapot gaan en bij de accuheggenschaar kan eigenlijk bijna alleen het blad kapot gaan. Je moet wel heel erg lomp te werk gaan om ook de accu kapot te krijgen. Een ander groot voordeel is dat accumachines veel minder lawaai maken dan motormachines. Dit is niet alleen fijner voor je oren, maar ook voor andere mensen die in de buurt zijn is het natuurlijk een stuk prettiger. Bijna elke motormachine maakt meer geluid dan 80 decibel. Het komt voor dat er gewerkt moet worden op plekken waar er niet te veel lawaai mag worden gemaakt, bijvoorbeeld bij ziekenhuizen of verzorgingstehuizen. Als je geregeld op deze plekken moet werken is het daarom ook erg handig om accumachines te hebben. Wat veel mensen zich ook afvragen is hoeveel beter accumachines nu echt voor het milieu zijn, omdat het opwekken van de stroom die de machine gebruikt ook uitstoot geeft. Ook de accu’s zelf van de machines zijn erg slecht voor het milieu; zowel het produceren ervan als ook het later weer verwerken van de accu’s. Daarnaast gaat er nog een fabel rond dat de machines minder sterk zijn en minder kracht geven dan motormachines. Dit hoeft zeker niet waar te zijn . Er zijn veel machines die net zo sterk en soms nog wel sterker zijn met accu dan met motor. Een groot nadeel aan motormachines is dat ze vaak heel zwaar zijn door de motor die eraan zit. De accumachines zijn vele malen lichter dan machines met motor. Hierdoor kan je ze langer vasthouden en is het minder zwaar voor je armen. Hierdoor zijn ze als je lang aan het werk bent een stuk gebruiksvriendelijker dan de zwaardere motormachines. De aanschaf van een accuheggenschaar is erg duur. Ook moet je meteen meerdere accu’s kopen, omdat je anders tussendoor moet wachten op het opladen van de accu. Want de accu is niet zo weer even vol; dat kost zo een paar uur. Dat is dus ook het grote voordeel aan motormachines: deze hoef je alleen af en toe bij te vullen met benzine en dan kun je weer verder. Bovendien komt een accuheggenschaar minder professioneel over door - hoe ik het noem – het ’stofzuigergeluid’. Concluderend hebben dus beide machines zo hun voor- en hun nadelen. Wil je een milieuvriendelijker apparaat dat een stuk lichter en stiller is, kies dan voor accumachines. Ben je tevreden over de motormachines die je momenteel in bezit hebt, dan kun je prima nog even wachten tot er nog betere accumachines zijn. Ál met al is toch de conclusie dat alle hoveniers (op termijn) moeten overstappen op accumachines.
Fabian / Tom
23
Nederland zit op slot
Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State een uitspraak gedaan over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Dit programma mag niet als toestemmingsbasis voor activiteiten worden gebruikt. Dit heeft ernstige gevolgen voor de vergunningverlening in Nederland. Hierdoor is de bouw en de ontwikkeling in de veehouderij nagenoeg stil komen te liggen. Hoe nu verder? Eenzijdig Het probleem vormt de stikstofuitstoot in de diverse sectoren in Nederland. Met name de boeren worden als hoofdschuldigen van de stikstofuitstoot gezien, althans zo wordt er in Nederland vaak over gedacht. De boeren daarentegen vinden dat zij al veel doen om de stikstofuitstoot terug te dringen. Er wordt immers wel gesproken over het feit dat de boeren stikstof uitstoten, maar je hoort niemand over het feit dat zij stikstof ook vastleggen. Hoe zit dat in andere sectoren? Waarom wordt bijvoorbeeld de luchtvaart niet aangepakt? Vlot trekken Het kabinet is inmiddels een nieuw stikstofplan aan het ontwikkelen om de vergunningverlening weer op gang te brengen. Er komt onder andere een beÍindigingsregeling, waardoor met name de grote bedrijven die een hoge bijdrage leveren aan de stikstofdepositie in kwetsbare natuurgebieden op vrijwillige basis kunnen stoppen. Bij de verkoop aan de overheid worden hun dierrechten ingenomen. Ook komt er een regeling voor degenen die hun bedrijf aan collega’s of andere partijen verkopen en daarmee hun stikstofruimte verkopen; hiervan wordt dan een deel afgeroomd (30%). Dit noemen ze extern salderen. Het gevaar hiervan is dat er stikstofrechten uit de landbouw verdwijnen, omdat partijen buiten de landbouw er meer voor kunnen betalen. Tevens komt er een stimuleringspakket voor blijvers: voor bedrijven die extensiever gaan produceren en voor bedrijven die investeren in nieuwe emissiearme technieken. Zij krijgen hierdoor meer ontwikkelingsruimte. De vraag is of de boeren het hiermee eens zijn, omdat ze met name de modellen van het RIVM te onnauwkeurig vinden voor het verlenen van vergunningen of het saneren van bedrijven. Het belooft dus nog een lang verhaal te worden, voordat een definitieve oplossing is gevonden waar alle partijen goed uit tevoorschijn komen. Stijn J.
24
Mest uitrijden Wie rijdt de mest uit? De mest kan door verschillende personen worden uitgereden, zoals door de boer zelf, maar dan moet hij zelf wel een mesttank hebben en een tractor die genoeg vermogen heeft. Je kunt het ook een loonwerker laten doen. Die hebben vaak wel de benodigde apparatuur en ook veel grotere spullen, dus dat gaat allemaal veel sneller. Wat is mest? Mest wordt geproduceerd door dieren en komt in een grote put terecht, waarin alle mest bij elkaar komt. Daar kun je het dan uithalen om over het land uit te rijden. Deze drijfmest (gier) is een mengsel van vaste en vloeibare mest van dierlijke oorsprong. Waar rijd je de mest uit? Je rijdt de mest over het land uit met een mesttank en een injecteur. Je kan de mest zowel op bouwland als op grasland uitrijden. Op bouwland moet het met een bouwlandinjecteur. Dit is eigenlijk een soort cultivator en die trekt sleuven in de grond waarin dan meteen de mest wordt gedaan. Bij grasland doen ze echter met een zodenbemester en die maakt kleine gleufjes in de grond en vult die met mest. Wanneer rijd je de mest uit? Er zijn bepaalde periodes wanneer je mest mag uitrijden. Op zand- en lössgronden is dat vanaf 16 februari t/m 31 augustus en op klei- en veengronden vanaf 16 februari t/m 31 augustus. Waarom rijd je de mest uit? Bemesten doe je om meerdere redenen. Eén daarvan is om het gewas wat er op je land staat beter en sneller te laten groeien en opdat het groter wordt. Een andere reden is dat de dieren gewoon mest produceren, wat je niet oneindig kunt opslaan. Dus het moet een keer weg en het laten afvoeren kost heel veel geld. Dus als je het zelf ook gewoon kwijt kunt, heeft dat alleen maar voordelen. Hoe rijd je de mest uit? De mest rijd je uit met een mesttank en een bemester. Op bouwland doe je dat met een bouwlandinjecteur; die hang je achter de mesttank. Dat is een cultivator die door de grond trekt en meteen achter de cultivatortand zit een slang waardoorheen dan de mest naar beneden loopt. De injecteur spuit het meteen in de grond, waarna de grond weer een beetje dichtvalt, waardoor het mooi in de grond gewerkt zit. Bij grasland doe je dat met een zodenbemester. Dat is een grote ijzeren balk waaraan heel veel elementen hangen. Een zo’n element is een ijzeren schijfje dat een gleuf in de grond maakt. Iets daarachter zit een slang waar een soort voerje aan vastzit. Die vult dan weer het gleufje met mest. Na dit uitrijden van de mest, ligt het land er weer mooi bij. Klaar om de gewassen te laten groeien.
