NC Magazine, voorjaar 2021

Page 1

NCMagazine Nationaal Comité 4 en 5 mei, voorjaar 2021

OV E R H E R D E N K E N , V I E R E N E N H E R I N N E R E N

Roxane van Iperen en André van Duin spreken op 4 mei Generatiegesprek: Catherine Keyl en Giovanni van Bronckhorst 5 mei in coronatijd: online Bevrijdingsfestivals en Vrijheidsmaaltijdsoep Voorzitter Gerdi Verbeet zwaait af

01-cover-1.indd 1

25-03-2021 15:02


HO OFDREDACTIONEEL

STILSTAAN BIJ VRIJHEID

Colofon

Hoewel het coronavirus nog steeds voor grote uitdagingen zorgt, lukt het dankzij de flexibiliteit en creativiteit van velen toch om op 4 en 5 mei met een passend programma stil te kunnen staan bij onze vrijheid. Door het hele land worden herdenkingen, evenementen en activiteiten aangepast aan de geldende coronamaatregelen. In plaats van fysiek kunnen ze nu vooral online via livestreams of via de regionale en nationale omroepen worden bijgewoond. Hierdoor wordt iedereen toch in staat gesteld om op een alternatieve, veilige manier te herdenken en te vieren. Zo bieden de veertien Bevrijdingsfestivals op 5 mei en gezamenlijk online programma aan van meer dan 200 optredens en activiteiten (p.18). Ook de Nationale Herdenking op de Dam vindt in veel kleiner gezelschap plaats dan normaal. De 4 mei-voordracht van Roxane van Iperen (p.16) in De Nieuwe Kerk, de twee minuten stilte, de kransleggingen en de toespraak van André van Duin (p.10) op de Dam kunnen noodgedwongen alleen via de televisie of online beleefd worden tijdens de herdenking – de laatste onder leiding van Gerdi Verbeet. Zij zwaait dit jaar af als voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en blikt samen met scheidend bestuursleden Rob Bauer en John Bakker terug op zes jaar voorzitterschap (p.46). Dat het essentieel is om te blijven herdenken en vieren, blijkt uit het aangrijpende generatiegesprek tussen Catherine Keyl en Giovanni van Bronckhorst (p.21). Zij – de één kind van een Nederlands-Joodse verzetsstrijder, de ander uit een Molukse familie – vertellen over de invloed van de Tweede Wereldoorlog op henzelf en op hun families. Net als voor hen zijn 4 en 5 mei voor heel veel Nederlanders het morele ijkpunt. Het is de dure plicht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei om ook nieuwe generaties en nieuwe groepen in onze samenleving bij herdenken en vieren te betrekken. Scheidend voorzitter Verbeet legt in een toelichting op de nieuwe beleidsvisie uit hoe het comité dat in de komende vijf jaar voor ogen heeft (p.56).

Jaargang 11, nr. 19, voorjaar 2021

02-redactioneel.inhoud-2.indd 2

Hoofdredactie: Gerben van den Berg Bureauredactie: Irene de Roos Redactie: Jan van Kooten, Nienke Majoor, Niels Weitkamp, Julia Sarbo Eindredactie: Joyce van Galen Last Technische eindredactie: Sophie van den Bergh Beeldredactie: Rutger van Krieken Art direction & vormgeving: Remco Tonino Redactieadres: Nieuwe Prinsengracht 89, 1018 VR Amsterdam Tel: 020 718 3500 Mail: info@4en5mei.nl Aan dit nummer werkten mee: Yasmina Aboutaleb, Agnete / Wikimedia Commons, Alex Bakker, Martijn Beekman, Minke Bink / Tinker Imagineers, Jan Bouwhuis, Shody Careman / ANP, Iris Cohen, Merlijn Doomernik / ANP, Leonie Durlinger, Sarah Feirabend, Elza Fiúza / Agência Brasil, Joris van Gennip / ANP, Hannibal Hanschke / Reuters, Bart Heemskerk, René van Heijningen, Monique van Hoogstraten, Ben Houdijk, Chris van Houts, Linda Huijsmans, Karen de Jager, Mirjam Janssen, joep.photo, Bas Kortholt, Margriet van Lith, Museon, Fadi Nadrous, Nationaal Archief, Ilvy Njiokiktjien, Marco Okhuizen / ANP, Oorlogsgravenstichting, Leonard Ornstein, Larissa Pans, Daan Roovers, Marijn Scheeres, Shutterstock, Klaas Hendrik Slump, Geert Snoeijer, Paul Tolenaar, Oof Verschuren, Timo Waarsenburg, Drukkerij: Drukkerij Roelofs Copyright 2021 Nationaal Comité 4 en 5 mei. Overname van artikelen en informatie uit dit magazine is toegestaan voor nietcommercieel gebruik met vermelding van de auteur en de bron.

25-03-2021 16:38


Het NCMagazine voorjaar 2021 OVER HERDENKEN, VIEREN EN HERINNEREN

10 16 40

12 18 28 34 5 46 56 62 66

HERDENKEN André van Duin houdt de toespraak op de Dam 4 mei-voordracht door Roxane van Iperen Khadija Arib blikt terug op de Nationale Holocaust Herdenking

VIEREN Vrijheidsmaaltijdsoep Online Bevrijdingsfestivals Stef Bos verzorgt het 5 mei-concert vanuit Carré met verhalen en muziek Davina Michelle is Ambassadeur van de Vrijheid

HERDENKEN EN VIEREN 4 en 5 mei 2021 Voorzitter en bestuursleden Nationaal Comité zwaaien af Nieuwe beleidsvisie Iemand stelt de vraag Vfonds: een aangescherpte visie Stand van zaken

21 50 53 26 32 30 38 64

60 37 43

HERINNEREN Generatiegesprek: Catherine Keyl en Giovanni van Bronckhorst Museum Rotterdam ‘40-’45 Architectuur van herinneringsplekken

EDUCATIE Denkboek.nl Belang van persoonlijke verhalen bij educatie

ONDERZOEK De Bevrijdingsdag van de toekomst; lokaal en divers Onbekend: de laatste woorden van Anton Mussert Onderzoek uitgelicht: Holocaust-educatie op locatie maakt de geschiedenis tastbaar

INTERNATIONAAL IHRA: De vervolging van Sinti en Roma herdacht

INSPIRATIE De keuze van Theo Vleugels Jaarthematekst 2021: ‘Het fundament van vrijheid’

Cover Roxane van Iperen Foto Shody Careman / ANP

02-redactioneel.inhoud-2.indd 3

25-03-2021 15:06


4en5mei.nl 27-werf-1.indd 4

25-03-2021 15:30


HERDENKEN EN VIEREN

Op 4 mei herdenken we alle oorlogsslachtoffers. Samen in verbondenheid, ieder met zijn eigen herinneringen en gedachten. Op 5 mei vieren we onze bevrijding. Maar beseffen we ook dat vrijheid niet vrijblijvend of vanzelfsprekend is. door de redactie foto shutterstock

4 en 5 mei 2021 Waar iedereen gehoopt had dat we in 2021 weer in groten getale samen zouden kunnen herdenken en vieren, weten we nu dat dit ook de komende 4 en 5 mei helaas nog niet mogelijk is. In verband met de coronamaatregelen heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei daarom opnieuw moeten besluiten de programma’s van de Nationale Herdenking op 4 mei en de Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei aan te passen.

SHUTTERSTOCK

Groepen bijeenbrengen is op 4 en 5 mei niet of beperkt toegestaan. Het Nationaal Comité adviseert alle organisaties in het land dan ook om na te denken over programma’s zonder publiek of met een beperkt aantal genodigden, waarbij de richtlijnen van de Rijksoverheid en de gemeenten leidend zijn. Het Nationaal Comité gaat zelf bij de voorbereidingen op 4 en 5 mei uit van verschillende scenario’s die zijn afgestemd op de coronamaatregelen.

|5

30.2-4en5mei-5.indd 5

25-03-2021 15:33


4 mei

6

NCMagazine | voorjaar 2021

30.2-4en5mei-5.indd 6

25-03-2021 15:33


WESLEY DE WIT

HERDENKEN EN VIEREN

Vlag halfstok en bloemen bij monumenten

Het comité hoopt dat de oorlogsgetroffenen en hun nabestaanden dit jaar weer aanwezig kunnen zijn bij de herdenking op de Dam in Amsterdam. In het minimumscenario wordt uitgegaan van een herdenking met een zeer beperkt aantal aanwezigen. Ook in een ruimer scenario wordt uitgegaan van een herdenking waar mensen persoonlijk voor worden uitgenodigd. Het uitgangspunt in alle scenario’s is dat de aanwezigen anderhalve meter afstand moeten houden. Schrijfster Roxane van Iperen (1976) houdt op 4 mei de voordracht tijdens de herdenkingsbijeenkomst in De Nieuwe Kerk, voorafgaand aan de herdenkingsplechtigheid op de Dam in Amsterdam. Van Iperen won in 2016 de Hebban Debuutprijs voor haar roman Schuim der aarde. In 2018 volgde ’t Hooge Nest – dat met de Opzij Literatuurprijs werd bekroond, voor de NS Publieksprijs werd genomineerd en in dertien landen in vertaling uitkomt – over de Joodse zussen Janny en Lien Brilleslijper, die tijdens de Tweede Wereldoorlog vele Joodse onderduikers verborgen in het huis waar zij woonden: ’t Hooge Nest in Naarden. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft Van Iperen gevraagd nadat schrijver Abdelkader Benali zich terugtrok als spreker. André van Duin zal op 4 mei spreken tijdens de Nationale Herdenking op de Dam in Amsterdam. Van Duin groeide op tussen de puinhopen van het gebombardeerde Rotterdam. Zijn vader werd tijdens de Tweede Wereldoorlog tewerkgesteld in Duitsland, iets waar thuis nooit over werd gesproken. In 2018 sprak Van Duin al tijdens de jaarlijkse herdenking van de Februaristaking.

Het comité roept iedereen op om net als vorig jaar op 4 mei de vlag de hele dag, van zonsopkomst tot zonsondergang, halfstok te hangen. Ook vraagt het comité om bloemen te leggen bij de oorlogsmonumenten. Dat kan zowel fysiek als online via de vernieuwde monumentendatabase op de website 4en5mei.nl. Bezoekers kunnen daar digitaal bloemen leggen en eventueel een bericht achterlaten.

KLAAS HENDRIK SLUMP

Nationale Herdenking

|7

30.2-4en5mei-5.indd 7

25-03-2021 15:33


BEN HOUDIJK

5 mei

8

NCMagazine | voorjaar 2021

30.2-4en5mei-5.indd 8

26-03-2021 12:10


HERDENKEN EN VIEREN

De veertien Bevrijdingsfestivals bieden op 5 mei een gezamenlijk online programma aan van meer dan 200 optredens en activiteiten. Davina Michelle, Tino Martin en Jonna Fraser zijn tijdens deze online editie als Ambassadeurs van de Vrijheid verbonden aan de festivals. Iedereen kan de festivals gratis bezoeken via een livestream op Bevrijdingsfestivals.nl. In aanloop naar 5 mei gaan de Ambassadeurs van de Vrijheid op zoek naar wat vrijheid en onvrijheid voor hen betekent. Davina Michelle heeft haar eigen volgers opgeroepen om met haar van gedachten te wisselen over vrijheid. Zanger Tino Martin gaat samen met schrijver en journalist Natascha van Weezel naar Auschwitz om in gesprek te gaan over de Holocaust en rapper Jonna Fraser maakt een verhaal over afkomst: wat betekent zijn afkomst voor wie hij is? En hoe is dat voor anderen? Op de socialmediakanalen van de ambassadeurs en het Nationaal Comité 4 en 5 mei worden hun bevindingen in aanloop naar de Bevrijdingsfestivals gedeeld. Het Vrijheidsvuur wordt traditiegetrouw in de nacht van 4 op 5 mei ontstoken in Wageningen. Het vuur komt ‘s middags aan bij de festivals en wordt in alle veertien festivalsteden tegelijkertijd ontstoken. Ook dit is online en op televisie te volgen.

BEN HOUDIJK

Online Bevrijdingsfestivals

Vrijheidsmaaltijden Ook de Vrijheidsmaaltijden gaan dit jaar in aangepaste vorm door. Omdat de coronamaatregelen niet toestaan dat grote groepen mensen bij elkaar komen, wordt er net als afgelopen jaar een alternatief opgediend: de Vrijheidsmaaltijdsoep. Chef-kok en schrijfster Yvette van Boven is gevraagd om het recept voor de Vrijheidsmaaltijdsoep van 2021 te maken. In aanloop naar Bevrijdingsdag deelt Yvette het recept, zodat iedereen op 5 mei kan meekoken. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei hoopt dat zoveel mogelijk mensen de Vrijheidsmaaltijdsoep bereiden en dat er op 5 mei ondanks de maatregelen toch getoost kan worden op de vrijheid. Ingeblikt In een aantal regio’s wordt de Vrijheidsmaaltijdsoep ook in blik verspreid. Kwartiermakers door het hele land zijn gevraagd om, binnen de geldende maatregelen, aan de slag te gaan met de Vrijheidsmaaltijden en de soep. Zij organiseren diverse programma’s en delen de soep uit – in blik en vers bereid. Het overzicht van deze projecten is in aanloop naar 5 mei terug te vinden op www. vrijheidsmaaltijd.nl.

OOF VERSCHUREN

5 mei-concert Het 5 mei-concert vindt net als afgelopen jaar niet buiten plaats op de Amstel, maar binnen in Koninklijk Theater Carré. Het concert wordt live uitgezonden door de NOS op NPO 1. Het Nationaal Comité roept iedereen op om op 5 mei de vlag de hele dag uit te hangen.

|9

30.2-4en5mei-5.indd 9

25-03-2021 15:34


André van Duin las in 2018 enkele gedichten voor tijdens de herdenking van de Februaristaking in Amsterdam

André van Duin houdt toespraak op de Dam Na de koning die in 2020 op de Dam sprak, zal dit jaar ‘de koning van de lach’ de 4 mei-toespraak houden: André van Duin (1947), alom gerespecteerd presentator, zanger, komiek en acteur. Een verrassende keuze, dat vindt hij zelf ook. “Ik was zeer verbaasd, niet eerder heeft iemand uit mijn vakgebied op de Nationale Dodenherdenking gesproken. Tot nu toe waren het steeds politieke en bestuurlijke autoriteiten. Ik denk dat mensen verrast zijn om me te zien, maar het wordt natuurlijk wel een serieuze boodschap.” door Larissa Pans foto Joris van Gennip / ANP

10

NCMagazine | voorjaar 2021

04-herdenken.andre-2.indd 10

25-03-2021 14:49


HERDENKEN

coronatijd: al die grappige filmpjes, liedjes en cartoons. We hebben humor nodig om de boel te kunnen relativeren.”

Vrijgevochten

We spreken elkaar via beeldbellen, Van Duin zit thuis op de bank in Amsterdam, op de achtergrond klinkt muziek. Hij oogt fit. De bijna 74-jarige is net hersteld van darmkanker. Opgewekt: “Dat is allemaal gerepareerd en opgelost.” Van Duin: “Als kind wist ik weinig van de oorlog. Mijn ouders spraken er nooit over. Op 4 mei rond de herdenking kwam iedereen wel uit zijn huis, ja het was een echte volksbuurt hè, veel speelde zich op straat af. Dan stonden we allemaal stil op straat en hielden 2 minuten stilte. Ik onderging het gewoon, het was net zoiets vanzelfsprekends als Koninginnedag.”

Verwoeste stad Van Duin (echte naam: Adrianus Marinus Kyvon) werd in 1947 geboren in Rotterdam. Vader Janus was magazijnbediende bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij, moeder Jet was huisvrouw, André was enig kind. De stad was nog gedeeltelijk verwoest, maar in de wijk waarin hij opgroeide, Delfshaven, stonden de huizen nog wel overeind. De hele stad was zijn speelterrein. “Mijn vader werkte in de haven, het was heerlijk om daar te spelen. Op het spoorwegemplacement stonden vaak goederentreinen met appels en bananen. Niks leukers dan daar een appel te jatten of verstoppertje te spelen tussen het puin. Overal in de stad lagen nog brokstukken en funderingen van gebombardeerde huizen. Mijn vriendjes en ik stookten overal fikkies, niemand die daar een probleem van maakte.” Hij was in de leer om machinebankwerker te worden, maar de showbizzwereld trok. Als jochie kon Van Duin al goed imiteren en parodiëren, in 1964 brak hij door na een optreden in het programma Nieuwe Oogst. De afgelopen bijna zestig jaar was André van Duin te horen en te zien via elk denkbaar medium: radio, televisie, theater en bioscoop. Hij is de man van de grote revues samen met Corry van Gorp en Frans van Dusschoten en heeft ook zijn sporen verdiend in het radio- en tv-vak. De Dik Voormekaar Show, Wie ben ik?, Animal Crackers en Heel Holland Bakt zijn slechts enkele van de programma’s die op zijn naam staan. En hij raakte de afgelopen jaren veel kijkers met zijn hoofdrol als de zieke Evert Kuiper in de tv-serie Het geheime dagboek van Hendrik Groen. “Ik ben dankbaar dat het nog zo lang mag doorgaan. Van collega’s hoor ik dat het er op Twitter hard aan toe kan gaan, mij is dat gelukkig bespaard gebleven. Ik doe geen politiek cabaret, dat scheelt ook. Sommige cabaretiers maken over bepaalde onderwerpen maar geen grappen meer. Dat vind ik erg. Humor ligt gevoeliger in deze tijd. Nu trap je meteen op iemands tenen. Terwijl: humor is de kurk waarop we allemaal drijven. Ook in de Tweede Wereldoorlog, of juíst in de oorlog waren er veel grappen. Je ziet het ook nu weer in

Hij kijkt er naar uit om daar straks te staan, op die weer vrijwel lege Dam. Met een vleugje spot: “Dat wordt dus een zéér intieme aangelegenheid. Ik heb natuurlijk vaak opgetreden voor grote groepen, maar de 4 mei-toespraak is het enige moment dat je de aandacht hebt van de gehele natie. Jongeren van nu kunnen zich niet meer voorstellen dat hier over de gracht troepen soldaten hebben gemarcheerd en dat onschuldige mensen opgepakt en vermoord werden. Het kan zomaar omslaan in een samenleving. Kijk, een pandemie is natuurlijk niet te vergelijken met een oorlog. Deze avondklok is niet de avondklok van de Tweede Wereldoorlog. Maar ik zie wel ontwikkelingen die me zorgen baren. Op social media heersen de types met de grootste mond, op straat zijn er groepen die de overheid willen ondermijnen, die intimiderend gedrag vertonen. En ook in de politiek manifesteren rare groepen zich. Als je een grote mond hebt, word je gehoord. Voor je het weet hebben die radicale figuren een grote groep achter zich aan. Nederland is een heel vrijgevochten land, misschien wel te. Alles moet kunnen. We zijn te gewend geraakt aan ons verwende bestaan. Als het even tegenzit, worden we boos. Veel mensen zien niet meer in dat het vrij uitzonderlijk is dat we al zo lang in vrede leven. Ik heb geen oorlog meegemaakt, maar ik ben wel opgegroeid in het besef dat het bijzonder is om in vrede te leven.”

Homomonument Sinds hij in Amsterdam woont, gaat hij op 4 mei naar het Homomonument. “Zeventien jaar woon ik in de binnenstad, ik ging altijd samen met Martin (Elferink, zijn partner die in 2020 is overleden aan botkanker) naar de herdenking daar. Ik vind het mooi om te zien hoe gemengd het publiek is. Ik loop vaak langs het Homomonument en er liggen daar áltijd bloemen. Eigenlijk pas op school leerde ik over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. En pas veel later over de vervolging van homo’s. Oorlog staat voor mij voor: je kunt niet meer doen en laten wat je wil, en niet meer zijn wie je bent. Mijn managers in de jaren zeventig waren Theo Rekkers en Huug Kok, het zangduo De Spelbrekers, zeg maar de Nick & Simon van de jaren zestig. Theo en Huug hadden elkaar in 1943 ontmoet in de Duitse munitiefabriek waar ze tewerkgesteld waren. Mijn vader was ook tewerkgesteld in Duitsland in de oorlogsjaren, maar hij liet er nooit veel over los. Theo en Huug vertelden me over de vele bevrijdingsfeesten waar ze optraden en hoezeer mensen het nodig hadden om geamuseerd te worden. Na de oorlog traden ze op dinsdagen op voor militairen in kazernes door het hele land. De lichtheid van humor en muziek is in alle tijden nodig. Door mijn hoofd speelt nu vaak het liedje Vluchten kan niet meer van Annie M.G. Schmidt. Dat klopt zo goed: we zitten wereldwijd in hetzelfde schuitje. Ik vind het ook ongezellig dat ik niet meer op terrasjes kan zitten of ergens een broodje kan eten, en daar komt de avondklok nog eens bovenop, maar ik neem de pandemie heel serieus. We moeten maar hopen dat het echt wordt opgelost en de vaccins het coronavirus zullen uitbannen. Voorlopig zitten we nog zwaar in de verdediging.”

| 11

04-herdenken.andre-2.indd 11

25-03-2021 14:49


Vier 5 mei met de Vrijheidsmaaltijdsoep 12

NCMagazine | voorjaar 2021

10-vieren.vrijheidssoep-2.indd 12

25-03-2021 14:54


VIEREN

Nu ook op 5 mei 2021 geen grootschalige Vrijheidsmaaltijden kunnen plaatsvinden, is er een alternatief bedacht: de Vrijheidsmaaltijdsoep. Kook je mee? door Leonie Durlinger foto’s Oof Verschuren

Op 5 mei vieren we Bevrijdingsdag met een Vrijheidsmaaltijd. De Vrijheidsmaaltijd zorgt voor bijzondere ontmoetingen aan de eettafel en is de plek voor een goed gesprek over vrijheid tijdens Bevrijdingsdag. Nu ook bij deze editie vanwege de coronamaatregelen geen grote groepen mensen bijeen kunnen komen, wordt door het Nationaal Comité 4 en 5 mei een alternatief opgediend: de Vrijheidsmaaltijdsoep. Het Amsterdams 4 en 5 mei comité heeft na het uitbreken van de coronacrisis in 2020 in samenwerking met Food Cabinet een alternatieve campagne opgezet. Samen met sterrenchef Joris Bijdendijk en Samuel Levie bedachten zij het idee van een Vrijheidsmaaltijdsoep. Van dit succesvolle initiatief maakt het Nationaal Comité 4 en 5 mei dit jaar een landelijk project; Yvette van Boven neemt dit jaar het stokje over van Bijdendijk met een nieuw recept voor de soep. Het Nationaal Comité hoopt dat de Vrijheidsmaaltijdsoep aan zoveel mogelijk tafels wordt opgediend en dat er ondanks de maatregelen toch getoost kan worden op de vrijheid.

proeven. Proef ook die van een ander, misschien is die wel verrassend lekker!” Op vrijheidsmaaltijd.nl staat een instructievideo, waarin Yvette stap voor stap uitlegt hoe de soep wordt bereid.

Ingeblikt In een aantal regio’s wordt de Vrijheidsmaaltijdsoep ook in blik verspreid. Kwartiermakers door het hele land zijn gevraagd om, binnen de geldende maatregelen, aan de slag te gaan met de Vrijheidsmaaltijden en de soep. Zij organiseren diverse programma’s en delen de soep uit – in blik en vers bereid. Het overzicht van deze projecten is terug te vinden op www.vrijheidsmaaltijd.nl. Iedereen wordt uitgenodigd om mee te koken op Bevrijdingsdag. Maak een portie voor je buren en je familie of sluit je aan bij een van de programma’s. www.vrijheidsmaaltijd.nl

Vrijheidsmaaltijdsoep

Yvette van Boven is culinair schrijver, kok, illustrator en tv-presentator.

