NC Magazine - voorjaar 2020

Page 1

NCMagazine Nationaal Comité 4 en 5 mei, voorjaar 2020

Ov e r h e r d e n k e n , v i e r e n e n h e r i n n e r e n

4 en 5 mei 2020 zonder publiek door coronavirus 4 mei-voordracht Arnon Grunberg 75 jaar vrijheid Sigrid Kaag en Paul van Vliet over ‘de geur van oorlog’

01-cover&inhoud.voorstel.2-6-27.02.indd 1

17-04-20 11:48


01-cover&inhoud.voorstel.2-6-27.02.indd 2

12-03-20 14:46


01-cover&inhoud.voorstel.2-6-27.02.indd 3

12-03-20 14:47


H o ofdredactioneel

Samen stilstaan bij 75 jaar vrijheid Vlak voor het ter perse gaan van dit NC Magazine werden de eerste coronamaatregelen van kracht. Het virus trekt een zware wissel op onze samenleving. In de eerste plaats op al die mensen en families die rechtstreeks door het virus geraakt zijn en dierbaren moeten missen. De grootste crisis in vredestijd sinds de Tweede Wereldoorlog, in de woorden van minister-president Rutte tijdens een van de vele persconferenties. De coronamaatregelen hebben helaas ook een streep gezet door een groot deel van de activiteiten rond 75 jaar vrijheid die in de afgelopen jaren door heel veel enthousiaste en betrokken mensen waren voorbereid. Ondanks die teleurstelling staan we op 5 mei toch stil bij 75 jaar vrijheid. Dat doen we in het besef dat vrijheid nooit vanzelfsprekend is, kwetsbaar is en vraagt om verantwoordelijkheid van ons allen, juist nu er een beroep op ons wordt gedaan om goed voor elkaar te zorgen. De Nationale Herdenking op 4 mei gaat in aangepaste vorm door, zonder publiek. Koning Willem-Alexander houdt voor het eerst een toespraak tijdens de herdenking. Voorafgaand aan de ceremonie op de Dam spreekt Arnon Grunberg in een lege Nieuwe Kerk de 4 mei-voordracht uit.

Colofon Jaargang 10, nr. 17, voorjaar 2020 Hoofdredacteur: Gerben van den Berg Bureauredacteur: Irene de Roos Redactie: Jan van Kooten, Nienke Majoor, Niels Weitkamp Eindredactie: Joyce van Galen Last Technische eindredactie: Sophie van den Bergh Beeldredactie: Mieke Sobering Art direction & vormgeving: Remco Tonino Redactieadres: Nieuwe Prinsengracht 89, 1018 VR Amsterdam Tel: 020 718 3500 Mail: info@4en5mei.nl Aan dit nummer werkten mee:

Het onbeschrijfelijke beschrijven, dat is wat Arnon Grunberg doet in zijn 4 mei-voordracht. “Heel veel frases zijn hol geworden, dat maakt herdenken ingewikkeld”, aldus Grunberg (p.10). Onbeschrijfelijk is ook de geur van oorlog. Paul van Vliet vertelt daarover in het generatiegesprek met minister Sigrid Kaag (p.45). In het kapotgeschoten Eritrea, dat hij in 1993 bezocht als Unicef-ambassadeur, herkende hij de geur van zijn in 1945 kapotgebombardeerde huis in het Bezuidenhout in Den Haag. “Ik herkende veel van dat puin. Het is anders dan gewoon puin bij een verbouwing. Puin met dynamiet heeft een heel andere geur.” De cover van deze aangepaste lustrumeditie van NC Magazine wordt gesierd door 75 portretten van verschillende Nederlanders, uit elk geboortejaar sinds 1945 één. Allen zijn geboren in vrijheid maar leven met hun eigen familieverhaal over oorlog (p. 14). Het zijn deze persoonlijke verhalen die het onbeschrijfelijke beschrijven.

02-hoofdredactioneel-2-02.03.indd 4

Alex Bakker, ANP/Koen Suyk, ANP/Remko de Waal, ANP/Mirella Scholtes, Amsterdams 4 en 5 mei comité/Marleen Smit, Beeldbank WO2 – NIOD/Maria Somers, Brandeis fotografie, Bevrijdingsmuseum Zeeland/Stef Traas, Frank Bol, Martijn Bijzetter, Gerard Casius, Curly and Straight, Iris Cohen, Maarten Dallinga, Floris van Dijk, Leonie Durlinger, Fred Ernst, Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers/Ignas Coppens, Koen van Groesen, Henriëtte Guest, Ruben Hamelink, Monique van Hoogstraten, William Hoogteyling, Linda Huijsmans, Ben Houdijk, Chris van Houts, KAAN architecten/Maria Azzurra Rossi, Marcel van Kammen, Salih Kiliç, Richard Koek, Renske Krimp, Frank Kromer, Liberation Route, Madurodam/Marianne Aalders, J.C.W. Massink , Richard Mulder, Kirsten Munk, Nationaal Archief, Daniel Niessen, Ilvy Njiokiktjien, Oorlogsgravenstichting/Hélène Briaire, Leonard Ornstein, Larissa Pans, Reuters/Hannibal Hanschke, Ricci Scheldwacht, Freddy Schinkel, Geert Snoeijer, Spaarnestad Photo/Laurencia Eckers, Stadsarchief Rotterdam/Ruth Dorn, Anita van Stel, Stip Theaterproducties/Lynn Meijer, Krijn Thijs, Verzetsmuseum Amsterdam/ Filip Bloem, Timo Waarsenburg, Vertel Vrijheid/Idske Bakker, C. Vrooland, Natascha van Weezel, Dorine van der Wind, Wijchens Nieuws. Drukkerij: Drukkerij Roelofs Copyright 2020 Nationaal Comité 4 en 5 mei. Overname van artikelen en informatie uit dit magazine is toegestaan voor niet-commercieel gebruik met vermelding van de auteur en de bron.

17-04-20 11:50


Het NCMagazine voorjaar 2020 Over herdenken, vieren en herinneren

10 36 22 06 14 40 66 69 24 45 50 58 64

HERDENKEN 4 mei-voordracht door Arnon Grunberg: “Heel veel frases zijn hol geworden. Dat maakt herdenken ingewikkeld” Internationale herdenking van de Holocaust

32 54

VIEREN Commissaris van de Koning in Zuid-Holland Jaap Smit

HERDENKEN EN VIEREN Thuis stilstaan bij 4 en 5 mei Fotoboek 75 jaar vrijheid Platform WO2 pakt uit Programma 75 jaar vrijheid Stand van zaken

HERINNEREN Wat als je wél een oorlog hebt meegemaakt? Sigrid Kaag en Paul van Vliet over ‘de geur van oorlog’ Huizen van Aankomst: ‘De erfenis van Nederlands-Indië is van ons allemaal’ Bevrijdingsmuseum Zeeland Scouts in de oorlog

02-hoofdredactioneel-2-02.03.indd 5

20 52 56 62 35 61

EDUCATIE Vrijheid Verbindt – Een educatieve impuls voor 75 jaar vrijheid Bosatlas: het verhaal van de Tweede Wereldoorlog in kaart

ONDERZOEK Rituelenonderzoek: de kracht van ogenschijnlijke onveranderlijkheid Kim Putters over De stand van vrijheid

INTERNATIONAAL Onbekend: torpedo’s in de tropen IHRA: herdenken in Duitsland

INSPIRATIE Jan van Kooten: 75 jaar vrijheid: een wel heel bijzonder lustrum De keuze van Lisette Mattaar

17-04-20 13:58


06 NCMagazine | v00rjaar 2020

32-thuisviering-3.indd 6

17-04-20 11:51


Herdenken en vieren

Dit jaar maken we 4 en 5 mei thuis mee. We staan alleen, maar toch samen, stil bij beide dagen. En iedereen kan vanuit huis meedoen; hang de vlag uit, speel mee, zing mee, neem stilte in acht, herdenk, kijk tv en spreek over vrijheid. door de redactie Foto Ben Houdijk

Thuis stilstaan bij 4 en 5 mei | 07

32-thuisviering-3.indd 7

17-04-20 11:52


Het Nationaal Comité roept iedereen op om de herdenking thuis via de televisie of online te volgen en niet naar de Dam te komen in verband met de geldende maatregelen. Voorafgaand aan de ceremonie op de Dam spreekt Arnon Grunberg in De Nieuwe Kerk de 4 mei-voordracht uit. Ook die vindt plaats zonder publiek. Simone Kleinsma zingt in De Nieuwe Kerk een lied, begeleid door een klein ensemble van het Metropole Orkest.

Thuis herdenken Tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei hangt de Nederlandse vlag halfstok. Dit jaar roept het comité iedereen op om niet alleen na 18.00 uur, maar gedurende de hele dag de vlag halfstok te hangen. Het Taptoe-signaal is de muziek die de twee minuten stilte inluidt bij de Dodenherdenking. Het Nationaal Comité omarmt het initiatief van de Oranjevereniging in Etten-Leur en nodigt geoefende bespelers van blaasinstrumenten uit om tijdens de Nationale Herdenking het Taptoe-signaal vanuit huis mee te spelen. Meer informatie over het Taptoe-signaal, het verschil met de Last Post en de partituur vindt u op www.4en5mei.nl/thuis. Na de twee minuten stilte klinkt om 20.02 uur het Wilhelmus. Het Nationaal Comité nodigt iedereen uit om thuis het eerste couplet mee te zingen.

Joep

ANP/Robin van Lonkhuijsen

De Nationale Herdenking op de Dam in Amsterdam gaat in aangepaste vorm door, zonder publiek. Koning Willem-Alexander en koningin Máxima leggen als eerste een krans namens ons allen. Daarna zijn er kransen voor de verschillende groepen oorlogsgetroffenen, het parlement, de regering, de strijdkrachten en de burgemeester van Amsterdam. Koning Willem-Alexander houdt tijdens de herdenking een toespraak en Eva Pronk (16) uit Den Haag draagt haar gedicht Vrijheid voor. De Nationale Herdenking wordt live uitgezonden door de NOS.

Vrijheidsvuur Wageningen In de nacht van 4 op 5 mei wordt in Wageningen voor Hotel de Wereld het Vrijheidsvuur ontstoken in aanwezigheid van de staatssecretaris van VWS, Paul Blokhuis. Elk jaar wordt het vuur in de nacht van 4 op 5 mei door heel Nederland naar honderden gemeenten verspreid en ontstoken op de Bevrijdingsfestivals. Nu de Bevrijdingsfestivals niet doorgaan, wordt het vuur aansluitend aan de Nationale Dodenherdenking vanuit Wageningen naar de provincies gebracht. Tegelijk met het ontsteken van het Vrijheidsvuur in Wageningen, wordt het vuur ontstoken in de Bevrijdingsfestivalsteden. Wageningen45 biedt iedereen de mogelijkheid om thuis het Vrijheidsvuur digitaal te ontsteken en door te geven via www.vrijheidsvuur.nl.

08 NCMagazine | v00rjaar 2020

32-thuisviering-3.indd 8

17-04-20 11:53


Herdenken en vieren

ANP/GinoPress

Op 4 en 5 mei staan we samen stil bij 75 jaar vrijheid

De 5 mei-lezing met Bondskanselier Merkel kan door de omstandigheden helaas niet doorgaan. Hoewel de veertien Bevrijdingsfestivals ook niet doorgaan, staan de Ambassadeurs van de vrijheid dit jaar toch stil bij 75 jaar vrijheid. Online en via social media laten de ambassadeurs Roxeanne Hazes, Snelle, Lucas & Steve en Kris Kross Amsterdam op 5 mei van zich horen. Het Nationaal Comité hoopt dat heel Nederland zich hier online bij aansluit door via social media te laten weten hoe zij stilstaan bij 75 jaar vrijheid. Ter vervanging van het jaarlijkse 5 meiconcert maakt de NOS in samenwerking met het Nationaal Comité een uitzending vanuit de foyer van Theater Carré in Amsterdam. Simone Kleinsma, Roel van Velzen, mezzosopraan Maria Fiselier en violiste Noa Wildschut maken daar hun opwachting, op een bijzondere manier begeleid door het Metropole Orkest. Daarnaast geeft presentator Simone Weimans een overzicht van de hoogtepunten uit de 5 mei-concerten uit het verleden. De NOS zendt de bevrijdingsspecial om 20.35 uur uit op NPO 1. Het 5 mei-concert in Amsterdam sluit ieder jaar af met de klassieker We’ll Meet Again, tijdens de oorlog gezongen door Vera Lynn. U kunt meezingen voor de televisie. Het lied is tevens een belofte: volgend jaar ontmoeten we elkaar weer om dan onder hopelijk betere omstandigheden weer samen de vrijheid te vieren.

Marco de Swart

5 mei

Thuis stilstaan bij 75 jaar vrijheid Op 5 mei wordt Nederland, net als ieder jaar, opgeroepen om de gehele dag de vlag uit te hangen. Op 5 mei staan we stil bij de bevrijding, 75 jaar geleden. Ook uw familie kent verhalen over oorlog, vrijheid en bevrijding. Op deze dag kunt u stilstaan bij deze verhalen; met uw gezin thuis of videobellend met familie en vrienden. Op www.vrijheid.nl vindt u 75 bijzondere verhalen over vrijheid, verteld door 75 personen geboren na de Tweede Wereldoorlog. In dit NC Magazine kunt u vijf van deze 75 verhalen lezen.

Meer informatie vindt u op: www.4en5mei.nl/thuis

| 09

32-thuisviering-3.indd 9

17-04-20 14:00


Het jaar 2020 is voor schrijver Arnon Grunberg (1971) het jaar van ‘de oorlog’ geworden: naast zijn boek Bezette gebieden kwam zijn bloemlezing Bij ons in Auschwitz uit, een boek vol indringende getuigenissen van Auschwitz-gevangenen over het kamp. En de zoon van Duits-Joodse vluchtelingen houdt de 4 mei-voordracht in De Nieuwe Kerk. Dit artikel is geschreven voordat de maatregelen i.v.m. het coronavirus van kracht werden. door Larissa Pans foto Richard Koek

‘ Heel veel frases zijn hol geworden. Dat maakt herdenken ingewikkeld’ Hij is nooit eerder bij de Nationale Herdenking op de Dam geweest. Als jongetje namen zijn ouders, van oorsprong Berlijnse Joden, hem mee naar de herdenking op de Apollolaan in Amsterdam-Zuid. Het is een van de plekken waar Joodse Amsterdammers na de oorlog met elkaar de Shoah herdenken. “Dat was de traditie. Daar was een deel van de exile-gemeenschap. De herdenking op de Dam vonden mijn ouders te massaal en te officieel.” Zijn moeder Hannelore Grünberg-Klein probeerde samen met haar ouders, tante en nicht in mei 1939 op de later beroemd geworden boot St. Louis nazi-Duitsland te ontkomen. “De Joodse opvarenden hadden visa voor Cuba, maar Cuba sloot op het laatste moment de grenzen. Ook Amerika en Canada weigerden de opvarenden asiel te verlenen. Het schip voer terug naar Europa waar de opvarenden werden verdeeld over enkele Europese landen, waaronder Nederland. Mijn moeder kwam in Nederland terecht. Via Rotterdam en het Amsterdamse Lloyd Hotel belandde zij met haar ouders in kamp Westerbork. Het ‘veilige’ Nederland bleek niet zo veilig.” Arnons vader was al eerder naar Nederland gekomen, hij overleefde de oorlog op diverse onderduikadressen, waarbij hij zich onder andere moest voordoen als gedeserteerde Wehrmachtsoldaat. Arnons moeder belandt via Theresienstadt in Auschwitz,

10

waar haar ouders zijn vermoord in de gaskamers, zij overleeft en wordt bevrijd in Mauthausen. Na de oorlog ontmoet ze Hermann Grünberg in Amsterdam. Ze trouwen in 1961 en krijgen twee kinderen, Arnon is de jongste. Zijn enige zus is Maniou-Louise, acht jaar ouder, orthodox-joods. Met haar gezin woont zij in Israël.

Trots Het verzoek om te spreken op 4 mei verraste hem. “Ik vloog van Amsterdam naar New York en toen ik landde, zag ik dat ik een sms’je had van Gerdi Verbeet (voorzitter Nationaal Comité 4 en 5 mei ). Het was al laat en ik was moe. Zij had me eerder eens gebeld om me te vertellen dat ik de Gouden Ganzenveer had gewonnen. Dus ik dacht: wat heb ik nu weer gewonnen? Ik moest ook meteen aan mijn ouders denken toen Gerdi me vroeg. Ze zouden trots op me zijn geweest. Hadden ze dit nog maar kunnen meemaken. Het mogen houden van deze lezing zie ik bijna als een soort prijs. Ik ben de lezing nog aan het schrijven, maar ik ga het zeker hebben over mijn moeder, het schip

4 mei zal nooit zomaar een dag worden

NCMagazine | voorjaar 2020

03-ArnonGrunberg-2-17.2.indd 10

17-04-20 11:55


Herdenken

03-ArnonGrunberg-2-17.2.indd 11

17-04-20 11:56


Herdenken

waarop ze zat, de grenzen die gesloten werden, de vernedering, de rechteloosheid. De Tweede Wereldoorlog is een wond, en op het moment dat je dat niet meer zo beschouwt... Ik zie dat als een vorm van hoogmoed. En hoogmoed heeft ook altijd iets gevaarlijks. Het moet een wond blijven.” De schrijver woont inmiddels alweer jaren in New York. Hij verblijft enkele dagen in Amsterdam, zoals altijd is dat het Amsterdamse Ambassadehotel aan de Herengracht. Langs de wanden boekenkasten met gesigneerde boeken van andere schrijvers die er verbleven, Cobra-kunst aan de muur. 4 mei zal voor Grunberg nooit ‘zomaar een dag’ worden, ook al is hij dan meestal in New York. “Het is daar twee uur ’s middags als hier de herdenking aan de gang is. Vroeger dacht ik op dat moment aan mijn moeder en belde ik haar na de herdenking op. Zij zat voor de televisie, voor haar was het een emotionele dag. Ik herinner me nog dat ze een keer mopperde over haar verzorgsters die niets begrepen van de Dodenherdenking en die dwars door de twee minuten stilte heenpraatten.” Lachend: “Tja, het waren Filippijnse meisjes die helemaal niet op de hoogte waren van die gevoelige dag en dat tijdstip.” Hij beseft terdege dat het een bijzonder jaar is om de 4 meivoordracht te houden: “Het is het laatste lustrum waarbij nog ooggetuigen in leven zijn. Een heel raar idee dat er straks geen overlevenden meer zijn.” Onderkoeld zegt hij: “In de VS weet vijftig procent van de jongeren niet wat Auschwitz is. Bepaalde vanzelfsprekendheden en kennis die mensen van veertig jaar en ouder nog wel hebben, verdwijnen. De paradox is dat het toerisme naar Auschwitz jaar in jaar uit stijgt. Vrijwel niemand verlaat Auschwitz meer zonder selfie. Daar kun je je vragen bij hebben.” Hij neemt voor het eerst in het gesprek duidelijk stelling: “Ik ben ervan overtuigd dat hoe Europa met die herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust omgaat, bepalend is voor de politieke toekomst van Europa. Je kan de Holocaust niet loskoppelen van de slachtpartijen uit de Eerste Wereldoorlog, die hebben het geweld vanzelfsprekend gemaakt. Ook voor de generatie soldaten die daar vochten, die de slachtpartijen in en om de

12

“ Ik dacht altijd: herdenken moet zo precies mogelijk zijn”

loopgraven meemaakten en het beeld daarvan weer verspreidden. ‘Bijna niets is zo besmettelijk als geweld’, zei de Franse socioloog en literatuurwetenschapper René Girard.”

Wordt er in Nederland zorgvuldig met die herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust omgegaan? “Nee. Juist ook in Nederland zou men er beter mee moeten omgaan. Principiëler. Ik heb Rutte één keer ontmoet, ik vind het een heel aardige man, maar op bepaalde punten is hij niet principieel. Pas dit jaar heeft hij zijn excuses aangeboden. Dat is laat. Kijk ook naar de NS, hoe laat die compensatie voor de slachtoffers er is gekomen. Het kan raar lopen, maar ik kijk eigenlijk met de meeste bewondering naar Duitsland. Angela Merkel probeert daadwerkelijk om níet te vergeten, hoewel dat sterker leeft in West-Duitsland dan in Oost-Duitsland. Duitsland heeft uit de geschiedenis een nieuwe raison d’être gevonden: ‘Dit willen wij nooit meer’, en dat staat ook met zoveel woorden in de nieuwe grondwet, ontstaan na 1945.” Is er, om in de woorden van wijlen Evelien Gans (historica) en schrijver Chaja Polak te spreken, sprake van een nivellering van de Holocaust? Het fenomeen dat het leed van de burgeroorlog in Rwanda of andere oorlogen met de Holocaust wordt gelijkgesteld? Dat een zin als ‘Nooit meer Auschwitz’ een holle frase is geworden? “Heel veel frases zijn hol geworden”, is zijn scherpe conclusie. “Dat maakt herdenken ingewikkeld. Vorig jaar hield ik een lezing bij Centrum ’45 en een psychiater zei daar tegen me: ‘Het is onvermijdelijk dat je in een herdenking bepaalde zaken niet zozeer vergoeilijkt, maar dat je de gebeurtenissen draaglijk maakt voor de mensen die er zijn. Herdenken is deels een symbolische aangelegenheid, heeft onmiskenbaar iets van een kerkdienst. Je moet niet te zeer ingaan op de gruwelen.’ Dat zette me aan het denken, want ik dacht altijd: herdenken moet zo precies mogelijk zijn.”