Menno
25
Stikstof, boeren en andere partijen Vandaag de dag wordt er veel gesproken over de stikstofcrises. Daarbij wordt steeds de link met boeren gelegd. Want in Den Haag denkt men dat het allemaal door de boeren komt. Maar dit verhaal heeft meerdere kanten. Sterker nog, het komt eerder door de massa-industrie en het vliegverkeer. Stikstof en de vermindering Over de crises zijn veel verschillende meningen. Maar ook zijn er harde feiten, maar die worden meestal niet gebruikt. Een van die feiten is bijvoorbeeld dat de lucht nu met de coronacrisis zuiver is. Dat komt natuurlijk doordat er geen vliegverkeer meer is en omdat er nauwelijks auto’s rijden. Nu de boeren alle mest het land oprijden, zou de lucht nu dus heel vies moeten zijn volgens de groene partijen. Maar je ziet nu juist dat de stikstofuitstoot minimaal is. De stikstof die de boeren uitstoten, wordt compleet hergebruikt. Want daardoor groeit het gras weer. Op deze wijze is de landbouwsector zo kringloopgericht als mogelijk is. Maar hoe zit het met de uitstoot door de industrieën en vliegtuigen: daar is niks kringloopachtig aan. Dus waarom de rekening neerleggen bij de boeren en waarom de boeren uitkopen om te stoppen. Iedereen wil toch gewoon vlees blijven eten en melk blijven drinken. Dus zou ik de boeren te vriend houden. Want zoals je nu ziet, houden de boeren de schappen vol en de lucht wel schoon. Kortgezegd: ik vind dat je de boeren met respect moet behandelen en niet weg moet zetten als milieuvervuilers. Want ze zorgen voor al het eten in Nederland. Bovendien vind ik dat ze de oplossing ook eens moeten gaan zoeken in de industrie en de luchtvaart. Want ze kunnen niet zomaar alle boeren uitkopen. Ruud
Mest uitrijden Mest uitrijden is niet meer zo makkelijk als vroeger. Want er zitten voortaan heel veel meer regeltjes aan vast. Want het stikstofgehalte in de lucht wordt te hoog. Iedereen denkt dat dat door de boeren komt en het mest uitrijden. Maar is dat wel zo? Ik denk dat het door de lucht- en scheepsvaart komt. Kijk maar. Want hoe kan het van de mest komen, want de mest die we uitrijden, die moet al meteen in de grond worden geïnjecteerd. Dan komt er al niet veel stikstof meer vrij. De grotere schepen daarentegen verbruiken honderden liters diesel per uur. Het uitrijden van mest is met de jaren al heel veel lastiger geworden. Want jaren geleden mocht het nog met de ketsplaat en dat was een heel stuk makkelijker. Maar nu moet het tegenwoordig meteen in de grond worden gewerkt. Wat veel meer werk is en je hebt er ook nog eens duurdere machines voor nodig. Bovendien blijkt uit onderzoek van het Mestdagfonds dat het niveau van de stikstof niet daalt of stijgt met de verwerkingwijze van de mest. Het uitrijden van de mest heeft dus geen invloed op de hoeveelheid stikstof in de lucht. Wat wel uitmaakt voor de stikstof in de lucht zijn de vliegbewegingen… Dus ik vind het niks beter dat de mest meteen in de grond moet, omdat het niks uitmaakt en de boer wel voor hoge kosten stelt. Laat dus eerst de scheep- en luchtvaart maar eens moeten minderen. Laten we dan eens gaan kijken wat er gebeurt: zo’n daling! Menno
26
Gehoorbescherming Gehoorschade, dit is een veel besproken onderwerp en vooral bij VCA. Er moet zoveel van de arbo. De arbo beveelt wel aan zoveel mogelijk kappen te dragen. Wanneer je de kap niet draagt, is dat voor eigen risico. Als je een keer een bandje slijpt zonder kappen kan er echter niet echt iets met de oren gebeuren. Met de oren loopt het wel los. Het zijn niet zozeer de oren die gevaar lopen bij slijpwerkzaamheden, maar het zijn vooral de armen en benen; die hebben meer gevaar te vrezen van de slijpmachine. Geen geldkwestie Als je een keer je kappen niet draagt dan is dat risico voor jezelf. De arbo beveelt wel aan zoveel mogelijk kappen te dragen. Het niet dragen van de kappen is geen kwestie van willen bezuinigen. Want ook al hebben we geld genoeg, dan betekent dat niet dat we elke keer de kappen opdoen. We hebben immers wel genoeg kappen, dat is het probleem niet. Wij dragen ze alleen bij echte herrie, als we bijvoorbeeld een boom aan het snoeien zijn. Bij het grasmaaien is het echt onnozel om kappen te dragen. Dat ziet er ook nog eens dom uit. Overdreven Zonder kappen vraag je om gehoorschade. Dit vind ik wel heel breed gezegd en zwaar aangezet. Het is niet zo dat als je vijf minuten bij een grasmaaier staat, je dan al gelijk als doof beschouwd mag worden. Het is zelfs ook nog eens zo dat een grasmaaier helemaal niet zoveel geluid maakt. Natuurlijk wel als je met je oren er tien centimeter vanaf zit, dan maakt het wel herrie. Maar dit doe je nooit als je aan het werk bent, alleen als hij uitstaat. Noodzakelijk Het is gevaarlijk om oorkappen op te hebben als je in de openbare ruimte bent, want met gehoorbescherming hoor je niks van de omgeving. Dus als er een auto komt, kan je die niet horen aankomen. Als wij met motorzagen boven de 90 watt bezig zijn, dan hebben we wel gehoorbescherming op en nog wel meer bescherming. Het kan zijn dat je ons een keer hebt gezien toen je langskwam dat we geen kappen droegen. Dit is dan toeval geweest, want bij zulke harde geluiden doen we uiteraard bescherming op. Als je daar de hele dag in staat, dan krijg je namelijk wel last van je oren. Afwegen Mensen moeten niet zo hysterisch doen over gehoorschade. Laat iedereen zich met zijn eigen baan en handelen bezighouden. Het is onze eigen afweging of we het geluid te hard vinden. Als dat zo is, dan zetten wij oorkappen op. En als dat niet zo is, dan doen wij ze af.
Teun / Tom
27
Grasmatten versus graszaad Heb je zelf een tuin waar je graag in zit? Dan hoort er natuurlijk ook een lekker groen stukje gras in. Je hebt minder snel last van onkruid door het gras. Maar waar worden grasmatten gemaakt en door wie? Dat ga ik jullie vertellen waar en door wie ze worden gekweekt. Ook ga ik je vertellen in welke soorten en maten je ze kunt kopen. Soorten grasmatten Er zijn verschillende soorten graskweekers. Twee bekenden zijn Kuipers en Hendriks. Je hebt grasmatten en je hebt natuurlijk nog graszaad. Grasmatten zijn grote stukken gras aan elkaar. Je hebt ze in allemaal verschillende afmetingen. Kleine rollen met een afmeting van 40 cm breed, 250 cm lang en 2,5 cm dik. Een dergelijke rol weegt ca. 15kg. Daarnaast heb je Big rolls met een afmeting van 60 cm of 73 cm breed, 20 meter lang en 2,5 cm dik. Een dergelijke rol weegt ca. 300 kg. Hiermee beleg je een oppervlakte van ongeveer 15m². Bij het verwerken van Big rolls ontstaan tot 70% minder naden bij een stabielere ligging. Zij zijn bovendien arbeidsbesparend. Dan heb je ook nog B-blokzoden. Die hebben een afmeting van 40 x 40 cm, desgewenst 4 of 5 cm dik en dat geheel is plusminus 10 kilo zwaar. Deze blokzoden worden veel gebruikt in de wegen- en dijkenbouw, taludaanleg en bij de aanleg van vijvers. Op mijn stage moest ik grasmatten leggen in Big rolls. Soorten graszoden Je hebt siergras. Dat ziet er vooral mooi uit en wordt niet zoveel belast, want het kan minder goed tegen belasting. Daarnaast heb je dan sportgras. Dat ligt vooral bij voetbalvelden. Dat is snel herstellend gras en kan ook tegen een stootje. Als laatste heb je nog speelgras en dat is zo gemaakt, zodat het ook echt veel gebruikt kan worden. Daar worden vaak veel activiteiten op gehouden en het is eveneens snel herstellend. Ondergrond grasmatten Onder de grasmatten zit een net van nylon, zodat het gras mooi aan elkaar blijft zitten. Ook heb je gras zonder een nylonnet, maar dan duurt het groeien tot het één geheel langer en de prijs is veel hoger. Mijn stagebaas had grasmatten besteld met een nylonnet, maar achteraf had hij daar spijt van. Hij had ze liever zonder nylon, omdat je namelijk wel een soort van plastic in de grond stopt. Er komen dus allemaal keuzefactoren bij kijken. Geduld Behalve grasmatten is er graszaad: dat strooi je dus over het gekozen gedeelte. Dat ontkiemt vanzelf en begint vanzelf te groeien. Er is wel een verschil, namelijk bij grasmatten zie je al gelijk resultaat en bij graszaden niet, want die moeten nog groeien. Specialisten in gras Zoals hierboven al vernoemd, zijn er speciale graskwekers, Om te beginnen met Hendriks. Hendriks is een groot bedrijf en gespecialiseerd in gras. Ze verkopen gras aan de grootste voetbalclubs, zoals Ajax en Bayern Munchen. Ook leveren ze aan tuincentra en consumenten. Dan heb je ook Kuypers. Dit is ook een heel groot bedrijf. Ze zijn beide gevestigd in het zuiden van Nederland. Ze leveren ook aan particulieren, maar voornamelijk aan hovenieren. Dankzij hen zit u straks op een mooie strakke grasmat te genieten in uw groene tuin.
