NC Magazine - najaar 2019

Page 1

NCMagazine Nationaal Comité 4 en 5 mei, najaar 2019

Ov e r h e r d e n k e n , v i e r e n e n h e r i n n e r e n

Roxane van Iperen en Chaja Polak over wat ‘Nooit meer Auschwitz’ in deze tijd zou moeten betekenen Start viering 75 jaar vrijheid Minister Ollongren over vrijheid en de democratische rechtsstaat Jaarthematekst 2020 door prinses Mabel van Oranje 01-cover-1-04.10.indd 1

21-10-19 20:09


Hoofdredactioneel

75 jaar vrijheid

Colofon

In 2019 en 2020 herdenken we het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog, 75 jaar geleden. We staan stil bij de vrijheid die is bevochten door mensen die daarvoor grote offers hebben gebracht. We vieren dat we sinds 1945 weer in vrijheid leven, in het besef dat we samen verantwoordelijk zijn om vrijheid door te geven aan nieuwe generaties. De bevrijding betekende het herstel van onze vrije en open democratische rechtsstaat. De rechten en vrijheden die daaruit voortkomen, zijn niet vrijblijvend. Ze scheppen voor iedereen een verantwoordelijkheid voor het behouden en het versterken ervan, zoals ook wordt benadrukt door de minister van Binnenlandse Zaken en oud-bestuursadviseur van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, Kajsa Ollongren (p.36). Vanuit die gedachte organiseren tal van landelijke, regionale en lokale partijen door het hele land herdenkingen, vieringen, lesprogramma’s en tentoonstellingen. Lokale geschiedenis en persoonlijke verhalen staan daarbij centraal, zoals bij de start van de viering van 75 jaar vrijheid in Terneuzen, de viering van 75 jaar bevrijding in Mesch en de drukbezochte herdenkingen van 75 jaar Market Garden in Gelderland en Brabant (p.46). In januari wordt via het kunstproject LEVENSLICHT in heel Nederland stilgestaan bij de verschrikkingen van de Holocaust. De schrijvers Chaja Polak en Roxane van Iperen geven in een dubbelgesprek (p.17) aan wat ‘Nooit meer Auschwitz’ in deze tijd zou moeten betekenen. Na de herdenkingen en vieringen in april, mei en augustus eindigt het lustrumjaar op 24 oktober wanneer in Den Haag wordt gevierd dat de Verenigde Naties werden opgericht met als doel oorlogen te voorkomen en mensenrechten te beschermen. De jaarthematekst van prinses Mabel van Oranje (p.12) kan bij al deze herdenkingen als bron van inspiratie dienen.

Jaargang 9, nr. 16, najaar 2019

02-hoofdredactioneel-2-14.10.indd 2

Hoofdredacteur: Gerben van den Berg Bureauredacteur: Irene de Roos Redactie: Jan van Kooten, Nienke Majoor, Niels Weitkamp Eindredactie: Joyce van Galen Last Technische eindredactie: Sophie van den Bergh Beeldredactie: Mieke Sobering Art direction & vormgeving: Remco Tonino Redactieadres: Nieuwe Prinsengracht 89, 1018 VR Amsterdam Tel: 020 718 3500 Mail: info@4en5mei.nl Aan dit nummer werkten mee: ANP/Loes van Geilswijk, Yasmina Aboutaleb, Maurice Adams, Juul Baars, Alex Bakker, Herbert Behren/Nationaal Archief/Anefo, Martijn Beekman, Beeldbank Zeeland/Dick Broers, Bevrijdingsmuseum Zeeland/Stef Traas, Joop van Bilsen/ Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/ANP, Henk Blansjaar/Nationaal Archief/ Collectie Spaarnestad, Jan Boeve/De Balie, Brokopondo/wikipedia, Rob Boogaerts/ Nationaal Archief/Anefo, Eric Cillissen, Graham Crouch, Maarten Dallinga, Floris van Dijk, Linde Dorenbos, Van Duinen/Nationaal Archief/Anefo, Ginopress B.V., Jean-Pierre Geusens/ANP/Novum, Monique van Hoogstraten , Olivier Huisman/Urbanturtle, Ben Houdijk, Chris van Houts, Erik van ‘t Hullenaar, Arjan de Jager, Karen de Jager, Vincent Janninck/ANP/Novum, Willem de Kam, Koninklijke Industrieele Groote Club, Koninklijke Nederlandse Munt/Koen Duits, Rutger van Krieken, Marcel Krijgsman, Renske Krimp, Frank Kromer, Willy Lindwer/familiearachief, Ahmed Marcouch/privécollectie, Media Centrum Defensie, Frida Mellema/ Uniquole, Thea Meulders/privéarchief, Nationaal Archief, Ilvy Njiokiktjien, NS Orkest/Gé van Olst, J. v.d. Oever, Mabel van Oranje, Leonard Ornstein, Larissa Pans, Hajo de Reijger, Robert van de Rijdt/Oorlogsgravenstichting, Beau Rutten, Julia Sarbo, Ricci Scheldwacht, Mischa Schoemaker/ANP/MMP, Geert Snoeijer, Spaarnestad Photo/Laurencia Eckers, Anita van Stel, Henny Strijbosch, Bernadett Szabo/Reuters, Paul Tollenaar, Jan van de Ven, Verzet.hulp.site/Gerard Smelt, Timo Waarsenburg, Waterkant, Natascha van Weezel, Wikipedia, Ilse Wolf, Piroschka van de Wouw/ANP.

Drukkerij: Drukkerij Roelofs Copyright 2019 Nationaal Comité 4 en 5 mei. Overname van artikelen en informatie uit dit magazine is toegestaan voor niet-commercieel gebruik met vermelding van de auteur en de bron.

17-10-19 12:05


Het NCMagazine najaar 2019 Over herdenken, vieren en herinneren

24 38 54

32 04 26 36 46 52 60 70 17

HERDENKEN Compliment voor Bos der Onverzettelijken Lokale herdenkingen zijn de ruggegraat van het herdenken in Nederland Indiëherdenking: Ellen Deckwitz: “Waar ik me hard voor wil maken is dat dit verhaal gehoord blijft worden”

VIEREN Bevrijdingsfestival Utrecht

HERDENKEN EN VIEREN 2019 in beeld Nieuwe bestuursleden: Kim Putters, Marianne Hirsch Ballin en Onno Hoes Kajsa Ollongren: “Het is mijn overtuiging dat de democratische rechtsstaat het fundament is waarop vrijheid kan bestaan” Start viering 75 jaar vrijheid Bedrijfsleven draagt bij aan 75 jaar vrijheid 75 jaar vrijheid in de provincies Stand van zaken

HERINNEREN Roxane van Iperen en Chaja Polak over metaalmoeheid van WO II

02-hoofdredactioneel-2-14.10.indd 3

22 30 40 44 58

56 50 66 68 12 16

Onbekend: Ellewoutsdijk Column: Oom Jan en de kleine Luuk van der Steen Nationaal Monument Oranjehotel Joods monument Paramaribo Thea Meulders: “Je moet jezelf nooit belangrijker vinden dan een ander”

EDUCATIE Het Nationale Gesprek

ONDERZOEK Terug van tewerkstelling

INTERNATIONAAL De onbekende kampen in de Molukse archipel IHRA: een internationaal, gedeeld verhaal

INSPIRATIE Jaarthematekst 2020 door prinses Mabel van Oranje De keuze van Ahmed Marcouch foto cover Martijn Beekman Tweedewereldoorlogveteraan Rev. Matthew Southall Brown Sr. (97) uit Georgia (VS) tijdens de Start viering 75 jaar vrijheid in Terneuzen op 31 augustus 2019

17-10-19 12:06


2019 in beeld 27 januari

Op verzoek van het comité schreef rechtsfilosoof Tamar de Waal haar essay Tussen kwetsbaarheid en weerbaarheid waarin zij schetst welke ideeën, ontwikkelingen en definities er bestaan over juridisch, maatschappelijk en cultureel burgerschap. Ze geeft hiermee inzicht in wat burgerschap is binnen de liberaal-democratische rechtsstaat, gefundeerd op grond- en mensenrechten die Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog kent.

6 februari

Op 27 januari organiseerde het Nederlands Auschwitz Comité de jaarlijkse Nationale Holocaust Herdenking bij het Spiegelmonument ‘Nooit meer Auschwitz’ in het Wertheimpark in Amsterdam. Sprekers waren onder meer burgemeester van Amsterdam Femke Halsema en de voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei Gerdi Verbeet.

04 NCMagazine | najaar 2019

03-jaaroverzicht-8-04.10.indd 4

17-10-19 12:07


Herdenken en vieren

9 maart

Geert Snoeijer

Op 9 maart won Maureen de Witte uit Emmeloord de finale van Dichter bij 4 mei. Tijdens dit evenement in Dronten vond ook de finale van de 5 meikinderlezing plaats, Hakim Radwan kwam als winnaar uit de bus.

21 maart

Henny Strijbosch

Op 21 maart was de filmpremière van drie verfilmde verhalen van Arubaanse ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog. De verhalen horen bij het Caribisch Denkboek 4 en 5 mei, Buki pa Pensa, Think Book dat door het Nationaal Comité 4 en 5 mei speciaal is gemaakt voor kinderen op de Cariben. De ooggetuigen Catalina Lampe-Antonette, José Dania en Carmelita Wever waren zelf ook aanwezig en vertelden over de oorlog op Aruba.

| 05

03-jaaroverzicht-8-04.10.indd 5

17-10-19 12:08


Op woensdag 3 april presenteerde Gerdi Verbeet, voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, het 4 en 5 mei Denkboek 2019 op de Openbare Montessorischool Steigereiland in Amsterdam. Ruim 225.000 leerlingen van groep 7 en 8 ontvingen dit jaar een exemplaar. Met het Denkboek daagt het comité leerlingen uit om na te denken over herdenken en vieren, de Tweede Wereldoorlog, vrijheid en democratie.

30 maart

3 april

chris van houts

Ruim 200 mensen bezochten op 30 maart de bijeenkomst voor organisatoren van lokale herdenkingen en vieringen in het Nationaal Militair Museum in Soesterberg. ’s Ochtends was er een informatief programma; in de middag werden gesprekken gevoerd over de toekomst van herdenken en vieren ter voorbereiding op het nieuwe beleidsprogramma van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

11 april

Juul Baars

chris van houts

Het Nationaal Monument Bos der Onverzettelijken in Almere heeft het Compliment voor een oorlogsmonument 2019 ontvangen. In de Bantsiliek te Bant ontving Heleen Visser, van Stichting Bos der Onverzettelijken, het kunstwerk Thuis en 1.000 euro ter ondersteuning van activiteiten die het monument ‘levend’ houden.

06 NCMagazine | najaar 2019

03-jaaroverzicht-8-04.10.indd 6

17-10-19 12:08


FREE

MAGA ZI N E OVER KEUZES & VR IJ H EI D

Jan van de Ven

chris van houts

Herdenken en vieren

ED ITI E 2 019

KRAANTJE PAPPIE, MAAN & SAM FELDT

Schoolkinderen tijdens de kindertransportherdenking in Vught

18 april

29 april

Op 18 april bracht het comité een nieuwe editie van het magazine 4FREE uit. Het educatieve magazine is gemaakt door en voor mbo-studenten en behandelt thema’s op het gebied van burgerschap, herdenken en vieren.

De uitkomsten van het jaarlijkse Nationaal Vrijheidsonderzoek en van het Onderzoek Volgende Generaties werden op 29 april gepresenteerd. De onderzoeken laten zien dat kinderen en jongeren de plechtige en waardige sfeer van een herdenking zeer waarderen en verwachten. Zij hechten, net als de volwassenen, vooral aan de twee minuten stilte.

FREE

E D ITI E 2 0 1 9

KIESOR JIJ VIJOHEID? VR “LAAT JE STEM HOREN” Mbo-studenten in gesprek met Kamervoorzitter Arib

“WE MAKEN RACISTEN VAN ELKAAR” Interview met theaterduo George en Eran

STAGEDISCRIMINATIE Wat doe je eraan?

21-02-19 14:30

| 07

03-jaaroverzicht-8-04.10.indd 7

17-10-19 12:10


Voorafgaand aan de plechtigheid op de Dam hield Diederik van Vleuten de 4 mei-voordracht in De Nieuwe Kerk: “Waar emoties te groot zijn komt de taal tot stilstand.” In De Nieuwe Kerk speelden het klarinetkwartet van het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht en solist Marcel Salomon (taragot) het straatliedje Gasn Nign.

Ilvy Njiokiktjien

Herdenken en vieren

4 mei

Ilvy Njiokiktjien

Na het gedicht werden vijf kransen gelegd voor de omgekomen verzetsmensen, de vervolgde en vermoorde Joden, Roma en Sinti, de burgerslachtoffers,

Ilvy Njiokiktjien

Duizenden mensen luisterden naar het gedicht Eén keer vaker van de jonge dichter Maureen de Witte (17) uit Emmeloord. Zij droeg haar gedicht voor direct na de twee minuten stilte.

de omgekomen burgers in Azië en voor de omgekomen militairen en het koopvaardijpersoneel, gevolgd door de kranslegging door de Nederlandse autoriteiten. Burgemeester van Amsterdam Femke Halsema besloot haar toespraak op de Dam met de woorden: “Onze vrijheid is door pijn omzoomd. Daarom geven we de herinnering aan onvrijheid door, alsof de oorlog gisteren was. Ook als niemand meer weet wat het is om in een bezet land te leven. Daarom herdenken we … dit jaar, volgend jaar en alle jaren daarna.”

Ben Houdijk

Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima openden het defilé waarna aanwezigen bloemen neerlegden bij het Nationaal Monument.

08 NCMagazine | najaar 2019

03-jaaroverzicht-8-04.10.indd 8

17-10-19 12:11


Na de lezingen ontstak minister-president Mark Rutte het Bevrijdingsvuur op het Bevrijdingsfestival in Almere; het startsein voor alle festiviteiten in het land.

Ben Houdijk

De 5 mei-kinderlezing werd gehouden door de 11-jarige Hakim Radwan. Na afloop mocht hij tot zijn grote verrassing meevliegen in de helikopter met Ambassadeur van de Vrijheid dj Sam Feldt.

Chris van Houts

5 mei begon dit jaar in de provincie Flevoland, waar Rosanne Hertzberger de 5 mei-lezing hield met de titel Ik kies voor optimisme.

Het thema van de Bevrijdingsfestivals dit jaar was: ‘In vrijheid kiezen’. Op ieder festival was een European Village, waar de festivalbezoekers alles te weten konden komen over de

5 mei

Geert Snoeijer

Ilvy Njiokiktjien

Veel bezoekers genoten van muziek en inhoudelijke festiviteiten op de veertien Bevrijdingsfestivals. De Ambassadeurs van de Vrijheid Maan, Kraantje Pappie en Sam Feldt vlogen de hele dag met helikopters van het Defensie Helikopter Commando van festival naar festival.

geschiedenis van de Europese Unie, nut en noodzaak van Europese samenwerking, de betekenis van Europa voor hun eigen regio en de verschillende politieke partijen waarop kon worden gestemd. Er waren minidebatten en er was muziek uit de verschillende lidstaten. Door heel het land genoten duizenden mensen op 5 mei van een Vrijheidsmaaltijd. Ministerpresident Rutte bezocht de Vrijheidsmaaltijd in Almere. Tijdens een Vrijheidsmaaltijd spreken mensen die elkaar niet dagelijks ontmoeten over thema’s als vrijheid, onvrijheid en democratie.

Het concert werd verzorgd door het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht. Jamai, Ruth Jacott, harpiste Lavinia Meijer en Michelle David & The Gospel Sessions traden op. Samen met ZO! Gospel Choir en ISH Dance Collective zorgden zij voor een feestelijke afsluiting van Bevrijdingsdag.

Ben Houdijk

’s Avonds werd de Nationale Viering van de Bevrijding afgesloten met het 5 mei-concert op de Amstel in aanwezigheid van Zijne Majesteit de Koning en Hare Majesteit de Koningin.

| 09

03-jaaroverzicht-8-04.10.indd 9

17-10-19 12:12


14 juni

29 juni

Martijn Beekman

Ilse Wolf

Op 29 juni was het Veteranendag: een jaarlijks eerbetoon aan alle Nederlandse veteranen die ingezet zijn in dienst van de vrede, nu en in het verleden. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei stond met een stand op het Malieveld in Den Haag.

Olivier Huisman

Vmbo’ers en mbo’ers uit heel Nederland presenteerden hun ‘monumenten van nu’ tijdens Vakkanjers LIVE in de Werkspoorkathedraal in Utrecht. Voor het oog van duizenden jonge bezoekers pitchten de teams hun ideeën aan opdrachtgever het Nationaal Comité 4 en 5 mei. De vier beste teams vielen in de prijzen. Met Vakkanjers ontdekken en ontwikkelen jongens en meiden van het vmbo en mbo naast technisch vakmanschap ook vaardigheden als initiatief nemen, teamwerk en klantcontact.

10

NCMagazine | najaar 2019

03-jaaroverzicht-8-04.10.indd 10

21-10-19 20:12


Herdenken en vieren

De Start viering 75 jaar vrijheid vond plaats op 31 augustus in Terneuzen. Met het luiden van een historische belboei luidde koning Willem-Alexander een jaar van herdenkingen en vieringen in. Speciale gasten waren de veteranen uit de landen die ons land in 1944 en 1945 hebben bevrijd. Zij werden persoonlijk ontvangen door het Nederlandse en het Belgische koningspaar. Er was een vlootparade en historische vliegtuigen vlogen over tijdens het programma. Ook was er grote belangstelling voor de Vrijheidsboulevard; in zeecontainers werd het verhaal van de Slag om de Schelde en de bevrijding van Zuid-Nederland in woord en beeld uitgebeeld.

15 augustus

31 augustus 21 september Op 21 september ging minister Ingrid van Engelshoven in gesprek met mbo-studenten van het Summa College in Eindhoven tijdens het eerste Nationale Gesprek over Vrijheid. Het initiatief is bedacht door De Balie in samenwerking met het Nationaal Comité 4 en 5 mei en het vfonds, en wordt uitgevoerd in samenwerking met de MBO Raad. Tevens werd het eerste exemplaar van 4FREE (editie 2019/2020) aan de minister overhandigd.

Jan Boeve/De Balie

Ilvy Njiokiktjien

Op 15 augustus stond de Nationale Herdenking 15 Augustus 1945 bij het Indisch Monument in Den Haag in het teken van het thema ‘Een brandend verlangen’. Ellen Deckwitz (dichter, schrijver, theatermaker) hield een toespraak waarin ze sprak over het gemis en verdriet dat de tweede en derde generatie overgedragen hebben gekregen.

| 11

03-jaaroverzicht-8-04.10.indd 11

21-10-19 20:11


Verhalen om nooit te vergeten Ieder jaar nodigt het Nationaal ComitĂŠ 4 en 5 mei een auteur uit om een tekst te schrijven ter inspiratie van allen die een herdenking of viering organiseren op of rondom 4 en 5 mei. Voor dit bijzondere lustrumjaar waarin wij herdenken en vieren dat de Tweede Wereldoorlog 75 jaar geleden werd beĂŤindigd, schreef Hare Koninklijke Hoogheid prinses Mabel de jaarthematekst. illustratie Hajo de Reijger

12

NCMagazine | najaar 2019

07-herdenkenenv.mabel-3-7.10.indd 38

17-10-19 12:17


inspiratie

Kom vanavond met verhalen Hoe de oorlog is verdwenen, En herhaal ze honderd malen: Alle malen zal ik wenen. Elke keer wanneer ik deze prachtige, laatste regels uit het gedicht Vrede van Leo Vroman lees, realiseer ik me weer hoeveel betekenis verhalen in mijn leven hebben. Het begon met de verhalen die mijn vader bij ons thuis aan tafel vertelde als hij terugkwam van de reizen die hij voor zijn werk naar Zuid-Amerika maakte. Ik was zeven, acht jaar oud, een kind nog. Door die verhalen ging ik al vroeg inzien dat er een wereld bestaat die zo volkomen anders is dan het Nederland waarin ik opgroeide: een wereld van armoede, waar je kunt sterven door een gebrek aan voedsel, waar scholen en ziekenhuizen geen vanzelfsprekendheid zijn. De meeste kinderen daar, begreep ik, zullen nooit dezelfde kansen hebben als mijn klasgenootjes en ik. Dat maakte een gevoel van onrecht in mij los. Waarom zou je achtergrond of geboorteplaats bepalend zijn voor je mogelijkheden in het leven? Hebben we niet allemaal recht op gelijke kansen? Ik was negen toen mijn vader onverwachts stierf. Maar zijn verhalen over ongelijkheid, armoede en onrecht zal ik mijn hele leven niet meer vergeten. Ze hebben hun stempel gedrukt op de manier waarop ik naar mensen en de wereld kijk, ze liggen ten grondslag aan vele van de keuzes die ik in mijn leven maak. Zo zijn mijn vaders verhalen over ongelijkheid en onrecht een belangrijke motivatie voor mijn huidige werk om een wereld zonder kindhuwelijken te bereiken. Ik ontmoet vaak kindbruidjes van dertien of veertien jaar, meisjes die van school zijn gehaald om te trouwen, die baby’s krijgen terwijl hun lichaam daar nog niet klaar voor is, en die vaak slachtoffer worden van huiselijk en seksueel geweld. Als mijn dochters toevallig elders in de wereld waren geboren, was dit dan hun lot geweest?, vraag ik me nu, als ouder van twee dochters, af.

Gecompliceerde werkelijkheid En dan zijn er de verhalen die ik hoorde in New York, toen ik bij de Verenigde Naties stage liep tijdens mijn studie politicologie. Dat was in 1993. In het voormalige Joegoslavië – op zo’n twee uur vliegen van ons land – woedde een oorlog tussen bevolkingsgroepen die decennia lang vreedzaam naast elkaar hadden geleefd. Mensen werden verjaagd, verkracht en vermoord omdat ze tot een ‘andere’ etnische groep behoorden. Sarajevo, de multiculturele hoofdstad van Bosnië, werd belegerd door Servische troepen. Elke dag stierven er onschuldige mensen door kogels en granaten, of simpelweg door gebrek aan medicijnen. Naïef als ik toen nog was, dacht ik dat de Verenigde Naties een einde zouden maken aan geweld en oorlogsmisdaden. We hadden toch de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens waaraan alle landen zich ooit gebonden hebben? Werden in die Verklaring niet de fundamentele rechten van ieder mens gewaarborgd, zoals het recht om te leven in vrijheid en veiligheid? Maar de werkelijkheid bleek stukken gecompliceerder. Vanaf de publieke tribune van de Veiligheidsraad hoorde ik gepassioneerde toespraken over vrede, vrijheid en gerechtigheid. Maar achter die grote woorden gingen vaak tegengestelde visies en belangen schuil. Voor het verwezenlijken van mensenrechten is iets heel anders nodig. Op de tiende herdenking van de Universele Verklaring zei de ‘founding mother’ Eleanor Roosevelt dat mensenrechten in het klein, dicht bij huis beginnen. Daar maken ze daadwerkelijk een verschil. ‘Concerted citizen action’ is hiervoor nodig: gezamenlijke inspanning van iedere burger. Als mensenrechten in ons dagelijks leven geen concrete betekenis hebben, hebben ze ook weinig gewicht elders in de wijde wereld, in de vergaderzalen waar de ‘grote’ beslissingen vallen. Mijn ervaringen bij de Verenigde Naties gaven bij mij de doorslag om me in mijn werk te gaan inzetten voor vrede en mensenrechten – want niets doen en, erger nog, niets willen doen, kon en kan ik niet uitstaan. Dat werk bracht me regelmatig in Sarajevo, waar

| 13

07-herdenkenenv.mabel-3-7.10.indd 39

17-10-19 15:25


ik met eigen ogen zag hoe gewone burgers, die zich niet konden verdedigen, soms als schietschijf werden gebruikt. Ik sprak slachtoffers van etnische zuiveringen en verkrachtingen en vroeg me vertwijfeld af hoe deze gruwelijke misdaden aan het eind van de 20ste eeuw vlak bij huis mogelijk waren. Er zou, zo hadden we sinds 1945 gezegd, in Europa toch ‘nooit meer oorlog’ zijn?

