19 minute read
Puur Natuursport suppen door de Vechtplassen
natuur sport
Suppen
Advertisement
Natuursporter Margriet Koeman (52) geeft suplessen op de Loosdrechtse Plassen. ‘Onderweg zie je dieren zoals reeën en ijsvogels. Het is zó mooi.’
“Klanten hebben al heel vaak gezegd dat twee uur suppen op de Loosdrechtse Plassen hetzelfde voelt als twee weken vakantie. Daar ben ik het nog steeds mee eens. En dat terwijl ik hier alweer een jaar of zeven op een board door de natuur peddel. Ik begon als klant. Suppen met je hond leek me wel leuk. Uiteindelijk ben ik blijven hangen. Eerst als instructrice en nu als eigenaresse van de sup-school ikSUP. Het voelt nog steeds niet als werk, ook niet als het druk is in de zomer. Het fijne aan suppen in de natuur is dat het je hoofd helemaal leeg maakt. Deze sport is heel toegankelijk, bijna iedereen kan het. Maar het is ook echt een sport waar je flink moe van wordt. De Vechtplassen zijn al eens uitgeroepen tot één van de mooiste sup-gebieden van Nederland. Het is hier zó mooi. Onderweg zie ik regelmatig ijsvogels vliegen en reeën grazen. Ik probeer waar mogelijk wat terug te doen voor Natuurmonumenten. Toen ik, voor mij geheel onverwachts, eerste werd in een wedstrijd waarbij we de route van de Elfstedentocht op een sup aflegden, heb ik het prijzengeld dan ook meteen gedoneerd.”
NATUURSUPPORTER Sport jij weleens in de natuur? Dan ben je een natuursporter! Een echte natuursporter is ook natuursupporter. Dat ben je als je iets terugdoet voor de natuur waar je energie opdoet of rust vindt. Samen maken we Nederland steeds een beetje mooier.
De stikstofuitstoot van de agrarische sector moet omlaag. Dat vraagt ingrijpende veranderingen. De zeven boeren op Schiermonnikoog hebben niet afgewacht, zij gaan voortaan ‘biodivers boeren’, voor en met de natuur. TEKST: Frans Bosscher
Tevreden kijkt veehouder Ludie van der Bijl uit over de Banckspolder. Zo in het vroege voorjaar komen de weidevogels weer binnendruppelen. Grutto’s, kievieten, tureluurs, scholeksters komen allemaal weer ‘thuis’. De komende weken zoeken ze een plek in de weilanden, maken er een nest en brengen er hun jongen groot. De Banckspolder op Schiermonnikoog is een van de beste weidevogelgebieden van ons land. De zeven boeren op het eiland zetten zich al jaren in om het de vogels zo goed mogelijk naar de zin te maken. Maar de veehouders willen meer. Meer geschikte graslanden waar de vogels kunnen broeden, om zo een flinke bijdrage te leveren aan het behoud van deze groep vogels die kenmerkend is voor onze polders.
Minder koeien
Het verbeteren van de omstandigheden voor de weidevogels is dan ook een belangrijk onderdeel van de omslag die de eilanderboeren gaan maken. Na jarenlange, soms moeizame voorbereidingen konden een half jaar geleden de handtekeningen worden gezet onder een toekomstplan voor de veehouderij op het Waddeneiland. Een toekomst waarin verbetering van de biodiversiteit een centrale rol speelt. Consequentie van het plan is dat de veestapel op Schiermonnikoog flink inkrimpt,van 650 naar 430 koeien. Ludie gaat van 69 naar 45 koeien. “Mijn stal staat op 15 meter van het Natura 2000-gebied (natuurgebied van Europees belang, red.). Vanwege de stikstofuitstoot van mijn bedrijf was het maar de vraag of ik er kon blijven. Ook de andere zes boeren zitten met die uitstoot. Omdat niemand van ons wilde stoppen, hebben we de koppen bij elkaar gestoken en zijn we gaan kijken op welke manier we alle zeven door konden.” Minder koeien was de uitweg. Om het inkomstenverlies op te vangen gaan de boeren meer aan natuurbeheer doen én gaan ze hun melk zelf verwerken tot kaas. Voorlopig gebeurt dat op de vaste wal, maar in de loop van dit jaar wordt op het erf van Ludie een
Duurzame zuivel van Friesland Campina
De zeven boeren op Schiermonnikoog produceren jaarlijks 3 miljoen liter melk. 1 miljoen liter wordt nu verwerkt tot kaas. De rest van de melk leveren ze aan Friesland Campina. Een duurzame landbouw staat hoog in het vaandel van het zuivelconcern. De keuze voor ‘biodivers boeren’ van de eilanderboeren is één van de manieren waarop daaraan invulling wordt gegeven. Veel andere aangesloten melkveehouders van Friesland Campina kiezen voor het concept On the Way to Planet Proof. Voor hun inspanningen voor klimaat, biodiversiteit en dierenwelzijn krijgen deze boeren maakt. 2 cent per liter extra. De criteria worden jaarlijks aangescherpt, zodat ze geleidelijk steeds meer natuurvriendelijk gaan werken. kaasfabriek gebouwd. Ze verkopen de kaas, die de naam ‘Van Schier’ draagt, in een eigen winkel in het dorp. Aan het opzetten van de onlineverkoop (vanschier.nl) wordt gewerkt.