NCMagazine | voorjaar 2020

03-ArnonGrunberg-2-17.2.indd 12

17-04-20 11:56


4en5mei.nl 28-werf-1-05.03.indd 13

17-04-20 11:57


Campagne 75 jaar vrijheid Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft samen met de Stichting 75 Jaar Vrijheid een speciaal lustrumboek voor 75 jaar vrijheid ontwikkeld. Een bijzondere verzameling van verhalen van 75 mensen, uit elk geboortejaar sinds 5 mei 1945 één. Allen zijn geboren in vrijheid maar leven met hun eigen familieverhaal over oorlog. In NC Magazine lichten we vijf verhalen uit. door Linda Huijsmans, Kirsten Munk en Dorine van der Wind foto’s Bert Teunissen

14

NCMagazine | voorjaar 2020

11-campagne-6-18.02.indd 14

17-04-20 12:01


Herdenken en vieren

Myra Nods (55) is de dochter van Waldy Nods, beter bekend als Sonny Boy. Dankzij het boek dat Annejet van der Zijl over Myra’s Surinaamse grootvader en Hollandse grootmoeder schreef, kwamen ze voor haar tot leven. Een levenslange terughoudendheid over haar afkomst veranderde in trots.

“ Via Sonny Boy heb ik mezelf beter leren kennen”

“Al voor de oorlog hebben mijn grootouders moeten strijden voor de vrijheid om als zwarte man en getrouwde vrouw samen te kunnen zijn. In de oorlog zijn ze al hun vrijheden weer kwijtgeraakt. Voor het boek uitkwam had ik nooit een traan gelaten om de grootouders die ik niet gekend heb, maar daarna realiseerde ik me beter dan ooit hoe belangrijk vrijheid is om te kunnen en mogen zijn wie je wilt zijn. Tijdens mijn puberjaren was mijn vader, hun enige zoon Waldy, een kwetsbare en onzekere man geworden. Hij heeft, denk ik, geworsteld met de angst voor discriminatie en de vraag of hij er wel mocht zijn. Dat heeft hij ook ergens aan mij doorgegeven. Als ik over mijn tante in Italië vertelde, reageerden mensen vaak: ‘O, dus dat verklaart je kleurtje.’ Dat vond ik wel zo makkelijk, want dan hoefde ik niet uit te leggen dat ik Surinaams bloed heb. Die angst voor discriminatie en stigmatisering zat ook diep in mij. Het boek Sonny Boy verscheen op mijn vaders 75ste verjaardag en dat gaf hem een gevoel van erkenning. Tegen Annejet heeft hij toen gezegd: ‘Je hebt me mijn ouders teruggegeven.’ Voor mij geldt dat ik via Sonny Boy niet alleen mijn grootouders, maar ook mezelf beter heb leren kennen. Ik ben nieuwsgierig geworden naar mijn grootmoeder Rika. Op de foto’s ziet ze er uit als een vrouw die duidelijk haar mannetje staat, naast die schuchtere, donkere man. Beide kanten herken ik in mijzelf. Ik ben blij dat ik ze zo heb leren kennen, en dat Annejet de briefjes heeft gevonden die ze elkaar tot het einde zijn blijven schrijven. Daaruit blijkt heel duidelijk dat hun relatie veel warmer was dan ik me altijd had voorgesteld. Dat ontroert me en symboliseert wat vrijheid voor mij betekent: dat je er mag zijn.”

| 15

11-campagne-6-18.02.indd 15

17-04-20 12:01


Mostafa Hilali (46) is luitenant-kolonel bij de Koninklijke Landmacht en heeft in Bosnië, Irak, Afghanistan en Oekraïne gediend. Hij richtte #Nietmijnislam op en in 2016 gaf hij een Vrijheidscollege over angst.

“ Als de angsten van mensen niet worden gehoord, manifesteren die zich soms in geweld”

16

“Ik ben erachter gekomen dat mijn oudoom heeft meegevochten tegen de Duitsers. Hij zat bij de Marokkaanse troepen in Italië, Frankrijk en Duitsland. De betrokkenheid van de Marokkanen tijdens de Tweede Wereldoorlog is niet zo bekend. Sinds ik het weet, kijk ik anders tegen 4 en 5 mei aan. Ik heb er altijd bij stil gestaan omdat het zo hoorde, maar nu had ik opeens ook een persoonlijk verhaal. Er hebben daadwerkelijk Marokkanen hard gevochten om Europa te bevrijden. Daarnaast denk ik op 4 mei aan mijn collega’s die zijn gesneuveld in dienst van Nederland in landen als Libanon, Angola, Bosnië, Irak en Afghanistan. Door mijn werk in deze landen heb ik met eigen ogen gezien hoe belangrijk vrede en veiligheid zijn. In ons georganiseerde land zijn de basisbehoeften zo goed vervuld dat we ons druk kunnen maken om het Songfestival. In die landen zijn mensen bezig met de vraag hoe ze aan eten komen en of hun kinderen veilig naar school kunnen. Als veteraan voel ik het als mijn taak om mensen soms een spiegel voor te houden. We mogen ons gerust druk maken over het Songfestival, maar sluit daarnaast je ogen niet voor wat er in de rest van de wereld speelt. Laten we niet vergeten dat wij het zo goed hebben omdat het hier vrede is. Veel van de ellende waar we in terechtkomen, is ontstaan uit angst. Angst voor het onbekende, angst voor verandering. Als de angsten van mensen niet worden gehoord, manifesteren die zich soms in geweld. Door alleen daarop te focussen, kom je tegenover elkaar te staan, maar als we de onderliggende angst bespreekbaar maken, kunnen we er samen iets aan doen.”

NCMagazine | voorjaar 2020

11-campagne-6-18.02.indd 16

17-04-20 12:02


Herdenken en vieren

De Joodse grootvader van Norah Blom (1) ontsnapte in de Tweede Wereldoorlog uit de rij die naar de crèche liep tegenover de Hollandsche Schouwburg. Daardoor overleefde hij de oorlog. Zijn zoon, Norah’s vader Peter Blom, hoopt dat zij die dapperheid van hem geërfd heeft.

“ Norah’s opa heeft een ongelofelijke moed getoond”

“Mijn vader was een Joods Amsterdams jongetje van 10 toen de oorlog uitbrak”, zegt Norah’s vader Peter Blom. “Op zijn 12de werd zijn gezin opgehaald en naar de Hollandsche Schouwburg gebracht. Dit was toen een verzamelplaats waarvandaan Joden naar concentratiekamp Westerbork werden gebracht. De kinderen verbleven gescheiden van hun ouders in de crèche aan de overkant. Zij gingen in een rij de crèche binnen. Vlak voordat Norah’s grootvader in de rij ging staan, had zijn vader hem wat geld gegeven en gezegd dat hij moest proberen weg te lopen. ‘Niet bang zijn’, was het laatste dat zijn vader tegen hem zei. De Duitser die hen bewaakte was of heel dom of heel goed. In elk geval is het Norah’s grootvader gelukt om een kwartslag te draaien en de rij uit te lopen. Hij is heel rustig, zijn ster lospeuterend, naar de hoek van de straat gelopen. Daar is hij gaan rennen. De tweeënhalf jaar daarna heeft Norah’s grootvader in zijn eentje door Nederland gezworven, van onderduikadres naar onderduikadres. Toen de oorlog was afgelopen, was zijn familie er niet meer. Zijn huis was weg en hij bleef helemaal alleen achter. Toch heeft Norah’s opa weer kunnen liefhebben. Hij trouwde en kreeg twee kinderen, mijn broer en mij. Nu is hij 89 en woont hij met mijn moeder, Norah’s oma, in een huisje bij onze boerderij in de Betuwe. Vrijheid is voor Norah spelen met haar grote zus Simcha en knuffelen. En dat ze kan zijn wie ze is. Het is voor haar opa nooit meer vanzelfsprekend geworden om gewoon te zijn wie hij is. Zich verbergen is in de oorlog voor hem een instinct geworden. Norah’s opa heeft een ongelofelijke moed getoond. Eerst om te ontsnappen, toen om te overleven en vervolgens om weer lief te hebben. Er zijn heel veel mensen die niet meer van een ander konden houden omdat ze zoveel hadden geleden. Maar hem is het gelukt. Dat is misschien wel zijn allerdapperste daad geweest. Ik hoop dat Norah zo dapper zal zijn als hij.”

| 17

11-campagne-6-18.02.indd 17

17-04-20 12:02


Monni Woearbanaran (71) is de dochter van een Molukse KNIL-militair. In 1951 kwamen 12.500 van hen naar Nederland. Daar werden ze ontslagen toen het KNIL opgeheven werd. Wat een tijdelijke oplossing zou zijn, werd een permanent verblijf.

“ Vrijheid is dat je van niemand afhankelijk bent”

18

“Als het over Molukkers gaat, denken de meeste Nederlanders meteen aan de kapingen in de jaren zeventig. Zelfs mijn nichtjes, die al van de vierde generatie zijn, krijgen er nog opmerkingen over. Toch weten maar weinig mensen waar die kapingen eigenlijk over gingen. Veel Molukse mannen dienden in het Koninklijk NederlandschIndisch Leger (KNIL). Toen Indonesië de onafhankelijkheid uitriep, moest iedereen die aan de kant van Nederland stond halsoverkop vertrekken. De Molukse soldaten zouden hier zes maanden opgevangen worden tot alles daar weer rustig was, maar eenmaal in Nederland werden ze ontslagen. Ze woonden hier in barakken, waren hun baan kwijt en hadden geen uitzicht op terugkeer. Daar zijn de woede en de frustratie ontstaan die tot de kapingen hebben geleid. Mijn vader stond daar iets anders in. Hij besloot al vrij snel dat we in Nederland zouden blijven en hier ons leven zouden opbouwen. Pas twintig jaar later kon hij terug naar het eiland waar hij geboren was om zijn moeder, broer en zussen te bezoeken. Dat vond mijn vader de ultieme vrijheid: dat hij zijn familie kon zien wanneer hij wilde én dat hij ook weer terug kon. Ik ben ontzettend blij dat ik hier ben opgegroeid. Op Tanimbar, het eiland waar ik geboren ben, zou ik als oudste meisje fulltime in het huishouden hebben gewerkt. In Nederland heb ik de vrijheid gehad om mijn eigen keuzes te maken. Ik ben verpleegster geworden en heb mijn hele leven gewerkt. Vrijheid is dat je van niemand afhankelijk bent. Dat heb ik aan mijn kinderen meegegeven: maak je opleiding af, leer een vak en vind je eigen plek. Ik voel me zo Nederlands als wat en tegelijk ook een echte Molukse. Als een Molukker iets bijzonders presteert, dan straalt dat af op de hele gemeenschap en dan zijn alle Molukkers heel erg trots.”

NCMagazine | voorjaar 2020

11-campagne-6-18.02.indd 18

17-04-20 12:03


Herdenken en vieren

Vincent Snoek (27) heeft in 2019 samen met zijn oma Cathy Snoek (92) een krans gelegd voor de omgekomen burgers. Cathy Snoek heeft in de oorlog haar broertje Marius verloren die werd doodgeschoten terwijl hij in de trein zat.

“ Bij de kranslegging merkte ik aan mijn oma hoe dit verdriet om haar broertje haar nog raakte”

“Mijn oma Snoek heeft altijd over de oorlog gesproken met haar kleinkinderen. Ze vertelde dat ze tijdens het bombardement van Rotterdam met z’n allen in de kelder aan het schuilen waren en dat haar hondje Shemico trilde van angst. Naarmate ik ouder werd, besefte ik steeds meer hoe groot de impact van de oorlog op haar leven is geweest. Zo had ze een speelkameraadje dat werd weggevoerd. Na de oorlog hoorde ze dat hij was vermoord in een kamp. Tijdens de Hongerwinter moest ze samen met haar zus op pad om eten te zoeken. Ze moesten steeds verder weg, omdat er in de stad nergens meer eten was. Vervolgens moesten ze ook op tijd weer binnen zijn van de bezetters, dus dat gaf veel stress. Op een avond liep ze naar beneden en zag haar vader huilen, uit wanhoop, omdat hij niet wist hoe hij zijn gezin moest voeden. Ze had haar vader nog nooit zien huilen. Omdat het te gevaarlijk werd en het niet meer lukte om alle monden te voeden, hebben haar ouders de jongste kinderen van het gezin per trein naar het oosten van het land gestuurd. Daar zouden ze dan bij een boer kunnen aansterken. Die trein werd onder vuur genomen door een Engels jachtvliegtuig en daarbij is haar broertje Marius, die toen 13 was, omgekomen. Dat laat de volstrekte willekeur van oorlog zien. Je denkt als ouders iets goeds te doen voor de kinderen en dan overkomt hen het meest vreselijke. Bij de kranslegging merkte ik aan mijn oma hoe dit verdriet om haar broertje haar zoveel jaar later nog raakte en een litteken heeft achtergelaten. Wel vond ze het heel mooi dat zijn naam werd genoemd. Voor haar was de cirkel toen rond.”

| 19

11-campagne-6-18.02.indd 19

17-04-20 12:03


De kracht van ogenschijnlijke onveranderlijkheid Om rituelen van herdenken en vieren in de toekomst betekenisvol te houden, is niet alleen continuïteit, maar ook verandering het antwoord. Dit blijkt uit onderzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum. door Renske Krimp foto Salih Kiliç

De twee minuten stilte, het trompetsignaal, de kranslegging, de vlag halfstok: deze rituelen zijn begrippen geworden in Nederland. Het draagvlak voor 4 en 5 mei is onverminderd groot en de daarbij horende rituelen bestaan al zo lang dat ze inmiddels in het collectieve geheugen zijn gegrift. Organisatoren van lokale herdenkingen signaleren bovendien een toename van het aantal deelnemers. In de praktijk wordt dan ook veelal een behoudend antwoord gegeven op de vraag hoe de herdenkingen betekenisvol te houden: door vast te houden aan de bestaande rituelen. Dit blijkt echter maar een deel van het antwoord te zijn. Want hoewel de kracht van een ritueel vaak schuilt in de vertrouwde herhaling, is uit het rituelenonderzoek van het comité en ARQ duidelijk geworden dat rituelen ondertussen continu in beweging zijn. Dit volgt vaak hetzelfde pad: het begint ‘van onderop’ om gaandeweg geformaliseerd te worden. De kracht van rituelen zit dus vooral in de ogenschijnlijke onveranderlijkheid: in het vermogen om ze steeds aan te passen aan nieuwe behoeftes zonder de vertrouwde kern te verliezen. Veranderende betekenisgeving Wanneer kun je een ritueel als ‘betekenisvol’ beschouwen? Als uitvoering, context en uitwerking met elkaar in balans zijn. Het gaat er daarbij om dat de relatie duidelijk is tussen wat men doet en wat men ermee wil zeggen. Herdenkingsrituelen vormen de schakel tussen het verleden en de betekenis die in het heden aan dat verleden wordt gegeven. Het is dus van groot belang om voeling te houden met die steeds weer veranderende betekenisgeving in de samenleving. Dat gaat niet altijd zonder slag of stoot: soms doen veranderingen stof opwaaien en leiden ze tot felle discussies. Een casestudie uit dit onderzoek over de militaire herdenkingsrituelen op de Dam in Amsterdam laat zien dat aanvankelijke weerstand in dat geval over kon gaan in omarming. Toen in 1988 de Nationale Herdenking van de middag naar de avond werd verplaatst en samengevoegd werd met de lokale Amsterdamse herdenking,

kwam er kritiek op de rol van militairen en veteranen. Die kritiek verstomde na verloop van tijd. Het bleek een kwestie van gewenning, naast toenemende erkenning en waardering voor veteranen in de samenleving. Het is dus van belang om wijzigingen geleidelijk door te voeren, zodat het publiek tijd krijgt om eraan te wennen. Nieuwe generaties en groepen Een onderliggende vraag van deze studie ging over nieuwe generaties en nieuwe groepen in de samenleving met andere geschiedenissen dan de Nederlandse oorlogsgeschiedenis. De vraag of en hoe het stokje van herdenken en vieren wordt overgenomen, is 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog actueler dan ooit. Een belangrijke en positieve uitkomst van verschillende deelstudies is dat kinderen en jongeren herdenken belangrijk vinden. In vergelijking met volwassenen spreken de bestaande rituelen hen minder aan, al geven jongeren ook aan dat we ervoor moeten waken het ritueel te willen versimpelen of ‘opleuken’. Jongeren hechten ook aan tradities. De behoefte aan verandering gaat vooral over inzicht en invoelbaarheid: jongeren willen de rituelen kunnen begrijpen, en ze willen zich kunnen inleven in wat het betekent om in oorlog te leven. Dat kan door

20 NCMagazine | voorjaar 2020

22-rituelenonderzoek-2-26.02.indd 20

17-04-20 12:05


Onderzo ek

Lichtjesmonument van kunstenaar Iwan Smit bij de Nationale Jongerenherdenking in Rotterdam, 4 mei 2017

middel van meer uitleg, persoonlijke verhalen, en rituelen waarin verschillende zintuigen worden aangesproken. De behoefte aan verandering ligt ook in het zelf betrokken worden bij het vormgeven van een herdenking. Met name uit de casestudie naar het educatieve programma Adopteer een monument blijkt dat dat nog nauwelijks gebeurt. Jongeren leren vooral dat herdenkingen er uit horen te zien zoals ze er nu uitzien. Hun voorkeur voor traditie is dus wellicht eerder aangeleerd dan authentiek. De jongeren die wel hun eigen herdenking vormgeven, waarderen dit zeer omdat ze zichzelf hierin kunnen herkennen. De sleutel tot werkelijke betrokkenheid van jongeren is dus niet zozeer popularisering van bestaande rituelen, als wel het serieus nemen van hun perspectief. Uit verschillende deelstudies komt de behoefte naar voren om het herdenken en vieren meer inclusief, actueel en invoelbaar te maken. Jongeren waarderen bij herdenken zeer de aanwezigheid van personen die zelf een recente oorlog hebben meegemaakt, zoals veteranen. Ook leggen zij een link met oorlogen en vluchtelingen van nu op de dagen rondom 4 en 5 mei. Vluchtelingen blijken zich bovendien door de herdenking sterk gesteund en verbonden te voelen, ook al hebben zij een andere oorlog meegemaakt. Dit geldt zowel voor mensen die recent naar Nederland

zijn gekomen als voor personen die al tientallen jaren in Nederland wonen. Rituelen van het vieren van vrijheid Al is de steun voor Bevrijdingsdag hoog, de huidige invulling van 5 mei wordt gemengd ontvangen. Het bekende ritueel van het uithangen van de vlag wordt gewaardeerd, evenals de Bevrijdingsfestivals en het Bevrijdingsvuur. Maar jongeren missen bij de festiviteiten een link naar de thema’s van bevrijding en vrijheid. Er worden veel inhoudelijke activiteiten georganiseerd op de festivals, en die worden ook positief ontvangen. Om het vieren van vrijheid betekenisvol te houden – en wellicht zelfs meer betekenis te geven – is het van belang om te onderzoeken hoe mensen zich hieraan persoonlijk op een laagdrempelige wijze kunnen verbinden, en een gevoel van gezamenlijkheid kunnen ervaren. Het is daarom interessant om te volgen hoe het relatief nieuwe ritueel van de Vrijheidsmaaltijd zich zal ontwikkelen. Voor meer informatie over het Rituelenonderzoek: www.4en5mei.nl/onderzoek/rituelen. U kunt ook een rapport opvragen via info@4en5mei.nl. Dit artikel is geschreven voordat de maatregelen i.v.m. het coronavirus van kracht werden.

| 21

22-rituelenonderzoek-2-26.02.indd 21

17-04-20 12:05


‘Vrijheid en vrede zijn geen vanzelfsprekendheid. Door de coronacrisis worden we daar keihard mee geconfronteerd.’