Chef en schrijfster Yvette van Boven, wier kookboeken in duizenden huishoudens op de keukentafel liggen, is gevraagd om het recept voor de Vrijheidsmaaltijdsoep van 2021 te maken: “Zeker in deze wonderlijke tijd waarin het soms lijkt dat mensen tegenover elkaar zijn komen te staan, vind ik een oproep tot luisteren naar elkaar echt nodig. Samen aan tafel gaan en over vrijheid praten is natuurlijk een kleine moeite en een mooi gebaar. Ik denk dat we dat nu meer dan ooit kunnen gebruiken. Daarom heb ik een makkelijk, heerlijk recept gemaakt dat iedereen kan bereiden, eventueel met een eigen twist. Met mijn vele tips kan iedereen de soep zelf aankleden. Geef de kom een eigen draai en laat anderen

Ze schreef talloze succesvolle kookboeken – zoals Home Made, Home Sweet Home en Home Made Basics – die zijn vertaald in het Engels, Frans, Spaans en Duits. Haar laatste boek Home Made Basics werd in 2020 bekroond met het Gouden Kookboek. Naast haar boeken is Yvette ook bekend van tv-programma’s De streken van Van Boven en Koken met Van Boven, haar wekelijkse rubriek in Libelle en Volkskrant Magazine en haar smakelijke bijdrage aan delicious.magazine. De illustraties en vormgeving van haar boeken en columns ontwerpt Yvette zelf. Ze woont met haar man, fotograaf Oof Verschuren, en hun hond Hughie afwisselend in Amsterdam en West Cork, Ierland.

| 13

10-vieren.vrijheidssoep-2.indd 13

25-03-2021 14:55


60 ml olijfolie 150 gram prei, in ringen 2 teentjes knoflook, fijngehakt 1 eetl. kerriepoeder 300 gram bloemkoolrijst 200 gram vastkokende aardappel, in blokjes 1 blik (400 ml) kokosmelk

750 ml groentebouillon 150 gram doperwten 300 gram bladspinazie 150 gram kleine broccoliroosjes 3 bosui fijngesneden in ringetjes Zeezout en versgemalen zwarte peper

Vrijheidsmaaltijdsoep Recept voor 4 personen Verhit de olie in een grote pan en fruit daarin op middelhoog vuur de preiringen, knoflook en kerriepoeder, tot de prei glazig is en felgroen. Roer de bloemkoolrijst en aardappelblokjes erdoor en zet ze even aan. Blus af met de kokosmelk, breng aan de kook en giet de bouillon erbij. Laat de soep nu, zonder deksel, 20 minuten zacht koken tot de aardappel met een houten lepel langs de rand van de pan makkelijk te breken is. De soep moet nu wat zijn ingedikt door de bloemkoolrijst en aardappelblokjes. Is hij nog te dun, kook hem dan nog een minuut langer op hoog vuur in. Voeg dan de doperwten, bladspinazie en de broccoli toe en gaar die nog 6 minuten mee. Roer de bosui erdoor en breng de soep op smaak met zout en peper. Maak zelf de soep af met één topping uit elke categorie (krokant/ romig / frissig), dan is hij extra lekker!

Krokant

Romig

Frissig

14

Croutons, van een oude boterham, gescheurd pitabrood, oud stok- of roggebrood, gebakken in olijfolie met wat zeezout en komijnzaadjes Zaden of pitten, even verhit in een hete droge koekenpan: zoals hele boekweit, zonnebloem-, pijnboom- of pompoenpitten of pinda’s Noten: denk aan cashewnoten of amandelen krokant (in roomboter of olijfolie) gebakken, evt. met specerijen en/of knoflook Pappadums of Nacho’s, verkruimeld Indische gebakken uitjes, zo uit de pot Slagroom, scheutje Crème fraîche, dikke lik: even losgeroerd Kwark of yoghurt, losgeroerd Cashewroom -vegan room- zoooo lekker: Week 200 gram cashewnoten 1 uur in een kom koud water. Giet ze af en maal ze met ongeveer 200 ml schoon water in de blender tot een dikke room. Breng op smaak met een kneep citroen en een snuf zeezout. Bewaar in de koelkast en gebruik zoals u zure room zou gebruiken. Kokosmelk, scheutje Kaas, bijvoorbeeld oude kaas, cheddar of parmezaan: geraspt Olijfolie of een pesto van bijvoorbeeld gladgedraaide koriander, pinda’s of amandelen, geraspt kokos en olijfolie Avocado, in blokjes Ei, hardgekookt en verkruimeld met een vork of gepocheerd Verse tuinkruiden, fijngehakt (denk bij kerriesoep vooral aan peterselie, koriander, bieslook en lavas) (Rode) ui, gesnipperd en even in de azijn gelegd Tuinkers, of kiemgroenten Bleekselderij, of andere knapperige rauwe groenten, in heel kleine blokjes Appel of peer, in fijne blokjes Jalapeño, vers of ingemaakt (uit een potje) en fijngehakt

NCMagazine | voorjaar 2021

10-vieren.vrijheidssoep-2.indd 14

25-03-2021 14:55


VIEREN

| 15

10-vieren.vrijheidssoep-2.indd 15

25-03-2021 14:56


Roxane van Iperen houdt de 4 mei-voordracht

‘Ik wil het grote verhaal klein maken’

Roxane van Iperen in het tuinhuis van ‘t Hooge Nest

16

NCMagazine | voorjaar 2021

03-herdenken.roxanne-2.indd 16

25-03-2021 14:48


HERDENKEN

Haar boek ’t Hooge Nest werd een enorme bestseller. Het grote voordeel daarvan, vindt schrijver Roxane van Iperen, is dat het daardoor ook gelezen wordt door mensen die niet per se geïnteresseerd zijn in de Tweede Wereldoorlog. Op die groep richt ze zich ook in haar 4 mei-voordracht. “Ik hoop dat mensen zeggen: dat heb ik nooit geweten, dit is interessant!” door Linda Huijsmans foto Merlijn Doomernik / ANP

Er bestaat een zekere metaalmoeheid als het over de Tweede Wereldoorlog gaat, constateert Roxane van Iperen en daar wil ze tegen vechten. “Het is een illusie dat we het nu allemaal wel weten. Dat alle verhalen nu wel verteld zijn. Het tegendeel is waar. Er wordt nog steeds volop onderzoek gedaan dat nieuwe feiten aan het licht brengt. Op basis daarvan zijn dus ook steeds opnieuw persoonlijke verhalen te vertellen die de grote verhalen inzichtelijk maken.” Het vertellen van de kleine verhalen vindt Van Iperen een goede manier om grote gebeurtenissen te duiden. “Ik ben graag bezig met het grote plaatje. Over de oorlog wordt graag ‘hoog over’ gesproken, maar in ben ook geïnteresseerd in de vraag: wat doe jij als het erop aan komt? Die vraag zit in mijn vezels. Mijn hele leven al stel ik vragen over hoe het kan dat mensen in grote bedrijven niets durven te zeggen terwijl iedereen weet dat er op grote schaal fraude wordt gepleegd, bijvoorbeeld. Wat zijn dat voor mechanismen? Waarom spreekt niemand zich uit? Dezelfde mechanismen doen zich voor in oorlogen of conflicten. Die groepsdynamiek wil ik ontrafelen en laten zien. Voor een breed publiek leent de vorm van een ‘klein’, persoonlijk verhaal zich vaak heel goed.”

Koken met de kinderen Toen Van Iperen een appje kreeg van Gerdi Verbeet, dacht ze eerst dat het een grap van haar vrienden was. “Die hadden wel eens plagend tegen me gezegd dat ze mij op 4 mei wel in De Nieuwe Kerk zagen staan, maar ik vond dat meer iets voor ‘later, als ik groot ben’. Daarom heb ik even gewacht met reageren. Ik ben gaan koken met de kinderen om even rust in mijn hoofd te krijgen.” Uiteindelijk was het besluit om ja te zeggen op de vraag of ze dit jaar de 4 mei-voordracht in De Nieuwe Kerk wil verzorgen niet zo moeilijk. “Dit dient een groter belang. ”

Leuk én moeilijk Het verhaal van ’t Hooge Nest, de zusjes Brilleslijper, het Joodse verzet en de rol van vrouwen in de oorlog komen op 4 mei zeker ter sprake. “Natuurlijk. Zonder dat verhaal had ik daar niet gestaan. Tegelijkertijd wil ik niet alleen maar vertellen wat ik al ken. Met mijn voordracht wil ik iedereen bereiken: niet alleen de mensen die al geïnteresseerd zijn in geschiedenis, maar ook de groep die zegt dat ze het nou wel weet; al die verhalen over de

oorlog. Juist hen wil ik laten zien dat er nog zoveel verhalen nooit verteld zijn.” Daarom zal haar voordracht zowel onderhoudend als informatief zijn, zegt Van Iperen. “Ieder persoonlijk verhaal heeft ook een context. Het is belangrijk om ook die kennis te hebben, zodat we parallellen kunnen trekken met andere conflicten en andere systemen. We hebben kennis nodig om te weten hoe uitsluiting werkt. Daarom heb ik in ‘t Hooge Nest ook het macroverhaal verteld, zodat je de context van die oorlog kent. Wat waren toen de stappen van systematische uitsluiting en vervolging? Mijn doel was om de lezer geboeid te laten raken door de lotgevallen van de zusjes Brilleslijper maar ook alle stappen van de Jodenvervolging te laten zien.”

Geen generatie monsters “Ik ben geen historicus, ik heb me laten leiden door nieuwsgierigheid en daarna door fascinatie en verbazing.” Ze vindt het belangrijk om te laten zien dat er in de oorlog niet toevallig een generatie monsters leefde. “Het waren mensen in extreme omstandigheden die keuzes moesten maken. In mijn voordracht op 4 mei wil ik de theorie aan een verhaallijn koppelen. Zo wil ik mensen prikkelen en aan het denken zetten.”

Lege kerk In 2020 was De Nieuwe Kerk tijdens de 4 mei-voordracht zo goed als leeg. Hoeveel mensen er dit jaar bij zullen zijn is nog niet duidelijk, maar voor Van Iperen is het vooral belangrijk dat de mensen om wie het gaat er bij kunnen zijn. “De overlevers, de kransenleggers en hopelijk ook de kinderen van Janny en Lien Brilleslijper die er nog zijn. Ik sta op hun schouders. Zonder hen had ik nooit op dat podium gestaan.”

Roxane van Iperen (1976) studeerde rechten in Amsterdam en werkte als advocaat en juridisch adviseur in het bedrijfsleven. Ze is freelance journalist voor onder meer Vrij Nederland, het Financieele Dagblad en Follow the Money. In 2016 verscheen haar debuutroman Schuim der aarde. In 2018 publiceerde ze het boek ‘t Hooge Nest waarin ze de verzetsgeschiedenis van de Joodse zusjes Brilleslijper beschrijft. Voor de Boekenweek 2021 schreef ze het Boekenweekessay De genocidefax. Wat doe jij als het er werkelijk op aankomt? dat in de zomer zal verschijnen. | 17

03-herdenken.roxanne-2.indd 17

25-03-2021 14:48


18

NCMagazine | voorjaar 2021

09-vieren.festivals-3.indd 18

25-03-2021 14:53


VIEREN

Bevrijdingsfestivals 2021:

Minder festival, meer vrijheid en heel veel online Bevrijdingsdag staat weer voor de deur en dat betekent dat we de vrijheid vieren. De wijze waarop is in verband met de coronamaatregelen anders dan normaal. Het goede nieuws is dat er dit jaar weer wel veertien regionale Bevrijdingsfestivals te bezoeken zijn. Online en via één platform: bevrijdingsfestivals.nl. Uiteraard met alle vaste hoogtepunten zoals het ontsteken van het Bevrijdingsvuur, optredens van de Ambassadeurs van de Vrijheid en indrukwekkende verhalen over vrijheid. Een gevarieerd programma uit alle hoeken van het land. door Timo Waarsenburg foto Bart Heemskerk

| 19

09-vieren.festivals-3.indd 19

25-03-2021 14:54


HERDENKEN

Waar vorig jaar vanwege COVID-19 alle Bevrijdingsfestivals halsoverkop moesten worden afgeblazen en het te kort dag was om volwaardige alternatieven op te tuigen, is dit jaar iedereen voorbereid op een onlineprogramma. En viert creativiteit hoogtij.

Groningen In Groningen heeft de kersverse festivaldirecteur – aangetreden per 1 juli 2020 – Ebel Jan van Dijk met zijn team bewust gekozen voor een vorm die op geen enkele wijze lijkt op het bekende festival van voorgaande jaren. “We hebben dit jaar geen festival, dus willen we ook niet doen alsof. Vandaar dat we hebben gezocht naar een manier om een volwaardig, opzichzelfstaand evenement op te zetten dat een groot publiek kan bekoren én waarmee we de boodschap – het belang van vrijheid voor iedereen – optimaal kunnen overbrengen.” En dat is in Groningen een visueel radiospektakel geworden, dat wordt uitgezonden vanuit de oude Suikerfabriek in de stad. Met alle ruimte voor lokale muzikale glorie. “Maar we hebben ook samenwerking gezocht met alle projecten die in het afgelopen jaar in Groningen en omgeving zijn opgezet vanwege de viering van 75 jaar vrijheid”, zegt Van Dijk. “Dat zijn 23 projecten die stuk voor stuk de moeite waard zijn, maar die door corona geen van alle de aandacht hebben gekregen die ze verdienden. Door die projecten in ons programma op te nemen, geven we ze alsnog een podium. En geven we inhoudelijk invulling aan Bevrijdingsdag zoals we nooit eerder hebben gedaan.” Tevreden: “Het wordt mooi: muziek, spektakel en een inhoudelijk programma dat staat als een huis.”

Overijssel Ook in Zwolle is de organisatie tevreden, al hopen ze daar stiekem nog steeds dat er, al is het maar een beetje, publiek aanwezig mag zijn. “We hebben een online programma dat we tot op het laatste moment zouden kunnen ‘opplussen’ met publiek”, vertelt directeur Annemien Brugging van het Bevrijdingsfestival Overijssel. De inhoudelijke component van het Bevrijdingsfestival is in Overijssel sinds jaar en dag sterk vertegenwoordigd. Brugging: “Dit jaar dus ook. Met bijvoorbeeld een interactieve audioroute door de stad en een online dansworkshop voor ouderen met muziek én dansles uit de jaren vijftig. En een hybride lesprogramma: workshops in de klas, al dan niet via een live verbinding, rond het thema ‘wat betekent vrijheid nu?’ Daar beginnen we half april al mee.” Medeorganisator Emma Quilligan vult aan: “De inhoud valt eigenlijk eenvoudiger digitaal te organiseren dan het muzikale deel.” Toch krijgt ook die component natuurlijk alle aandacht. Quilligan: “Wij hebben niet de illusie dat mensen online een heel concert zullen volgen. Daarom zetten we voor de muziek en

“Door het programma dat we dit jaar maken, zie ik dat we het publiek best mogen vragen om zelf meer invulling aan de inhoudelijke boodschap te geven.”

optredens in op een fragmentarisch aanbod met korte optredens, interviews, gesprekken en terugblikken op voorgaande jaren. Om iedereen op elk moment een gevarieerd en aantrekkelijk programma te bieden.”

Noord-Holland

In Haarlem wordt met man en macht gewerkt aan een online festival dat ook uitgezonden zal worden door de regionale omroep Haarlem105. En dat meer de structuur van het vertrouwde programma volgt. Bestuurslid Jolanda Beyer van Bevrijdingspop: “We willen twee podia maken die via verschillende online kanalen én de regionale omroep te volgen zijn. Zo kunnen bezoekers ‘als vanouds’ switchen tussen verschillende podia waar naast de hoofdacts ook veel regionaal talent optreedt. En we hopen ook mooie optredens uit andere steden te kunnen aanbieden. Dat is dan weer het voordeel van een online festival.” Om niet alleen digitaal bij Bevrijdingsdag stil te staan, organiseert Beyer met haar team van enkel vrijwilligers ook een ruim opgezette tentoonstelling over vrijheid op het uitgestrekte festivalterrein van afgelopen jaren. Net als een vrijheidswandeling door de binnenstad. “En de ouderen willen we bij deze dag betrekken met Vrijheidssoep. Omdat met elkaar genieten van een warme kop soep uitnodigt tot een praatje en verbondenheid stimuleert.”

Tussenjaar Alle creatieve programma’s om Bevrijdingsdag 2021 ondanks de beperkingen zo mooi en aantrekkelijk mogelijk op te tuigen ten spijt, hopen de organisatoren dat dit toch vooral een digitaal tussenjaar is. En dat de Bevrijdingsfestivals volgend jaar weer in volle glorie kunnen plaatsvinden. Al biedt de noodgedwongen alternatieve opzet ook zeker voordelen voor de toekomst. “Waar ons festival normaalgesproken in Zwolle plaatsvindt, waaieren we nu met ons aanbod makkelijker over de hele provincie uit”, constateert Brugging. Quilligan: “En dat willen we er graag inhouden. Net als de samenwerking met andere Bevrijdingsfestivals in het land, die nu veel intensiever is dan voorgaande jaren.” En ook Van Dijk ziet voordelen: “We hadden eigenlijk altijd een behoorlijk ‘consumerend’ publiek dat vooral kwam voor de gezelligheid en het vermaak. Door het programma dat we dit jaar maken, zie ik dat we het publiek best mogen vragen om zelf meer invulling aan de inhoudelijke boodschap te geven. Vrijheid is geen vrijblijvend thema. Het is werk in uitvoering.”

20 NCMagazine | voorjaar 2021

09-vieren.festivals-3.indd 20

25-03-2021 14:54


HERINNEREN

‘Mijn hele leven is beïnvloed door die oorlog’ NC Magazine publiceert elk nummer een gesprek tussen twee mensen van verschillende generaties. Een dubbelgesprek tussen Catherine Keyl en Giovanni van Bronckhorst over de invloed van de Tweede Wereldoorlog op henzelf en op hun families. De een is kind van een Nederlands-Joodse verzetsstrijder, de ander komt uit een Molukse familie.

door Leonard Ornstein en Larissa Pans foto’s Geert Snoeijer

| 21

17.2-2gesprek-5.indd 21

25-03-2021 15:19


Met straffe hand zijn de voormalige topvoetballer en trainer en de journalistpresentator opgevoed. Giovanni van Bronckhorst (1975) moest als hij lastig was een lepel sambal eten van zijn strenge grootvader (een oud-KNIL-militair) of kreeg een ferme tik met een bamboestokje; Catherine Keyl (1946) werd bijna militaristisch opgevoed. Keyls vader, een Joodse Nederlander die in het verzet zat en die na een half jaar eenzame opsluiting in het Oranjehotel (de gevangenis in Scheveningen) een loodzware anderhalf jaar doorbracht in Kamp Sachsenhausen, kwam getraumatiseerd uit de Tweede Wereldoorlog. Eliazar Keyl wilde zijn drie dochters ‘harden’, Catherine is zijn oudste dochter. “We mochten geen weke meisjes worden.” Haar boek Oorlogsvader is net uit, waarin ze een liefdevol én snoeihard portret van hem schetst.

Nieuwsgierig Ze zijn alle twee ‘Bekende Nederlander’, maar hebben elkaar nooit eerder ontmoet in een tv-studio of op een premièrefeestje. Beiden staan met een open blik in de wereld en ze zijn nieuwsgierig naar elkaars geschiedenis. Van Bronckhorst vertelt bedachtzaam over zijn leven. De oudvoetballer is al jarenlang samen met zijn jeugdliefde Marieke; ze hebben twee zonen van 19 en 14. Naast zijn trainerswerkzaamheden steekt hij ook veel tijd in zijn foundation SV GIO, zijn stichting die leerlingen uit groep 7 en 8 uit Rotterdam-Zuid met een leerachterstand ondersteunt met sport en extra educatie. Van Bronckhorst is net terug uit China, waar hij trainer was bij Guangzhou R&F. Door de coronacrisis is hij net als iedereen veel thuis bij zijn gezin in Krimpen aan den IJssel. “Ik vloog in januari 2020 naar China. Ik stuurde

22

nog appjes naar de dokter, zo van: ‘Moet ik me zorgen maken om dit virus? Want het speelt nu in China.’ ‘Nee, is niet zo ernstig’, antwoordde hij.” Keyl is na een lange tijd weer single, haar laatste liefde woont in Zuid-Afrika en de LAT-relatie bleek helaas uitgewerkt. Ze schrijft columns voor De Telegraaf en is regelmatig te gast bij het radioprogramma Spraakmakers. Keyl werd bij het grote publiek bekend als presentator van de 5 Uur Show en van haar eigen talkshow Catherine, maar in de jaren zeventig en tachtig werkte ze twaalf jaar als verslaggever bij Hier en Nu en Televizier en interviewde ze onder anderen de rechtsextremistische politicus Jean-Marie Le Pen (waarover later meer) en werd ze erop uitgestuurd bij rampen en crises. Wat haar dreef, dat formuleert ze onmiddellijk: “Dat mensen niet zonder nieuws, zonder de juiste informatie, weer op de trein worden gezet, op weg naar de dood.” Stellig: “Mijn hele leven is beïnvloed door die oorlog. Vanmorgen dacht ik nog: niet in paniek raken, de zeep is op. Omdat mensen die naar de kampen gedeporteerd werden natuurlijk geen zeep mee hadden en het van groot belang was om schoon en gezond te blijven. Ik denk dat mijn vader zijn angst wel op mij heeft overgebracht.” Haar vader Eliazar Keyl was lid van de verzetsgroep Fiat Libertas in Hengelo die overvallen pleegde op de Burgerlijke Stand. Doel was om te zorgen dat registerbewijzen van Joden, Roma en Sinti verdwenen uit de archieven. Een van de leden van de groep werd opgepakt en in zijn broekzak vonden de Duitsers een briefje met het adres van de vergaderplaats. Keyls vader was daar met zeven andere mannen aan het vergaderen toen een groep Duitse soldaten binnenviel. Zeven verzetslieden werden

“Als kind vond ik dat hij altijd alle verjaardagen verpestte met zijn woedende verhalen over het kamp”

ter plekke doodgeschoten of gevangengenomen. Eliazar Keyl slaagde er als enige in om te ontsnappen: hij bemachtigde een wapen van een van de Duitse officieren, rende weg en schoot in een steegje de Duitser neer. In 1943 werd hij met een stapeltje exemplaren van Vrij Nederland gepakt in de trein. Hij reisde onder valse naam en wist bij het verhoor de naam van zijn zogenaamde vrouw niet meer. Ik wilde de zoete smaak van mokka niet laten bederven door zijn bittere verhalen. (Uit: Oorlogsvader) “Als we vroeger een verjaardag vierden en ik wilde net aan mijn mokkataartje beginnen – toch wel hét moment voor mij – dan begon mijn vader weer over die oorlog. Hoe hij zich in het kamp in leven had gehouden met beschimmelde broodkorsten, dat er iedere dag een gevangene aan de galg bungelde en hoe wij, het gezin en de visite, géén idee hadden wat leed was of wat honger was. Als kind vond ik dat hij altijd alle verjaardagen verpestte met zijn woedende verhalen over het kamp.” Haar vader was een forse, blonde man met blauwe ogen. “De nazi’s hebben nooit ontdekt dat mijn vader Joods was: hij werd in het kamp als verzetsman geregistreerd. Grappig genoeg is hij in Sachsenhausen een keer geselecteerd als een van de mooiste blonde Germanen die er waren. De rassenwetten op z’n bizarst.”

NCMagazine | voorjaar 2021

17.2-2gesprek-5.indd 22

25-03-2021 15:20


HERINNEREN

was koud, er stond overal water. Ik dacht: oh, wat hebben ze deze mensen aangedaan.”