Insectenrijkdom
Als het al zo goed gaat met de weidevogels, wat kun je dan nog meer doen? Ludie: “Het kan nog natter. We hebben al veel gedaan om water vast te houden door slootkanten glooiend te maken, maar daar is nog winst te halen. Water zorgt voor veel insecten. Die hebben de jonge vogels nodig. Om de insectenrijkdom te vergroten gaan we ook zorgen voor kruidenrijke grasland. De bloeiende planten trekken insecten aan.” Waar de vogels naar verwachting ook van profiteren, is de bodemverbetering die op de agenda van de boeren staat. “Dat doen we in samenwerking met de gemeente en Natuurmonumenten”, zegt Ludie. “Zij maaien bijvoorbeeld bermen. Van dat maaisel gaan we compost maken. Dat rijden we uit over het land om het bodemleven te stimuleren.” Het effect is meer wormen en insecten die de compost omzetten naar grond. Dankzij de verbeterde bodemstructuur wordt water bovendien beter vastgehouden. “Zo zullen we de kringloop op het eiland steeds verder sluiten.” De boeren gaan ook onderzoeken hoe ze meer variatie in hun gewassen kunnen brengen. Nu hebben ze alleen gras en maïs. Door maïsteelt te combineren met andere eiwithoudende gewassen, zoals bonen, erwten, zonnebloem, sorghum, granen, veldbonen lupine of erwten krijg je een landschap dat niet alleen aantrekkelijker oogt, maar waar ook vogels, hazen, konijnen en insecten op afkomen. Boswachter Jan Willem Zwart is blij met de keuzes die de boeren hebben gemaakt. Voor de zesduizend hectare natuur op het eiland is vermindering van de stikstof urgent. “Ik zeg altijd maar zo: als je een mooi groen gazon wilt, moet je stikstof strooien. Dat is wat er hier gebeurt. Die voortdurende bemesting is funest voor bijzondere duinplanten, zoals parnassia, muggenorchis, slanke gentiaan, rozenkransje en vlozegge. Aardbeidvlinder en duinparelmoervlinder hebben het moeilijk. Vogels als blauwe kiekendief en tapuit zijn zelfs al verdwenen. Duintoppen, valleien, slenken: ze groeien allemaal dicht. We hebben het lang proberen tegen te gaan door te plaggen, snoeien en afgraven. Maar het houdt een keer op. Het is dweilen met de kraan open. Om het duinlandschap open te houden, is een flinke vermindering van stikstofneerslag nodig. Als we niks doen, staat er
over tien jaar ondoordringbaar struikgewas op het eiland.” De inkrimping van de eilander veestapel komt dan ook als geroepen. En dat de veehouders natuur nu centraal stellen op hun bedrijven – ze noemen zich voortaan ‘biodiverse boeren’ – maakt het ook gemakkelijker om samen te werken, aldus Jan Willem. “Dat doen we bij de verwerking van maaisel en snoeiafval. In de duinen grazen nu ook Drentse heideschapen van de boeren. Ze gaan ook een groter deel van de kwelders in het natuurgebied maaien. Die worden dan aantrekkelijker voor weidevogels om te gaan broeden. Tegelijkertijd hopen we dat de ganzen daar ook naartoe te gaan, nu vreten die tot de zomer al het gras in de polder weg.”