22

NCMagazine | voorjaar 2020

13-jaapsmit-2-02.03.indd 22

17-04-20 12:07


Herdenken en vieren

Dit jaar is het 75 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog ten einde kwam. De Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei zou plaatsvinden in de provincie Zuid-Holland. Commissaris van de Koning Jaap Smit was druk bezig met de voorbereidingen voor de festiviteiten. Totdat de coronacrisis uitbrak. door Ricci Scheldwacht foto Provincie Zuid-Holland

Jaap Smit: “Het schrijnende is dat we dit jaar 75 jaar vrijheid vieren in een tijd waarin we door de coronacrisis zelf in onze vrijheid worden beknot. Dat is confronterend. Iedereen voelt nu wat een enorm voorrecht het is om in vrijheid te leven en te kunnen ontmoeten wie we willen. Natuurlijk kun je wat nu gebeurt niet vergelijken met de onvrijheid in de Tweede Wereldoorlog. Wij kunnen nog wel zeggen wat we willen. Maar er is een onzichtbare vijand die ons beperkt in onze vrijheid. De coronacrisis laat ons onverbiddelijk zien wat voor groot goed onze vrijheid is.” Naast commissaris van de Koning in de provincie Zuid-Holland is Jaap Smit (Doornspijk, 1957) vicevoorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Dat betekende een vol programma. Betekende, want vanwege de coronacrisis zijn alle activiteiten op 5 mei afgelast. “Geen Bevrijdingsfestival. Geen Vrijheidsvuur op het Malieveld.” Beseffen wij wel wat dat betekent: 75 jaar vrijheid? “Ik ben vorig jaar in Afghanistan geweest. Dat is echt een totaal andere wereld waar je continu beschermd moet worden voor al het oorlogsgeweld. Tijdens die reis besefte ik in wat een mooi land we hier leven. Het eerste wat ik deed toen ik terug was, was een ommetje maken. Zonder dat er iemand bij me liep om me te beschermen. In mijn leven heb ik alleen maar vrijheid en vrede gekend. Ik heb nooit hoeven leven in de angst van oorlogsgeweld. Vrijheid en vrede waren als water uit de kraan. Maar ze zijn geen vanzelfsprekendheid. Door de coronacrisis worden we daar keihard mee geconfronteerd. Ineens voelen we wat het is als die vrijheid er niet meer is. Je bent voortdurend op je hoede. Pas op. Kijk uit. Hou je aan de voorschriften.” U bent zelf na de oorlog geboren. Hoe werd die tastbaar voor u? “Mijn opa is tijdens een razzia van de straat geplukt en naar Duitsland meegevoerd. Daar is hij negen maanden tewerkgesteld geweest zonder dat de familie wist waar hij was. Na negen maanden stond hij ineens weer voor de deur. Ze hadden hem vrijgelaten. Hij sprak er nooit over. Op een avond ging ik bij hem eten en zei ik: ‘Opa, vertelt u nou, wat heeft u daar nou meegemaakt?’ ‘Ach jongen, niet zoveel.’ Ik antwoordde: ‘Ik ga niet weg voor u mij dat verhaal heeft verteld. Ik was toen 23, studeerde in Leiden, ik was het oudste kleinkind. Het was niet een heel dramatisch of

heroïsch verhaal; hij vertelde hoe hij werd opgepakt en naar Kamp Amersfoort werd gestuurd. Door zijn verhaal realiseerde ik me dat je zomaar van je vrijheid beroofd kunt worden. Een paar jaar terug was ik in Kamp Amersfoort en dacht ik: verrek, opa is hier geweest.” Het was niet de enige keer dat door een verhaal van een familielid de Tweede Wereldoorlog dichtbij kwam. Jaap Smit: “Mijn vader is van 1933. Hij was elf jaar toen de Hongerwinter uitbrak. Dominee Buskes, een bevlogen predikant uit Texel, regelde dat Amsterdamse kinderen, zoals mijn vader, op Texel werden ondergebracht. Mijn vader heeft de Hongerwinter meegemaakt bij bakker Timmer. Ik ben als kind met mijn ouders vaak naar Texel op vakantie geweest. En ook later kwam ik er nog heel vaak.” Hoe kunnen we jongeren blijven interesseren voor de Tweede Wereldoorlog? “Van 1988 tot 1992 ben ik actief geweest als legerpredikant. Bij het Duitse Seedorf lag een groot contingent van het Nederlandse leger. Dat was nog in de tijd van de dienstplicht en de Koude Oorlog. Seedorf lag op een uurtje rijden van Bergen-Belsen. Elke nieuwe lichting dienstplichtigen nam ik mee naar het museum bij het voormalige kamp waar Anne Frank is overleden. Voor die jonge mensen werd het verleden zo heel tastbaar. Op 4 mei vindt er ook altijd een herdenking plaats. Daar ben ik een aantal keren bij geweest. Dan sta je op de plek waar het daadwerkelijk gebeurd is. Je staat voor heel grote grafheuvels waarvan je weet dat daar duizenden mensen begraven liggen.” Hoe belangrijk is het om in de toekomst op 4 mei te blijven herdenken? “Ik denk dat de herdenking op jonge mensen een enorme impact kan hebben. Het is heel bijzonder om in de menigte te staan en met elkaar twee minuten stil te zijn. Het enige wat je hoort is het gefladder van de meeuwen en de duiven. Ik vind het indrukwekkend om met zoveel mensen tegelijk stil te zijn. Dit jaar worden op een lege Dam kransen gelegd door een heel select gezelschap. Ik hoop dat we volgend jaar weer samen de straat op kunnen om te herdenken. Maar zoals het was voor de coronacrisis zal dat voorlopig niet gaan. Tot er een geneesmiddel of vaccin is gevonden, zullen we voorzichtigheid moeten betrachten.”

| 23

13-jaapsmit-2-02.03.indd 23

17-04-20 12:08


Wat als je wél een oorlog hebt meegemaakt? Op verzoek van NC Magazine sprak freelance journalist Maarten Dallinga met vijf ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog. “Ik ben 32 en maakte nooit een oorlog mee. Ik ben nooit gedeporteerd of gevangen genomen. Ik weet ook niet hoe het is als je vriendjes ineens moeten onderduiken”, aldus Dallinga. “Maar wat als je wél een oorlog hebt meegemaakt? Wat doet dat met je gedachten over vrijheid, met je oordeel over de betekenis ervan, het belang en de kwetsbaarheid? Die vragen moeten we, vind ik, blijven stellen aan de getuigen. Zij hebben ervaren hoe het is om situaties mee te maken die zo surrealistisch beestachtig zijn dat je later denkt: was dit echt of was het slechts een nare droom? Nee, het was echt. En dat doet iets met je gevoel over vrijheid, blijkt uit deze persoonlijke verhalen. De gesprekken hebben gemaakt dat 75 jaar vrijheid voor mij nog meer is gaan betekenen.” door Maarten Dallinga foto’s Daniel Niessen

24

NCMagazine | voorjaar 2020

15-herinneren-6-16.2.indd 24

17-04-20 12:10


Herinneren

Henny Dormits (90) werd samen met haar ouders en zus weggevoerd naar Westerbork en later naar Theresienstadt. Er zijn 65 familieleden van haar vermoord in Sobibor.

‘Alleen thuis zijn is heerlijk’ “Het begon ermee dat in 1942 ineens op heel veel plekken kwam te staan: verboden voor Joden. We waren Joods, maar deden niets met het geloof. Dan vraagt een vriendinnetje of je meegaat naar de bioscoop. Ik mag niet, zei ik dan. Ik had een heel bijzondere vader, die het allemaal probeerde uit te leggen. Hij zei: ‘We moeten het allemaal accepteren, alles komt goed’. Dat geloofde ik ook. Er kwamen steeds meer verordeningen, voor mij als kind niet te begrijpen. We moesten ook naar een Joodse school. In mijn klas zaten 25 kinderen, na twee dagen waren er nog 23 over. De klas werd steeds kleiner. Mijn vader regelde valse dooppapieren, we werden zogenaamd protestants. Maar omdat mijn vader het alsnog niet vertrouwde, doken we onder. Na vijf maanden werden we ontdekt, zijn onze dooppapieren in stukken gescheurd en moesten we met de trein naar Westerbork. Daar werden we geregistreerd en tot ons geluk hadden ze formulieren met de namen van gedoopte mensen. Daardoor mochten we naar de ‘gedooptenbarak’. De mensen die daar zaten, hoefden niet op transport. Ik was inmiddels dertien jaar en werkte twaalf uur per dag op het land. Ook moest ik soms bij de trein helpen als de mensen op transport gingen. Daar werd veel gehuild. Dan loop je daar tussen als kind – ik heb mijn jeugd overgeslagen. Binnen een jaar tijd hebben we onze hele familie doorgestuurd zien worden. Zodra ze in Westerbork aankwamen, zochten ze ons

op. Vaak moesten ze de dinsdag daarop gelijk op de trein. Er zijn 65 familieleden van mij vermoord in Sobibor. Op 5 september 1944, Dolle Dinsdag, werden ook wij alsnog in die beestenwagens gekwakt. Ik was bang, maar mijn vader bleef zeggen: ‘Het komt allemaal goed’. Na drie dagen waren we in Theresienstadt. Daar moest ik met andere kinderen het crematorium leegruimen, omdat het Zweedse Rode Kruis zou komen. Het stond vol met schoenendoosjes waarin van iedereen de as werd bewaard. Ongeloof In februari kwam ineens het bericht dat alle gedoopte mensen naar Zwitserland mochten. We werden geruild voor medicamenten, waar de Duitsers een tekort aan hadden. Toen we per trein in Zwitserland aankwamen, kon je een speld horen vallen: ongeloof. Na de bevrijding kon mijn vader weer snel geld verdienen. Hij deed er alles aan om ons een leuk leven te geven. Ik was zo blij met mijn vrijheid. Je weet pas wat dat is als het je afgenomen wordt. Dat zeg ik ook altijd op scholen. Het is zo’n heerlijk gevoel dat je kan gaan en staan waar je wilt. Ik vind het ook heerlijk om alleen thuis te zijn – jarenlang moest ik met honderden mensen samenzijn. Soms, als ik mijn achterkleinkindjes zie, denk ik: o gut, als er maar niet weer oorlog komt. Accepteer elkaar en probeer elkaar te begrijpen.”

| 25

15-herinneren-6-16.2.indd 25

17-04-20 12:11


26

NCMagazine | voorjaar 2020

15-herinneren-6-16.2.indd 26

17-04-20 12:11


Heri nn ere n

Marie Verbraeken-Blommaart (99) uit Westzaan smokkelde als twintiger voedselbonnen voor onderduikers en werd opgepakt. Ze overleefde Kamp Haaren en Kamp Vught.

‘Ik doe wat ík wil’

“Als ik ben weggeweest en weer thuiskom, denk ik: ziezo, ik kan zélf beslissen om mijn deur op slot te doen. Ja, dat is een heel apart gevoel. Ik weet hoe het is om opgesloten te worden. Nadat ik was gearresteerd, werd ik naar de gevangenis Kamp Haaren (bij Den Bosch – red.) gebracht. De bewaker duwde me in mijn cel en ik hoorde twee sloten dichtdraaien. Ik was koud en doodmoe, het was tien uur ’s avonds. Ik ben met kleren en schoenen aan op bed gaan liggen en in slaap gevallen. De volgende dag werd ik wakker en wist ik even niet waar ik was. Tot opeens tot mij doordrong: ik zit hier gevangen. Je kunt niets meer zelf beslissen, dat is het ergste. Je kunt de deur niet open of dicht doen, of zeggen: ik ga eten, ik ga koken... Je kan he-le-maal niets. Het was er ook klein, twee bij drie, en altijd schemerig. Het stonk naar stront, want in iedere cel stond een emmer: de wc. In het begin was ik ook paniekerig. Maar al snel hoorde ik in de cel naast me ‘hoi’. Ze riepen dat ik de stoel op bed moest zetten, en als ik een beetje sprong, kon ik de tralies vastpakken. Zo kon ik naar buiten kijken. Nummer Later werd ik in een klein kamertje verhoord. De man tegenover mij keek mij heel lang in de ogen, en ik keek niet weg. Maar dat was éng! Die man wilde weten van wie ik de voedselbonnen had. Ik heb gevloekt binnensmonds: rotzak, ik zeg toch niks. Ik deed alsof ik heel simpel en dom was. Na vijf maanden werd ik naar Vught overgeplaatst. Daar kreeg ik een nummer: 0840. Ineens was ik niemand meer, daar ben ik heel kwaad om geweest. Ik moest me helemaal uitkleden en werd op een tafel gelegd voor onderzoek door een Duitser in uniform met witte jas. Hij nam urine af en maakte een foto van mijn longen. Die Duitsers liepen daar gewoon rond. Toen was ik preuts en nu nog, het was zo vernederend. Toch ben ik optimistisch gebleven, ik ben niet negatief over de wereld. Maar je moet wel alert blijven, vind ik. En niet haten, dat heeft nog nooit iets opgelost. Mijn verhaal vertel ik nog steeds op scholen, ik heb alweer drie aanvragen liggen. Ik heb verdriet, maar ben niet ongelukkig en dat is veel waard. Ik woon nog op mezelf, werk in de tuin, doe aan pottenbakken, zwem en rijd auto. Toen een paar jaar terug de afvoer van mijn garagedak verstopt was, heb ik de ladder gepakt. De buren riepen dat ik van het dak moest komen, maar ik doe toch wat ík wil?! Toen voelde ik me zó vrij. Geluk zit in hele kleine dingen.”

| 27

15-herinneren-6-16.2.indd 27

17-04-20 12:12


Virry de Vries Robles (87) uit Amsterdam werd als elfjarige naar Westerbork gedeporteerd. Vlak voordat ze naar BergenBelsen zou vertrekken, werd ze uit de trein gehaald.

‘Er is ook een gisteren’ “Binnenkort ga ik verhuizen en voor het eerst in mijn leven ga ik echt dingen weggooien. Heel lang kon ik dat niet. Als alles je is afgepakt, bescherm je daarna al je spullen. We zijn twee keer meegenomen en na die eerste keer was ons huis leeggeroofd. Enig idee door wie? De buren. Die dachten: opgestaan, plaats vergaan. Een deel kregen we terug, het andere deel: fjuut, weg. Toen we voor de tweede keer uit ons huis werden gehaald, eind ’43, stonden buurtbewoners, drie rijen dik, toe te kijken. Daar moest ik tussendoor met mijn koffertje naar de auto van de politie. Niemand zei iets, dat vergeet ik nóóit. Ik voelde me een crimineel. We moesten naar Westerbork. Daar had je nul privacy. Vroeg ik mijn moeder iets, kreeg ik van zes kanten antwoord. Intieme gesprekken konden niet. Vriendschappen sluiten evenmin: je kon verraden worden als je iets zei wat niet gepast was. En je liep het risico dat je vriendjes zou verliezen. Ik leefde in constante angst. Gelukskind Toch ben ik een gelukskind. Een half uur voordat op 13 september 1944 onze trein naar Bergen-Belsen zou vertrekken, kregen mijn moeder, broertje en ik van de kampcommandant toestemming om te wachten op onze vader uit Amsterdam. Hij wilde liever een compleet gezin naar Bergen-Belsen afvoeren. Mijn vader werkte

28

via de Joodse Raad als arts in de Hollandsche Schouwburg, waar hij samen met anderen heel wat kinderen heeft helpen onderduiken. Vier dagen later brak de Spoorwegstaking uit, waardoor geen enkele trein meer vanuit Westerbork vertrok. Op 12 april 1945 werden we bevrijd. Toen we terugkwamen, was ons huis bewoond door andere mensen. Je denkt toch niet dat die zijn weggegaan? We moesten opnieuw beginnen, met een paar sokken, een tandenborstel en een onderbroek. Ik ben wel een beetje trots op wat ik, soms met wat hulp, na de oorlog heb bereikt. Ik ben met geleend geld gaan studeren en me gaan specialiseren in gezinstherapie. Ik kreeg veel mensen met trauma’s voor mijn neus. Na mijn pensionering ben ik gaan reizen, onder meer naar Japan. Het barstte natuurlijk van de vooroordelen over Japanners, maar ik wilde dat land zelf onderzoeken. Het was fantastisch. Helaas heb ik nu een lijf dat niet meer echt wil meewerken, maar ik deel nog wel steeds mijn verhaal op scholen. Veel mensen snappen niet wat oorlog betekent. Op de televisie zit een knop, maar oorlog kun je niet uitzetten. Wat ik vooral over probeer te brengen is dat de wereld niet alleen vandaag bestaat. Er is ook een gisteren. Probeer van de geschiedenis te leren, zodat je herhaling misschien kunt helpen voorkomen. Zet je je verstand op nul, dan gaat het fout.”

NCMagazine | voorjaar 2020

15-herinneren-6-16.2.indd 28

17-04-20 12:12


Herinneren

Kees van Hattem (89) uit Bennebroek woonde vlak bij het Muiderpoortstation in Amsterdam en zag daar duizenden Joden weggevoerd worden. Ook zijn vriendje Loekie was er ineens niet meer.

‘Het moet licht zijn’ “Het was zondag 20 juni 1943, de Transvaalbuurt in Amsterdam: we waren op bezoek bij mijn vaders broer en zijn Joodse vrouw. Plotseling kwamen er een paar vrachtwagens aan en werd de straat afgezet. Ik zag het gebeuren vanaf het balkon. Soldaten belden bij de huizen aan en de bewoners moesten mee. Het ging allemaal vrij rustig. Mensen dachten waarschijnlijk: verzet heeft geen zin en we gaan naar een werkkamp, het komt wel goed. Ook bij ons werd op de deur geklopt. Twee mannen kwamen binnen en vroegen naar persoonsbewijzen. Mijn tante droeg een ster en trilde helemaal. Nadat ze ook haar ausweis had laten zien, zeiden ze ‘in Ordnung’ en gingen weg. Mijn vader was helemaal wit. Ikzelf was niet bang, ik was twaalf. Ondenkbaar Als ik naar school ging, moest ik langs het Muiderpoortstation en daar stonden vaak Joden in de rij. Er werd gesproken over werkkampen, maar dan dacht ik: en die kinderen dan? Mensen vragen wel eens of ik niet begreep dat ze naar gaskamers gingen. Nee. Zoals de filosofen zeggen: iets wat ondenkbaar is, kun je niet denken. Ik voetbalde met nogal wat Joodse spelers, maar die waren er ineens niet meer. Ook jongens en meisjes van de basisschool zijn weggevoerd en nooit meer teruggekomen, onder wie mijn

vriendje Loekie Schnabel. Ik ben nog gaan kijken bij zijn huis; er woonden toen al andere mensen. De oorlog is lang geleden, maar de pijn is niet over. Zelf heb ik niet veel meegemaakt, maar je moest altijd uitkijken, altijd op je hoede zijn. Niemand kon je vertrouwen. In 1944 was er ook nog de verduistering, je zag niks op straat. Daarom houd ik niet van schemerlampjes, het moet licht zijn en de gordijnen blijven altijd open. Na de oorlog bezocht ik samen met mijn vrouw alle dodenkampen. Majdanek, in Oost-Polen, is het enige kamp dat nog intact is. Ik ben in de gaskamer op de grond gaan zitten en zag de gasblikken nog staan. Het was vreselijk om daar te zijn, maar ik wilde het met eigen ogen zien. In 2003 promoveerde ik op een filosofische beschouwing over de Shoah. Door mijn proefschrift ben ik het systeem achter het nazisme gaan begrijpen, maar er komt een moment dat het begrijpen ophoudt. Hoe haalden ze het in godsnaam in hun hoofd? Het kan altijd nog eens gebeuren, we leren niks. Toch ben ik niet pessimistisch, anders geef je alles op. Ik voel mijn vrijheid elke dag. Ik loop nog hard en jat losse takken uit het bos voor de openhaard. Er staat een bordje ‘verboden toegang’, maar dat geldt niet voor mij. Wie doe ik er kwaad mee? Er wordt niet geschoten, in de oorlog wél.”

| 29

15-herinneren-6-16.2.indd 29

17-04-20 12:13


“Ik had voortdurend honger, er was in de kampen veel te weinig te eten. ’s Ochtends kregen we stijfsel, waar je hier behang mee plakt... Het vulde. ’s Middags was er vaak wat rijst en iets van groente, vlees kreeg je sporadisch. En ’s avonds kregen we klef, niet gerezen brood. De laatste acht maanden was het iets beter. Toen was ik kampomroeper en kon ik in de keuken. Daar at ik met mijn handen de restjes op. Door de oorlog gooi ik nooit eten weg. Het eerste kamp waar we terechtkwamen was Galoehan, OostJava, eind 1942. Ik was zes. Na een jaar moesten we per trein naar een gevangenis. Daar waren de muren een meter of zes hoog. Uitzicht hadden we niet, vreselijk. Na een paar maanden kwam er een humane Japanse officier: er moesten vierhonderd mensen naar een andere plek. Mijn moeder stak meteen haar hand op: erger dan dit kon niet. In kamp Banjoebiroe 11 had je een wand van gevlochten bamboe van hooguit tweeënhalf meter. Dat was totaal anders. Je kon in elk geval naar buiten kijken, de bergen zien, een meer. Tot eind november ’45 zaten we daar. Spelen is de hele kamptijd voor mij heel belangrijk geweest. We hadden geen school, dus je moest de hele dag doorbrengen met niks doen. Ik knikkerde, speelde met kleine stukjes hout die bootjes waren en probeerde met elastiekjes op libellen te schieten. Zo was ik bezig. Als ik ouder was geweest... Het lijkt me een ramp, dan kun je niet gaan knikkeren. Vertrouwen Mijn moeder las mij veel voor. Ze had een paar sprookjesboeken uit de jaren twintig met prachtige platen. Zo belandde ik in een andere wereld. Mijn moeder hield de moed erin: ‘D’r komt hieraan een keer een end en dan gaan we in Holland naar opa en oma’. Mijn vader zat in Birma en wij – mijn moeder, broer, zusje en ik – waren op Java. Je wist niks van elkaar, jarenlang niet. Het was nou eenmaal zo. Er zou een einde aan komen, daar hadden we het volste vertrouwen in. Op 15 augustus 1945 hoorden wij nog niets, voor ons was de Tweede Wereldoorlog pas voorbij op 24 augustus. We konden een week ook buiten het kamp komen, maar daarna moesten we weer binnen blijven omdat de revolutie was uitgebroken. Uiteindelijk zijn we per boot naar Ceylon (het huidige Sri Lanka – red.) gegaan en zijn we herenigd met mijn vader. Ik ben gastspreker op scholen, omdat jongere generaties zich moeten realiseren hoe fijn het is om te leven zonder oorlog en zonder gescheiden te worden van je familieleden. Dat is vrijheid: het gewone mensenleven meemaken. Ik geniet ook van de vogels in het bos hier vlakbij. Als ik eraan kom, hoor ik de boomklevers al – ontzettend leuk.”

Joost van Bodegom (83) uit Beetsterzwaag werd geboren op Sumatra in toenmalig Nederlands-Indië. Bijna drie jaar zat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog vast in Japanse kampen.

‘ Vrijheid is het gewone mensenleven meemaken’

Dit artikel is geschreven voordat de maatregelen i.v.m. het coronavirus van kracht werden.