Haat bestrijden Er zijn meer verhalen die ik nooit zal vergeten. Daarvan is dit er één. In juni 2016, enkele dagen voor het Brexit-referendum, werd mijn lieve vriendin Jo Cox vermoord. Zij was moeder van twee jonge kinderen, en sinds een jaar lid van het Britse Lagerhuis. Dit was een politieke moord, uitgerekend in het land van de Bill of Rights, dat vaak als bakermat van de moderne democratie wordt gezien. Tijdens haar eerste speech in het parlement sprak Jo over de grote diversiteit in haar kiesdistrict, met woorden die niet vaak genoeg gehoord kunnen worden: ‘Er is zo veel meer dat ons bindt dan dat ons verdeelt.’ Jo was een levend en inspirerend toonbeeld van tolerantie, een verdedigster van mensenrechten en diversiteit, en een activiste tegen onrecht, discriminatie en haat. De moord was bedoeld om haar stem te smoren, maar het maakte dat miljoenen haar hoorden. Ik herinner me een van mijn laatste gesprekken met Jo, op haar gezellige woonboot in de Theems dicht bij Tower Bridge in Londen. We maakten ons zorgen over het toenemende populisme, de verharding van het politieke debat en het opstoken van haat tegen minderheden. Jo constateerde dat gevoelens van angst en onveiligheid, aangewakkerd door opportunisten op zoek naar macht, leidden tot meer agressie op sociale media en groeiende onvrede met de politiek. Ze vreesde dat deze ontwikkelingen uit de hand zouden kunnen lopen. Wij konden toen niet vermoeden dat zij enkele maanden later zelf het slachtoffer zou worden van extremisme en haat. Familie en vrienden waren vastbesloten om deze politieke moord niet te laten leiden tot nog meer haat, want dat was precies wat de moordenaar met zijn daad beoogde. In de geest van Jo namen wij

14

ons voor deze haat te bestrijden door het mobiliseren van liefde en empathie. In de dagen na haar dood organiseerden we een memorial op Trafalgar Square om Jo te herdenken en haar idealen te laten zegevieren. Sindsdien zijn er ieder jaar talrijke initiatieven in het hele Verenigd Koninkrijk om verschillende gemeenschappen samen te brengen en wederzijds begrip te bevorderen. De activiteiten variëren van theedrinken met eenzame buurtbewoners tot gemeenschappelijke dorpspicknicks en uitwisselingprogramma’s tussen bewoners van kiesdistricten die voor en tegen Brexit hebben gestemd. De gemene deler is het menselijk contact met ‘de ander’ en het stimuleren van empathie. Omdat, zoals Jo het zelf zei, we meer wel dan niet met elkaar gemeen hebben.

Niet vanzelfsprekend Wat al deze verhalen vertellen, is dat vrede en vrijheid, democratie en mensenrechten, niet vanzelfsprekend zijn. Het kan zomaar anders worden, ook in landen met een oude democratische traditie en een solide rechtsstaat, zoals het Verenigd Koninkrijk. Of in ons eigen land. Denk aan de moorden op Pim Fortuyn, Theo van Gogh en recent Derk Wiersum. Het kan ook hier en nu gebeuren. We weten alleen nooit in welke vorm en uit welke hoek het komt. De Four Freedoms die President Franklin D. Roosevelt in 1941 formuleerde – de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst, de vrijwaring van gebrek en de vrijwaring van vrees – zijn nog even actueel als tijdens de oorlog en vlak daarna, nu 75 jaar geleden. In veel landen verhardt het politieke en maatschappelijke klimaat. Verschillen worden uitvergroot en mensen en bevolkingsgroepen tegen elkaar opgezet: Wij tegen Zij. Nationalisten en fundamentalisten van velerlei slag houden ‘de ander’ verantwoordelijk voor hun eigen gevoelens van ontheemding en onzekerheid, en stimuleren angst en haat op basis van identiteit. In hun verhalen wijken feiten voor beelden, en gemeenschappelijke waarden voor sentimenten. Het voorspelbare gevolg is dat de maatschappelijke scheidslijnen scherper worden, en de samenleving minder tolerant en minder

NCMagazine | najaar 2019

07-herdenkenenv.mabel-3-7.10.indd 40

17-10-19 12:18


graham crouch

inspiratie

Prinses Mabel zet zich als voorzitter van de internationale organisatie Girls Not Brides in om kindhuwelijken in o.a. India te stoppen

leefbaar. Het brengt ons verder af van de essentie van democratie: het recht op een andere mening, op het anders mogen zijn, op het jezelf kunnen zijn. Want democratie is meer dan: ‘de meerderheid beslist’. Respect voor ieder mens, voor minderheden is essentieel. Behoren we niet allemaal op bepaalde momenten in ons leven tot een minderheid? Het brengt ons ook verder af van waar de rechtsstaat voor staat: gelijke rechten voor iedereen en bescherming door de overheid van wie zwakker staan. Conflicten kunnen alleen worden opgelost als de vaak ongemakkelijke feiten mogen spreken, gemeenschappelijke waarden – zoals tolerantie, goede trouw en redelijkheid – het ijkpunt vormen en de geest van democratie en rechtsstaat gerespecteerd wordt.

Dagelijks onderhoud Is het vijfenzeventig jaar na de bevrijding van Nederland nog nodig om onze vrijheid ieder jaar opnieuw te vieren? Ja! Onze vrijheid, onze democratie, onze rechtsstaat en onze vrije pers lijken zo normaal, maar zijn dat allerminst. Ze zijn fragiel en vergen daarom dagelijks onderhoud – door ons als collectief en door ieder van ons als individu. Het zijn de verhalen van mijn leven die mij hebben bijgebracht dat het behoud van onze vrijheid vereist dat we zelf voortdurend kritisch blijven denken en zelfkritiek niet uit de weg gaan. Niemand heeft de waarheid in pacht. We dienen ons bij alles te blijven afvragen wat de feiten zijn, wat we ergens van vinden,

waarom we het ergens wel of niet mee eens zijn. Zo blijven we openstaan voor debat – en zal het nooit een schande zijn om je mening te herzien. Het in stand houden van onze vrijheid vergt dat we oog hebben voor onze medemens – ongeacht geslacht, huidskleur, achtergrond of geaardheid. We moeten ons uitspreken tegen intolerantie en haat. Want hoe kun je gelukkig zijn als jouw geluk ten koste gaat van het geluk van anderen? We kunnen alleen met elkaar samenleven als we een ander ook gunnen wat we voor ons zelf willen. Hoe kan een mens werkelijk vrij zijn als de ander dat niet is? Ware vrijheid verbindt. Maar waar ik het meest van overtuigd ben, is dat vrijheid niet gebouwd wordt op grote mooie woorden, maar tot stand komt door kleine concrete daden. Daden in ons eigen huis, onze eigen levens. Daden om conflicten – groot of klein – te voorkomen. Daden om onrecht, ongelijkheid en onderdrukking uit te bannen. Daden om je medemens te laten weten dat hij of zij telt – net als jijzelf. Die daden – groot en klein – vormen de basis voor nieuwe verhalen. Verhalen om met elkaar te delen. Verhalen die ons verbinden.

Kom vanavond met verhalen Hoe de oorlog is verdwenen, En herhaal ze honderd malen: Alle malen zal ik wenen. | 15

07-herdenkenenv.mabel-3-7.10.indd 41

17-10-19 12:18


Insp iratie

Chris Matser

Hammou Marcouch

Koningin Wilhelmina en Chris Matser

De keuze van:

Ahmed Marcouch Door wie en door wat worden mensen geïnspireerd? In deze serie ditmaal Ahmed Marcouch (1966), sinds 2017 burgemeester van Arnhem. “Ik voel me thuis in deze krachtige stad, divers samengesteld, rijk aan natuur, cultuur en geschiedenis.” In Arnhem vond in september de indrukwekkende herdenking van 75 jaar Slag om Arnhem plaats. Over Hammou Marcouch, Auschwitz en Chris Matser.

privécollectie

door Anita van Stel foto Erik van ‘t Hullenaar

16

Nationaal Archief/fotograaf onbekend/Anefo

Hammou Marcouch

Auschwitz “Als politieagent in Amsterdam woonde ik herdenkingen bij. Soms waren er pijnlijke incidenten, met zoontjes van Marokkaanse en ook Turkse ouders die geen benul hadden van waar de oorlogsmonumenten voor stonden. Ik constateerde dat er op scholen alleen rond 4 en 5 mei aandacht aan werd besteed. Daarom besloot ik jongeren en ouders in stadsdeel De Baarsjes te gaan trainen, over wat antisemitisme is, waarom herdenkingen belangrijk zijn en waarom respectvol gedrag op zijn plaats is. Een groep Marokkaanse vaders ging later in Nieuw-West op mijn initiatief – met de camera’s van RTV NH – naar vernietigingskamp Auschwitz. Ze kwamen diep geraakt terug en hun verhalen bereikten velen. Sindsdien groeit de betrokkenheid, ook vanuit moskeeën, bij herdenkingen van de verschrikkingen uit de Tweede Wereldoorlog. Ik vind dat herdenken moet bijdragen aan een diep doordrongen besef van vrijheid en gelijkheid, en aan een drijfveer om tijdig de angel uit hedendaags geweld te halen.” Museum Auschwitz-Birkenau

Wikipedia/By pzk net, CC BY3.0

“Op ons erf in mijn geboortedorp Beni-Boughafer, in Marokko, waren loopgraven. Als kind speelde ik daar in. Het waren sporen uit de Algerijnse bevrijdingsoorlog, die zich uitstrekte tot in de Rif. In 1958 kwam die oorlog tot een eind, maar in datzelfde jaar stonden Riffijnen op tegen de onderdrukking door het centrale Marokkaanse gezag. Dat mondde uit in een bloedige strijd met het leger, waarbij duizenden burgerslachtoffers vielen. Mijn vader, Hammou Marcouch, was een kind van de angst en de onveiligheid van die tijd, en van de economische achterstelling. Hij vluchtte begin jaren zestig naar Nederland. Eens per jaar bezocht hij ons in de Rif. Dan herhaalde hij vele malen hoe indrukwekkend het was dat hij zich in vrijheid tot aan de grens van Marokko kon bewegen en zelfs nog verder. Eind jaren zeventig liet hij zijn zoons naar Nederland overkomen, om ervoor te zorgen dat zij voor een baan zouden leren. Mijn vaders boodschap was altijd: voer de regie over je eigen leven.”

“Chris Matser was een metselaarszoon uit de Arnhemse wijk Klarendal. Als burgemeester leidde hij de wederopbouw van Arnhem, dat na de Slag om Arnhem totaal in puin lag. Matser staat symbool voor alle moedige Arnhemse mannen en vrouwen die hun leven letterlijk from scratch moesten opbouwen. De verhalen zijn schrijnend. Alle bewoners moesten in 1944 evacueren en toen ze terugkwamen was er niets meer over van hun huis, hun werkplek, de scholen. Arnhemmers vinden ook dat ze – in tegenstelling tot de rest van Nederland – niet bevrijd zijn; zij zijn meteen puin gaan ruimen. Het is des te meer bijzonder dat ze elk jaar zoveel positieve aandacht besteden aan de herdenking in september. Weken van tevoren wordt de stad aangekleed en bij Vitesse vindt een speciale Airborne-wedstrijd plaats. De Slag om Arnhem is een sleutelgebeurtenis in de Nederlandse geschiedenis, want door het mislukken van Operatie Market Garden bleven het noorden en midden van Nederland bezet en moesten de grote steden in het westen de Hongerwinter doormaken. Vanwege deze impact en ook om het grote aantal militaire -en burgerslachtoffers en de 95.000 geëvacueerden uit de stad, vind ik dat de herdenking van de Slag om Arnhem een permanente plaats verdient op de nationale herdenkingskalender.”

NCMagazine | najaar 2019

26-keuzevan-1-9.10.indd 14

17-10-19 12:22


Herinneren

Metaalmoeheid NC Magazine publiceert elk nummer een gesprek tussen twee mensen van verschillende generaties. Een dubbelgesprek dat deze keer niet gaat over eerste en tweede generatieproblematiek, maar over wat ‘Nooit meer Auschwitz’ in deze tijd zou moeten betekenen. door Leonard Ornstein en Larissa Pans foto’s Chris van Houts

| 17

15-2gesprek-5-01.10.indd 15

17-10-19 12:31


Tegenover ons zitten twee vrouwen die vonden dat ze een boek moesten schrijven: beide boeken zijn voortgekomen uit een innerlijke noodzaak. Niets meer en niets minder. Schrijvers Chaja Polak en Roxane van Iperen bemerkten een zekere ‘metaalmoeheid’ als het wéér over die oorlog van lang geleden en de Shoah ging. Lauwe reacties als “we weten het nu wel” en de sluimerende, steeds meer publiek wordende opvatting dat daders toch óók slachtoffers zijn. Hun laatste boek is het antwoord op de romantisering van de Tweede Wereldoorlog, waarin oorlog en Jodenvervolging worden gedegradeerd tot een spannend verhaal, waarover bovendien iedereen zijn eigen waarheid mag leggen. Polak: “Ja, je zou mijn boek ook een aanklacht kunnen noemen. Ik heb nog overwogen dat woord in de titel op te nemen. Mijn boek is een waarschuwing tegen gesjoemel met de feiten van de geschiedenis.” Hier zitten twee schrijvers die zich hebben voorgenomen dat de Tweede Wereldoorlog met al zijn misdaden, niet, misschien wel nooit, vergeten mag worden.

Bedevaartsoord Er hingen geen gordijnen in haar huis. Schrijver en jurist Roxane van Iperen (1976) heeft ze onlangs maar aangeschaft voor de woonkamer. Want haar huis, ‘t Hooge Nest, is zowat een bedevaartsoord geworden voor de lezers van

18

haar gelijknamige bestseller. Regelmatig staan groepjes lezers op Van Iperens tuinpad naar binnen te gluren. Allemaal willen ze zien hoe dat befaamde verzetshuis uit het boek er anno 2019 uitziet. Meer dan 80.000 exemplaren zijn er verkocht van ‘t Hooge Nest, het tweede boek van Van Iperen, en de ontvangst was ronduit lovend. Vertalingen in het Spaans, Duits, Italiaans en Engels zijn in de maak. De filmrechten zijn net verkocht aan Carice van Houten en Halina Reijn. Van Iperen: “De respons is overweldigend, ik krijg zelfs e-mails van tieners die vragen stellen over mijn boek. Geweldig is dat.” ‘t Hooge Nest is een historische roman die opviel door de opmerkelijke geschiedenis van de bewoners van het huis en door de onontkoombare stijl en de onbarmhartige beschrijvingen van het lot van de Joodse familie Brilleslijper gedurende de oorlogjaren. Van Iperen spreekt voor volle zalen, haar lezers zijn diep geraakt door de levensgeschiedenis van de zussen Janny en Lien Brilleslijper. Je zou zeggen: de Tweede Wereldoorlog leeft als nooit tevoren, als zo’n integere, historische roman als ‘t Hooge Nest zovelen aanspreekt. Tegelijkertijd is er ook iets anders aan de hand. In dezelfde periode verscheen De man die geen hekel had aan Joden van schrijver en beeldend kunstenaar Chaja Polak (1941), nog een ‘oorlogsboek’. Net zo indringend als het boek over de Brilleslijpers, maar

“ Het maakt mij woedend als al het oorlogsleed op één hoop wordt gegooid”

de tragische geschiedenis van Chaja’s ouders wisselt de schrijver af met een glashelder, verontrustend betoog over de tijd van nu, over hoe onverschillig we met de erfenis van de Tweede Wereldoorlog omgaan.

Oorlogsouders Enigszins onwennig schudden Chaja Polak en Roxane van Iperen elkaar de hand: vóór dit interview kenden zij elkaar niet, maar elkaars werk wel. Ze schuiven naast elkaar op de bank van het College Hotel in Amsterdam. Voor ingewijden is het bekend: Polak kwam de afgelopen jaren in harde aanvaring met Isabel van Boetzelaer over haar boek Oorlogsouders, de familiebiografie over haar adellijke familie. De dochter schreef over haar vader Willem van Boetzelaer, die vrijwillig bij de Waffen SS is gegaan en die een eigen Gestapo-commando leidde. Polak verweet Van Boetzelaer de Shoah weg te laten in haar boek, de rol van haar vader ‘onschuldiger’ en kleiner te maken dan die was. “De teneur: hij had toch ook enorm geleden na de oorlog, in de geïmproviseerde kampen voor collaborateurs en oorlogsmisdadigers.” “Ik steigerde toen ik haar boek las”, zegt Polak. Sindsdien zijn haar de schellen van de ogen gevallen. “Haar boek en de kritiekloze

NCMagazine | v00rjaar 2019

15-2gesprek-5-01.10.indd 16

17-10-19 12:32


Herinneren

ontvangst ervan door journalisten en historici lieten mij zien hoe het denken over de Holocaust en over goed en fout is gaan kantelen. Hoe kun je een boek schrijven over de Tweede Wereldoorlog en de Shoah in het geheel niet noemen? Dat viel vrijwel niemand op en dat heeft me ontzettend geschokt.” Voelde je je erg alleen in je felle kritiek op het boek? “Ja. Ik heb me ontzettend alleen gevoeld.” Polak besloot “een boek tegen een boek” te schrijven. Het werd haar eerste nonfictieboek: De man die geen hekel had aan Joden. Dat het nu welletjes was en men ons leed beu, onze zucht tot herdenken en het claimen van leed. Wat we wel dachten, we waren heus de enigen niet. Al die vluchtelingen en ontheemden… het werd tijd de Tweede Wereldoorlog eens van de andere kant te bezien en begrip op te brengen voor daders, dat waren immers ook gewone mensen. (Over de Shoah, uit: De man die geen hekel had aan Joden – Chaja Polak) Polak: “Als je weet hoe vaak ik te horen krijg: ‘nou ja, dat weten we nu wel, van die concentratiekampen.’ Dan denk ik: jullie snappen niet dat de Tweede Wereldoorlog het absolute ijkpunt is van het kwaad. Er is nooit eerder een oorlog geweest waarin heren in pak aan tafels in alle rust hebben zitten uitdenken hoe

ze een heel volk kunnen uitmoorden, met hulp van architecten die crematoria en concentratiekampen bouwden, met ingenieurs die vrachtwagens ontwierpen met een schuin aflopende bodem, opdat Joden in doodsnood niet meer op de deuren konden bonzen. Die vrachtwagens waren voorlopers van de gaskamers. Ik raak een beetje geëmotioneerd hiervan als je het niet erg vindt. Zo’n verzuchting als: ‘We weten het nu allemaal wel.’ We weten het juist níet.”

Moraliteit Van Iperen luistert aandachtig, knikt instemmend. Jarenlang bestudeerde ze bronnen over Auschwitz en over de verzetsgroep rondom Janny en Lien Brilleslijper. “Geweld heeft me altijd gefascineerd”, zegt Van Iperen. Ze deed voor haar journalistieke en juridische werk jarenlang onderzoek naar de condities waardoor mensen overgaan tot immoreel gedrag en geweld. De kernvraag: onder welke omstandigheden dragen mensen hun innerlijke moraliteit over aan een externe autori-

“ Ik heb me ontzettend alleen gevoeld”

teit? “Het creëren van ‘de ander’ en een bepaald taalgebruik, dat zijn twee stappen die vaak voorafgaan aan een proces waarin mensen aangezet worden tot gruwelijke dingen”, zegt ze. Eerder deed ze onderzoek naar het buitensporige geweld in de Braziliaanse sloppenwijken, maar ook onderzocht ze immorele fraudezaken in het bedrijfsleven, zoals de ‘sjoemelsigaretten’ en de woekerkredieten. Van Iperen: “Ik denk dat er een gat is tussen de Hollandse pretentie van ‘we weten het wel’ en de realiteit dat in het Nederlandse geschiedenisonderwijs zo weinig geleerd wordt over hoe gecompliceerd de Tweede Wereldoorlog was en hoe onvoorstelbaar de Holocaust was. Hoewel ik het niet zo nabij heb meegemaakt, ervaar ik wel dezelfde emotie als Chaja als het over de Holocaust gaat. Het maakt mij ook woedend als al het oorlogsleed op één hoop wordt gegooid.” Toch: er is in deze tijd zoveel aandacht voor de Tweede Wereldoorlog. Boeken, films en documentaires erover zijn populair, de musical Soldaat van Oranje loopt al jarenlang. Herdenkingen worden steeds grootser en trekken alle generaties. Hoe kan die ‘nivellering’ dan toch aan de hand zijn? Polak: “Er zijn wel veel boeken en films over de Tweede Wereldoorlog, maar die zijn erg geromantiseerd. De kennis die de mensen van nu hebben komt uit geromantiseerde boeken en films zoals

| 19

15-2gesprek-5-01.10.indd 17

17-10-19 12:33


Roxane van Iperen (1976) is schrijver en jurist, ze schreef Schuim der Aarde en ‘t Hooge Nest en publiceert daarnaast in diverse kranten en magazines. Chaja Polak (1941) is schrijver en beeldend kunstenaar. Naast verhalen en romans als Salka en Twintig minuten verscheen in 2018 haar eerste non-fictieboek De man die geen hekel had aan Joden.

Schindler’s List, The Boy in the Striped Pyjamas en The Pianist.” Van Iperen: “Inderdaad, steeds hetzelfde verhaal in een ander jasje gestoken. Ik ben wel optimistisch gestemd, dat komt ook door wat ik nu meemaak. Lezers zeggen me: ‘Maar nú ben ik geïnteresseerd, nu ga ik googlen op onderwerpen die in je boek staan. Ik denk dat een groot publiek wel degelijk open staat voor een genuanceerder en gelaagder verhaal over de oorlog.”

