11 minute read

Coen Wantenaar

‘Zorg voor het landschap hoort erbij’

Melkveehouder Coen Wantenaar in Soest vindt het logisch dat hij zich inzet voor de biodiversiteit op zijn bedrijf. ‘We zijn op weg om in balans te komen met de planeet.’

Advertisement

Vorig jaar nam Coen Wantenaar het melkveebedrijf van zijn ouders over. Het bedrijf met 150 koeien ligt tussen Amersfoort en Soest. De 60 hectare grasen 20 hectare maisland liggen grotendeels langs de zuidelijke oever van de Eem. Aan de overkant van de rivier ligt Eemland, een van de beste weidevogelgebieden van ons land.

Aan de andere kant van de boerderij liggen de bossen en stuifzanden van de Soesterduinen.

Tot tien jaar geleden stond natuur op het bedrijf nog niet hoog op de agenda. Dat is inmiddels anders. Naast de boerderij is een boomgaard ingeplant, rondom de stallen liggen honderden meters houtwal.

Kleine zoogdieren vinden er een geschikt leefgebied. Hazen schuilen er overdag in de beschutting van de struiken. Eekhoorns maken in de hogere bomen nesten. En dan is er de dassenburcht, toch wel het mooiste resultaat tot nu toe. Natuurlijk barst het ook van de vogels in de houtwallen. De percelen langs de Eem kregen glooiende oevers. Coen: “Met de vrijgekomen grond hebben we dammen gelegd in de sloten tussen de percelen. Daardoor kan ik veel efficiënter werken. En de natuurlijke oevers bieden vogels insecten en beschutting.” Een ingreep dus die winst voor de boer en voor de natuur betekent.

Gezond vee

Maar het begint bij gezond vee. De koeien komen zo’n 200 dagen per jaar buiten. “Ik melk ze zelf. Daardoor zie ik ze elke dag, ik raak ze aan. Zo heb ik meteen in de gaten als er wat aan de hand is.” Nieuwe aanwas fokt Coen zelf op; er zijn 70 stuks jongvee op het bedrijf. De inzet voor de natuur is wat de jonge boer betreft een logische aanvulling op de bedrijfsvoering. Coen: “De maatschappelijke druk om natuurvriendelijker te werken is groot. Zorg voor het landschap hoort erbij. De koeien zijn de basis. Maar op die 80 hectare moet ik ook wat voor landschap en natuur kunnen doen. Door die inzet sta ik ook sterker in de discussie over de aanleg van zonneparken die nu in de omgeving speelt.” Hij heeft wel overwogen om over te stappen op een biologische productiewijze. “Maar je zit dan met een overgangsperiode van twee

Klompenpad

Langs en over het bedrijf van Coen loopt het Derde Erfpad, een klompenpad door de polders langs de Eem, bossen en stuifduinen. De wandelroute heeft een lengte van 9 kilometer. klompenpaden.nl/

derde-erfpad

‘Zorg voor het landschap hoort erbij’

jaar. In die periode werk je al wel biologisch en is de melkproductie dus lager, maar je krijgt er nog niet voor betaald. De financieringsruimte om die twee jaar te overbruggen heb ik niet.”

Meer verbeteringen

Coen werkt wel volgens de eisen van het keurmerk On the Way to Planet Proof. Door de ruimte die hij op het bedrijf al maakte voor natuur hoefde hij niet veel extra’s te doen om in aanmerking te komen voor het duurzaamheidkeurmerk. De bonus die hij daarvoor krijgt – 2 cent per liter, wat in totaal neerkomt op zo’n 30.000 euro per jaar – steekt hij in verdere verbeteringen voor natuur en duurzaamheid. Wat betreft het landschap wil hij de komende jaren rijen knotwilgen herstellen, natuurvriendelijke oevers langs sloten uitbreiden en een of meer percelen omvormen tot kruidenrijk grasland. De inspanningen voor de natuur doet Coen Wantenaar in nauwe samenwerking met het Agrarisch Natuur Collectief Utrecht Oost, een van de veertig collectieven in ons land. In een collectief werken boeren samen om in een regio natuur en landschap te versterken. Dat de eisen van het keurmerk elk jaar strenger worden, vind Coen terecht. “Het heet niet voor niks ‘on the way to’. We zijn op weg om in balans met de planeet te komen. Het is logisch dat de standaard dan jaarlijks omhooggaat. Als alle boeren meedoen, maken we een groot verschil. Daar kan de consument bij helpen door Campinazuivel met het On the Way to Planet Proofkeurmerk te kopen.”