Dirk
28
Gebruik van PBM’s onder werknemers Er wordt door werknemers laks omgegaan met het gebruik van PBM’s (persoonsbeschermingsmiddelen). Steeds vaker hoor je in het nieuws dat mensen geen oorkappen, handschoenen et cetera dragen met als gevolg dat ze er blijvend letsel aan overhouden. Hierdoor komt er veel letsel voor aan de handen. Sterker nog handletsel is de meest voorkomende werkgerelateerde verwonding. Toch zijn dit verwondingen die vermeden kunnen worden. Stimuleren van het gebruik. Het is allereerst belangrijk om duidelijk te hebben wat veiligheid precies inhoudt binnen de organisatie. Daarom is het zaak om er eerst achter te komen hoe groot het veiligheidsbesef is van de medewerkers. Vervolgens is het van belang dat alle medewerkers bewust worden van de gevaren op de werkvloer en hoe persoonlijke beschermingsmiddelen dit kunnen beperken. Informeer de medewerkers over welke persoonlijke beschermingsmiddelen nodig zijn voor welke werkzaamheden en waarom. Als medewerkers geen weet hebben van de veiligheidsrisico’s waartegen de middelen hen beschermen, zullen ze ook minder gemotiveerd zijn om het te dragen. Door regelmatig de gevaren op de werkvloer en het belang van persoonlijke beschermingsmiddelen te benadrukken, blijft werkveiligheid onder de aandacht. Werknemers kunnen de persoonlijke beschermingsmiddelen immers alleen op een juiste manier gebruiken en onderhouden als zij hierover zijn geïnstrueerd. De werkgever is ervoor verantwoordelijk dat alle medewerkers een passende voorlichting krijgen. Categorieën Er zijn drie categorieën te onderscheiden. Categorie 1: PBM voort lage risico’s. Deze middelen zijn te gebruiken zonder verdere benodigde deskundigheid. Voorbeelden daarvan zijn de zonnebril en regenkleding. Categorie 2: PBM voor middelhoge risico’s. De fabrikant moet zorgen voor een typekeur van het middel. De meeste PBM vallen onder deze categorie, bijvoorbeeld een veiligheidsbril en een veiligheidshelm. Categorie 3: PBM voor hoge risico’s. Naast de eisen van categorie II worden extra eisen gesteld. Een voorbeeld hiervan is een ademhalingsbeschermingsapparatuur. Hinderlijk Veel werknemers klagen dat het draagcomfort van bestaande PBM’s gewoonweg te laag is. Helaas is dit inderdaad vaak het geval, omdat ze terugvallen op goedkope, maar inferieure kwaliteitsproducten. Een laag draagcomfort is erg vervelend en onaangenaam, vooral als de PBM’s de hele dag moeten worden gedragen. Het is zelfs mogelijk dat dergelijke PBM’s het gedrag van de werknemers nog minder veilig maken. Soms is de extra opleiding van deze medewerkers voldoende om het gedrag in de gewenste richting te krijgen.. Werknemers of ondernemers maken nog steeds geen gebruik van PBM’s, omdat het gebruik ervan tijd- en kostenintensief is. Want het is ook tijdrovend om PBM’s aan en uit te doen. Het vergt gemakkelijk tot een uur per dag om op een juiste wijze met PBM’s om te gaan. De waarheid is dat goede PBM’s hoge kosten met zich meebrengen zonder dat ze direct rendement opleveren. Conclusie Het gebruik van PBM’s vind ik niet altijd nodig of fijn. Als ik even snel iets wil oppakken, ga ik niet mijn handschoenen ervoor aandoen of bij gebruik van een blazer de oorkappen opzetten. Het is echter wel beter om ze te dragen. Teun Bron: https://pbmdiscounter.nl/blog/dragen-van-pbm-stimuleren-op-de-werkvloer https://www.stlwerkt.nl/doen/arbocatalogus-en-oplossingenboek/onderhoudswerkplaats/persoonlijke-beschermingsmiddelen https://klusvakman.nl/waarom-wordt-er-geen-persoonlijke-beschermingsmiddelen-tegen-vallen-van-een-hoogte-gedragen/
29
30
Tuinbomen In dit informatief artikel gaat het over bomen. Dit vind ik een erg interessant onderwerp. Het is een wonder dat er uit een heel klein plantje ineens een boom groeit van 5 å 6 meter. Daar ga ik het dus over hebben in deze tekst. Geniet ervan! Weetjes! Bomen kunnen afhankelijk van de soort tot meer dan honderd meter hoog worden en groeien op zeer verschillende ondergronden. De mangrovesoorten groeien zelfs in brak water! Ook kan een boom afhankelijk van de soort en de omstandigheden heel oud worden, van vele honderden tot zelfs enkele duizenden jaren. Zo kan de Japanse notenboom meer dan 1000 jaar oud worden: in China staat de oudste Japanse notenboom al ongeveer 3500 jaar. Wilg en populier behoren tot de boomsoorten die meestal niet meer dan honderd jaar oud worden. Vanwege de bouw en afmetingen spelen bomen vaak een dominante rol in levensgemeenschappen met een boomlaag. Vogels bouwen er hun nest; mossen, korstmossen, schimmels en algen leven epifytisch op de stam, op de takken en soms op de bladeren. Schimmels leven samen in of op bomen. Insecten leven van de bladeren of het hout (onder andere houtworm). Ook zijn bomen vanwege de vruchten en zaden een belangrijke voedselbron voor apen, eekhoorns en vogels. De mens gebruikt bomen behalve voor de voedselproductie en als sierobject ook voor de productie van timmeren brandhout en papier. Er zijn 60.025 verschillende soorten bomen bekend. Stabiliteit Stabiliteit is belangrijk voor bomen. Een stabiele boom is voldoende bestand tegen gebeurtenissen als storm en zware sneeuwval. Een boom kan echter onstabiel worden, doordat de stam van binnenuit begint te rotten. Als de stam een te groot aandeel rothout vertoont, zal hij bij de volgende storm omvallen. Om dit te vermijden kan er een studie uitgevoerd worden door een visual tree assessment (VTA), eventueel aangevuld met tomografie. Aan de hand van het zo verkregen tomogram kan de stabiliteit worden berekend. Takken Een tak is een onderdeel van een boom of struik. Op de takken staan de blad-, bloem- en eventueel gemengde (bladeren en bloemen in dezelfde knop) knoppen. De knoppen kunnen tegenover elkaar, in kransen of verspreid staan. Aan het eind van de tak staat een eindknop. Officieel is een tak pas een tak als die drie jaar oud is. Daarvoor wordt het een twijg genoemd. Een twijg is dus een 1- of 2-jarige houtige stengel. Boom in je tuin? Denk er goed over na! Als je een boom in je tuin wilt planten, moet je goed kijken naar wat je wilt en wat je niet wilt. Een hovenier kan u daar prima bij helpen. Wilt u dat er bloemen in komen of niet? En heeft u ook al nagedacht over hoe hoog deze boom wordt? Deze vragen moet je van tevoren stellen, anders kom je voor verrassingen te staan. Kijk dus goed wat je in je tuin zet. Je wilt namelijk niet dat je tuin ruikt naar rottend vlees. Dit is namelijk het geval met vrouwelijke Gingko biloba’s. Er zijn veel voordelen van een boom in je tuin te noemen, maar ook een aantal nadelen. Kijk goed wat er komt te staan en vraag zo nodig om een andere soort bij uw hovenier. Er zijn veel verschillende soorten, dus genoeg keuze!
Evelien
Bronnen : https://nl.wikipedia.org/wiki/Boom_(plant) https://www.directplant.nl/bomen.html https://bomen.nl/
31
Gras en kunstgras Je ziet dat er steeds meer kunstgras in tuinen gelegd wordt, omdat het makkelijk is en bijna geen onderhoud vraagt. Ik snap het wel, maar ik vind het niet de mooiste en ook niet de beste oplossing. Echt gras Het heeft iets bijzonders: het ruikt lekker natuurlijk, al helemaal door de geur van gemaaid gras en ’s ochtend ziet het er extra mooi uit met de dauwdruppels. Ook is het veel beter voor het milieu door de fotosynthese. Maar het nadeel is dat er veel onderhoud nodig is. Het kan verkleuren of kapot gaan, dus dan is de grasmat niet groen. Kunstgras Dit gras heeft bijna geen onderhoud nodig, is altijd groen en is heel fijn voor mensen met hooikoorts of allergieën. Het ziet er vaak nep uit, omdat het goedkope matten zijn. Als je kinderen hebt, is het gevaarlijker, doordat het hard is en dus is het ook niet fijn om op te spelen. Bovendien wordt het erg heet in de zomer. Dan heb je nog het probleem van opslag en afval. Denk maar aan de brand in Dongen onlangs. Dat bedrijf is in de fik gevlogen, waarbij er teveel afgedankt kunstgras lag. Sporten op gras of kunstgras Er wordt ook veel gesport op kunstgras. Dat is erg duur, maar wel heel erg makkelijk. Bij de opening van het nieuwe sportcomplex van AZ zegt Louis van Gaal dat hij voorstander is van kunstgras. Maar Davy Klaassen gaat daar hard tegenin en zegt: “Kunstgras is het ergste wat er is. Je kunt er als club ook niet op trainen. Je ziet dat de teams die heel vaak op kunstgras trainen en spelen minder goed op traditioneel gras kunnen spelen. Internationale teams spelen ook alleen maar op gras. Dus alle clubs in de Eredivisie moeten ook op gras’’. Blessures door kunstgras Het is overigens een fabel dat je blessures krijgt door spelen op kunstgras. Dat blijkt uit diverse internationale onderzoeken. Die onderzoeken zijn uitgevoerd bij professionele teams en jeugdteams, onder mannen en vrouwen, gedurende trainingen en gedurende wedstrijden. Bij volwassenen bleek zelfs dat er meer blessures waren aan de onderste ledematen bij gras dan bij kunstgras. En bij kinderen blijken de resultaten gelijk te zijn. Conclusie Kunstgras zal nooit in mijn tuin komen te liggen, ook al is het nog zo makkelijk. Mijn motto luidt: houd het bij natuurgras. Alleen al, omdat het mijn beroep wordt om gras te leggen en het vakkundig te onderhouden, zodat het zeker te weten mooier blijft dan kunstgras.