Treurig In De man die geen hekel had aan Joden schrijft Polak over haar vroegste jeugd. Ze zat als tweejarige ondergedoken met haar ouders op een bovenwoning in Rijswijk. In sobere stijl schrijft ze over het verraad, de deportatie, peuter Chaja (onderduiknaam: Lineke) die door een misverstand niet gearresteerd werd, over haar vader Hans Polak die werd vermoord in kamp Dachau, over haar moeder Annetje Kupferschmidt die Auschwitz overleefde. Polak: “Ik werd gescheiden van mijn vader en moeder toen ik 2,5 jaar was. Dat was een traumatische ervaring. En na de oorlog was er altijd het grote verdriet. Ik heb tevergeefs geprobeerd me van dat juk van de oorlog te bevrijden. Toen ik een jaar of dertig was filmde mijn broer, cineast Hans Fels, mij voor zijn docu Namens onze ouders. Hij interviewde daarin kinderen van Joodse- en verzetsouders. Ik stond in mijn atelier voor een doek een vreselijk

treurig schilderij te maken en hij vroeg: ‘Heeft dat met de oorlog te maken?’ (Lachend) En ik zei: ‘Helemaal niks, hoor!’ Maar dat is natuurlijk niet waar. Het verdriet is levenslang.” Chaja Polak vertelt over de afgelopen 4 mei, toen ze in het kader van het programma Open Joodse Huizen een lezing gaf op de Cromvlietkade in Rijswijk. “Ik was in het huis waar wij ondergedoken zaten, en waar mijn ouders verraden zijn. De aardige bewoonster opende haar deuren, het was afgeladen vol. Er moesten mensen worden weggestuurd. Degene die het leidde, zei op een gegeven ogenblik: ‘Laten wij twee minuten denken aan wat hier is gebeurd.’ En opeens waren al die mensen er niet meer. Het was niet meer 2019 maar 1944 en mijn ouders werden weggehaald. En dat greep me zo aan. Dat gebeurde er in die twee minuten.”

Bitter De twee families Van Boetzelaer en Polak, zo op het oog los staand van elkaar, kwamen ijzingwekkend dicht bij elkaar in de Tweede Wereldoorlog, ontdekte Chaja Polak toen ze met haar boek bezig was. Isabels vader was hoofd van het beruchte Commando-Van Boetzelaer, dat ondergedoken Joden opspoorde en gewelddadige ondervragingen leidde. Johannes Krom was de man die de ouders van Chaja uit hun onderduikadres sleurde. Hij was niet alleen lid van het Commando-Van Boetzelaer, maar was

ook goed bevriend met Willem van Boetzelaer. Krom leidde bovendien de gewelddadige ondervraging van Hans Polak. Mijn vader is geschopt, geslagen, heeft tweehonderd diepe kniebuigingen moeten maken, maar bleef zwijgen, ‘Waar is je kind, vertel op, waar is het?’ Krom dreigde mijn vader: ‘Als je niet praat dan is je vrouw morgen begraven.’ Chaja vond de getuigenis van een gevangene die bij hem op cel zat. Deze gevangene zag hoe haar vader terugkwam in zijn cel en zweeg. De volgende morgen pas vroeg hij om hulp, hij kon zelf zijn schoenen niet meer aantrekken. (Uit: De man die geen hekel had aan Joden – Chaja Polak) Journalist Ad van Liempt en schrijver Alexander Münninghoff leverden beiden lovende zinnen aan voor de boekcover van Oorlogsouders. Polak is nog altijd bitter teleurgesteld in de opstelling van beide mannen, en vooral bitter teleurgesteld dat de deskundige op het gebied van de Tweede Wereldoorlog, Ad van Liempt, met Oorlogsouders ‘nivellering’ faciliteerde. “Waarom stonden zij al die eufemismes en verdraaiingen toe en zorgden zij niet voor een kritische blik?”, vraagt Polak zich af.

Gemakzucht Van Iperen heeft dit op een andere manier ondervonden. Zij noemt dit treffend ‘de metaalmoeheid’ met betrekking tot

20 NCMagazine | voorjaar 2019

15-2gesprek-5-01.10.indd 18

21-10-19 20:18


H erinn e re n

haar vijftiende woonde Van Iperen al op zichzelf. “Ik werd uit huis gezet. We woonden in Spanje, ik ging naar Nederland en maakte hier het gymnasium af. Het was een vloek en een zegen om er weg te zijn.” Op de Britse school waar ze eerst zat, en later het Nederlandse gymnasium, leerde Van Iperen over de Tweede Wereldoorlog.

de Tweede Wereldoorlog: “Het is een gemakzucht die er in is geslopen bij veel experts, en daarnaast de angst om te oordelen. Iedereen was een beetje slachtoffer, iedereen was een beetje schuldig. Ik denk echt dat wij – kenners, schrijvers, politici enzovoort – schuldig zijn aan die metaalmoeheid door steeds maar weer datzelfde verhaal te vertellen over de oorlog en door geen moreel oordeel te durven vellen.”

Eye-opener

Mengele knikt en de volgende vrouw doet een stap voorwaarts. Ze is naakt en kaal. Haar uitstekende ribbenkast creëert een puntdak boven de ingevallen navel, twee flapjes vel vormen de herinnering aan borsten. Wervels als een kralenketting op haar rug. (…) De hand van Mengele. Rechts. Afgeschreven. (‘t Hooge Nest – Roxane van Iperen) De fabrieksmatige vernieting in de Tweede Wereldoorlog van Joden: jong, oud, invalide, man, vrouw, baby; dat raakt haar en houdt haar nog bijna iedere dag bezig. “Ik heb altijd een enorme fascinatie gehad voor conflicten en het intrigeert me tot welke gruwelijke dingen mensen in staat zijn”, zegt van Iperen. Zelf groeide ze op in een gezin “waar een normaal gesprek niet mogelijk was. Niet over het weer, laat staan over de Tweede Wereldoorlog. Het was vroeger oorlog bij ons thuis, maar dan binnen het gezin.” Met zichtbaar ongemak beantwoordt ze vragen over haar jeugd, een ingewikkelde zaak om over te spreken, vindt ze. Op

Jaren deed ze research voor ‘t Hooge Nest, schraapte overal feiten en nieuwe informatie vandaan, sprak de laatste ooggetuigen. Vrienden, kennissen en journalisten reageerden lauw als ze hen vertelde dat ze een boek schreef over de Tweede Wereldoorlog. “Vooral leeftijdsgenoten, veertigers, zeiden: ‘Wat jammer dat je een boek over de oorlog schrijft, het ging nu net zo lekker met je carrière.’ Tamelijk blasé, dat idee van: niet wéér over 4 en 5 mei. Maar diezelfde generatie en ook veel dertigers komen nu naar mijn lezingen en zeggen: ‘We weten eigenlijk niks. Voor hen is zo’n organisatie als de Joodsche Raad en hoe

“ Wij moeten een correctie leveren op de dwaling van deze tijd”

zij werkten in de oorlog een eye-opener. Hele avonden kunnen ook gaan over dat Nederlandse bedrijven veel winst hebben gemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog.” Van Iperen haalt een uitspraak aan van rabbijn Binyomin Jacobs: ‘De Nederlanders waren niet heel fout in de oorlog, maar ze waren ook niet heel goed. Maar om de massa een kant op te krijgen, moet je het juiste klimaat scheppen.’ “En daar voeg ik dan aan toe: de verantwoordelijken voor het scheppen van het juiste klimaat, dat zijn wij: schrijvers, politici, journalisten en historici. Mensen die niet de hele week ‘in de fabriek’ staan. Wij hebben de relatieve luxe dat we ons hier continu mee kunnen bezighouden. Wij moeten een correctie leveren op de dwaling van deze tijd.” Polak: “Er is nu zoveel opkomend racisme en antisemitisme, moslimhaat, haat tegen vluchtelingen, de taal die wordt uitgesproken: dat is er één waarvoor we moeten oppassen. We weten waar dat toe kan leiden, maar we herkennen de signalen niet meer. Dat is waarom ik me er zo druk om maak.” Aan het eind van het gesprek komt Polaks moeder Annetje Kupferschmidt (1914-2001) ter sprake, een markante vrouw die haar hele leven strijdbaar bleef en die mede-oprichter was van het Auschwitz Comité. Polak: “Ik had nooit gedacht dat ik iets van haar zou erven. Ik ben zo’n stille fictieschrijver.” Met spot in haar stem: “En moet je mij nu zien, op de barricaden.”

| 21

15-2gesprek-5-01.10.indd 19

17-10-19 12:34


Schoolkinderen uit Ellewoutsdijk voor de restanten van de kerktoren van het dorp, 1945

In deze serie belicht NC Magazine onbekende plaatsen die een rol hebben gespeeld in de Tweede Wereldoorlog. Deze keer Ellewoutsdijk. door Floris van Dijk foto collectie Bevrijdingsmuseum Zeeland

Ellewoutsdijk: een vergeten verwoesting aan de Schelde

22

NCMagazine | najaar 2019

23-internationaalellewoutsdijk-2-01.10.indd 20

23-10-19 18:38


Herinneren

Van boven naar beneden:

Frontlinie De eerste vier jaren van de bezetting was het redelijk rustig in Ellewoutsdijk. Nadat Terneuzen op 20 september 1944 bevrijd was, brak er een zware tijd aan voor het dorp. De geallieerden hadden Oost-Zeeuws-Vlaanderen in handen en Zuid-Beveland was nog door de Duitsers bezet. De Schelde vormde dus de frontlinie; geschut stond aan beide kanten van de rivier opgesteld. Vanaf de kerktoren in Ellewoutsdijk had de bezetter perfect zicht op Zeeuws-Vlaanderen. De jachttoren van buitenplaats Zorgvliet was eveneens zo’n uitkijkpost. Dit wisten de geallieerden ook…

Buitenplaats Zorgvliet in de jaren ’30. Het kasteel werd geheel vernietigd tijdens bombardementen in 1944. De jachttoren van de buitenplaats Zorgvliet. Fort Ellewoutsdijk werd in 1945 gebruikt voor de internering van

Grote puinhoop Op 29 oktober 1944 werd Ellewoutsdijk bevrijd en konden de bewoners weer naar huis. In de meeste gevallen troffen ze een grote puinhoop aan of waren hun bezittingen geplunderd. Er waren 40 panden verwoest, 45 zwaar beschadigd en 40 panden hadden geringe schade. Een enorme klap voor zo’n klein dorp. Ook buitenplaats Zorgvliet werd vernietigd tijdens de bombardementen. Er bleef niets meer van het ‘paleis’ over. Tijdens de periode van beschietingen en bevrijding zijn acht personen omgekomen. Noodkerk In 1946 werd een tijdelijke noodkerk ingewijd en in 1951 werd een nieuwe, permanente kerk opgeleverd. De noodkerk fungeerde jaren als opslag op het erf van een boer, maar werd in 2016 gerestaureerd en opgebouwd op het terrein van het Bevrijdingsmuseum Zeeland in Nieuwdorp. Daar wordt nu de geschiedenis van de verwoesting van Ellewoutsdijk verteld.

ZB, Beeldbank Zeeland

Duitsers en NSB’ers.

ZB, Beeldbank Zeeland

Vijfhonderdponders De eerste artilleriegranaten vielen op 7 oktober in het dorp. Een granaat trof de kerk, maar ook de huizen ernaast werden geraakt. Locoburgemeester Jan Oele riep het dorp op om te evacueren. De bewoners gingen naar plaatsen in de omgeving, de bombardementen bleven doorgaan. De geallieerden schoten net zo lang totdat de torens instortten. Hierbij werd een groot gedeelte van het dorp verwoest. Op 19 oktober was het laatste – en zwaarste – bombardement. Bommenwerpers wierpen enkele vijfhonderdponders af boven het dorp. De kerk vloog in brand; de vlammen waren tot ver in de omgeving te zien.

ZB, Beeldbank Zeeland

Op 7 oktober 1944 besloot Jan Oele, locoburgemeester van Ellewoutsdijk, tot evacuatie van het dorp. De geallieerde beschietingen vanaf Zeeuws-Vlaanderen werden te hevig. Het belangrijkste doelwit was de kerktoren van de vijftiende-eeuwse kerk. Uiteindelijk werd Ellewoutsdijk een van de relatief zwaarst beschadigde gemeenten van Nederland. Een klein dorp op het meest zuidelijke puntje van Zuid-Beveland aan de Westerschelde. Blikvangers in Ellewoutsdijk voor de Tweede Wereldoorlog waren de kerk uit het begin van de vijftiende eeuw, het fort Ellewoutsdijk uit 1839 en het meest opmerkelijke bouwwerk: de buitenplaats Zorgvliet, in een krantenverslag in 1894 omschreven als “een Versailles in miniatuur in een vergeten uithoek aan de Schelde”. Tijdens de meidagen in 1940 werden in Fort Ellewoutsdijk enkele NSB’ers vastgezet. Na de capitulatie van Nederland namen Duitse soldaten bezit van het fort en diende het als gevangenis. Het was een van de vele punten aan de kust van de Westerschelde die de toegang tot Antwerpen bewaakten, door de Duitsers aangeduid als Stützpunkt Grosse Kurfürst.

Wandelroute Op 4 mei 2019 is een korte wandelroute in Ellewoutsdijk geopend. Op veertien panelen wordt de strijd om de vrijheid in beeld gebracht. Historische foto’s van voor en na de oorlog worden getoond. Ook is het mogelijk om getuigenverhalen te beluisteren door het scannen van een QR-code.

| 23

23-internationaalellewoutsdijk-2-01.10.indd 21

17-10-19 12:36


Het Nationaal Monument Bos der Onverzettelijken in Almere is onderscheiden met de titel Compliment voor een oorlogsmonument 2019. door Maarten Dallinga

Kerkelijk Verzet, Indisch Verzet, Studentenverzet: het zijn namen van paden in het Bos der Onverzettelijken, een park met bomen en struiken midden in Almere, aan de Leeghwaterplas. Hier zijn de lanen vernoemd naar verzetsgroepen, om gesneuvelde verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog te eren en hun verhalen levend te houden. Afgelopen april ontving Stichting Bos der Onverzettelijken de aanmoedigingsprijs Compliment voor een oorlogsmonument. Het monument is volgens juryvoorzitter en commissaris van de Koning in Flevoland Leen Verbeek “sterk toekomstgericht”. De prijs is uitgereikt namens het Nationaal Comité 4 en 5 mei en de provincie Flevoland, in 2019 gastprovincie van de Nationale Viering van de Bevrijding. Ook genomineerd waren De Dolfijn in Almere, het Vliegersmonument in Dronten, het Monument voor Geallieerde Vliegers in Marknesse en het Oorlogsmonument 40-45 op Urk. Het bestuur van het ‘verzetsbos’ heeft naast de titel ook een kunstwerk en 1.000 euro ter ondersteuning van activiteiten ontvangen. Dit bedrag wordt waarschijnlijk ingezet om iets extra’s te doen rond 75 jaar vrijheid, zegt Heleen Visser. De voorzitter van het bestuur van de Stichting Bos der Onverzettelijken vertelt vol enthousiasme over het succes van de plek, waar in maart 1992 de eerste bomen werden gepland. “Het gaat heel goed, inmiddels kent bijna iedereen in Almere het bos.”

24

Wikipedia/Mwb22/CC BY-SA3.0

Anne Frankboom Je kunt er je hond uitlaten, wat mijmeren op een bankje of de informatieborden lezen – het Bos der Onverzettelijken is een plek voor iedereen. Voor kinderen van Almeerse basisscholen worden het hele jaar door rondleidingen georganiseerd, en op 4 mei is er traditioneel een uitgebreide herdenking. Daar doen inmiddels zo’n duizend ouders met kinderen aan mee. “De herdenking start altijd met een informatieve tocht, waarbij aandacht is voor de verschillende verzetsgroepen”, vertelt Visser. “Leerlingen beelden iets uit of zingen een lied. Ze hebben ook eens een deel van het Achterhuis nagebouwd. De kinderen en hun ouders vinden de tocht altijd heel leerzaam.” Tijdens het officiële gedeelte van de herdenking spelen twee kinderen de Last Post, is het twee minuten stil en lezen leerlingen zelfgeschreven gedichten voor. Ook de Februaristaking wordt jaarlijks herdacht in het Bos der Onverzettelijken, evenals de capitulatie van Japan in Nederlands-Indië. In de naoorlogse stad Almere wordt het verhaal van toen verteld, en is het verleden zelfs tastbaar: op het herdenkingsveld staat een afstammeling van de Anne Frankboom, de kastanjeboom waar Anne Frank vanuit het Achterhuis op uitkeek, “inmiddels een behoorlijke boom.”

Bos der

NCMagazine | najaar 2019

10-herdenken-2-26-9.indd 12

17-10-19 12:37

O


r

Herdenken

Onverzettelijken | 25

10-herdenken-2-26-9.indd 13

17-10-19 12:38


Een moeilijke opdracht: hoe vernieuw je 4 en 5 mei? Ze hebben net hun eerste vergaderingen bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei meegemaakt en zullen dit jaar en in 2020 bovenop de voorbereiding van de verschillende vieringen van 75 jaar vrijheid zitten. Kim Putters, Marianne Hirsch Ballin en Onno Hoes zijn nieuwe bestuursleden van het comité; een kennismaking. door Larissa Pans foto’s Chris van Houts

26

NCMagazine | najaar 2019

4-nieuwebestuursleden-4-26-9.indd 22

17-10-19 12:39


Herdenken en vieren

Kim Putters Kim Putters (1973, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau) “Mijn opa was binnenvaartschipper, mijn vader ook; ik ben een schipperskind. Zij zaten in de chemische vaart, mijn opa voer op een olietanker in de oorlog. Hij vertelde over hoe het er vroeger op de vaart aan toe ging en hoe streng de Duitsers zijn vracht controleerden. Ik groeide op aan wal, maar voer in vakanties vaak mee met mijn vader. Ik vond het heerlijk om met hem in de stuurhut te zitten of aan dek te staan. Ik houd ook van het geluid van klotsend water. Een bijzondere wereld, waarin autonomie heel belangrijk is. Thuis voor de televisie de Dodenherdenking kijken, dat deed ik niet. Een groot deel van mijn leven zit ik bij de scouting: 4 mei betekende dat ik vanaf een jaar of zeven bij het lokale monument in Hardinxveld-Giessendam stond in mijn scoutinguniform en een krans vasthield. Ik heb heel wat uren met kransen gestaan. Mijn herinnering aan 4 mei is dat je een rol hebt en dat je je eigen bescheiden bijdrage levert aan de herdenking. Van tevoren besprak de scoutingleiding met ons de betekenis van Dodenherdenking en hoe belangrijk het is om waardig met die traditie om te gaan. Dat maakte altijd veel indruk. Ik heb geen persoonlijk oorlogsleed meegemaakt, mijn familie is er tamelijk ongeschonden uit gekomen. Voor mij staat de Tweede Wereldoorlog voor de opkomst en ondergang van een systeem dat er op was gericht om een bepaalde groep uit te roeien. Joden, maar ook Roma, Sinti, gehandicapten, homo’s. Iedereen die in de ogen van de nazi’s afweek, werd slachtoffer van geweld en terreur. Mijn opa had het over ‘de moffen’ als het Duitsers betrof die de Tweede Wereldoorlog hadden meegemaakt, en gewoon over ‘de Duitsers’ als ze jonger waren. Je moet toch ook vergevingsgezind kunnen zijn, vond hij. Ik wil ervoor waken dat de erfenis van de Tweede Wereldoorlog verwatert. Voor mij is dat het morele ijkpunt. Daar mogen we andere situaties, zoals buitenlandse conflicten en missies, aan schragen. 5 mei gaat over bevrijden, maar óók over dat we iets te beschermen hebben. Het is zo wezenlijk om kinderen mee te geven wat de waarde van vrijheid is. Ik vind dat het een nationale vrije dag zou moeten worden, een verbindend feest met een boodschap. Het kost natuurlijk altijd geld, maar het levert ook heel veel op: een hechtere samenleving. Uit SCP-onderzoek komt vaak naar voren dat er een enorme onzekerheid is in de samenleving en dat een kwestie als hoe om te gaan met discriminatie en uitsluiting, door velen als heel belangrijk wordt ervaren. Luisteren we nog naar elkaar? Zien we elkaar nog echt? 5 mei gaat over vroeger, de oorlog, en over nu. Het is belangrijk om ook voor nieuwe generaties een thuisgevoel en een gedeelde identiteit te creëren.”

| 27

4-nieuwebestuursleden-4-26-9.indd 23

17-10-19 12:47


Marianne Hirsch Ballin Marianne Hirsch Ballin (1983, hoogleraar Straf- en strafprocesrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam) “Mijn bestuurslidmaatschap zie ik als een grote verantwoordelijkheid en een moeilijke opdracht. Prachtig en eervol ook. Hoe vernieuw je 4 en 5 mei? Voor mij moet de herdenking inclusief zijn, dat betekent dat je én nieuwe generaties erbij moet betrekken én ook nieuwe Nederlanders. Maar tegelijkertijd is het belangrijk de Tweede Wereldoorlog centraal te laten staan. Dat wordt breed gedeeld, maar het moet er niet toe leiden dat anderen onvoldoende herkenning vinden in het herdenken. In het herdenken moeten tegelijk ook mensen de herkenning vinden die primair zullen denken aan andere oorlogssituaties, zoals bijvoorbeeld in Syrië. Mijn opa van vaderszijde is Joods, door de oorlog is zijn familie over de hele wereld verspreid geraakt. Hij – afkomstig uit Wiesbaden – kwam als enige van de familie na deportatie naar Buchenwald als vluchteling nog vóór de oorlog in Nederland terecht. Zijn tweelingbroer in Engeland, zijn zussen in Zwitserland en de Verenigde Staten. Mijn overgrootmoeder is in Theresienstadt omgekomen. Op 4 mei denk ik vaak aan mijn opa, die als DuitsJoodse vluchteling in Amsterdam hulp heeft gekregen van mijn oma. Na de oorlog zijn zij getrouwd. Ik heb twee zoontjes van vier en twee jaar, zij moeten later ook begrijpen wat er toen is gebeurd en de lessen van de Tweede Wereldoorlog doorgegeven krijgen en die verbinden met zaken als je bekommeren om anderen en respect hebben voor eenieder en in het bijzonder voor minderheden. Als ik nu op de Dam sta, denk ik als ik al die zwijgende mensen zie staan om 20.00 uur niet alleen aan mijn eigen familie, maar ook: wat denken zij?! Het mooie aan het gezamenlijk herdenken is ook dat je deelt in het leed dat anderen voelen. Ik ben hoogleraar Straf- en strafprocesrecht. Als ik met een juridische blik naar de oorlog kijk, zie ik het ook als een rechteloze periode, en hoe het belang van mensenrechten en internationale instituties daarna pas ten volle gezien werd. De verworvenheden van de democratische rechtsstaat en de totstandkoming van internationale op de mensenrechten georiënteerde organisaties houden rechtstreeks verband met de Tweede Wereldoorlog. Nu is er vaak ook wantrouwen tegen de EU, de VN. De betovering die jarenlang van dergelijke instituties is uitgegaan, lijkt verbroken. Mensen voelen zich er te weinig mee verbonden. Dit grotere verhaal zouden we ook rond 4 en 5 mei moeten vertellen, de geschiedenis van de democratische rechtsstaat en de internationale rechtsorde als buffer tegen oorlogen. Stilstaan bij de gebeurtenissen uit het verleden helpt ons bij de vragen van nu.”