30 NCMagazine | voorjaar 2020

15-herinneren-6-16.2.indd 30

17-04-20 12:13


Herinneren

| 31

15-herinneren-6-16.2.indd 31

17-04-20 12:14


Het verleden verbinden met de leefwereld van de jeugd Op scholen het gesprek op gang brengen over de betekenis van de Tweede Wereldoorlog, de bevrijding en vrijheid, voor nu en voor de toekomst. Dat is de doelstelling van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, voor alle educatieprojecten die in het kader van 75 jaar vrijheid plaatsvinden. In het Nationaal educatief project Vrijheid Verbindt - Een educatieve impuls voor 75 jaar vrijheid geven 24 organisaties op een veelkleurige manier invulling aan de uitwisseling met jongeren. Dit artikel is geschreven voordat de maatregelen i.v.m. het coronavirus van kracht werden. door Anita van Stel

Het begint in oktober 2018, als staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) 1,25 miljoen euro beschikbaar stelt voor een educatieve impuls in het lustrumjaar. Hij vraagt het Nationaal Comité 4 en 5 mei om in samenwerking met het Platform WO2 een plan te maken voor het toekennen van het geld aan educatieve projecten. Vervolgens kunnen organisaties voorstellen voor financiering van hun projecten indienen. Blokhuis is onder de indruk van de kwaliteit van de projecten en stelt 800.000 euro extra beschikbaar. Van de 40 aanvragen worden er 24 gehonoreerd. Op 27 november 2019 vindt een Netwerkbijeenkomst plaats, waarin vertegenwoordigers van de 24 projecten informatie uitwisselen. Cristan van Emden, hoofd Onderzoek en Educatie bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei, is met Blokhuis enthousiast over het totale palet: “De

32

projecten kenmerken zich door een grote diversiteit, zowel qua aanpak, gekozen methodieken als onderwerpen. Sommige richten zich op de gebeurtenissen in een regio, op een groep of een thema. Ook zijn de doelgroepen gevarieerd: er zijn projecten voor primair onderwijs, maar ook voor alle vormen van voortgezet onderwijs; projecten voor ouders en voor kinderen. Ze hebben alle gemeen dat ze de leefwereld van de jeugd op een originele manier met het verleden verbinden.”

Hoe is een educatief project opgebouwd? Wat heeft de makers geïnspireerd? Deze drie voorbeelden staan symbool voor de diversiteit en kwaliteit van alle 24 projecten.

NCMagazine | voorjaar 2020

19-educatieprojecten-4-18.02.indd 32

17-04-20 12:16


Educati e

Michal Salewicz is een van de vele Poolse bevrijders van Zuid-Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog blijft Michal in Nederland, voor de liefde, maar ook omdat hij simpelweg niet terug kan naar zijn vaderland. Door het Verdrag van Jalta komt Polen in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie terecht. Omdat Michal met de westerse (kapitalistische) legers meevocht, wordt hij door het nieuwe regime als verrader gezien. Zijn droom om met het Poolse leger zijn vaderland te bevrijden valt in duigen. Koen van Groesen, historicus, is de kleinzoon van Michal. Hij vindt dat de offers en de belangrijke rol van de Poolse soldaten tijdens de bevrijding onderbelicht zijn. Daarom ontwikkelde hij een lesmethode, voor de groepen 5/6 en 7/8 van het basisonderwijs. Daarin staat het verhaal van de Poolse bevrijders centraal en komen ook de keuzes die zij moesten maken aan bod. Van Groesen: “Ik wil kinderen op een leuke, interactieve manier kennis laten maken met de gedeelde geschiedenis van Nederlanders en Polen. Zo heb ik een ‘Wat zou jij doen’-game ontwikkeld, waarmee ik leerlingen uitdaag om in de huid van mijn opa te kruipen en out of the box na te denken over keuzes. In samenwerking met pabo-studenten ontwikkel ik het lesmateriaal. Ik hoop eraan bij te dragen dat Polen prominenter in het rijtje van geallieerde bevrijders voorkomen.” Meer info: www.mijnpoolseopa.com.

Curly and Straight

Mijn Poolse opa

De brieven van Mia

privécollectie Koen van Groesen

Beeld uit het theaterstuk De brieven van Mia van Stip Theaterproducties

Michel Salewicz

Van het boek De brieven van Mia van Astrid Sy wordt een theatervoorstelling gemaakt door ROSE stories en George & Eran Producties. Het verhaal speelt zowel in het heden als tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het toont de onwaarschijnlijke vriendschap tussen de 91-jarige mijnheer Cohen en de 11-jarige Syrische Laila. Samen gaan ze op zoek naar wat er met Mia is gebeurd tijdens de oorlog. Nasim Miradi van ROSE stories: “Dit verhaal laat zien dat oorlog geen onderscheid maakt en meedogenloos is. Hoe ga je om met een oorlogsverleden? Laila’s personage en geschiedenis zorgen ervoor dat die thematiek naar het hier en nu gehaald wordt. Het raakt aan gedwongen migratie, het recht op vrijheid en het laat zien hoe belangrijk het is dat je naar een ander land mag vluchten en daar opvang krijgt. Wat betekenen 75 jaar vrijheid, de rechtsstaat en democratie? In de Tweede Wereldoorlog viel de Nederlandse rechtsstaat weg, waardoor verschillende groepen opgejaagd en vermoord konden worden.” Het theaterstuk is bedoeld voor groep 7/8 van het basisonderwijs en de brugklas van de middelbare school. Het project omvat een lesbrief, een workshop met speciaal opgeleide, jonge educatoren die in de klas komen, en vervolgens de voorstelling in een theater. De voorstelling is onderdeel van een educatiepakket. Dat bestaat verder uit een lesbrief en een workshop door een speciaal opgeleide begeleider. Hierin worden de thema’s uit de voorstelling bespreekbaar gemaakt. Daarna volgt het bezoek aan de theatervoorstelling. Miradi: “Ons ambitieuze doel is De brieven van Mia voor 400 klassen te spelen.”

| 33

19-educatieprojecten-4-18.02.indd 33

17-04-20 12:16


Educatie

In mijn buurt Hoe zorg je ervoor dat de belangrijke verhalen uit de Tweede Wereldoorlog levend blijven? Minka Bos is initiatiefnemer van In mijn Buurt. Ze startte dit project in 2012 in de Amsterdamse Diamantbuurt. In mijn buurt draait om het voortleven van oorlogsverhalen van ouderen, door ze te laten (door)vertellen door kinderen, die op deze manier (ook) leren over de Tweede Wereldoorlog. Bos richt zich op betrokken buurtwerkers, die weten welke mensen er in buurten wonen en werken. Bos: “Buurtwerkers zijn verbinders. Zij vinden de ouderen, de kinderen en de scholen. Vervolgens is het principe dat we de kinderen trainen om Erfgoeddrager te worden. De methodiek is dat er vijf voorbereidende lessen plaatsvinden. De kinderen krijgen vervolgens een interviewtraining en gaan dan op pad om ‘hun’ oudere te ontmoeten. Ze interviewen de ouderen en maken het verhaal. Vervolgens beëdigen wij de kinderen tot Erfgoeddrager. Zij beloven dan plechtig het verhaal door te vertellen. Dat zijn ontroerende bijeenkomsten. Daarna gaan de kinderen met hun verhaal de wereld in.” In mijn Buurt heeft in 2020 negentig programma’s in alle provincies.

rechtsboven, linksonder, Brandeisfotografie, rechtsonder C. Vrooland

www.tweedewereldoorlog.nl/75-jaar-vrijheid/ vrijheid-verbindt-nieuw/

34

NCMagazine | voorjaar 2020

19-educatieprojecten-4-18.02.indd 34

17-04-20 12:17


inspiratie

chris van houts

75 jaar vrijheid: een wel heel bijzonder lustrum Het coronavirus heeft een dikke streep gezet door de publieksactiviteiten van 75 jaar vrijheid. Bij de Nationale Herdenking op de Dam en bij alle andere herdenkingen in het land zal geen publiek aanwezig zijn. Geen Bevrijdingsfestivals en geen lopers die het Bevrijdingsvuur van Wageningen naar de gemeenten brengen. Maar er is veel creativiteit ontstaan. Theater na de Dam zal op NPO 1 een mooi programma presenteren. Vrijheidscolleges, Movies that Matter, About Freedom en verschillende educatieve projecten gaan hun activiteiten digitaal voortzetten. De Ambassadeurs van de Vrijheid, die onder normale omstandigheden met een helikopter van festival naar festival vliegen, zullen nu vooral op de sociale media te horen en te zien zijn. Dit had niemand kunnen voorzien en voor al die vrijwilligers die hard gewerkt hebben aan de voorbereidingen is het een bittere pil. Maar het is ook om andere redenen een bijzonder lustrum. Minister-president Rutte sprak bij de Nationale Holocaust Herdenking historische woorden: “Nu de laatste overlevenden nog onder ons zijn, bied ik vandaag namens de regering excuses aan voor het overheidshandelen van toen. Dat doe ik in het besef dat geen woord zoiets groots en gruwelijks als de Holocaust ooit kan omvatten”. De echo hiervan zal nog

lang doorklinken, want hoe zag dat ‘overheidshandelen’ en het handelen van andere instituties er eigenlijk uit? Er is al veel over geschreven, maar er is ook nog veel onbekend. Het tijdelijke monument Levenslicht van Daan Roosegaarde maakte eind januari in 172 gemeenten zichtbaar dat de vervolging van Joden, Roma en Sinti in het hele land plaatsvond. In veel dorpen en steden, waar anders dan op 4 mei de Holocaust nog nooit specifiek was herdacht, kwamen mensen bij elkaar om stil te staan bij de inwoners die uit hun gemeenschap waren weggevoerd. Koning Willem-Alexander sprak als eerste Nederlandse staatshoofd over spijt en excuses voor Nederlands geweld na het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid: “Voor geweldsontsporingen van Nederlandse zijde in die jaren wil ik hier nu, in navolging van eerdere uitspraken van mijn regering, mijn spijt uitspreken en excuses overbrengen. Dit doe ik in het volle besef dat de pijn en het verdriet van de getroffen families generaties lang voelbaar blijven.” Vanaf het begin van het lustrumjaar, in augustus 2019, voelde iedereen aan dat we nog één keer de bevrijders konden bedanken en dat gebeurde de afgelopen maanden ook massaal. Zoals in Terneuzen in aanwezigheid van het

Nederlandse en Belgische koningspaar en de gouverneur van Canada waarbij de Slag om de Schelde centraal stond. In Mesch waar 75 jaar geleden de eerste Amerikaanse bevrijders de grens over staken. Op de Ginkelse Heide waar de luchtlanding werd herdacht. En in Breda waar de Poolse president en koning Willem-Alexander stil stonden bij de inzet van Polen bij de bevrijding. 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog is er sprake van een kantelpunt. Generaties volgen elkaar op, de diversiteit in de samenleving neemt toe, perspectieven op de geschiedenis veranderen en nieuwe tradities van herdenken en vieren ontstaan. Herdenken doe je niet met je rug naar de toekomst. Het is niet alleen omkijken naar wat ons is overkomen. Herdenken gaat ook over vandaag en morgen, over hoe we de democratische rechtsstaat en de vrijheid vorm geven, beschermen en behouden. Daarover gaat 75 jaar vrijheid en daarom nodigen we iedereen uit om op 4 en 5 mei, tijdens de nationale dagen, samen te herdenken en samen stil te staan bij de vrijheid. We zijn trots en dankbaar dat we dat doen met Arnon Grunberg in De Nieuwe Kerk, Zijne Majesteit de Koning die zal spreken op de Dam en het Metropole Orkest dat 75 jaar geleden werd opgericht om vreugde te brengen onder de mensen. 75 jaar vrijheid is ongewild een heel bijzonder lustrum dat vooral thuis beleefd zal worden. Jan van Kooten, directeur Nationaal Comité 4 en 5 mei

| 35

29-jancolumn-1-04.03.indd 65

17-04-20 14:18


Internationale herdenking

36

NCMagazine | voorjaar 2020

05-holocaustremeberance-4-26.2.indd 36

17-04-20 12:22

v


g

Herdenken

van de Holocaust Rond 27 januari 2020 – de datum waarop Auschwitz in 1945 werd bevrijd – zijn wereldwijd de slachtoffers van de Holocaust herdacht. Een korte terugblik op deze gedenkdag, de herdenkingsactiviteiten wereldwijd en het project Levenslicht. door de redactie foto Studio Roosegaarde/Ruben Hamelink

Presentatie van het tijdelijke Holocaustmonument Levenslicht in Rotterdam, 16 januari 2020

| 37

05-holocaustremeberance-4-26.2.indd 37

17-04-20 12:23


38

Marcel van Kammen

Martijn Bijzetter

Tytsjerksteradiel

Culemborg

Eindhoven

DPI Media

Urk

William Hoogteyling

Den Haag

Freddy Schinkel

Richard Mulder Fotografie

Steenwijk

NCMagazine | voorjaar 2020

05-holocaustremeberance-4-26.2.indd 38

17-04-20 12:23


ANP/Remko de Waal

He rde nke n

Koning Willem-Alexander, koningin Máxima, premier Mark Rutte en het Belgische koningspaar tijdens de herdenking van 75 jaar bevrijding van het voormalige Duitse concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau, 27 januari 2020

Ieder jaar wordt rond 27 januari stilgestaan bij de slachtoffers van de Holocaust. Op 27 januari 2020 was het 75 jaar geleden dat concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz, hét internationale symbool van de Holocaust, werd bevrijd. Om in heel Nederland stil te staan bij dit oorlogsverleden heeft kunstenaar Daan Roosegaarde, in opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, het tijdelijke lichtmonument Levenslicht ontworpen. Het doel van dit lichtmonument was het bewustzijn te vergroten dat in heel Nederland Joden, Roma en Sinti woonden en dat de mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vervolgd, gedeporteerd en vermoord, plaatsgenoten of buren waren. Op 16 januari werd het monument met een diameter van 20 meter bestaande uit 104.000 lichtgevende herdenkingsstenen – gelijk aan het aantal slachtoffers uit Nederland – gepresenteerd in Rotterdam. Vervolgens zijn de

stenen verdeeld over meer dan 170 deelnemende gemeenten. Naast het eenmalige project Levenslicht werd er ook wereldwijd stilgestaan bij de Holocaust. Zo was koning Willem-Alexander aanwezig bij het World Holocaust Forum in Israël op 23 januari. Tijdens de Nationale Holocaust Herdenking op 26 januari in Amsterdam bood minister-president Rutte namens de regering excuses aan voor het overheidshandelen van toen. Tevens waren de koning, koningin en minister-president aanwezig bij de internationale Holocaust Herdenking in het voormalige concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau in Polen op 27 januari. Meer informatie: www.4en5mei.nl/levenslicht www.joodsmonument.nl/onderwijs

| 39

05-holocaustremeberance-4-26.2.indd 39

17-04-20 12:24


Platform WO2 pakt uit met 75 jaar vrijheid Het jubileumjaar 75 jaar vrijheid is voor de organisaties en instellingen die zich bezighouden met de Tweede Wereldoorlog aanleiding iets speciaals te doen. Sommige brengen een al langer gekoesterd idee tot uitvoering, andere slaan nieuwe wegen in. Een impressie. door Monique van Hoogstraten

De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s “Wat vind jij dat de oorlog het beste weergeeft in beeld?” Dat was half november de vraag van het NIOD aan Nederland. Twee maanden later waren er honderden inzendingen, uit alle provincies. Het plan was om de tentoonstelling van de honderd beste foto’s op 30 maart in het gebouw van de Tweede Kamer te openen. In verband met de maatregelen tegen het coronavirus kon dit niet doorgaan. In aanloop naar 4 en 5 mei worden de 100 foto’s bekend gemaakt op www.in100fotos.nl. De NOS zendt op 4 mei na de Nationale Herdenking een programma uit over het project op NPO 2, 20.35 uur.

Visuele canon Het doel van de initiatiefnemer, Platform WO2, was een ‘visuele canon’ van de oorlog samen te stellen. Daarom werden er vijf thema’s benoemd. “Anders krijg je alleen de vrolijke bevrijdingsfoto’s”, zegt Somers. Dus ook: de NSB-oom die uit het album is verwijderd, of beelden van hoe Nederlanders zich aanpasten aan de bezetting. “Vervolging en verzet laten zich moeilijk in beeld brengen, maar we wilden graag dat mensen ook met die blik de foto’s gingen bekijken die ze koesteren in een mooi album of die in schoenendozen op zolder onder het stof zijn geraakt.” Provinciale jury’s hebben inmiddels op discussiebijeenkomsten door het hele land een selectie van 25 foto’s per provincie gemaakt. Een nationale jury onder voorzitterschap van Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib kiest daaruit de 100 beste. “In die jury zitten behalve tien professionals ook vijftien gewone Nederlanders. Het leuke is dat maar liefst 150 mensen zich daarvoor hadden aangemeld, van allerlei achtergronden en leeftijden.” Meer informatie: www.in100fotos.nl J.C.W. Massink, Doetinchem. Collectie Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers

Toverwoord Programmamanager en NIOD-onderzoeker Erik Somers: “Elk museum is tegenwoordig op zoek naar publieksparticipatie, dat is het toverwoord. Het geheim van ons succes, dat ook in het buitenland wordt opgemerkt, is dat we de invulling van het project helemaal hebben overgelaten aan provinciale werkgroepen. Zonder blauwdruk van bovenaf.” Natuurlijk is er wel wat sturing geweest. Bijvoorbeeld: het is geen wedstrijd. Somers: “Het ging ons erom dat mensen gaan nadenken over de betekenis van beeld. In onze samenleving speelt beeld een grote rol, maar het is door de invloed van sociale media ook heel

vluchtig. We wilden dat mensen iets langer kijken naar een foto, zich afvragen: wat zie ik eigenlijk, wat is het verhaal erachter?”

In 1942 worden in heel Nederland kerkklokken door de Duitsers gevorderd om ze te laten omsmelten ten behoeve van de oorlogsindustrie.

40 NCMagazine | voorjaar 2020

12-75jv.projecten-4-18.02.indd 40

17-04-20 12:26


Herdenken en vieren

Nieuw herdenkings- en educatiecentrum Loenen Vredesmissies De tentoonstelling vertelt ook de verhalen van veteranen die op naoorlogse missies zijn geweest. Briaire: “Onze belangrijkste boodschap is: wij leven in vrede, maar het is nog lang niet overal vrede in de wereld. Zoals de Britten en Amerikanen ons kwamen bevrijden, zo zijn er nu Nederlandse militairen die zich elders in de wereld inzetten voor vrede en veiligheid.” Zo wordt het verhaal van de Tweede Wereldoorlog verbonden aan de vredesmissies van de afgelopen 75 jaar. “Een jaar of tien geleden,” zegt Briaire, “begon de betekenis van Nationaal Ereveld Loenen te veranderen.” Aanvankelijk ging de aandacht vooral uit naar de zorg voor de nabestaanden van de 4000 Nederlanders die er zijn begraven. “Die nabestaanden worden ouder, of vallen weg. We willen het verhaal nu doorvertellen aan jongeren en die hebben een heel andere informatiebehoefte.” De nieuwe tentoonstelling wordt in het najaar geopend. Meer informatie: www.oorlogsgravenstichting.nl

KAAN architecten

Er was al wel een tentoonstelling bij Nationaal Ereveld Loenen. “Maar dat is een vrij klassieke, gedateerde opstelling met informatie over de geschiedenis van het ereveld”, vertelt manager Publiek en educatie van de Oorlogsgravenstichting Hélène Briaire. Op dit moment wordt door de Stichting Nationale Veteranenbegraafplaats Loenen naast het ereveld een veteranenbegraafplaats aangelegd. Als verbinding tussen beide locaties wordt een nieuw herdenkings- en educatiecentrum gebouwd. In dit gebouw komt een aula voor de veteranenbegraafplaats en een geheel nieuwe, interactieve tentoonstelling. Persoonlijke verhalen van oorlogsslachtoffers en veteranen vormen daarin de rode draad. Zoals dat van Engelandvaarder Ben Buunk, de Groningse verzetsstrijder Anda Kerkhoven, maar ook van de in 2007 in Afghanistan omgekomen Timo Smeehuijzen. “Hun verhalen worden verteld door een nabestaande, waardoor het heel dichtbij komt. Tegelijk laten we via deze mensen, aan de hand van historische beelden, een aspect van het grotere verhaal zien. Het bijzondere is dat bezoekers, nadat ze op deze wijze iemand hebben leren kennen, op het ereveld zijn of haar graf kunnen bezoeken.”, aldus Briaire.

Artist impression van het nieuwe herdenkings- en educatiecentrum Loenen

| 41

12-75jv.projecten-4-18.02.indd 41

17-04-20 12:27


Oorlogslevens Als je op zoek wilt naar wat je grootmoeder of oudoom in de oorlog heeft meegemaakt, weet je vaak niet waar te beginnen. Beroepsspeurders zoals historici of journalisten kennen de routes wel, maar veel andere Nederlanders die terug willen in de tijd, raken verdwaald in een doolhof van archieven, herdenkingscentra en musea waar een snippertje informatie kan liggen. Netwerk Oorlogsbronnen verbindt al die informatie nu aan elkaar. “Als je zoekt op een naam, verschijnt er een tijdlijn met de plekken waar die persoon op welk moment was. Bij al die momenten staan verwijzingen naar de bronnen en in welk archief je die kunt vinden”, vertelt Tessa Free, communicatieadviseur van het Netwerk Oorlogsbronnen. Het sluit aan bij hoe veel (jonge) mensen tegenwoordig zoeken: niet in een bibliotheek of archief, maar in eerste instantie online.

Meer informatie: www.oorlogslevens.nl

Collectie Stadsarchief Rotterdam

Digitaal Er wordt momenteel samengewerkt met zo’n twintig instanties, zoals Kamp Amersfoort, Kamp Westerbork, de Oorlogsgravenstichting en het Nationaal Comité 4 en 5 mei, maar er komen steeds nieuwe organisaties bij. Op dit moment zijn vooral mensen opgenomen die zijn vervolgd, die deelnamen aan het verzet en militaire- en burgerslachtoffers.