Tom bron: voetbalzone alles over sport eigen huis en tuin
32
Vergroening in steden Het zal u vast niet zijn ontgaan. In de krant, het nieuws, overal wordt het besproken. “De steden moeten groener”. Zo zorgen bomen voor meer verkoeling in de warme zomerdagen en ook zorgt het bijvoorbeeld voor rust in de stressvolle steden van tegenwoordig. Er lijkt een nieuwe trend te ontstaan, maar waarom is dit eigenlijk zo belangrijk? En moet u deze veranderingen serieus nemen? In dit artikel komt u meer te weten over dit onderwerp en u zult zich verbazen over de impact van deze veranderingen. Drukte in de stad Onderzoek heeft vastgesteld dat groen zorgt voor minder problemen in de maatschappij. Er zijn verschillende maatschappelijke ontwikkelingen waarin groen een hele belangrijke rol speelt. In bijvoorbeeld een stad als Eindhoven wonen duizenden mensen en ook zijn er erg veel scholen en bedrijven gevestigd. Heel veel mensen die door de stad lopen, hebben stress en zijn erg druk in hun hoofd. Ze hebben het bijvoorbeeld erg druk met hun baan of school. Uit onderzoek blijkt dat mensen die zich buiten in een groene omgeving bevinden minder stress hebben en rustiger worden in hun hoofd. Dit is dus de ideale oplossing tegen alle hectiek en drukte in de stad, Mensen hebben dan een minder kort lontje en presteren misschien wel beter op hun werk of op school. Dit betekent dus dat het erg verstandig is om tijdens de pauzes even naar buiten te gaan om even te ontspannen. Wateroverlast Steden kampen vaak met het probleem dat water niet weg kan en alles dicht bestraten heeft hierop zeker geen gunstige uitwerking. Vaak zie je dat steden hun markten en pleinen helemaal dicht laten bestraten, wat meer nadelen als voordelen heeft. Een voordeel hiervan is dat er meer ruimte is voor kraampjes, auto’s en voetgangers; maar dit vormt tegelijkertijd een groot nadeel voor de afvoer van water. De laatste tijd hebben we vaak te maken met hevige stormen en regenbuien. U heeft de beelden vast ook op Het Journaal gezien: hele markten en pleinen staan onder water en dit alles komt, omdat het water gewoon geen kant op kan. Door de grote hoeveelheid water die ineens naar beneden komt, kunnen putten het niet meer houden en stromen over. Met als gevolg dat alles onder water komt te staan. Door op deze markten en pleinen groen aan te planten, hoeven de putten niet al het water af te voeren en kan het via de borders en boomspiegels gewoon de grond inlopen. Het klimaat Groen in de stad zorgt ook voor een schoner klimaat. Dit is een feit en één van de belangrijkste redenen waarom groen in de stad thuishoort. De bestrating van pleinen en markten en de gevels in de straten zorgen tijdens de hete zomerdagen voor extra warmte in de stad. Groen zorgt ervoor dat de warmte in de stad kan afnemen. Zo ontstaat er verkoeling, op het moment dat als elke stad in Nederland haar pleinen en markten heeft vergroend. Dit perkt zelfs de opwarming van de aarde in. Dit is dus eigenlijk gewoon een win-winsituatie. Ook is het natuurlijk zo dat bomen zorgen dat de CO2 wordt opgenomen, wat dus op zich al heel erg veel impact heeft op het klimaat. De biodiversiteit zal ook groeien door de vergroening en ook dit is van groot belang in Nederland. Groen in steden? Doen! Kortom, groen in de steden brengt alleen maar voordelen met zich mee. Groen zorgt voor rust en minder hectiek, een beter klimaat en werkt tegen de opwarming van de aarde. Het is mooi om te zien dat steden hier steeds meer mee bezig zijn en hun pleinen en markten daadwerkelijk vergroenen. Ik hoop dat deze trend zich steeds meer gaat voortzetten en dat er over een paar jaar honderden groenen steden zijn gerealiseerd in Nederland.
Niek
33
Bron: Site: Wageningen University & Research Datum van uitgave: Onbekend Schrijver: Wageningen University & Research Link: https://www.wur.nl/nl/show-longread/Zeven-redenen-om-te-investeren-in-een-groenestad.htm Site: Lonley planet Datum van uitgave: Onbekend Schrijver: Lonley planet Link: https://lonelyplanet.nl/reistips-and-trends/gek-op-groen-dit-zijn-de-groenste-steden-wereldwijd Site: Het parool Datum van uitgave: 25-3-2020 Schrijver: Marc Kruyswijk Link: https://www.parool.nl/amsterdam/groene-trambaan-in-de-stad-tegenregenwater~b83f8afa/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.nl%2F
34
Koeien wel of niet buiten Moeten koeien wel of niet naar buiten?! Wat vinden jullie hiervan? Zouden koeien het fijner vinden buiten? De consumenten zien natuurlijk liever dat de koeien buitenlopen en dat is ook beter voor het dierenwelzijn. Fris en fruitig buiten Koeien moeten naar buiten kunnen. Koeien lopen van nature ook buiten en het is ook beter voor koeien. Ik vind dat het beter voor koeien is om lekker naar buiten te gaan, want anders zitten ze alleen maar binnen in de koeienstal. Dat zou je zelf toch ook niet leuk vinden? Soepel in en uit de wei Sommige boeren houden hun koeien alleen maar binnen. Het lijkt me dat je dat waarschijnlijk alleen maar doet, omdat dat het makkelijkst is. Boeren zien er tegenop om steeds heen en weer naar binnen en naar buiten te lopen met hun veestapel. Maar zo moeilijk is dat niet, want als je koeien eraan gewend zijn om naar buiten te lopen, gaat het veel makkelijker. Ze heten niet voor niets kuddedieren. Het enige nadeel is dat je de koeien moet gaan halen voor het melken. Wie melkt met melkrobots heeft hier een punt. Bij melkrobots ligt het wel moeilijker, want eerst moet je op zoek gaan naar de juiste koe en zie deze dan ook nog maar eens in zijn eentje mee naar binnen te krijgen. Maar toch, ook daarvoor krijg je uiteindelijk wel een behendigheidstrucje onder de knie. Tot slot: bij sommige leveranciers is de melkprijs hoger wanneer de koeien buitenlopen. Zeker niet onbelangrijk. Hiermee is al met al ook gezegd dat het beter is om koeien buiten te laten lopen. Het is gewoon beter voor je bedrijfsvoering en het dierenwelzijn.
Lot
35
Intensieve veehouderij Ik werk op een zeugenhouderij zonder Beter Leven Ster. Dit bedrijf voldoet nagenoeg aan de vereisten. Het verschil daarmee is klein. De hokken zijn iets kleiner en aan het behandelen zijn soepelere regels verbonden, maar het is dan ook sterk de vraag of intensieve veehouderij zo slecht is. Ik vind van niet! De intensieve veehouderij gaat immers goed samen met het Beter Leven Keurmerk. Respectvolle omgang De regels van Beter Leven zorgen ervoor dat het varken minder doorbehandeld wordt en meer ruimte heeft in de stal. Maar dat op zich zegt niet alles. Want naar de omgang met de dieren wordt niet gekeken. Stel dat iemand een big de vrachtwagen in slaat of gooit tijdens het biggenladen, ben je dan als dier niet echt beter af bij iemand die geen ster heeft en dat niet doet? Ik vind van wel. Toch, een bedrijf met een dergelijke mishandelende omgang met dieren heeft dan mogelijk wel een ster en krijgt op basis daarvan meer geld voor het vleesproduct. Beter Leven is eigenlijk maar gewoon een stickertje dat je op je vlees mag plakken, waardoor je er meer geld voor krijgt. Terwijl dat eigenlijk oneerlijk is. Natuurlijk, varkens zijn eigenwijze dieren, maar dat is geen reden om ze te mishandelen, zoals je wel eens op de filmpjes ziet. Meestal is er dan iets aan de hand wat je zelf verkeerd gedaan hebt. Je bent een lamp vergeten aan te maken of het tocht in de gangen: dit zijn allemaal redenen voor het varken om niet te doen wat jij wilt. Natuurlijk is een zetje tegen z’n kont, omdat hij anders het hok niet in gaat, normaal. Niemand loopt immers vrijwillig een ruimte in waar geen andere uitgang is. Grootte van een bedrijf zegt lang niet alles Van vroeger uit hebben sommige boeren het bedrijf van hun vader overgenomen dat toen nog erg groot was, waardoor het nu niet meer voldoet aan de regels van de verhouding dier: oppervlakte stal. Je kunt niet zomaar de stal veranderen; dat kost geld en tijd. Maar in de omgang met de dieren, dáár kan wel verschil in zitten. Mijn ervaring is dat dat aspect binnen de intensieve veehouderij prima op orde is. Dus ik vind dat als je een Beter Leven Ster-sticker wil hebben, dat er controle moet komen op hoe een boer zijn werk verricht en dat je het bedrijf niet alleen beoordeelt op hoeveel ruimte een dier heeft. Eerlijk is om te kijken naar het geheel en vooral ook naar de omgang met de dieren.