28

NCMagazine | najaar 2019

4-nieuwebestuursleden-4-26-9.indd 24

17-10-19 12:48


Herdenken en vieren

Onno Hoes Onno Hoes (1961, bestuurder en tot voor kort waarnemend burgemeester van Haarlemmermeer, oud-burgemeester Maastricht) “Ik was laatst in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. Boven is een ruimte waar je banden kunt bekijken van de Shoahslachtoffers, jaren geleden gefilmd door Steven Spielberg en zijn team. Mijn moeder was Joods, ik wist dat zij er ook aan had meegedaan. Ik ging achter de computer zitten, typte haar naam in en daar kwam ze in beeld. Ik heb nog nooit zo gehuild. Ineens zat ze daar, haar verhaal te vertellen over hoe ze in haar eentje ondergedoken zat op talloze onderduikadressen door heel Nederland. Ik miste haar ook meteen weer enorm. Het is zo goed van haar dat zij getuigenis heeft afgelegd over wat haar als Joods meisje is overkomen in de Tweede Wereldoorlog. Als kind was zij een heel vrolijk meisje, op een 8 mm-filmpje zie je haar vrolijk rondhuppelen in de speeltuin. Haar jeugd is in de knop gebroken door de oorlog. Haar onbevangenheid was weg. Als burgemeester van Maastricht heb ik vele 4 mei-toespraken mogen houden; daarin verwerkte ik altijd wel iets persoonlijks over mijn familie. Dan voelde ik: ik ben de rest van het jaar één van jullie, maar op 4 mei doe ik getuigenis van de mensen die er niet meer zijn. In Maastricht is de 4 mei-herdenking bijna een soort happening: er worden veel kransen gelegd, de harmonie is erbij en een groot koor. Supermooi. Ik ben Jood en homo. Twee minderheidsgroepen, beide vervolgd, maar het Joodse aspect speelt voor mij meer bij de Tweede Wereldoorlog. Omdat die hele oorlog in feite ook een rassenkwestie was. Dat ik nu gevraagd ben als bestuurslid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, heeft een grote lading voor mij. Als ik diep in mezelf kijk, vind ik dat de herdenking van 4 mei niet te breed moet worden. Voor mij persoonlijk gaat Dodenherdenking niet om de oorlogen en missies na de Tweede Wereldoorlog. Hoe belangrijk ook. 4 mei draait voor mij om vijf jaar oorlog, het leed dat door de nazi’s is veroorzaakt in Nederland. Toen zijn onze vrijheden ons afgenomen, toen is een groep systematisch uitgemoord. Dat alleen al is reden genoeg om te herdenken. En 5 mei staat voor mij voor het gegeven dat we verder zijn gegaan, voor de vrijheden die we nu hebben. De grote vraag is natuurlijk: hoe herdenken we als de eerste generatie er niet meer is? Hoe nemen we mensen mee die hier niet geboren zijn? Uiteindelijk moeten de tweede en derde generatie het helemaal oppakken, die moeten het verhaal gaan vertellen. Dat zie ik wel gebeuren, en dan kunnen we nog járen door met herdenken en vieren.”

| 29

4-nieuwebestuursleden-4-26-9.indd 25

17-10-19 12:48


verzet.hulp.site/wikipedia Creative Commons BY 3.0

Oom Jan en de kleine L

De huwelijksfoto van Jan Heurkens en Bets van Grootel, 1935

De geschiedenis zit vol clichés. Ook die van de Tweede Wereldoorlog. Ik kom uit Amsterdam en hier heb ik altijd geleerd dat communisten en gereformeerden het verzet leidden. Mijn brandende vraag: hoe kan het dat mijn eigen ouders gered zijn door katholieken? Is dat toeval of is het katholieke verzet wel degelijk een belangrijke factor geweest? Op zoek naar het katholieke verzet in Nederland kom ik terecht in Geldrop: mijn vader Luuk heeft ondergedoken gezeten in deze authentieke Brabantse plaats onder Eindhoven. In haar vlucht voor de nazi’s kwam mijn moeder, een Joods meisje, uiteindelijk in een nonnenklooster in Wallonië terecht waar ze perfect Frans leerde. Als joods meisje prevelde ze met het grootste gemak weesgegroetjes. Ze vertelde me vaak het verhaal dat ze voor een konijn moest zorgen dat ze met Kerstmis geserveerd kregen. De nonnen waren zo lief voor haar geweest. Maar dat van dat konijn begreep ze niet. Klein oorlogsleed van een negenjarige. Later werd ze herenigd met haar ouders in Brussel. Maar toen ze daar gedrieën verraden werden, belandde ze in Kazerne Dossin bij Mechelen. Door een wonder – een treinstaking – werd ze gered van een transport naar Auschwitz. Ruim honderd kilometer

verderop was mijn vader toen nog ondergedoken in Geldrop. Ze kenden elkaar nog niet in die dagen. Het katholieke verzet fascineert me. Ik las in een studie: “Het katholieke verzet ligt vanuit kerkelijke theorie gezien niet zo voor de hand. Pas in 1995 (!) erkenden de bisschoppen van de Nederlandse Rooms-Katholieke Kerk dat “een traditie van theologie en kerkelijk anti-judaïsme heeft bijgedragen tot het ontstaan van een klimaat waarin de ‘sjoa’ kon plaatsvinden…” “Katholieken stonden daarom soms gereserveerd, soms zelf onverschillig of afkerig tegenover joden”, schreef Het Katholiek Nieuwsblad schuldbewust. Nog rond 1900 geloofde de overgrote meerderheid van Nederlandse katholieken dat in matzes het bloed van christelijke kinderen die ritueel vermoord waren door Joden, verwerkt was. Al in 1933 waarschuwde Edith Stein – een tot het katholicisme bekeerde jodin – in een brief aan de paus voor de gruwelijke naziideologie en zij verzocht hem daar tegen op te treden. De houding van de Heilige Stoel is op zijn minst als ‘mat’ en ‘afwachtend’ te typeren. In de oorlogsjaren was kardinaal Johannes de Jong de leider van

30 NCMagazine | najaar 2019

17-herinnerenkatholiek-3-03.10.indd 44

17-10-19 12:50


Herinneren

e Luuk van der Steen de Nederlandse katholieken. Hij had een beter moreel kompas in die donkere jaren dan Paus Pius XII in Rome. De Jong liet op 21 februari 1943 in de kerken een bisschoppelijke brief voorlezen waarin de Duitse misdaden sterk veroordeeld werden. In Nederland was zonder twijfel pater Titus Brandsma (Bolsward, 1881 – Dachau, 1942) de belangrijkste katholieke geestelijke die zich tegen de nazi’s verzette en die al vroeg de rassenleer en het nazistisch gedachtegoed veroordeelde. Hij moest het bekopen met de dood in Dachau. Op bezoek in Geldrop ga ik op zoek naar herinneringen. De Brabantse plaats mag trots zijn op zijn burgemeester Henri van der Putt: een van de weinige burgemeesters in oorlogstijd die wel actief verzet boden. Hij werd gedeporteerd en overleefde concentratiekamp Bergen-Belsen niet. Van der Putt zou ook de geschiedenis ingaan als het Tweede Kamerlid van de RoomschKatholieke Staatspartij dat in 1939 in de plenaire zaal van de Tweede Kamer in een vechtpartij verwikkeld raakte met NSBleider Rost van Tonningen. Terug naar het Geldrop van 2019. In het kielzog van 75 jaar bevrijding – in het Zuiden is het tenslotte al zo ver – is in Kasteel Geldrop de subtiele, ingetogen tentoonstelling De kunst van het leven in oorlogstijd te zien, met veel toewijding opgezet door Marlies Verdonk van de Kunstcommissie. Verhalen staan centraal, of het nu om een ‘moffenhoer’ ging of om het lot van een gestorven Engelse soldaat op de dag van de bevrijding in Geldrop. Wat me raakt is een rijtje zwart-wit pasfoto’s van verstandelijk gehandicapten, ‘krankzinnigen’, van het Rijkskrankzinnigengesticht in Woensel, waarvan sommigen, toen de vrachtwagens voor hun arrestatie kwamen voorrijden, dachten dat het om een uitje ging. Alle 24 werden vermoord in Auschwitz, pas recent zijn er Stolpersteine voor hen neergelegd. Big history ligt in Geldrop op straat: Winston Churchill sprak vanaf een podium in de Geldropse Stationsstraat de troepen toe. Hij was hier ontvangen door Montgomery die op de Nieuwendijk zijn hoofdkwartier had. Eisenhower, de latere president van Amerika, kwam langs om de geallieerde troepen te inspecteren. Ook koningin Wilhelmina liep in die dagen door de straten van Geldrop. Maar ik ben in Geldrop op zoek naar de nagedachtenis aan ‘oom Jan en tante Bets’, de onderduikouders van mijn vader. Spaarzaam, maar zeer liefdevol sprak mijn vader over hen; het ongewenst kinderloze echtpaar dat onderduikertjes een veilig huis bood, en waar kinderen uit de buurt zo graag langs kwamen. Op een septemberavond in 2019 staat op het podium van het cultureel centrum in Geldrop een billboard met daarop drie ge-

zichten: burgemeester Henri van der Putt, Harrie van Gestel en… Jan Heurkens. ‘Oom Jan’ krijgt na 75 jaar dan eindelijk zijn eigen straat in Geldrop, samen met verzetsstrijders Van der Putt en Van Gestel. Het is een zeer goed bezochte herdenkingsplechtigheid. Familieleden van oom Jan en tante Bets zijn in ruime mate aanwezig. Dan spreekt het toenmalige buurmeisje Miep Turken. Zij is inmiddels in de tachtig maar weet nog goed hoe ze in die oorlogsjaren onder een opening in de beukenhaag doorkroop, naar de tuin van haar geliefde buren, en er opeens weer een ander kind speelde. “Ik heet Luuk van der Steen”, zei mijn vader Luuk Ornstein tegen haar. Later corrigeerde hij dat en zei: “Je hebt het verkeerd. Ik heet niet Luuk van der Steen, maar Luuk van den Broek.” Miep Turken: “Ik weet nog dat ik dacht: je kunt me nog meer vertellen. Ik heb het wel goed gehoord. Maar als je Luuk van den Broek wil heten, mij ook goed. Hij was plotseling, zonder goedendag te zeggen, verdwenen. Ik vond dat heel jammer en heb nog lang gehoopt dat hij weer eens zou komen logeren.” In het laatste oorlogsjaar besefte Jan Heurkens dat zijn verzetswerkzaamheden in de gaten liepen en dat hij zelf moest onderduiken. Dat gebeurde, hij heeft zichzelf in veiligheid gebracht. Tot Heurkens besluit dat hij zich even uit zijn onderduikadres zou wagen om zijn geliefde Bets op haar 37ste verjaardag een verrassingsbezoekje te brengen. Wat hij niet weet, is dat tegenover hun huis, in hotel Hof van Holland, de Duitsers een wachtpost hebben ingericht om het huis van Jan en Bets in de gaten te houden. Als Jan op 22 mei 1944 bij Bets voor de deur staat, wordt hij ingerekend door de Duitsers. Kamp Vught wordt het. Als een van de leiders van het verzet in Zuid-Nederland wordt hij ‘verhoord’. Hij zwijgt – oom Jan bleef tot het allerlaatst in zijn dodencel een heel gelovige katholiek. Eén maand voor de bevrijding staat Jan Heurkens voor het vuurpeloton. In Kamp Vught wordt hij vermoord. Twee dagen vóór Jans executie is Bets nog naar een adres in Beek en Donk gegaan om via de maîtresse van een van de kampbeulen te pogen gratie te krijgen voor haar man. De maîtresse zei dat Jan niet te redden was, misschien zelfs al dood was. Mijn vader is tante Bets nooit vergeten. Jaren later hertrouwde mijn vader. Hij vroeg tante Bets als zijn getuige. Hij en zijn – in een naburig dorp ondergedoken – broer Thijs waren voor altijd Brabantse ‘mennekes’ geworden. “Vrijheid is nooit te duur betaald”, lees ik op een sierlijk geschreven tegeltje uit 1945 in de vitrine van het cultureel centrum in Geldrop. Een mooie zin, maar ook wrang. Voor mij is het bitter. Jan Heurkens, zo’n moedig mens die bijna het einde van de oorlog had gehaald, had ik een langer leven samen met zijn Bets zeer gegund. door Leonard Ornstein

| 31

17-herinnerenkatholiek-3-03.10.indd 45

14-11-19 20:57


Rapper Jonna Fraser op het bevrijdingsfestival in Utrecht, 5 mei 2019

Bevrijdingsfestival Utrecht laat boodschap en beats hand in hand gaan

Waar sommige Bevrijdingsfestivals een ware regiofunctie vervullen, ligt de kracht van het Utrechtse festival in de sterke binding met de wijk waar het gehouden wordt: Kanaleneiland. door Timo Waarsenburg foto Linde Dorenbos

32

NCMagazine | najaar 2019

13-bevr.utrecht-4-26-9.indd 32

17-10-19 12:53


Vieren

| 33

13-bevr.utrecht-4-26-9.indd 33

17-10-19 12:53


Linde Dorenbos

Marcel Krijgsman

Marcel Krijgsman

Linde Dorenbos

Impressies van het Bevrijdingsfestival Utrecht

Het geheim van Bevrijdingsfestival Utrecht is, zo stellen Machteld Smits, voorzitter van het Bevrijdingsfestival Utrecht, en festivaldirecteur Manja Kerstholt eensgezind, de sfeer. “Zonder enige afbreuk te willen doen aan andere festivals, is Utrecht echt een gezinsfestival: gemoedelijk, veel ouders met kinderen, vriendengroepen”, zegt Manja. “En ook nog eens ontzettend multicultureel. Het festival vindt plaats midden in een volksbuurt: Transwijk in Kanaleneiland. Het trekt daardoor een eigen publiek.” De eerste editie van het Utrechtse Bevrijdingsfestival vond plaats in 1993 in het Griftpark, nog ver voor de betrokkenheid van Manja en Machteld. “Een kleinschalig muziekfeestje dat volledig draaide op vrijwilligers”, vertelt Machteld op basis van overgeleverde informatie. Sindsdien groeide het festival uit tot het professionele evenement met bands en artiesten van naam en faam waar inmiddels 45.000 bezoekers per jaar op afkomen.

Succesformule Onder meer Chef’Special, Kraantje Pappie, Fedde Le Grand en Kensington gaven in de afgelopen jaren acte de présence op het festival. Stuk voor stuk sfeermakers en publiekstrekkers. En toch vormen ze maar een deel van de Utrechtse succesformule waar boodschap en beats hand in hand gaan. Machteld: “Het draait niet alleen om vermaak; de boodschap die we hier willen overbrengen is net zo belangrijk.” Die inhoudelijke component is hoe je je publiek – jongeren in dit geval – kunt inspireren en motiveren om na te denken over vrijheid. “Je kunt wel zeggen dat vrijheid niet vanzelfsprekend is,” zegt Manja, “maar dat landt niet. Je wilt ze die boodschap laten

34

ervaren.” En daarom kijken ze nadrukkelijk verder en breder dan alleen de Tweede Wereldoorlog. “Die oorlog is zo ver weg voor de jeugd van nu”, zegt Machteld. “Veel jongeren hebben niet eens grootouders die de oorlog hebben meegemaakt. En daarbij willen we ook de nieuwe Nederlanders bereiken. De Tweede Wereldoorlog is in veel gevallen geen onderdeel van hun geschiedenis. Terwijl vrijheid, en soms zelfs oorlog, voor hen wel relevant is.” Manja: “We proberen het thema vrijheid te verbinden met het ‘nu’.”

Studenten In Utrecht gebeurt dat langs de lijn van verschillende, bijzondere projecten met scholieren en studenten. Jongeren dus. Manja licht met plezier een paar projecten toe. “Afgelopen editie hebben studenten van de Hogeschool voor de Kunsten rond het jaarthema ‘In vrijheid kiezen’ animatiefilmpjes gemaakt”, vertelt ze. “Studenten Communicatie van het ROC Midden Nederland uit Amersfoort hebben meegeholpen met de communicatie en vier weken lang een spread (twee pagina’s naast elkaar, red.) verzorgd over hetzelfde jaarthema in het Stadsblad Utrecht. Ook hadden we een project waar jongeren op basis van open inschrijving mee konden doen aan een serie trainingen in stand-upcomedy & vrijheid. Een groep van vijftien jongeren tussen 17 en 23 jaar heeft een comedyshow gemaakt waarmee ze hebben opgetreden tijdens het Utrecht International Comedy Festival en op het Bevrijdingsfestival Utrecht. En met succes!” Machteld vult aan: “Deze projecten lopen allemaal een groot deel van het school- of studiejaar. Het Bevrijdingsfestival vormt

NCMagazine | najaar 2019

13-bevr.utrecht-4-26-9.indd 34

17-10-19 12:54


V ieren

De Maliebaan: WO II in het klein Marcel Krijgsman

De Maliebaan in Utrecht, vernoemd naar het maliespel – een soort voorloper van golf – dat hier in de zeventiende eeuw gespeeld werd, vormt tijdens de Tweede Wereldoorlog het afgebakend decor van alle uitersten die Nederland op dat moment kent. De NSB betrekt in 1937 nummer 35 waar leider Anton Mussert zich met enige regelmaat vanaf het balkon laat bejubelen door zijn aanhangers. Naburige panden worden opgekocht voor onder meer de afdeling Propaganda, de NSB-krant Volk en Vaderland en de geüniformeerde Weerbaarheidsafdeling van de NSB, de WA. Deze enorme nationaalsocialistische enclave in één straat levert Utrecht al voor de oorlog de weinig eervolle bijnaam ‘NSBhoofdstad van Nederland’ op.

Linde Dorenbos

De concentratie van NSB-burelen aan de Maliebaan blijkt na de capitulatie als een magneet te werken op hun Duitse zielsverwanten. Tijdens de bezettingsjaren houden ook de Ordnungspolizei, Germaanse SS, Sicherheitspolizei, Wehrmacht en Sicherheitsdienst aan de Maliebaan domicilie. Het in 1939 gesloten Maliebaanstation wordt op 18 augustus 1942 opnieuw in gebruik genomen voor de deportatie van Utrechtse Joden. Maar het hol van de leeuw kent enkele verborgen nissen… De in 1987 gesloopte Oosterkerk op de hoek van de Burgemeester Reigerstaat en de Maliebaan is vanaf 1943 de ontmoetingsplaats voor de Utrechtse leden van de spionagegroep Albrecht. Garage Grund op nummer 71 is niet alleen de leverancier van benzine voor Duitse auto’s, maar ook de plek waar verschillende illegale verzetsblaadjes gestencild worden. Vanuit het pand op 74bis, pal naast de Sicherheitspolizei, plaatst Marie Anne Tellegen onderduikers en is zij als een van de leiders van het Nationaal Comité van Verzet betrokken bij de organisatie van de Spoorwegstaking van 1944. En het aartsbisschoppelijk paleis op nummer 40 is de plek waar aartsbisschop Johannes de Jong, samen met dominee Koeno Gravemeijer van de Nederlandse Hervormde Kerk, het kerkelijk verzet tegen de Duitsers leidt.

eigenlijk het afsluitend hoogtepunt van een jaarlijks traject om jongeren op voor hen aansprekende manieren zelf te laten nadenken over en bewust te maken van vrijheid: wat is het eigenlijk, wat betekent het? En wat als het er niet is?”

Naast dit uitgebreide educatieve scholenprogramma in het voortraject heeft het Utrechtse festival – net als alle andere Bevrijdingsfestivals – ook een inhoudelijk programma op de dag zelf. Op het Vrijheidspodium. En natuurlijk is er ook meer dan genoeg muziek. Manja: “We hebben elk jaar twee muziekpodia: op het hoofdpodium staan de Ambassadeurs van de Vrijheid en grote artiesten, op het Sena Performers Podium nieuw en opkomend Nederlands talent. Sinds twee jaar heeft het festival ook een eigen Talentenpodium waar beginnende musici uit de regio en studenten van onder meer de Herman Brood Academy en de Nederlandse Popacademie hun muziek kunnen laten horen aan het grote publiek.” Machteld en Manja kunnen al met al terugkijken op een serie mooie en impactvolle Utrechtse Bevrijdingsfestivals. Maar ze kijken vooral vooruit. “Toen ik het voorzitterschap aanvaarde,” zegt Machteld, “stapte ik er vrij blanco in. Inmiddels kan ik wel zeggen dat ik echt besmet ben geraakt met het vrijheidsvirus. Ik vind festivals in het algemeen heerlijk. Maar ik kan geen enkel ander festival noemen waar ik met zoveel plezier, toewijding en genoegdoening mijn vrije tijd in zou willen stoppen.”

Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/ANP/Joop van Bilsen

Talent

Viering 10-jarig bestaan van de NSB. Anton Mussert brengt de Hitlergroet bij het afnemen van een défilé van de WA op de Maliebaan in Utrecht, 14 december 1941

| 35

13-bevr.utrecht-4-26-9.indd 35

21-10-19 20:31


Pal staan voor de democratische rechtsstaat

36

NCMagazine | najaar 2019

06-kajsa-2-26.9.indd 38

17-10-19 12:56


Herdenken en vieren Kajsa Ollongren legt bloemen tijdens de jaarlijkse Airborne-herdenking op de oorlogsbegraafplaats in Oosterbeek, 22 september 2019. Het is 75 jaar geleden dat Operatie Market Garden hier plaatsvond.