We zitten ieder aan een verre hoek aan de keukentafel bij Catherine Keyl thuis in Naarden. De regen klettert tegen de glazen serre, Keyl en Van Bronckhorst raken meteen in gesprek over het vuistdikke boek dat Keyl aan het lezen is: Revolusi van David Van Reybrouck, over de dekolonisatiegeschiedenis in Indonesië. Van Bronckhorsts moeder is geboren in Kamp Westerbork, cynisch genoeg was dat na de Tweede Wereldoorlog de plek waar de Molukkers werden opgevangen en waar een hele generatie opgroeide. Van Bronckhorst vertelt hoe hij “Ik voelde de twee jaar geleden met zijn pijn en het grote familie verdriet in mijn (zijn moeder was een van lijf toen ik in het veertien kinderen) terugging naar het kamp. kamp stond ”

Van Bronckhorst: “Wij kwamen daar aan en ik weet nog goed dat mijn oom zei: ‘Wij zijn om een andere reden hier dan de meeste mensen.’” Keyl: “Het is wel bizar hè, als je bedenkt dat mijn grootouders daar dertig jaar eerder zaten, en op de trein naar Auschwitz werden gezet...” Van Bronckhorst: “Ja. Toen mijn grootouders daar aankwamen was dat voor hen juist het begin van hun leven in Nederland. Op dezelfde plek waar zóveel mensen zijn weggevoerd. Ik voelde de pijn en het verdriet in mijn lijf toen ik in het kamp stond, de historie van al die gedeporteerde mensen. Mijn oma werd emotioneel toen we over het terrein wandelden. Ook al staan veel barakken er niet meer, ze was daar weer even terug. Als mijn ooms en tantes erover vertellen dan voel je wel dat ze een mooie jeugd gehad hebben.” Keyl: “Dat is op zich al heel bijzonder. Want toen ik daar als verslaggever was in de tijd dat het nog een Molukkenkamp was, was het – sorry, ik kan het niet anders zeggen – zó’n teringzooi. Alles lekte, het

Toen Catherine Keyl op haar achtste het Oude Testament uit de boekenkast tevoorschijn trok, viel haar oog op het schutblad. In haar vaders handschrift stonden daar de namen van zijn ouders, Nathan Keijl en Elisabeth Kooperberg. Achter ‘Overleden’ stonden geen getallen; met dikke, boze, inktzwarte letters had hij geschreven: VERMOORD. “Ik dacht: wat hebben die mensen gedaan dat ze vermoord zijn?! En toen kwam het er in feite op neer dat ze vermoord waren omdat ze niet naar mijn vader hadden geluisterd. Die had gezegd: ‘Ga niet naar die trein. En dan zeiden zij: ‘Ja, maar we hoeven alleen maar een beetje te werken in Polen, wat maakt het uit.’”

Vader Giovanni van Bronckhorst groeide op bij zijn opa en oma in Krimpen aan den IJssel, hij werd ’s ochtends vroeg al naar hen toegebracht, zijn ouders moesten naar hun werk. De biologische vader van Van Bronckhorst was uit beeld, Giovanni koos later voor de achternaam van zijn huidige vader Victor van Bronckhorst, de man die op zijn vijfde in zijn leven kwam. “Hij is in alle opzichten mijn vader, zo voelt dat ook.” Ook Van Bronckhorst kreeg zijn portie oorlog mee, zij het een stuk indirecter dan zijn gespreksgenoot. “Mijn opa heeft in het KNIL gezeten, hij heeft keihard meegevochten. Hij sprak er nooit over. Ik werd al rond een uur of half zeven bij mijn opa en oma gebracht, samen met mijn zusje. Ik kan me herinneren dat mijn opa altijd de deur opendeed, hij was al helemaal aangekleed. Hij was een soort vaderfiguur voor mij. Hij werkte in een vleesfabriek,

| 23

17.2-2gesprek-5.indd 23

25-03-2021 15:21


Dat had ik thuis ook. Niet zeiken; hup, doen! Mijn vader was als de dood dat er weer een oorlog zou komen. En dat ik dan een week meisje zou zijn, en overal in zou trappen en het niet zou overleven. Hij duldde geen enkele tegenspraak en drilde zijn dochters. Hij nam mijn zusje van vijf en mij een keer mee op kampeervakantie: we moesten slapen op de keiharde grond, hij nam expres geen luchtbedden mee. Ik moest de borden wassen met zand. Dan zei ik: ‘Pap, er is afwasmiddel’. ‘In het kamp hadden we geen afwasmiddel’, zei hij dan.” Keyl concludeert over haar vader dat “zijn gevoel uit hem verdwenen was. Doodgemaakt door de oorlog.”

maar toen ik werd geboren was hij al gepensioneerd. Mijn opa keek de hele dag tv, meestal oorlogsfilms en Bijbelse films. D-Day, dat was de oorlogsfilm die hij bijna elke dag keek.” De oud-topvoetballer wist wie zijn biologische vader was, hij woonde bij hem in de buurt. Eén keer stond hij langs de lijn toen Van Bronckhorst bij Feyenoord aan het trainen was. “Ik zag hem staan en liep naar hem toe. We wandelden een kwartier en toen spraken we elkaar voor het eerst. Heel onwerkelijk was dat. Hij zei dat het voor hem ook moeilijk was en dat hij me altijd bleef volgen. Dat was het. We hebben af en toe nog contact.” Van Bronckhorst wist natuurlijk over het ideaal van de Molukse gemeenschap in Nederland om terug te keren naar Indonesië. Op vragen kreeg hij slechts summiere antwoorden. “Er was altijd iets van: ‘Jongens, daar praten we liever niet over.’ Naarmate de jaren verstrijken, weet je gewoon dat terugkeren niet meer gaat gebeuren. De eerste generatie, tweede generatie, derde

24

generatie: op een gegeven moment passen wij ons aan Nederland aan. En voor mij geldt dat ik me Moluks voel, maar net zo goed Nederlands.” Catherine, jij zei dat zowel Jules Schelvis als Ischa Meijer tegen je hebben gezegd: “Je moet altijd waakzaam blijven, Jodenhaat kan zo weer terugkomen.” Heb je die waarschuwing altijd ter harte genomen? Keyl: “Als kind ben ik eens uitgescholden voor ‘vuile Jodin’. Ik vroeg aan mijn moeder: ‘Wat is dat, een Jood?’ Zij zei: ‘Het heeft iets met godsdienst te maken, maar houd je mond er maar over, want dat kan heel nadelig voor je zijn.’ Dus ik heb daar nooit over gepraat. Nu pas denk ik: ik ga er wél over spreken, het antisemitisme moet de wereld uit.” Keyl schiet soms vol bij het beschrijven van haar vader of het gezin waarin ze opgroeide, “het is zo moeilijk als het over jezelf gaat.” Tegen Van Bronckhorst: “Wat ik wel herken in jou, jij hebt natuurlijk een opa gehad die ook behoorlijk strak in de leer was. Bord leeg eten, geen gezeik.

Misschien, als je er met een milde blik naar kijkt, heeft die zeer gedisciplineerde opvoeding hen wel Ausdauer en een pittige vechtersmentaliteit opgeleverd. Beiden kunnen terugkijken op mooie carrières in de journalistiek en de voetbalsport. Van Bronckhorst: “Ik wilde gewoon echt slagen als voetballer. En dat vergt ook veel discipline. En ik was een talent, niet het grootste talent, maar ik had zó’n drive en zo’n karakter. Keyl knikt, reageert: “Ik ben ook niet zo’n ongelooflijk toptalent, maar ik beschik wel over een enorme portie doorzettingsvermogen. Ik kreeg altijd te horen: ‘Wat ben je toch een ambitieuze vrouw.’ Dat was twintig, dertig jaar geleden absoluut geen aanbeveling. Want toen moest je als vrouw vooral lief zijn.”

Racisme We komen te spreken over discriminatie en racisme. Van Bronckhorst heeft er in zijn leven weinig mee te maken gehad. “Ik voelde ook altijd dat de Molukse gemeenschap trots op mij was. Ik vond het zo geweldig om aanvoerder te zijn van het Nederlands elftal, het gevoel toen ik in

NCMagazine | voorjaar 2021

17.2-2gesprek-5.indd 24

25-03-2021 15:21


HERINNEREN

2008 voor het eerst die aanvoerdersband om had... ik was supertrots!” Als voetballer kreeg hij soms te maken met racisme langs de lijn. “Toen ik jeugdspeler was, hoorde ik weleens wat in de stadions. ‘Zwartjoekel’, herinner ik me. Kijk, je weet nooit waar het precies vandaan komt. Het komt vanaf de tribune, maar je weet nooit wie het is. Toen ik klein was, riep een tegenstander een keer ‘zwarte’. Ik speelde later altijd in behoorlijk multiculturele teams, bij Feyenoord, Rangers, Arsenal, Barcelona, daar werd niet gediscrimineerd. Voetbal heeft natuurlijk zo’n enorm podium. Ik vind het goed dat er veel aandacht is voor racisme, maar uiteindelijk moet je er wel consequenties aan verbinden. En die kunnen nog wel sterker. Als er tijdens een wedstrijd oerwoudgeluiden worden gemaakt, dan moet de UEFA een keer echt hard optreden en de wedstrijd stoppen.” Dodenherdenking is voor allebei een belangrijk moment. Voor Keyl zal 4 mei nooit plichtmatig zijn. “In de twee minuten stilte denk ik aan mijn vader en aan zijn familie, die ik nooit heb gekend.” Van Bronckhorst: “Dat we de oorlog hebben gewonnen, heeft er voor “Dat we de gezorgd dat ik kan leven oorlog hebben zoals ik nu gewonnen, heeft leef. Dat besef geef ik mijn er voor gezorgd kinderen mee. dat ik kan leven Twee minuten stilte is gewoon zoals ik nu leef” stilte. En niet

alleen stil zijn, maar ook uitleggen waarom we stil zijn.” Hoe is het om het gesis in de Kuip te horen of een antisemitisch spreekkoor? Van Bronckhorst: “Ik vind het zoiets onvoorstelbaars. Dat ik de gedachten van die mensen niet kan begrijpen, is voor mij al voldoende. Dit soort sentimenten zit gelukkig niet in mij, een van mijn vrienden is van Joodse komaf, ik heb vrienden die verschillende achtergronden hebben.” In de jaren tachtig moest je als journalist vooral ‘objectief’ opereren, herinnert Keyl zich. Daar hield ze zich strak aan, tot ze in die jaren eens Holocaust-ontkenner JeanMarie le Pen interviewde, de toenmalige lijsttrekker van de rechts-extremistische partij Front National voor AVRO’s Televizier. Ze kreeg het flink aan de stok met hem. Ik laat hem een poosje door dreutelen. Uiteindelijk komt voor mij de belangrijkste vraag: ‘Is het waar dat u de jodenvernietiging beschouwt als ‘slechts een detail in de geschiedenis’? Hij kijkt me vol afkeer aan. Zijn gezicht spreekt boekdelen: ‘O, ben jij er zó een?’ (...) En dan flap ik eruit voor ik er erg in heb: ‘Als u het toch maar een detail vindt, kunt u me dan misschien mijn grootouders teruggeven?’ De politicus ontploft, ‘Hier heb ik geen zin in!’, schreeuwt hij, ‘wat is dat voor een waardeloze journalistiek in Nederland?’ (Uit: Oorlogsvader) Het incident zal de uitzending niet halen. “Ik vond dat het veel te persoonlijk was om uit te zenden en heb het weggesneden uit het interview”, zegt Keyl. “Mijn chef Jaap van Meekren zei later: ‘Ja godver, waarom heb je dat nou weggegooid, dat hadden we juist moeten uitzenden!’ Dat durfde ik

niet, ik wilde niet op een dergelijke persoonlijke manier tekeergaan.” Als ze naar de toekomst kijken, is dat met enigszins zorgelijke blik. Van Bronckhorst vreest het opkomende populisme. “Wat Trump heeft veroorzaakt, met fake media, het blijven volhouden in leugens; die ontwikkelingen zie je hier ook opkomen. Daar word ik niet blij van.” Keyls zorgen betreffen de rechtsstaat. “Ik heb altijd erg geloofd in een beschermende overheid, dat vond ik zo mooi aan Nederland. De toeslagenaffaire laat zien hoe onrechtvaardig instanties als de Belastingdienst, de rechterlijke macht en het ministerie van Sociale Zaken gehandeld hebben, hoe lang dat institutionele racisme kon voortwoekeren. Komt dat ooit goed? Want als mensen die zwak zijn niet meer beschermd worden – je zag het al enigszins gebeuren met die coronarellen – dan gaan ze erop losslaan. En voor je het weet zijn het weer antisemitische rellen...” Giovanni, jij speelde in meer dan honderd interlands, maar liefst 33x als aanvoerder van Oranje. Om met Rinus Michels te spreken: ‘Is voetbal oorlog?’ Van Bronckhorst: “Ja, voetbal is ook oorlog. Je doet alles om uiteindelijk die oorlog te winnen. Het is oorlog in het veld en er is maar één winnaar.“ Keyl: “Dus jij bent ook een beetje een KNIL-soldaat?” Van Bronckhorst was als voetballer een verdediger. Een meester om vanuit de verdediging de aanval te zoeken. Hij veert op, met lichte trots in zijn ogen: “Wat dat betreft wel, ja. Het waren de Molukkers die in de oorlog vooruit werden gestuurd, die in de voorste linies vochten; ik voelde het als voetballer en aanvoerder als een soort plicht om voorop in de strijd te gaan.”

| 25

17.2-2gesprek-5.indd 25

25-03-2021 15:21


Denkboek.nl

Bij het 4 en 5 mei Denkboek – dat ieder jaar in een oplage van 235.000 onder leerlingen van groep 7 wordt verspreid – is vanaf dit voorjaar een nieuwe kinderwebsite beschikbaar: denkboek.nl. Op deze website kunnen kinderen zelfstandig werken met de thema’s van het Denkboek: de Tweede Wereldoorlog, herdenken, vieren en vrijheid. door Sarah Feirabend foto Freepik / Nationaal Comité 4 en 5 mei

De nieuwe website denkboek.nl is ontwikkeld als aanvulling op het 4 en 5 mei Denkboek, maar kan ook op zichzelf bekeken worden. De website bestaat uit vier modules. Leerlingen leren in deze modules over de Tweede Wereldoorlog, herdenken, vieren en vrijheid. Ook zijn er filmpjes van ooggetuigen van de oorlog te vinden, kunnen kinderen naar de podcast Op houten banden luisteren en zijn er polls waarin kinderen hun mening kunnen geven over herdenken en het vieren van vrijheid. Voor leerkrachten en ouders/verzorgers is een speciale omgeving gemaakt met extra informatie, zoals de docentenhandleiding en aanvullend lesmateriaal.

uitleg en achtergrondinformatie wordt gegeven over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. De tijdlijn uit het boekje dient als basis, maar is in deze interactieve versie verrijkt met bewegend beeld en geluid. Hoe klonk koningin Wilhelmina? Hoe zag D-day eruit? Afhankelijk van hun eigen behoeften kunnen kinderen kiezen voor verdiepende informatie en aansprekend historisch beeldmateriaal. Zo komt de tijdlijn meer tot leven en gaan de leerlingen zelf (exploratief) aan de slag. De interactieve tijdlijn is ook uitermate geschikt om klassikaal op het digibord te behandelen, bijvoorbeeld als start van de lessen uit het Denkboek.

Interactieve tijdlijn

Interactieve kijkwijzer herdenking op de Dam

Op de nieuwe website is een interactieve tijdlijn te vinden waarin op speelse wijze

26

De tweede opdracht op de kinderwebsite

gaat over de Nationale Herdenking op de Dam op 4 mei. Wat gebeurt er op de Dam rond acht uur en wat doen al die mensen daar precies? En waarom zijn we eigenlijk twee minuten stil en niet één of drie? In de interactieve kijkwijzer over de Dam ontdekken kinderen allerlei wetenswaardigheden over de herdenking. Ze worden hierbij aan de hand genomen door (het fictieve personage) Rosa, die hen uitlegt wat ze zien tijdens de herdenking op de Dam.

Zelf een herdenking vormgeven bij een monument In deze opdracht kiezen kinderen uit vijf oorlogsmonumenten en ontdekken ze de verhalen achter die monumenten. Hiermee staan ze stil bij wie en wat we eigenlijk herdenken op 4 mei. Vervolgens leren ze wat een ritueel is en welke ritue-

NCMagazine | voorjaar 2021

20-4-educatie.denkboek-2.indd 26

25-03-2021 15:24


EDUCATIE

Het online denkboek

len bij een herdenking horen. Daarna gaan ze zelf aan de slag en mogen ze hun eigen rituelen kiezen en hiermee hun eigen herdenking vormgeven bij het door hen gekozen oorlogsmonument.

Vrijheidswijzer De vierde opdracht gaat over vrijheid. Vrijheid is een moeilijk begrip. In deze tool worden kinderen op een interactieve manier uitgedaagd stil te staan bij wat leven in vrijheid of onvrijheid betekent. Door middel van stellingen over vrijheid en onvrijheid krijgen deze begrippen meer betekenis. Kinderen worden uitgenodigd om hun eigen mening over vrijheid te vormen en deze goed onder woorden te brengen. Ook komt een Ambassadeur van de Vrijheid 2021 aan het woord: wat betekent vrijheid voor hem/haar eigenlijk?

Over het 4 en 5 mei Denkboek Met het 4 en 5 mei Denkboek wil het Nationaal Comité 4 en 5 mei leerlingen van groep 7 zelf laten nadenken over de Tweede Wereldoorlog, herdenken, vieren, vrijheid en democratie. Dit voorjaar komt de zesde editie uit. In editie 2021 krijgt het Denkboek een make-over, zowel qua vormgeving als inhoud. Kinderen gaan in het nieuwe Denkboek nóg actiever aan de slag met de thema’s. Er is meer ruimte voor kinderen om er een persoonlijk boekje van te maken, bijvoorbeeld met de uitklapper in het boekje. De leerlingen kunnen hierin laten zien wat zij al weten over oorlog, herdenken en vieren én nadenken over wat ze nog meer zouden willen weten. Ook is er ruimte om informatie over oorlog, herdenken en vieren uit

hun eigen omgeving op te schrijven en is er aandacht voor het doorgeven van (familie) verhalen. Zo worden deze onderwerpen betekenisvoller, meer van nu en relevanter voor hun eigen leefwereld. Het Denkboek blijft een bron van informatie over de Tweede Wereldoorlog, maar met een grote focus op zelf nadenken over de verschillende thema’s én met aandacht voor het heden. Met een oplage van 235.000 exemplaren is het 4 en 5 mei Denkboek het grootste onderwijsproduct over herdenken en vieren in het basisonderwijs.

| 27

20-4-educatie.denkboek-2.indd 27

25-03-2021 15:24


Stef Bos verzorgt het 5 mei-concert vanuit Carré met verhalen en muziek

‘Vrijheid, dat is gevoel’

28

NCMagazine | voorjaar 2021

07-vieren.stef-2.indd 28

25-03-2021 14:51


VIEREN

Het jaarlijkse 5 mei-concert vindt dit jaar niet plaats op de Amstel, maar in Koninklijk Theater Carré vanwege de coronamaatregelen. Er is dit jaar ook een andere opzet: niet enkel een keur aan artiesten van naam en faam, maar een indrukwekkende line-up met daarbij één zanger die het publiek meeneemt in een verbindend verhaal om 76 jaar vrijheid te herdenken en te vieren. De ‘verbinder van dienst’: Stef Bos. door Timo Waarsenburg foto Marco Okhuizen / ANP

“Ik ben van de generatie die de oorlog zelf niet heeft meegemaakt, maar wel door die oorlog is gevormd”, zegt Stef Bos. “Ik heb dus eigenlijk een hoop herinneringen aan die tijd, zonder dat ik erbij was. Daarom vind ik het geweldig dat ik dit mag doen, zeker in Carré. Daar sta ik toch meer in mijn natuurlijke biotoop. Ik ben een verbinder en een verhalenverteller. Ook zonder muziek.” Stef zal dan ook zijn theaterachtergrond een rol laten spelen. “Om mijn muziek en die van de andere artiesten met elkaar te verbinden, vertel ik een persoonlijk, autobiografisch verhaal met allerlei beeldende anekdotes. Dat grotere verhaal is de rode draad. Op die manier wil ik het gevoel van het publiek bereiken. Want vrijheid, dat is gevoel.”

Vrijheid Om zijn punt te verduidelijken, schudt hij meteen een anekdote uit zijn mouw. “Jaren terug, op bezoek bij een vriend die vrijwilligerswerk deed in Albanië, kreeg ik de vraag om een lied te schrijven over de vreselijke jaren daar onder communistisch bewind. Het werd een Nederlands lied, maar als refrein koos ik het Albanese woord liria. In de eerste plaats omdat ik het een mooi woord vond. En omdat het ‘vrijheid’ betekent in het Albanees, wat goed paste bij het thema van het lied. Ik speelde het nummer op een vol marktplein in Tirana. Het was voor die mensen entertainment, maar ze verstonden er natuurlijk niks van. Maar toen ik mijn refrein inzette, liria, barstten een heleboel mensen spontaan in huilen uit. Ik had dat woord gekozen omdat ik het mooi vond en de betekenis passend. Maar voor hen had liria een lading, stond het voor een gevoel.” Dat gevoel hoopt Stef op 5 mei dus over te kunnen brengen. Met verhalen en muziek. “Een discussie kan leiden tot stellingnames en het niet luisteren naar elkaar. Maar muziek zit op een andere golflengte, daarmee kun je zonder weerstand een boodschap overbrengen. Ik hoop met mijn verhalen de geesten rijp te kunnen

maken en ze met muziek te bereiken. Ik wil vertellen dat iedereen er mag zijn, iedereen een eigen plek verdient. Dat mensen hun verhalen mogen vertellen. En dat anderen ernaar luisteren. Ongeacht of ze het ermee eens zijn. Dat is voor mij vrijheid. Komt die vrijheid onder druk te staan, dan raakt ook onze identiteit in de knel.”

Betekenisvol Stef Bos heeft een uitgebreid repertoire aan betekenisvolle liedjes voor 5 mei. En minstens zoveel verhalen. Bijvoorbeeld van zijn moeder die hem als kind elke avond voor het slapen gaan verhalen vertelde. Niet zelden over haar belevenissen in de oorlogsjaren. Maar ook heeft Stef zelf in de loop der jaren een karrevracht aan bijzondere verhalen verzameld, in binnen- en buitenland. Over het leven, over vrijheid en over de afwezigheid ervan. “Ik ben opgegroeid in vrijheid en ken dus eigenlijk geen leven zonder. Maar ik heb wel de waarde van vrijheid meegekregen. Gevraagd naar zijn mooiste herinneringen, vertelde mijn vader aan het einde van zijn lange leven dat dat er twee waren: zijn huwelijk met mijn moeder én Bevrijdingsdag 1945. Vanwege het gevoel van bezinning en reflectie, gevolgd door een uitzinnig onthaal van een nieuwe toekomst. Om vrijheid te waarderen, te voelen, moet je begrijpen wat het betekent als er geen vrijheid is.”

Stef Bos (Veenendaal, 1961) Singer-songwriter, schrijver en acteur Bekend van onder meer: Papa, zijn nummer 1-hit uit 1991 waarmee hij nationaal doorbrak. En recentelijk zijn deelname aan het tv-programma Beste Zangers 2020 (AVROTROS) en Serenade van Stef (KRO-NCRV) Gelauwerd met: Twee Edisons, een Zilveren Harp en een Gouden Harp

| 29

07-vieren.stef-2.indd 29

25-03-2021 14:51


Wat vieren Nederlanders op 5 mei, hóe doen ze dat en vooral: wat missen ze nog? Uit recent onderzoek van het Nationaal Comité blijkt onder meer dat er behoefte bestaat aan meer bezinning en diepgang én dat lang niet iedereen weet wat er in zijn omgeving te doen is op Bevrijdingsdag. door Linda Huijsmans foto Jan Bouwhuis

De Bevrijdingsdag van de toekomst; lokaal en divers Dit jaar vieren we voor de 76e keer Bevrijdingsdag, de behoefte om stil te staan bij het thema vrijheid en de bevrijding is bij veel Nederlanders nog sterk. Om te weten te komen hoe Nederlanders 5 mei vieren en wat ze missen, heeft het comité dit jaar een aanvullend onderzoek laten uitvoeren naar de lokale activiteiten. Waar liggen kansen? Wat kan beter? Hoe blijft het aanbod aansluiten bij de vraag? De belangrijkste conclusie van dit interne onderzoek is dat er behoefte bestaat aan een lokaler, groter en diverser aanbod. Met meer informatie en gerichtere communicatie daarover zal een grotere groep graag willen blijven meedoen aan de Bevrijdingsdagactiviteiten in de buurt. Onderzoeksbureau Ruigrok Netpanel deed zowel kwantitatief (1241 personen) als kwalitatief onderzoek onder personen van 16 jaar en ouder die een representatieve

weerspiegeling vormen van de Nederlandse bevolking. Daaruit blijkt dat ruim de helft – 55 procent – op die dag stilstaat bij het thema vrijheid en 53 procent bij de bevrijding van Nederland. Gemiddeld 40 procent bezoekt een of meer lokale activiteiten en daarvan is twee derde zeer tevreden. Dat er ook nog veel te winnen is, blijkt uit het feit dat minder dan de helft van de Nederlanders op de hoogte is van wat er bij hen in de buurt georganiseerd wordt.