Stefan
36
Controle RIVM De afgelopen tijd hebben verschillende universiteiten en wetenschappers een aantal onderzoeksresultaten van het RIVM onder de loep genomen en wat blijkt nou? De resultaten van het RIVM die kloppen niet. Dit komt, omdat ze verkeerde aannames doen of meetstations op verkeerde plekken vestigen. Ik ben dus van mening dat er een aantal andere instanties altijd de resultaten moet controleren, voordat deze worden gepubliceerd en het parlement ermee gaat werken. Compensatie Als eerste zijn er door verschillende instanties herberekeningen gedaan over de uitstoot van stikstof in de veehouderij. De herberekeningen van die instanties komen geen van alle uit op de resultaten van het RIVM. Volgens het RIVM stootte in Nederland de veehouderij 41% van alle stikstof uit en volgens de berekeningen van het Mestdagfonds was dit 20% lager. Dit kwam, omdat het RIVM de uitstoot van alle natuurdieren meenam en het opnemen van de hoeveelheid stikstof door deze dieren niet meenam in hun berekeningen. Die heeft natuurlijk een minderend effect. Onzorgvuldig Ten tweede is er steeds meer onrust en minder vertrouwen in verschillende overheidsinstanties, zo blijkt uit een algemeen onderzoek onder de inwoners van Nederland. Dit komt, omdat er nu door de herberekeningen fouten worden aangetoond en omdat het RIVM zelf ook fouten heeft ontdekt na de publicatie. Dit is erg slordig, want je moet voor de publicatie de fouten er al hebben uitgehaald. Zo worden er verkeerde en onbelangrijke wetten en regels vanuit het parlement opgesteld, die helemaal niet helpen of niet nodig waren. Controle De overheid zegt altijd: “Onze instanties zijn gekeurd en de informatie is van hogere kwaliteit, dus je hoeft niks te controleren.’’ Toch is dat dus wel nodig, want volgens herberekeningen van instanties van buitenaf kloppen de resultaten van het RIVM niet altijd. Het is dus zeker wel nodig om met meerdere instanties berekeningen te maken of ze door ze te laten rekenen door derden. Belangrijk is dus dat we niet altijd kunnen vertrouwen op één erkende instantie. Dit, omdat er nog vaak fouten in berekeningen zitten. Naar mijn mening moeten daarom alle berekeningen waarop wetgeving en belangrijke overheidsbesluiten stoelen, opnieuw worden berekend door een andere instantie.
Stefano
37
Boeren, stikstof en de luchtkwaliteit De uitstoot van stikstof in Nederland is te hoog. De overheid heeft daarvoor maatregelen afgekondigd, die met name boeren erg treffen. Echter, de boeren worden onevenredig hard getroffen in vergelijking met andere sectoren. Dit is niet terecht en schept bovendien een nieuw probleem. Allereerst vind ik het droppen van de stikstofmaatregelen op het bord van de boeren onzin en zéker op dit moment. Want er is nu corona en veel mensen werken niet, er rijden heel weinig auto’s en er vliegen geen vliegtuigen meer en dit merk je heel erg, want de lucht is nu heel schoon. Op onderstaande foto kun je zien dat de lucht nu heel erg schoon is, terwijl nu de boeren wel gewoon aan het werk zijn. Dus hoe kan dit dan aan de boeren liggen. Mijn tweede argument is dat de boeren niet alleen gewoon aan het werk zijn, maar ze werken nu zelfs ook heel erg veel. Want ze mogen nu mest uitrijden en ze gaan allemaal zaaien en culteren.
Het beeld laat zien wanneer de boeren mest mogen uitrijden en dat ze het momenteel heel druk hebben . De lucht is echter wel gewoon schoon. Dus hoe kan dit nu? De boeren doen nu de grootste uitstoten van het jaar, zou je zeggen. Dit komt, omdat de boeren helemaal niet veel uitstoten, zoals je op de eerste foto ook al kon zien. Dus het ligt zéker niet alleen aan de boeren. Mijn derde en laatste argument is dat wanneer de boerenbedrijven door de stikstofmaatregelen gedwongen verdwijnen, je dus zoals op de foto's is te zien voor de luchtkwaliteit niks oplost. Sterker nog: wanneer dat gebeurt, heb je helemaal geen eten of vlees meer om de samenleving te voeden. Conclusie De stifstofmaatregelen tegen boeren geven geen schonere lucht, wel een nieuw probleem: no farmers, no food. Willem Bron: https://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/mestbeleid/gebruiken-enuitrijden?utm_campaign=9250096797&utm_source=google&utm_medium=cpc&utm_content=41656670
38
Varkensrechten In deze tekst leg ik uit wat varkensrechten zijn, waarom ze er zijn, waarvoor ze gelden en wanneer ze zijn ingegaan. Paal en perk Het doel van varkensrechten is voor varkenshouders dat de productie van stikstof onder het stikfstofplafond blijft. Het stelsel richt zich alleen op landbouwbedrijven met bedrijfsmatig gehouden varkens, omdat de varkenshouderij na jaren van groei en groei steeds meer mest begon te uit te stoten. De overheid heeft de regelgeving rondom varkensrechten afgekondigd en gepubliceerd om zo de varkenshouderij te remmen in haar uitbreidingen. Aantallen Al sinds 1984 is het aantal varkens wettelijk gelimiteerd in een rechtensysteem. In 2005 is het mestproductierecht voor varkens vervangen door varkensrechten. Deze zijn gekoppeld aan aantallen en de overheid controleert deze aantallen. In 2009 waren dit 5,5 miljoen varkens. Dat zijn er maar liefst 800.000 minden dan in 1995. In 2009 werden in Nederland in totaal 13,7 miljoen varkens geslacht. Grondslag Er zijn meerdere criteria om te bepalen of je wel of niet bedrijfsmatig varkens houdt. Een particulier houdt over het algemeen geen varkens voor gebruiks- of winstdoeleinden, maar houdt de dieren vaak voor eigen gebruik. Dit noemen we hobbymatig gebruik. Dezelfde regels gelden voor landbouwbedrijven met hobbymatig vee. Het is dus zowel particulieren als ook landbouwbedrijven toegestaan om niet bedrijfsmatig vee te houden. Als u de dieren echter wel voor gebruiks- of winstdoeleinden gebruikt, is er sprake van bedrijfsmatig melkvee en dus een landbouwbedrijf. Ook zonder Kamer van Koophandelregistratie kun je daarom een landbouwbedrijf hebben. Als je bijvoorbeeld tijdelijk dieren van iemand anders op je grond hebt lopen en je hiervoor wordt betaald of je verkoopt de melk of het vlees van je runderen, dan zijn dit bedrijfsmatige activiteiten. Dit onderscheid is dus wel belangrijk, want heb je op 1 januari 2018 een landbouwbedrijf en houd je bedrijfsmatig vee? Dan heb je sinds januari 2018 fosfaatrechten nodig, ook al heb je maar enkele dieren op je bedrijf. Voor particulieren geldt daarbij dat de totale mestproductie van hun vee maximaal 100 kilogram fosfaat in een kalenderjaar mag zijn. Produceert je hobbymatig gehouden vee toch meer dan 100 kilogram fosfaat in een kalenderjaar, dan ben je in overtreding voor de Meststoffenwet. Als dit wordt vastgesteld, dan wordt er een proces-verbaal opgemaakt. Dit wordt afgehandeld door het Openbaar Ministerie. Verkrijgen Je koopt varkensrechten op een markt waar andere boeren hun rechten weer te koop hebben aangeboden. Maar je kunt ook varkensrechten gaan leasen. Een varkensrecht kopen is echter wel veel duurder dan een varkensrecht leasen. Je leaset dan een varkensrecht voor 1 jaar, maar je moet dit wel ieder jaar opnieuw doen, wat veel geld kost. Als je een zeugenbedrijf hebt, moet je per zeug meerdere rechten leasen. Dit, omdat deze zeugen ook nog biggen krijgen en dan hoef je niet voor iedere big apart opnieuw een recht te hebben natuurlijk. Je moet op 2,8 rechten per zeug rekenen, dat is wel veel. Toch wordt er iedere jaar nog flink uitgebreid in de varkenshouderij. Dit komt omdat de kleine boeren weliswaar stoppen, maar de grote boeren wel doorgaan.