Kajsa Ollongren (1967) was tussen 2011 en 2014 secretaris-generaal op het ministerie van Algemene Zaken. Uit hoofde van deze functie was ze tevens bestuursadviseur van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. In 2017 werd ze benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hoe kijkt zij naar de huidige positie van de democratische rechtsstaat? En op wat voor manier besteedt zij als minister aandacht aan het thema ‘75 jaar vrijheid’? door Natascha van Weezel foto ANP/Piroschka van de Wouw

“Mijn vader werd in Nederlands-Indië geboren en heeft het laatste oorlogsjaar in een Japans kamp gezeten op Java. Zíjn vader zat nog langer in een ander kamp. In de laatste fase van de oorlog lag mijn vader in de ziekenboeg van het kamp, een plek waar de meeste gevangenen niet levend uitkwamen. Hij heeft het op het nippertje gered. En gelukkig overleefde mijn grootvader het kamp ook. Thuis werd er nauwelijks over hun ervaringen gesproken en ik heb nooit aan mijn vader gemerkt dat het zijn leven heeft getekend, maar toch zal dat vast zo zijn. Indirect heeft deze familiegeschiedenis mij ook beïnvloed. Mijn grootvader en vader hebben herinneringen op schrift gesteld. Zo heb ik een beeld gekregen van hun oorlogstijd. Vanuit dat oogpunt vind ik het extra bijzonder dat ik me in mijn huidige functie, samen met mijn collega’s, kan inzetten voor een sterke democratische rechtsstaat. Het is mijns inziens belangrijk dat dit ministerie pal staat voor zo’n fundamenteel onderdeel van de grondwet als Artikel 1 (Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan, red.) en daarmee voor de vrijheid van iedere Nederlander.” Kwetsbaar “Het einde van de Koude Oorlog heb ik bewust meegemaakt. Daarop volgde een periode van relatieve rust waarin het heersende gevoel was dat het westerse model van de democratische rechtsstaat het best werkte en de standaard voor de hele wereld zou worden. We dachten oprecht dat we op weg waren naar een vreedzamere en betere wereld voor iedereen. Inmiddels zien we dat de democratie helemaal niet zo vanzelfsprekend is: het is iets kwetsbaars en kan worden bedreigd. Ik vind het een van de grote Europese waarden dat we de democratische rechtsstaat altijd als uitgangspunt nemen. Alleen zullen we er alles aan moeten blijven doen om deze waarden te beschermen, te koesteren en ervoor te zorgen dat ze door iedereen gedragen worden. De staatscommissie Remkes heeft letterlijk gewaarschuwd voor een tweedeling in de samenleving: er zijn steeds meer mensen die zich niet langer vertegenwoordigd voelen binnen onze democratie. We moeten dus kritisch kijken naar ons stelsel, zodat we ervoor kunnen zorgen dat mensen zich wél vertegenwoordigd blijven voelen of dat anders weer gaan doen. Ik denk dat vooral jongeren daarin

een grote rol kunnen spelen. Als die zich meer betrokken voelen bij de democratie is dat pure winst. Daarom werk ik aan de oprichting van een jongerenparlement en ik sta ook open voor een gesprek over mogelijke verlaging van de stemgerechtigde leeftijd van 18 naar 16 jaar.” “Wat ik op dit vlak ook bemoedigend vind is het Democratiefestival, waarvan we onlangs de eerste editie hebben georganiseerd. Zo’n festival, waar je op een laagdrempelige en hedendaagse manier met elkaar kunt praten over grote maatschappelijke vraagstukken, is op zichzelf natuurlijk niet dé oplossing voor het probleem van tweedeling en gevoelens van vervreemding, maar het kan volgens mij wel helpen. Het model van het Democratiefestival bestaat in Zweden – het land waar mijn moeder vandaan komt – al meer dan vijftig jaar. In Denemarken wordt het inmiddels alweer tien jaar georganiseerd en ook de Baltische staten hebben het overgenomen.” “De eerste Nederlandse editie was wat mij betreft zeer geslaagd. De sfeer was goed, de onderwerpen interessant, de discussies levendig en de sessies drukbezocht. Natuurlijk zijn er allerlei verbeterpunten voor een volgende keer: zo zou ik wat meer politici willen zien. Een andere vraag blijft hoe je een breder publiek trekt. Er werd waarschijnlijk niet helemaal ten onrechte gezegd dat de bezoekers nu nog voornamelijk hoogopgeleid en wit waren. In het kader van 75 jaar vrijheid wil ik graag dat het Democratiefestival een vervolg krijgt.” 5 mei vrije dag “De staatscommissie Remkes heeft geadviseerd om van 5 mei een officiële vrije dag te maken. Ik vind dat een mooie gedachte en als kabinet steunen we ook dit advies. We roepen de werkgevers en werknemers op om 5 mei voor iedereen een vrije dag te maken. Ik hoop dat het advies van Remkes hen ertoe aanspoort om hier serieus met elkaar over te gaan praten. Daarnaast blijf ik vaste rituelen belangrijk vinden: elk jaar twee minuten stilte op 4 mei en een dag later de Bevrijdingsfestivals. Ik ben blij dat er nog altijd veel aandacht is voor het herdenken van de slachtoffers en het vieren van onze vrijheid, ook onder jongeren. Dat maakt me hoopvol voor de toekomst. Het is mijn overtuiging dat de democratische rechtsstaat het fundament is waarop vrijheid kan bestaan.”

| 37

06-kajsa-2-26.9.indd 39

17-10-19 12:56


Ook al lijkt het of alle ogen uitgaan naar de Dam op 4 mei, toch vormen de lokale herdenkingen de ruggegraat van het herdenken in Nederland. door Alex Bakker foto Beau Rutten

Tradities veranderen, rituelen zijn onmisbaar Lokale herdenkingen vinden het hele jaar door plaats en zijn bovendien vaak van oudere datum dan de Nationale Herdenking in Amsterdam. Nienke Majoor is hoofd van de afdeling Herdenken en Vieren van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Haar werk bestaat voor een wezenlijk deel uit het informeren van herdenkingscomités en het faciliteren en ondersteunen van de vele herdenkingen in het land. “Tot een jaar of tien geleden benaderden de lokale comités ons vooral met feitelijke vragen over 4 mei. Op welk tijdstip moet de vlag worden gestreken, moet de burgemeester als eerste een krans leggen, moeten alle winkels om acht uur ‘s avonds dicht zijn? Veel ‘moeten’: het Nationaal Comité werd soms gezien als de nationale instelling die ertoe diende om de formele regels rondom herdenken te bewaken. Dat vonden wij jammer, want we wilden juist veel meer bieden. Er is hard gewerkt om dat waar te maken.

Advies Tegenwoordig ondersteunen we de lokale organisaties op allerlei manieren. Allereerst op inhoudelijk vlak: welke thema’s kun je aansnijden tijdens een herdenking of viering; hoe zet je de abstracties van het jaarthema om naar speeches die het publiek raken? Hoe betrek je nieuwe doelgroepen? Daarnaast geven we organisatorisch advies. De lokale organisaties verschillen behoorlijk in schaalgrootte. Sommige vallen direct onder de gemeente

38

met korte lijnen naar burgemeester, politie en openbare orde en veiligheid. Maar in andere plaatsen hangt het af van de inzet van enkele vrijwilligers, die niet per se de wegen naar diverse instanties en subsidies kennen. Omdat veiligheid een steeds belangrijker issue is geworden, moet een openbaar evenement wel volgens bepaalde draaiboeken verlopen. Een vraag die we vaak binnenkrijgen is: hoe kunnen we onze organisatie verjongen? Van oudsher draaien veel 4 en 5 mei-comités op de betrokkenheid van directe oorlogsgetuigen en hun kinderen. Die eerste generatie is er bijna niet meer, maar ook de tweede generatie raakt op leeftijd. Je moet op tijd om je heen kijken wie het stokje over kan nemen. Daarmee is in het land gelukkig veel ervaring en wij zorgen ervoor dat die kennis met elkaar wordt gedeeld. In 2011 is het Nationaal Comité het land ingegaan om op vier plaatsen, verdeeld over Nederland, te praten met de lokale organisaties en te inventariseren welke vragen en behoeften er lagen. Ook alle gemeenten, Oranjeverenigingen en kerkgemeenschappen werden uitgenodigd. De deelnemers vonden het zeer waardevol om niet alleen met ons, maar ook met hun collega’s te praten. Zo kwam een comité uit de provincie Groningen er ter plekke achter dat de 4 en 5 mei-organisatie in hun buurdorp wel subsidie kreeg van de provincie, terwijl zij nog met de collectebus rondgingen. Direct zagen ze

de oplossing voor hun financieringsprobleem. Het succes van de bijeenkomsten deed ons besluiten om er landelijke netwerkdagen van te maken. Nu is er twee keer per jaar, in maart en november, een grote bijeenkomst met zo’n 200 tot 300 deelnemers.

Inzichten We starten de dag met ochtendsessies waarin we praten over de inhoud en de invulling van herdenken en vieren, ter inspiratie voor het eigen programma van dat jaar en voor langetermijnvisies. In de middag kunnen mensen kiezen uit zes tot acht workshops, mede verzorgd door diverse partnerorganisaties zoals het Veteraneninstituut, ProDemos, de Oorlogsgravenstichting en het NIOD. We proberen zo goed mogelijk aan te sluiten bij concrete vragen en uitdagingen, bijvoorbeeld over hoe je social media kunt inzetten. Maar het Nationaal Comité geeft niet alleen informatie, we doen zelf ook inzichten op. Van de lokale organisaties hebben wij geleerd om tijdens de herdenking meer de persoonlijke verhalen te belichten. Dat zie je tijdens 4 mei terug in de vorm van getuigenissen op grote videoschermen op de Dam, waarin (klein-) kinderen van kransleggers vertellen wat hun opa of oma heeft meegemaakt. Waar we ons niet mee bemoeien, zijn de uiteindelijke inhoudelijke keuzes, omdat de oorlogservaringen sterk van plaats tot plaats verschillen. Dat is het wezen

NCMagazine | najaar 2019

11-herdenken.nienke-2-26.9.indd 20

17-10-19 12:58


Herdenken

“ Emoties kunnen na jaren nog altijd springlevend en rauw zijn.”

van een lokale herdenking. Wie zijn in ons dorp omgekomen of vermoord, wat was het verhaal achter de dood van de onderwijzer of de Joodse bakker? Vaak worden de verhalen ingekaderd in de grotere thema’s, maar soms wordt het ook klein gehouden. In sommige grensstreken is het inmiddels een geaccepteerd en gewaardeerd gebruik dat er in aanwezigheid van Duitse buren wordt herdacht. Op dit moment speelt de vraag hoe om te gaan met de slachtoffers in voormalig Nederlands-Indië, zowel van Indonesische als Nederlandse zijde. Een ingewikkelde zaak waarover ongetwijfeld veel gediscussieerd zal worden. Als organisatoren ons om advies vragen bij dergelijke gevoelige kwesties, wijzen wij erop dat ze het beste zelf kunnen inschatten hoe iets ter plaatse leeft. We schrijven niets voor, de comités hebben hun eigen verantwoordelijkheid. Wel vinden we dat voor een waardige herdenking zekere rituelen onmisbaar zijn. Uit recent onderzoek blijkt dat het publiek sterk hecht aan met name de twee minuten stilte, de Taptoe of de Last Post en het leggen van kransen. Die tradities zijn toekomstbestendig. Verder zal de tijd uitwijzen hoe herdenkingsprogramma’s de komende decennia worden ingevuld. Eén ding weet ik wel, sinds ik vorig jaar bij de 100-jarige herdenking van de Eerste Wereldoorlog in Ieper was: de emoties kunnen na jaren en jaren nog altijd springlevend en rauw zijn.”

Nienke Majoor is hoofd van de afdeling Herdenken en Vieren van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en vierde op 1 oktober haar vijftienjarige jubileum

| 39

11-herdenken.nienke-2-26.9.indd 21

17-10-19 12:58


1953

Nationaal Archief/Herbert Behrens/Anefo Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Henk Blansjaar

Nationaal Archief/Herbert Behrens/Anefo Nationaal Archief/Van Duinen/Anefo

1960

1959

1946

Serie Nederland telt vele oorlogsmusea en herinneringscentra. Een deel daarvan werkt sinds 2012 samen via de Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45. NC Magazine publiceert elk nummer een reportage van publiciste Yasmina Aboutaleb over een van deze musea of centra. Dit keer: Nationaal Monument Oranjehotel.

40 NCMagazine | najaar 2019

16-oranjehotel-3-01.10.indd 42

21-10-19 20:27


Arjan de Jager

Cellengang met cel 601 in het Oranjehotel in 2019

Arjan de Jager

J. v.d. Oever

Arjan de Jager

Herinneren

Kruizen van de Waalsdorpervlakte

Oranjehotel wil alle slachtoffers erkennen en herdenken Nationaal Monument Oranjehotel in Scheveningen werd tussen 1940 en 1945 gebruikt als gevangenis. De Duitsers hielden er ruim 25.000 mensen gevangen voor verhoor en berechting. Na de oorlog bleef de plek in gebruik als gevangenis. Maar sinds kort is het Oranjehotel een herinneringscentrum en is de beruchte plek eindelijk toegankelijk voor het publiek. door Yasmina Aboutaleb

| 41

16-oranjehotel-3-01.10.indd 43

17-10-19 16:07


Heri nneren

“In deze bajes zit geen gajes, maar Hollands glorie potverdorie.” Zelfs in de cel ging het verzet door. De muren van cel 601 in Scheveningen zijn vol gekrast met soortgelijke, hoopvolle boodschappen. Liefdesverklaringen, hartjes. En voor wie de wanhoop nabij was: “Hou vol.” En: “De Heere vergeet zijn gevangenen niet.” Sommigen turfden de dagen op de muren, anderen lieten geheime boodschappen achter in morsecode – alsof het ze niet uit leek te maken wat de volgende bestemming zou zijn en of ze de gevangenis überhaupt levend zouden verlaten. Cel 601 was een dodencel. Daar wachtten de gevangenen het moment af dat het bevel zou komen hen met een vrachtwagen naar de nabijgelegen Waalsdorpervlakte te brengen om te worden gefusilleerd. De gevangenis met de geuzennaam Oranjehotel had meerdere dodencellen, maar alleen cel 601 is na de oorlog als stille getuige bewaard. Een keer per jaar, tijdens de herdenking, worden er honderden bloemen neergelegd.

Eerbetoon “Tot voor kort was de dodencel buiten de herdenking niet toegankelijk”, vertelt Anke van der Laan, directeur van het Oranjehotel. Het Oranjehotel bleef na de oorlog namelijk in gebruik als gevangenis. Eerst voor de detentie van collaborateurs, daarna als onderdeel van de grote penitentiaire inrichting Scheveningen, gelegen achter de dikke gevangenismuur aan de Haagse Van Alkemadelaan, met onder meer bekende (ex-)gevangen als Mladić, Milosević, Karadzić. In 2009 werd het deel van de Scheveningse gevangenis waar zich de dodencel bevindt, gesloten en werd besloten dat het Oranjehotel een museum moest worden. “Dat de gevangenis nog zo intact is, is uniek in Nederland”, vertelt Van der Laan. “De meeste plekken zoals Kamp Vught en Kamp Westerbork werden na de oorlog afgebroken. Maar bij het Oranjehotel zijn

42

oud-gevangen altijd zeer betrokken gebleven. Zij zorgden er bijvoorbeeld voor dat de eerste herdenking al op 5 oktober 1946 plaatsvond en dat cel 601 werd bewaard. Zij zagen dat als een eerbetoon aan hun maten die ze waren verloren.”

Diversiteit Stichting Oranjehotel vroeg historicus Bas von Benda-Beckmann onderzoek te doen naar de geschiedenis van het Oranjehotel dat wordt gezien als de belangrijkste Duitse gevangenis op Nederlands grondgebied. “Er was nog veel onbekend over de geschiedenis van het Oranjehotel. Daarom wilden we eerst meer informatie boven tafel krijgen”, zegt Van der Laan. De informatie uit het onderzoek dient als basis voor de tentoonstelling die nu te zien is. Zo bleek de diversiteit onder de gevangenen van het Oranjehotel vele malen groter dan gedacht. Niet alleen zaten er veel verzetslieden in de gevangenis vast, onder wie ‘Soldaat van Oranje’ Erik Hazelhoff Roelfzema, Titus Brandsma, George Maduro en Rudolph Cleveringa, maar er zaten ook Joden, Roma en Sinti, Jehova’s getuigen, communisten, homoseksuelen, zwarthandelaren en dieven gevangen. De omstandigheden in het Oranjehotel waren zwaar. Verdeeld over de 500 cellen verbleven er soms wel 2000 gevangenen tegelijk, waaronder ook vrouwen en kinderen. De verhoren waren soms zo bruut dat gevangenen aan hun verwondingen overleden. Sommige gevangenen die ter dood veroordeeld waren, mochten een afscheidsbrief schrijven.

Verhalen “Alles vergeven en vergeten”, begint de communist Hendrik de Vries (31) uit Amsterdam zijn afscheidsbrief aan zijn vrouw Jopie en tweejarige dochtertje Grietje. “Ik ben zo blij dat ik de vreugde heb mogen meemaken van het vader zijn, want dit was inderdaad mijn grootste vreugd van het leven. Het is alleen jammer dat deze

“ De emoties van de gevangenen waren zo menselijk, die zijn voor de bezoekers heel invoelbaar”

tijd zo kortstondig was”, schrijft hij in zijn twee kantjes tellende brief. “Lieve Jopie draag het moedig en vraag ook aan mijn familie als mijn laatste wens dat zij jou helpen het leed te dragen en bij te staan in de toekomst. Daarbij ben ik ook nog blij dat je mij steeds met je liefde hebt omringd, ook tijdens mijn gevangenschap.” Tot slot: “In gedachte ben ik bij jullie tot het bittere einde. En in gedachte vele kusjes voor jullie beiden.” De verhalen van oud-gevangenen vormen een belangrijke basis voor de tentoonstelling. Zo komt de museumbezoeker na binnenkomst in een lange, rode gang met cellen terecht, waarin getuigenissenvideo’s te zien zijn. Er is een speciale film voor jongeren. En tijdens de gratis audiotour zijn afscheidsbrieven en dagboekfragmenten te horen. “Het was voor ons heel belangrijk om de verhalen persoonlijk te maken. De emoties van de gevangenen waren zo menselijk, die zijn voor de bezoekers heel invoelbaar, denk ik”, zegt directeur Van der Laan.

Namen Voor de meeste gevangenen was het verblijf in het Oranjehotel het begin van een lange route naar andere gevangenissen of kampen in Nederland of Duitsland. Vaak zijn alleen de tussen- of eindstations bekend. In een digitaal namenmonument heeft het museum zoveel mogelijk namen van ex-gevangenen verzameld. Dat is aan het eind van de tentoonstelling te zien. “Op die manier wil het Oranjehotel alle slachtoffers erkennen en herdenken, ongeacht de reden van arrestatie of de duur van hun verblijf”, aldus Van der Laan.

NCMagazine | najaar 2019

16-oranjehotel-3-01.10.indd 44

17-10-19 13:01


Wilt u op 5 mei 2020 ook een Vrijheidsmaaltijd organiseren? Meld u dan snel aan! Vrijheidsmaaltijden kunnen zowel klein en laagdrempelig als groots en meeslepend zijn, van een picknick voor twintig mensen tot een diner voor tweeduizend personen. Tijdens de maaltijd komen bijzondere gesprekken en ontmoetingen tot stand. Op 5 mei vieren wij de vrijheid door met elkaar aan tafel te gaan. Meld uw Vrijheidsmaaltijd aan via: www.4en5mei.nl/maaltijd

43-NCM.2.19.indd 45

16-10-19 11:38


Synagoge Neve Shalom, met op de achtergrond de moskee in 2006

Monument houdt herinnering aan Surinaams-Joodse slachtoffers levend Wie al eens in Paramaribo is geweest, zal de prachtige Neve Shalomsynagoge aan de Keizerstraat niet zijn ontgaan. Geheel opgetrokken uit hout, is die al sinds 1723 onafgebroken in gebruik. Met sinds 1932 de grootste moskee van Suriname als buur, in wederzijds respect. door Maurice Adams foto Wikipedia/Brokopondo

44 NCMagazine | najaar 2019

12-herdenke.paramaribo-1-26.9.indd 24

17-10-19 13:02


Herinneren

Lily Duijm wijst op de symboliek van het monument dat werd ontworpen door de Surinaamse architect Philip Dikland. Aan de bovenzijde zie je een gebroken boom die een voortijdige dood verbeeldt. Het verwijst tevens naar de begraafplaats op de zogenoemde Jodensavanne, zo’n vijftig kilometer ten zuiden van Paramaribo en vroeger de woonplaats van Sefardische Joden in Suriname: daar staat een dergelijke boom op vrijwel ieder graf. Het monument getuigt op indrukwekkende wijze van deze niet zo bekende geschiedenis en nodigt uit tot overpeinzing. Hiermee houdt het monument deze herinnering voor Suriname levend. Maurice Adams was tot 1 juni van dit jaar bestuurslid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

waterkant

De Joodse gemeenschap in Suriname bestaat al een kleine 400 jaar. Kort voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog was die gemeenschap relatief omvangrijk, vooral als gevolg van de vlucht van velen uit Europa. Zo is weinig bekend dat al in 1938 een groep van 150 Joodse burgers een veilig onderkomen in Suriname vond. Uiteindelijk hebben zo’n 450 personen de oversteek gemaakt, en tot 1945 telde de gehele Joodse gemeenschap daarmee ongeveer 700 leden. De Surinaamse schrijfster en historica Cynthia McLeod heeft erop gewezen dat er speciaal voor de Joodse vluchtelingen uit Europa huizen werden gebouwd. Suriname nam daarmee een bijzondere positie in, want op de meeste andere plaatsen werden mensen teruggestuurd naar de plaats van herkomst. Sinds 2016 staat in de voortuin van de Neve Shalom-synagoge een monument ter nagedachtenis aan de Surinaams-Joodse slachtoffers van de Holocaust. Op het monument staan de namen van 105 vermoorde Surinaams-Joodse burgers gegrift, met hun geboortedatum. Daarbij tevens de datum – voor zover bekend – en de plaats van overlijden: Auschwitz, Sobibor, Dachau, Bergen-Belsen, Theresienstadt en ook Amsterdam en Apeldoorn. Het gaat om bijvoorbeeld studenten die in Nederland studeerden, Surinaamse werknemers van Nederlandse bedrijven, artsen en leerkrachten, en toevallige Surinaams-Joodse bezoekers aan Nederland. Het idee om een monument op te richten leefde volgens Lily Duijm, de voorzitter van de synagoge die momenteel negentig vooral oudere leden telt, al geruime tijd. Het kwam er maar niet van: de lokale gemeenschap is niet kapitaalkrachtig, bovendien was er heel wat onderzoek nodig om de namen van de slachtoffers te achterhalen. Een toevallige ontmoeting tussen

Jacob Steinberg uit Canada - voormalig inwoner van Suriname en lid van de vriendenverenging van de Joodse gemeenschap in Suriname - en de directeur van het Yad Vashem Holocaust Museum in Jeruzalem, gaf de impuls die nodig was om tot resultaat te komen. Financiële middelen voor het oprichten van het monument werden in de hele wereld ingezameld, en archiefonderzoek in onder meer Amsterdam en Jeruzalem leverde de namen op van de slachtoffers die nu dus op het monument staan vermeld. Inmiddels is de zoektocht naar financiële middelen om naast het monument panelen met schriftelijke toelichting te kunnen plaatsen, gestart.

De onthulling en de kranslegging na de onthulling van het monument ter nagedachtenis aan de 105 in Suriname geboren Joden, die zijn omgebracht tijdens de Tweede Wereldoorlog, 21 maart 2016.

| 45

12-herdenke.paramaribo-1-26.9.indd 25

17-10-19 13:03


Martijn Beekman

Start viering 75 jaar

In 2019 en 2020 herdenkt en viert Nederland het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog, 75 jaar geleden. Een terugblik op de eerste activiteiten. door Gerben van den Berg

In aanwezigheid van Tweede Wereldoorlogveteranen uit diverse geallieerde landen werd de viering van 75 jaar vrijheid op 31 augustus door Z.M. Koning Willem-Alexander ingeluid met het luiden van een belboei op de kades van Terneuzen. Duizend nationale en internationale gasten werden ontvangen in het Scheldetheater, waar minister-president Rutte en gouverneur-generaal Payette van Canada een toespraak hielden. Veteranen uit de landen die hebben gestreden bij de bevrijding van Nederland stonden centraal in het programma dat werd gepresenteerd door Lisa Wade en Stefan de Walle en live werd uitgezonden door de NOS. De veteranen werden aan de oever van de Schelde door de koning en de koningin onthaald, samen met Z.M. Koning Filip en H.M. Koningin Mathilde van België. Ze werden geëerd met saluutschoten vanaf een internationale vloot van elf marineschepen en er

werden vuurschalen ontstoken door de aanwezige regeringsvertegenwoordigers: minister van staat Baroness Goldie namens het Verenigd Koninkrijk, viceminister-president Glinski namens Polen, minister Bakke-Jensen namens Noorwegen, staatssecretaris Darrieussecq namens Frankrijk, gouverneur-generaal Payette namens Canada, vicepremier Reynders namens België en ministerpresident Rutte. Een jonge marinier, sergeant Jonathan Burkhart, stak namens de Verenigde Staten het vuur aan, ter nagedachtenis aan de talloze jonge soldaten die streden op buitenlandse bodem. Het publieksprogramma op de tot Vrijheidsboulevard omgedoopte kade van Terneuzen werd door vijftienduizend toeschouwers bezocht. Naast een tentoonstelling in tachtig zeecontainers over de bevrijding van Zuid-Nederland en de Slag om de Schelde genoten zij in een zonovergoten Terneuzen van optredens van onder meer Maan, Roel van Velzen en de kapel van de Noorse marine.