Wakker liggen
Zo weten boeren en boswachters elkaar steeds beter te vinden. Na acht jaar vergaderen, onderzoeken, geld zoeken, meningsverschillen bijleggen, wakker liggen, vertragingen en andere hindernissen ligt er een inspirerend plan. Ludie: “We gaan met elkaar aan de slag. Dat doen we vanuit hetzelfde belang: we willen een mooi eiland.”
Meer weten over de samenwerking tussen boeren en boswachters op Schiermonnikoog? Luister dan naar onze podcast Puur Natuur. Je vindt de podcast op shows.acast.com/
puurnatuur
Nesten weidevogels Schiermonnikoog
– 2021 Graspieper (16) Grutto (25) Kievit (195) Scholekster (449) Tureluur (71) Veldleeuwerik (2) Wilde eend (54)
Pim van der Feltz begon eind vorig jaar als nieuwe directeur van Natuurmonumenten. Tijd om nader met hem kennis te maken. Redactielid van Puur Natuur en ecoloog Robert Ketelaar neemt hem mee naar landgoed Voorstonden bij Brummen. TEKST: Frans Bosscher BEELD: Erik Buis
et is duidelijk dat het voorjaar nog niet is begonnen deze ochtend. Een zwarte specht roept, maar verder is de natuur nog in rust. Het is fris. Wind is er niet. Het water in de vijver ligt er als een biljartlaken bij. Het versterkt de verstilde sfeer op landgoed Voorstonden. Ecoloog Robert Ketelaar koos deze locatie uit om nader kennis te maken met Pim van der Feltz, die eind vorig jaar begon als nieuwe directeur van Natuurmonumenten. Het is niet zonder reden dat Robert voor Voorstonden heeft gekozen. “Hier komen veel bedreigingen van de natuur bij elkaar. In het westen ligt de Veluwe, een groot gebied waar regenwater de grond inzakt. Dat moet hier weer tevoorschijn komen. Maar door de verdroging gebeurt dat niet meer. Daar komen de neerslag van stikstof en de inwaaiende bestrijdingsmiddelen bij, waardoor de natuur op Voorstonden erg onder druk staat.” Pim: “Waaraan zie je die negatieve effecten?” Robert: “Verdroging zie je aan de bladerpakketten die zich ophopen, ze worden niet verteerd. Kleine, kwetsbare bosplanten kunnen er niet doorheen komen. De gevolgen van stikstof zie je aan de toename van planten die op voedselrijke plekken groeien – brandnetels en bramen, sommige varens. Ze drukken andere planten weg. Insecten die afhankelijk zijn van die planten – tot soms tientallen per plantensoort – verdwijnen vervolgens. Zo valt het systeem als een rij dominostenen om.”
Het draait om verandering
De natuur komt dadelijk weer aan bod. Eerst wil Robert stilstaan bij de verrassende overstap van Pim: van Google naar Natuurmonumenten. “Wat bracht je ertoe om je vinger op te steken voor deze functie?” Pim: “Natuurmonumenten is inderdaad iets heel anders, maar er zijn ook overeenkomsten. In de kern draait het bij beide organisaties om verandering. Het kabinet stelt nu veel geld beschikbaar om de natuur te herstellen. Dat biedt veel kansen voor natuurorganisaties, de kunst is nu om iedereen in beweging te krijgen. Daaraan wil ik graag een bijdrage leveren. Ik vind het een enorme eer, want het is een bijzondere baan bij een heel bijzondere organisatie met veel historie en een grote achterban. Met Natuurmonumenten gaat het goed, met de natuur niet. Ik voel het als opdracht om de waardering voor natuur verder te versterken. Dat is de basis om de natuur zelf weer krachtiger, beter en robuuster te maken.” Robert: “Wat betekent natuur voor jou?” Pim: “Het begint met buiten zijn. Dat geeft mij rust en evenwicht. Groen, rust en stilte zijn niet alleen voor het menselijk welzijn belangrijk, maar voor alles wat wij doen. Mijn vrouw, die landschaps- en tuinarchitect is, en ik denken al langer na over hoe we als samenleving omgaan met onze leefomgeving. Gelukkig wordt het besef dat zoals we er nu mee omgaan niet houdbaar is, steeds breder.”