Mathijs
39
Varkenspest Iedereen heeft het wel in het nieuws gezien. De Afrikaanse varkenspest is in de buurt. Van dat idee wordt geen enkele varkensboer blij. Maar wat houdt de varkenspest nu in? Daar ga je in dit artikel achter komen. Twee soorten Je hebt twee verschillende soorten varkenspest: de klassieke varkenspest en de Afrikaanse varkenspest. Tussen deze twee zit een groot verschil. De Afrikaanse varkenspest is erg gevaarlijk: die zorgt voor acute sterfte en er is geen medicijn tegen het virus. Daarom is het erg belangrijk dat als er een ziektegeval is dat erg veel tekenen van het virus toont, dat er meteen melding van wordt gemaakt. Het is erg besmettelijk en alles binnen een bepaalde regio moet ontruimd worden. Bij de klassieke varkenspest ligt het iets anders. Er is meer uitval, maar er is kans dat de dieren het overleven. De kwalen zijn wel veel erger dan bij de Afrikaanse varkenspest. Bij het Afrikaanse varkenspestvirus gaan de varkens meteen dood, maar bij de klassieke varkenspest kan het varken van alles krijgen. Het virus uit zich vaak in koorts en de biggen en vleesvarkens worden sloom. Drachtige zeugen gaan verwerpen: kleine tomen, mummificatie of de geboorte van trilbiggen. De varkens krijgen ook last van slapheid, oogslijmvliesontstekingen en een niet te stoppen diarree. Meestal gaat hier eerst een verstopping en longontsteking aan vooraf. Kortom: ze hebben veel erger te lijden dan varkens met Afrikaanse varkenspest. Grote gevolgen In de geschiedenis zijn er enkele gevallen geweest met de varkenspest. In elk geval was het erg vervelend; de boer moet zijn bedrijf ontruimen en zijn levenswerk is in ĂŠĂŠn klap niks meer waard. Ook komen mensen hierdoor in financiĂŤle problemen. De pest is moeilijk onder controle te krijgen, dus ook bedrijven die het nog niet hebben worden geruimd. Wanneer later uit de test komt dat je een schoon bedrijf hebt, is het nog erger, want dan is de veestapel van je bedrijf voor niks geruimd; of ja, uit voorzorg. Natuurlijk is er een kans dat er met de verzekering iets geregeld kan worden, maar het verlies dat je hebt geleden doet financieel iedereen pijn. Risicofactoren De grootste risicofactoren voor varkenspest vormt de aan- en afvoer, dus het transport van dieren. De belangrijkste verspreider is nu eenmaal toch het varken. Dus bij het aanvoeren van geiten of andere fokdieren, komt het virus het makkelijkst binnen. Het tweede risico van besmetting na de aan- en afvoer vormt de veewagen. Als de wagen niet goed is gereinigd, dan is er een kans dat gezonde dieren toch het virus krijgen en andere bedrijven ook besmetten. Een derde besmettingsbron ligt in de mogelijkheid dat de varkenspest via indirect contact overgebracht kan worden. via besmette naalden, bloedproducten, sperma of injectievloeistoffen. Ook besmette mest en mestwerktuigen brengen het virus over. Daarom moet je altijd zorgen dat de mestwerktuigen schoon zijn en bedrijfseigen mestslangen worden gebruikt. Voorkomen is beter De mens kan het virus ook overdragen. Hierdoor zijn de strenge regels in de varkenshouderij ontstaan. Het virus komt mee via kleding, schoenen en handen. Daarom is het devies als je de stal in gaat: altijd douchen of handen wassen, bedrijfseigen kleding aandoen en laarzen van het bedrijf dragen. Zo voorkomen we dezelfde ramp als die van 1997.
Stefan
40
Fokkerij in de veehouderij Welke boer heeft er nou niet te maken met de fokkerij. Nou elke boer, want iedere boer moet elk jaar voor een klein stukje vernieuwing van zijn veestapel zorgen. Sommige boeren kijken niet zo nauw, maar sommige boeren kijken er heel precies naar. Waarom is de fokkerij nu zo belangrijk? Waarom zo belangrijk? De fokkerij in de veehouderij is een van de belangrijkste dingen die er zijn. Sommige boeren zijn niet zo druk bezig met de fokkerij en fokken een eigen stier op, terwijl ze eigenlijk niks weten over hoe het nageslacht gaat uitpakken. Tegenwoordig is al aan het DNA van een stier af te lezen wat en hoeveel eigenschappen hij vererft. De fokkerij is daarmee erg belangrijk, omdat je door de fokkerij een steeds betere, efficiëntere, sterkere veestapel krijgt met een langere levensduur. Dit is weer belangrijk, omdat je dan de koeien langer in je stal hebt lopen, dus je hoeft ieder jaar minder vaarzen te hebben. Dit scheelt heel veel in de kosten, omdat je minder kalfjes hoeft op te fokken en daardoor zijn dus je opfokkosten een stuk lager. Fokkerijorganisaties Je hebt best veel fokkerijorganisaties: van regionale tot wereldwijde organisaties. Een fokkerijorganisatie is een organisatie met een boerderij, die alleen maar fokstieren fokt. Deze stieren fokken ze niet voor zichzelf of eigen gebruik, maar voor alle andere veehouders in de regio en of zelfs de wereldwijde markt. Als een fokkerijorganisatie een stier heeft gefokt of ergens heeft gekocht, gaan ze deze testen. Ze nemen een haarmonster en met dat monster kunnen ze precies zien wat deze stier vererft en of het een goede stier is om mee door te fokken. Ook stieren ze een paar eigen koeien met deze stier; dit om later te kijken hoe de dochters het doen, want hoe meer dochters een stier heeft, hoe betrouwbaarder hij is. Als een stier goed is, wat dus betekent dat deze goede eigenschappen vererft, dan wordt deze op de stierkaart gezet. Het sperma wordt dan opgevangen en met kleine hoeveelheden in een rietje gestopt. Een boer kan bij de fokkerij dan rietjes met sperma bestellen en zo kan hij door kunstmatige inseminatie zijn vee bevruchten. Keuzes Fokkerijorganisaties kunnen je ook helpen met het maken van de keuzes over welke stier je het beste op welke koe kunt zetten. Ze komen dan langs om de koeien te keuren. Ze kijken dan naar het exterieur, dus naar de manier hoe een koe is gebouwd. De verbeterpunten die ze aan de hand van cijfers hieruit halen, zetten ze dan in een programma. Vervolgens kijken ze naar de productie van het dier. Hier hangen ze ook weer een cijfer aan vast. Uiteindelijk komt er een eerste en een tweede keuzestier uit voort, die het beste bij die koe past om nog betere nakomelingen te fokken. De fokkerij vormt het hart van een kwalitatieve veestapel en is daarmee erg belangrijk voor de toekomst van de veehouderij.
Stefano Schrijfplan: Voor wie schrijf ik? Dit schrijf ik voor alle veehouders die meer willen weten over de fokkerij bij koeien. Wat is mijn schrijfdoel? Om verschillende kanten van fokkerij te laten zien aan veehouders en om te laten zien hoe belangrijk je fokkerij is. Welke tekstsoort gebruik ik? Informatieve tekst Bronnen: http://www.koe-info3.simpsite.nl/Fokwaarden https://www.groenkennisnet.nl/nl/groenkennisnet/show/Vervangingspercentage-als-kengetal-voor-duurzamemelkveehouderij.htm https://www.crv4all.nl/
41
Is dierenarts het beroep van het jaar? Vorig jaar is er een onderzoek door het LTO gedaan naar het aantal dierenartsen in Zeeland. Dit jaar hebben ze precies hetzelfde gedaan en de beide onderzoeken vergeleken. Gekeken is naar informatie over de opleiding, de eisen en toelatingseisen voor de opleiding en het toekomstperspectief ervan. De onderzoekers willen gegevens aanleveren voor wie bezig is een studiekeuze te maken. Toeleiding Ze hebben onderzocht wat de toelatingseisen zijn. Hoe zit het nu met de opleidingseisen voor de opleiding? Je wordt enerzijds toegelaten met een vwo-diploma met het profiel Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek. Je kunt anderzijds ook met een havo- diploma toegelaten worden, maar dan moet je wel een gemiddelde hebben van 7.5 of hoger. Dan is er nog een derde toegangsroute. Als je een HBO- diploma hebt gehaald, dan kun je er ook voor zorgen dat je daarna examens maakt op VWO-niveau voor de vakken natuurkunde 1, scheikunde 1, biologie 1 en 2 en wiskunde B1. Tot slot word je ook toegelaten als je een propedeuse hebt gehaald op universitair niveau. De één kiest ervoor om rechtstreeks VWO-niveau te gaan doen, terwijl de ander eerst zijn HAVO- diploma wil halen en daarna op VWO-niveau de examens gaat maken. Voor de rest mag je alle opleidingen volgen, zolang je de vakken natuurkunde, scheikunde, biologie en wiskunde kunt aantonen op VWOniveau. Je kunt er dus helemaal zelf voor kiezen hoe je het gaat doen, met welke vervolgopleidingen om toegelaten te worden tot de opleiding. De vooropleiding staat ook als zwaar bekend, ook al is dat voor iedereen anders. Daarnaast is de opleiding zelf zwaar en duurt die vrij lang. De opleiding duurt namelijk zes jaar. Het eerste jaar is de propedeuse (het eerstejaarsprogramma van een studie), de drie jaar die daarop volgen heb je een doctorale opleiding (deze maakt deel uit van het laatste deel van het examen) en daarna begint eigenlijk de echte opleiding tot dierenarts. Dat deel van de opleiding tot dierenarts duurt 2 jaar. De opleiding is moeilijk, doordat je alle anatomie (over de bouw van het organisme) van elk dier uit de categorie die je heb gekozen, uit je hoofd moet leren en kennen. Bovendien als je in Utrecht studeert, moet je ook nog eens alles uit het hoofd kennen. In Antwerpen daarentegen mag je tijdens een examen nog allerlei dingen opzoeken in boeken en encyclopedieën. Dat komt doordat ze in dierenartsenpraktijken in België minder streng zijn met regels dan in Nederland.
Niels
42
Boer en stikstof Momenteel vindt er in Nederland een discussie plaats over de te grote uitstoot van stikstof. Mensen vinden dat de stikstofuitstoot komt door de boer; ik zie dat anders. Andere sectoren dragen zeker zoveel, zo niet méér, bij aan de hoge uitstoot. Ik zie graag dat mensen hierover van gedachten veranderen. De hoge uitstoot van stikstof komt namelijk vooral op rekening van vliegtuigen en auto’s. Stikstof en vermindering Over stikstof zijn er meningen en feiten, maar vooral nog meer meningen. Naar mijn mening snijden de nodige overtuigingen over de veroorzaker van de uitstoot geen hout. Mensen zeggen dat het door de boeren komt. De boeren werken als vanouds. Door de maatregelen rondom corona wordt er nu minder gevlogen en auto gereden. Wat blijkt? Je ziet dat nu met de coronamaatregelen in die sectoren, dat de lucht veel zuiverder wordt. Er wordt nadrukkelijk minder stikstofuitstoot gemeten. Daarom vind ik dat het een grote onzin is om de schuld bij de boeren neer te leggen. Ja, natuurlijk komt de uitstoot ook een klein deel van de boeren, maar de regering schuift de hele schuldenlast richting de boeren. Ik vind dat het minder naar de boeren geschoven moet worden. Je ziet bijvoorbeeld dat ook al is het nu het drukste moment op het boerenland om stikstof uit te smijten (omdat de boeren nu vol gas de mest de grond inspaaien) dat de stikstofuitstoot toch veel minder is dan eerst. Je verwacht dan toch flinke een stijging? Welnu, er rijden minder auto’s rond; er vliegen minder vliegtuigen en kijk: de lucht is zo blauw als helder water. Je kunt bijna zeggen dat het nog nooit zo mooi is geweest. Maar alsnog zie je dat de regering de boeren de schuld geeft. Het harde werken van de boeren levert dus niet méér uitstoot op, wél melk- vlees - aardappels enzovoorts. Wellicht kunnen de andere sectoren makkelijker minderen door maatregelen te nemen dan dat boeren dat kunnen door hun vee op te ruimen en levert dat de maatschappij veel meer op. Conclusie Blijkbaar komt de grote uitstoot niet door de boeren. Mijn menig is dat deze komt door de uitstoot van het verkeer en het vliegverkeer. Laat ze daar in Den Haag maar eens over nadenken. Wellicht hebben de mensen in de maatschappij de boeren meer nodig dan ze denken. Immers minder dieren, minder eten.
Tino
43
Oefenen in Schrijfvaardigheid
Schrijfopdracht betoog Hieronder vind je de belangrijkste schrijfdoelen en tekstsoorten: Doel
Soorten Uiteenzetting, handleiding/gebruiksaanwijzing, studieboek,
Informeren/uiteenzetten
nieuwsbericht, notulen, uitnodiging, geboortekaartje, recensie,
instrueren
discussiestuk, uiteenzetting, verklaring, achtergrondartikel, voorlichtingsmateriaal, bijsluiter, recept, verslag, schoolboekentheorie.
Opiniëren/beschouwen
Overtuigen/betogen
Activeren
Amuseren
Beschouwing, recensie, discussiestuk, achtergrondartikel, ingezonden brief, klachtenbrief, commentaar, opiniërend artikel, recensie, column, Betoog, ingezonden brief, commentaar van de redactie, column, de tekst voor een toespraak op een verkiezingsbijeenkomst Advertentie, verkiezingsaffiche, folder van Albert Heijn, uitnodiging voor bv. een film Roman, strip verhaal, kort verhaal, gedicht, toneelstuk, mop, lied/cabarettekst, cursiefje
Opdracht betoog havo 2 Schrijf een betoog over een zelfgekozen onderwerp. Je mag het met de stelling eens of oneens zijn. In de inleiding beschrijf je: de aanleiding voor het betoog; je standpunt / mening / stelling. In de stelling mag niet het woordje ‘niet’ voorkomen. In het middenstuk geef je… minimaal drie argumenten die je mening ondersteunen; In het slot herhaal je de stelling, je mening en je belangrijkste argument(en) in andere bewoording. Vergeet de titel niet. De titel mag niet je standpunt zijn. Schrijf in ronden. Maak eerst een mindmap. Vuje tekstschema met trefwoorden, kernzinnen per alinea en overgangszinnen. Breng signaalwoorden aan. Soms moet je daarvoor de zinsbouw wat wijzigen. Dat loont! De tekst wordt er veel beter van. Maak er een sport van om deze laatste stap zo goed mogelijk te zetten. 44
Bedenk voor wie je het betoog gaat schrijven en waar(in) de lezer jouw schrijfsel gaat lezen. Je schrijft niet voor jezelf, maar voor een ander! Standpunten Hoe kijk jij tegen een onderwerp aan, wat is jouw mening daarover, dat noem je je standpunt. Soms zeg je dat erbij: ik vind ..., volgens mij …… Voorbeelden positief standpunt: Ik vind dat spelers met een beter uithoudingsvermogen beter voetballen. negatief standpunt: Tactisch inzicht wordt zwaar overschat. Mannen kunnen niet voetballen. twijfelstandpunt: Conditietraining kan een oplossing zijn.
Naar het schrijven van een vakgericht betoog over een onderwerp dat jij belangrijk vindt. Opbouw inleiding betoog De inleiding van een betoog kun je op veel verschillende manieren schrijven. Je leert er nu één aan, omdat dat je houvast geeft. Begin inleiding: aanleiding, constatering / anekdote / probleemomschrijving; Midden: geef voorbeeld(en) (van het genoemde/ onderwerp); Tot slot: geef jouw mening over het onderwerp Let op: argumenten noem je nog niet in de inleiding, want die gebruik je voor het middenstuk. Voorbeeld inleiding over ongezond eten Kijk om je heen en je ziet eten! Overal waar je loopt, fietst, rijdt, zie je eten. (constatering) En dan hebben we het niet over en lekker groen appeltje, of een worteltje waar we op knagen. We eten allerlei ongezonde spullen zoals een mars, friet, snoep en lekkere zoete koeken. (voorbeelden) Ik vind dit een ongezonde ontwikkeling en daarom pleit ik voor een verbod op ongezond eten. (mening) Maak een bouwplan voor een vakgericht betoog dat je zelf gaat schrijven. Hoe beter je jezelf voorbereidt, hoe makkelijker het is om straks een goed betoog in te leveren. Bedenk een onderwerp of een actualiteit waar je je een duidelijke mening over kunt vormen. Wat wil je met dit onderwerp: wat zou er volgens jou moeten veranderen, beter moeten worden uitgezocht of opgelost worden? Bedenk of je voor of tegen bent. Vind je het lastig om zelf een onderwerp te kiezen? Dan vind je hieronder mogelijke onderwerpen. - Een lekker stukje vlees of liever veggie? - Minder tegels in de tuin. - De veestapel halveren, dat is nergens voor nodig. - Ik kom in opstand ….. / Jouw betoog / Jouw stelling: Er zijn vast ook verschillende situaties waarvan jij opstandig wordt. Je wilt iets niet, maar het gebeurt toch. Denk ook eens groter: ben jij het eens met de klimaatmaatregelen die door ons kabinet worden getroffen of mogen deze wel wat drastischer zijn? Jij mag voor deze schrijfopdracht veel groter denken: wat zou er thuis, op school, in Nederland, in Europa en zelfs in de hele wereld veranderen als jij de baas was? Schrijf waar je tegen in opstand wil komen of over wat er gaat veranderen als jij de baas bent. Zorg voor een passende inleiding, behandel in de kern van je tekst één deelonderwerp per alinea en sluit je tekst af met een slotadvies. - Schooldebatten - Of ga voor een andere invalshoek voor jouw betoog. Jouw betoog / Jouw stelling: kies hem liefst vakgericht!
45
Schrijven doe je in stappen. In de les bereid jij jouw betoog voor door veel werk te maken van een bouwplan. Neem in je boek van hoofdstuk 2 Schrijven van langere teksten nog eens de theorie door over het maken van een bouwplan. Gewoon beginnen met schrijven lijkt handig, maar levert minder goede teksten op. Je hersenen lopen vast in alle zaken die aandacht vragen bij schrijven. Ga ook niet meteen het internet op. Voor je het weet blijf je er te lang hangen of vind je er te veel (tegenstijdige) bronnen, raak je afgeleid of beland je in knip- en plakwerk.
Kijk eerst wat je zelf al weet over je onderwerp. Schrijf alles op wat in je hoofd opkomt. Gebruik de 5- wvragen en H-vraag. Praat erover met een klasgenoot, dan krijg je het al scherper. Luister ook naar tegenwerpingen, die kunnen in een betoog goed van pas komen. Maak veel aantekeningen! Bij je bouwplan kun je ook nog een mindmap of woordweb voegen. Je stelling of onderwerp zet je in het midden en allerlei deelonderwerpen zet je eromheen, eventueel met trefwoorden en argumenten voor – en tegen / voor- en nadelen. Orden wat je gevonden hebt. Verbind woorden en markeer de beste ideeën. Streep weg wat je niet kunt gebruiken. Opzet: bedenk waar je de argumenten vandaan haalt. Je zoekt bij jouw stelling een aantal bronnen. Zoek nu op internet naar opiniërende of betogende stukken of ga op zoek naar artikelen in populaire wetenschappelijke bladen of jongerenkranten. Bijvoorbeeld de Volkskrant, de NRC of Google Scholar. Lees de inleiding, tussenkoppen, en het slot (conclusie). Lijkt het iets, dan ga je die artikelen goed lezen en kijken hoe de stukken zijn opgebouwd: de inleidingen, het midden en het slot. Markeer trefwoorden en argumenten die je zou kunnen gebruiken voor jouw standpunt. Wat zijn de belangrijkste kernwoorden, wat zijn de kernzinnen in de alinea’s, wat zijn argumenten en voorbeelden. Dit zijn allemaal bouwstenen voor jouw bouwplan. Vergeet niet de vindplaats van je bron in het bouwplan te noteren! Je bouwplan en voorwerk ga je zeker gebruiken bij het uitschrijven. Je mag van je bouwplan afwijken, het is immers jouw bouwplan. Bewaak dan wel of de volgorde logisch blijft. In één alinea staat bij elkaar wat met elkaar te maken heeft. Dat is eén deelonderwerp, Snijd je een nieuw aspect aan, dan begin je een nieuwe alinea. Ook al zijn het maar een paar regels,
Het middenstuk vormt de kern van je betoog. Maak er dus veel voorwerk van. Het middenstuk is het deel dat je als eerste goed gaat uitwerken. De inleiding en het slot volgen daaruit. Een schrijver van een overtuigend artikel werkt na de inleiding met deelonderwerpen. Een deelonderwerp is (zoals het woord zegt) een deel van het onderwerp. Elk deelonderwerp bij een betoog is een argument. Een argument kun je weer versterken door ondersteunende argumenten, onderzoek, voorbeelden etc. Doe dat ook en liefst in deze volgorde. Hoe moet je je een schrijfplan / bouwplan voorstellen? (Zie ook hoofdstuk 2 p. 115) Onderwerp ………………………………………………… Doel ………………………………………………………….. Titel……………………………………………………………. Tekstdeel
alinea
Inleiding
Hoe wordt de aandacht getrokken?