46 NCMagazine | najaar 2019

14-terugblik-4-9.10.indd 44

17-10-19 13:04

v


Impressie van de Start van de Viering van 75 jaar Vrijheid in Terneuzen op 31 augustus, 2019

Paul Tollenaar

Martijn Beekman

Media Centrum Defensie

Ben Houdijk

Paul Tollenaar

vrijheid

Media Centrum Defensie

r

Herdenken en vieren

| 47

14-terugblik-4-9.10.indd 45

17-10-19 13:05


Reuters/Piroschka van de Wouw

ANP/Vincent Jannink

Prins Charles van Wales en prinses Beatrix waren bij de Airborne Herdenking van Operatie Market Garden

ANP/MMP/Mischa Schoemaker

ANP/NOVUM /Jean-Pierre Geusens

Liberation concert op de Amerikaanse begraafplaats Margraten door de Philharmonie zuidnederland o.l.v. Dmitri Liss, 15 september 2019. De Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra was een van de aanwezigen

ANP/Jean-Pierre Geusens

ANP/NOVUM /Jean-Pierre Geusens

75 jaar geleden werd Mesch in de gemeente Eijden als eerste Nederlands dorp bevrijd door de Amerikanen, 12 september 2019

Amerikaanse veteranen in Mesch tijdens de viering van 75 jaar vrijheid in de gemeenten Eijsden-Margraten en Maastricht, 12 september 2019

48 NCMagazine | najaar 2019

14-terugblik-4-9.10.indd 46

17-10-19 13:07


GinoPress BV

Herdenken en v ieren

Herdenking Slag om Arnhem, 20 september

Onder grote publieke belangstelling werden dit najaar in het kader van 75 jaar vrijheid door tal van landelijke, regionale en lokale partijen herdenkingen, vieringen, lesprogramma’s en tentoonstellingen georganiseerd. Daarbij werd het spoor van de bevrijding gevolgd: van de bevrijding van Zuid-Limburg in september 1944, delen van Brabant en Gelderland tijdens Operatie Market Garden en de bevrijding van een groot deel van Zeeland en West-Brabant in oktober 1944 tijdens de Slag om de Schelde. De herdenking van Operatie Market Garden op de Ginkelse Heide – in aanwezigheid van prins Charles en prinses Beatrix – trok

zo veel bezoekers dat er zelfs fietsfiles ontstonden. Volgens de gemeente Ede kwamen er honderdduizend bezoekers op deze herdenking af. Komend jaar wordt de herdenking en viering van 75 jaar vrijheid voortgezet als Nederland stilstaat bij de bevrijding van de overige delen van het land. In aanloop naar 5 mei wordt de Maand van de vrijheid gevierd. Op 15 augustus 2020 wordt in Den Haag het einde van de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost-Azië herdacht. Ook in Rotterdam vindt in het kader hiervan een speciaal programma plaats. Het slotstuk van 75 jaar vrijheid wordt gevormd door de viering van 75 jaar Verenigde Naties op 24 oktober 2020.

| 49

14-terugblik-4-9.10.indd 47

17-10-19 13:08


75 jaar geleden werd Nederland bevrijd van de nazi’s en konden ook de Nederlandse jongens en mannen die tewerkgesteld waren in Duitsland naar huis. Zoals Maarten Zevenbergen. door Renske Krimp foto Geert Snoeijer

Maarten Zevenbergen heeft twee jaar gedwongen gewerkt in het kader van de arbeidsinzet. Na thuiskomst en tot in de jaren tachtig zweeg Zevenbergen over wat hij had meegemaakt. Inmiddels kan hij vertellen over zijn gedwongen tewerkstelling vanaf juni 1943 en zijn terugkomst in Nederland in mei 1945: “Ik ben in 31 dagen van Kassel naar huis gelopen. Daar werkte ik gedwongen voor de arbeidsinzet en in Lahde Petershagen als Arbeitsverbrecher, zoals ze dat noemden. Ik was geen misdadiger, maar ik was wel van mijn werk weggelopen, een paar keer. Ik stond bij de Duitsers dus slecht aangeschreven. Ook al was ik nog jong, net twintig jaar oud, ik ageerde tegen Hitler en de oorlog.” Zevenbergen vluchtte uit de fabriek in Kassel, waar hij gedwongen tewerkgesteld was: “Op 3 oktober 1943 was er een groot bombardement op Kassel. Het stadsdeel waar ik werkte, gooiden ze helemaal plat. Ook de fabriek en de barakken waar we in woonden. Dat vond ik toen prima, want door al die verwoestingen was ik mijn koffer kwijt. Daarvoor had ik het gevoel dat ik eigenlijk niet kon weglopen, want die koffer – die ik van mijn moeder had gekregen – was veel te zwaar om mee te nemen. Tegen mijn kameraad zei ik: ‘Nu hebben we de kans om weg te lopen.’ Ik had mijn vluchtplan al klaar toen ik uit Nederland vertrok. We hadden nog in Nederland het adres gekregen

Terug van tewerkstelling

van een boer in Rosdorf, ten zuiden van Kassel, die ons wel zou helpen.”

Boerderij Het adres waar Zevenbergen en zijn vriend terechtkwamen, was een boerderij in een wijnstreek waar de jongens welkom waren. Al waren ze er illegaal. Ze draaiden mee op de boerderij en in het gezin, en kregen kost en inwoning. Zevenbergen: “Ik weet niet of u nog een Hollander kent die bij Duitsers ondergedoken is geweest? Wij hebben later onze dochter Trudie vernoemd naar die boerin, dan snap je wat voor band we met haar hebben opgebouwd. Dat is een reden waarom ik blij ben dat ik er nu over kan vertellen, dat ik een ander beeld van de Duitsers tijdens de oorlog kan laten zien dan alleen van gemene ‘moffen’.” Na drie maanden wonen en werken op de boerderij werden Zevenbergen en zijn vriend betrapt. Toen de Gestapo kwam, besloten de jonge mannen vrijwillig mee te gaan om hun kostgezin niet verder in gevaar te brengen. Zevenbergen: “Het principe was: je was in dienst van je baas en als je wegliep werd je gestraft namens je baas. Juridisch bekeken konden ze je doodmaken, ze hoefden bij geen mens verantwoording af te leggen. Die eerste tien dagen daarna zaten we samen in de gevangenis, waar we heel zoute soep en

50 NCMagazine | najaar 2019

21-onderzoek-2-01.10.indd 12

17-10-19 13:09


Onderzo ek

g

droog brood te eten kregen en praktisch geen drinken. Sindsdien weet ik dat dorst lijden verschrikkelijk is. Dat was veel erger dan de klappen die ik ook kreeg. Je kan het geloven of niet. Toen de straf voorbij was, gingen we gewoon weer terug naar onze baas. Ook al was de fabriek er niet meer. Na de bombardementen was het een puinhoop. We moesten lijken ruimen. We waren weer dwangarbeider.”

Schrap komen Na terugkomst in Nederland kon Maarten Zevenbergen jarenlang niet slapen van de nachtmerries. Toch heeft hij de eerste dertig jaar na de oorlog nagenoeg niet over Duitsland gesproken. Zevenbergen: “Hier in Poortugaal heeft niemand er ooit wat over gezegd of naar gevraagd. En ik zeg altijd: ik heb het overleefd en dat kan niet elke Rotterdammer zeggen. Nou ja goed, ik was mager; toch blijf ik erbij dat als je gezond bent en 50 kilo weegt, je de hele wereld aankunt. Maar die nachtmerries… Ik had een heel goede band met onze dokter. Hij was in die tijd de enige die ik wel eens iets heb verteld. Niemand, geen mens, heeft van mij ooit precies geweten hoe schrap we daar kwamen. Dat is een uitdrukking bij ons: ‘schrap komen’. En dat gaat niet over honger, maar die vernederingen, dat kun je aan een ander niet uitleggen. Ik vertel

het u, maar geen details. Van mij hoeft niemand dat te geloven. Ik dacht er wel elke dag aan. Elke dag. Daar moet ik bij zeggen: ook in dankbaarheid. Daarom draag ik een boodschap uit: geen ruzie meer zoeken met elkaar. Ik vind dat ik daarvoor moet opkomen naar mijn vermogen. Toen mijn vrouw en ik ons tuincentrum hier nog hadden, heb ik met letters van vijf à zes meter ‘vrede’ geschreven met 10.000 sneeuwklokjes. Als die uitgebloeid waren kwamen er witte narcissen. En daarna kleine dwergbegoniaatjes. Elke 4 mei-herdenking, zo lang als dat is, ga ik een krans leggen. En dan neem ik mijn twee kleinzoons mee en die lopen naast ons. Ik ben zo blij dat er elk jaar bij de herdenking meer mensen staan; jonge mensen, die moeten we hebben.”

Promotieonderzoek arbeidsinzet Dit interview is gehouden door Renske Krimp, medewerker van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Voor haar promotieonderzoek naar de herinnering aan de arbeidsinzet, verzamelt zij verhalen van voormalig tewerkgestelden. Mocht u uw verhaal met haar willen delen, neem dan contact op via renske.krimp@4en5mei.nl. Dit artikel is een bewerkte en sterk ingekorte versie van een gesprek met Maarten Zevenbergen, dat heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2018 in zijn huis in Poortugaal.

| 51

21-onderzoek-2-01.10.indd 13

17-10-19 13:09


75 jaar vrijheid gaat ons allemaal aan, ook het bedrijfsleven 75 jaar vrijheid, het is een jubileum waaraan ook het Nederlandse bedrijfsleven graag een bijdrage levert. Een impressie van de vele plannen die in de maak zijn.

Samen eten Amsterdam kent inmiddels een traditie van ‘Vrijheidsmaaltijden’. De Koninklijke Industrieele Groote Club doet vanaf het eerste uur mee, nu acht jaar geleden. Directeur Richard Francke: “We werden destijds benaderd door het Amsterdams 4 en 5 mei comité. Het idee was verbin-

Koninklijke Nederlandse Munt

door Monique van Hoogstraten

Dat een bedrijf eens per jaar een mooi bedrag aan het Nationaal Fonds 4 en 5 mei overmaakt, is geweldig. Dat de bestuursvoorzitter van dat bedrijf het feestelijke 5 mei-concert op de Amstel bijwoont: ook prachtig. Maar is het genoeg? Niet in dit jubileumjaar, vond het bestuur van het Nationaal Fonds. Vandaar dat Mark Verheul, de stakeholdermanager van het fonds, dit jaar liefst elk bedrijf – groot of klein – over de streep wil trekken om een bijdrage te leveren. Verheul: “Het kan ook heel eenvoudig zijn, een lokale warme bakker kan een Vrijheidsmaaltijd sponsoren.” Verheul is met veel bedrijven nog druk in gesprek, die zitten nog midden in de ontwikkeling van hun plannen. “Heineken had bij de 50-jarige herdenking een speciaal bierflesje. Ze denken nog na over hoe ze 75 jaar willen vormgeven. Ook andere multinationals zijn met een concept bezig.”

De 10 euromunt voor de herdenking van Operatie Market Garden is gemaakt door kunstenaar Tim Breukers

52

NCMagazine | najaar 2019

28-bedrijfsleven-2-8.10.indd 22

17-10-19 13:12


Herdenken en vieren

ding zoeken met mensen die je niet kent, rond een thema; hoe doe je dat beter dan door samen te eten? De eerste keer ging het bij ons over de betekenis van de Dam. Dat is toevallig het plein voor onze deur.” Het was zo’n succes, dat de Groote Club sindsdien elk jaar een thema uitkiest en voor zo’n 150 mensen een driegangendiner organiseert. Tussen de gangen door zijn er sprekers. Francke: “We krijgen altijd mooie reacties; mensen leren elkaar in korte tijd kennen via heel bijzondere verhalen.” Stel dat een bakker in Winsum of een bouwbedrijf in Tiel dit jubileumjaar zo’n maaltijd wil organiseren. Wat zijn de tips van Francke? “Kijk naar je eigen historie. Veel bedrijven of panden waarin ze zitten, hebben een verhaal. Ten tweede: maak het niet te ingewikkeld, blijf bij de kern van je bedrijf, blijf bij jezelf. En tot slot: het hoeft niet per se over de oorlog te gaan. Je kan ook kijken naar de huidige betekenis van vrijheid. Veel bedrijven hebben bijvoorbeeld Syriërs in dienst. Vraag hen een maaltijd te koken. Het gaat om het zoeken naar verbinding rond het thema vrijheid.”

van NS in de oorlog? “Nee, ons beleid is openheid. We vertellen het hele verhaal. Natuurlijk is dat ook het verhaal over de deportaties. Maar er is meer. De spoorwegen waren vaak de enige vorm van vervoer, treinen werden gesaboteerd, er was verzet, er waren bombardementen waarbij mensen zijn omgekomen. De associatie van de trein met de Shoah, die zal er altijd blijven. Het verhaal van de NS in de oorlog gaat over genocide, maar ook over de Spoorwegstaking – het is het verhaal van onze medewerkers en dat van burgers.” Naast de Vrijheidsmaaltijden heeft de NS tal van andere activiteiten op het programma staan. Concerten van het NS Orkest in het Spoorwegmuseum bijvoorbeeld, waarbij de Mauthausen Liederen worden uitgevoerd. En bijeenkomsten bij de meer dan honderd gedenkplaatsen die de spoorwegen hebben, verspreid over het hele land, voor tijdens de Tweede Wereldoorlog gedeporteerden en omgekomen reizigers en personeel. Klassiek herdenken Herdenken door het bedrijfsleven gebeurt dit jaar ook op een meer klassieke manier. Zo heeft de Koninklijke Nederlandse Munt een heel bijzondere 5 en 10 euromunt gemaakt voor de herdenking van Operatie Market Garden. Kunstenaar Tim Breukers maakte een ontwerp op doek:

Vrijheidsmaaltijd in de Koninklijke Industrieele Groote Club in 2018, die in het teken stond van ‘roofkunst’

Archief NS Orkest

Frieda Mellema / Uniquole

Koninklijke Industrieele Groote Club

Het hele verhaal De NS gaat een aantal Vrijheidsmaaltijden organiseren op stations her en der in het land. “We gaan lange tafels op de stations zetten, we nodigen sprekers uit; iedereen die zin heeft, kan aanschuiven”, zegt NS’er Rutger Hamelynck. “Dat zal best een bijzonder effect hebben, eten waar normaal gesproken wordt gereisd.” Is hij bevreesd voor kritiek over de rol

stiksels, geïnspireerd op de emblemen die de militairen op hun uniform droegen. “We hebben dat in 3D omgezet en via laser is dat tot munt geslagen”, vertelt Bert van Ravenswaaij van de Koninklijke Nederlandse Munt. In 2020 komt er nog een tweede herdenkingsuitgifte rondom 75 jaar vrijheid. PostNL geeft een jubileumzegel uit, ook al een lange traditie. Maar dit jaar is er meer. In de veertien Vrijheid-expressbussen die door heel Nederland gaan rijden – ontmoetingsplekken met exposities en verhalen – komen ouderwetse brievenbussen te staan. “We zijn ansichtkaarten aan het ontwerpen. Bezoekers kunnen die daar op de post doen, met de herdenkingspostzegel”, zegt Jochem van de Laarschot van PostNL. “We hopen zo een bijdrage te leveren aan de viering van 75 jaar vrijheid.” Mark Verheul hoopt dat andere, ook kleinere bedrijven, meedoen aan deze herdenking. “Het is 75 jaar. Ik hoop dat de hele BV Nederland meedoet. Sommige bedrijven denken erover het inmiddels herkenbare fakkelspeldje aan hun werknemers of klanten uit te delen, of ons logo op hun kassabon te zetten. Dat vind ik mooi, 75 jaar vrijheid gaat ons allemaal aan.” Meer informatie: fonds@4en5mei.nl.

Het oranjevaasje van Royal Leerdam is speciaal voor 75 jaar vrijheid ontworpen door prinses Margarita de Bourbon de Parme

Het NS-orkest gaat in het kader van 75 jaar vrijheid in 2020 concerten geven in het Spoorwegmuseum

| 53

28-bedrijfsleven-2-8.10.indd 23

17-10-19 13:12


Op 15 augustus sprak dichter en columnist Ellen Deckwitz tijdens de Nationale Indiëherdenking bij het Indisch Monument in Den Haag. Een terugblik. door Ricci Scheldwacht foto Ilvy Njiokiktjien

Brandend verlangen Hoe heb je de herdenking ervaren? “Ik was ontroerd. Sinds mijn vijftiende houd ik me intensief bezig met het Indische verhaal. Toen ik naar voren liep voelde dat als een bijzonder moment. Een belangrijke stap in een onderzoek dat waarschijnlijk mijn hele leven zal blijven doorgaan. Dus dat kwam wel even binnen. Maar daarna ging er een knop om. Je weet: ik moet nu iets overbrengen. Dan gaat je dictieknop aan en valt alle nervositeit weg. Maar de nacht daarvoor had ik amper twee uur geslapen. Ik was bang dat ik mensen voor het hoofd zou stoten.” Waarom was je daar bang voor? “Ik ben van de derde generatie; ik heb de oorlog zelf niet meegemaakt. En ik ben wit. Ik was bang voor de reactie: ‘Daar heb je weer zo’n witte.’ Ik ben opgegroeid in Twente, waar een heel grote Indische en Molukse gemeenschap is. Ik weet van de ouders van mijn Molukse en Indo vrienden hoe zwaar die het hadden toen ze naar Nederland kwamen en hier niet welkom

54

waren. Mijn familie had het veel makkelijker. Omdat ze geen kleurtje hadden kon je niet aan hen zien dat ze uit Indië kwamen. Dat hoorde je pas als ze begonnen te praten.” In je toespraak vertelde je dat je oma zich in Nederland nooit thuis heeft gevoeld en dat ze altijd heimwee bleef houden naar Indië. Maar ze vertelde je ook over de ontberingen tijdens de Japanse bezetting. “Als kind groeide ik op met de gruwelverhalen van mijn oma over het jappenkamp. Dat heeft mij behoorlijk beschadigd. Mijn moeder had geen idee, omdat mijn oma tegen mijn moeder altijd over het kamp heeft gezwegen. Ze wist ook niet dat mijn oma het wel allemaal aan mij vertelde.” Je toespraak maakte een diepe indruk. Dat was merkbaar op het veld. Wat heb jij daarvan meegekregen? “Mijn toespraak is in NRC gepubliceerd. Daarop kreeg ik veel reacties. Van Indi-

sche Nederlanders, maar ook van andere mensen met een migratieachtergrond: Armenen, Marokkanen. Die mailden me of ze lieten via Facebook weten dat ze zich in mijn woorden herkenden. Met name wat ik zei over het overgeleverde heimwee. Een secundair trauma dat veel mensen van de tweede en derde generatie ook zo ervaren. Wij hebben dat gevoel van heimwee naar een wereld die wij niet kennen meegekregen. En wat mensen ook raakte – en dat heb ik onderschat – is het moeten troosten van je ouders. De tweede generatie had het gevoel het verlies van de ouders te moeten compenseren. Goed je best doen op school. Om maar hier te kunnen wortelen. Zo Hollands mogelijk zijn. Hollandser zijn dan de Hollanders. Migrantenkinderen moeten compenseren. Heb je dat mooie boek van Murat Isik gelezen? Wees onzichtbaar. Niet opvallen en zorg dat je een succes wordt. Dat gemis veroorzaakt een bepaalde dynamiek. Een intergenerationele woede. Het besef dat je een bepaalde levensvisie hebt

NCMagazine | najaar 2019

9-indieherdenken-2-26-9.indd 22

17-10-19 13:13


Herdenken

Ellen Deckwitz bij het Indisch Monument in Den Haag

“ Waar ik me hard voor wil maken is En het koloniale Nederlands-Indië was dat dit – bezien met de ogen van nu – niet zo’n fraaie samenleving als die waarover jouw verhaal oma vertelde. “Toen ik op de middelbare school voor gehoord het eerst over de romusha’s (Indonesische blijft dwangarbeiders tijdens de Japanse bezetting, van wie er naar schatting miljoenen worden.” om het leven kwamen, RS) hoorde, dacht meegekregen staat haaks op het idee van maakbaarheid. De tweede generatie heeft het van de eerste generatie erin geschopt gekregen. Als je je maar aanpast, komt alles goed. Maar dat is natuurlijk niet zo.”

ik: wat is dit?! Daarover had mijn oma nooit verteld. Mijn oma leefde in een koloniale wereld. Ik werd erop aangesproken dat ik in mijn toespraak zei dat je in Indië een tuin had zo groot als de Efteling. Sommige mensen vonden dat een koloniale verheerlijking. Dan denk ik: jongens toch… Toch is het terecht dat er veel schaamte over het koloniale verleden is. Als ik kijk

naar de totoks (Hollanders in Indië, RS) dan is er onder de derde generatie schaamte. Je geneert je kapot dat je voorouders een koloniaal systeem in stand hebben gehouden. Ik heb daar ook last van. Als we het over Indisch verleden hebben is de rol van etniciteit in die samenleving de olifant in de kamer. Het is geen wonder dat ik het allemaal heb gehoord. Dat mijn oma mij eruit gepikt heeft. Je kon er een Histor kleurenkaart naast leggen, het blondste kleinkind was het meest geliefd. Mijn broer en mijn

nichtje stonden bovenaan, daarna kwamen mijn zus en mijn asblonde nichtje en ik was de donkerste. Mij hoefde ze niet te sparen.” Je eindigde je toespraak met een citaat van Tjalie Robinson. ‘Vaak zonder dat we het weten, voltrekt zich een omwenteling in het leven, die genadeloos afrekent met het leven van onze ouders, en straks afrekent met het onze.’ “Ik vind Tjalie Robinson een geweldige schrijver. Het is onze taak ons bewust te zijn van die omwenteling en van de intergenerationele dynamiek die ze veroorzaakt. En het is onze verantwoordelijkheid te kijken naar de wereld waarin we nú leven en daar met behulp van deze kennis een thuis van te maken, voor iedereen. Twee miljoen Nederlanders hebben direct of indirect met dat Indische verhaal te maken. Waar ik me hard voor wil maken is dat dit verhaal gehoord blijft worden. Maar ook dat er erkenning komt voor wat er is doorgegeven door er niet over te praten.”

| 55

9-indieherdenken-2-26-9.indd 23

17-10-19 13:14


Het Nationale Gesprek Het vfonds financiert elk jaar bijzondere en vernieuwende initiatieven rondom het thema ‘vrede en vrijheid’. Dit jaar ook het lustrumproject Het Nationale Gesprek. door Frank Kromer foto’s Jan Boeve/De Balie

Wat betekent vrijheid voor een samenleving? Ook al lijkt de vraag op het eerste gezicht redelijk simpel; het antwoord dat je zal krijgen, verschilt van persoon tot persoon. Helemaal als je het vraagt aan een bestuurder en aan een mbo-student. Allebei maken ze deel uit van dezelfde (lees: onze Nederlandse) samenleving, maar hun levenspaden kruisen elkaar amper. En hoe kijken beide groepen naar vrijheid? Wat betekent vrijheid, van meningsuiting tot geloof, in de praktijk? Om de bestuurders van Nederland en mbo-studenten rond deze thema’s dichter bij elkaar te brengen, organiseert De Balie – samen met de MBO Raad en het Nationaal Comité 4 en 5 mei – Het Nationale Gesprek over Vrijheid. Of beter gezegd: 75 Nationale Gesprekken op mbo-scholen door het hele land. “Een samenleving moet je onderhouden. Het vereist elke keer een sociale inspanning”, vertelt Yoeri Albrecht (1967), directeur van De Balie. Samen met Ton Heerts van de MBO Raad staat hij aan de basis van dit ambitieuze project. “Door politici en bestuurders persoonlijke anekdotes te laten vertellen aan de studenten, kunnen we het begrip ‘vrijheid’ toegankelijk maken. Jongeren hebben sowieso een abstract beeld van de staat en van vrijheid. Door ministers en politici voor klassen te zetten, kunnen ze

56

kennismaken met een wereld die mijlenver van hen af staat.”