Bezinning en verdieping Sinds 1981 worden in alle provincies Bevrijdingsfestivals georganiseerd, waar muziek, feesten en vieren centraal staan. De bezoekers van die festivals zijn over het algemeen erg tevreden. Er is echter ook een grote groep die zich daar niet toe aangetrokken voelt en juist meer behoefte heeft aan bezinning en verdieping. Zij

willen stilstaan bij de vrijheid, erop reflecteren en er betekenis aan geven. Om meer te weten te komen over waar Nederlanders enthousiast van worden, kregen vier focusgroepen van elk zes deelnemers een aantal concrete ideeën voorgelegd. Daarvan werden de Vrijheidsmaaltijden en het delen van verhalen over historische en actuele gebeurtenissen, bijvoorbeeld via theatervoorstellingen, een podcast of een documentaire, enthousiast ontvangen. Ook sportwedstrijden, fietstochten en kleinschalige optredens konden op instemming rekenen.

Rituelen Het jubileumjaar 2020 verliep heel anders dan gedacht. Heel veel evenementen gingen niet door, maar daar staat tegenover dat er ook spontane nieuwe initiatieven ontstonden. Denk bijvoorbeeld aan de

30 NCMagazine | voorjaar 2021

22-4-onderzoek.lokaal-2.indd 30

25-03-2021 15:26


ONDERZOEK

Ontsteking van het Bevrijdingsvuur in Tiel, 5 mei 2019

oproep van Claudia de Breij om op 5 mei om 5 voor 5 het lied Zing, vecht, huil, bid… van Ramses Shaffy te draaien en mee te zingen. Aan die oproep is massaal gehoor gegeven. Opvallend is dat ideeën voor activiteiten met een ritueel karakter een grote groep aanspreken. Een inmiddels bekend fenomeen als de Vrijheidsmaaltijden en de bijbehorende Vrijheidsmaaltijdsoep, die in 2020 werd geïntroduceerd, zijn daar mooie voorbeelden van. De Vrijheidsmaaltijd wordt inmiddels op honderden locaties in Nederland gehouden. Buurtgenoten schuiven aan om samen te eten en zo kennis te maken met elkaar. Toen die bijeenkomsten in 2020 niet door konden gaan, stelden topkok Joris Bijdendijk en Samuel Levie een speciaal blik Vrijheidsmaaltijdsoep samen. Er werden 7.500 blikken verkocht en nog

eens duizenden thuiskoks hebben de soep thuis gemaakt. Of dit initiatief voortgezet gaat worden is onduidelijk, maar het zou zomaar uit kunnen groeien tot een jaarlijks terugkerend ritueel.

Nationaal Comité zich daarom stelt is of het bij zou dragen aan een gemeenschappelijk gevoel als 5 mei meer bekende rituelen zou kennen.

Bevrijdingsvuur

Hoewel er regionaal en lokaal grote verschillen zijn, zeggen maar vier op de tien ondervraagden dat ze goed op de hoogte zijn van wat er in hun omgeving georganiseerd wordt. Een van de aanbevelingen van de onderzoekers – aan het Nationaal Comité en de lokale comités – is dan ook om het aanbod van 5 mei beter onder de aandacht te brengen. Lang niet iedereen is op de hoogte van wat er op die dag in zijn of haar omgeving te doen is, terwijl twee derde van de mensen die de activiteiten wel bezoeken, daar positief over is. Het is gezellig en zorgt voor verbinding en samenhang in de buurt.

Ieder jaar wordt in de nacht van 4 op 5 mei bij Hotel de Wereld in Wageningen het Bevrijdingsvuur ontstoken. Dat wordt door lopers het hele land door gedragen en naar een van de Bevrijdingsfestivals gebracht. Het moment dat de minister-president dat op een van de festivals in ontvangst neemt, geldt als het officiële startschot van de viering van Bevrijdingsdag. Uit het onderzoek blijkt dat de ondervraagden dat een mooi en betekenisvol moment vindt, maar tegelijkertijd dat er een grote groep is die daar niets of nauwelijks iets van meekrijgt. Een van de vragen die het

Meer en beter communiceren

| 31

22-4-onderzoek.lokaal-2.indd 31

25-03-2021 15:26


Door familieverhalen uit de Tweede Wereldoorlog te vertellen, kom je dichter bij de mensen van toen. Aan de hand van deze verhalen worden ook grotere thema’s zoals verraad, uitsluiting en solidariteit bespreekbaar. door Anita van Stel

‘Het belang van de persoonlijke geschiedenissen is groot’ Roosje Mozes groeit op in Tilburg, met

32

Roosje (links), Horst en Martha.

PRIVÉCOLLECTIE

Door de lockdown zijn de meeste musea en herinneringscentra dicht, maar Herinneringscentrum Kamp Westerbork en Nationaal Monument Kamp Vught beschikken over buitenterreinen, waar een deel van de educatieve programma’s door kon gaan. Vooral basisscholen bezochten de monumenten en locaties. Tijdens deze rondleidingen – maar ook als de musea open zijn – verdiepen leerlingen zich vooral in persoonlijke verhalen van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Kamp Vught of Westerbork verbleven. In Vught illustreren de rondleiders deze verhalen met een tas vol replica’s van objecten van echte gevangenen. “Het belang van de persoonlijke geschiedenissen is groot”, zegt Julia Sarbo, medewerker Educatie bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei. “Door deze familieverhalen kom je dichter bij de mensen. Je leert ze kennen en hoort wat hen is overkomen, voordat ze op transport gingen naar de vernietigingskampen. Dit leidt tot meer empathie. Ook worden grotere thema’s, zoals verraad, uitsluiting en solidariteit, aan de hand van deze verhalen bespreekbaar.”

haar vader, moeder, oudere zus Martha en pleegbroertje Horst. Ze is 12 jaar als de oorlog begint. Roosje houdt van feestjes, familie bezoeken, zwemmen en kaarten verzamelen in een album. Op 10 april 1943 moeten alle Joden die kunnen werken zich melden in Kamp Vught. Ook de familie Mozes. Een paar weken nadat ze daar zijn aangekomen, wordt het gezin uit elkaar gerukt. Roosjes vader, die verpleger is, moet mee op een transport van zieken naar Westerbork. Kort daarna zijn ook Roosje, Horst en moeder aan de beurt. Ze vertrekken op 6 juni 1943 met het beruchte Kindertransport via Westerbork naar Sobibor. Martha mag in Kamp Vught blijven, omdat ze werk heeft. Roosje, Horst en moeder worden op 11 juni in Sobibor vermoord. Vader een maand later.

Verontwaardiging Cecile Post, educatief medewerker bij Nationaal Monument Kamp Vught, vertelt dat het verhaal van Roosje Mozes onverminderd veel indruk maakt op basisschoolleerlingen. “Wat had Roosje fout gedaan?”, vragen ze. Ook het Kindermonument met alle namen van de bijna 1300 gedeporteerde kinderen, tussen 0 en 16 jaar oud, zorgt voor veel verontwaardiging. Soms ontdekken leerlingen hun eigen naam. Uit de tas met objecten komt een klein lepeltje tevoorschijn met de naam ‘Nelly’ erin gegrift. Gevangene Nelly heeft dit waarschijnlijk als cadeautje gekregen. De rondleider van Nationaal Monument Kamp Vught vertelt dat gevangenen werkten aan het uit elkaar halen van vliegtuigen en dat een van hen – tegen de regels in – een stukje plexiglas had meegenomen en daar het lepeltje van heeft gemaakt, wat extreem risicovol was. Als leerlingen daarnaast ook horen dat gevangenen geen persoonlijke bezittingen mochten hebben en met een nummer werden aangesproken, begrijpen ze hoe indrukwekkend Nelly’s lepeltje is.

NCMagazine | voorjaar 2021

19-persverhaal.educatie-2.indd 32

25-03-2021 15:23


EDUCATIE

Het Kindermonument in Nationaal Monument Kamp Vught.

Een gezicht

Dimensies Ezechiel de Lange (67) uit Harderwijk is nauw betrokken bij de plaatselijke wielerclub, het strijkorkest en voetbalvereniging Voor Ons Genoegen. Dan wordt bij de voetbalvelden een bordje ‘Voor Joden verboden’ geplaatst. Zijn buurjongen: “Hij was er altijd. Ineens moest hij buiten het hek in de bosjes naar de wedstrijd kijken.” Ezechiel wordt in mei 1943 in Sobibor vermoord. Ezechiel (3e van links, boven) op de nieuwe wielerbaan – 1934

COLLECTIE ANTON DANIËLS

“Altijd komt de vraag ‘Waarom geloofden ze dat ze naar een werkkamp gingen?’”, vertelt Christel Tijenk, hoofd Kenniscentrum van Herinneringscentrum Kamp Westerbork. “Er is bij scholieren veel verbazing over het leven in het kamp, dat normaal leek. We leggen hen uit dat Westerbork een schijnwereld was, waar het er vooral om ging dat mensen rustig bleven.” Als scholen Westerbork bezoeken, volgen leerlingen het levensverhaal van iemand uit hun eigen woonplaats. Dit verhaal strekt zich ook uit naar de periode vóór het verblijf in het kamp. “Westerbork heeft veel tijd gestoken in regionaal onderzoek en heeft informatie verzameld over levens van mensen die in Westerbork verbleven. De leerlingen volgen aan de hand van dit levensverhaal de stadia van de Jodenvervolging, tot het moment van transport naar Westerbork. Op het kampterrein gaan ze vervolgens naar de locaties waar het gezin of het kind gevangen heeft gezeten. Een bezoek wordt afgesloten met een bezoek aan het Nationaal Monument Westerbork, en bij het monument met de 102.000 stenen – een steentje voor elk slachtoffer – vindt een korte herdenking plaats. Tijenk: “De Holocaust krijgt daar een gezicht, van dat gezin of die jongen.”

“Was er dan niemand die naast hem in de bosjes ging staan?”, reageren leerlingen op Ezechiels verhaal. Thema’s als uitsluiting, verraad en ook rechtvaardigheid, solidariteit en vriendschap komen via de verhalen ter sprake. Tijenk vertelt dat de educatief medewerkers van Westerbork de persoonlijke geschiedenissen zoveel mogelijk dimensies geven. Hoe reageerden de beste vriend en de klasgenootjes? Tijenk: “Voor ons is het belangrijk om de mensen niet te portretteren als slachtoffers die alles passief ondergingen. De anti-Joodse maatregelen werden opgelegd door de nazi’s, maar bepaalden niet wie iemand was. Als 15-jarige anno 2021 onthoud je het verhaal van een andere 15-jarige die in precies dezelfde stad woonde als jij nu. Als je dan weer terug bent in Almelo of Den Haag zijn er in jouw stadslandschap hopelijk plekken met een haakje naar dat ene verhaal, van dat meisje of die jongen die in een onvoorstelbaar andere tijd leefde en vervolgd werd, alleen om wie hij of zij was.”

| 33

19-persverhaal.educatie-2.indd 33

25-03-2021 15:23


34

NCMagazine | voorjaar 2021

08-vieren.davina-3.indd 34

25-03-2021 14:52


VIEREN

Davina Michelle (rechts) tijdens de opnames in museum STRAAT in Amsterdam Noord

‘Ieder mens heeft een verhaal dat gehoord mag worden’ Perfectie bestaat niet, volgens zangeres Davina Michelle. Ieder mens heeft zo zijn tekortkomingen. Het mogen tonen van die kwetsbaarheden is van onschatbare waarde. Het is vrijheid, zegt Davina. Dit jaar is ze een van de drie Ambassadeurs van de Vrijheid, en dat ambassadeurschap trapt ze af met een bijzonder project. door Iris Cohen foto Ben Houdijk

| 35

08-vieren.davina-3.indd 35

25-03-2021 14:52


VIEREN

Het begon allemaal met een simpele oproep. “Vertel me vijf dingen over jezelf die jou uniek maken”, vroeg Davina Michelle haar volgers op Instagram. En dat zijn er nogal wat, 670.000 om precies te zijn. De reacties stroomden binnen. Davina kreeg de meest uiteenlopende video’s van verschillende mensen toegestuurd. Wat ze haar vertelden was veelal hartverwarmend, soms ontzettend grappig, dan weer verdrietig en vaak ontroerend. “De eerste video die ik kreeg bijvoorbeeld, was van een meisje dat al tien jaar in een pleeggezin leefde. Daarin zei ze: ‘Wat mij uniek maakt, is dat ik sinds kort van mezelf houd.’” Het raakte Davina niet alleen, maar bracht haar ook tot een inzicht. “Iedereen heeft zijn eigen verhaal. Jij, ik, de buurvrouw, iemand die je op straat voorbijloopt. We hebben allemaal zo onze kwetsbaarheden, allemaal onze imperfecties. Iets wat we hebben meegemaakt, of een uiterlijk kenmerk waar we niet tevreden over zijn. Die imperfecties maken ons uniek, maken ons mooi. Vrijheid betekent voor mij het mogen tonen van je imperfecties in alle facetten, zonder dat je daar op afgerekend wordt.” Uniciteit is voor zangeres Davina Michelle (die ter wereld kwam onder de naam Michelle Davina Hoogendoorn) een belangrijk goed. Sinds 2017 plaatst ze iedere week een video op haar YouTube-kanaal, waarin ze een cover zingt van een populair Engelstalig nummer, maar dan wel in háár stijl. Ze valt op door haar expressiviteit, straalt een bepaalde eigenheid uit, en wisselt soms ineens haar blonde lokken in voor een knalrood kapsel. Kenmerkend aan haar zang is een rauw soort emotie die haar stem draagt. What you see is what you get, dat gevoel. Haar talent blijft niet lang onopgemerkt; kort na de lancering van het kanaal ziet de Amerikaanse zangeres P!nk hoe Davina een van haar nummers vertolkt, waarna ze haar alle lof geeft en het nummer viraal gaat. Wanneer Davina een jaar later een verpletterend optreden geeft in het tv-programma Beste Zangers, neemt haar muzikale carrière ineens een grote vlucht.

Mozaïek aan verhalen Terug naar Davina’s oproep. Want kort nadat ze de talloze binnengekomen video-inzendingen bekeek, bekroop haar het gevoel dat ze er méér mee moest. “Ik dacht: wat nu als ik al deze verhalen – of nou ja, een deel ervan – kan meegeven aan een groter publiek, in plaats van ze allemaal in mijn eentje op de bank te bekijken? Ik zou er ook andere mensen mee kunnen inspireren.” Zo ontstond Davina’s idee om, in het kader van haar ambassadeurschap, een serie interviews op te nemen met mensen uit allerlei geledingen van de samenleving. Die mensen zou ze steeds dezelfde vragen stellen, zoals: wat betekent liefde voor jou, wat versta je onder haat, en wat is de meest bepalende gebeurtenis in je leven geweest? Hierna zou een mozaïek ontstaan aan verhalen, gedachten en ervaringen die anderen kunnen inspireren. “Waardoor mensen hopelijk, net als ik, het gevoel krijgen dat je goed bent zoals je bent. Dat je de vrijheid hebt om jezelf te zijn. Dat we als samenle-

36

“Juist op social media lijkt alles perfect, is alles gelikt. Het heeft voor mij een dubbele waarde om te laten zien dat die andere kant er ook mag zijn.”

ving vrijheid kunnen bereiken door iedereen in zijn of haar waarde te laten.” En zo geschiedde. Davina nodigde dertien mensen uit – onder wie een lerares, maar ook een Syrische vluchteling en een ex-militair – die ze vervolgens het hemd van het lijf vroeg. Er werden opnames gemaakt van de interviews, die inmiddels op Davina’s YouTube-kanaal te zien zijn. Dat kanaal, waar het ooit allemaal begon, telt inmiddels 1,3 miljoen abonnees. “Hoe mooi is het dat ik mijn bereik nu, als ambassadeur, kan inzetten om zo’n positieve boodschap uit te dragen? Juist op social media lijkt alles perfect, is alles gelikt. Het heeft voor mij een dubbele waarde om te laten zien dat die andere kant er ook mag zijn.”

Trots op familiegeschiedenis Davina’s betrokkenheid bij het onderwerp ‘vrijheid’ hangt misschien wel samen met haar eigen familiegeschiedenis. Ernaar gevraagd, begint ze meteen over een verhaal dat al generaties lang binnen haar familie wordt doorgegeven. Het gaat over haar overgrootouders, die tijdens de Tweede Wereldoorlog naar eigen zeggen kinderen lieten onderduiken. “Ze woonden in een groot huis in de wijk Trompenberg in Hilversum. In die buurt stond een weeshuis dat aan het einde van de oorlog verwoest werd door bombardementen. Een aantal kinderen dat gevlucht was, kwam terecht bij mijn overgrootvader en -moeder. Die brachten ze onder in alle hoeken en kieren van het huis, als het ware. Letterlijk onder de grond, achter muren. Daardoor konden die kinderen het laatste deel van de oorlog overleven.” Een beetje speurwerk leert dat het moet gaan om een weeshuis genaamd De Oranjeappel, dat gebombardeerd is op 29 december 1944. Door de Britten weliswaar, die vermoedelijk de informatie hadden gekregen dat er zich in de Hilversumse wijk belangrijke leden van de Duitse Wehrmacht ophielden. Veel documentatie is er zo snel niet te vinden over wat er na de bombardementen gebeurde. Davina weet wel dat haar overgrootmoeder sinds de bevrijding ieder jaar bloemen kreeg van het weeshuis, dat later werd opgeheven en verder ging als stichting. “Dat hoorde ik dan weer van mijn oma, en later van mijn moeder. Voor mij is dit een verhaal dat heel dichtbij komt, en waar ik bijzonder trots op ben.” Dat het ambassadeurschap er dit jaar anders uitziet dan doorgaans – geen grote Bevrijdingsfestivals of optredens – ziet Davina absoluut niet als belemmering om haar boodschap aan een groot publiek over te brengen. “Voor wat ik wil uitdragen, hoef ik niet tegenover een fysiek publiek te staan. Natuurlijk zou dat mooi zijn, maar de uitdaging is dit jaar des te groter om de verbinding en de positiviteit uit te stralen. Tijdens de livestream die we als ambassadeurs zullen opnemen op 5 mei, maar ook in het videoproject dat ik gestart ben. Ik ga gewoon dubbel zo veel energie geven; het wordt een jaar om niet te vergeten.”

NCMagazine | voorjaar 2021

08-vieren.davina-3.indd 36

25-03-2021 14:53


INSPIRATIE

Hannah Odenthal

Op Ereveld Kalibanteng in Semarang, Indonesië, staat mijn favoriete monument: een vrouw leunt op de schouder van een andere vrouw en tussen hen in staat een kind. Op de sokkel de tekst: “Hun geest heeft overwonnen”. Dit beeld symboliseert voor mij de veerkracht van mensen en tegelijkertijd verleden, heden en toekomst. Tijdens een inspectiereis met Piet-Hein Donner, president van de OGS, bespraken we daar de rol van de erevelden in Indonesië en hoe herdenken in de toekomst inhoud kan krijgen. Als herdenken niet meer is dan alleen terugkijken, dan trek je de huidige generatie terug naar de tegenstellingen van toen, is mijn overtuiging. Steeds meer jonge Indonesiërs bezoeken de Nederlandse erevelden, wat onderstreept dat we – oud, jong en los van nationaliteit – nieuwsgierig blijven naar het verleden. Terwijl we gezamenlijk de gruwelijke gevolgen van oorlogen onder ogen zien, moeten we ons continu afvragen hoe wij en de generaties na ons samen willen leven.

In 2017 kwam ik in contact met Hannah Odenthal, een jonge vrouw die in Duitsland geboren is en vanaf haar derde jaar in Nederland woont. Hannah vertelde dat ze zich op en top Nederlands voelt, maar alleen op 4 mei niet. Deels door haar schuldgevoel als Duitse, maar ook omdat wij Nederlanders haar het gevoel geven dat ze er niet bij hoort. Op onze uitnodiging hield ze bij de 4 mei-herdenking op Ereveld Loenen een indrukwekkende toespraak. “Mag ik hier vandaag zijn, is dat oké?”, vroeg ze de aanwezigen. Die gaven haar een staande ovatie. Ik vind met Hannah dat we bruggen moeten bouwen tussen álle nabestaanden – van slachtoffers en daders. Met opperrabbijn Jacobs had ik een indringend gesprek toen we samen de Duitse militaire begraafplaats Ysselstein bezochten. Ook hij vindt dat we niet langer tegenstellingen moeten benadrukken, maar – met het diepste respect voor de slachtoffers van de Holocaust en met de keiharde veroordeling van nazi’s en collaborateurs – een dialoog moeten aangaan om herhaling te voorkomen.

door Anita van Stel

Het Vrouwenmonument op het ereveld

De Nederlands-Duitse Hannah Odenthal

De poort van het Ereveld

foto Oorlogsgravenstichting

Kalibanteng.

tijdens de herdenking op 4 mei 2017.

Thanbyuzayat.

Theo Vleugels

NATIONAAL COMITÉ 4 EN 5 MEI

Door wie en door wat worden mensen geïnspireerd? In deze serie ditmaal Theo Vleugels (1958), die na zijn pensionering als beroepsmilitair in 2016 directeur van de Oorlogsgravenstichting (OGS) werd. De OGS houdt de herinnering aan 180.000 oorlogsslachtoffers levend, door verhalen te delen en door het onderhouden van 50.000 oorlogsgraven overal in de wereld. Over een ervaring in Thanbyuzayat, de ontmoeting met Hannah Odenthal en over het Vrouwenmonument op Ereveld Kalibanteng.

Ereveld Thanbyuzayat Mijn werk als directeur van de Oorlogsgravenstichting kent vele bijzondere momenten. Eind november opende koning Willem-Alexander de nieuwe Nationale Veteranenbegraafplaats in Loenen. Pelgrimsreizen zorgen voor andere indrukken die op mijn netvlies gebrand zijn. Tijdens een pelgrimsreis met nabestaanden van slachtoffers van de BirmaSiamspoorlijn naar het Ereveld Thanbyuzayat in Myanmar bezocht een bijna 80-jarige man daar voor de eerste keer in zijn leven het graf van zijn vader. Hij knielde daar, samen met zijn twee volwassen dochters, en zei: “Papa, mag ik je vertellen wat je allemaal gemist hebt.” Die drie mensen bij dat graf, zo intens… Daarom is ons werk belangrijk en ben ik er trots op dat ik directeur van de OGS mag zijn.