Werk aan de winkel
Robert: “Je brengt elke week een bezoek aan boswachters in de natuurgebieden. Wat valt je op?” Pim: “Wat ik zie, en trouwens ook bij de vele vrijwilligers, is de oprechte wil om dingen beter te maken. Wat me verrast, is dat het werk veel breder is dan ik had gedacht. De vele relaties die Natuurmonumenten heeft door het beheer van bijna 110.000 hectare natuur: het ‘alledaagse’ maar bijzonder complexe natuurbeheer, alle partnerschappen, contacten met overheden, pachtrelaties, cultureel erfgoed.” Robert: “Je komt op een bijzonder moment. De afgelopen honderd jaar hebben we veel gedaan aan het veiligstellen van natuur, maar altijd kampten we met negatieve effecten uit de omgeving. Om dat aan te pakken is er nu veel geld. Hoe moeten we daarmee omgaan volgens jou? Pim: “Om te beginnen is het een compliment aan iedereen die in de natuur werkt, dat er nu heel ambitieuze doelen in het regeerakkoord staan om de wereld echt beter te maken. In tegenstelling tot voorheen is het nu ook
Robert:
Pim:
evenwichtiger. Het is niet alleen maar: we willen zoveel economische groei. De waarborgen voor onze omgeving zijn er. Dat is hartstikke mooi. Dan krijg je vervolgens: je hebt de doelen dan wel, maar hoe ga je het dan waarmaken? Er is dus nog veel werk aan de winkel.”
Meedoen aan verandering
Robert: “Als je al die ambities optelt: natuurinclusieve landbouw, bosuitbreiding, klimaatadaptatie, stikstofreductie, energielandschappen, dan gaat het om een enorme verbouwing van misschien wel de helft van Nederland. Dat vergt veel, ook van bewoners. Welke rol kunnen onze leden, donateurs, vrijwilligers daarin spelen?” Pim: “We leven in een zeer dichtbevolkt land. Ik zie bij al mijn bezoeken dat voor elke vierkante meter er wel vier ideeën zijn over wat je ermee zou moeten doen. In mijn eerste week ontmoette ik boeren op Texel. Dan zie je die verschillende ambities met hetzelfde stukje land aan tafel zitten en dat iedereen z’n eigen perspectief op de zaak heeft. Dat betekent dat er veel discussies gaan plaatsvinden, overal in Nederland. Wij zijn de organisatie die in het hele land aanwezig is. Hoe geweldig zou het zijn als onze enorme achterban – 690.000 leden en nog eens bijna 200.000 mensen die ons ook financieel steunen – zich actief in die discussies gaat mengen? Stel dat er in elke gemeente twee gebiedsprocessen zijn en dat daar actief mensen aan meedoen die het belang van de natuur in die discussies brengen!” Robert: “Het moeilijke van gebiedsprocessen is dat de dilemma’s soms heel lastig zijn. Je kunt het er met elkaar over eens zijn dat de grond van een boer natuur moet worden. Maar wie gaat dat tegen die boer, die daar al zestig jaar zit, zeggen? Omdat er vervolgens niks gebeurt, neemt de druk om natuur te herstellen alleen maar toe.” Pim: “Allereerst: ik begrijp dat perspectief ook – en eigenlijk is het beeld van boeren versus de natuur raar, want beiden zijn verknocht aan het landschap en alles wat daarbij hoort. Idealiter wil je dat de mening van mensen zodanig verandert dat ze een andere keuze maken dan gisteren. Dat is echt veranderen. Dan houden keuzes ook het beste stand. Op het moment dat je het moet afdwingen, krijg je polarisatie en niet een oplossing die door mensen omarmd wordt. Het gaat altijd over afwegingen. Hoe houd je bij die afwegingen begrip en
respect voor elkaar? Daar kunnen onze leden, die lokale omstandigheden goed kennen, een belangrijke rol in spelen. Je kunt misschien niet íedereen meenemen. Maar wel zoveel mogelijk.”