Door heel het land

Dat het project – dat in het kader van 75 jaar vrijheid wordt gerealiseerd – zich in de kern richt op mbo-scholen heeft volgens Albrecht meerdere redenen. Zo zitten de scholen niet alleen in de Randstad, maar door het hele land heen – van Terneuzen tot Assen. “Maar daarnaast zitten op die scholen ook groepen studenten die denken dat onze samenleving er niet voor hen is. Zij voelen zich er geen onderdeel van. Daarom is het goed om het gesprek aan te gaan. Want vrijheid geldt voor iedereen, ongeacht geloof, kleur of sociaal-economische achtergrond”, vertelt Albrecht. “En voor politici, burgemeesters, leden van de Raad van State en CEO’s is het goed om te realiseren wat er in het andere deel van onze samenleving wordt gevoeld en gedacht.” Het eerste Nationale Gesprek over Vrijheid vond plaats op 21 september in Eindhoven. Minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beet het spits af. Het format is simpel: een gespreksleider, een bestuurder en een groep leerlingen. “De kernvraag aan de bestuurder is altijd: wat

NCMagazine | najaar 2019

20-nat.gesprek-2-03.10.indd 54

17-10-19 13:49


Educati e

Ingrid van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, sprak bij het eerste Nationaal Gesprek over Vrijheid en ging in debat met mbo’ers op het Summa College in Eindhoven, 21 september 2019. Yoeri Albrecht, directeur van De Balie, leidde het gesprek.

heb je zelf gedaan, welke beslissingen heb je genomen, om bij te dragen aan onze vrijheid in de breedste zin van het woord? Aan de leerlingen is het dan de taak om na te denken hoe zij kunnen bijdragen aan vrijheid”, vertelt Albrecht die zelf ook een paar keer zal optreden als gespreksleider.

Maatschappijleer

Grote vraag is wel: zijn mbo-studenten überhaupt wel geïnteresseerd in een gesprek over vrijheid met een minister of topbestuurder? “Absoluut”, antwoordt de directeur van De Balie ferm. “Onze ervaring is dat studenten op het mbo net zo geïnteresseerd zijn in dit soort thema’s als andere studenten. Zo draaien wij al jaren een zeer succesvol project met het Amsterdamse Calvijn College. Het enige verschil is dat mbostudenten vaak iets terughoudender zijn met het stellen van vragen. Daarom moet je voor een goede voorbereiding zorgen. Maar als eenmaal de eerste vragensteller over de dam is, volgen er meer”, aldus Albrecht. Hij merkt dat het enthousiasme bij de onderwijsinstellingen groot is. “Wat me opvalt is dat veel scholen bijvoorbeeld maatschappijleer geven. Lessen waarin thema’s als burgerschap en democratie worden besproken.

Onze bijeenkomsten zijn dan ook geen losstaande events, ze passen binnen een kader. Dat merk je ook aan de belangstelling. We hebben hier een grote kaart van Nederland hangen en het hele land staat al vol met prikkers voor bijeenkomsten.

Steun

Het getal vijfenzeventig opschrijven is een stuk makkelijker dan vijfenzeventig bijeenkomsten organiseren in zo’n relatief korte tijd. Kort gezegd: het is een monsterproject. Daarom is Albrecht maar wat blij met de steun van het vfonds. “Die steun is ontzettend belangrijk. Zij staan vierkant achter ons, ook financieel.” Bij een groot project zoals het Nationale Gesprek over Vrijheid is het altijd wat lastiger om van tevoren in te schatten wanneer iets geslaagd is of niet. “Je weet nooit in welk hoofd van welke leerling je iets hebt aangezet. Misschien komt zo’n verworven inzicht pas jaren later boven borrelen”, zegt Albrecht. “Maar als we er aan kunnen bijdragen dat we elkaar beter gehoord en beter gezien hebben, dan zou ik tevreden zijn. Jong of oud, student of bestuurder; samen moeten we onze samenleving onderhouden. Ik heb er vertrouwen in.”

| 57

20-nat.gesprek-2-03.10.indd 55

17-10-19 13:49


“Je moet jezelf nooit belangrijker vinden dan een ander” Thea Meulders heeft een missie. Ze ziet het als haar opdracht om verhalen te vertellen die gehoord moeten worden. door Ricci Scheldwachtl foto Privécollectie Thea Meulders

Zoals het verhaal van KNIL-kapitein Woudenberg. Een onbekende verzetsheld. Tijdens de Japanse bezetting van NederlandsIndië was kapitein Woudenberg, zoals alle KNIL-miltairen, gevangen gezet in het jappenkamp. Maar omdat hij ingenieur was, lieten de Japanners hem regelmatig naar buiten om wegen en bruggen te repareren. Zo wist hij de vrouwenkampen te bereiken. In het begin van de oorlog slaagde hij erin om de vrouwen de niet-betaalde soldij van hun mannen te brengen. Daar konden ze stiekem eten van kopen op de zwarte markt. In 1943 lukte het hem zelfs een kerstkrans met kerstwensen van de hoofdofficieren aan de vrouwen over te brengen. Dankzij de inspanningen van kapitein Woudenberg hebben veel vrouwen de oorlog overleefd. Een vergeten held in een vergeten geschiedenis. Begrip “Zo zijn er talloze verhalen die in Nederland onbekend zijn”, zegt Thea Meulders (Magelang, 1939). Al jaren werkt ze als vrijwilliger bij Stichting Gastdocenten Tweede Wereldoorlog werkgroep Zuidoost-Azië. Vorig jaar vierde de stichting haar dertig-jarig bestaan. In die dertig jaar bezochten de gastdocenten honderden scholen, waar ze verhalen vertelden over de Tweede Wereldoorlog en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Over de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië daarna, met als gevolg de komst van meer dan 350.000 Indische Nederlanders naar Nederland. Sommige gastdocenten zoals Thea vertellen over hun eigen ervaringen, andere de verhalen van hun ouders.

58

De stichting wil daarmee begrip bijbrengen voor andere bevolkingsgroepen met eenzelfde achtergrond. Volgend jaar staat ze in Amersfoort voor een klas vluchtelingenkinderen. “Die kinderen zijn ook ontheemd en hebben eenzelfde oorlogsachtergrond. Ik probeer mijn verhaal van onderdrukking en geweld, discriminatie en racisme – want dat was het ook – te koppelen aan wat er op dit moment in de wereld gebeurt.” Ei Als meisje van twee kwam Thea met haar moeder en zusje in een jappenkamp terecht. Thea: “Ik vertel aan de leerlingen een heel simpel verhaal over de levensomstandigheden. Over het eten, het drinken, het slapen, over het gebrek aan van alles en nog wat. Op mijn vijfde verjaardag kreeg ik als verjaardagscadeau een hardgekookt eitje. In mijn les is dat een rubber ei, want ik vergat weleens om een echt gekookt ei mee te nemen. Dan laat ik het ei op de grond vallen en vertel ik dat mijn tante Chrisje het destijds hard had gekookt, zodat ik het niet kapot kon laten vallen. Lang heb ik gedacht dat ik het eitje alleen heb opgegeten. Ik wist zeker dat ik het niet met mijn zusje had gedeeld. Totdat ik een paar jaar geleden de vrouw heb ontmoet die me vertelde dat ik het eitje met haar heb gedeeld. Haar moeder had in het kamp een portret van mij getekend. Die tekening is ingelijst en laat ik altijd zien.” Het leven in het kamp was zwaar. “Met zestig vrouwen en kinderen sliepen we op rieten matjes in een vochtige en benauwde ruimte. Privacy was er niet. Voor vluchtelingen is dat een herkenbaar verhaal.”

NCMagazine | najaar 2019

18-herinnerenthea-2-26.9.indd 38

17-10-19 13:51


Herinneren

Stichting GASTDOCENTEN WO II N Werkgroep ZUIDOOST-AZIË O

W Z

Thea Meulders met haar moeder en haar kleine zusje in Nederlands-Indië, 1941

Derde generatie Ze begon pas eind jaren tachtig als gastdocent bij de stichting. Daarvoor gaf ze al jaren economieles. Tijdens de les kwam een keer de Tweede Wereldoorlog ter sprake. De leerlingen hingen aan haar lippen toen ze over haar eigen ervaringen als klein meisje in het jappenkamp vertelde. “De meeste Nederlanders denken dat de Tweede Wereldoorlog eindigde op 5 mei, want dan vieren we Bevrijdingsdag, maar voor de mensen in Nederlands-Indië eindigde de oorlog pas op 15 augustus met de capitulatie van Japan”, zegt ze. “Het komt niet in de schoolboeken voor. Ook leraren kennen het verhaal nauwelijks. Daardoor is het moeilijk om op scholen binnen te komen. Als het over de Tweede Wereldoorlog gaat, ligt de focus altijd al op het Europese verhaal.” Toch is er iets aan het veranderen. Er is een nieuwe Indische generatie opgestaan die geïnteresseerd is in wat er met hun grootouders is gebeurd. “De derde generatie heeft de pijn van de tweede generatie niet. De tweede generatie leerde van hun ouders om niet om te kijken naar het verleden. Mensen van die generatie hebben vaak het gevoel dat ze niet meetellen. Ze missen een bepaalde trots en voelen zich niet gezien en gehoord.” Thea heeft haar vader niet gekend. Hij werd tijdens de oorlog door de Japanners onthoofd. Het enige wat ze zich nu nog kan herinneren is dat hij bruine ogen had. Die herinnering was ze lang kwijt. Op haar achttiende deed ze een beroepentest en kreeg ze de vraag wat ze van haar vader wist. In één keer flapte ze eruit

dat hij bruine ogen had. Haar moeder vertelde haar later dat dat klopte. Ze koestert nog altijd een foto van haar vader. “Ik zou meer over hem willen weten. Ik zou graag mensen ontmoeten die hem nog hebben gekend. Maar die zijn er vast niet meer.” Herkenbaar Het verhaal dat ze vertelt over dat kleine meisje dat ze ooit was, is zo herkenbaar omdat iedereen herinneringen heeft aan vroeger. Daarom neemt ze ook altijd de pop mee die ze in het kamp kreeg. Haar moeder ruilde die tegen een paar zijden dansschoentjes. Thea gaf haar de naam Pop Edith. “De verpleegster die mij ter wereld bracht heette Edith. Voor mij had je een Zuster Edith en een Pop Edith. Pop Edith is na al die jaren nog altijd mijn knuffel.” Als ze terugkijkt naar het verleden, heeft ze geen pijn over vroeger. “Wat is gebeurd, is gebeurd. Ik probeer de achtergronden te zien en het ‘waarom’ te begrijpen door het verleden te koppelen aan degene die ik nu ben, in de maatschappij waarin we nu leven.” Haar verhaal gaat over respect voor anderen. “Je moet jezelf nooit belangrijker vinden dan een ander. Je maakt deel uit van een geheel. Ik weet dat ik heel veel alleen kan, maar dat ik sterker ben in een groep.” Heeft u interesse in een gratis gastles of overweegt u zelf gastdocent te worden? Voor meer informatie: www.gastdocenten.com

| 59

18-herinnerenthea-2-26.9.indd 39

17-10-19 13:52


Nederland viert 75 jaar vrijheid Het herdenken en vieren van 75 jaar vrijheid is inmiddels gestart in de zuidelijke provincies. Voor veel provincies ligt het zwaartepunt in 2020. De voorbereidingen op deze lustrumactiviteiten zijn in volle gang. door Frank Kromer foto’s Ben Houdijk

60 NCMagazine | najaar 2019

05-herdenke&vieren-6-16.10.indd 60

17-10-19 15:35


Herdenken en vieren Mano Scherpbier en Simon Dirk Terpstra langs de route van de Vrijheidstour

Overijssel In 1945 duurde het precies 17 dagen voordat de geallieerden Overijssel bevrijd hadden van hun Duitse overheersers. Nu, exact 75 jaar later, wordt met een rondreizende Vrijheidstour tijdens diezelfde 17 dagen in de voetsporen van de bevrijders getreden. “Elke dag gaan we echt naar een plek die toen bevrijd is,” vertelt Mano Scherpbier, projectmanager 75 jaar vrijheid in Overijssel. “Tijdens de tour staan lokale verhalen centraal. Wij vinden het belangrijk dat inwoners zich realiseren wat de bevrijding voor hun dorp of stad betekend heeft.” De Vrijheidstour wordt georganiseerd in samenwerking met het Historisch Centrum Overijssel en RTV Oost. “In april van dit jaar hebben we zogeheten WO2-cafés georganiseerd voor ooggetuigen en familieleden met als doel bijzondere verhalen op te sporen. Elke dag staat er een lokaal oorlogsverhaal centraal op radio, tv en online”, vertelt Simon Dirk Terpstra, projectleider en verslaggever bij RTV Oost. “Daarnaast trekken we met de Vrijheid-express de provincie door om verslag te doen van alle andere evenementen en activiteiten die plaatsvinden tijdens die 17 dagen. We beginnen in Enschede en eindigen in Kampen.” De Vrijheidstour is slechts één onderdeel van de viering die al in april van dit jaar begon met een WO2-café waarbij ooggetuigen

en familieleden aan de hand van attributen verhalen ophaalden. “Daarnaast komt er een speciale theatervoorstelling van Oorlogswinter (het bekende boek van Jan Terlouw, red.) die op tournee gaat door de provincie”, vertelt Mano Scherpbier. “En natuurlijk de herdenking op de Canadese militaire begraafplaats in Holten. Dat wordt heel bijzonder.” Maar misschien nog wel belangrijker voor Scherpbier is niet zozeer het jubileum, als wel wat er daarna gebeurt. “Je merkt dat er zoveel enthousiasme is. Eigenlijk moet je nu al nadenken hoe je de focus en energie na 2020 kunt vasthouden. En daarvoor heb je vers bloed nodig, want onze vrijwilligers worden steeds ouder.” Het klinkt als een nobel streven, maar hoe ziet Scherpbier dat gebeuren? “Het begint met het neerzetten van mooie lokale programma’s. Daar zijn we nu volop mee bezig, maar uiteindelijk ligt de bal toch echt bij de gemeenten zelf. Zij moeten de kar gaan trekken. Toen ik 31 was, werd ik gevraagd door de burgemeester van Deventer om in het 4 mei-comité plaats te nemen. En ook al was ik niet zo bezig met herdenken, toch vond ik het een enorme eer. Kortom, betrek jonge mensen bij deze mooie herdenking en viering.” Meer informatie: www.overijsselviertvrijheid.nl

| 61

05-herdenke&vieren-6-16.10.indd 61

17-10-19 15:35


Bart Corporaal en Anja Reenders op de Grote Markt in Groningen

Groningen In Groningen, Delfzijl om precies te zijn, vond de laatste grote slag in Nederland plaats. “Tien dagen lang is er nog zwaar gevochten”, vertelt Bart Corporaal, procescoördinator 75 jaar vrijheid in Groningen. “Dat is toch bijzonder zo aan het einde van de oorlog. Het was toen al duidelijk dat de Duitsers geen schijn van kans meer hadden.” Het zwaartepunt van de viering in de provincie zal dan ook komen te liggen op Delfzijl en de stad Groningen, waar het stadshart werd verwoest. “Bij ons staan de verhalen centraal. En dan niet alleen uit de oorlog, maar ook bijvoorbeeld hedendaagse verhalen die raken aan dezelfde thema’s. Denk aan integratie, aan vluchtelingen in Groningen en aan de terugkeer van Joden na de oorlog”, aldus Corporaal, die benadrukt dat de focus vooral op de nieuwe generatie komt te liggen. “Het is belangrijk dat ook zij begrijpen wat het betekent om in vrijheid te leven. We investeren dan ook volop in cultuureducatie. Wat betekent vrijheid voor onze democratie? Dat is een van de vraagstukken die zal langskomen.” Om de oorlogsverhalen tot leven te brengen heeft de provincie verschillende bijeenkomsten georganiseerd – zogeheten cafés van de Vrijheid – waar makers en inwoners bij elkaar komen. Anja Reenders is een van de projectleiders van De Verhalen van Groningen, dat samen met VRIJDAG en Biblionet Groningen cafés van de Vrijheid organiseert. “Die cafés worden gehouden in de twaalf grotere bibliotheken in de provincie met als doel nieuwe oorlogsverhalen te ontdekken en al bekende verhalen uit de regio

62

aan te vullen. Zo mogelijk worden de meest inspirerende of aansprekende verhalen gekoppeld aan een artistiek verbeelder uit dezelfde regio”, vertelt Reenders. “Dat kan een individuele kunstenaar zijn, een toneelvereniging, koor of band, etc. Zij krijgen een nog te bepalen ontwikkelbudget en indien nodig productionele ondersteuning om hun gekozen verhaal te kunnen vormgeven en uitbeelden. Dat kan in de vorm van een gedicht, kunstwerk, muziekstuk of een kort toneelstuk of monoloog bijvoorbeeld. Het kan ook zijn dat er concrete zaken opduiken ¬– zoals bijvoorbeeld bladmuziek van een Bedums Amusementsorkest dat tijdens de oorlog optrad – die om een ‘vertolker’ vragen. Per gemeente wordt bekeken of er in het gemeentelijke Bevrijdingsprogramma een geschikt moment en een passende locatie is om de verbeelde verhalen te presenteren.” Een van de verhalen die Reenders ontroert, is het verhaal van de mars van vrouwen en kinderen uit Westerbork. “In 1945 zat een groep van 116 vrouwelijke politieke gevangenen in het kamp vast, waaronder 16 Groningse vrouwen. Op 11 april werden de vrouwen op een mars gestuurd richting Visvliet. Een paar dagen later werden ze bij Grijpskerk bevrijd. Deze mars is door een van de Groningse vrouwen uitvoerig beschreven. Het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen gaat een wandeltocht realiseren waar men onderweg informatie krijgt over de tocht van de vrouwen. In Grijpskerk, het eindpunt, wordt een kleine tentoonstelling ingericht over deze groep vrouwen.”

NCMagazine | najaar 2019

05-herdenke&vieren-6-16.10.indd 62

17-10-19 15:36


Herdenken en v ier en Ineke van Gent en Sanne van Doorn voor standbeeld De Schiere Monnik

Friesland In de provincie Groningen vond dan wel de laatste grote slag van Nederland plaats; het was Friesland dat pas als laatste provincie werd bevrijd. Dat kwam door de unieke situatie op het eiland Schiermonnikoog. “Het eiland [eigendom van een Duitse graaf] was vanaf mei 1940 geïsoleerd van de rest van de wereld. Nadat 800 Duitse militairen hun intrek hadden genomen, mocht niemand meer van het eiland af”, vertelt Sanne van Doorn, projectleider 75 jaar vrijheid bij de provincie Fryslân. Gedurende de oorlog was de verhouding tussen de bezetter en de eilanders redelijk. “Er was geen sprake van echte onderdrukking”, vertelt Van Doorn. “Sterker nog, toen tegen het eind van de oorlog 128 fanatieke Duitse soldaten naar het eiland vluchtten vanwege de oprukkende geallieerden, zaten de oorspronkelijk bezetters met hun landgenoten in hun maag.” Uiteindelijk duurde het tot 11 juni voordat ook ‘Schier’ bevrijd werd. “De Canadezen hadden zoiets van: wij gaan Schiermonnikoog niet bevrijden, we hebben al zoveel verliezen geleden, dat eiland geloven we wel”, aldus Van Doorn, die druk bezig is om vanuit de provincie samen met de gemeente een mooi programma op te zetten. Voor de burgemeester van Schiermonnikoog, Ineke van Gent, is het enthousiasme vanuit de provincie aanstekelijk: “Ze denken echt actief mee over hoe wij dit bijzondere jubileum kunnen herdenken en vieren. Sowieso heeft Schiermonnikoog altijd bijzondere herdenkingen. Op de begraafplaats Vredenhof liggen veel

oorlogsslachtoffers van verschillende nationaliteiten begraven. Tijdens de herdenking op 4 mei worden dan ook alle volksliederen van alle overledenen gespeeld. Dat is echt indrukwekkend, zeker omdat het echt leeft onder de eilandbewoners. Vrijheid is niet vanzelfsprekend. Vrijheid is iets wat we moeten doorgeven van generatie op generatie. ” Voor Van Gent zou het bijzonder zijn als de viering en herdenking op Schiermonnikoog een landelijke dimensie krijgt. “We zijn natuurlijk dit jaar begonnen in het Zeeuwse Terneuzen, en het zou fantastisch zijn als we het ook op 11 juni groots kunnen afsluiten, hier op het eiland. We zijn er nu dan ook druk mee bezig om dat voor elkaar te krijgen.” Naast het bijzondere verhaal van Schiermonnikoog, bood Friesland in de oorlogstijd – met zijn afgelegen boerderijen en huizen – veelvuldig onderduik aan Joodse kinderen. Een van de Friese projecten, getiteld ‘De terugkeer van de Joodse kinderen’, zoomt specifiek in op deze heldhaftige gebeurtenis. “In ’42 en ’43 zijn er 210 Joodse kinderen uit Amsterdam naar Friesland gesmokkeld. Het project gaat proberen de kinderen – voor zover ze nog in leven zijn – op te sporen. Begin 2020 willen we dan samen met hen de oorlog gedenken en de bevrijding vieren.”

| 63

05-herdenke&vieren-6-16.10.indd 63

17-10-19 15:37


Marloes Sonsma en Ineke den Heijer voor de toegangspoort van de Scheveningse gevangenis

Zuid-Holland Veel Nederlanders zien 5 mei 1945 als het officiële einde van de oorlog in Nederland. Toch is dat niet helemaal waar. Sterker nog, de provincie Zuid-Holland bewijst het tegendeel. “We zijn nu al begonnen met stil te staan bij de oorlog met bijvoorbeeld de opening van het Nationaal Monument Oranjehotel [het oude cellencomplex waar in de oorlog 25.000 mensen hebben vastgezeten, red.] door Koning Willem-Alexander”, vertelt Ineke den Heijer, projectleider 75 jaar vrijheid in Zuid-Holland. “Maar het zwaartepunt ligt op Bevrijdingsdag, waarbij we de gastprovincie zijn van de start van de landelijke viering, en de paar maanden daarna.” De officiële afsluiting van het jubileumjaar vindt plaats op 24 oktober 2020, precies 75 jaar nadat de Verenigde Naties zijn opgericht. Een van de organisatoren van dat jubileumfeest is Humanity House, het Haagse museum en debatcentrum dat menselijk leed in conflicten zichtbaar maakt. “De Verenigde Naties is toch echt een ver-van-je-bed-show, en het instituut is niet altijd even populair geweest,” vertelt Marloes Sonsma, projectmanager 75 jaar VN in 75 verhalen van het Humanity House. “Daarom lichten we 75 persoonlijke verhalen uit die de oprichtingsprincipes van de VN raken. Het gaat ons namelijk niet om het instituut, maar om het gedachtegoed.” Als voorbeeld geeft Sonsma een anekdote over een begrafenis van een imam tijdens de burgeroorlog in Joegoslavië. “Om een imam in zijn oude dorp te kunnen begraven, werd er een staakt-het-vuren afgesproken. Sterker nog, de vechtende groepen maakten een corridor om hem de laatste eer te bewijzen.