OORLOGSGRAVENSTICHTING

De keuze van:

OORLOGSGRAVENSTICHTING

Vrouwenmonument Kalibanteng

| 37

25-dekeuzevan-1.indd 37

25-03-2021 15:28


Anton Mussert luistert naar de rechter tijdens zijn proces in november 1945

Onbekend: wat waren de laatste woorden van Anton Mussert? door René van Heijningen foto Meijer / Nationaal Archief / fotocollectie Anefo

38

Het NIOD – partner van het Nationaal Comité binnen het Platform WO2 – ontvangt jaarlijks circa 6000 vragen over de Tweede Wereldoorlog. In deze nieuwe rubriek vertelt NIOD-medewerker René van Heijningen over bijzondere onderzoeksvragen die aan het NIOD worden voorgelegd. Een groot gedeelte daarvan wordt mondeling gesteld aan de balie van de studiezaal van het NIOD aan de Herengracht in Amsterdam. In dit eerste artikel gaat de vraag over de laatste woorden van Anton Mussert en is het bezoek aan de balie geen oudere heer of dame – zoals gebruikelijk – maar zijn het twee jongedames van een middelbare school. “Meneer, wij komen onderzoek doen naar wat de laatste woorden waren van Anton Mussert.” Het komt vaker voor dat middelbare scholieren zich voor hun profielwerkstuk bij de balie van onze studiezaal melden. Vaak zijn ze na een uurtje of anderhalf klaar met hun onderzoek en leveren ze de archiefstukken in met een blik van ‘het is wel goed zo, we weten het wel’. Maar niet deze dames. Het is duidelijk dat ze zich hebben voorbereid. Een aantal relevante publicaties is hen reeds bekend en ze blijven de hele dag om nieuwe bronnen in onze studiezaal te bestuderen. “Mogen we u nog eens bellen als we nog vragen hebben?”, vragen ze aan het eind van de dag. Natuurlijk mag dat. Wat is er toch aan de hand met de laatste woorden van de oud-leider van de NSB? Ik had de vraag de laatste tijd vaker gehoord. De kwestie kwam zelfs aan de orde in het televisieprogramma De slimste mens. “Zeg Maarten,” sprak Philip Freriks in een uitzending van vorig jaar, “hij [Mussert] is dus in 1946 gefusilleerd en zijn laatste woorden zijn tot staatsgeheim verklaard? Waarom was dat?” Van Rossem wist er niet direct raad mee: “Ik heb geen idee. Kennelijk heeft-ie iets heel eigenaardigs gezegd of iets heel onverwachts of weet ik veel wat het is...”

NCMagazine | voorjaar 2021

23.2-onderzoekNIOD-2.2ndd.indd 38

25-03-2021 15:27


ONDERZOEK

“Heil Hitler!” zal Mussert ook niet hebben geroepen. Want hoewel hij tot zijn dood een rotsvast vertrouwen hield in de genialiteit en de goede bedoelingen van de Führer, was hij ten zeerste een burgerlijke nationalist. Nederland zou toetreden tot een Germaanse statenbond onder leiding van Duitsland, maar daarin ‘zelfstandig’ blijven met Mussert aan het hoofd. Daar had hij, zo luidde zijn verdediging, tijdens de hele bezetting voor gestreden. Een “Leve het vaderland!” uit zijn mond zou dus niet ondenkbaar Moeten zijn geweest. ‘laatste Maar toch, ook dat woorden’ hebben getuigen hem niet horen juist niet zeggen. Wat tot de hoorden ze wel? verbeelding Al zijn de bronnen schaars, er is een spreken?

Een paar maanden later meldden de jongedames zich weer. Ze waren niet over één nacht ijs gegaan. Bij krantenredacties, op websites, tot aan het bureau van premier Rutte toe hadden ze gespeurd naar Musserts ‘famous last words’. Maar helaas zonder resultaat. “Al met al: een vreemd verhaal”, schreven ze. Of misschien toch niet? Want heeft Mussert überhaupt bijzondere laatste woorden gesproken? Hij mocht dan leider van de NSB zijn geweest, in veler (en zeker Duitse) ogen was hij een kleine persoonlijkheid. Een “Spiessbürger” – zo had Rauter hem genoemd, een klein eenvoudig burgermannetje – kortom niet direct het type van wie je een groots heldhaftig einde verwacht. “Goedemorgen heren”, kunnen dus best zijn laatste ‘grote’ woorden zijn geweest. Ze zouden in ieder geval goed bij hem hebben gepast.

Van boven naar beneden: Anton Mussert, geflankeerd door twee bewakers, in de gevangenis in Scheveningen, 1945. Anton Mussert, in zijn cel in de gevangenis.

FOTOGRAAF ONBEKEND / NATIONAAL ARCHIEF / FOTOCOLLECTIE ANEFO

verklaring die stelt dat Mussert, toen hij eenmaal aan de executiepaal was vastgebonden, tegen de aanwezige dominee heeft gezegd: “Nu heb ik u niet eens meer een hand gegeven.” En er is een andere verklaring waarin wordt gemeld dat Mussert, eenmaal oog in oog met het executiepeloton, gezegd zou hebben: “Goedemorgen heren.” Het is niet groots, het houdt niet over. Want moeten ‘laatste woorden’ juist niet tot de verbeelding spreken? Ze lijken althans vaak bedoeld om de status of het karakter van de betrokkene nog eens te benadrukken. En er dan een dikke definitieve punt achter te zetten. Neem het verhaal van de executie van Hannie Schaft die zelf een aantal liquidaties op haar naam had staan en die nadat het eerste schot haar niet dodelijk had getroffen, zou hebben geroepen: “Ik schiet beter!” Of dat van de Duitse baas van politie, Hanns Albin Rauter, die zijn eigen executie zou hebben geleid door zelf het vuurpeloton de opdracht “Vuur!” te geven. Waargebeurd of niet, dit zijn ten minste laatste woorden die je bijblijven.

FOTOGRAAF ONBEKEND / NATIONAAL ARCHIEF / FOTOCOLLECTIE ANEFO

Dat Musserts laatste woorden tot staatsgeheim (zouden) zijn verklaard, doet inderdaad vermoeden dat hij een belangrijke uitspraak had gedaan. Had hij belastende informatie over belangrijke personen, over het koningshuis? Het is niet waarschijnlijk. Dan had hij die informatie wel eerder wereldkundig gemaakt dan op de dag van zijn executie. En bovendien: een podium hiervoor was hem al geboden. Bijvoorbeeld op 27 en 28 november 1945 toen hij voor het Bijzonder Gerechtshof in Den Haag zijn beleid verdedigde en alle gelegenheid had om uit de school te klappen. Maar niets van dat alles gebeurde. Opzienbarende onthullingen deed hij niet. De kranten schreven bovendien dat hij zich waardig had gedragen. Alleen zijn spreekstijl en woordkeuze – het leek soms alsof hij niet voor de rechter stond maar voor zijn partijgenoten op het NSB-terrein in Lunteren – hadden aanleiding gegeven tot hilariteit.

René van Heijningen is informatie- en collectiespecialist bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en houdt zich bezig met toegepast onderzoek, dienstverlening in de studiezaal van het NIOD en het beheer van de Erelijst van Gevallenen 1940-1945.

| 39

23.2-onderzoekNIOD-2.2ndd.indd 39

25-03-2021 15:27


Khadija Arib tijdens de Nationale Holocaust Herdenking 2021

40 NCMagazine | voorjaar 2021

05-holocaust.herdenken-3.indd 40

25-03-2021 14:49


HERDENKEN

‘Je kunt altijd een keuze maken’ Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib sprak tijdens de Nationale Holocaust Herdenking op zondag 31 januari in het Amsterdamse Wertheimpark. Geen stille tocht vooraf, de hekken van het park gesloten en een klein gezelschap op klapstoelen in een vroege januarizon. door Karen de Jager foto Paul Tolenaar

| 41

05-holocaust.herdenken-3.indd 41

25-03-2021 14:50


HERDENKEN

“Blijven luisteren naar persoonlijke verhalen die op dagen als vandaag worden verteld. Hoe pijnlijk ze ook zijn. Omdat ze ons leren hoe belangrijk het is om, onder welke omstandigheid dan ook, je hand uit te steken naar de ander. Je bent altijd in staat een keuze te maken.” Ze kijkt recht in de camera tijdens de liveuitzending van de herdenking als ze dat zegt. “Terugdraaien kun je de tijd niet. Je kunt je wel wapenen tegen de ondermijning van een rechtsstaat en democratie. Door altijd kritisch na te denken, zelfstandige keuzes te maken en je niet te verschuilen achter het systeem.”

Herkenning Tot haar 15e woonde Khadija Arib in Marokko, een dictatuur onder bewind van koning Hassan II. “Ik weet wat vrijheid – of liever gezegd: ónvrijheid – betekent. Leraren die zich uitspraken tegen het regime en van de ene op de andere dag verdwenen. Iedereen die kritiek leverde, werd opgepakt en gemarteld.” Het verhaal over verzetsstrijder Gerrit Kastein raakt haar. Hij was bang zijn kameraden te verraden als hij zou worden gemarteld, daarom sprong hij uit het raam van het gebouw van de Tweede Kamer, waar toen de Duitse bezetter huisde. Het verhaal doet haar denken aan het verhaal van veel Marokkaanse gevangenen. Ook al leerde ze op school bij geschiedenis over de Tweede Wereldoorlog, lange tijd stond de oorlog ver van haar af. “Er werd niet gesproken over de mensonterende omstandigheden in de vernietigingskampen. In Marokko was ook geen sprake van anti-Joods sentiment. Abraham Serfaty, de leider van het verzet tegen de vorige koning, was Joods. Hij werd gezien als de Nelson Mandela van Marokko.” Die oorlog kreeg pas later een gezicht door de verhalen van overlevenden, denk aan vriendinnen als journaliste Margalith Kleijwegt en danseres Lida Engelsman. Door boeken als die van Primo Levi. De ontmoeting met Jules Schelvis, overlevende van vernietigingskamp Sobibor, liet een diepe indruk achter. Als opgroeiende puber in Rotterdam ging ze op zoek naar de oorlogsgeschiedenis: de bombardementen en de schade die in de stad en de gemeenschap werd aangericht. Ze ontdekte dat de Agniesebuurt ooit een Joodse buurt was, met vluchtelingen die tijdens de Eerste Wereldoorlog uit Oost-Europa naar Rotterdam waren gekomen. “We woonden in de buurt waar zij ook hadden gewoond en geleefd. Ik ontdekte de verhalen achter straten als de Vijverhofstraat, waar ik dagelijks liep, en het Hofplein, waar ik heb leren fietsen. Tot op heden wonen in deze buurt veel Marokkaanse gezinnen, die deze geschiedenis helaas niet kennen.” Herdenken blijft belangrijk. “De Tweede Wereldoorlog is onderdeel van onze nationale geschiedenis. Hoewel er steeds min-

42

“De Tweede Wereldoorlog is onderdeel van onze nationale geschiedenis. Hoewel er steeds minder mensen zijn die de oorlog zélf hebben meegemaakt, klinkt de oorlog nog steeds door in veel families.”

der mensen zijn die de oorlog zélf hebben meegemaakt, klinkt de oorlog nog steeds door in veel families. De pijn en het verdriet worden soms bewust en vaak onbewust overgedragen op volgende generaties. Daarom vind ik het zo belangrijk om de verhalen te kennen, om er lessen uit te kunnen trekken voor de toekomst.” Het recht van minderheden moet worden beschermd. Het is een mensenrecht om te geloven wat je wilt geloven en je identiteit te beleven zoals jij dat wilt. Op dat gebied is er in Nederland nog veel te winnen, vindt ze. “We nemen elkaar te veel de maat over de vraag of je wel of niet Nederlands bent. Of je wel of niet loyaal bent. Aan Nederland, of juist aan het land van herkomst. Aan Marokkaanse Nederlanders wordt door de ene groep gevraagd of ze loyaal genoeg zijn aan Nederland en door de andere groep of ze islamitisch genoeg zijn. Er wordt te veel gedacht in tegenstellingen, in groepen, waarbinnen anders zijn of anders denken eigenlijk niet wordt geaccepteerd en loyaliteit en conformisme wordt geëist. Zo laait iedere keer de discussie over de dubbele nationaliteit op. Alsof die de maatstaf is voor je loyaliteit aan Nederland. Dat heeft er niets mee te maken. Loyaliteit is niet aan een paspoort af te meten. Een dubbele nationaliteit kan ook een uiting zijn van de manier waarop mensen hun identiteit ervaren.” Antisemitisme neemt toe. “Dat is óns probleem, niet alleen van de Joodse gemeenschap. Een groot maatschappelijk probleem waar we allemaal tegen moeten vechten. Alleen dán kunnen we het uitroeien. Gelukkig zie ik ook in het parlement dat Kamerleden zich ertegen uitspreken.”

Verbinden Zeker nu ze Kamervoorzitter is en regelmatig met mensen in gesprek gaat over onze democratie, ziet ze dat vrijheid en democratie vaak voor lief worden genomen. “We vinden het heel gewoon, staan er eigenlijk niet bij stil dat het ook ánders kan. Dat maakt het des te belangrijker om dit deel van onze geschiedenis te blijven benoemen.” Herdenkingen zijn ook om te verbinden en dat ziet ze gebeuren, door alle lagen van de samenleving heen. “Bij de herdenking op de Dam zie je broze, oude mensen die de oorlog zelf nog hebben meegemaakt, maar ook kleine kinderen. En op straat zie je de pizzakoerier die van z’n scooter stapt om twee minuten stilte in acht te nemen.”

NCMagazine | voorjaar 2021

05-holocaust.herdenken-3.indd 42

25-03-2021 14:50


INSPIRATIE

Op verzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft Denker des Vaderlands Daan Roovers de jaarthematekst voor 2021 geschreven. In de tekst met als titel Het fundament van vrijheid wordt de balans opgemaakt: waar staan we nu meer dan 75 jaar na de bevrijding? Hoe vrij zijn we in 2021? door Daan Roovers illustratie Fadi Nadrous

Jaarthema 2021: ‘Na 75 jaar vrijheid’ Het fundament van vrijheid “Gingen jullie tijdens de oorlog eigenlijk gewoon naar school?”, vroeg ik onlangs aan mijn vader. Tot mijn eigen verbazing wist ik dat niet precies. Natuurlijk had ik met mijn vader, die tijdens de bezetting pal naast een militair vliegveld in het zuiden van het land woonde, regelmatig over de oorlog gesproken, maar meestal vertelde hij dan over bombardementen, over piloten en over de bevrijding. Van het dagelijks leven, de school en de mensen uit de straat wist ik niet veel. De aanleiding voor deze vraag was een nogal praktische. Door de aangescherpte coronamaatregelen en de sluiting van de scholen vroeg ik me af of deze situatie zich eerder had voorgedaan in Nederland en hoe lang dit toen duurde. Ja, vertelde hij. Mijn vader ging al die jaren naar school, maar soms slechts heel beperkt. Het grootste probleem in zijn woonplaats destijds was dat de school geen gebouw meer had; dat was ingenomen door de Duitsers. Geïmproviseerd, en ondergebracht in verschillende leerfabrieken in de regio, probeerden de leraren kinderen les te geven en de school draaiende te houden. Soms niet meer dan twee dagen in de week. Nu, 76 jaar later, leven we in de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog – regeringsleiders, waaronder Rutte en Merkel, benadrukken met deze woordkeuze de uitzonderlijke impact van de pandemie. Bijzonder aan de coronacrisis is tegelijkertijd de wereldwijde verknoping: het gaat iedereen aan. Alle klokken staan nu even gelijk. De crisis op wereldschaal dringt door tot in elk detail van ons dagelijks leven. De inperkingen van onze alledaagse en vanzelfsprekende vrijheden zijn ongekend. Het is een geheel

nieuwe ervaring: verlaten winkelstraten, gesloten kantoren en cafés, de dringende oproep om thuis te blijven en – tot voor kort ondenkbaar – zelfs een avondklok. Nu er nog slechts enkelen in leven zijn die zich de Tweede Wereldoorlog actief herinneren, en het overgrote deel van de Nederlandse bevolking zelf nooit oorlog heeft gekend, is de huidige crisis de eerste grootschalige confrontatie met vrijheidsbeperking. Voor een land waar vrijheid zo hoog in het vaandel staat als in Nederland weegt die inperking zwaar. Als je Nederlanders vraagt naar wat ze een belangrijke waarde vinden, noemen ze het woord ‘vrijheid’ het vaakst. We zijn er trots op en zien het als een onlosmakelijk onderdeel van onze Nederlandse identiteit, blijkt uit een vorig jaar uitgevoerd onderzoek door het Sociaal Cultureel Planbureau in samenwerking met het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Maar wat betekent die vrijheid eigenlijk? Zijn we het onderling eens over wat die waarde behelst? Uit het onderzoek blijkt dat het begrip vrijheid veel verschillende invullingen heeft. Vrijheid betekent ‘Kunnen gaan en staan waar je wilt’ en ‘Je eigen keuzes kunnen maken’. Het is ‘Jezelf kunnen zijn’, en ‘Vrij zijn om te doen en om te zeggen wat je wilt’, maar “Is die vrijheid ook ‘niet beperkt worden’, of, zoals mijn onbegrensd? twee bijna-pubers hier in huis zeggen: vrijNee, want de heid is met rust gelaten worden. Al deze vrijheid van omschrijvingen behoren tot de definitie van vrijheid. Het gaat zowel om keuzevrijandere, aan heid, om bewegingsvrijheid, als om meer ons gelijke burgerlijke vrijheden zoals de vrijheid burgers mag van meningsuiting. Hoezeer we ook van niet in het mening verschillen: het begrip vrijheid én gedrang de discussie erover hoort bij onze traditie komen.”

| 43

13-jaarthema-3.indd 43

25-03-2021 14:59


en onze cultuur. En dat is al eeuwenlang zo. Nederlands beroemdste filosoof, Baruch de Spinoza, zelf kind van gevluchte ouders, roemde in de zeventiende eeuw ons land vanwege diezelfde vrijheid. Spinoza gaf hoog op over hoe hier in de Republiek der Nederlanden de burgers in onderlinge vrijheid leven, “ook al denkt de één duidelijk het tegengestelde van wat de ander denkt”. Hoe kan dat?, vroeg Spinoza zich af. Volgens hem is dat de verdienste van het ‘vrije staatsbestel’. De kern daarvan is dat de staat zich realiseert dat de vrijheid van denken en van spreken niet ingeperkt kan en mag worden. En dat de staat de burgers de ruimte geeft om zeer van elkaar te verschillen van mening, van religie of van gebruiken, maar dat de staat zélf zorg draagt dat al die burgers gelijk worden behandeld. Het is een delicaat evenwicht tussen vrijheid (van burgers in denken en spreken) en gelijkheid (van alle burgers ten opzichte van de staat). Het doel van de politiek is volgens Spinoza om te garanderen dat de burgers in veiligheid en vrijheid kunnen leven. De basis daarvoor ligt in een aantal noodzakelijke wetten en een onafhankelijke rechter die ervoor zorgt dat ze worden nageleefd: “Het doel van de staat is vrijheid”, zoals op Spinoza’s sokkel tegenover het Amsterdamse stadhuis geschreven staat. Is die vrijheid onbegrensd? Nee, want de vrijheid van andere, aan ons gelijke burgers mag niet in het gedrang komen. De veiligheid en de stabiliteit van de staat mogen ook niet op het spel komen te staan. Is vrijheid een constante? Nee, vrijheid vergt voortdurende bescherming en toetsing, onder andere door de rechter. De Republiek der Nederlanden werd gebouwd op de productieve wrijving tussen vrije meningen, op voorwaarde van onderlinge gelijkheid. Dat was en is nog steeds de basis van een vrije samenleving.

Hierin ligt de basis van onze vrijheid, en dat solide fundament hebben we de afgelopen eeuwen sterk uitgebouwd. Vrijheid zit diep verankerd in onze identiteit. De vrijheid om te doen en te zeggen wat je wilt is in Nederland bijkans heilig, maar nooit vanzelfsprekend. Zelfs in vredestijd is vrijheid een waarde die niet ‘gegeven’ is. Vrijheid tref je niet zomaar aan in de natuur, of ergens in de mensheid, als een ready made. Vrijheid moet je realiseren, werkelijk maken. Het betekent meer dan niet onderdrukt worden. De meest basale definitie van vrijheid is niet overheerst te worden door een bezetter, een machthebber of autoriteit. De afwezigheid van dwang wordt ook wel ‘negatieve vrijheid’ genoemd, een term van de politiek denker Isaiah Berlin. Niet hoeven te gehoorzamen aan andermans bevel of opdracht; niet gehinderd worden je mening te uiten. Maar vrij zijn betekent óók jezelf kunnen zijn, je kunnen ontplooien, een beroep kunnen kiezen of kunnen studeren. Dat noemen we ook wel ‘positieve vrijheid’: de vrijheid om je eigen leven vorm te geven. De meer basale, negatieve vrijheid is een voorwaarde voor de meer persoonlijke, positieve vrijheid. Wat betekent dat onderscheid voor ons leven nu, 76 jaar na de bevrijding? Nu we voor het eerst weer worden geconfronteerd met een grootschalige vrijheidsbeperking valt op dat op dit moment vooral onze bewegingsvrijheid onder druk staat. Er zijn (van bovenaf opgelegde) beperkingen aan ontmoetingen, reizen en de momenten waarop we naar buiten kunnen gaan. Dat is een drastische en zeer gevoelige inperking van onze gebruikelijke manier van leven. Deze crisis doet een sterk beroep op ons uithoudingsvermogen. De vrijheid die we als Nederlanders het sterkst verbinden met de Nederlandse cultuur, tevens een van de kroonjuwelen van de negatieve vrijheid, is echter ongedeerd: de vrijheid van meningsuiting. We kunnen vrijelijk informatie en

44 NCMagazine | voorjaar 2021

13-jaarthema-3.indd 44

25-03-2021 14:59


INSPIRATIE ‘De betekenis van vrijheid toen en nu.’

Daan Roovers,

Denker des Vaderlands, is een Nederlandse filosofe en docent Publieksfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Vanaf 2001 tot 2015 was zij hoofdredacteur van Filosofie Magazine. Daarnaast is zij debatvoorzitter in het Amsterdamse debatcentrum de Rode Hoed. Vanaf 29 maart 2019 draagt zij twee jaar lang de eretitel Denker des Vaderlands. Hierbij wil zij zich inzetten voor ‘publiek denken’: “Hoe kunnen wij gezamenlijk verder komen? Politiek gaat namelijk over ons, en de vragen die we daarbij stellen, moeten we weer onderdeel maken van ons dagelijks leven.” Samen met Marc van Dijk schreef zij hierover het boek Wij zijn de politiek (2019).

De economische en sociale ontwrichting zijn niet met een of twee kwartalen hersteld. Dat vergt tijd.

opvattingen uitwisselen, elkaar en het beleid bekritiseren, nieuwe perspectieven aandragen. We hebben daartoe zelfs meer ruimte en mogelijkheden dan ooit, en we hoeven er de deur niet voor uit. Zo lang deze vrijheid van spreken en denken gepaard gaat met de principiële gelijkheid van alle burgers blijft het fundament van de vrije samenleving overeind. Dat is het cruciale verschil tussen deze crisis en een bezetting, en zet direct elke vergelijking in perspectief. De huidige beperkingen zijn pijnlijk, maar een vrije samenleving garandeert dat deze proportioneel en tijdelijk zijn, en dat dit een uitzonderingstoestand is. De steunpilaren van de vrije samenleving, waaronder de onafhankelijke rechtspraak en principiële gelijkheid, staan fier overeind. Tegelijkertijd begint de ervaring van beknotting in onze bewegingsruimte en spontaniteit zijn tol te eisen. We kunnen niet meer iedereen thuis uitnodigen, niet meer onze reguliere handel drijven en kinderen kunnen soms weken niet naar school. Onze positieve vrijheid vraagt niet alleen om bewegingsruimte maar ook om de mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen: financiële middelen, onderwijs, schoolgebouwen. En die middelen zijn niet altijd beschikbaar nu. Zelfs na het opheffen van de laatste maatregelen zullen de consequenties daarvan nog lang te voelen zijn; de gevolgen van een crisis laten zich pas goed zien in de nasleep.

In het jaar van de bevrijding ging mijn vader naar de eerste klas van de middelbare school. De eindexamenleerlingen van dat jaar kregen, volgens koninklijk besluit, hun diploma zonder hun examen af te leggen. De kinderen hadden in de jaren weliswaar veel gemist op school, maar tegenover het tekort aan opgedane schoolkennis staat “de grotere levenservaring van deze leerlingen”, zo luidt de toelichting bij het Besluit. Hoe het langdurige thuisblijven op de generatie jongeren van nu uitpakt, is nog gissen. De schade lijkt in elk geval niet eerlijk verdeeld: kwetsbare kinderen bouwen een nog grotere achterstand op. Prioriteit voor de komende tijd is dat het gat dat de afgelopen maanden is geslagen de bestaande ongelijkheid niet vergroot. Dat is de uiteindelijke test voor de weerbaarheid van onze democratie. Verschillen zullen er blijven, maar voor een vrije samenleving is het hebben van gelijke kansen voor alle mensen een van de belangrijkste pijlers.