Nieuwe inkomsten
Als de mannen bij de Oekense Beek arriveren, houden ze stil. Hier wordt het concreet. Robert: “Dit is nooit een beek geweest, hoor. Het is een diepe sloot die voor veel problemen zorgt: verdroging plus aanvoer van voedselrijk water. Het waterschap en boerenorganisatie LTO snappen dat de sloot gedempt moet worden om de natuur te kunnen herstellen. Dat gaat binnen drie jaar gebeuren. Maar dat heeft gevolgen voor de boeren in de omgeving. Individuele boeren moeten misschien verhuizen of ze moeten omschakelen naar natuurbeheer of andere teelten.” Pim: “Je moet wel kunnen zeggen: zoals het nu gaat is het niet duurzaam houdbaar, ook niet voor individuele bedrijven. Het staat vast dat we het anders moeten doen. En daarna moet je iedereen meenemen. Agrarisch natuurbeheer is heel belangrijk voor het herstel van de biodiversiteit. Als je boeren goed beloont voor natuurbeheer dan zorg je voor andere bronnen van inkomsten, want dat is vanzelfsprekend heel belangrijk voor hen. En dan willen ze het waarschijnlijk wel gaan doen. Het willen gaat sneller dan het moeten. Mijn uitgangspunt is: we gaan nu niet duurzaam om met onze leefomgeving, het gaat gewoon niet goed, ook voor de mens niet. Wat we de afgelopen zomer in Limburg hebben gezien, maakt dat heel duidelijk. De heftigheid van die overstromingen hebben te maken met klimaatverandering, maar ook met onze ingrepen in het landschap de laatste dertig, veertig jaar. Het goede nieuws is daarmee ook: we kunnen er wat aan doen.”
2022 kantelpunt
Dilemma’s zijn er ook, zo heeft Pim ervaren, bij de wensen om te recreëren in natuurgebieden. Pim: “Mensen kunnen de waarde van natuur niet zien als ze er niet in mogen. Als mensen de natuur niet kennen, kunnen ze haar ook niet beschermen. Tegelijkertijd heb je drukte in de natuur tijdens corona, de vraag waar mtb-routes wel of niet mogen. Midden op het Dwingelderveld ligt een bijzonder stukje heischraal grasland. Dat zijn we aan het herstellen. Daar staat wel een hekje omheen, anders gaan mensen er voetballen. Dus het meest bijzondere kunnen mensen niet zien. Het maken van dit soort keuzes is een worsteling. Het is goed dat we daarop aangesproken worden. Kunnen we het oplossen? Vast niet altijd. Een oplossing is dat je bij de veranderingen in het landelijk gebied ook voor deze activiteiten ruimte maakt, zodat ze niet in natuurgebieden hoeven plaats te vinden. Voor de toekomst is dat een uitweg waar ik enthousiast over ben. Maar je hebt ook het hier en nu.” Robert: “Als we hier over vijf jaar weer wandelen…” Pim: “… dan is de beek gedempt, heb je me net verteld. En ik ben heel benieuwd hoe dat voor het gebied uitpakt. Als we dan over de gedempte beek kijken, hoop ik de verandering te zien. Een verandering waar de meeste mensen blij mee zijn. Ik hoop dat we ook elders in het land zien dat er meer ruimte en waardering voor natuur is. Ik wil dan graag kunnen zeggen dat het aantreden van het kabinet Rutte IV in 2022 een kantelpunt was.”
Pim, hoe zit dat?
Heb jij een vraag die je graag aan Pim van der Feltz wilt stellen? Bijvoorbeeld over het beleid of de standpunten van de vereniging? Stuur ’m naar puurnatuur@natuurmonumenten.nl. Wellicht nodigen we je uit om met Pim in gesprek te gaan. Daarvan doen we verslag in de nieuwe rubriek Pim, hoe zit dat?
Met hoge ambities heeft het regeerakkoord van het kabinet Rutte IV alles in zich om ervoor te zorgen dat de balans tussen natuur en economie nu écht wordt hersteld. Maar succes is niet gegarandeerd. Natuurmonumenten zet zich ervoor in dat de ambitieuze doelen worden uitgewerkt in een plan met een goede uitvoering. We zetten de belangrijkste punten voor je op een rij.
Het kabinet wil de stikstofuitstoot in de komende acht jaar halveren. Dat is nodig om de natuur ademruimte te geven. Nederland heeft verreweg de hoogste stikstofuitstoot van heel Europa en onze natuur lijdt daaronder: kwetsbare soorten verdwijnen in rap tempo. Wat van belang is bij het terugdringen van de uitstoot, is dat alle sectoren hun steentje bijdragen. Dus niet alleen boeren, maar ook de industrie en de luchtvaart.