Zo’n verhaal geeft hoop, dat juist op de meest gruwelijke momenten er toch medemenselijkheid bestaat,” aldus Sonsma die aangeeft dat haar organisatie – die voor dit project samenwerkt met verschillende partijen, waaronder Unicef en Just Peace en de provincie Zuid-Holland – nog steeds druk bezig is om alle verhalen te verzamelen. “Uiteindelijk willen we de verhalen op zoveel mogelijk manieren tot uiting brengen. Dat kan in de vorm van een tentoonstelling zijn, maar ook een dans of een symfonie van 75 seconden. Maar mijn stille hoop is dat we een voorstelling kunnen maken over het Joegoslaviëtribunaal met het Nationaal Theater.” Naast de fysieke herdenkingen en vieringen wordt er door de provincie ook nagedacht over wat vrijheid in de digitale wereld betekent. “Er zijn zoveel technologische ontwikkeling, dat geeft veel vrijheid, maar in hoeverre perkt dat ook onze vrijheid in?”, vertelt Ineke den Heijer van de provincie. “Denk aan data-verzameling, en het verkopen van data en privacy. We willen stilstaan bij de vraag hoe we de volgende 75 jaar weer in vrijheid kunnen leven.”

64 NCMagazine | najaar 2019

05-herdenke&vieren-6-16.10.indd 64

17-10-19 15:37


Herdenken en vieren Anne van Slageren en Gerrit Kamstra voor het Provinciehuis van Drenthe

Drenthe Als er een provincie is waar de Tweede Wereldoorlog diepe en duistere sporen heeft achtergelaten, dan is het wel de provincie Drenthe. Hiervandaan werden meer dan 100.000 Nederlandse Joden, Roma en Sinti op transport gezet naar het Oosten, naar hun dood. Logisch dan ook dat Kamp Westerbork een centrale rol speelt in de herinnering aan 75 jaar vrijheid. “Voor ons is het belangrijk dat het verleden niet vergeten wordt”, vertelt Gerrit Kamstra, projectleider 75 jaar vrijheid bij de provincie Drenthe. “Een van de projecten die we mede-organiseren is ‘Terug naar Westerbork’, een fietstocht voor mbo-studenten vanuit verschillende landen. Zij fietsen in meerdere dagen de omgekeerde route van Auschwitz naar Bergen-Belsen naar Westerbork. Tijdens de reis brengen ze bezoeken aan concentratiekampen en belangrijke historische plekken; dat allemaal om de nieuwe generatie te laten zien wat voor inspanning nodig is om vrijheid te realiseren. De tocht eindigt op 4 mei 2020.” Een andere bijzonder project dat plaatsvindt bij Westerbork, is de theatervoorstelling ‘Aan de andere kant’, waarbij de focus ligt op hetgeen na de oorlog is gebeurd. “Na de onafhankelijkheid van Indonesië werd een grote groep Molukkers, waaronder een groot deel oud-KNIL’ers en hun familie, ondergebracht in woonoord Schattenberg op het terrein van Westerbork”, vertelt Kamstra. “Ook die geschiedenis willen we niet onderbelicht laten.” De theatervoorstelling in Westerbork is eigenlijk een trilogie, waarbij in elk deel een andere generatie centraal staat. “Ze kwa-

men als politieke bannelingen naar Nederland, met de gedachte niet langer dan 6 maanden te blijven. Uiteindelijk bleven sommigen 20 jaar in Westerbork”, vertelt producent Anne van Slageren. “De trilogie, waar we elk jaar een deel van spelen [het eerste deel kwam uit in 2018, red.], gaat over gebroken beloftes, over verdriet, over Nederlandse slachtoffers door Molukse acties, over de impact van deze bijzondere groep op Drenthe. Maar ook over de vaak vergeten inzet van (Molukse) KNIL-soldaten voor Nederland in de Tweede Wereldoorlog. De opofferingsgezindheid van sommigen van hen voor Nederland kunnen wij ons nu nauwelijks voorstellen.” Ook al is er veel over de Molukkers in Nederland geschreven en ook al zijn er veel documentaires gemaakt, ‘Aan de andere kant’ laat toch een ander geluid horen. “Er is veel over elkaar geschreven, maar niet met elkaar. Deze voorstelling is echt een Nederlands-Molukse productie waarbij we intensief samenwerken. Dat vind ik echt belangrijk. Want pas als je elkaar begrijpt en respecteert, kun je de waarde van vrijheid inzien.” Overigens draait niet de gehele herdenking en viering van 75 jaar vrijheid in Drenthe rondom Westerbork. Ook zal er ruim aandacht zijn voor Operatie Amherst, zo vertelt Gerrit Kamstra van de provincie. “Begin april 1945 is onze bevrijding gestart met de landing van Franse parachutisten in Drenthe. Zij hebben de weg bereid voor de oprukkende Canadezen. Er is hier toen hard gevochten, dus daar gaan we zeker bij stilstaan.”

| 65

05-herdenke&vieren-6-16.10.indd 65

17-10-19 15:38


De Molukken is een eilandengroep in het oosten van Indonesië. Op de Zuid-Molukse eilanden Ceram, Ambon en Haroekoe bevonden zich in 1943 krijgsgevangenkampen, waar 6400 Nederlandse en Engelse mannen verplicht werden arbeid te verrichten. Een kwart van hen overleefde dit niet. door Anita van Stel

Het drama van Amahei De ongeveer duizend krijgsgevangenen van kamp Amahei zijn in oktober 1943 klaar met de aanleg van het vliegveld. Ze krijgen een nieuwe bestemming, Haroekoe, waar dezelfde werkzaamheden

Waterput In 2010 ontdekt documentairemaker Kees Maaswinkel, in gesprek met een ooggetuige die tijdens de oorlog tegenover het kamp woonde, de gruwelijke waarheid: ergens onder het gras van de aloon-aloon bevinden zich de stoffelijke resten van H. Smit, J. Verleng en J.H. Fitz Verploegh. Maaswinkel tipt de Oorlogsgravenstichting. Enkele jaren later probeert directeur Indonesië Robbert van de Rijdt de stoffelijke overschotten te vinden. Hij slaagt daar niet in. Van de Rijdt: “Een enorm teleurstellende ervaring. We hebben ter plaatse zelfs een bulldozer gehuurd. Een gebied van tien tot vijftien meter is voorzichtig afgegraven, in de hoop de contouren van de waterput te vinden. We moesten afgaan

op de informatie van de getuige, omdat de exacte plaats niet bekend was. Op plattegronden van het kamp staat de put niet aangegeven. De Oorlogsgravenstichting wilde de mannen graag een laatste rustplaats op een erebegraafplaats geven. Het is – natuurlijk vooral voor de nabestaanden – erg spijtig dat we ze niet hebben gevonden.”

1600 doden In de relatief korte tijdspanne – van een half jaar tot ruim een jaar – waarin de kampen op de Molukken operationeel waren, zijn er veel krijgsgevangenen omgekomen. Ooggetuigen wijten dit aan het extreem inhumane regime van de Japanners, voor wie “victory belangrijker is dan de zorg voor zieken”, zoals de Nederlandse arts Buning van Ischi in zijn dagboek schrijft. Door het slechte onderkomen, mishandelingen, epidemieën van ziektes en het gebrek aan goede voeding veranderden de krijgsgevangenen in rap tempo in menselijke wrakken die nauwelijks tot het zware werk in staat waren. Op 31 juli noteert Buning van Ischi in het kamp op Haroekoe het 243ste sterfgeval.

Per abuis Vanaf november 1943 vervoeren de Japan-

ANITA VAN STEL

minder vlotten. Terwijl de mannen op 21 oktober uit de haven van Amahei wegvaren, blijven drie Nederlanders achter in een kooi van prikkeldraad. Ze zitten daar dan al vijfenhalve maand in gevangen, na een mislukte ontsnappingspoging. De Japanners executeren de mannen met een bajonet en gooien de lichamen in een waterput. In de Japanse kampadministratie noteert de kampleiding dat de mannen aan longontsteking en bacillaire dysenterie zijn bezweken.

Robbert van de Rijdt, Oorlogsgravenstichting

Op het grote grasveld, de aloon-aloon, van het dorp Soahuku (Amahei) op Ceram scharrelen een paar biggetjes rond. Een groep pubers schuilt voor de regen op een kleine tribune. Niets herinnert aan het feit dat hier in 1943 duizend Nederlandse mannen krijgsgevangen waren en in de jungle een vliegveld aan moesten leggen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de Molukken voor Japan strategisch belangrijk, als uitvalsbasis voor aanvallen op Australië. Vanaf de Slag om Ambon, tussen 30 januari en 3 februari 1942, wordt ook Ambon-stad als uitvalsbasis gebruikt. Ambon wordt daarmee een doelwit voor geallieerde bombardementen. Om het risico te spreiden, besluiten de Japanners een reeks nieuwe vliegvelden op Ceram, Haroekoe, Ambon en op het Soenda-eiland Flores aan te leggen. Nederlandse en Engelse mannen worden uit de krijgsgevangenkampen op Java gehaald om deze dwangarbeid te verrichten. Ze gaan in maart ’43 op transport naar de eilanden.

Anita van Stel

De onbekende kampen in de Molukse archipel

66 NCMagazine | najaar 2019

24-int. amahei-2-03.10.indd 22

17-10-19 13:56


Internat ionaal

Van boven naar beneden: De aloon-aloon van Soahoku (Amahei) anno 2019. Het vliegveld van Amahei is qua design nog hetzelfde als in 1943.

Anita van Stel

De Oorlogsgravenstichting probeert de contouren van de waterput te traceren.

Robbert van de Rijdt, Oorlogsgravenstichting

ANITA VAN STEL

ners zieken terug naar Java. Voor de krijgsgevangenen ogenschijnlijk de redding, maar niets is minder waar. Tijdens de retourreizen met de overvolle Hell Ships vinden velen alsnog de dood, doordat de schepen te lang op zee moeten liggen, de sanitaire omstandigheden onmenselijk zijn en ziektes zich snel verspreiden. Daarnaast torpederen of bombarderen de geallieerden de schepen, omdat de Japanners deze niet als krijgsgevangenentransportschip hebben gemarkeerd. Zo bezegelt de Amerikaanse onderzeeÍr USS Bonefish op 29 november per abuis het droeve lot van de 542 zieke opvarenden van de SS Suez Maru, onder wie 140 van de oorspronkelijke 1000 van Amahei. De 250 die in zee voor hun leven vechten, worden door de Japanners doodgeschoten. Als in 1945 de laatste krijgsgevangenen Makassar bereiken, zijn er 1600 doden te betreuren. Anno 2019 lijkt op het vliegveld van Amahei de tijd te hebben stilgestaan. De landingsbaan is weliswaar recent opnieuw geasfalteerd, maar het ontwerp is sinds 1943 niet gewijzigd. Bron: J.H. Veenstra e.a., Als krijgsgevangene naar de Molukken en Flores; 1982, ’s-Gravenhage

| 67

24-int. amahei-2-03.10.indd 23

21-10-19 20:40


Kunnen 33 landen 75 jaar na de bevrijding een internationaal, gezamenlijk gedeeld verhaal vertellen over de Holocaust? Hoe ga je om met het eigen oorlogsverleden van lidstaten? En wat als de nationale politiek de Holocaust misbruikt voor identiteitspolitiek? Ernst Steigenga, sinds januari hoofd van de Nederlandse delegatie van de IHRA, zet zijn tanden in een soms taaie werkelijkheid. door Karen de Jager foto Reuters/Bernadett Szabo

Ernst Steigenga: “Mijn rol is vooral die van verbinder, bruggenbouwer, tussen het Nederlandse veld en de internationale context. Mijn doel is het kweken van begrip voor verschillende invalshoeken en het delen van kennis over elkaars manier van herinneren en herdenken in de IHRA-lidstaten. Er is ruimte voor nuancering en het eigen verhaal van lidstaten, met behoud van de feiten.” De organisatie bestaat uit een unieke combinatie van regeringsvertegenwoordigers en experts op het gebied van de Holocaust. Dit samenspel werkt goed, maar de stem van de experts staat in een aantal landen onder druk.

Weerbarstig Een voorbeeld daarvan is het POLIN Museum in Warschau dat in 2014 zijn deuren opende. Gelegen op de plek van het oude Joodse getto, toont het museum duizend jaar Pools-Joodse geschiedenis. Het museum laat de geschiedenis zien van

68

Een internationaal, het land dat drie keer werd opgedeeld door Rusland, Oostenrijk en Pruisen; het antisemitisme van de Polen zelf; het antisemitisme van de nazi’s en de antisemitische speech uit 1968 van Wladyslaw Gomulka, secretaris-generaal van de Poolse Verenigde Partij. POLIN laat als geen ander museum zien hoe een land in het reine komt met zijn verleden. Dat imago van Polen ligt sinds 2015 echter onder vuur. Met het aantreden van de conservatief-nationalistische regering gaat de voorkeur uit naar een beeld van de Poolse geschiedenis waarin helden de hoofdrol spelen. Sinds 2018 zijn wetenschappers aangeklaagd die suggereren dat Polen tijdens de oorlog betrokken was bij misdaden. Ernst Steigenga: “Het is complex. Landen hebben soms hun eigen visie op het Holocaustverleden, vanuit actuele maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Binnen de IHRA bespreken we deze complexiteit, maar we zijn geen politiek orgaan.”

“We moeten daarover in gesprek blijven. Ook met een land als Hongarije, waar de regering zich actief bemoeit met de inhoud van het nieuwe Holocaustmuseum House of Fates. Zo is er ook discussie over het Huis van de Europese Geschiedenis in Brussel, waar de Holocaust naast het stalinisme wordt gepresenteerd en er gevoelige vergelijkingen getrokken worden. Onze experts zijn onze ogen en oren en adviseren regeringsvertegenwoordigers over onderdelen waarover zij in gesprek moeten gaan. We moeten alert zijn, ons niet om de tuin laten leiden, oppassen voor nivellering. We moeten keer op keer zeggen: het is onderzocht, je kunt het niet ontkennen, de internationale gemeenschap weet wat heeft plaatsgevonden, de bewijzen zijn overvloedig.” Er zijn ook successen geboekt, zoals in Tsjechië. Daar kocht de regering in 2014 uiteindelijk een varkensboerderij op, gebouwd op het terrein van het

NCMagazine | najaar 2019

25-herinnerenIHRA-2-9.10.indd 22

17-10-19 13:58

g


,

Internat ionaal

gedeeld verhaal voormalig naziconcentratiekamp voor Roma, Lety, om plaats te maken voor een monument. “Ik ben lid van de internationale stuurgroep die werkt aan het herinneringscentrum in het voormalige naziconcentratie- en vernietigingskamp Sobibor. Met collega’s uit Polen, Slowakije en Israël is het gelukt met een plan te komen waar alle vier de landen achter staan. Oog hebben voor de achtergronden en de cultuur waarin herdenkingstradities ontstaan, heeft meerwaarde, ook voor ons in Nederland.”

Alert en relevant blijven In 2016 nam de IHRA de Werkdefinitie van Antisemitisme aan. De Tweede Kamer wil die ook in Nederland toepassen. Het agenderen van educatie over, herdenking van, en onderzoek naar de Holocaust en het tegengaan van holocaustontkenning, zijn en blijven kerntaken van de IHRA. Maar de toekomst vraagt om een

andere aanpak. “De oorlog is nu 75 jaar geleden. In januari 2020 brengt de IHRA een nieuw statement uit: een bevestiging van de Stockholmverklaring en het voornemen om internationaal holocaustherinnering en -herdenking duurzaam op een hoger plan te krijgen. Deze verklaring zal in januari 2020 door de verantwoordelijke ministers van de lidstaten worden ondertekend. Het verhaal van de Holocaust moet ook in de toekomst worden verteld en als ijkpunt dienen. Ook voor generaties waarvan (over)grootouders de Tweede Wereldoorlog niet hebben meegemaakt. Daarvoor hebben we een tijdsbestendig, breed gedragen verhaal nodig, juist ook om tegenwicht te bieden aan revisionistische ideeën. Uitwisseling tussen landen en experts blijft actueel. Werken aan een wereld die zich de Holocaust herinnert – aan een wereld zonder genocide; die doelstelling zullen we in het Nederlandse veld toelichten en uitdragen.”

House of Fates Holocaust museum in Boedapest. Het museum is nog niet open voor publiek.

Over IHRA Binnen de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA, 1998) werken overheden en experts samen aan het bevorderen van educatie over, herdenking van, en onderzoek naar de Holocaust en het bestrijden van antisemitisme. Lidmaatschap staat open voor alle democratische landen die de Stockholmverklaring onderschrijven. Nederland is een van de 33 leden. Portugal is kandidaat-lid, acht landen hebben een waarnemersstatus. Daarnaast heeft de IHRA zeven permanente internationale partners, waaronder de Verenigde Naties en de Europese Unie. Meer informatie: holocaustremembrance.com.

| 69

25-herinnerenIHRA-2-9.10.indd 23

17-10-19 13:58


Stand van zaken door: de redactie

Ilvy Njiokiktjien

Om te laten zien dat er op 4 mei in heel Nederland wordt herdacht, toont het Nationaal Comité 4 en 5 mei tijdens de Nationale Herdenking op de Dam foto’s van herdenkingen uit het hele land. Wilt u dat ook uw herdenking komende Nationale Herdenking te zien is op de schermen? Stuur uw foto’s naar communicatie@4en5mei. nl onder vermelding van de plaats van de herdenking en de naam van de fotograaf. De foto’s dienen een liggend formaat te hebben en een resolutie van minimaal 2 MB.

Willem de Kam

Een foto van uw herdenking op de Dam?

Bijeenkomst voor organisatoren van lokale herdenkingen en vieringen op 30 maart 2019

70

Chris van Houts

Bijeenkomsten voor organisatoren van lokale herdenkingen en vieringen Twee keer per jaar organiseert het Nationaal Comité 4 en 5 mei een bijeenkomst voor organisatoren van lokale herdenkingen en vieringen. De bijeenkomsten bestaan uit een informatief en inspirerend programma met lezingen, werksessies, presentaties en discussies, en dienen als inspiratie voor lokale herdenkingen en vieringen. Bent u ook betrokken bij de organisatie van een herdenking en/of viering en wilt u uitgenodigd worden voor deze bijeenkomsten? Meld u dan aan via www.4en5mei.nl/ bijeenkomsten.

NCMagazine | najaar 2019

08-stavaza-2-09.10.indd 62

21-10-19 20:46


LEVENSLICHT

Daan Roosegaarde

werk symbool voor de impact van de Holocaust. Na een landelijke onthulling wordt in elke betrokken gemeente een deel van de stenen tentoongesteld. In het donker lichten de herdenkingsstenen op. De stenen ‘ademen’ in licht en symboliseren daarmee dat de herinnering aan de slachtoffers in leven moet blijven. Het monument wordt tussen 22 januari en 2 februari 2020 tentoongesteld. Elke gemeente waar Joden, Roma en Sinti zijn vervolgd, kan zich aanmelden voor dit tijdelijke lichtmonument. Voor meer informatie: www.4en5mei.nl/levenslicht.

Ieder jaar wordt rond 27 januari stilgestaan bij de slachtoffers van de Holocaust. Op 27 januari 2020 is het 75 jaar geleden dat concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz, hét internationale symbool van de Holocaust, werd bevrijd. Om mensen in hun eigen gemeente te betrekken bij dit oorlogsverleden, is op verzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei een tijdelijk lichtmonument ontworpen door kunstenaar en innovator Daan Roosegaarde: LEVENSLICHT. Met 104.000 lichtgevende herdenkingsstenen (gelijk aan het aantal slachtoffers uit Nederland) staat het kunst-

Immaterieel Erfgoed

WO2 Onderzoek Uitgelicht Live

Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft dit jaar het voortouw genomen om de Nederlandse traditie van herdenken en vieren op 4 en 5 mei op te laten nemen in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. Op 2 juli is de voordracht goedgekeurd door de toetsingscommissie van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. Op 9 november wordt 4 en 5 mei officieel bijgeschreven in de Inventaris tijdens de bijeenkomst voor organisatoren van lokale herdenkingen en vieringen in Amersfoort.

Op donderdag 12 december organiseert WO2 Onderzoek Uitgelicht, het online tijdschrift dat onderzoek over oorlog en herdenken toegankelijk maakt, een bijeenkomst over de rol van documentaires bij de verwerking van oorlogstrauma’s. Tijdens de bijeenkomst, die wordt georganiseerd in samenwerking met het Joods Cultureel Kwartier, zijn er enkele lezingen over het thema, is er mogelijkheid tot discussie en kan de nieuwe tentoonstelling over de familiegeschiedenis van filmmaker Willy Lindwer worden bezocht in het Nationaal Holocaust Museum i.o. in Amsterdam. Meld u aan op www.tweedewereldoorlog.nl/oulive.

familiearchief Willy Lindwer

Willem de Kam

Herdenken en vieren

Onderzoek Uitgelicht Live - Portretfoto’s Wolf en Ryfka

| 71

08-stavaza-2-09.10.indd 63

17-10-19 14:00


26/01/2020 NATIONALE HOLOCAUST HERDENKING

Foto: Nationaal Archief/Rob Bogaerts/Anefo. 28-01-1979

72-NCM.2.19.indd 45

16-10-19 11:39


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.