Vrijheid is maar beperkt maakbaar. Het is kwetsbaar.

Vrijheid – we wisten het al, maar het is het afgelopen jaar opnieuw duidelijk geworden – is maar beperkt maakbaar. Het is kwetsbaar. Een virus kan zomaar, tenminste een jaar lang, roet in het eten gooien. En alles wat we dan inleveren, moeten we stap voor stap weer terugveroveren en opnieuw opbouwen. Het fundament van de vrije samenleving is gelukkig robuust, en lijkt onaangetast. Dat is wat we ieder jaar vieren, en wat we elke dag opnieuw dienen te beschermen en te versterken.

| 45

13-jaarthema-3.indd 45

25-03-2021 14:59


Voorzitter en bestuursleden Nationaal Comité zwaaien af Ze zitten nog middenin hun laatste jaar bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei – voorzitter Gerdi Verbeet, penningmeester John Bakker en bestuurslid luitenantadmiraal Rob Bauer – maar het einde komt in zicht. Het cliché ‘afscheid nemen doet zeer’ gaat ook voor hen op. Ze vertrekken met pijn in het hart na roerige, goedgevulde en vooral móóie jaren bij het comité. Een afscheidsgesprek. door Larissa Pans

John: “We hadden meteen een soort crisisteamoverleg, direct

afwegingen maken: wat kan nog wel en wat niet?” Gerdi: “Ik deed een oproep aan het publiek om mee te denken over goede ideeën om herdenken en vieren toch door te laten gaan, om toch een gevoel van verbinding met elkaar te krijgen zonder daadwerkelijk samen te zijn. Jan (van Kooten, directeur) zei op een gegeven moment: ‘Doe geen oproepen meer, we krijgen veel te veel goede ideeën binnen, we kunnen het niet meer aan.’” Bakker: “Alles wat routinematig was, moest overboord. Dat het toch nog gelukt is om wegen te vinden om het jaar betekenisvolle inhoud mee te geven, daar heb ik me graag voor ingezet. Én ik heb er slapeloze nachten van gehad, want je moet het allemaal wel financieel kunnen verantwoorden.”

4 en 5 mei-gemeenschap De geladen stilte op de Dam vlak voor de twee minuten stilte ingaat, het spektakel in Terneuzen waar de slag om de Schelde werd herdacht, meedoen met de Vrijheidsmaaltijden, de sfeer proeven tussen de feestende tieners en twintigers op de Bevrij-

MARTIJN BEEKMAN

De vrouw stapte van haar fiets en liep naar Gerdi Verbeet toe, die met haar teckel aan het wandelen was. “Nou mevrouw Verbeet, ik weet niet precies waarover het gaat, maar u hebt geen gemakkelijke week achter de rug, hè”, zei ze, en er volgden bemoedigende woorden. Het was de week waarin ophef was rondom uitlatingen van schrijver Abdelkader Benali, die de 4 mei-voordracht zou houden. Verbeet: “Zó ontzettend aardig, dat soort reacties op straat. Op sociale media zit ik niet, het is heel prettig dat ik dat niet zie. Ik vond de situatie heel pijnlijk, maar ik denk ook: als je niks doet, kun je ook niks fout doen.” Sinds 2015 is de voormalig Tweede Kamervoorzitter en PvdApolitica voorzitter van het comité, haar termijn van zes jaar zit erop. Net als die van de econoom van het bisdom Rotterdam John Bakker en luitenant-admiraal Rob Bauer, commandant der Strijdkrachten. De bestuursleden hebben een intensief jaar achter de rug met veelvuldige overleggen in ‘het jaar waarin alles anders liep’, want niet 75 jaar bevrijding stond centraal in 2020, maar de pandemie. Voor alles moest een plan-B verzonnen worden, tot aan de Dodenherdenking toe.

46 NCMagazine | voorjaar 2021

11-afscheid-4.indd 46

25-03-2021 14:56


dingsfestivals met de rondwiekende helikopters, de gesprekken met stokoude veteranen en al even oude verzetsmensen: de bestuursleden zullen het gaan missen. Ze stonden er met hun neus bovenop, mochten meedenken met de invulling en maakten onderdeel uit van ‘de 4 en 5 mei-gemeenschap’. Militair Bauer koestert de herinnering aan een ontmoeting in Terneuzen: “Ik zat daar naast een Britse oorlogsveteraan, een negentigplusser, en een 30-jarige veteraan uit Uruzgan, die elkaar niet kenden. Binnen twee minuten was die Brit aan die Nederlander dingen aan het vertellen waarvan de zoon – die dik in de zestig was en die zijn vader die dag begeleidde – tegen me zei: ‘Dit verhaal heb ik nou nog nooit gehoord, hoe kan het nou dat mijn vader dit zo snel vertelt aan een vreemde?’ Ik zei: ‘Dat komt omdat je vader heeft gevoeld dat hij dat verhaal kon vertellen aan iemand die weliswaar veel jonger is dan hij, maar die tegelijkertijd wel begreep wat hij had meegemaakt. Wat militairen in een oorlog meemaken, gaat vaak het voorstellingsvermogen te boven.’”

MARTIJN BEEKMAN

Verbeet ontmoette honderden, zo niet duizenden mensen in haar rol als voorzitter. Die heldere koerierster van in de negentig, die gaat ze opzoeken zodra ze op Schiermonnikoog is. Verbeet: “Door

John Bakker begroet Mark Rutte voorafgaand aan het 5 mei-concert 2019

ILVY NJIOKIKTJIEN

HERDENKEN EN VIEREN

Gerdi Verbeet tijdens de Nationale Herdenking 2017

haar en alle andere ontmoetingen voel ik me onderdeel van een gemeenschap die pal staat voor de normen en waarden waarmee we in ons land leven. Het gevoel dat ik heel veel bondgenoten heb; dat verrast en ontroert me. Er zijn zóveel mensen nog altijd zeer betrokken bij de erfenis van de Tweede Wereldoorlog, zoveel vrijwilligers, lokale comités, zoveel lokale musea die hun eigen vrijwilligers- en vriendenkringen hebben. Die vreselijke Tweede Wereldoorlog is voor ons allemaal een reden om op elkaar te letten, om energie te willen steken in de samenleving.” Bakker zal het moment bijblijven toen hij op 4 mei 2020 de deur uitstapte: “Weer zo’n dag vol coronabeperkingen. Ik liep naar buiten en zag óveral vlaggen halfstok hangen. Dat raakte me zeer. Het was een grote wens van me dat we niet alleen maar ‘s avonds de vlag halfstok zouden hangen maar de hele dag. Dat mensen de moeite hadden genomen om de vlag in de ochtend al halfstok te hangen... er is in Nederland niet zo heel veel heilig meer, 4 mei is gelukkig een mooie uitzondering. Ik hoop zo dat dat blijft.” Bauer: “Het buitenland is weleens jaloers op ons, dat de herdenking hier nog zo leeft. Bij de grote begraafplaatsen zoals in Limburg zie je dat er gezinnen zijn die oorlogsgraven adopteren. 75 jaar na de Tweede Wereldoorlog zijn er wachtlijsten om een graf te adopteren!”

| 47

11-afscheid-4.indd 47

25-03-2021 14:56


“De kunst is dat je ook viert dat je weer vrij bent. Dat is ook het mooie van de verbinding van 4 met 5 mei.”

Gerdi Verbeet staat de pers te woord tijdens de persconferentie over de viering van 75 jaar vrijheid in 2019

CHRIS VAN HOUTS

Soms ontstaat er maatschappelijke ophef rond het comité, zoals bij de keuze voor Abdelkader Benali, of een paar jaar geleden rond Broederliefde. Hoort dat er gewoon bij of is het zoals de maatschappij is?

Gerdi Verbeet tijdens de lancering van het 4 en 5 mei Denkboek in 2019

Verbeet: “Het is een beetje zoals de maatschappij is. Ik vind het vervelend, omdat het altijd uitdraait op een verliessituatie. Bij Broederliefde bleek dat ze uitspraken op internet hadden gedaan die absoluut niet door de beugel konden, en nu met Abdelkader ook weer, uitspraken die mij niet bekend waren en waarvan velen niet af wisten. Ophef is ook een realitycheck, het leert je waar de gevoeligheden liggen in de samenleving. Als comité moet je je verantwoorden, maar het levert ook zinnige, kritische gesprekken op. Abdelkader zei: ‘Op het moment dat ik een belemmering word voor de serene manier waarop mensen zich moeten kunnen voorbereiden op de twee minuten stilte dan ben ik niet de juiste man op de juiste plaats.’ Uiteindelijk moet je elkaar ook gunnen dat je af en toe iets probeert, en ook mensen uitnodigt een lezing te houden van wie de ouders en grootouders de Tweede Wereldoorlog niet in Nederland hebben meegemaakt, maar die er ergens anders getuige van waren.” Bakker: “De voorzitter is het gezicht van het Nationaal Comité, wij als bestuur zijn daar op een goede manier dienstbaar aan. Maar toen de actie ‘geen 4 mei voor mij’ kwam, wilde iedere vezel in mijn lijf er tegenin gaan. Ja, toen ben ik wel de barricaden opgegaan en ben het gesprek aangegaan.

PAUL TOLENAAR

De bestuursleden hebben elkaar goed leren kennen. Bauer: “We voeren echt niet alleen maar heel zware of saaie gesprekken. We durven te lachen met elkaar. Het mag ook leuk zijn, ondanks het serieuze onderwerp.” Verbeet: “Dat heb ik over dit thema geleerd van Jacques Grishaver (voorzitter Nederlands Auschwitz Comité). Ik ging ooit mee met een reis langs de Duitse concentratiekampen in Polen met nabestaanden. Er zijn veel emoties: je bezoekt een kamp met elkaar, er is een herdenking, de namen van de slachtoffers voor wie de nabestaanden zijn gekomen, worden genoemd. We gingen de bus weer in, en vervolgens gaat eerst de droppot rond, daarna de wodka en wordt er letterlijk gedanst op de eerste plek waar we daarna stoppen. De kunst is dat je ook viert dat je weer vrij bent. Dat is ook het mooie van de verbinding van 4 met 5 mei.”

GEERT SNOEIJER

Emoties

48 NCMagazine | voorjaar 2021

11-afscheid-4.indd 48

25-03-2021 14:57


HERDENKEN EN VIEREN

Alle drie waren al geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog voor ze aan hun bestuurswerk begonnen. De jaren bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei hebben die belangstelling alleen maar verdiept. Zo vertelt Bauer dat toen hij op werkbezoek was in Israël, hij koste wat kost Yad Vashem wilde bezoeken. In uniform liep hij het herdenkingscentrum voor de Holocaust in. “Dáár zie je in volle omvang waar de mensheid toe in staat is. Ik liep het Huis van de Spiegels in, dat was geschonken door de heer en mevrouw Spiegel, Abe en Edita. Zij kwamen aan in Auschwitz en zij gaf zoontje Uziël van tweeënhalf aan haar moeder. Zo van: ‘Houd hem even vast’. Zij en haar man zijn linksaf gegaan, aan het werk. Haar moeder is met het jongetje rechtsaf gegaan; direct de gaskamer in. Abe en Edita Spiegel zijn na de oorlog geëmigreerd naar Amerika, hebben het financieel goed gedaan en hebben dus dat monument geschonken dat bestaat uit drie kaarsen en heel veel spiegels. Altijd als je daar bent zie je die drie vlammetjes, die vertegenwoordigen de

CHRIS VAN HOUTS

Dodenherdenking mag niet geclaimd worden om oneigenlijke redenen.”

Gerdi Verbeet spreekt tijdens het voorprogramma van de 5 mei-lezing in Leeuwarden, 2018

1,2 miljoen vermoorde Joodse kinderen. Overal waar je kijkt, zie je als sterretjes aan de hemel die drie vlammetjes, en via een geluidsopname worden de namen van de vermoorde kinderen voorgelezen. Dit monument maakte me letterlijk even sprakeloos.” Bakker vertelt over het leegruimen van het huis van zijn ouders, nadat zijn vader was overleden. “Op zolder vond ik een oranje wimpel die was gemaakt van een sjerp die mijn moeder had gedragen aan het einde van de oorlog. Mijn moeder had die sjerp goed opgeborgen in een blik, een meelblik, want mijn vader was bakker. Er zat een briefje bij: ‘Blijf de vrijheid vieren’, stond er op. Ja, daar gaat het om.” Bauer: “Gerdi, we mogen op 5 mei toch nog één keer bij het Bevrijdingsconcert zijn voor we stoppen?” PAUL TOLENAAR

Verbeet: “Ja Rob, we mogen nog één keer, maar uiteindelijk, uiteindelijk...”

Rob Bauer tijdens de viering van 75 jaar vrijheid in Terneuzen 2019

Bauer: “Ja, uiteindelijk moeten we het comité loslaten. Net als bij opvoeden.”

| 49

11-afscheid-4.indd 49

25-03-2021 14:57


Jongeren maken gebruik van de touchscreentafel in het midden van het museum. In deze ruimte wordt het bombardement met licht en geluid gesimuleerd.

Serie Nederland telt vele oorlogsmusea en herinneringscentra. Een deel daarvan werkt sinds 2012 samen via de Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45. NC Magazine publiceert elk nummer een reportage van publiciste Yasmina Aboutaleb over een van deze musea of centra. Dit keer: Museum Rotterdam ’40-’45

50 NCMagazine | voorjaar 2021

18-oorlogsmuseum-3.indd 50

25-03-2021 15:22


HERINNEREN

Een onderdeel van de collectie van het museum.

Een bezoeker bekijkt een video die op de muur wordt geprojecteerd.

Bezoekers bekijken een wand met foto’s van het bombardement en de schade nadien.

‘Rotterdam zonder oorlogsmuseum is ondenkbaar’ De Tweede Wereldoorlog en het bombardement, onlosmakelijk verbonden met Rotterdam, staan centraal in Museum Rotterdam ’40-’45 NU aan de Coolhaven. De verhalen van toen zijn nog steeds actueel. door Yasmina Aboutaleb foto’s Minke Bink / Tinker Imagineers

| 51

18-oorlogsmuseum-3.indd 51

25-03-2021 15:22


w HERINNEREN

Leeuwen die in 1940 rondzwerven op de Rotterdamse Coolsingel, tussen het puin van het bombardement. Kunt u het zich voorstellen? Het is een van de sterke verhalen die in de Tweede Wereldoorlog de ronde deden. De wilde dieren zouden na het bombardement uit de Rotterdamsche Diergaarde zijn ontsnapt. “Ik heb die leeuwen op de Coolsingel toch zeker zelf gezien!”, werd er gezegd. Museum Rotterdam onderzoekt in de tentoonstelling Leeuwen op de Coolsingel deze en andere mythische verhalen uit een stad in oorlogstijd. Waar komen de verhalen vandaan? En op welke feiten zijn ze gebaseerd? In het geval van de leeuwen kwamen historici van het museum tijdens hun onderzoek een foto tegen van een opgezette leeuwin vlak bij de Coolsingel – waarschijnlijk door puinruimers ter versiering op hun keet gezet.

Pandemie Twee jaar lang werkten ze aan de tentoonstelling, vertellen de nieuwe museumdirecteur Ingrid de Jager en conservator Rob Noordhoek. Des te zuurder is het dat de tentoonstelling nu alleen nog online te zien is. De tentoonstelling werd door de pandemie telkens uitgesteld en kon daardoor vorig jaar maar kort worden bezocht. Bovendien moest de ruime centrumlocatie van het museum door een grote korting op de subsidie dit najaar definitief sluiten. Van Museum Rotterdam is alleen nog de kleinere museumlocatie open die geheel gewijd is aan het oorlogsverleden van de stad. “Dit is nu de enige locatie”, zegt directeur De Jager in de foyer van het museum aan de Coolhaven. Ze is blij dat dit museum met de permanente tentoonstelling ’40-‘45 NU overeind is gebleven, want “Rotterdam zonder oorlogsmuseum is ondenkbaar”. Zo laten ze schoolklassen, de belangrijkste doelgroep, kennismaken met het oorlogsverleden van de stad. “De bevolkingssamenstelling is in de loop der

52

“Het liefst willen we dat Rotterdam een stadsmuseum krijgt waarin tijd veranderd. Steeds meer Rotterdamse de oorlogsjongeren hebben in hun familie geen link geschiedenis met de oorlog. Maar wat de jongeren bindt, geïntegreerd is” is de stad zelf. De plek waar ze wonen”, zegt Noordhoek.

Suizende bommen Het bombardement is vormgegeven als experience: de bezoeker neemt plaats in het hart van het museum, lichten worden gedimd. Na een introductie (ingesproken door bekende Rotterdammer Wilfried de Jong) over de nietsvermoedende Rotterdammers die aan het werk zijn die dag, volgt plots het onheilspellende geluid van de suizende bommen, gevolgd door de overdonderende explosies en het knetteren van de gigantische brand die daarna ontstond. Het historische stadscentrum werd vernietigd; ruim 800 mensen kwamen om en 80.000 mensen werden dakloos. Hoewel het bombardement een belangrijke plek inneemt, draait het museum niet om het militaire aspect van de oorlog. “De kern van ons museum zijn de mensen in de oorlog en hun verhalen”, zegt Noordhoek. Met behulp van iPads en touchscreens kan de bezoeker de vele en vaak intieme en persoonlijke objecten (een popje, een trouwjurk) en de daarbij behorende verhalen in het museum zelf opzoeken – deels ook in het Engels voor het toenemende aantal toeristen. Het museum legt ook een link met het heden. In de foyer hangen oorlogsfoto’s van Rotterdam naast die van andere gebombardeerde steden als Londen, Keulen en Aleppo. En de jongeren krijgen morele dilemma’s voorgelegd. Onlangs zijn aan het museum een maquette van het centrum van Rotterdam van voor de oorlog en een origineel model van Zadkines beeld ‘De verwoeste stad’ toegevoegd. En er is een leren jas met dichtgenaaide kogelgaten te zien, gedragen door de Joodse verzetsman Eliazar Blei Weissmann toen hij in 1945 op de Coolsin-

gel werd gefusilleerd. Maar ook: de met bloed bevlekte witte vlag die sergeant-majoor Van Ommering maakte van een laken en een bezemsteel. Onderweg naar de onderhandeling van de capitulatie van Rotterdam werd er met een reep stof van de vlag een gewonde marinier verbonden.

Stadsmuseum Er is veel te zien in het museum ondanks de beperkte ruimte. Een verbouwing op de korte termijn is daarom gewenst. “Maar het liefst willen we dat Rotterdam een stadsmuseum krijgt waarin de oorlogsgeschiedenis geïntegreerd is”, vertelt De Jager. Achter de schermen wordt daarom ook gewerkt aan ideeën voor een heel nieuw museum. “Want het is natuurlijk gek dat zo’n grote stad als Rotterdam geen stadsmuseum meer heeft”, zegt Noordhoek. Op het moment van het interview mag het museum geen bezoekers ontvangen. Het is de strengste lockdown tot nu toe; er is zelfs een avondklok van kracht. “Maar iedereen heeft het momenteel zwaar. En er zijn musea die het veel zwaarder hebben dan wij, omdat ze afhankelijker zijn van de kaartverkoop”, relativeert De Jager. Zullen de lockdown en het vele thuiszitten de interesse in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog bij de jeugd aanwakkeren? Museumdirecteur De Jager vermoedt van wel. “Jongeren zullen zich er meer bij kunnen voorstellen.” De zelfgemaakte spelletjes waarmee mensen de tijd doodden tijdens de avondklok in de oorlog. Maar ook zwartgeverfde peertjes, het verduisteringspapier; spullen die werden gebruikt om ’s nachts maar geen aandacht de trekken van overvliegende bommenwerpers. “Maar,” benadrukt Noordhoek, “wat wij nu meemaken is onvergelijkbaar met de vrijheidsbeperking van toen.”

NCMagazine | voorjaar 2021

18-oorlogsmuseum-3.indd 52

25-03-2021 15:23


NAI010 UITGEVERS

HERINNEREN

Architectuur en herinnering. Naoorlogse Europese herdenkingsplekken Architect Jacques Prins van Inbo Architecten kreeg zes jaar geleden de opdracht een plan te maken voor de vernieuwing en modernisering van Nationaal Monument Kamp Amersfoort. Om zich op deze opdracht voor te bereiden maakte hij een reis door Europa langs verschillende herinneringsmonumenten, een reis die een boek opleverde. door Monique van Hoogstraten

| 53

29-herinneren-3.indd 53

25-03-2021 15:31


54

vertelt in een interview met hem dat ik in het boek heb opgenomen, ‘maar met gebruik van lichte kleuren en ruimtelijke overgangen.’ Het museum vertelt een veel breder verhaal dan de verschrikkingen van het getto, het kijkt nadrukkelijk naar de toekomst. Je kan dwars door het museum heen kijken naar het park erachter. Dat er nieuwe vormen worden gezocht en toegepast, heeft natuurlijk ook te maken met de grotere afstand, in de tijd en daardoor ook mentaal, die we tot dat verleden hebben.” De architect Daniel Libeskind, met wie ook een interview in het boek is opgenomen, heeft een grote bijdrage geleverd aan de herdenkingsarchitectuur. Heeft hij u beïnvloed? “Niet letterlijk. Zijn beeldtaal – het gebruik van diagonalen bijvoorbeeld – is erg persoonlijk. Maar concepten zoals ruimtelijke overgangen van boven naar beneden, van donker naar licht hebben me zeker geïnspireerd. Typisch voor Libeskind is ook de zelfverzekerdheid van zijn gebouwen, zoals bijvoorbeeld het Joods Museum in Berlijn. Het gebouw cijfert zichzelf niet weg, zelfs al staat het midden in de stad; de Joodse geschiedenis mag er weer zijn. Daarmee is hij een groot voorbeeld voor andere architecten.” Wat is de rol van nabestaanden bij de vormgeving van een herdenkingsplek? “Die spreken zeker mee, overlevenden of hun kinderen; je merkt dat het voor velen heel belangrijk is wat er met een plek gebeurt. In Amersfoort was er discussie met nabestaanden over de vraag hoe je het verleden opnieuw kan laten spreken, zonder het te reconstrueren. Want zij zeiden: ‘Je moet het niet reconstrueren, je kunt toch nooit het gevoel meegeven van wat wij hebben ervaren.’ Interessant is in dat opzicht Dachau. De barakken die je daar ziet, zijn niet de oorspronkelijke. Ze zijn in de jaren zestig gereconstrueerd. Toch geven ze een sterke beleving. In Amersfoort verschuift de discussie trouwens ook wel een beetje. Er staat op de Leusderheide een houten barak waar SS’ers waren gelegerd. Het idee is nu om die op het terrein van Kamp Amersfoort op een oorspronkelijke plek te herbouwen.” Na zoveel decennia komen er nauwelijks nieuwe herdenkingsplekken bij; alles is wel in kaart gebracht, en veel plekken zijn de laatste jaren al gemoderniseerd met het oog op jongere generaties. Kun je nu spreken van voltooide monumenten? “Met het woord ‘voltooid’ moet je oppassen. In West-Europa is er inderdaad een trend om de plekken een bredere betekenis te geven met het oog op nieuwe generaties, om de oorlogsverhalen te koppelen aan hedendaagse dilemma’s. Dat proces is niet voltooid. En in Oost-Europa is er, door de tussenliggende periode van de Sovjetoverheersing, vaak nog geen consensus over wat er op een bepaalde plek is gebeurd, wie dader is en wie slachtoffer, wie herdacht moet worden en wie niet. Veel plekken zijn ook na de Tweede Wereldoorlog in gebruik gebleven, als kamp voor krijgsgevangenen bijvoorbeeld. Dat maakt de herinnering aan zo’n plek complex. Debatten daarover zijn na de val van de Muur losgekomen, en op veel plekken nog niet afgerond. Dus nee, voltooid is dat verleden niet.”