Netwerk Oorlogsbronnen begon in 2016 met het digitaal samenbrengen van WO II-bronnen (foto’s, archiefstukken, museumobjecten, filmmateriaal, krantenartikelen, boeken) die bij zo’n 85 grote en kleine Nederlandse erfgoedinstellingen opgeslagen liggen. Oorlogslevens, zoals dit nieuwste project heet, komt tegemoet aan de wens van de gebruikers. “De meeste vragen die mensen over de oorlog hebben, gaan over personen”, zegt Free. “Alle collecties samenbrengen was een lange weg”, vertelt Free. “Iedereen investeert heel erg in zijn eigen collectie, om die zo mooi en rijk mogelijk te maken. Maar uiteindelijk is het delen van de bronnen een verrijking voor iedereen die bezig is met oorlogsherinneringen, zowel voor de organisaties zelf als voor de bezoekers.” De zoekmachine, die begin februari is gelanceerd, geeft toegang tot de tijdlijn van maar liefst 300.000 Nederlanders. Dat zijn vooral mensen die tijdens de oorlog zijn overleden, maar ook mensen die de oorlog hebben overleefd en nadien zijn overleden. Free: “De ambitie is om op termijn uit te breiden met veel meer bronnen, ook over bestuurders en collaborateurs bijvoorbeeld, en in het hele toenmalige Koninkrijk der Nederlanden.”

Project crowdsourcing politiearchief Rotterdam: Bijna 35.000 arrestatiekaarten en 19.000 ontslagkaarten uit het Rotterdamse politiearchief (‘40-’45) zijn vanuit huis overgetypt door vrijwilligers. Dit geeft inzicht in wie tijdens de Duitse bezetting waarvoor heeft vastgezeten in een Rotterdamse politiecel. Op de foto: Rotterdamse politieagenten collecteren op de motor namens de Winterhulp

42

NCMagazine | voorjaar 2020

12-75jv.projecten-4-18.02.indd 42

17-04-20 12:27


Herdenken en vieren

Liberation Route te voet Lopen van Londen naar Berlijn, een tocht van 3000 kilometer. In het voetspoor van de militairen die vanuit het westen Europa kwamen bevrijden. Dat wordt de Liberation Route te voet. “Met je schoenen letterlijk in het spoor van die mannen en vrouwen. Het past heel goed bij wat veel mensen tegenwoordig zoeken: reflectie en bespiegeling”, zegt bedenker Jurriaan de Mol, directeur van Liberation Route Nederland. Hij begon zo’n tien jaar geleden, vanuit zijn betrokkenheid bij de regio Arnhem/Nijmegen, met de digitale Liberation Route. Die brengt inmiddels in acht landen honderden organisaties bijeen op de weg die de westelijke geallieerden aflegden: van Londen via Normandië, Noord-Frankrijk, de Ardennen, Zuid-Nederland en Nijmegen/Arnhem helemaal door naar Berlijn. De Mol: “We verbinden musea, toeristenbureaus, steden, verhalen en mensen. Een heel netwerk om het verhaal levend te houden van hoe we onze vrijheid terugkregen.”

Meer informatie: www.liberationroute.nl

Liberation Route

Vectors of Memory Voor de fysieke wandelroute wordt samengewerkt met dat uitge-

breide netwerk, en met wandelorganisaties. Die kennen immers lokaal alle mooie routes al. De bevrijdingsroute moet weliswaar historisch correct zijn, maar ook leuk om te wandelen. Als een legeronderdeel over een weg ging die nu een snelweg is, wordt die vermeden. Het geheel wordt vanzelfsprekend toegankelijk via een app. “Je kunt straks bijvoorbeeld het stuk van de route gaan wandelen die over Market Garden gaat.” Bijzonder element: architect Daniel Libeskind heeft markeringen ontworpen die her en der langs de route worden geplaatst. Kleine en grote gedenktekens, Vectors of Memory genoemd. De routeapp wordt begin mei gelanceerd, daarna komt ze stukje bij beetje beschikbaar. De Mol verwacht een variëteit aan geïnteresseerden: “Mensen die van geschiedenis houden, de vele hikers die ook de Santiagoroute lopen of de Vierdaagse, zoals ikzelf, maar ook Amerikanen en Canadezen die hun roots willen ontdekken.” En natuurlijk de veteranen, maar dat worden er snel minder. De Mol: “Juist daarom moeten we het verhaal levend houden.”

De markering ‘Vector of Memory’, ontworpen door Daniel Libeskind, langs de Liberation Route

| 43

12-75jv.projecten-4-18.02.indd 43

17-04-20 12:28


kinderen toen ook. Of: tjee, dat kind van zes had niet eens speelgoed!”

Vertel Vrijheid De Tweede Wereldoorlog in rap. Ofwel: ritmisch gezongen, half gesproken teksten. Poëzie in een eigentijds jasje. “Onze vraag was: hoe betrek je jongeren echt bij de Tweede Wereldoorlog?”, zegt projectleider Idske Bakker. “Het moet aansluiten bij hun leefwereld, dat om te beginnen. Rap dus, en sociale media.”

Meer informatie: www.vertelvrijheid.nl

Vertel vrijheid

Tastbaar De Stichting Musea en Herinneringscentra ’40-’45 (SMH) neemt één klas per vmbo-school mee op een persoonlijke reis naar de oorlog. Veertien scholen doen mee. De jongeren krijgen eerst een voorbereidende les op school, dan gaan ze naar een oorlogsmuseum in hun regio. Bakker: “We hadden onlangs de tweede klas van een school in Zwolle. Die hebben we meegenomen naar Westerbork. Daar hebben we ze drie voorwerpen laten zien. Een houten speelgoedeendje, een spaarpotje en een keteltje. Allemaal met het verhaal van de mensen van wie deze dingen waren. Het verleden wordt door die voorwerpen heel tastbaar voor de pubers van nu”. Zowel de gruwelijke dingen als de heel gewone dingen uit het dagelijkse leven. “Speelgoed? O ja, dat hadden

Social media Nadat de vmbo’ers in het museum zijn geweest, schrijven ze op school de teksten voor de rap aan de hand van die voorwerpen. Bakker: “Het is zo verrassend. De klas die naar Westerbork ging, schreef: ‘De vrijheid en de veiligheid van de mensen om je heen, is de vrijheid en veiligheid voor jezelf en iedereen’. Dat vind ik mooi.” Als de rap klaar is, wordt die op video opgenomen en via sociale media verspreid. Bakker: “Het is zo belangrijk voor de kinderen dat ze zelf iets maken, ‘eigenaar’ zijn van wat ze hebben gemaakt.” Opmerkelijk: ze gebruiken hun eigen sociale-media-accounts niet snel om de clip te verspreiden. Bakker: “Voor pubers is dat echt ingewikkeld, het verbinden van je privé-account met een schoolactiviteit. Maar wat ons verrast: wat wij als organisatie op Instagram en Snapchat zetten, verspreidt zich juist weer meer dan we hadden verwacht. Het bereik loopt in de tienduizenden, de impressies in de honderdduizenden per clip.” De videoclips worden ook gebruikt in de voorstelling Vertel Vrijheid! van Vincent Bijlo en de Konrad Koselleck Big Band.

Leerlingen van Carolus Clusius College uit Zwolle op bezoek in Westerbork, 21 november 2019

44 NCMagazine | voorjaar 2020

12-75jv.projecten-4-18.02.indd 44

17-04-20 12:28


Herinneren

‘ Ik ben een oorlogskind, voor mij zal die oorlog altijd heel dichtbij blijven’ NC Magazine publiceert elk nummer een gesprek tussen twee mensen van verschillende generaties. Een dubbelgesprek tussen Paul van Vliet en Sigrid Kaag over ‘de geur van oorlog’. door Leonard Ornstein en Larissa Pans foto’s Geert Snoeijer

| 45

16-generatiegesprek-5-28.02.indd 45

17-04-20 12:38


Als hij aan ‘de oorlog’ denkt, doemen beelden uit zijn jeugd op, van hun platgebombardeerde huis en de grote schrik van zijn moeder toen hij, tienjarig jochie, Hitler nadeed in de tram. Als zij aan ‘de oorlog’ denkt, ziet ze de chaotische, overvolle vluchtelingenkampen in Libanon voor zich (“Echt geen keurige COA-verblijven, hoor”). Hij is cabaretier Paul van Vliet (1935), zij is minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag (1961). Ze gaan in gesprek met elkaar over de Tweede Wereldoorlog, en over deze ‘nerveuze’ tijd van haatzaaitweets en nationalisme. Beiden hebben een band met Unicef en komen regelmatig in oorlogsgebieden. “De mooiste mop die ik ooit gehoord heb, komt uit een concentratiekamp”, zegt Paul van Vliet. “Twee gevangenen wijzen naar een SS’er met één glazen oog. Zegt de een tegen de ander: ‘Kun je zien welk oog het glazen oog is en welk het echte?’ Zegt de ander: ‘Ja, in het glazen oog zit nog iets van menselijkheid.’ Dat is toch prachtig? Daarmee wordt die man zo klein, en je hebt jezelf even gered uit de ellende. Een heel bevrijdend gevoel.” Sigrid Kaag: “Egyptenaren zijn notoir grappig. Onder Sadat en Mubarak waren ze straatarm en onderdrukt, maar humor was er altijd. Humor is een teken van hoop, mensen moeten ergens iets kwijt. Dat is ook zo met zang en schilderkunst; melancholie komt naar buiten, vreugde, verdriet. Veel ‘conflictkunst’ is fenomenaal.”

Match Je zou de interviewlocatie een safe space kunnen noemen, maar dan wel een heel stijlvolle: we zitten in een ruimte achter een metersdikke, ronde kluisdeur. Hier werden de goudstaven bewaard. Nu is het Haagse hotel Indigo in dit pand geves-

tigd, maar in een vorig leven huisde de Nederlandsche Bank er. De overburen van de hotelgasten: Paleis Noordeinde. Van Vliet en Kaag zitten op een gemakkelijke bank, voor hen een tapijt van ingeweven Nederlandse bankbiljetten. Een filmisch decor, met de cabaretier en de minister in de hoofdrol. Ze kenden elkaar voor dit gesprek nog niet. Van Vliet zegt ‘fan’ te zijn van Kaag en strooit alvast met een wervende verkiezingsleus (‘Sigrid Kaag? Ja, graag!’), voor het geval dat... “Van mij mag je de eerste vrouwelijke minister-president worden.” De geliefde en gelauwerde cabaretier zou stoppen – de tachtig-plusser heeft ruim de pensioengerechtigde leeftijd bereikt – maar afscheid nemen blijft moeilijk en er blijven optredens op het programma staan. Verhalenverteller Van Vliet en uitgesproken politica en wereldburger Kaag matchen. Er wordt veel en hartelijk gelachen, maar stiltes vallen er ook als Van Vliet vertelt over zijn weggevoerde schoolvriendje Japie Groen of als Kaag het heeft over haar Palestijnse man Anis al-Qaq, en de ladingen Twitterhaat die er over hen worden uitgestrooid. “Ik ben een oorlogskind, voor mij zal die oorlog altijd heel dichtbij blijven”, zegt Paul van Vliet. “Ik was vier toen de oorlog begon. Ik kreeg een ander leven, maar dat ging heel geleidelijk. De Duitsers lieten ons eerst wennen, het leek mee te vallen. De razzia’s en de schaarste, dat kwam pas veel later. In de Hongerwinter van 1944 ging het niet meer. Mijn zusjes en ik werden met het laatste kindertransport vanuit Den Haag naar Friesland gestuurd, in een gammele bus met gasgenerator. We hebben er zestien uur over gedaan. In Leeuwarden werden we verdeeld over pleeggezinnen. Ik werd weggeplukt uit de stad, kreeg een nieuw leven met een nieuw gezin in Garyp. We zaten in die bus, door de beslagen ramen zag je een groepje

ouders dat afscheid moest nemen van hun kinderen. Toen zag ik mijn ouders huilen. Ik had er zelf niet zoveel verdriet van. Ik wist niet waar ik terecht zou komen en ook niet of ik mijn ouders levend zou terugzien.” Dat het noodlot zomaar kan toeslaan, merkte het gezin Van Vliet al snel. Op 3 maart 1945 werd hun huis vol getroffen door wat we nu een ‘vergisbombardement’ zouden noemen. Van Vliet vertelt dat de geallieerden de V2-startbanen in het Haagse Bos wilden bombarderen, “maar ze vergisten zich in de kaartcoördinaten en hebben toen een hele wijk platgegooid. Ruim zeshonderd burgers zijn daarbij omgekomen. Wij kinderen zaten in Friesland, achteraf gezien een enorm geluk. Mijn ouders zijn eigenlijk te lang in hun huis gebleven dat al in de fik stond. Het was kantje boord.” Uiteindelijk overleefde het hele gezin de oorlog.

Verlaten huis Regelmatig gaan zijn gedachten naar Japie Groen, het Joodse vriendje van Paul van Vliet. “We waren acht jaar oud, hij zat naast me op de lagere school. Japie moet een onheilspellend voorgevoel hebben gehad, want hij had mij in 1943 zijn speelgoed in bewaring gegeven. Heel mooi speelgoed: een prachtig vliegtuigje met draaiende wieltjes en een propellertje, alles gemaakt van degelijk staal. En een motorrijder, ook al zo mooi gemaakt. Ik begreep toen niet helemaal waarom ik dat kreeg van Japie. Hij gaf het me en zei: ‘Als ik niet meer terugkom, mag jij dat hebben.’ Japie was op een gegeven moment weg. Niemand wist waar hij was. Toen ben ik naar zijn huis gefietst. Het was een huis met zo’n bovenbalkon. Ik zal het nooit vergeten: de balkondeuren stonden open en de vitrages wapperden in de wind. Een verlaten huis. De buren zeiden: ‘Japie is een paar dagen geleden opgepakt door de

46 NCMagazine | v00rjaar 2020

16-generatiegesprek-5-28.02.indd 46

17-04-20 12:39


Herinneren

Duitsers. We konden niet eens afscheid nemen. Het ging zo vlug.’ Het drong allemaal pas later tot me door.” Japie kwam nooit meer terug, Van Vliet heeft zijn speelgoed altijd bewaard. “Ik heb het nu even afgestaan, het staat bij een tentoonstelling in Den Haag over Joods oorlogsspeelgoed.” Toen Van Vliet de film Shoah van Claude Lanzmann zag, drong pas echt ‘de gruwelijke werkelijkheid van de Holocaust’ tot hem door. “Wij Nederlanders waren na de oorlog alleen maar met onszelf bezig, ‘wij hebben het ook erg gehad’, en géén idee hoe de Joden het hadden gehad. Kunnen jullie je nog de kapper in die film herinneren en zijn verhaal? Daar ben ik een paar dagen stil van geweest.”

Vrouw van de wereld Kaag, het is al eerder gezegd, wordt vaak

genoemd als mogelijke eerste vrouwelijke minister-president. Letterlijk een vrouw van de wereld: ze heeft haar halve leven in het buitenland gewoond, spreekt zes talen en leidde van oktober 2013 tot september 2014 de enige succesvolle VN-missie voor vernietiging van chemische wapens in Syrië. De minister groeide op in Zeist, noemt zichzelf ‘een echt provinciaaltje op een katholieke basisschool’. “Het was wel een liberaal gezin, waar alle politieke bladen kwamen, van De Groene Amsterdammer tot Elsevier. Mijn vader was musicus. We hadden allebei veel interesse in geschiedenis, we lazen veel en keken naar oorlogsdocumentaires. Mijn moeder wilde nooit over geloof en politiek praten ‘want daar kwam alleen maar ellende van’. En ze was een soort hoarder, ze bewaarde alles voor als het ooit nog nodig zou zijn. We hadden

een belachelijk aantal lakens, dekens, voorraadkasten vol proviand. Mijn vader maakte de klassieke grappen over Duitsers en fietsen en had een enorme hekel aan de Duitse taal, terwijl mijn moeder dat gestudeerd had. Dan keek ik met mijn moeder naar Duitse televisieprogramma’s – want die vond zij vaak informatiever – en zat mijn vader te fulmineren in de woonkamer. Op dramatische toon: ‘We hebben die moffen al vijf jaar gehad, waarom hebben we ze nou weer in de woonkamer! Zet uit die tv!’ Alles verliep dus ‘tamelijk standaard’ volgens Kaag, tot het gezin uit elkaar viel. Ze vertelt het heel rationeel: “Ik was een jaar of twaalf, mijn ouders werden allebei heel ziek. Mijn moeder moest enkele zware hersenoperaties ondergaan vanwege een goedaardige, maar gecompliceerde hersentumor. Van tevoren stond niet vast of ze die zou overleven. Uiteindelijk is ze gelukkig nog heel oud geworden, maar wel met met een zwakke gezondheid en met allerlei handicaps. Mijn vader kreeg een ernstige burn-out en raakte depressief. Mijn zus en ik kwamen in een pleeggezin terecht en moesten onszelf zien te redden. Op mijn negentiende vertrok ik al naar het buitenland.” Na studies in Caïro, Exeter, Oxford en Parijs volgde een succesvol, enerverend leven in de diplomatie (Buitenlandse Zaken, Verenigde Naties) en het zakenleven (Shell). Kaag trouwde met de Palestijnse politicus-diplomaat Anis alQaq, samen hebben ze vier kinderen. Uw kinderen zijn Nederlands-Palestijns. Hoe geeft u hen de Holocaust door, het Joodse lijden? Is dat niet best ingewikkeld? Kaag, gedecideerd: “De Holocaust heeft mij diep geraakt. Ik heb Yad Vashem bezocht, die hele berg kinderschoentjes, vreselijk. Het is een Nederlandse denkfout om te stellen: als je Palestijn bent, wil je

| 47

16-generatiegesprek-5-28.02.indd 47

17-04-20 12:39


niks weten over de Holocaust. Mijn kinderen zijn ook niet de gemiddelde Palestijnse kinderen, denk ik, met hun gemengde achtergrond en internationale leven. Mijn dochter speelde Anne Frank in de derde klas van de lagere school in een schooltoneelstuk. Daar kreeg ik veel reacties op van met name Europeanen, zo van: ‘Is dat niet gek?’ Nee. Belangrijk dat ze dat leert en dat ze van die geschiedenis weet. En dat geldt ook voor mijn andere kinderen. Het lijden mag nooit ontkend worden. Je inzetten voor een Palestijnse staat, staat los van de Holocaust.” Het is nu allemaal veel gepolitiseerder. Antisemitisme is verweven geraakt met anti-Israëlgevoelens – wie pro-Palestijns is, is anti-Israël. Veel linkse mensen zijn nu anti-Israël. Kaag: “Ja, dat is fout.” Van Vliet: “En vroeger waren die linkse lui hartstikke pro-Israël.” Kaag: “Mijn kinderen voelen zich vooral wereldburger. Ze zijn er trots op dat ze Nederlander zijn. Zij hebben ook maar één nationaliteit, want er is geen Palestijnse staat. Van die kant zijn ze dus statenloos. Maar natuurlijk zijn ze ook trots op hun Palestijnse wortels. Mijn man en zijn familie

Paul van Vliet (1935) is cabaretier, oprichter van theater PePijn en schrijver. Zijn boek Brieven aan God en andere mensen verscheen in 2019. Na een zeer succesvolle carrière van 60 jaar stopte hij in 2018 met cabaret, maar hij heeft daarna toch nog een aantal keer opgetreden. Sinds 1992 is hij ambassadeur van Unicef. Hij is getrouwd, heeft stiefkinderen en -kleinkinderen. Zijn grootvader was een vooraanstaand ARP-Tweede Kamerlid, Van Vliets ouders waren beiden beeldend kunstenaars.

Sigrid Kaag (1961) is diplomaat en politicus. Zij werkte onder meer als speciaal gezant voor de Verenigde Naties in Syrië en Libanon en was regiodirecteur MiddenOosten en Noord-Afrika van Unicef. Kaag groeide op in Zeist. Haar vader was musicus, haar moeder onderwijzeres. Sigrid Kaag is sinds oktober 2017 namens D66 minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in het kabinetRutte III. Zij is getrouwd met Anis al-Qaq en heeft met hem vier kinderen. In 2019 hield zij de Hannie Schaft-lezing.

komen uit Oost-Jeruzalem, in principe zouden mijn kinderen het Israëlische staatsburgerschap kunnen krijgen. Dat kan, maar dat is wel heel moeilijk.” Een beetje spottend zegt hij: “Het wordt niet aangemoedigd, om het maar zo te zeggen.”

checkpoints?’ Of: ‘Je hebt een Palestijns nummerbord, ga maar in de andere rij staan.’ Dat vond ik onverteerbaar. Ik wil niet dat ze in haat opgroeien en afkeer ondervinden.”

Begrijpen uw kinderen het wederzijdse wantrouwen tussen Israëli’s en Palestijnen? “Wij hebben zoveel Joodse en Israëlische kennissen... of zij het begrijpen weet ik niet. Zij hebben wel de juiste waarden meegekregen, zijn opgegroeid met ouders die zich altijd hebben ingezet voor vreedzame co-existentie en voor vrede in het Midden-Oosten. Empathie hebben voor de ander, dat hebben mijn man en ik ze geleerd. Voor mijn kinderen is het heel moeilijk om te ervaren dat ze gediscrimineerd worden.” Hoewel Kaag en haar gezin een heel mooie tijd hadden in Israël, wilde ze niet dat haar kinderen zouden opgroeien in die gespannen samenleving met roadblocks en checkpoints. “De hoofdreden waarom ik een baan in Genève aannam, was omdat ik niet wilde dat mijn oudste dochter zou opgroeien in een samenleving waarin het enige gesprek is: ‘Wat is de situatie vandaag? Hoe zijn de

Dynamiet Van Vliet is al jarenlang ambassadeur van Unicef, Kaag was voor Unicef regiodirecteur in het woelige Midden-Oosten. Beiden hebben vele vluchtelingenkampen bezocht, oorlogsgebieden gezien en contact gemaakt met ‘de oorlogskinderen van nu’, niet meer komend uit Europa, maar veelal afkomstig uit Jemen of Syrië. Moest Van Vliet weleens terugdenken aan zijn eigen ervaringen als ‘oorlogskind’? “Dat heb ik één keer gehad in Eritrea, in 1993. Ze hadden net vrede met Ethopië. Het land was kapotgeschoten, ik herkende veel van dat puin. Het is anders dan gewoon puin als bij een verbouwing. Puin met dynamiet heeft een heel andere geur. Dat rook ik daar, en die geur herkende ik van ons kapotgebombardeerde huis in het Bezuidenhout. Daar heb ik de geur van oorlog letterlijk opgesnoven en het beeld ook weer gezien.” We spreken over de tijd van nu. Kaag is open, vertelt veel maar zegt ook: “Let op

48 NCMagazine | voorjaar 2020

16-generatiegesprek-5-28.02.indd 48

17-04-20 14:02


H erinn e re n

gewoon eng.’ Dat mocht ik echt niet in het openbaar doen. Maar als kind kun je dat niet zo goed inschatten. Ik dacht: hé, dit heeft succes, leuk, ze lachen, dat doe ik nog eens. Hitler deed ik in de tram in Den Haag, mijn moeder ging bijna dood van schrik. Het was in 1943, middenin de oorlog. De mensen in de tram vonden het prachtig, behalve waarschijnlijk een paar NSB’ers. Dat was behoorlijk link.” Het is 75 jaar na de bevrijding. Waar staan we nu? Van Vliet: “Het cliché is dat het in golven gaat. We zitten op een keerpunt in de geschiedenis, zei Robbert Dijkgraaf laatst. Een totale omwenteling in alles, en ik geloof hem. We zitten op een trillende plaat.”

hoe je dit opschrijft, straks krijg ik weer allemaal haat-tweets.” Ze wil het liever niet lezen, haar medewerkers doen dat wel. “Ik ben opgehouden ernaar te kijken, maar mijn man raakt het heel erg, die extreme haatdragerij in de uithoeken van Twitter. Dat framen, en de feitelijk zeer onjuiste beschrijvingen van hem en van mij.” Van Vliet: “Niet kijken, dat is het beste. We kunnen met sociale media en met de impact ervan nog niet omgaan. Kijk naar de president van de Verenigde Staten, naar de haat en chaos die hij via Twitter verspreidt.” Kaag (droogjes): “Ik heb heel loyale haters. Meestal komen ze uit Nederland. Ik doe iets op het handelsterrein, stuur daar een brave tweet over en dan komen meteen de reacties: ‘Kaag Hamas!’ Mijn Twitterbeeld wordt één wolk Hamas, Hezbollah, de meest rare dingen.”

Hoe zorgt u ervoor dat u niet te erg erdoor van slag raakt? “Het helpt dat er ook normale reacties zijn, en zeker ook dat ik soms door mensen op straat word aangesproken die zeggen dat ik het goed doe en dat ze me een fijn mens vinden. Wat ik ook tegen mezelf zeg, is dit: ‘Ik doe dit werk uit eigen vrije wil. Ik heb hier een heel mooie baan voor achtergelaten.’” Hij benadrukt: “Ik ben een vrij mens. Niemand heerst over mij. Niemand.” Van Vliet luistert aandachtig en reageert: “Ik ben het ook wel gewend om ter discussie te staan. Je went eraan. Als je een bepaald talent hebt, val je op. Dat gebeurt al zo lang. Als klein jongetje kon ik Hitler en Churchill goed imiteren. Dat was nog best gewaagd in de oorlog. Mijn zusje zei laatst nog: ‘Jij kon Hitler perfect nadoen, dat was

Er is sprake van een nerveus evenwicht? Kaag: “Ja, zoiets. Het is al een tijdje een nerveuze tijd, maar we hebben het niet onder ogen willen zien. Iets valt je pas op als het af is, niet al die losse symptomen. De pijlers van de naoorlogse wereldorde waren altijd: mensenrechten, universaliteit, wereldvrede. Op dit moment zijn veel leiders een andere mening toegedaan. Het is een beetje à la carte geworden. In Europa speelt het ouderwetse nationalisme, net als xenofobie, antisemitisme, racisme. Het broeit. En dan is er het klimaat, dat moeten we helaas serieuzer nemen dan ik had gehoopt. We staan echt op de rand van een klimaatafgrond, als je kijkt naar de voorspellingen. Het is aan ons. Hopelijk hebben we genoeg mensen die het moeilijke, maar verstandige durven doen. Ik geloof dat hoop letterlijk doet leven. Als ik geen hoop meer heb of geloof in de rol die eenieder kan spelen, dan...” Ze zoekt even naar woorden en roept dan uit: “Dan ga ik voor een voltooid leven à la D66!” Dit artikel is geschreven voordat de maatregelen i.v.m. het coronavirus van kracht werden.

| 49

16-generatiegesprek-5-28.02.indd 49

17-04-20 12:40


Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/NFP/Fotograaf onbekend

Op 15 augustus 2020 organiseert het Indisch Herinneringscentrum het ontmoetingsprogramma Huizen van Aankomst. Op 75 plekken door heel Nederland kan het publiek huizen bezoeken die ooit dienst deden als opvang voor ontheemden uit het voormalig NederlandsIndië die na de onafhankelijkheid van Indonesië naar Nederland kwamen. Dit artikel is geschreven voordat de maatregelen i.v.m. het coronavirus van kracht werden. door Ricci Scheldwacht

‘ De erfenis van Nederlands-Indië is van ons allemaal’ In Nederlands-Indië eindigde de Tweede Wereldoorlog op 15 augustus 1945 met de capitulatie van Japan. Voor de inwoners van de voormalige kolonie was de vrede daarmee nog niet teruggekeerd, want daarna begon er een koloniale oorlog tussen Nederland en Indonesië die zou duren tot eind december 1949. Tussen 1945 en 1968 kwamen er meer dan 350.000 mensen naar Nederland die na de onafhankelijkheid van Indonesië het land moesten verlaten. Lange tijd werd deze volksverhuizing aangeduid met de term ‘repatriëring’. De uitleg daarvan was dat Indische Nederlanders teruggingen naar hun vaderland (patria). Voor de witte Nederlanders die in de kolonie woonden, klopte die lezing grotendeels, maar voor de gekleurde Indo-Europeanen lag dat anders. De meesten van hen verlieten noodgedwongen hun geboortegrond voor een nieuw bestaan in een land waar ze nog nooit waren geweest. Ook Molukkers, Chinezen, Papoea’s, Toegoenezen en Indonesiërs voor wie in het zelfstandige Indonesië geen plaats meer was, kwamen naar Nederland.

Dat gebeurde op de meest uiteenlopende adressen. Huizen van particulieren, hotels, pensions, kastelen, kloosters, zelfs barakken in de voormalige kampen Vught en Westerbork deden dienst als contractpensions en woonoorden. Niet veel Nederlanders zijn zich ervan bewust hoe groot de impact van deze migratiegeschiedenis is geweest en hoe het koloniale verleden nog altijd doorwerkt in de samenleving. “Met Huizen van Aankomst willen we laten zien dat de erfenis van NederlandsIndië overal in Nederland aanwezig is”, zegt projectleider Suzanne Rastovac namens het IHC. “Dat willen we doen door de huidige bewoners van de panden in contact te brengen met de verhalen van mensen die daar na hun aankomst in Nederland hebben gewoond. De gevolgen van kolonialisme, migratie en oorlog willen we zo invoelbaar maken voor een breed publiek. Door die verhalen in de woonkamers te brengen, komt de geschiedenis heel dichtbij. De erfenis van Nederlands-Indië is van ons allemaal.”

Erfenis van het verleden

Uiteenlopende onderkomens

Het Indisch Herinneringscentrum (IHC) organiseert het ontmoetingsprogramma Huizen van Aankomst om deze geschiedenis inzichtelijk te maken. Op 15 augustus 2020 kan het publiek huizen en andere gebouwen bezoeken op 75 plekken in heel Nederland, waar deze omvangrijke groep – nog altijd de grootste groep nieuwkomers in Nederland van na de Tweede Wereldoorlog – werd opgevangen.

Een van de 75 huizen die op 15 augustus bezocht kunnen worden is het voormalige kantoor van architectenbureau INBO op het landgoed Geerestein in Woudenberg. Het pand stamt al uit de late middeleeuwen en werd een aantal keren herbouwd. Momenteel worden er 36 appartementen in het pand gebouwd. Suzanne Rastovac: “De mensen van INBO kenden de ontstaansgeschiedenis van het kasteel, maar dat het jarenlang een contractpension is

50 NCMagazine | voorjaar 2020

26-thuiskomen-2-27.2.indd 50

17-04-20 12:42


Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/NFP/Fotograaf onbekend

Herinneren

‘Repatriëring’ Ambonezen te Rotterdam, maart 1951. Warm ingepakte Ambonese kinderen en ouders zetten voet op Nederlandse bodem.

geweest, wisten ze niet.” Naast oproepen op internet en social media om huizen te vinden die ooit dienst deden als contractpension, maakten Rastovac en haar onderzoeksteam gebruik van bestaande bronnen, zoals het boek Opgevangen in andijvielucht van Griselda Molemans, onderzoek van Margaret Leidelmeijer en het archief van onder meer het Moluks Historisch Museum. Daar stuitten ze op barakkenkamp Wyldemerk, dat tussen 1954 en 1969 dienst deed als opvang voor honderden islamitische Molukkers. ‘Niet alle Molukkers die naar Nederland kwamen waren christelijk. Met dit project willen we de diversiteit van de opvang laten zien. Niet alleen de diversiteit tussen de verschillende groepen, maar ook binnen een groep.”

Wisselende ervaringen Door middel van rondleidingen, films, pop-upexposities, lezingen, performances en debatten kunnen de huidige bewoners van de huizen en hun bezoekers uiteenlopende vertellingen verwachten. En al begint elk verhaal met dezelfde vraag – wat betekent het om je geboorteland te moeten verlaten en opnieuw te beginnen in een nieuw land? – het antwoord daarop is voor iedereen die dat heeft meegemaakt weer anders. “Ieder heeft zijn eigen ervaringen. Voor velen wachtte een kille ontvangst. En er was niet veel ruimte voor hun verhalen”, zegt Suzanne Rastovac. “Tegelijk heb ik ook mensen gesproken die mooie herinneringen hebben. Zelfs binnen een gezin kunnen de ervaringen enorm uiteenlopen.”

Wereldgeschiedenis De migratiegeschiedenis en het koloniale verleden van Nederland zijn niet een opzichzelfstaand verhaal, maar maken deel uit van de wereldgeschiedenis, benadrukt Suzanne Rastovac. Het Indische verhaal houdt hier niet op. Een groot deel is niet in Nederland gebleven maar verder gemigreerd naar andere landen over de hele wereld, zoals Amerika, Australië, Canada, Zuid-Afrika en Suriname. Ook dat willen we met dit project laten zien. Migratie kent geen grenzen en is van alle tijden.

Huizen van Aankomst is in 2019 ontwikkeld door het Indisch Herinneringscentrum (IHC) dankzij steun van het vfonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, adviespartner Partizan Publik en is geïnspireerd op het programma Open Joodse Huizen. Huizen van Aankomst is onderdeel van de Nationale Herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog op 15 augustus 2020 en maakt deel uit van het lustrumjaar 75 jaar vrijheid. Het IHC werkt hiervoor nauw samen met Stichting Nationale Herdenking 15 Augustus 1945 en het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Meer informatie: www.indischherinneringscentrum.nl www.huizenvanaankomst.nl (vanaf mei 2020)

| 51

26-thuiskomen-2-27.2.indd 51

17-04-20 12:43


De stand van vrijheid Het vieren van 75 jaar bevrijding inspireerde het Nationaal Comité 4 en 5 mei en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) tot een gezamenlijke beschouwing over de stand van vrijheid in Nederland anno 2020. Een toelichting van Kim Putters, directeur van het SCP. door Alex Bakker foto Novum / Dirk Hol

Hoe beleven we de betekenis van vrijheid? In hoeverre speelt de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog daarin nog een rol? Hoe krijgt de uitoefening van vrijheid in het dagelijks leven vorm? Wat als belangen daarbij botsen? Grote, maar noodzakelijke vragen, want vrijheid is geen abstractie die uit zichzelf blijft voortbestaan: het blijft werk in uitvoering. De stand van vrijheid is op 21 april gepubliceerd (zie www.4en5mei.nl). De inhoud van deze essaybundel is gebaseerd op het jaarlijkse Nationaal Vrijheidsonderzoek van het Nationaal Comité en op langlopend onderzoek van het SCP. Kim Putters, directeur van het SCP en bestuurslid van het Nationaal Comité, legt uit hoe het onderzoek tot stand kwam en wat de meest opvallende uitkomsten zijn. Zijn die veranderd nu de wereld in de ban is van het coronavirus? Kim Putters, u bent verbonden aan beide organisaties. Van wie kwam het initiatief tot deze samenwerking? “Het Nationaal Comité en het SCP hielden al langer contact over de betekenis van vrijheid in de huidige samenleving. Beide verrichten we publieksonderzoek: het Nationaal Comité vanuit het denken over 4 en 5 mei, het SCP vooral met de focus op hoe kwaliteit van leven wordt ervaren. Die perspectieven vullen elkaar aan, zo blijkt uit onze onderzoeken. Nederlanders beschou-

52

wen vrijheid namelijk als een fundamentele basis voor een goed bestaan. De herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en het herdenken en vieren op 4 en 5 mei speelt daarbij een grote rol.” Wat vindt u de meest opvallende uitkomsten en wat zeggen die over ‘de stand van vrijheid’ in Nederland? “Als je mensen in Nederland vraagt naar wat ze belangrijk vinden in ons land, noemen ze het woord ‘vrijheid’ het vaakst. Ze zijn er trots op en zien het als een onlosmakelijk onderdeel van de Nederlandse identiteit. Liefst 55% noemt de Tweede Wereldoorlog als gebeurtenis die het meest bepalend is geweest voor hun denken over vrijheid en onvrijheid. Het bewustzijn over vrijheid is dus groot. Mensen hechten sterk aan hun persoonlijke autonomie maar onderschrijven ook universele rechten als vrijheid van meningsuiting, vrijheid van religie en vrijwaring van discriminatie. Deze vrijheden lijken goed verankerd in de Nederlandse sociale normen.” Een optimistisch beeld dus? “Toch zijn er schaduwkanten en die hebben vooral te maken met onzekerheid en zorgen die leven. Het uitoefenen van ongelimiteerde persoonlijke vrijheid kan botsen met sociale cohesie.

NCMagazine | voorjaar 2020

31-kimputters-2.indd 52

17-04-20 12:45


Onderzoek

zoeken voor de zorgen die mensen ervaren. Deze nieuwe bundel doet een voorzet door de spanningsvelden in kaart te brengen.” U noemde net de coronacrisis. In welk licht plaatst dat de inzichten over vrijheid in Nederland? “De coronacrisis maakt de beleving van vrijheid – beter gezegd: onvrijheid – opeens een stuk scherper. Het is pijnlijk duidelijk geworden dat vrijheid maar in begrensde mate maakbaar is. Zo’n virus treft iedereen, gaat dwars door rangen en standen heen. We zien wel dat de mensen in Nederland de beknottingen in vrijheid vooralsnog goed accepteren en begrijpen dat individuele bewegingsvrijheid nu moet wijken voor het algemeen belang. De vraag is wel hoe lang dat zo blijft en of we die beperkingen op de langere termijn gerechtvaardigd vinden. Vrijheid is diep verankerd in de identiteit van Nederlanders.”

Worden goede omgangsvormen voldoende gerespecteerd; wanneer ontaardt vrije meningsuiting in kwetsende vooroordelen die de vrijheid van een ander beperken? Niet iedereen voelt zich in gelijke mate onderdeel van de samenleving, er heerst angst om buitengesloten te raken vanwege etniciteit, inkomen, opleiding, leeftijd of identiteit. Mensen maken zich zorgen over de effecten van grote internationale ontwikkelingen als globalisering, klimaatverandering, migratie en terrorisme. Door technologische ontwikkelingen en veiligheidsmaatregelen zijn veel mensen ongerust over vrijheid en de bescherming van privacy.” Hoe kijkt u naar de beleving van deze spanningsvelden? “Mensen ervaren het als bedreigend als er geen garantie op vrijheid is. De spanningsvelden die dat oplevert zijn, denk ik, heel belangrijk om te onderkennen. Grenzen rondom vrijheid verschuiven, en opvattingen over vrijheid zullen altijd op nieuwe manieren conflicteren. Dat zien we nu in de coronacrisis. Als je die spanningen onbenoemd laat, wordt het alleen maar lastiger om verbinding in de samenleving te behouden. Daarom moeten we van het begrip vrijheid geen onaantastbare grootheid maken. We moeten juist in dialoog blijven over de complexe kanten van de beleving van vrijheid, daar waar het schuurt. Oplossingen

Wat voor effect zal de crisis op de lange termijn hebben op ideeën over vrijheid? “Dat is heel lastig te zeggen. Ik denk dat de drang om de persoonlijke vrijheid terug te grijpen heel groot is. Maar ik kan me voorstellen dat bepaalde vrijheden worden ingeruild voor dwingende regels, bijvoorbeeld een vaccinatieplicht en verordeningen in de openbare ruimte. De afgelopen jaren stond de individuele vrijheid centraal, ook bij het nemen van risico’s. Het zelf kiezen van je ziektekostenverzekering, zelf organiseren van je werk, je sociale voorzieningen. Soms leken we vergeten te zijn dat de basis van de verzorgingsstaat juist ligt in het collectieve aspect van verzekeringen, van sociale premies, pensioenen, uitkeringen. Met als achterliggend mechanisme: je moet er iets voor laten, zoals een stuk persoonlijke vrijheid of autonomie, maar je krijgt er iets voor terug, namelijk veiligheid en gezondheid. Ook de notie dat de overheid de grondwettelijke taak heeft om voor sociale bescherming van de burgers te zorgen, leek soms naar de achtergrond gedrukt. De coronacrisis maakt duidelijk dat de overheid nu de verantwoordelijkheid draagt om collectieve risico’s te verdelen. Want de markt lost het niet op, en de burgers evenmin. Er zal een debat over publieke dienstverlening moeten worden gevoerd om de rol van de overheid te herijken in het zorgdragen voor de veiligheid en gezondheid van de bevolking. En ook dat zal de discussie over individuele en collectieve vrijheden raken.”

| 53

31-kimputters-2.indd 53

17-04-20 12:45


Het verhaal van de Tweede Wereldoorlog in kaart Over de Tweede Wereldoorlog zijn bibliotheken vol geschreven. De films en documentaires die de gebeurtenissen rondom D-Day en de verschrikkingen van de Holocaust laten zien, zijn talrijk. Maar een Bosatlas over het grootste conflict uit de twintigste eeuw, die bestond nog niet – althans tot nu toe. door Frank Kromer

“Bij Noordhoff houden we een verlanglijst bij van onderwerpen waar we graag ooit een Bosatlas over zouden willen maken”, vertelt Peter Vroege, uitgever van de Bosatlas bij Noordhoff, “en de Tweede Wereldoorlog stond hoog op die lijst. Tegelijkertijd speelde het Nationaal Comité 4 en 5 mei met het idee om rondom 75 jaar vrijheid iets voor het voortgezet onderwijs te maken. Een jaar geleden zijn die twee ideeën samengesmolten.” De twee organisaties hebben de handen ineengeslagen om een bijzondere atlas te maken – vol kaarten, foto’s en infographics – die het verhaal van de Tweede Wereldoorlog vertelt. “Alle Bosatlassen gaan over identiteit; de traditionele Grote Bosatlas over de identiteit van het schoolvak aardrijkskunde, maar we geven ook atlassen uit die raken aan de identiteit van Nederland, een gebied, een stad, en zelfs een branche als de watersector”, vertelt Vroege. “De Tweede Wereldoorlog heeft de geschiedenis van de vorige eeuw voor een groot deel bepaald. Sterker nog, het heeft ons als Nederlanders en als samenleving in belangrijke mate gevormd tot wie wij nu zijn.” Het is veelzeggend dat een foto van de Nationale Herdenking de cover van de Bosatlas siert; de oorlog werkt 75 jaar na dato nog steeds door in de harten en zielen van Nederlanders.

Referentiekader

De speciale Bosatlas ligt vanaf 28 maart in de winkel. Verkoopprijs €39,95

54

Als leidraad voor de Bosatlas is gebruikgemaakt van het referentiekader dat is ontworpen door het Platform WO2, waarin wordt samengewerkt door het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, Netwerk Oorlogsbronnen, de Oorlogsgravenstichting, de Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45 (SMH), Stichting Liberation Route Europe en het Nationaal Comité 4 en 5 mei. “Om er achter te komen wat de Tweede Wereldoorlog nu anders maakt dan andere oorlogen hebben wij een referentiekader opgesteld met acht thema’s die de grotere internationale context laten zien. Daar zitten punten in als ‘het buiten werking stellen van de rechtsstaat’ en ‘terreur’, maar ook ‘herinneren’”, vertelt Cristan van Emden, hoofd Onderzoek en Educatie bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei. “In de Bosatlas worden daarom slechts vier van de tien hoofdstukken aan de daadwerkelijke oorlog gewijd. De gebeurtenissen in de periode 1940-1945 komen niet uit de lucht vallen. De aanloop begint na de Eerste Wereldoorlog; en de invloed werkt door tot vandaag”, vertelt Van Emden terwijl hij van achter naar voren door de drukproef van de Bosatlas bladert. Hij stopt bij een afbeelding met verschillende pilaren. “Kijk, in het interbellum zag je echt een clash tussen ideologieën ontstaan – nationalisme, communisme, socialisme, fascisme, liberalisme. Ook in Nederland zag je dat in het klein met de verzuiling. Door al die ideologieën in kaart te

NCMagazine | voorjaar 2020

20-bosatlas-2-20.02.indd 54

17-04-20 12:46


Educati e

brengen, door te laten zien dat iedereen in zijn eigen bubbel zat, snap je veel beter hoe die oorlog heeft kunnen ontstaan.”

De kracht van een kaart

In de ogen van Van Emden is een atlas een effectief middel om de grootte en impact van de oorlog in beeld te brengen. “Als je kijkt naar de verschillende kaarten van Europa tussen 1930 en 1940, dan zie je hoe Hitler landen veroverde. Op de ene kaart zie je Polen nog liggen, op de andere is het compleet verdwenen. Dat komt echt binnen”, aldus Van Emden. Naast kaarten en foto’s zijn in de Bosatlas ook verschillende infographics – beeldverhalen – te vinden. Een van de meest aangrijpende is die van het zogeheten Kattenburgtransport, waarbij 367 Joodse medewerkers van de Amsterdamse confectiefabriek Hollandia werden gedeporteerd. Slechts acht van hen overleefden de oorlog. De infographic laat precies zien hoe de reis naar Auschwitz verliep. “Een gevangene heeft gedurende de reis een schriftje bijgehouden en heel precies opgeschreven langs welke stations hij kwam. Omdat je het eindstation kent, lopen de rillingen over je rug”, vertelt uitgever Vroege die voor de verschillende verhalen en bronnen nauw heeft samengewerkt met bijvoorbeeld

het NIOD en het Joods Cultureel Kwartier. “Omdat dit een van de weinige transporten is die echt goed gedocumenteerd is, is deze route symbolisch voor de andere deportaties naar de concentratiekampen. Met dagboekaantekeningen, foto’s en kaarten proberen wij het leed inzichtelijk te maken.”

Voortgezet onderwijs Voor het Nationaal Comité 4 en 5 mei is de speciale Bosatlas – samengesteld door een team van zo’n veertig redacteuren, cartografen, grafisch vormgevers en eindredacteuren – een goed middel om het verhaal van de oorlog te vertellen op middelbare scholen. “Het is geen traditioneel naslagwerk, maar echt een verzameling kaartverhalen waarmee we een brede indruk van de oorlog kunnen geven”, zegt Van Emden. “De atlas is vanaf eind maart te koop in de boekhandel, maar dankzij een bijdrage van de Postcodeloterij en het vfonds kunnen we circa 10.000 exemplaren [ongeveer 6 per school, red.] gratis verstrekken. Dat is natuurlijk ongelooflijk bijzonder. Zo draagt deze atlas bij aan het levend houden van de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog, ook in het voortgezet onderwijs.” Dit artikel is geschreven voordat de maatregelen i.v.m. het coronavirus van kracht werden.

| 55

20-bosatlas-2-20.02.indd 55

17-04-20 12:47


In deze serie belicht NC Magazine onbekende plaatsen die een belangrijke rol hebben gespeeld in de Tweede Wereldoorlog. Deze keer Curaçao. door Floris van Dijk

Operaties Paukenschlag en Neuland Na de aanval op Pearl Harbor en de Duitse oorlogsverklaring aan de Verenigde Staten op 11 december 1941, verschijnen Duitse onderzeeboten voor de Amerikaanse oostkust. In zekere zin roepen de Amerikanen de vele door U-boten gekelderde koopvaardijschepen over zichzelf af omdat zij geen gebruik maken van scheepsof havenverduistering, gecodeerde marineberichten of varen in konvooi. Ook is er een groot tekort aan torpedobootjagers, dieptebommen en opsporingsvliegtuigen waardoor veel schepen tijdens de twee aanvalsgolven van operatie Paukenschlag zinken. Eind januari zijn al 62 schepen ten prooi gevallen aan de U-boten. Met de derde aanvalsgolf, operatie Neuland, wordt het Duitse Ubootsucces verlegd naar het Caribisch gebied om zo de geallieerde productie van olie en bauxiet (uit Suriname) te ontwrichten. Duitse en Italiaanse onderzeeërs sluipen rond de Antillen. Op 11 februari 1942 lossen bijna 2.000 Amerikaanse soldaten de Britten af op Curaçao om de kustverdediging te versterken. In de nacht van 15 op 16 februari zien de inwoners van Curaçao boven het 75 kilometer verderop gelegen Aruba vlammen opstijgen: geallieerde tankers en de raffinaderij op Aruba zijn aangevallen door de Duitse onderzeeërs. De geallieerde militairen op Curaçao staan gelijk op scherp.

56

Enkele tankschepen van de Curaçaose Scheepvaart-Maatschappij worden ijlings de haven van Willemstad binnengeloodst, maar voor de Rafaela is het te laat: voor de St. Annabaai wordt het schip getroffen door twee torpedo’s en even later breekt het in tweeën. Vanaf het eiland stijgt het vliegtuig ‘De Snip’ op om de Duitse onderzeeër U-67 met twee bommen te verjagen. In de nachten daarna probeert de U-67 tweemaal het overslagstation van Bullenbaai aan te vallen, maar wordt verjaagd. Op 19 april vuurt de U-130 met het dekkanon op de installaties van Bullenbaai, maar moet vluchten voor het afweergeschut. Angst slaat toe en de bevoorrading van het eiland stokt. De ontbrekende beveiliging voor koopvaardijschepen tegen onderzeeboten leidt diezelfde maand op Curaçao tot een opstand onder honderden Chinese zeelieden in Nederlandse dienst in de kazerne van Suffisant, waarvan er op 20 april vijftien worden doodgeschoten om de staking te breken. In de maanden hierna vinden nog schermutselingen plaats met U-boten nabij Willemstad. Maar geleidelijk weten de geallieerden steeds meer verliezen toe te brengen aan Duitse onderzeeërs. De olieproductie van Curaçao blijft doorgaan en speelt een cruciale rol voor de geallieerde militaire activiteiten in de Stille Oceaan en Noord-Afrika in 1943.

Herinnering In Pietermaai, de oostelijke wijk van Willemstad, staat een oorlogsmonument waarop 129 namen van Antilliaanse slachtoffers zijn vermeld: koopvaardijpersoneel, gesneuvelde militairen, verzetslieden en vervolgden in Nederland. Ook op Aruba en Bonaire staat een monument met dezelfde namen. In Otrabanda staat het standbeeld ‘Vrouwe des Overvloeds’ als dankbetuiging van Nederland. De vijftien Chinese stokers liggen naast op zee gesneuvelde landgenoten begraven in Kolebra Bèrdè en worden sinds kort jaarlijks op hun sterfdag herdacht. Dit artikel is geschreven voordat de maatregelen i.v.m. het coronavirus van kracht werden.

Nationaal Archief/Fotocollectie Anefo

Wie ‘Curaçao’ zegt, denkt mogelijk aan George Maduro of aan Jan Zwartendijk met zijn Curaçaose visa voor Litouwse Joden. Onbekender is de cruciale rol die de grootste raffinaderij ter wereld speelde in de geallieerde oorlogsindustrie, gelegen aan twee inhammen van de westkust: Schottegat en Bullenbaai. Venezolaanse olie werd al decennialang op Aruba bij San Nicolas en de Curaçaose Bullenbaai en Schottegat verwerkt en opgeslagen. Daags na de Duitse inval in Nederland worden honderden Britse militairen naar de Nederlandse kolonie Curaçao gestuurd, als versterking van de paar honderd Nederlandse mariniers, de vrijwillige schutterij en de haastig opgeroepen dienstplichtigen. Duitsers en vermeende NSB’ers worden op Bonaire geïnterneerd in kamp Playa Pariba.

Collectie Gerard Casius

Torpedo’s in de tropen

NCMagazine | voorjaar 2020

23-Bullenbaai-2-05.03.indd 56

17-04-20 12:48


Internat i onaal

Een Amerikaanse en Nederlandse militair inspecteren een aangespoelde torpedo op het strand van Aruba bij de Eagle-pier, februari 1942. Deze torpedo ontplofte een dag later bij de ontmanteling. Daarbij kwamen vier Nederlandse militairen om het leven.

Amerikaanse soldaten op wacht bij de raffinaderij van de Lago Oil and Transport Company te Sint Nicolaas, 1940-1945

Nationaal Archief/Fotocollectie Anefo

Nationaal Archief/Fotocollectie Anefo

Collectie Gerard Casius

n

Parade van het Nederlandse leger in Willemstad Curaรงao, 1940-1945

| 57

23-Bullenbaai-2-05.03.indd 57

17-04-20 12:49


Expositieruimte in het Bevrijdingsmuseum Zeeland

Serie Nederland telt vele oorlogsmusea en herinneringscentra. Een deel daarvan werkt sinds 2012 samen via de Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45. NC Magazine publiceert elk nummer een reportage over een van deze musea of centra. Dit keer: Bevrijdingsmuseum Zeeland.

58

NCMagazine | voorjaar 2020

17-bevrijdingsmuseumzeeland-3-20.02.indd 58

17-04-20 12:51


Herinneren

Harley Davidson Liberator, veel gebruikt tijdens de bevrijdingsdagen in 1944. Deze Harley Davidson is gemaakt voor het Canadese leger (WLC).

In dit shagblikje voor pijptabak is een radio minutieus ingebouwd. Tijdens de bezettingsjaren werd met deze “illegale radio” naar Radio Oranje geluisterd.

Veldmuts van Marinus Wisse, sergeant van het 14e Regiment Infanterie, die in de meidagen van 1940 de Thoolse brug opblies om de Duitse opmars te stoppen.

Opbergdoosje waarin de distributiebonnen werden bewaard, samengesteld van luciferdoosjes.

Diverse ‘objecten van de maand’ van het Bevrijdingsmuseum Zeeland

Bevrijdingsmuseum Zeeland De Slag om Arnhem kent iedereen. Maar de Slag om de Schelde? Dat is geen deel van ons nationale geheugen. In Bevrijdingsmuseum Zeeland snap je ineens wat er in dit deel van Nederland gebeurde. door Monique van Hoogstraten foto’s Bevrijdingsmuseum Zeeland

| 59

17-bevrijdingsmuseumzeeland-3-20.02.indd 59

17-04-20 12:51


Herinneren

Je bent 7 jaar oud, en krijgt een Canadese helm uit de Tweede Wereldoorlog. Die is op dat moment nog niet zo lang geleden, een jaar of twintig pas. Je kent de verhalen over de verwoesting van Middelburg, de ingekwartierde Duitse militairen en de neergestorte vliegtuigen uit de eerste hand. En overal in Zeeland liggen nog restanten van dat recente verleden, soms bijna voor het oprapen. Op de boerderij van de familie Van ’t Westeinde, waar Kees Traas op weg naar school altijd langsfietst, staan een reuzengrote propeller en drie boordwapens van een vliegtuig dat in 1944 is neergestort. “Ik ben als verzamelaar geboren”, zegt Traas, nu 62 jaar oud. “Ik kon niet meer ophouden.” We spoelen door naar het jaar 2020. Naar Nieuwdorp, een spikkeltje op de landkaart van Nederland. Aan de rand van het Zeeuwse dorp ligt een museum dat in eerste instantie wat groot overkomt bij de maatvoering van het dorp. Eenmaal binnen ontvouwt zich een collectie die in omvang en presentatie het moderne gebouw van beton, staal en glas meer dan recht doet. Wat begon met een helm, liep uit de hand tot een verzameling van 40.000 grote en kleine voorwerpen. Uit die collectie van Kees Traas is in Bevrijdingsmuseum Zeeland een zorgvuldig vormgegeven historisch verhaal samengesteld over de oorlogsgeschiedenis van de Zeeuwse eilanden. “Zeeland had nog geen museum over de Tweede Wereldoorlog”, vertelt Stef Traas (35). “En dat terwijl de Slag om de Schelde, waarover weinig Nederlanders iets weten, van groot belang is geweest voor de bevrijding van het land.” Inderdaad, Stef Traas is de zoon van Kees. Hij studeerde bedrijfskunde en toen zijn vader besloot om zijn collectie af te staan voor een museum hielp hij met het aanvragen van subsidies, het uitzoeken van architecten, het aankopen van een geschikte locatie – en wat eigenlijk niet? Zo werd hij van net afgestudeerde student een gepassioneerd museumdirecteur.

Impressionistisch De museumroute begint onder de grond, in een filmzaal waar een compilatie van historische beelden, interviewfragmenten en intieme portretten je direct in de Zeeuwse oorlogstijd onderdompelt. Een impressionistische introductie, van Studio Haak en Visser, op de eigenlijke tentoonstelling die op de begane grond in grote, lichte hallen is ingericht. Stef Traas loopt daar rond met drie kinderen uit groep 8. Het is woensdagmiddag, eigenlijk hebben ze vrij van school. Maar de drie jonge pubers bereiden een speurtocht voor door het museum, voor de rest van de klas. Ze hangen aan zijn lippen. Traas leidt ze langs de levensgrote diorama’s over de inval, de bombardementen, de schaarste, de Jodenvervolging en natuurlijk de Slag om de Schelde. Traas: “Alle objecten zijn origineel, we hebben geen replica’s gebruikt.” Vrij opgesteld in de grote ruimte staan grote wapens en legervoertuigen, zoals een immense Caterpillar bulldozer en een geschut van een Duitse mijnenveger. Veel van dat wapentuig is tot op de millimeter nauwkeurig gerestaureerd door de 120 vrijwilligers die aan het museum verbonden zijn. In glazen vitrines liggen de kleine, soms heel persoonlijke voorwerpen, zoals notitieboekjes, tasjes, foto’s of een setje broches met bloemen gemaakt van plastic van een bommenwerper.

Duitse adelaar “Zeeuwse boeren hadden nog zoveel voorwerpen in huis omdat ze vaak werden hergebruikt, met name in de eerste naoorlogse jaren van schaarste”, vertelt Traas. “Een pantservoertuig kon je op het akkerland gebruiken, een Duitse klok kwam in de woonkamer terecht, borden en bestek in de keuken. Als je verder niets had, was het niet zo erg dat er een Duitse adelaar op de achterkant stond.” De overgang van de uitgebreide expositie naar de groepsontvangstruimte annex boekhandel wordt gemarkeerd door een

metersgrote ereboog in rood-wit-blauw, met teksten als ‘Oranje verscheen, de vijand verdween’ en (er werd vooruit gedacht) ‘Na ’t feest der trouw samen aan de opbouw’. Stef Traas: “De ereboog lag op een zolder van een oud schoolgebouw in een buurtschap van Terneuzen. Op een gegeven moment wist iedereen in de wijde omgeving dat ze de spullen bij mijn vader konden brengen.” Daaronder zijn veel militaire voorwerpen, maar Traas wil dat het museum ook het verhaal van de Zeeuwse burgers vertelt. “We hebben de laatste jaren sterk ingezet op het vastleggen van getuigenissen, en we willen daar mee doorgaan nu de getuigen er nog zijn.” En het gaat verder, ook het heden wil hij erbij betrekken. Op de tweede verdieping van het museum is een tentoonstelling in voorbereiding over de Four Freedoms Awards die elk jaar in Middelburg worden uitgereikt. Traas: “We willen laten zien wat anderen in de wereld voor vrijheid doen.”

Noodkerk De bijzonderste aanwinst van het museum is ongetwijfeld een compleet kerkje. Dat staat buiten, in het park waarin het Zeeuwse oorlogslandschap is nagebootst, inclusief strand, bunkers, een riviertje (dat symbool staat voor de Westerschelde) en daaroverheen een Baileybrug. Tientallen jaren was het gebouwtje in gebruik als boerenschuur, vervallen tot op het bot. Maar oorspronkelijk was het de naoorlogse noodkerk van het dorpje Ellewoutsdijk. Nu is het, geheel gerenoveerd, ingericht als herdenkingsplek voor de Zeeuwse slachtoffers van de oorlog, en tevens te huur als trouwlocatie. Ook de geschiedenis van de kerk zelf heeft er een plek gekregen, en dat is belangrijk voor Nieuwdorp. Traas: “Ons dorp is in meerderheid gelovig. Het museum is daarom op zondag dicht. Dat past bij de gemeenschap hier.” Meer informatie: www.bevrijdingsmuseumzeeland.nl

Dit artikel is geschreven voordat de maatregelen i.v.m. het coronavirus van kracht werden.

60 NCMagazine | voorjaar 2020

17-bevrijdingsmuseumzeeland-3-20.02.indd 60

17-04-20 12:52


Inspirat ie

Ereveld Pandu

maatregelen i.v.m. het coronavirus

Zainab Osman loopt de Nacht van de

van kracht werden.

Vluchteling op 16 juni 2018

De poort van Ereveld Pandu

De keuze van:

Lisette Mattaar Door wie en door wat worden mensen geïnspireerd? In deze serie ditmaal Lisette Mattaar, sinds oktober 2019 directeur van het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds). Eerder zette bedrijfskundige Mattaar het Humanity House in Den Haag op. “75 jaar vrijheid is een moment, maar hoe zorg je ervoor dat je verhaal relevant blijft voor huidige generaties? Ik wil bijdragen aan die verbinding met nu.” Over Zainab Osman, Stef Traas en Dineke Mulock Houwer, en Ereveld Pandu.

www.wijchensnieuws.nl

door Anita van Stel foto Fred Ernst

Oorlogsgravenstichting

Zainab Osman

Stef Traas en Dineke Mulock Houwer Het vfonds is van oudsher actief op drie fronten: de zorg voor veteranen, het levend houden van de herinnering aan oorlog en vredesmissies en het vieren van de vrijheid, en het in stand houden van vrede, democratie, de rechtsstaat en de internationale rechtsorde. Om de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden, ondersteunt het vfonds vele oorlogs- en verzetsmusea. Deze centra draaien vaak op de tomeloze inzet van vrijwilligers. Stef Traas is directeur van het Bevrijdingsmuseum Zeeland, dat ooit is ontstaan uit de verzameling van zijn vader Kees. Stef slaagt er als geen ander in om vrijwilligers zodanig te enthousiasmeren dat ze samen het museum een enorme impuls hebben weten te geven. Hetzelfde geldt voor Dineke Mulock Houwer, voorzitter van de Stichting Oranjehotel in Scheveningen. Het Oranjehotel was in de Tweede Wereldoorlog een Duitse gevangenis waar Nederlanders die zich tegen de Duitsers verzetten, werden opgesloten voor verhoor en berechting. Dineke trotseerde ups en downs, bleef dromen over haar doel en nam andere vrijwilligers daarin mee. Stef Traas

Bevrijdingsmuseum Zeeland

Dit artikel is geschreven voordat de

Ik werd in 2010 gevraagd om voor het Rode Kruis in Den Haag het Humanity House te ontwikkelen, een museum en educatieplatform over het menselijke verhaal achter rampen en conflicten in de wereld. Een van de eerste vluchtelingen met wie ik daar in contact kwam was Zainab Osman, een vrouw die op jonge leeftijd alleen uit Somalië vluchtte. Haar dorp werd platgebrand en ze had geluk dat ze het overleefde. Bij aankomst in Nederland bleek ze zwanger te zijn. Ze bouwde een bestaan in Nederland op en is nu gemeenteraadslid in Wijchen. Zainab is altijd positief. Ze staat voor mij symbool voor moedige vluchtelingen, die niet bij de pakken neer gaan zitten. Haar kracht is heel inspirerend.

Op het indrukwekkende Ereveld Pandu in Bandung, Indonesië, ligt de moeder van mijn vader begraven. Ze overleed in 1944 in interneringskamp Soekaboemi aan ontberingen. Mijn vader werd in dat kamp geboren. Toen mijn opa na de oorlog zijn gezin dacht op te halen, trof hij er geen twee maar drie kleine ondervoede kinderen aan. Opa hertrouwde en in 1950 gingen ze definitief terug naar Nederland. Aan zijn valse start heeft mijn vader littekens overgehouden, maar hij bleef er niet in hangen. Hij, en ook mijn moeder, gaven mij mee altijd met een positieve grondhouding naar de toekomst te kijken en betrokken te zijn bij je maatschappelijke omgeving. Ze zijn hun hele leven actief geweest, in de lokale politiek en in besturen. Ik heb Ereveld Pandu in Bandung bezocht. De drang om dat te doen was groot. Op deze indrukwekkende plek liggen ruim vierduizend mensen begraven, KNIL-militairen en slachtoffers uit de interneringskampen. Bij elke naam kun je de droevige nasleep invoelen. Toen ik daar bij het graf van mijn oma stond, kwam er een onverklaarbare diepe rust over me. Vanuit mijn functie bezoek ik binnenkort, samen met een aantal veteranen en de Oorlogsgravenstichting, alle erevelden in Indonesië, waaronder ook Ereveld Pandu.

| 61

25-keuzevan-1-20.2.indd 59

17-04-20 12:54


Herdenken in Duitsland Verwerking van het verleden staat hoog op de Duitse agenda. Maar hoe wordt de Holocaust in Duitsland eigenlijk herdacht? En zijn er veranderingen op komst? door Krijn Thijs foto ANP/Koen Suyk

Het Holocaust Monument is in 2005 aangelegd ter nagedachtenis aan de Joden die omgekomen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog

Na 1945 duurde het zo’n twee decennia voordat Duitsland de genocide enigszins onder ogen kon zien. De meeste Duitsers waren vooral met eigen verliezen bezig: ruïnes, gehavende families en verdreven landgenoten uit Oost-Europa. Het tribunaal van Neurenberg trok weliswaar aandacht, maar gold ook als Siegerjustiz. Het wentelde de schuld af op een relatief kleine kring van hoofddaders.

Twee landen, twee herdenkingsculturen Direct bepaalde de Koude Oorlog de interpretatie van ‘de Duitse catastrofe’, zoals de situatie van 1945 vaak genoemd werd. In het oosten ontstond de DDR, een satellietstaat van de Sovjet-Unie. De Duitse communisten claimden de traditie van verzet tegen Hitler, wat op zichzelf terecht was. Maar ze leidden daaruit af dat hun DDR geen verantwoordelijkheid hoefde te dragen voor de erfenis van het Derde Rijk. Deze houding heeft kritisch zelfonderzoek niet echt gestimuleerd. De aandacht voor de Holocaust bleef in Oost-Duitsland gering, omdat moorddadig racisme ideologisch niet in het schema van de klassenstrijd paste. De DDR bouwde vele musea en monumenten rond politieke gevangenen en linkse verzetshelden.

62

Parallel hieraan ontstond in West-Duitsland een nieuwe, weerbare democratie, onder controle van de Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië. Ook hier had kritische introspectie aanvankelijk weinig prioriteit. Kanselier Adenauer zocht aansluiting bij het Westen. Formeel accepteerde de Bondsrepubliek wel de erfenis van nazi-Duitsland. Politici dachten daarbij vooral aan de continuïteit van staat en grenzen, want men wilde de deling en het verlies van de Ostgebiete niet zonder meer accepteren. Zo ontsproten er twee herinneringsculturen in Duitsland, beide politiek gekleurd. Het Westen zag grote overeenkomsten tussen de nazi’s en de communisten: twee totalitaire systemen. De eigenlijke vijand zat dus nog steeds in Oost-Berlijn, achter de Muur. En de DDR zag juist fascisme en kapitalisme in elkaars verlengde. De eigenlijke schuldigen heersten nog steeds in het zogenaamd ‘vrije’ Westen. Zo wezen beide Duitslanden naar elkaar. Op dit strijdtoneel speelde het herdenken van Joodse slachtoffers geen grote rol.

Nieuwe perspectieven in West-Duitsland Vanaf de jaren zestig begon dit beeld te kantelen. Door de ‘heropvoeding’ en de principiële acceptatie van de nazi-geschiedenis

NCMagazine | voorjaar 2020

24-ihra-2-05.03.indd 62

17-04-20 12:56


Internat i on aal

Over Krijn Thijs Krijn Thijs (1976) is historicus en wetenschappelijk medewerker aan het Duitsland Instituut Amsterdam. Hij publiceert over het moderne Duitsland, de geschiedenis van Berlijn en de relatie tussen wetenschap en politiek. Hij doceert geschiedenis aan de UvA.

werd West-Duitsland telkens gedwongen tot omgang met het verleden. Er kwamen eigen processen tegen kampbeulen. Schrijvers en journalisten pakten het thema op. De studentenbeweging formuleerde radicale kritiek op de oudere generatie. Tegelijk was er maar weinig concreets bekend over wat men abstract “Auschwitz” noemde. Kanselier Brandt, die de oorlog in ballingschap had doorgebracht, zette vanaf 1969 nieuwe accenten. Zijn beroemde knieval bij het gettomonument in Warschau (1970) werd in Duitsland zowel bejubeld als verguisd. Critici wilden de Vergangenheitsbewältigung nu wel eens afsluiten. Er veranderde veel door de Amerikaanse miniserie Holocaust, die in 1979 in West-Duitsland uitgezonden werd. De genocide, die tot dan toe vaak ver weg, beeldloos en anomiem gebleven was, ging plotsklaps over mensen en emoties. Overheidsinstellingen en musea werden overspoeld met vragen om meer informatie over het thema. ‘Holocaust’ werd het woord van het jaar 1979. Pas vanaf dit moment raakte deze term ingeburgerd in de VS en in Europa, ook in Duitsland. Achteraf bleek het een voorspel voor een kwarteeuw zeer intensieve en steeds omstreden Auseinandersetzung met het naziverleden. Veel ‘schuldige plekken’ werden (her)ontdekt en opnieuw ingericht, zoals het Haus der Wannsee-Konferenz en Topographie des Terrors in West-Berlijn. Er kwam academisch bronnenonderzoek op gang naar het verloop en naar de daders van de Holocaust. Tussen pakweg 1980 en 2005 beleefde ook de (West-)Duitse politieke cultuur een hele serie van controverses over de omgang met de nazi-erfenis: de Weizsäcker-Rede (1985), waarin de bondspresident het einde van de oorlog voor Duitsers een ‘bevrijding’ noemde; de beruchte Historikerstreit (1986), over de vergelijkbaarheid van de Holocaust; de Wehrmachtstentoonstelling (1996), over de betrokkenheid van ‘gewone’ Duitse soldaten bij de genocide. Duitsland leek in deze jaren gegijzeld door het verleden.

Verenigd Duitsland Midden in deze ‘herinneringsgolf’ viel de Berlijnse Muur en moest het verenigde Duitsland op zoek naar een nieuwe rol in Europa. Dat deed het omzichtig, veelvuldig verwijzend naar lessen uit het duistere verleden. De regering verkoos internationale samenwerking boven nieuwe Alleingänge, erkende eindelijk de Oder-Neissegrens en verbouwde het donkere Berlijn met veel

glas en transparantie. Daarbij was ook veel aandacht voor het DDR-verleden. In deze periode ontstond de consensus dat herinnering aan het Derde Rijk en de Holocaust het fundament van de huidige Duitse democratie was, en dat die herinnering door herdenkingen, musea en publiek debat levend gehouden moest worden en overgedragen aan jongere generaties. Dat werd de boodschap van het grote monument voor de vermoorde Joden van Europa, dat vanaf 1999 midden in de hoofdstad werd gebouwd. Over locatie, vorm en opdracht ervan was ruim tien jaar heftig gediscussieerd. Volgens sommigen was dát het eigenlijke monument. Anderen bespeurden in het enorme gebaar toch weer onbescheidenheid: werd Duitsland nu niet te trots op de geslaagde verwerking? Het Holocaust-Mahnmal werd in 2005 geopend. Kijkend naar het huidige herinneringslandschap valt op dat dit geheel in de West-Duitse traditie staat; ondanks het breukjaar 1989/90. Behalve een nieuwe probleemgeschiedenis van dictatuur en onderdrukking leek Oost-Duitsland maar weinig bij te kunnen dragen. De linkse staatsideologie was mislukt en een verwerking van Duitse schuld was daar nooit van de grond gekomen. Daarin en in het scheve verenigingsproces zelf zien velen tegenwoordig oorzaken voor het gegroeide rechtspopulisme in Oost-Duitsland. Nieuwe nationalisten eisten onlangs een ‘volledige omkering’ van de zelfkritische herinneringscultuur. Een politicus van de AfD noemde het Derde Rijk recent een ‘vogelpoepje’ in de lange Duitse geschiedenis. Wat dat betreft is een evenwichtige en kritische Holocaust-herinnering in Duitsland minder vanzelfsprekend dan het lijkt. Dit artikel is geschreven voordat de maatregelen i.v.m. het coronavirus van kracht werden.

Over IHRA Duitsland is vanaf maart 2020 voorzitter van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA). Binnen IHRA werken overheden en experts samen aan het bevorderen van educatie over, herdenking van, en onderzoek naar de Holocaust en het bestrijden van antisemitisme. Lidmaatschap staat open voor alle democratische landen die de Stockholmverklaring onderschrijven. Nederland is een van de 34 leden. Daarnaast is er één liaison-land en hebben zeven landen een waarnemersstatus. Ook heeft de IHRA acht permanente internationale partners, waaronder de Verenigde Naties en de Europese Unie. Ieder jaar is een andere lidstaat voorzitter van IHRA. Meer informatie: holocaustremembrance.com.

| 63

24-ihra-2-05.03.indd 63

17-04-20 12:56


Tom Kievit, lid van het landelijk team Vrijheid in Herdenken van Scouting Nederland, kwam op het idee voor het project Scouts in de Oorlog. “Veel van de 1100 lokale scoutinggroepen zijn betrokken bij plaatselijke herdenkingen, al zien we dat de vrijwilligers en de leden die daaraan deelnemen niet altijd weten wie we allemaal herdenken en waarom. Daarom bieden wij hen nu mogelijkheden tot verdieping.” Dit artikel is geschreven voordat de maatregelen i.v.m. het coronavirus van kracht werden. door Natascha van Weezel

Beeldbank WO2 – NIOD

Scouts in de oorlog 250 verhalen

Open source

Kievit kwam begin 2019 samen met het team Vrijheid in Herdenken. Ze besloten om verhalen te gaan verzamelen over scouts die iets hadden meegemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog: “Over scouts in de oorlog was maar één verhaal landelijk bekend: Jan van Hoof raakte vanuit zijn scoutinggroep betrokken bij het verzet, en saboteerde de springladingen onder de Waalbrug in Nijmegen. Hij gidste later Britse militairen door de stad en werd daarbij doodgeschoten door de Duitsers. Na de oorlog zijn een paar scoutinggroepen naar hem vernoemd. Ons team wilde graag ook ruchtbaarheid geven aan andere verhalen over scouts in de oorlog. We vonden er eerst vijf, dat werden er tien, vervolgens dertig. Op een gegeven moment streefden we naar 75, in het kader van 75 jaar vrijheid. Maar inmiddels hebben we er meer dan 250 verzameld. Dat zijn niet allemaal heldenverhalen zoals die van Van Hoof. Inmiddels zijn er zo’n 150 verhalen bekend van scouts die actief waren binnen het verzet, al beperken we onze zoektocht daar niet toe. Iedereen die voor de oorlog lid was van scouting krijgt een pagina in onze database, ook als zij bijvoorbeeld hulpverlener waren, naar een kamp werden gestuurd of omkwamen als burgerslachtoffer.”

“Scouts in de Oorlog is een open source project, dat wil zeggen dat we alle informatie uit openbare bronnen halen. De meeste verhalen vinden we op internet: bij de Oorlogsgravenstichting, de websites van historische verenigingen, of via Facebook. Als je een oproep plaatst op sociale media krijg je vaak reacties die je weer verder helpen. Een ander deel van onze informatie komt uit archieven, uit oude clubblaadjes van lokale scoutinggroepen. De database gaat binnenkort online. Die zal bestaan uit een kaart van Nederland waarop bezoekers de verschillende verhalen kunnen aanklikken. Dat betekent overigens niet dat we klaar zijn met onze zoektocht. Onlangs hebben we een bron gevonden rond scouts in voormalig Nederlands-Indië. Veel van hen zaten in kampen. Toch gingen ze door met scouting, ze kwamen elke week bij elkaar in het kamp. Dit soort verhalen willen we absoluut toevoegen aan onze database. Eigenlijk is het een verslavende bezigheid; zodra je begint, kun je niet meer stoppen.”

Verboden in de oorlog “Het voornaamste doel van dit project is verhalen over de oorlog dichter bij onze jonge leden te brengen. Wanneer je je identifi-

64 NCMagazine | voorjaar 2020

18-scouting-2-20.2.indd 64

17-04-20 12:58


Beeldbank WO2 – NIOD

Herinneren

Links: Padvinders en gidsen helpen bij het vervoer van gewonden in Eindhoven, 19 september 1944. Boven: Illegale padvinderij te Arnhem, tijdens de oorlogsjaren.

ceert met mensen die leefden tijdens de Tweede Wereldoorlog, omdat ze net als jij lid waren van scouting, wordt de geschiedenis al snel minder abstract. Veel leden weten bijvoorbeeld niet dat scouting in Nederland werd verboden vanaf 2 april 1941. Na de inval probeerde de Duitse bezetter om één nationale Nederlandse jeugdbeweging te vormen, waarin alle reeds bestaande Nederlandse jeugdbewegingen, waaronder Scouting en de nazistische Nationale Jeugdstorm, zich zouden verenigen. Scouting weigerde om hieraan mee te doen. Er kwam een proclamatie; de clubgebouwen werden afgesloten en de uniforms, administratie en contributie afgenomen. Het interessante is dat de Duitsers nogal hiërarchisch waren ingesteld. Daarom hadden ze geredeneerd dat scouting vanzelf zou stoppen als het hoofdbestuur zou worden opgepakt. Maar scouting ís in de kern helemaal niet hiërarchisch, dus veel leden gingen door, ook zonder centrale leiding. Ze bleven bijeenkomen in subgroepjes.”

Smokkelaartje in het bos “Ieder jaar ondersteunen 90 scouts de Nationale Herdenking op de Dam. De deelnemers komen steeds uit een andere provincie. Dit jaar is Zuid-Holland aan de beurt en de inschrijving

was binnen anderhalve dag vol. Deze jongeren tussen de 13 en 18 jaar gaan mee op een voorbereidingsweekend. We nodigen altijd een spreker uit die komt vertellen over de Tweede Wereldoorlog én een veteraan uit een meer recente oorlog. Je ziet hoeveel indruk die sprekers op de jongeren maken. Zo’n weekend is een snelkookpan en helaas kun je dat niet aan al je leden aanbieden, dus daarom hoop ik van harte dat lokale groepen met onze database aan de slag gaan. Uiteraard op hun eigen manier. Je kunt niet van elke groep verwachten dat ze urenlang gaan praten over emoties – bij scouting wil je immers vooral dingen dóen. Een mooi voorbeeld van een alternatieve manier komt van een lokale vrijwilliger die ontdekte dat een scout in Hilversum Engelse piloten had helpen smokkelen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een klassiek scoutingspel, dat vooral populair is bij jongens van een jaar of 11, is ‘smokkelaartje in het bos’. Deze lokale groep is op een avond samengekomen bij het kampvuur, waar het verhaal over de piloot aan hen werd verteld. Daarna zijn ze het spel gaan spelen. Daardoor krijgt het natuurlijk meteen veel meer betekenis, met het gevolg dat de scouts met een ander gevoel deelnemen aan de lokale herdenking.”

| 65

18-scouting-2-20.2.indd 65

17-04-20 12:59


Programma 75 jaar vrijheid Vanaf de start van de viering van 75 jaar vrijheid op 31 augustus 2019 in Terneuzen, organiseren tal van landelijke, regionale en lokale partijen door het hele land vieringen, lesprogramma’s en tentoonstellingen. Door de uitbraak van het coronavirus zag het Nationaal Comité 4 en 5 mei zich genoodzaakt de eigen plannen voor 2020 voor een groot gedeelte aan te passen. door Leonie Durlinger

Voor de Maand van de vrijheid, vanaf 4 april, stonden twaalf Vrijheid-expressen klaar om door heel Nederland te gaan rijden. Vanuit Tubbergen, waar een groot startevenement gepland was, zou naar elke provincie een Vrijheid-express rijden, om daar gedurende een maand aandacht te besteden aan 75 jaar vrijheid. De tournee van de Vrijheid-express, waarvoor provincies met veel energie een eigen programma met vele samenwerkingspartners hadden opgezet, moest helaas worden geannuleerd. Het educatief materiaal dat voor de Maand van de vrijheid is ontwikkeld en in de Vrijheid-express zou worden gebruikt is digitaal beschikbaar gesteld. Samen met het NIOD denkt het Nationaal Comité na over andere manieren om ook de 100 foto’s van de Tweede Wereldoorlog, die in de Vrijheidexpress zouden worden getoond, bij geïnteresseerden onder de aandacht te brengen.

Nationaal Comité 4 en 5 mei

Maand van de vrijheid/ Vrijheid-express

Edwin Vermeulen

Vrijheidsmaaltijden Al in voorgaande jaren maakten Nederlanders kennis met de Vrijheidsmaaltijden. De kern van de Vrijheidsmaaltijd is een bijzondere ontmoeting aan de eettafel, waarbij de gasten over historische en maatschappelijke thema’s als vrijheid en onvrijheid spreken: thema’s waar je niet dagelijks bij stilstaat en waar je bij uitstek op Bevrijdingsdag aandacht aan kan geven. Klein, groot, met lokale lekkernijen of culinaire hoogstandjes. De maaltijden zijn er in alle vormen en maten en iedereen kan een Vrijheidsmaaltijd organiseren. De honderden maaltijden die voor 5 mei 2020 gepland stonden, kunnen vanwege de omstandigheden helaas niet doorgaan. Het Nationaal Comité hoopt in 2021 weer op het enthousiasme van organiserende partijen te kunnen rekenen.

66 NCMagazine | voorjaar 2020

10-75jaarvijheid-2-02.03.indd 66

17-04-20 13:02


Herdenken en vieren

15 augustus

Wikipedia/CC-BY-3.0

De Tweede Wereldoorlog eindigde op 15 augustus 1945 met de capitulatie van Japan. Om deze dag extra onder de aandacht te brengen, wordt in aansluiting op de Nationale Indië-herdenking in Den Haag een extra programma ontwikkeld. Vanuit Café Rotterdam in Rotterdam wordt een tv-uitzending gemaakt, die in het teken staat van van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië, de dekolonisatie en de erfenis hiervan die tot de dag van vandaag doorwerkt in de Nederlandse samenleving. Het comité werkt voor dit programma samen met Stichting herdenking 15 augustus 1945, het Indisch Herinneringscentrum en de NOS. Het is nog niet bekend of de maatregelen die nodig zijn om het coronavirus onder controle te krijgen van invloed zullen zijn op dit programma.

75 jaar VN Op 24 oktober 2020 bestaan de Verenigde Naties 75 jaar. Ter gelegenheid daarvan wordt een groot festival georganiseerd in Den Haag waarin 75 persoonlijke verhalen over solidariteit en samenwerking in verleden, heden en toekomst centraal staan. De verhalen krijgen op uiteenlopende wijze vorm; in de theaterzalen van Den Haag, op straat en op bijzondere locaties in de stad van vrede en recht. De VN-viering vormt het slotstuk van de nationale viering van 75 jaar vrijheid. De organisatie ligt in handen van het Humanity House, UNICEF Nederland, het Nationaal Comité 4 en 5 mei en Stichting Just Peace. Binnenkort wordt meer over het programma bekendgemaakt.

| 67

10-75jaarvijheid-2-02.03.indd 67

17-04-20 13:03


vr jheid onder woorden gebraChT

â‚Ź5,- De 4 mei-voordracht en een bloemlezing van gedichten over vrijheid.

14-stavaza-2-11.03.indd 80

17-04-20 13:04


Herdenken en vieren

Stand van zaken

Oorlogsgravenstichting

door: de redactie

Dodenherdenking op Ereveld Loenen, 4 mei 2019

Kinderpodcast Op houten banden

Koppeling database oorlogsmonumenten en register Oorlogsgravenstichting

De vijfde editie van het 4 en 5 mei Denkboek staat geheel in het teken van 75 jaar vrijheid. Met een oplage van maar liefst een kwart miljoen boekjes brengt het comité het thema vrijheid, afgezet tegen de onvrijheid tijdens de Tweede Wereldoorlog, onder de aandacht bij kinderen in groep 7 en 8. Naast het Denkboek ontwikkelde het comité in samenwerking met Patsboem! Educatief een podcast voor kinderen vanaf 10 jaar, getiteld Op houten banden. Een gevaarlijke fietstocht op de grens van de bevrijding. De podcast vertelt in vijf afleveringen het (fictieve) verhaal van Leendert, die van november 1944 tot mei 1945 van Zeeland naar Groningen fietst op een fiets met houten banden. Onderweg maakt hij de verschillende fases van de bevrijding mee. Beluister de podcast via Soundcloud, Stitcher en Spotify. Of kijk op www.4en5mei.nl/educatie/ podcast-op-houten-banden

In het najaar van 2019 zijn het online slachtofferregister van de Oorlogsgravenstichting en de database oorlogsmonumenten van het Nationaal Comité aan elkaar gekoppeld. Hierdoor is het mogelijk om informatie over slachtoffers (naam, geboortedatum, sterfdatum) te koppelen aan oorlogsmonumenten. Dit zorgt ervoor dat bezoekers van de database gemakkelijk meer informa-

tie over slachtoffers kunnen vinden, waaronder hun begraafplaats. Mensen die de website van de Oorlogsgravenstichting bezoeken, kunnen op hun beurt ontdekken op welk oorlogsmonument een persoon vermeld staat. U kunt helpen bij het koppelen van slachtoffers aan monumenten door u aan te melden via www.oorlogsgravenstichting.nl.

Oorlogsgesprekken: generatiegesprekken NC Magazine gebundeld In 2013 kregen de journalisten Leonard Ornstein en Larissa Pans van NC Magazine de opdracht voor een serie generatiegesprekken: laat twee mensen – die het grote publiek van iets heel anders kent, bijvoorbeeld muziek of politiek – van verschillende generaties en vanuit diverse achtergronden in gesprek gaan over hun familiegeschiedenis en de invloed van de Tweede Wereldoorlog daarop. Hoe heeft die oorlog hen gevormd en hoe staan zij nu in het leven? Twee keer per jaar verschijnen deze dubbelinterviews in dit magazine. De dubbelinterviews – waaronder ook het interview met Sigrid Kaag en Paul van Vliet uit dit nummer – zijn nu verzameld in de bundel Oorlogsgesprekken, die vanaf 15 april in de boekhandel verkrijgbaar is. De bundel Oorlogsgesprekken wordt uitgegeven door Boom in samenwerking met het Nationaal Comité 4 en 5 mei en kost 20 euro.

| 69

14-stavaza-2-11.03.indd 81

17-04-20 13:05


In 75 jaar vrijheid vertellen 75 Nederlanders hun verhaal over oorlog en vrijheid. 75 persoonlijke portretten van Nederlanders uit elk geboortejaar sinds 5 mei 1945, allen geboren in vrijheid maar elk met hun eigen familieverhaal over oorlog. 75 jaar vrijheid is een indringende viering van de vrijheid, een prachtig jubileumboek met fotografie van Bert Teunissen en vormgegeven door KesselsKramer.

NU verkrijgbaar in de boekhandel

1eu5ro 01-cover&inhoud.voorstel.2-6-27.02.indd 4

17-04-20 13:07


01-cover&inhoud.voorstel.2-6-27.02.indd 5

13-03-20 11:04


01-cover&inhoud.voorstel.2-6-27.02.indd 6

11-03-20 15:02


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.