Ons land en landschap staan aan de vooravond van een historische verbouwing, zegt Rutte. Natuurmonumenten vindt het belangrijk dat de doelen voor alle afzonderlijke natuurgebieden, juridisch waterdicht worden vastgelegd. Dan geef je ruimte en duidelijkheid aan boeren en bedrijven om daar via creatieve oplossingen naartoe te werken. Dat het natuurinclusiever moet is duidelijk, maar de manier waarop kan verschillen. Kijk maar naar de landbouw: de ene boer kiest ervoor om hetzelfde aantal dieren te houden op een groter stuk land. Een andere boer dringt zijn stikstofuitstoot terug met een modernere stal. Weer een ander wil zijn bedrijf wellicht verbreden door andere activiteiten te starten, zoals een winkel of recreatieactiviteiten.
Grote problemen vragen allemaal om ruimte: woningbouw, landbouw, natuur. Voor veel natuurgebieden geldt dat de overdaad aan stikstof de grootste hindernis is voor natuurherstel. Maar dat is niet de enige bedreiging. Daarom moeten we rondom natuurgebieden ook werken aan herstel van voldoende en schoon water, en het vergroten en verbinden van de natuurgebieden zelf. In al die gebiedsprocessen kunnen mensen actief meedoen om de stem van de natuur te laten horen. Door daarbij volop samen te werken met boeren die op hun land aandacht hebben voor het herstel van planten en dieren, kunnen we onze missie waarmaken: een mooi landschap en gezonde natuur in een welvarend land.
NATUURMAKERS
Van schoonmaakacties tot het kopen van grond. Burgers nemen zelf het initiatief om de natuur in hun woonomgeving te beschermen.
Op de bres voor Dommelbimd
Inwoners van Boxtel kochten zelf Dommelbimd, een natuurgebiedje van 7,5 hectare aan de rand van het dorp, in het beekdal van de Dommel. Zo blijft deze natuur behouden voor de toekomst.
Vlakbij het centrum van Boxtel (NB) werd in 2013 een stuk grond in de openbare verkoop gedaan, toen nog met een agrarische bestemming. Drie dorpsbewoners besloten het zelf aan te kopen door de verkoop van certificaten, subsidies en een crowdfundingsactie. Nu is er in het dal van de Dommel een mooi natuurgebiedje met een wandelpad: Dommelbimd (bimd is Brabants voor beemd, de laagstgelegen grond langs een beek). Initiatiefnemer Sylvia van Gulik geeft tips voor een succesvol burgerinitiatief.
TIP 1 Doorzettingsvermogen “Een project zoals dit is niet in twee weken te realiseren, je hebt een lange adem nodig. Wij hebben Brabants Landschap weten te overtuigen om het gebied voor te financieren. Daarna kregen wij anderhalf jaar de tijd om genoeg geld te vinden.”
TIP 2 Een divers netwerk “Je kunt zoiets niet met z’n drieën doen. Door mijn werk bij Waterschap De Dommel heb ik contacten in de natuurwereld, net als de andere initiatiefnemer, Toine Cooijmans, die bij Natuurmonumenten werkt. De derde initiatiefnemer, een huisarts, had weer contacten bij de Rotary Club. In ons netwerk konden we hulp krijgen bij het oprichten van een stichting en een website.”
TIP 3 Houd het dicht bij huis “Iedereen in Boxtel kent de grond waar het over gaat. Dat scheelt, want zo was het niet moeilijk uit te leggen om welk perceel in het buitengebied het ging.”
TIP 4 Houd vast aan je eigen idee “Mensen adviseerden ons om een stukje van het gebied beschikbaar te stellen als bouwgrond. Of om het schuurtje om te bouwen tot theehuis voor inkomsten. Wij hebben vastgehouden aan ons eigen idee: de natuur behouden. Dat hadden we onze achterban ook beloofd.”
TIP 5 Werk onbezoldigd “We hebben alles vrijwillig gedaan. Het geld dat mensen schonken, ging honderd procent naar de natuur. We konden mensen verzekeren dat er niks aan de strijkstok bleef hangen.” Meer weten? Kijk op dommelbimd.nl