AGNETE OP WIKIMEDIA COMMONNS - CC BY-SA 4.0

Het vernieuwde Nationaal Monument Kamp Amersfoort wordt, als de coronacrisis het toelaat, dit jaar geopend. “Als je zo’n opdracht krijgt, ga je je eerst oriënteren bij vergelijkbare projecten. Zo kwam ik jaren geleden in Letland terecht, bij het Salaspils Memorial uit de jaren zestig. Ik vond het een heel indrukwekkend monument, maar kon er vreemd genoeg weinig over vinden”, vertelt Jacques Prins. Zo werd het zaadje geplant voor een onderzoek naar herinneringsmonumenten in Europa. Hoe zijn die ‘moeilijke, beladen plekken’ in de loop der tijd vormgegeven? Het resultaat is Architectuur en herinnering. Naoorlogse Europese herdenkingsplekken: een prachtig uitgegeven boek, rijk aan foto’s, ontwerptekeningen en met een degelijke historische inleiding, waarin Prins aan de hand van 42 herdenkingsplekken teruggaat naar de jaren vijftig en zestig (als de eerste monumenten verschijnen die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog) en vooruitkijkt naar nieuwe musea die zelfs nog in aanbouw zijn. Ravensbrück, Vught, Treblinka, Dachau, maar ook Rivesaltes, Triëst en Drancy passeren de revue. Hij heeft ze bijna allemaal bezocht. Uw boek laat zien dat een aantal elementen vaak terugkeren: strakke vormen, weinig ramen, indirect licht, lange smalle gangen, deels ondergronds. Hoe groot is het repertoire van een architect voor het vormgeven van een plek van massamoord? “De architectuur van de eerste herinneringscentra heeft veel gemeen met kerken en musea die na de oorlog zijn gebouwd. Dat zijn allemaal plekken waar je even stil wordt. Om dat te bereiken wordt vaak gebruik gemaakt van transitie: je gaat van buiten naar binnen om iets te ondergaan. Architecten hebben een vormenrepertoire tot hun beschikking om dat te bereiken. Bijvoorbeeld verandering van licht. Of trappen die de bezoeker moet op- of aflopen. Dat zijn beproefde middelen om je los te halen uit de dagelijkse realiteit, dus die keren inderdaad vaak terug. Ook zie je vaak het gebruik van beton. Dat loopt synchroon met de modernistische beeldtaal die in de jaren vijftig en zestig in de hele architectuur in zwang raakte. Bij deze plekken paste dat bijzonder goed: beton is streng en sober. Dus dat wordt nog steeds wel gebruikt. Tegelijk kan zo’n vormentaal ook veranderen, hoor. Misschien is die over twintig jaar anders. Je ziet momenteel al een grotere vormenrijkdom ontstaan.” Waar ziet u dat, en hoe ziet dat eruit? “De beeldtaal wordt meer expressionistisch, minder sober en ingetogen. In het monument annex museum dat nu in Babi Yar wordt gebouwd, ga je straks weliswaar eerst nog een lange, smalle kloof in (op de plek van het oorspronkelijke ravijn) die eindigt in een verstilde donkere ruimte. Maar daarna opent zich een grote ruimte met terrassen en volop licht. Een ander voorbeeld is het Polin Museum in Warschau. Al in 1948 werd een eerste monument geplaatst om de opstand in het getto te herdenken: een reliëf van een groep Joodse verzetsstrijders in een granieten blok. Dat past in de figuratieve beeldtaal van die periode. Een aantal jaren geleden is daar een opvallend museum bijgebouwd. ‘Niet somber, schuldig en donker’, zoals de architect, Rainer Mahlamäki NCMagazine | voorjaar 2021

29-herinneren-3.indd 54

25-03-2021 15:31


HERINNEREN

‘Germaanse’ landschapsarchitectuur Het lijkt nu bijna onvoorstelbaar, maar in de eerste jaren – decennia zelfs – na de Tweede Wereldoorlog, bleef men bij de aanleg van gedenkplaatsen vaak in de beeldtaal van de nazistische landschapsarchitectuur werken. In het Derde Rijk hadden landschapsarchitecten gezocht naar verbondenheid met Germaanse mythologie; die zou het beste tot uiting komen in bossen met inheemse Noord-Europese plantensoorten, met daarin geheimzinnige open plekken met grove keien, terpen en dolmen. Diezelfde stijlelementen werden na de oorlog toegepast. Een wel heel opmerkelijk voorbeeld is Bergen-Belsen. Architect Wilhelm Hübotter, die voor het Derde Rijk een historische gedenkplaats ontwierp, maakte na de oorlog een landschapsontwerp voor BergenBelsen: een geromantiseerd landschap met boomgroepen bestaande uit inheemse soorten. Het ontwerp werd uiteindelijk niet in zijn geheel uitgevoerd, maar delen ervan kwamen wel in de uiteindelijke gedenkplaats terecht. Jacques Prins: “In de jaren tachtig bleek uit luchtfoto’s hoe het kampterrein er tijdens de oorlog echt had uitgezien. Dat is toen gereconstrueerd. Het bos dat na de oorlog is geplant, is grotendeels weggehaald. De nadruk kwam te liggen op de omvang van het kamp.”

AGNETE OP WIKIMEDIA COMMONNS - CC BY-SA 4.0

Net als in Bergen-Belsen zijn ontwerpers ook op andere plekken vanaf de jaren zeventig met een andere blik naar die ‘schuldige’ landschappen gaan kijken. Maar het verschil met gebouwde architectuur blijft opvallend, zegt Prins. “Bij architectuur en beeldhouwkunst zien we over het algemeen vrij snel dat iets is beïnvloed door de naziideologie, of althans afkomstig is uit de jaren dertig. Dat interpreteren we als ‘schuldig’. Maar over de ideologische achtergrond van landschapsstijlen bestaat veel minder bewustzijn. Vaak zien we iets gewoon als een mooi landschap, zonder daarin betekenis te lezen zoals we dat bij architectuur en beeldhouwkunst wel doen.” Een lange trap in het Salaspils Memorial in Letland

| 55

29-herinneren-3.indd 55

25-03-2021 15:32


Op 20 november overhandigde voorzitter Gerdi Verbeet de nieuwe beleidsvisie van het Nationaal Comité 4 en 5 mei virtueel aan staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS. Het document heeft de titel Iemand stelt de vraag – naar het gelijknamige gedicht van Remco Campert dat de opstellers van de visie heeft geïnspireerd.

CHRIS VAN HOUTS

Iemand stelt de vraag: nieuwe beleidsvisie Nationaal Comité

door de redactie / Margriet van Lith

Het Nationaal Comité 4 en 5 mei publiceert zo´n nieuwe beleidsvisie elke vijf jaar. Dat wordt van het comité verlangd, maar volgens Gerdi Verbeet is er ook een goede inhoudelijke reden voor. “We zoeken voortdurend naar antwoorden op de vraag hoe we herdenken, herinneren en vieren het beste vorm en inhoud geven. Maar zo nu en dan moet je eens stilstaan bij de vraag: doen we nog de goede dingen en doen we die dingen wel goed? Het visiedocument geeft je daartoe de gelegenheid.” Het Nationaal Comité hechtte eraan veel verschillende mensen bij de voorbereiding van het document te betrekken. Het hele proces heeft al met al wel twee jaar geduurd. Verbeet: “Alle vrijwilligers van de lokale 4 en 5 mei comités en van de Oranjeverenigingen hebben hun mening kunnen geven – dat zijn immers de deskundigen, de mensen die elk jaar weer in het hele land honderden herdenkingen en vieringen organiseren. Er is een grote bijeenkomst geweest in het gebouw van de Sociaal Economische Raad (SER) met honderd deelnemers, ook veel jongeren. En natuurlijk hebben onze samenwerkingspartners in de laatste fase meegekeken en zij kwamen met interessante aanvullingen. Je kon zien dat ze er veel tijd en energie in hebben gestoken om alles te lezen en hun commentaar te geven. Dat vond ik mooi.”

Betrokkenheid Ook bij de uitvoering van de nieuwe visie zal het Nationaal Comité 4 en 5 mei de komende vijf jaar nauw samenwerken met een breed netwerk van instellingen, bedrijven en organisaties die zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor onze vrijheid. Het liefst zou Verbeet zien, dat iedereen in Nederland zich betrokken voelt bij herdenken en vieren. “Het gaat in de eerste plaats

56

om mensen die nauw betrokken zijn, zoals organisaties uit het verzet, nabestaanden, slachtoffers. Maar het gaat er ook om dat de doorsnee Nederlander met welke achtergrond dan ook zich aangesproken voelt, nadenkt over wat de Tweede Wereldoorlog voor hem of haar betekent – en zich daardoor meer bewust wordt van de verantwoordelijkheid die we met elkaar dragen voor het bewaren en bewaken van onze vrijheid. Dat je gaat nadenken over hoe we ieder voor zich en samen met elkaar de condities voor die vrijheid moeten verdedigen, zoals de democratische rechtsstaat. En dat we niet alleen onze eigen vrijheid verdedigen, maar ons ook verantwoordelijk voelen voor de vrijheid van de ander.” De voorbereiding van het nieuwe beleidsplan heeft Gerdi Verbeet als heel zinvol ervaren. “Je hoort nieuwe feiten, komt tot nieuwe inzichten. De Tweede Wereldoorlog ligt weliswaar al meer dan 75 jaar achter ons, maar werpt lange schaduwen. De meeste mensen die die tijd actief hebben meegemaakt zijn niet meer onder ons, maar hun kinderen dragen vaak de littekens van wat hun ouders is aangedaan. En hoe ouder je wordt, hoe zwaarder dat kan wegen. En zo raakt dat ook weer de volgende generatie. Maar het gaat zeker niet alleen om negatieve ervaringen: die zware periode is ook een tijd die ons kan inspireren, waar we kracht uit kunnen putten. Er was immers ook verzet, er waren ook mensen die er bewust voor kozen zich met gevaar voor eigen leven in te zetten voor anderen. En dat kan je aan het denken zetten over de keuzes die je zelf maakt. En over de vraag, of je wel genoeg aan de ander denkt en niet alleen aan jezelf. Want uiteindelijk gaat het bij herdenken niet alleen om stilstaan bij wat er toen is gebeurd, maar zeker ook om wat ons dat leert over de tijd en de samenleving waarin we nu leven.”

NCMagazine | voorjaar 2021

12-beleidsvisie-4.indd 56

25-03-2021 14:57


ILVY NJIOKIKTJIEN

HERDENKEN EN VIEREN

Organisatoren van lokale herdenkingen en vieringen kwamen bijeen in het Militair Museum in Soesterberg om mee te denken over de nieuwe beleidsvisie.

Sinds enkele jaren worden tijdens de Nationale Herdenking op de Dam video’s vertoond van de kransleggers waarin ze uitleggen waarom ze de krans leggen.

Familieverhalen

digd voelt bij het herdenken en het vieren van vrijheid. In de beleidsvisie is dat het thema ‘Verbinding’. We weten dat ook nieuwe generaties hechten aan herdenken en vieren, maar ze zeggen ook dat voor hen een herdenking begrijpelijk en invoelbaar moet zijn. Ze hebben er behoefte aan zich te kunnen voorstellen wat het betekent om in oorlog te leven. Verbeet: “Bij de SER-bijeenkomst die ik al noemde, werd ik aangesproken door een jongen die zei: ‘Ik weet niet wat onvrijheid is.’ Misschien dat hij daar nu, in coronatijd, iets anders over denkt, maar juist dan is het belangrijk om te laten zien wat het verschil is tussen de avondklok en spertijd, tussen de kans lopen op een bekeuring of op het concentratiekamp of de kogel.” En wat geldt voor jonge mensen, geldt ook voor nieuwe Nederlanders. Mensen met een vlucht- of migratieachtergrond hebben respect en waardering voor 4 en 5 mei en zoeken naar vormen om zich, met hun eigen geschiedenis en ervaringen, te kunnen verbinden met het herdenken en vieren in Nederland. Verbeet: “Juist in het herdenken kunnen we één zijn met elkaar. We kunnen de slachtoffers van de gebeurtenissen in die jaren geen grotere eer bewijzen, dan te zorgen dat herdenken een toonbeeld van eenheid is. Van iedereen die in Nederland woont.”

De doorwerking van de Tweede Wereldoorlog in de huidige samenleving is een belangrijk thema in het nieuwe beleidsplan. Persoonlijke verhalen van mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt gaan over in familieverhalen. Verhalen over de Holocaust, het verzet, militaire strijd, internering, over honger en dwangarbeid en het verlies van dierbaren – en over de wijze waarop deze verhalen hun leven hebben beïnvloed. Met de Tweede Wereldoorlog als basis, kunnen we relaties leggen met latere en actuele conflicten en het gesprek op gang brengen over gedeelde ervaringen met oorlog en het verlies van dierbaren. “Want het belangrijkst is dat we interesse blijven tonen in de verhalen en ervaringen van anderen”, zegt Gerdi Verbeet. “Binnen families, maar ook breder. Het gaat erom dat we naar elkaar luisteren en proberen ons in de ander te verplaatsen. De verhalen blijven vertellen, zodat iedereen kan weten wat er gebeurd is. Zorgen dat jongeren zich uitgenodigd voelen om de verhalen verder te brengen.” In de beleidsvisie is dit thema uitgewerkt onder de titel ‘Familieverhalen’. Nu steeds minder mensen zelf hun eigen getuigenissen kunnen uitdragen, wordt het nog belangrijker dat volgende generaties deze rol overnemen en verhalen blijven vertellen over de oorlog, de aanloop ernaartoe en de gevolgen. Met de familieverhalen die worden doorgegeven en door iedere generatie zelf worden hertaald, dringen we diep door in wat oorlog en onvrijheid zijn. En dan gaat het ook om de verhalen die niet meteen in ieders geheugen leven. Ook de pijn en het verdriet veroorzaakt door willekeur en noodlot is bij huidige generaties nog aanwezig.

Verbinding Het comité wil bereiken dat iedereen in Nederland zich uitgeno-

Onderbelicht In dat kader wil het comité de komende jaren ook meer aandacht schenken aan onderbelichte verhalen over de oorlog in delen van ons toenmalige koninkrijk buiten Europa: Nederlands-Indië, Suriname en de Antillen. Daarbij is ‘de oorlog in Nederlands-Indië’ een belangrijk thema in de beleidsvisie. De capitulatie van Japan bracht in dit deel van het koninkrijk immers geen vrijheid; er volgde een bloedige dekolo-

| 57

12-beleidsvisie-4.indd 57

25-03-2021 14:58


VETERANENINSTITUUT

GEERT SNOEIJER

“Het belangrijkst is dat we interesse blijven tonen in de verhalen en ervaringen van anderen”

Tijdens een bijeenkomst in Den Haag werd door 100 mensen uit de Nederlandse samenleving gediscussieerd over de nieuwe beleidsvisie.

nisatiestrijd. Eind dit jaar zal een diepgaande studie verschijnen, uitgevoerd door het NIOD, naar deze periode. Vooruitlopend daarop zei koning Willem-Alexander op 10 maart 2020, tijdens zijn staatsbezoek aan Indonesië: “Voor de geweldsontsporingen van Nederlandse zijde in die jaren wil ik hier nu, in navolging van eerdere uitspraken van mijn regering, mijn spijt uitspreken en excuses overbrengen. Dit doe ik in het volle besef dat de pijn en het verdriet van de getroffen families generaties lang voelbaar blijven.” Een brede en verbindende blik zoals door de koning verwoord, betekent daadwerkelijke aandacht voor deze periode uit onze geschiedenis. Het laat zien dat we in Nederland moeten durven reflecteren op de dekolonisatiestrijd. Maar daarbij is het van cruciaal belang dat aan iedereen, veteraan uit deze oorlog of burgerslachtoffer in het conflict, recht gedaan wordt. Een eerlijke, kritische reflectie op het verleden draagt bij aan de gezamenlijke, niet eenzijdige beleving van vrijheid. Verbeet: “We moeten de feiten onder ogen zien en over de ervaringen in gesprek gaan. Het gaat niet om het innemen van standpunten, het gaat om de dialoog. Ook hier geldt dat we bereid moeten zijn te luisteren naar de verhalen van de ander.”

Holocaust In de beleidsvisie kiest het Nationaal Comité voor nieuwe invalshoeken voor herdenken en vieren. De Holocaust, de gruwelijke, grootschalige moord – met voorbedachten rade – op 6 miljoen Joden en 500.000 Roma en Sinti, behoudt zijn centrale plaats in de herdenking. Verbeet: “Ik ben nu al meer dan twintig jaar intensief betrokken bij de herdenking van de Tweede Wereldoorlog – eerst als Kamerlid, daarna als Kamervoorzitter en de laatste jaren als voorzitter van het Nationaal Comité. Maar hoe ouder ik word en hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp hoe dit heeft kunnen

58

gebeuren. De systematische, industriële vernietiging van een groep mensen. Niet om wat ze dachten of deden, maar om wie ze waren. Het is niet te vatten.” In de jaren 1940-1945 zijn 102.000 Nederlandse Joden vermoord en zijn er tevens 2000 omgekomen als gevolg van de vervolging; vergeleken met andere West-Europese landen een veel groter aandeel van de Joodse bevolking. Dit gegeven alleen al legt ons de morele plicht op om de Holocaust blijvend een centrale plaats in onze herdenking op 4 mei te geven, en steeds te zoeken naar de beste, meest respectvolle manier om dit te doen. Het is van groot belang de Holocaust niet te beschouwen als een afgerond, voltooid verleden, horend bij een oorlog die allang achter de rug is. Daarvoor is de pijn te omvangrijk en zijn de littekens – tot in iedere volgende generatie – te diep. Daarvoor is de angst voor een vorm van herhaling te groot. Er is nog steeds sprake van antisemitisme en antiziganisme, en onaanvaardbare uitingen en gedragingen steken weer vaker de kop op. Dat betekent dat wij allemaal de opdracht hebben om een makkelijk gezegd ‘dit nooit weer’ te vertalen in dagelijks handelen, denken en voelen. Verbeet: “Onverschilligheid is nooit het antwoord, of zoals koning Willem-Alexander zei op 4 mei op de Dam: ‘Niet normaal maken wat niet normaal is.’ De Holocaust was een georkestreerde vernietiging waarbij grote delen van de samenleving bereid waren hand- en spandiensten te verlenen. Gewone mensen, mensen die niet zoveel verschilden van wie ik ben. Dat betekent dat we voortdurend bij onszelf te rade moet gaan. Ons realiseren welke woorden we gebruiken – want dit soort misdaden beginnen met woorden, met groepsoordelen, met het wegzetten van anderen, met het bouwen van vijandsbeelden. Ons realiseren hoe we ons verhouden tot ieder ander als individu en als drager van identiteit, religie, ideologie.”

NCMagazine | voorjaar 2021

12-beleidsvisie-4.indd 58

25-03-2021 14:58


GEMEENTE HEERENVEEN

HERDENKEN EN VIEREN

Op de Bevrijdingsfestivals kunnen bezoekers in gesprek met Nederlandse Veteranen.

Vrijheidsmaaltijd in Heerenveen.

Verzet

laatste thema in de nieuwe beleidsvisie. Een vrijheid in de dubbele betekenis van het woord: we zijn sinds 1945 vrij van oorlog en vrij om ons eigen handelen te bepalen. Die dubbele vrijheid is niet vanzelfsprekend en ook niet vrijblijvend. In Nederland hebben we zeggenschap, maar ook verantwoordelijkheid. En we zijn niet alleen, maar geven gezamenlijk vorm aan vrijheid. Jong en oud vertellen ons dat zij graag uitgedaagd willen worden om die zeggenschap, verantwoordelijkheid en gezamenlijkheid inhoud te geven. Het comité wil daarom (nog) meer inhoud geven aan 5 mei door mensen op te roepen en uit te dagen om zelf met de thema’s vrijheid, onvrijheid, oorlog en vrede aan de slag te gaan. Vrijheid vergt namelijk wat. Inzet, energie. Het besef dat vrijheid en vrede geen natuurlijke staat-van-zijn is, vraagt voortdurende aandacht.

Iemand stelt de vraag is de titel van dit beleidsdocument en die titel verwijst naar het gelijknamige gedicht van Remco Campert. Verzet begint, zo schreef hij, met het stellen van een vraag. En dan die vraag aan een ander stellen. Ook ‘Verzet’ blijft een thema in de beleidsvisie. We kunnen niet genoeg waardering tonen voor die mensen die ‘nee’ zeiden tegen de bezetter, omdat zij niet in onvrijheid wilden leven, niet wilden meewerken aan de omvorming van Nederland naar een nationaalsocialistische (deel)staat of niet wilden buigen voor de Japanse bezetter. Voor de koeriers en de mensen die saboteerden en aanslagen pleegden, mensen op de vlucht hielpen onderduiken, geallieerde piloten hielpen wegkomen, illegale bladen maakten en rondbrachten of andere grootse, grote en kleine daden verrichtten. Ze strooiden zand in de raderen of ontwrichtten de hele machinerie van de bezetter. Dag in dag uit of een enkele keer, in dat complexe geheel van verzet en illegaliteit. Zij waren hun leven niet zeker. Ze wisten niet wie hen voor een klein beetje geld of gunsten, of uit afgunst zouden willen verraden, maar vermoedden wel wat hen te wachten zou staan als ze zouden worden opgepakt. Velen werden inderdaad verraden of van straat geplukt, gemarteld, geëxecuteerd of vernederd en vermoord in concentratiekampen. Verbeet: “Hun lot verplicht ons – op z’n minst – de geschiedenis onder ogen te zien en niet slordig om te gaan met de vrijheden die wij nu hebben. En om onszelf de vraag te stellen: wat zou ik doen? En dan meteen ook: wat kan ik doen?”

Verdieping De vrijheid waar vrijwel iedereen destijds naar verlangde en waarvoor velen bereid waren hun leven te geven, die vrijheid vieren we elk jaar op 5 mei. ‘De vrijheid verdiepen’ is dan ook het

Voor Gerdi Verbeet vormt deze beleidsvisie het sluitstuk van haar periode als voorzitter. Ze heeft het als een groot voorrecht gevoeld om die functie zes jaar lang te mogen uitoefenen. “De gesprekken met mensen, het bijzondere van de momenten van herdenking waarbij je de verbinding voelt met zoveel anderen, dat is zó waardevol. In 2004 mocht ik zelf de toespraak houden op de Dam en toen sprak ik over hoe iedereen op zijn eigen manier herdenkt, maar dat we ook sámen herdenken, met elkaar verbonden zijn in het herdenken. Dat is zo bijzonder. Ik zal niet zeggen dat het gemakkelijke jaren waren. Ilse Raaijmakers schreef er een prachtig proefschrift over, met de titel De stilte en de storm. De voorbereiding op de twee minuten stilte en de nasleep ervan kunnen soms stormachtig zijn. Maar dat je je voor deze twee bijzondere dagen mag inzetten, dat is alle moeite waard.”

De beleidsvisie Iemand stelt de vraag is te lezen op 4en5mei.nl. Het beleidsplan is ook op te vragen via info@4en5mei.nl.

| 59

12-beleidsvisie-4.indd 59

25-03-2021 14:58


INTERNATIONAAL

De vervolging van Sinti en Roma herdacht In oktober 2020 aanvaardde de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) een ‘Werkdefinitie van Antiziganisme en de discriminatie van Roma’. Met de aanvaarding erkende de IHRA dat de ontkenning van de genocide op Sinti en Roma heeft bijgedragen aan de vooroordelen en de discriminatie die veel Sinti en Roma vandaag de dag nog steeds ervaren. door Bas Kortholt foto Rob Bogaerts/Nationaal Archief/Anefo

In de komende jaren is het de bedoeling dat de 34 bij de IHRA aangesloten lidstaten in hun eigen land de Werkdefinitie gaan implementeren, aangespoord door het Committee on the Genocide of the Roma, die namens de IHRA verantwoordelijk was voor het opstellen van de Werkdefinitie.