trefwoorden
Introductie onderwerp Middenstuk
Deelonderwerp 1
46
tussenkoppen
Deelonderwerp 2 Deelonderwerp 3 Deelonderwerp …..
Slot
Hoe wordt afgesloten?
Hoofdgedachte ………………………………………….. Tekststructuur: opbouw argumenten
Het inbouwen van een tegenargument maakt jouw stuk sterker. Het is wel zaak om het tegenargument meteen onderuit te halen en van tafel te schrijven.
Middenstuk: (ongeveer 300 woorden) ● Deelonderwerp 1 (= argument 1) = (maak gebruik van je trefwoorden en je markeringen) ●
Mijn eerste argument hiervoor is / allereerst/ ten eerste
________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ Ondersteuning = onderbouwen argument / + voorbeeld ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ●
Deelonderwerp 2 (= argument 2) = (maak gebruik van jouw trefwoorden en je markeringen)
●
Daarnaast / ook / bovendien / ten tweede / mijn tweede argument is
________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________
47
________________________________________________________________________ Ondersteuning = onderbouwen argument / + voorbeeld ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ Controle bouwplan Wat zijn jouw inhoudelijke argumenten? Waar haalde je die vandaan (bronvermelding? Heb je in jouw
basisartikelen de kernzinnen met kleur gemarkeerd? Hoe ga je deze ordenen voor jouw eigen betoog? (waar noteer je ze in je argumentatieschema?) Wat is de opbouw van jouw betoog? In welke delen kun je het onderverdelen en kan het nog logischer of sterker? Kun je bij ieder argument een duidelijke kernzin formuleren? Geef je bij ieder argument een toepasselijk voorbeeld ter onderbouwing? Welk argument vind je zelf het sterkst?
Eérste versie van het middenstuk van een overtuigende tekst (betoog), Waarom is het aan te raden allereerst een kladversie uit te werken? Wie zich meteen vastbijt in een tekst komt er niet zo makkelijk meer van los. Schrijven doe je in ronden. Eerst de ruwe versie, dan ga je die verbeteren. Werk vooral eerst aan jouw middenstuk. Werk eerst aan het WAT, de inhoud. Je zet het beste meerdere argumenten in. Eén deelonderwerp per alinea. Je behandelt dus per alinea één argument. Kijk daarbij hoe je de signaalwoorden inzet om die alinea's met elkaar te verbinden. Schrijf bijvoorbeeld: ook, ten tweede / ten derde, daarnaast. Je hebt meestal zo’n vijf à zes zinnen nodig om een deelonderwerp uit te werken naast de kernzin. In élke tekst zit verband Als dat niet zo is, dan is de tekst slechter te begrijpen voor een ander. Hoe versterk je de structuur van een tekst? Dat doe je door vooral te werken met signaalwoorden en verbindingswoorden (woorden als: hoewel, wanneer, als, indien, terwijl...; zogenoemde ‘plakwoorden’ om van enkelvoudige zinnen goedlopende samengestelde zinnen te maken. Daarmee krijg je variatie in zinslengte). Pak een overzicht met signaalwoorden erbij en ga ze invullen in jouw tekst om de verbanden te versterken. Verbanden binnen zinnen, tussen zinnen, tussen alinea’s en grotere tekstgedeelten worden aangegeven met verbindingswoorden ofwel signaalwoorden. Die passen bij de gekozen structuur. Deze verbanden kunnen ook over meerdere alinea's uitgesmeerd zijn. Gebruik signaalwoorden voor jouw inleiding, middenstuk en slot. Noteer deze in je bouwplan als houvast bij het uitschrijven. Noteer eventueel ook alvast per alinea de kernzin. Verbanden tijd (chronologisch) (de alinea’s zijn geordend op tijd) reden/verklaring (redengevend; de ene alinea geeft een stelling, de andere geeft de argumenten daarvoor)
Verbindingswoorden voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger, later, nu, in de toekomst, straks want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk
tegenstelling ( je ziet een verschil met )
maar, echter, hoewel, toch, daarentegen, staat tegenover, van de ene kant/van de andere kant
doel –middel (de ene alinea geeft het doel de andere hoe je dat doel kunt bereiken)
om te, daarmee, waarmee, opdat, door middel van, met behulp van, met
oorzaak -gevolg (oorzakelijk, de ene alinea / zin geeft een oorzaak en de andere een gevolg. )
door, daardoor, waardoor, zodat, doordat, waardoor, te danken aan, zodoende, als, wanneer, mits, tenzij, in (voor) het geval dat
voorwaarde (voorwaardelijk) probleem-oplossing (de ene alinea schetst het
48
probleem, een andere beschrijft de oplossing) voorbeeld / bewijs (toelichtend, een voorbeeld bij een uitspraak/verschijnsel/standpunt))
bijvoorbeeld, een voorbeeld (hier)van, zo, zoals, ter illustratie, daaruit blijkt, neem nu
opsomming (de alinea’s noemen verschillende onderdelen van een opsomming)
en, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens, ten slotte, bovendien
vergelijking ( je ziet een overeenkomst met) samenvatting (samenvattend; sluit vaak een tekst af en zet het voorgaande nog eens kort op een rijtje) conclusie (concluderend; sluit vaak een tekstgedeelte af en geeft de conclusie die voor de lezer logisch zou moeten zijn)
zoals, zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e) samengevat, kortom, met andere woorden, daarom, al met al, vandaar dat, hieruit volgt dus, concluderend, kortom, daarom, al met al, hieruit volgt, daarom
Controle verbanden: waar help jij de lezer bij overgangen en hoe doe je dat?
Welke signaalwoorden kun je gebruiken voor een krachtig slot? Kies uit de volgende signaalwoorden: o o o o o o o
Ten eerste Vervolgens Namelijk Historische schets Dus Bijvoorbeeld Daarnaast
o o o o o
Concluderend Waardoor Al met al Terugblikkend Kortom
Noteer de signaalwoorden of overgangen in je bouwplan als houvast.
SLOT van een overtuigende tekst (betoog) (ongeveer 50 woorden) Doe dat als volgt: 1. Begin je slot met een signaalwoord dat bij een slot past. 2. Herhaal kort het onderwerp van de tekst en noem jouw mening 3. Herhaal het sterkste van de drie argumenten waarover je hebt geschreven. 4. Sluit af met een conclusie, oplossing, toekomstverwachting of een andere pakkende afsluiter. Wanneer je in het slot een verbinding weer maakt met de inleiding, maak je je tekst mooi rond. TITEL TEKST = ________________________________________________ De titel volgt uit je middenstuk en slot. De titel moet de héle lading van jouw tekst dekken, kort zijn en de aandacht trekken. De inleiding (ook ongeveer 50 woorden) scherp je aan, nadat je het middenstuk en slot hebt. De inleiding is kort en het opstapje naar jouw middenstuk: het eigenlijke betoog. Titel en inleiding schrijf je dus pas nadat de tekst helemaal klaar is. Na de ruwe versie denk je na over het HOE. De precieze formulering van je tekst, Contoleer of jouw voorbereidend document, jouw aangeklede bouwplan, alles bevat om een goed betoog te schrijven. Zorg dat je voldoende tijd hebt om de spelling en grammatica te controleren. Vergeet vooral ook niet het gebruik van de juiste interpunctie!!! (komma’s, punten en hoofdletters) Reserveer tijd om zinnen zoveel mogelijk actief te schrijven (dus niet allemaal zinnen met ‘worden’ of ‘moeten’). Let ook op de vormgeving bij het uiteindelijke betoog: je stuk heeft een duidelijke indeling in alinea’s, tussenkoppen en overgangszinnen. Je gebruikt bijvoorbeeld een witregel tussen de inleiding en het middenstuk en tussen middenstuk en het slot. Schrijf je tekst in Arial lettercorps 11. Gebruik voor tussenkopjes hetzelfde lettertype corps 12. De titel mag in corps 14 of 15. Maak ze vet. Standaardmarge 2,5 cm.
49