Met FrieslandCampina on the Way to PlanetProof

Coen Wantenaar levert zijn melk aan zuivelconcern FrieslandCampina. Vanwege zijn inzet voor natuur, klimaat en dierenwelzijn voldoet hij ruimschoots aan de eisen van het duurzaamheidskeurmerk On the Way to PlanetProof. De boeren die met dit keurmerk werken, krijgen 2 cent extra per kilo geleverde melk. Of ze kunnen deelnemen, hangt af van de consumenten: hoe meer Planet Proof-zuivel zij kopen, hoe meer boeren kunnen meedoen. Natuurmonumenten en Campina werken samen om de natuur te versterken. De criteria van Planet Proof worden elk jaar aangescherpt, zodat boerenbedrijven steeds natuurvriendelijker en duurzamer worden. Wil je deze boeren steunen? Koop dan zuivelproducten met het On the Way to PlanetProofkeurmerk. Meer info: planetproof.nl

Man en vrouw

Mannetjes zijn maar half zo groot als de vrouwtjes. Een vrouwtje het hof maken, kan dan ook zomaar fataal aflopen. Om duidelijk te maken wat hij wil, trommelt het mannetje met zijn poten op haar web. Als hij welkom is, benadert hij haar voorzichtig. Met zijn knotsvormige tasters brengt hij zijn sperma over naar haar geslachtsorgaan. En maakt hij dat hij wegkomt.

Kriebelige kruisspin

Midden in haar web wacht ze geduldig tot er een vliegje of mugje invliegt. Op de kleverige draden schitteren dauwdruppels als diamanten in de mistige herfstzon. Wie kent haar niet? De kruisspin, bewoner van tuinen, parken en bosranden.

Gifkaken

Als een insect vast komt te zitten in het web, komt de spin af op het gespartel en verlamt haar prooi met een giftige beet. Ze wikkelt het slachtoffer in en spuit hem vol met enzymen die het inwendige van het insect oplossen tot een vloeibaar soepje. Daana zuigt ze haar prooi leeg.

Jonkies

In het voorjaar kruipen de kleine spinnetje uit hun ei. Eerst blijven ze nog bij elkaar, maar na een paar vervellingen zijn ze groot genoeg en kiezen ze hun eigen pad. Aan een zelf gesponnen draadje laten ze zich met de wind meevoeren naar een nieuwe plek.

Kleuren

De kruisspin is een mooi voorbeeld van een wielwebspin. Om zo’n web te maken begint de spin met een stevig vierkant waarbinnen ze spaken spant. Daar legt ze hulpdraden overheen die ze vervolgens opeet en vervangt door een spiraal van kleverige draden. Die draden hebben verschillende kleuren, die mooi oplichten in het zonlicht. Dankzij het waslaagje op haar haren kleeft de spin zelf niet vast aan haar breisel.

Eitjes

In de herfst legt het vrouwtje zo’n 800 eitjes op een hoopje. Ze kiest daarvoor een beschut plekje. Met een geel laagje spinsel beschermt ze haar broedsel tegen vijanden, kou en regen. Tot haar dood – een paar weken later – bewaakt ze de eicocon.

Achterlijf

Spinrag wordt in grote klieren gemaakt en uit het lichaam geperst via de 6 spintepels aan het achterlijf. Daarmee maakt de kruisspin webben, maar ze spint er ook haar eitjes of prooien mee in.

de v rser

Alles willen weten van één planten- of diersoort. Dat is de missie van de natuurvorser.

‘Je moet de mentaliteit van een stroper

hebben’ Hoe meer hij weet, hoe meer Matthijs Smaal gegrepen wordt door hermelijnen, wezels en bunzingen. Met een eigen vinding maakt hij hun onzichtbare bestaan een

beetje zichtbaar. TEKST: Frans Bosscher BEELD: Erik Buis

maakt kleine roofdieren zichtbaar. Het is zo’n wisselvallige zomerse dag. De bermen aan de oostkant van Assen staan vol bloemen. Op de afgesproken plek staat Matthijs Smaal ons op te wachten. We kunnen meteen op pad. Matthijs doet al vele jaren onderzoek naar kleine zoogdieren, zoals wezels, hermelijnen en bunzingen. Onderweg vertelt hij waarom. “Je ziet ze niet. Het is ook heel lastig om ze te zien te krijgen. De meeste mensen vinden het te moeilijk. Mij fascineert dat ongrijpbare. Het daagt mij juist uit om er meer van te willen weten.” Wat is er nodig om ze wel te zien te krijgen? “Dat begint bij je instelling. Ik ben een stroper. Niet dat ik ooit gestroopt heb, maar ik heb wel iets van die mentaliteit. Iedereen ging altijd achter die beestjes aan. Daar heb ik geen zin in. Laat ze maar achter mij aangaan. Voor mij is de uitdaging om uit te vinden hoe en waar ik dat voor elkaar kan krijgen.”