Het Zigeunermonument De aanvaarding van de Werkdefinitie kan worden gezien als een belangrijke steun in de rug van de Nederlandse Sinti en Roma die al jarenlang strijden voor erkenning van het leed dat hun en hun familieleden voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog is aangedaan. De Sinti en Roma die de oorlog wisten te overleven, stond in Nederland geen warm welkom te wachten. Onbegrip, beeldvorming en vooroordelen leidden tot een wederzijds wantrouwen tussen overheid, burgers en Sinti en Roma. Over de oorlog werd veelal gezwegen. Door de Sinti en Roma, ook uit bescherming van hun eigen cultuur en tradities. En door de rest van Nederland: in de eerste decennia na de bevrijding was het verzetsperspectief in de nationale herinnering aan de Tweede

Wereldoorlog leidend. In november 1978 werd door initiatiefnemer Koko Petalo in Amsterdam het Zigeunermonument Hel en vuur onthuld, ontworpen door beeldhouwster Heleen Levano. Het monument was een van de eerste ter wereld dat specifiek verwees naar de vervolging van Sinti en Roma tijdens de oorlogsjaren. Met onder meer de onthulling van het Zigeunermonument, de uitgave van verschillende (wetenschappelijke) publicaties en de oprichting van diverse belangenorganisaties, groeide vanaf het einde van de jaren zeventig de publieke aandacht. Zeker nadat in 1994 Aad Wagenaar via Theresia ‘Crasa’ Wagner ontdekte dat het ‘meisje met het hoofddoekje’ uit de bekende

IHRA Bas Kortholt is onderzoeker bij Kamp Westerbork en is lid van de Nederlandse IHRAdelegatie. Binnen IHRA werken overheden en experts samen aan het bevorderen van educatie over, herdenking van, en onderzoek naar de Holocaust en het bestrijden van antisemitisme. Nederland is een van de 34 leden van de IHRA. Meer informatie: holocaustremembrance.com.

‘Westerborkfilm’ een Sintezza genaamd Settela Steinbach was. In de jaren negentig werden steeds meer initiatieven door de gemeenschap zelf georganiseerd. Sintivoorman Hannes Weiss, zijn dochter Lalla en neef Zoni Weisz namen het voortouw om vanaf 1994 jaarlijks in kamp Westerbork het transport van 19 mei 1944 te herdenken. Ook speelden zij rond de eeuwwisseling een leidende rol bij gesprekken met de regering-Kok over restitutie van in de oorlog geroofde tegoeden.

Samenwerking Tegenwoordig gaan Sinti en Roma uit de tweede en derde generatie voorop in de strijd om erkenning van het oorlogsleed. Hiertoe wordt regelmatig de samenwerking gezocht met overheden. Neem de reizende tentoonstelling van Stichting O Lungo Drom van wijlen Beike Steinbach en Peter Jorna die in vijftien jaar, in samenwerking met ruim twintig gemeenten, duizenden bezoekers over het verleden en heden van de Sinti en Roma wist te informeren. Onlangs werd de tentoonstellingscatalogus in combinatie met een publicatie over de geschiedenis van Sinti en Roma in Den Haag en een biografie van

60 NCMagazine | voorjaar 2021

24-ihra.roma-2.indd 60

25-03-2021 15:27


Onthulling van het monument voor de in de Tweede Wereldoorlog vermoorde Sinti en Roma op het Museumplein in Amsterdam. Het beeld is een ontwerp van Heleen Levano-Wiedemeijer.

Anjes Wolfs-Driessen over haar moeder, Auschwitz-overlevende Mädie Franz, in opdracht van Kamervoorzitter Arib aan alle 150 kamerleden uitgereikt. Dergelijke samenwerkingen, die door de IHRA worden aangemoedigd, vinden ook internationaal plaats. Zo sluiten er Nederlandse belangenorganisaties aan bij activiteiten die wereldwijd in het kader van Roma Holocaust Memorial Day en Holocaust Memorial Day worden georganiseerd. Onder leiding van Sabina Achterbergh, voorzitter van de Vereniging Sinti, Roma, Woonwagenbewoners Nederland, is er jaarlijks een Nederlandse delegatie aanwezig bij de herdenking van de liquidatie van het Zigeunerlager in AuschwitzBirkenau. En Mila van Burik Bihari stelde een educatieve tentoonstelling samen over Roma en Sinti vanuit Europees perspectief, die een aantal jaren rond 27 januari op de Hogeschool Utrecht voor studenten te zien was. Ook bij nieuw internationaal onderzoek waren Nederlandse instellingen betrokken. Een Europees samenwerkingsverband onder leiding van de Universiteit van Amsterdam leverde bijvoorbeeld een bijdrage aan een baanbrekend archeologisch onder-

zoek naar het interneringskamp Lety, een nazi-concentratiekamp voor Roma in het huidige Tsjechië. In de komende jaren zal mede op basis van dit onderzoek in Lety een nieuw herinneringscentrum verrijzen.

Signaal Toch zijn we er nog lang niet. Veel van de stereotyperingen die in de Werkdefinitie worden benoemd, zijn nog altijd springlevend. De aanvaarding van de Werkdefinitie zou daarom een krachtig signaal voor bijvoorbeeld gemeenten, musea en herinneringscentra moeten zijn om de initiatieven die er vanuit de Sinti- en Romagemeenschap worden ontwikkeld, (nog beter) te omarmen, te ondersteunen en een landelijk podium te bieden. Zodat, zoals overlevende Zoni Weisz het in 2011 in een toespraak voor de Duitse Bondsdag stelde, Sinti en Roma net als alle andere Europeanen dezelfde rechten en kansen krijgen: “Ik spreek de hoop uit dat onze geliefden niet tevergeefs zijn gestorven. We moeten, al was het maar voor hen, de boodschap van vreedzame co-existentie blijven verkondigen en bouwen aan een betere wereld. Zodat onze kinderen in vrede en veiligheid kunnen leven.”

Sinti en Roma worden wereldwijd al eeuwenlang onderdrukt en vervolgd. De eerste groep Sinti en Roma werd in 1420 in Nederland gezien. Waar zij eerst nog gastvrij werden ontvangen, daar werd de gemeenschap vanaf de 17de eeuw intensief opgejaagd. Sinti en Roma werden gezien als ‘rondtrekkende dieven’ en ‘vagebonden’, lui en gemakzuchtig, ‘zonder enige vorm van zeden’. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden naar schatting meer dan 500.000 Sinti en Roma uit heel Europa door de nazi’s vermoord in wat de Porajmos is komen te heten. Voor de Tweede Wereldoorlog woonden er ongeveer 4500 Sinti en Roma in Nederland. Vanaf juli 1943 mochten Sinti en Roma niet meer in Nederland rondreizen. Op 16 mei 1944 vonden er vervolgens razzia’s plaats: 578 Sinti, Roma en ‘reizigers’ (woonwagenbewoners) werden door voornamelijk Nederlandse politieagenten opgepakt en naar kamp Westerbork weggevoerd. Drie dagen later, op 19 mei 1944, werden vanuit Westerbork 245 Sinti en Roma naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. De meesten moesten nog 18 jaar worden. Slechts 31 van hen zouden de oorlog overleven.

| 61

24-ihra.roma-2.indd 61

25-03-2021 15:28


HERDENKEN EN VIEREN

Nu het herdenkingsjaar 75 jaar vrijheid achter ons ligt, breekt voor vfonds, Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg, een nieuwe fase aan. Directeur Lisette Mattaar: “Midden in dat spannende jaar is het gelukt om – met input vanuit het werkveld – een nieuw beleidsplan en subsidiekader te ontwikkelen.” Wat betekent een en ander voor toekomstige projecten, geïnitieerd of ondersteund door vfonds? door Alex Bakker foto Ben Houdijk

Een vfonds-meetingpoint op een Bevrijdingsfestival.

62

NCMagazine | voorjaar 2021

26-Vfonds-2.indd 62

25-03-2021 15:29


Vfonds: een aangescherpte visie Een nieuwe koers wil Mattaar het niet noemen, wél een aangescherpte en geactualiseerde visie. “Wij vonden het belangrijk om onze uitgangspunten, overwegingen en ambities in één verhaal te benoemen. Vfonds kende zijn eigen rol en functie goed, maar een heldere, samenhangende missie was niet eerder geformuleerd. Kort samengevat luidt die missie nu: het versterken van de democratische rechtsstaat en de vreedzame samenleving. Dat doen we vanuit vier doelstellingen: het vergroten van kennis van oorlog en conflict; het vergroten van waardering voor de democratische rechtsstaat; de waardering voor veteranen en politie; en het vergroten van vaardigheden om actief bij te dragen aan de vreedzame samenleving. We onderscheiden ons van andere fondsen door onze oorsprong: het erfgoed van de Tweede Wereldoorlog en de aandacht voor veteranen. Die wortels zullen we nooit uit het oog verliezen.”

Is de vierde doelstelling, het vergroten van vaardigheden om actief bij te dragen aan de vreedzame samenleving, specifiek gericht tegen de polarisatie? En welke vaardigheden kunnen dat zijn? Mattaar: “Ja, denk aan de zogenaamde soft skills: vaardigheden om een dialoog aan te gaan, om te luisteren, om je te verplaatsen in een ander in plaats van alleen gehoord te willen worden en je gelijk te krijgen. Debatcentrum De Balie heeft afgelopen jaar met onze steun Het Nationaal Gesprek over Vrijheid gerealiseerd. Op 75 mbo-scholen vonden ontmoetingen plaats tussen 75 politici, CEO’s, burgemeesters en andere topbestuurders. Samen gingen ze met elkaar in gesprek over de waarde van vrijheid en democratie: wat betekent vrijheid eigenlijk? Hoe draag je hieraan bij en waarom is dat belangrijk? Onder anderen Khadija Arib, Ank Bijleveld, Paul Blokhuis, Klaas Dijkhoff en Rob Jetten deden mee. Het zat altijd vol, in sommige gevallen zelfs in het weekend.”

Politie

Vfonds is afgestemd op de samenwerking met andere partijen zoals musea, producenten, provincies, culturele ondernemers. En al jaren is het Nationaal Comité een belangrijke strategische partner. Onlangs werd opnieuw een intentieverklaring tussen beide organisaties ondertekend. Was dat nodig? Mattaar: “In die zin, dat we onze samenwerking opnieuw hebben beklonken. In het herdenken en vieren van vrijheid zit onze verbondenheid waar we wederom vorm aan gaan geven, en waarbij we samen ook op zoek gaan naar nieuwe vormen. Na ‘75 jaar vrijheid’ moesten we allemaal even bijkomen en terug naar ‘normaal’. Onze bijdragen aan de Bevrijdingsfestivals en Adopteer een monument zijn vaste waarden binnen onze samenwerking. We zijn betrokken bij de manieren waarop deze projecten de doelstelling over vrijheid, de rechtsstaat en vreedzaamheid waarmaken.”

Vfonds werkt op drie manieren: projecten over onderbelichte thema’s initiëren en daar een geschikte partner bij zoeken; het leggen van verbindingen tussen partijen of projecten in het veld; en het beheren van een fonds voor projectaanvragen. Mattaar: “De nieuwe binnenkomende projectaanvragen gaan we langs de meetlat van ons nieuwe subsidiekader leggen. We zullen ze vooral bevragen op actuele maatschappelijke relevantie. Een zuiver historisch verhaal is niet genoeg, het moet werkelijk een vertaalslag naar de samenleving van nu bevatten. Dat kan op allerlei manieren. Het vergroten van kennis van oorlog en conflict kan bijvoorbeeld heel mooi in een projectvorm waarin het vertellen van oorlogsverhalen centraal staat. Waarbij verhalen niet alleen verteld worden, maar ook beluisterd en besproken. Opvallend is de toevoeging van de politie als doelgroep naast de veteranen. Waarom wil vfonds bijdragen aan hun waardering? Mattaar: “Omdat de politie een cruciale rol speelt in het beschermen van de democratische rechtsstaat en de vreedzame samenleving. Zeker in deze onrustige tijden. Helemaal nieuw is het niet: vfonds heeft al eerder politieprojecten ondersteund, zoals de Stichting WEP (Waardering Erkenning Politie) en het PIT Veiligheidsmuseum in Almere. En voor de toekomst? Het Veteraneninstituut heeft bijvoorbeeld het initiatief ‘Veteraan in de klas’. Ik kan me ‘Agent in de klas’ ook heel goed voorstellen!”

Maatschappelijke urgentie Toenemende polarisatie en afnemende sociale cohesie en tolerantie in de samenleving: vfonds benoemt het als actueel gevaar. Mattaar: “Ja, dat is een schrijnende constatering. Daarom zoeken we naar projecten met een uitgesproken maatschappelijke urgentie die mensen samenbrengen: letterlijk en figuurlijk, fysiek en mentaal. Met meer inhoud dan alleen een buurtbarbecue – hoewel samen eten wél een perfect middel is. Ik hoop dat de Vrijheidsmaaltijden op 5 mei een jaarlijkse nationale traditie worden. Dat lijkt me echt fantastisch.”

Verantwoorde impact Nieuw in het subsidiekader 2021-2025 is ook de verschijningsvorm waarin projecten hun beslag kunnen krijgen. Mattaar: “We hadden de sprong gewaagd om een grote oorlogsfilm voor de bioscoop te realiseren: De Slag om de Schelde. Films, series en games bepalen voor een belangrijk deel de beeldvorming over de oorlog, zeker bij jongeren. Dat is tricky, want spannende publieksfilms hebben hun eigen wetten en games zijn vaak gewelddadig. Maar die media bieden ook grote kansen om op een verantwoorde manier impact te hebben. Daarom is het nu niet meer uitgesloten om subsidie voor filmproducties en documentaires bij ons aan te vragen. Dat geldt ook voor egodocumenten en monumenten, hoewel ze aan scherpe voorwaarden gebonden blijven. We verlangen altijd die concrete en urgente relevantie voor het heden. De eerste aanvraagronde onder het nieuwe beleidsplan zit er inmiddels op en we zijn verheugd om te zien wat voor inventieve en relevante initiatieven er zijn. Dat geeft echt vertrouwen: dankzij en met hen kunnen we samen verschillende generaties inspireren en hen stimuleren zich actief in te zetten voor een sterke democratische rechtsstaat en vreedzame samenleving.”

| 63

26-Vfonds-2.indd 63

25-03-2021 15:29


Met busladingen tegelijk komen scholieren naar historische locaties zoals Nationaal Monument Kamp Vught en de Hollandsche Schouwburg. De schokkende geschiedenis van deze plaatsen raakt hen vaak diep. Maar weten ze daarna echt meer over de Holocaust? door Mirjam Janssen foto Marijn Scheeres

Holocaust-educatie op locatie maakt de geschiedenis tastbaar De International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) noemt in een recent rapport een aantal belangrijke doelen van Holocaust-onderwijs: het kennisniveau van leerlingen over deze geschiedenis vergroten en de herinnering aan de slachtoffers levend houden. Ten slotte dienen scholieren te leren reflecteren op de relevantie van de geschiedenis van de Holocaust voor belangrijke politieke en morele thema’s vandaag de dag. Marc van Berkel, docent aan de lerarenopleiding geschiedenis van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, vertelt dat docenten steeds meer de nadruk leggen op dat laatste aspect. Ze willen dat hun leerlingen lessen trekken uit de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog – leren van. En leerlingen zelf willen dat ook, zo blijkt uit zijn onderzoek: 56 procent van de jongeren is geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog en zeven op de tien menen dat ze ervan kunnen leren. Maar: ze hebben vaak weinig feitenkennis – het

ontbreekt dus aan leren over.

Lichtpuntjes Docenten kiezen dikwijls voor een bezoek aan een locatie als Nationaal Monument Kamp Vught, een van de drie voormalige Nederlandse concentratiekampen die nu te bezoeken zijn als herinneringscentrum, om hun leerlingen meer over de oorlog te leren. In reguliere jaren ontvangt Kamp Vught ruim 70.000 bezoekers, waarvan de helft uit scholieren bestaat. Maar wat voor soort kennis kunnen deze bezoeken bijdragen, en hoe wordt die kennis overgebracht? “Scholen komen hier graag omdat een authentieke plek als deze echt iets toevoegt aan hun beleving en hen in staat stelt een brug naar het verleden te slaan”, vertelt directeur Jeroen van den Eijnde. Alle nadruk ligt op de locatie, dat is volgens hem ook de wens van de scholen. “De rondleiding voor scholen is daarom helemaal daaraan gewijd. Per niveau kijken we wat passend

is. Aan basisschoolkinderen vertellen we niet over de 74 vrouwen die hier een nacht werden opgesloten in één krappe cel. We vertellen het verhaal ook nooit zo dat het alleen maar naargeestig is. Er zijn ook lichtpuntjes: mensen toonden moed en solidariteit, en er ontstonden vriendschappen.” Van Berkel stelt dat het belangrijk is om de historische context goed uit te leggen en dat kan bij jongeren heel goed aan de hand van dergelijke persoonlijke verhalen. Ook Kamp Vught werkt zo. Van den Eijnde: “We vertellen het verhaal van deze plek aan de hand van persoonlijke belevenissen van kinderen. Een daarvan is Roosje Mozes, een meisje dat hier echt heeft verbleven. Dat maakt het heel concreet voor leerlingen. De naam van Roosje op het kindermonument glimt door de vele vingers die eroverheen hebben gewreven.”

Tien fasen van genocide Ook het Nationaal Holocaust Museum, on-

64 NCMagazine | voorjaar 2021

21-4-educatie.lokatie-2.indd 64

25-03-2021 15:25


ONDERZOEK

Leerlingen geven de installatie ‘In Memoriam’ van Willem Volkersz vorm in het nieuwe Holocaustmuseum in Amsterdam.

derdeel van het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam, trekt veel schoolklassen. Het museum heeft drie jaar proefgedraaid en gaat in 2022 officieel open. Het museum omvat deportatieplaats de Hollandsche Schouwburg en de voormalige Hervormde Kweekschool ertegenover, vanwaar 600 Joodse kinderen werden weggesmokkeld en zo aan de vernietigingskampen ontkwamen. Een geschiedenis die diepe indruk maakt op de scholieren, vooral als ze op de plek staan waar de Joodse kinderen werden overgedragen aan het verzet. Bij de educatieve opzet gebruikt het museum de theorie van de Amerikaanse jurist Gregory Stanton als kapstok. Stanton vatte het proces van genocide samen in een model dat tien ‘voorspelbare, maar niet onomkeerbare’ stappen onderscheidt. Educatief medewerker Inger Schaap: “Tijdens de pilotfase hebben we jongeren opdrachten laten uitvoeren met behulp van Stantons model. We vroegen hen de verschillende fasen te onderzoeken en de mogelijkheden

tot verzet te benoemen. Daarna legden we de link naar de actualiteit. Wat zien ze vandaag de dag? Wat kunnen ze doen? Jongeren zien zo bijvoorbeeld dat wij-zijdenken een eerste stap is. We proberen het natuurlijk niet te veel te vereenvoudigen. Pesten bijvoorbeeld leidt niet automatisch tot genocide.”

Tastbare geschiedenis De impact van deze vorm van educatie is moeilijk vast te stellen, erkent Schaap. “De verwachtingen zijn torenhoog, net als bij het burgerschapsonderwijs. Het streven is ‘betere burgers’ te maken, maar dat kan nooit in één bezoek. Het gaat meer om kleine speldenprikjes tijdens het hele onderwijstraject, waarin leerlingen worden gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid en het belang van democratische waarden.” Maar leveren lessen op locatie ook meer kennis op? Volgens Van Berkel niet per se. “Als ik leerlingen vraag wat hun kennisbronnen zijn als het over de

Holocaust gaat, verwijzen ze meestal naar het onderwijs en speelfilms. Ze noemen musea en herdenkingsinstellingen veel minder.” Toch betekent dat volgens hem niet dat het onderwijs op een historische locatie zinloos is. “Vaak komen er scholen uit de regio op bezoek. De leerlingen ondervinden daardoor dat de vreselijke geschiedenis van vervolgingen zich ook in hun buurt heeft afgespeeld. Dat is heel belangrijk, want steeds minder jongeren hebben opa’s en oma’s die de oorlog nog hebben meegemaakt. Zo gaat de oorlog toch voor hen leven.”

WO2 Onderzoek uitgelicht In WO2 Onderzoek uitgelicht ( jaargang 10, nummer 1) vindt u de langere versie van dit artikel. Meer lezen over onderzoek naar herdenken, vieren en herinneren? Kijk dan op tweedewereldoorlog.nl/ onderzoekuitgelicht of in de Onderzoek uitgelicht-app.

| 65

21-4-educatie.lokatie-2.indd 65

25-03-2021 15:25


Arianne de Jong nieuwe directeur Nationaal Comité 4 en 5 mei

PAUL TOLENAAR

Arianne de Jong is per 15 februari aangetreden als directeur van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Zij volgt Jan van Kooten op die afgelopen november aangaf te stoppen na vijftien jaar leiding te hebben gegeven aan het bureau van het comité. De Jong was werkzaam bij de internationale medische mensenrechtenorganisatie Dokters van de Wereld, de laatste zeven jaar als algemeen directeur. Vanuit die functie heeft ze diverse nationale en internationale programma’s opgezet, gericht op medische hulp aan kwetsbare groepen. “Ik voel mij vereerd om het stokje van Jan van Kooten over te mogen nemen en zie ernaar uit om samen met alle medewerkers, partners en de vele betrokkenen bij 4 en 5 mei bij te kunnen dragen aan de missie van het Nationaal Comité 4 en 5 mei”, aldus de nieuwe directeur.

MUSEON

Vrijheid Vastgelegd Op Tweedewereldoorlog. nl worden vanaf april bijzondere voorwerpen van oorlogsmusea uitgelicht die te maken hebben met vrijheid. Via deze online tentoonstelling wordt extra aandacht gevraagd voor de (online) programmering van de oorlogs- en verzetsmusea en de herinneringscentra.

Nieuwe website Vanaf half april heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei een nieuwe website. Een nieuwe vormgeving en een betere navigatiestructuur zorgen ervoor dat bezoekers van 4en5mei.nl informatie sneller en beter kunnen vinden. De nieuwe pagina ‘Inspiratie’ biedt op een overzichtelijke manier achtergrondinformatie aan, zoals video’s, artikelen, podcasts en blogs. Ook de Oorlogsmonumentendatabase is vernieuwd met een verbeterde vormgeving en een nieuwe zoekfunctie. Dit maakt het ook makkelijker om digitaal bloemen te leggen bij een van de bijna 4000 monumenten in deze database.

66 NCMagazine | voorjaar 2021

16-stavaza-2-.indd 66

25-03-2021 15:19


HERDENKEN EN VIEREN

Stand van zaken door: de redactie

De Stand van vrijheid In de publicatie De stand van vrijheid wordt verkend hoe de Nederlandse bevolking vrijheid beleeft en hoe men er in de dagelijkse praktijk vorm aan geeft. Deze publicatie is een gezamenlijke uitgave van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en het Sociaal en Cultureel Planbureau en is nu al digitaal beschikbaar op 4en5mei.nl. Op 12 april verschijnt de bundel in druk, met een uitgebreid nawoord en een reflectie van Denker des Vaderlands Daan Roovers. Het onderzoek is ook op te vragen via info@4en5mei.nl

Geef vrijheid een gezicht 4FREE is een online omgeving over vrijheid en keuzes maken voor studenten in het voortgezet onderwijs en mbo. Het digitale lesmateriaal is dit jaar vernieuwd en bestaat uit twee nieuwe films, met als titel Geef vrijheid een gezicht. In de eerste film spreekt Sara (15 jaar), die is gevlucht voor de oorlog in Syrië, met Trijneke Blom-Post (83), die als dochter van verzetsman Johannes Post de Tweede Wereldoorlog meemaakte. In de tweede film gaan Emmy Drop (85 jaar) en Wahhab (25 jaar) met elkaar in gesprek. Wahhab ontvluchtte de oorlog in zijn vaderland Irak. Emmy overleefde als Joods meisje de Tweede Wereldoorlog. De films zijn gemaakt in samenwerking met Vluchtelingenwerk Nederland en het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WOII-Heden. Bekijk ze op 4free-now.nl.

| 67

16-stavaza-2-.indd 67

25-03-2021 15:19


OP 4 EN 5 MEI STAAN WE SAMEN STIL BIJ ONZE VRIJHEID

€5,-

28-werf-1.indd 68

Vanaf 3 mei verkrijgbaar in de boekhandel

25-03-2021 15:30


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.