MVO NEDERLAND VAN DORP INSTALLATIES
Als er in de afgelopen veertien jaar ergens een grote omwenteling heeft plaatsgevonden,
dan is het wel in de installatiebranche. Zonnepanelen kwamen, net als totaaloplossingen om energie te bezuinigen. De klant wordt partner, zegt Henk Willem van Dorp van Van Dorp Installaties, een van de MVO-wegbereiders in zijn branche. + Tekst Marianne Lamers + Fotografie Anne Hamers
H
enk Willem van Dorp (1960) zat er met zijn neus bovenop. Of liever gezegd middenin. Al vanaf 2000 doet zijn Van Dorp installaties (dat al sinds 1985 bestaat, maar toen nog Hoek Verwarming heette) actief aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, of maatschappelijk betrokken ondernemen zoals de christelijke boerenzoon uit Zoetermeer het liever ziet: “Ik vind het belangrijk me dienstbaar op te stellen aan de maatschappij vanuit een christelijke levensovertuiging.” En dus is Van Dorp Installaties niet alleen een voorloper op het gebied van de nieuwste, duurzaamste technieken in installatieland, maar is de oprichter van het bedrijf ook initiatiefnemer van de Van Dorp Foundation, een stichting die Derde Wereldlanden steunt, verplicht hij zijn bedrijf om minimaal 2,5 procent minderbegaafde mensen aan te nemen en richtte hij een eigen opleidingscentrum op voor jongens die een toekomst als onderhoudsmonteur voor zich zien. Van Dorp’s grootvader en vader waren boer, vertelt Van Dorp.
Henk Willem van Dorp voorspelt: “Nu heeft een ziekenhuis nog een eigen technische dienst, over een paar jaar is dat de installatiebranche zelf.”
Hij voelt zich met zijn veertien vestigingen en twaalfhonderd werknemers echter nog steeds verbonden met hen: “Ten diepste verschil ik niet zo met hun werk. Het gaat erom dat je een onderdeel uitmaakt van de maatschappij en dat je als bedrijf daar dus ook de verantwoordelijkheid voor neemt, op de korte én de lange termijn.” Het werken met natuurlijke hulpbronnen heeft Van Dorp altijd ‘enthousiast omarmd’: “Het installeren van zonnecollectoren en het verduurzamen van gebouwen zagen wij al vrij snel als een onderdeel van ons verdienmodel.” De eerste thermische zonnecollectoren installeerde Van Dorp al in de jaren tachtig, de elektrische panelen kwamen in de jaren negentig. “Toen reden we er nog naar toe om te kijken naar de installatie. Dat nam toentertijd een aantal dagen in beslag, nu is het in een paar uur gepiept.” Erg enthousiast is hij over de ‘energielevende’ gebouwen die naast energie verbruiken ook energie geven. Ze passen in de trend van de laatste jaren: er wordt minder gekeken naar de
techniek en meer naar oplossingen, met de natuur als voorbeeld. Warmtekoudeopslag en warmtepompen bijvoorbeeld zijn tegenwoordig vaak niet eens meer nodig, vertelt Van Dorp: “Een gebouw is vaak zo goed integraal ontworpen, dat je dat soort technieken nauwelijks meer nodig hebt. Een goed ontworpen kantoor is maandag nog warm van vrijdag. Vroeger was dat bijzonder, nu gebruikelijk.” Rond 2000 - ’toen zonnepanelen nog een zeldzaamheid waren’- heeft de installatiebranche veel last gehad van de ‘geitenwollensokkenbrigade’: “Zij wekten het idee dat er aan het verduurzamen van gebouwen geen normaal verdienmodel vast zat. Zij maakten het ongeloofwaardig.” Dat veranderde eigenlijk pas in 2008, toen Van Dorp VNO-NCW ervan overtuigde dat je met het verduurzamen van gebouwen wel degelijk je geld kon verdienen: “Sindsdien is daar ook de knop om.” Van Dorp herinnert zich nog een reeks lezingen die hij in datzelfde jaar gaf over nut en noodzaak van verduurzaming in de installatiebranche: “Wij voelden ons toen nog als een kleine groep gelovigen tegenover een apathische grote groep van mensen die niet zagen wat wij zagen.” Sindsdien is het hard gegaan, vertelt Van Dorp. Waar dat aan lag? De tijdgeest, en de crisis: “Die hielp een handje mee. Al het werk verdampte en er moesten alternatieven worden bedacht.” Een van de nieuwe duurzame alternatieven waar Van Dorp
sinds kort mee werkt, zijn Esco’s (Energy Service Companies): “Een aantrekkelijke business case waarbij de klant niets te maken heeft met investeringskosten, maar wel een gegarandeerde energiebesparing terugkrijgt.” Wil dat een succes worden, dan zullen we ook anders moeten gaan nadenken over gebruik en bezit, vindt hij: “We hebben hier maar één woord voor bezit, maar er zijn zoveel verschillende vormen. Willen we overgaan op de circulaire economie, dan zullen we eerst nieuwe woorden voor bezit en geld moeten bedenken.” Het zal nog zeker een halve generatie duren, schat Van Dorp, voordat de hele installatiebranche doordrongen is van het belang van het duurzaam omgaan met grondstoffen: “Dat wordt nog een taaie klus.” Van Dorp ziet in de nabije toekomst een andere rol weggelegd voor installateurs: “We zullen veel meer partner worden van klanten, iets dat je in Duitsland nu al een beetje ziet. Op het gebied van huisvesting, energie en bedrijfsprocessen zullen we veel dichter op de klant gaan zitten. Nu heeft een ziekenhuis nog een eigen technische dienst, over een paar jaar is dat de installatiebranche zelf.” www.vdi.nl
MVO Nederland bestond op 23 april jongstleden precies tien jaar. Met ruim tweeduizend aangesloten bedrijven zijn we uitgegroeid tot veruit het grootste MVO-bedrijvennetwerk van Europa. Nummer 2, het Engelse Business in the Community, telt circa duizend leden. De afgelopen jaren heeft onze organisatie twee grote transities doorgemaakt. We zijn gestart als een kenniscentrum voor het midden- en kleinbedrijf. In het begin lag de nadruk op het bekendmaken van wat MVO is. Het ging om bewustwording en om het laagdrempelig aanbieden van tools en concrete praktijkvoorbeelden. Al snel werd ‘MVO loont’ onze centrale boodschap. Inmiddels is circa drie kwart van het mkb op een of andere manier met MVO bezig. Een recent onderzoekje leert dat een ruime meerderheid zich voor de komende periode hogere MVO-doelen stelt. Zo’n vijf jaar geleden kwam onze netwerkfunctie meer centraal te staan. De rijksoverheid kondigde aan de basissubsidie waarmee MVO Nederland was gestart, te gaan afbouwen. Er werd een dienstenpakket voor partners ontwikkeld. Bedrijven werden uitgenodigd tegen een beperkte financiële bijdrage tot het netwerk van MVO Nederland toe te treden. De behoefte aan het delen en verdiepen van kennis en ervaring leidde tot talloze inspirerende bijeenkomsten. Het grootbedrijf en koplopers toonden ook steeds meer interesse in onze activiteiten. De focus op sectorale MVO-programma’s werd versterkt. Voor thema’s als ketenverantwoordelijkheid, ontwikkelingslanden, transparantie, mensgericht ondernemen (de P van people) en maatschappelijk betrokken ondernemen werden aparte programma’s gestart. De OESO-richtlijnen en ISO 26000 zijn voor ons inmiddels het vanzelfsprekende referentiekader. Onze website wordt met jaarlijks ruim 300 duizend unieke bezoekers zeer goed bezocht. Vanaf vorig jaar is onze organisatie zich meer gaan richten op impact door het versnellen en opschalen van MVO. Met steun van het ministerie van Buitenlandse Zaken begeleiden we zes mkb-sectoren bij het verduurzamen van de handelsrelaties met ontwikkelingslanden. De door ons opgerichte MVOnetwerken voor beton, zorg en arbeidsparticipatie hebben ieder forse doelstellingen. En het onlangs geïntroduceerde meerjarenprogramma Ambitie 2020 wil Nederland positioneren als wereldvoorbeeld van een circulaire en inclusieve economie. Begonnen als een MVO-kenniscentrum is MVO Nederland uitgegroeid tot een onafhankelijke en breed gedragen kennis- en netwerkorganisatie die impact realiseert en transities versnelt. Met een team van zeventig medewerkers maken we kansen zichtbaar en bundelen we de krachten van publieke en private partijen. Voor ons is MVO uitgegroeid tot samen Meervoudig Vernieuwen met Optimisme. Met als doel een lage footprint, een hoge participatiegraad en vitale bedrijven die Nederland veerkrachtig en sterk maken. Willem Lageweg, directeur MVO Nederland w.lageweg@mvonederland.nl
33 P+ mei + juni 2014
P+ mei + juni 2014
32
Klant als partner
MVO Nederland tien jaar: van kennis naar impact