Sponsdoekje

Na een minuut of vijf lopen duiken we een houtwal langs het zandpad in. We banen ons een weg door bramen en brandnetels en staan dan ineens bij een nestkast, verstopt onder een stapel dode takken. Het is jarenlang de manier geweest om te achterhalen of de kleine roofdieren in een gebied aanwezig zijn. Wezels en hermelijnen kruipen erin om te slapen of een prooi op te eten. Voor bunzingen is de ingang van de kast te klein. “Ik heb er een inloopplankje voor gemaakt. Daarop heb ik een sponsdoekje gemaakt met parafine-olie en beendermeel. Dat maakt de pootafdrukken zichtbaar op het plankje.” Er was één probleem: hermelijnen lopen om het kussentje met parafine heen. “Ik zag alleen sporen van wezels. En van muizen. Er moest dus wat beters komen.” Vele uren van knutselen en testen leidden tot de Struikrover. Matthijs kruipt iets verder de ruigte in en komt even later met zijn vinding tevoorschijn. Het is een schuin afgezaagde pvc-buis waarin een camera zit. Daarvoor ligt een plankje met op het uiteinde een blikje sardines.

Op de pasfoto

Eens in de drie weken vervangt Matthijs het blikje. Hij haalt de stinkbom van het plankje: “Sinds ik dit doe, raak ik geen sardines meer aan.” Hij pakt een nieuw blikje en prikt daar met een priem een gaatje in, boven aan de zijkant om rotting tegen te gaan. “De truc is dat de diertjes

‘Bescherm het landschap, zodat er genoeg voedsel is’

eraan gaan ruiken. Daarbij zitten ze heel even stil. Precies op dat moment maakt de wildcamera in de buis een pasfoto. Voor de lens van de camera heb ik een glaasje van een leesbril met een sterkte van +3 gemonteerd, zodat het beestje haarscherp in beeld komt. Daardoor kan ik ze herkennen aan een keelvlekje of de vorm van een oor.” Behalve het sardineblikje vervangt Matthijs ook het kaartje van de camera. Thuis leest hij het vervangen kaartje uit om te zien wat er de afgelopen drie weken is langsgekomen. Dat is altijd een spannend klusje. Deze keer is het bingo: een bunzing is op bezoek geweest.

2023 weer piekjaar

Zes Struikrovers heeft Matthijs hier in het dal van de Drentsche Aa staan. Het is een kleinschalig landschap met hooilanden en houtwallen. “Een ideaal leefgebied voor kleine marterachtigen.” Wat vertellen zijn waarnemingen? Gaat het goed met ze? Of juist niet? “Het is niet te zeggen”, is het onbevredigende antwoord. “2019 was een piekjaar. Toen waren er ook veel veldmuizen. We hebben nu een slecht jaar. Je ziet altijd dat populaties inklappen na een vorstperiode. Er zijn bovendien weinig veldmuizen dit jaar. We moeten hier even doorheen bijten. Over twee jaar gaan we weer naar een piek.” Het onderzoek naar de kleine roofdieren is te fragmentarisch om iets met zekerheid over de snelle, kleine en vrijwel onzichtbare roofdiertjes te kunnen zeggen. “Wat ik hier doe, zou je in het hele land moeten doen. En dat dan minstens dertig jaar. Dan krijg je gegevens waar je wat mee kunt. Of het zover komt, weet ik niet. Ik ga er in ieder geval mee door, want hoe meer ik weet hoe interessanter het voor mij wordt. Dat is gekte. Ik kan er niks anders van maken. Maar met die kennis krijgen we de kleine marterachtigen hopelijk op de agenda.”

Ruige stroken

Eigenlijk, zo zegt Matthijs, is de stand van de muizen nu de beste graadmeter om iets te kunnen zeggen over de stand van de kleine marterachtigen. “Muizen zijn het stapelvoedsel. Zijn er muizen dan zijn er wezels, hermelijnen en bunzingen. En wanneer zijn er muizen? Als het landschap op orde is. Ik heb een keer een vergelijking gemaakt tussen een aardappelveld en het Lauwersmeer. In de laatste kwamen duidelijk meer roofdieren voor de camera. Mijn advies is dan ook: creëer brede ruige stroken die als verbindingszones tussen natuurgebieden fungeren. Zorg dat daar geen bomen en rasterpalen staan, zodat er voor buizerds geen gelegenheden zijn om rustig af te wachten of er zo’n klein beestje langskomt. Met andere woorden: bescherm het landschap, zodat er voldoende voedsel is.”

We gingen met Matthijs op pad om te zien wat er bij een Struikrover langskomt. In onze podcast Puur Natuur kun je horen hoe dat afliep. Je vindt hem op shows.acast.com/puur natuur

This article is from: